www.rkdiaconie.nl/ er zijn/ eigen kansen en grenzen



Vergelijkbare documenten
Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor

er zijn/ specifieke activiteit uitvoeren

er zijn/ specifieke activiteit uitvoeren

Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen. Introductiefase bij de eerste les:

6.2.1 Dealen met afleiding onderweg

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn.

Voor jou! Dit boek is voor jou. Het gaat over God. En over God en jou samen. Over Gods liefde voor jou.

GODS GEZIN. Studielessen voor 4-7 jarigen

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Noach bouwt een ark Genesis 6-8

Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?"

Zondag 19 januari Viering in de Week van Gebed. voor de eenheid van de christenen. Paulusgemeenschap en. Protestantse Gemeente de Eshof

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van jaar

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Instructie voor leerlingen.. 5. Gebruik van de lesbrieven. 6. Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7. Wat wil je zijn en worden.

WERKVORMEN MAGAZIJN. Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts

Rotterdams Ambassadrices Netwerk

Lessenserie over Taal & Respect. Klas 1 - VMBO

wie ben k? Ik ben... Samen aan de slag met de Ik ben teksten van Jezus

Heilig Jaar van Barmhartigheid

Lucas 10: Mag Jezus jouw naaste zijn?

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis

De leerlingen leren omgaan met gevoelens van zichzelf en anderen, met name gevoelens die horen bij hun leeftijd.

Deze bijeenkomst gaat over Jezus en over de verschillende namen die er voor Jezus zijn.

Jouw Belang Jouw ouders bespreken gezamenlijk over én met jou wat jouw belang is. Zodat jouw ouders

Weet wat je kan. Zelfvertrouwen

GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

Heer, U kent mij als geen ander U weet of ik zit of sta en U kent ook mijn gedachten voordat ik iets zeggen ga

Jezus maakt mensen gelukkig

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Deze handreiking is van:

PeerEducatie Handboek voor Peers

werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen?

13 Jij en pesten. Ervaring

Interviews: - interview: vragen gast - vragen pleeggezin - vragen aan begeleider van Open Thuis - Interview met de dienst VMG :

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Les 3 Samenvatten Leestekst: Verhuizen. 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen welke vraag we onszelf moesten stellen om te kunnen samenvatten?

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS)

Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten. Hey Russel! Een bijzondere vriendschap

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Les 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening. Introductiefase

Dit boekje is van... Mijn naam is: Mijn gezinsvoogd heet: Het telefoonnummer van de gezinsvoogd is:

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Week van de opvoeding

Voor jezelf? Les 1 Welkom!

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Moeilijke kindervragen

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

WERK ZE! Lesmateriaal voor reïntegratie

Jouw avontuur met de Bijbel

Voorbereiding Heilig Avondmaal

Tijdschrift Kindermishandeling April 2013 Onderwijsspecial deel 2. 8 tips voor een goed gesprek met je leerling

Tekst lezen en vragen stellen

Trainersdocument De ideale werknemer

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht

Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

Instructie 1. Heb jij je voelsprieten uitstaan? De relatie met je cliënt

Er is toch niemand die jou aardig vindt. SUKKEL.

Wie zijn jouw vrienden? Opdracht:

De bruiloft van Simson

9 Vader. Vaders kijken anders. Wat doe ik hier vandaag? P Ik leer mijn Vader beter kennen. P Ik weet dat Hij mij geadopteerd

Relaties. HDYO heeft meer informatie beschikbaar over de Ziekte van Huntington voor jongeren, ouders en professionals op onze website:

Het verhaal van mijn leven. Biografische cursus waarin buurtgenoten zich verbinden

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

Deze handreiking is van:

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

Omgaan met klachten volgens de BOOS-formule

HEY WAT KAN JIJ EIGENLIJK GOED? VERKLAP JE TALENT IN 8 STAPPEN

Voorbereidende les. Basisonderwijs. Educatieteam

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

SOLLICITATIEGESPREK? GEBRUIK DEZE 30 HANDIGE ZINNETJES

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Grenzen stellen Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van jaar

Voor kinderen die meer willen weten over echtscheidingen. uitgave 2005


Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?

