Sport & Bewegen Studiehandleiding niveau 2 Sport- en bewegingsbegeleider (bol) cohort 2014
Albeda College Branche LSE Opleiding Sport en Bewegen Sport en bewegingsbegeleider, crebo 95300 Cohort 2014 Kwalificatiedossier Sport en Bewegen 2014-2015 Aantal sbu s 3200, waarvan min 20% BPV Datum vaststelling, Calibris 2014
Voorwoord 4 Inleiding 5 Waar heb je deze studiehandleiding voor nodig? Wat mogen wij van elkaar verwachten? 6 1 Opleiding en beroep 7 1.1 Hoe is de kwalificatiestructuur opgebouwd? 1.2 Hoe ziet het beroep eruit? 8 1.3.1 Werkveld 9 1.3.2 Verder studeren 2 De opleiding 2.1 Beroepsgericht onderwijs 10 2.2 De inhoud van de opleiding: kerntaken, werkprocessen en competenties 12 2.2.1 De verschillende leertrajecten binnen de opleiding 13 2.3 Nederlands 2.4 Rekenen 14 2.5 Loopbaan en burgerschap 2.6 Beroepspraktijkvorming 15 2.6.1 Voorbereiding op de BPV 2.6.2 Begeleiding tijdens de BPV 2.6.3 Beoordeling van de BPV 2.6.4 Het vinden van een erkende BPV plaats 16 2.7 Lessentabel en rooster 2.8 Kosten leermiddelen eerste leerjaar 18 2.9 Verklaring omtrent gedrag 3. Begeleiding studenten 3.1 Studieloopbaanbegeleiding, mentor 19 - jaarcoördinator en onderwijsleider - begeleiding topsporters 3.2 Digitale ondersteuning, informatie studievoortgang 20 - voortgangsregeling - normen voor beëindiging opleiding 3.3 Extra hulp en zorg binnen school 24 - trajectbureau - dyslexie - schoolmaatschappelijk werk - studenten coachen studenten - sportmedische begeleiding - Spanjersberg sportfysiotherapie - studentenbetrokkenheid - ouderbetrokkenheid 3.4 Aanwezigheid en regeling verzuim 26 3.4.1 Richtlijnen verlof buiten de schoolvakanties 27 3.4.2 Gewichtige omstandigheden 3.4.3 Ander gewichtige omstandigheden 28 3.5 Passend onderwijs
4 Voortgang en examen 29 4.1 Examenplan - voortgangs- en examentoetsen - toelating examen - vrijstellingen - inleveren werkstukken, verslagen - inhalen/herkansen van voortgangs- en examentoetsen - studieschuld - niet verschijnen op een examen - inzage in voortgangs- en examentoetsen 4.2 Examenorganisatie 32 4.2.1 Sub-examencommissie 4.2.2 Examenreglement, fraude 4.2.3 Examendeelnemer 4.2.4 Klacht over het examen 33 4.2.4.1 Bezwaar aantekenen - beroep aantekenen 4.3 Diplomering 34 4.3.1 Recht op diplomering 4.3.2 Informatie over moment van diplomeren 4.3.3 Datum uitschrijven opleiding, studiefinanciering 4.3.4 Restitutieregeling 35 5 Schoolregels 36 5.1 Fair Play lijst - beoordeling werk- / beroepshouding 37 - afmelding, ziekmelding 010 206 15 80 38 5.2 Leerplein 39 5.3 Sportcafé 5.4 Rond het gebouw 40 5.5 Kleding, boeken, laptop 5.6 Kopiëren en printen 41 5.7 Ontvreemding/diefstal goederen 5.8 Ontruiming, calamiteiten 42 5.9 Accommodaties 43 6. Klachtenprocedure 44 7. Vakgroep Sport en Bewegen 45 Bijlagen: 1. Overzicht kerntaken, werkprocessen en competenties 46 2. Overzicht aantal begeleide en onbegeleide uren 49 3. Kostenoverzicht leerjaar 1 50 4. Roostertijden en vakantiedata 52 5. Examenplan 53
Voorwoord Beste student, Welkom bij het Albeda College. Je hebt gekozen voor een opleiding waarmee je van jouw talent je beroep kunt gaan maken. De opleiding die je volgt is onderdeel van de branche Lifestyle (Kappen, Schoonheidsverzorging & Mode), Sport (Sport- en Bewegingsleider/Begeleider/Coördinator) & Entertainment (Muziek, Dans & Theater). In de branche Lifestyle, Sport & Entertainment leiden we op vanuit de overtuiging dat sport-, cultuur- en lifestyle-uitingen een positieve bijdrage leveren aan de samenleving, zodat dit de eigenwaarde van mensen versterkt en voor verbinding zorgt. Het biedt