Onderhandelen en afspraken maken

Les 3 Vragenstellen Leestekst: De inbreker. 1. "Vandaag gaan we voor de derde keer een tekst lezen en daarbij vragen maken."

Discussiëren Kun Je Leren:

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie

Niemand hoeft verlegen te zijn

Jaarplan ASVZ 2016 Zorg pakken we samen aan

De nieuwe zorgmedewerker

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

Notitieboekje. Allemaal Taal

Advies en verkoopvaardigheden

Les 3 Integratie Leestekst: Een contact-advertentie. Introductiefase

OPDRACHT: Lees de vier tekstgedeelten en beantwoord de 4 bijbehorende vragen. Luk 15:11-32 Joh 3:14-17, Joh 15:9-17 Matt 5:43-48, Joh 13:33-35

Didactisch partnerschap

Laat de jongeren de test conflictstijlen maken (zie bijlage 1). Naar aanleiding van de uitslag ga je in gesprek.

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

PREVIEW. Probeer nu 1 dag DAVID DE JONGE JAREN VAN VIJF DAGEN: GOD, SPORT & JEZELF MET PRAKTISCHE, SPORT- EN PERSOONLIJKE VOORBEELDEN

Startavond pastorale bezoekers Pastoraat & geloofsgesprekken. DATUM: 28 oktober 2015 TIJDSTIP: uur LOCATIE: GKV Haren, Ontmoetingskerk

Transcriptie:

TOT HIER EN NIET VERDER; over grenzen in het inloophuis www.rkdiaconie.nl/ er zijn/ eigen kansen en grenzen Situering Dit is een heel uitgebreide les over grenzen in het inloophuis. Het gaat om het leren kennen van die grenzen bij jezelf en in de regels van het inloophuis; om het belang van regels in te zien; om met die grenzen om te leren gaan. Tenslotte gaat het over het feit dat denken voor een ander geen positief effect geeft. Voor iedereen die in een inloophuis werkt of op andere manieren present is bij mensen, is dit waardevol materiaal. Opzet 1. Opwarmertje over grenzen 2. Oefeningen (communicatie) 3. De grenzen van de huisregels 4. Weet ik als gastvrouw/man wat goed is voor de ander? 1. Opwarmertje Zet het werkwoord "grenzen trekken" groot op een flap en laat in groepjes van 5 tot 8 deelnemers een stille schrijfdiscussie voeren met betrekking tot het trekken van grenzen. Laat plenair het opgeschrevene voorlezen en toelichten. Sluit af met het noemen of onderstrepen van de punten/uitspraken die het meest belangrijk worden gevonden. Lees aanvullende informatie over de functie van grenzen stellen. Grenzen zijn nodig om te kunnen samenleven en samenwerken. Hoe veelkleuriger een groep is, des te belangrijker zijn de afspraken omtrent wat wel en niet kan. Grenzen moeten zoveel mogelijk samen afgesproken worden, maar in ieder geval ook met elkaar besproken worden. Grenzen geven de speelruimte aan om te leven. Elke situatie heeft zijn eigen grenzen. Grenzen ontstaan wanneer er fricties groeien en er onduidelijkheid bestaat over 'wat wel of niet kan. Een doel helpt ook grenzen aangeven. Kenmerkend voor grenzen is dat ze respectvol, duidelijk, vriendelijk en ferm zijn. 2. Oefeningen Verschillende soorten grenzen: taalgebruik, klimaat/sfeer en veiligheid Nummer de deelnemers van 1 tot en met 3; elke groep kiest een van de drie terreinen.. Laat de deelnemers voor zichzelf opschrijven hoe het in het inloophuis is met betrekking tot de grenzen/regels op een van de drie terreinen. Schrijf op welke voorwaarden, welke afspraken jij zou willen hanteren en vergelijk dit met de praktijk. Laat de deelnemers in drie groepen uit elkaar gaan en laat het opgeschrevene uitwisselen. Maak in volgorde van belangrijkheid een lijstje met 5 regels. Collage maken Laat in dezelfde drie groepen een collage maken (met foto's en teksten en dergelijke uit tijdschriften, kranten, enzovoort) van de belangrijkste regels voor een inloophuis. Uit: cursusmateriaal voor inloophuizen Bij elkaar te gast, 2002, InloopCentra Beraad 1

Hoe geef ik mijn grenzen aan? Laat in groepjes van twee oefenen met een houding die gezag laat zien, bijvoorbeeld als jij iets moet verbieden. Laat drie keer op verschillende wijzen tegen hetzelfde maatje zeggen: "dit vind ik niet goed" Laat met elkaar bespreken welke keer het beste werkte en waar dat mee te maken had. Oefenen in grenzen van afstand en nabijheid Laat de deelnemers in twee rijen tegenover elkaar staan. Laat rij 1 naar het maatje in rij 2 lopen en laat 2 non-verbaal en vooral met de ogen aangeven hoe dicht 1 mag naderen. Doe vervolgens dezelfde oefening, maar dan omgekeerd. Bespreek beide keren hoe de communicatie over de grenzen verliep. 3. De grenzen van de huisregels Zonder regels gaat het niet in onze samenleving. Hoe je het ook wendt of keert, elke samenleving heeft het nodig om regels te stellen. Regels om het samenleven mogelijk te maken. Regels moeten niet tot een last worden. Het strak hanteren van regels kan er toe leiden dat regels beleefd worden als een keurslijf. De tien regels die wij kennen uit de bijbel worden soms ook leefregels genoemd. Regels die het leven veraangenamen, die het leven waardevol maken. Zo zijn regels bedoeld en zo zijn ze goed. Er is geen inloophuis denkbaar waar geen regels worden gehanteerd. Spelregels die vastgesteld zijn om je aan te houden. Dit geldt voor de gasten, maar ook voor de gastvrouwen en gastmannen. Regels die het de inlopers en de gastmensen wil vergemakkelijken om met elkaar om te gaan en om een leefbare werkelijkheid te maken. Inventariseer op een flap de regels die' er in uw huis worden gebruikt. Bespreek wat is opgeschreven. De spelregels van het leven: de tien leefregels Een ieder leest voor zichzelf de tien regels van Karel Eykman (tekst 1) en probeert voor zichzelf op te schrijven wat opvalt in deze regels. Bespreek in groepjes wat opvalt Maak een stelling over het doel van regels. Plenaire rapportage en stellingen op flap schrijven. Tien leefregels en de huisregels van uw inloophuis Wanneer je de tien leefregels vergelijkt met de huisregels wat valt je dan op? Vind je dat de huisregels meer zouden moeten lijken op de tien leefregels of zijn dit twee heel verschillende werelden? Rollenspel Kruip in de huid van een bezoeker en geef aan hoe het voelt dat er bepaalde regels zijn. Bijvoorbeeld hoe het voelt dat de koffie voor je wordt ingeschonken en dat je dat zelf niet mag doen, terwijl je vindt dat je dat best ook zelf zou kunnen doen en ook aan anderen zou kunnen uitschenken. In de keuken mag je niet komen. Maar waarom eigenlijk niet? Of het onderwerp roken. In veel huizen staat dit steeds ter discussie. Voor wie? De meeste bezoekers willen dolgraag roken en kunnen er ook nauwelijks buiten, maar de gastvrouwen en - mannen hebben er moeite mee en vinden het beter voor mij als bezoeker dat ik ook niet meer rook. Hoe voelt het als anderen regels afspreken waar jij heel veel moeite mee hebt? Hoe hou je rekening met beide standpunten. En kan dat wel? Uit: cursusmateriaal voor inloophuizen Bij elkaar te gast, 2002, InloopCentra Beraad 2

Maak de vijf belangrijkste regels voor een inloophuis De helft van de deelnemers maakt de regels vanuit de gastmens en de andere helft vanuit de bezoekers. Welke vijf regels worden in beide groepen gemaakt en waar zien we de verschillen? En waar komen die verschillen vandaan? Hoe ga je om met die verschillen Probeer tot een gezamenlijke lijst van vijf regels te komen die onder alle omstandigheden gehandhaafd moeten worden? 4. Weet ik als gastvrouw/man wat goed is voor de ander? Soms lijkt het er wel eens op dat de gastvrouw/heer in een inloophuis perfect weet wat goed is voor een inloper. En, dat mag ook niet ontkend worden, soms is dat ook zo. Maar, weten wat goed is voor een ander en dat ook hardop uitdragen zijn twee verschillende zaken. Daarnaast geldt ook de ervaring dat mensen meestal zelf het beste weten wat goed voor hen is. Maar soms is dat nu juist het probleem. De moraal van het verhaal: meedenken, een beetje sturen in een bepaalde richting, een ander positief beïnvloeden, allemaal prachtig, maar bedenk dat wat goed is voor jou nog niet betekent dat dit ook goed is voor een ander. Gesprek over goedbedoelde adviezen U gaat in groepjes van drie uiteen en vertelt elkaar voorbeelden van ervaringen die u heeft met het ontvangen van goedbedoelde adviezen/sturing, enzovoort. Schrijf voor je zelf op twee goedbedoelde adviezen die je kreeg. Het ene advies kwam over, daar kon je wat mee; het andere advies voelde niet goed en liet je dan ook liggen. Vertel elkaar de twee goedbedoelde adviezen die je hebt opgeschreven. Ga niet in discussie maar bevraag elkaar wat een ieder heeft opgeschreven. Probeer een gezamenlijke mening te vormen over het gebruik van "goedbedoelde adviezen". Spreek af hoe je het antwoord van de hiervoor vermelde vraag rapporteert aan de groep en met welk voorbeeld je dat toelicht. In een plenair gesprek rapporteert elke groep en wordt geprobeerd een richting aan te ge ven in het omgaan met goedbedoelde adviezen. Begrijp je de ander wel? Het is heel gevaarlijk om vanuit je eigen referentiekader, vanuit je eigen levensgeschiedenis de feiten van een ander te interpreteren. Ook daarvan vragen we de deelnemers voorbeelden te geven. Want weet jij wel hoe het voelt voor een ander? Ouderen onder ons die op een bepaalde manier zijn opgegroeid weten nog hoe het voelt om op zondag geen ijsje te mogen eten en hoe het dan voelt om voor de eerste keer dat ijsje te kopen of te krijgen en dan wel of niet op te eten. Maar hele volksstammen weten in deze tijd toch echt niet waar je het over hebt wanneer je dergelijke normen en waarden hanteert. Zicht op eigen referentiekader Plenair gesprek over relatie milieu en waarden en normen. Maak op een bord of flapover twee kolommen, boven de ene kolom schrijf je milieu en boven de andere schrijf je waarden en normen. Uit: cursusmateriaal voor inloophuizen Bij elkaar te gast, 2002, InloopCentra Beraad 3

Als voorbeelden noem je b.v. een calvinistisch milieu met de waarde/norm van hard werken, geen ijsje op zondag en zuinig met geld omgaan; of arbeidersmilieu met laag inkomen met de waarde/norm van verzet tegen hooggeplaatsten en het gevoel van altijd de minste te zijn. Probeer in een groepsgesprek verschillende milieus met de daarbij behorende waarden en normen in te vullen. Ook hierbij is het niet zo moeilijk om met elkaar op het spoor te komen van de verschillen die er zijn door opvoeding, verschil in milieu, enzovoort. Laten we maar een aantal voorbeelden door de deelnemers de revue laten passeren. Het plekje waar je geboren bent en waar je bent opgegroeid is vaak heel bepalend voor wat je hebt mee gekregen aan normen en waarden. Het maakt nogal wat uit of je in een sterk socialistisch arbeidersmilieu of een streng katholiek gezin of een vrijzinnig protestants milieu bent grootgebracht. Afrondend plenair gesprek over "Omzien naar elkaar" Welke invloed heeft je kerkelijke/christelijke achtergrond op je visie over omzien naar elkaar. Breng onderstaande informatie in tijdens dit groepsgesprek. Laat als afronding van dit gesprek ieder voor zichzelf een wens opschrijven over dit onderwerp. Veel medewerkers in inloophuizen hebben een kerkelijke achtergrond en hebben wel enige of veel affiniteit met de begrippen pastoraat, diaconaat en evangelisatie. In de meeste huizen is men het er over eens dat er niet geëvangeliseerd wordt; althans geen opdringerige houding van de gastvrouwen gastman. Wel een open houding en een 'open mind' om wanneer de gast wil praten en vraagt naar zingeving, ook eerlijk en oprecht jouw levensverhaal te willen vertellen. Pas wanneer er belangstelling is voor ieders eigen verhaal kan er ruimte ontstaan voor Het Verhaal met een hoofdletter. In het inloophuis lopen de kerkelijke begrippen pastoraat, diaconaat en missie/evangelisatie door elkaar. We gebruiken ook wel het woord: presentie. Aanwezigheid is ook een mooi woord om aan te duiden waar het ons om gaat in de contacten met de inlopers. Zij geven wel aan wat er van jouw als gastmens wordt verwacht. Present-zijn, er zijn voor die ander, dat is voor inloophuizen van grote waarde. Uit: cursusmateriaal voor inloophuizen Bij elkaar te gast, 2002, InloopCentra Beraad 4

BIJLAGEN Tekst 1. De tien leefregels (Uit: Woord voor Woord, kinderbijbel van Karel Eykman en Bert Bouman) Luister goed, want dit zegt God: Ik ben de Heer, jullie God. Ik heb jullie vrij gemaakt uit een onvrij land. Houd je dan ook aan je bevrijder. En zorg ervoor, dat je vrij blijft van andere goden. Probeer mij niet uit te tekenen. Dat betekent ook dat je niet mag beweren dat je precies weet hoe God is en hoe Hij eruit ziet. Noem mijn naam niet bij dingen waar ik niet mee te maken wil hebben. Dat betekent dat je voorzichtig moet zijn met dat woord God. Vier een dag in de week als mijn dag. Dat betekent dat het een vrije dag is. Op zo een dag moet je alle mensen die voor je werken vrij geven. Houd je vader en moeder in ere. Want als je dat niet doet, als je oudere mensen maar laat zitten, dan zorg je er niet voor dat ze vrij kunnen zijn. Sla niemand dood. Dat betekent ook, dat je elkaar niet in de steek laat. God gaf ons de kans om te leven. Dus mag je elkaar het leven niet onmogelijk maken. Blijf trouw aan de mensen van wie je houdt. Dat betekent ook dat mensen zuinig moeten zijn op mensen die van elkaar houden. Als God een God is, die van mensen houdt, moeten de mensen ervoor zorgen, dat mensen van elkaar kunnen houden. Steel niet. Als de God, die ons in de woestijn genoeg te vinden geeft om van te leven onze God is, dan mag je niet voor jezelf pikken wat van iedereen is. Spreek niet vals. Dat betekent, dat je nooit een ander mag verraden door hem verdacht te maken. Als we God willen vertrouwen op zijn woord, maar we kunnen elkaar niet vertrouwen, dan worden we nooit vrij van elkaar. En wil niet altijd het zelfde wat een ander heeft. Dat betekent ook: je moet niet altijd zo willen hebben als een ander het heeft. Je moet jezelf zijn. Uit: cursusmateriaal voor inloophuizen Bij elkaar te gast, 2002, InloopCentra Beraad 5