mensen de mogelijkheid tot een positieve tijdsbesteding, een goede gezondheid en een goed gevoel. Je wordt dus opgeleid voor een beroep dat ten goede komt aan de kwaliteit van het leven van mensen. Dat klinkt mooi natuurlijk, maar je hebt ook voor je opleiding gekozen omdat je passie voor dit vak hebt, er graag heel goed of zelfs de beste in wilt worden en dat is een belangrijke voorwaarde voor succes. In de studiehandleiding vind je o.a. specifieke informatie over jouw opleiding, je BPV (stage), examens, begeleiding, zorg, verzuim en locatieregels. Het is belangrijk dat je deze informatie goed leest zodat je weet wat je te wachten staat en ook wat je van ons kan verwachten. Op de website www.albeda.nl vind je de schoolgids en het studentenstatuut. In de schoolgids vind je de algemene regels en informatie van het Albeda College. Het studentenstatuut gaat in op je rechten en plichten. Als je vragen hebt kan je natuurlijk altijd bij je studieloopbaanbegeleider/mentor terecht. Tot slot wens ik je veel plezier en succes toe met je studie. Gaby Vink Directeur Lifestyle, Sport & Entertainment -4-
Inleiding Waar heb je deze studiehandleiding voor nodig? In dit boekje staat belangrijke informatie over de opleiding, zoals: voor welk(e) beroep(en) je wordt opgeleid; procedure ziekmelden en bereikbaarheid; hoe de opleiding in elkaar zit; welke keuzemogelijkheden je hebt; wat competentiegericht leren inhoudt; wat er in de beroepspraktijkvorming van je wordt verwacht; hoe je wordt begeleid; hoe je studievoortgang in de gaten wordt gehouden; wat de examinering inhoudt; wat je na deze opleiding kunt gaan doen; praktische informatie over onder andere huisregels, boeken en kleding. Afmelden (onder andere bij ziekte) Natuurlijk kan het gebeuren dat je door bijvoorbeeld ziekte of artsenbezoek de lessen niet kunt volgen. Je moet dit s ochtends voor 9 uur melden bij de onderwijsadministratie van de opleiding Sport en Bewegen. Als je afwezig bent op een BPV-dag, ben je verplicht ook de praktijkopleider op locatie op de hoogte te stellen. Telefonisch afmelden kan op T 010 206 15 80 (of 1581), via de e-mail of schriftelijk via een formulier voor afmelden (verkrijgbaar de bij onderwijsadministratie) dat je moet inleveren in de brievenbus bij de onderwijsadministratie. Het e-mailadres is: sportenbewegen@albeda.nl Zodra je weer aanwezig bent, moet je dat ook melden. Als je dat niet doet, word je voor een hele lesweek afwezig gemeld. Op het moment dat je weer beter bent, leg je aan je mentor uit wat er aan de hand was en toon je aan (bijvoorbeeld afsprakenkaart ziekenhuis, briefje ouder) dat je afwezigheid geoorloofd was. Laat het je mentor weten in het geval er iets bijzonders met je aan de hand is waardoor je lessen niet kunt volgen. In onderling overleg wordt nagegaan welke mogelijkheden er dan zijn om de opleiding te (ver)volgen. Bewaar deze studiehandleiding goed en kijk er regelmatig in. Bij je start op het Topsportcentrum krijg je tijdens de intake en bij de start van het nieuwe schooljaar voorlichting over de accommodatie en de omgangsregels. Ook wij wensen je een plezierige en succesvolle opleiding toe. Namens de vakgroep Sport en Bewegen, Paul Buijs Arthur van der Horst Rob de Roon Onderwijsleiders Sport en Bewegen, Rotterdam, juni 2014-5-
Wat mogen wij van elkaar verwachten? Wij, als opleiding Sport en Bewegen en jij als student, zijn samen verantwoordelijk voor de opleiding die je volgt. Jij mag van de opleiding het volgende verwachten: je krijgt de mogelijkheid om je persoonlijk, maatschappelijk en beroepsmatig te ontwikkelen; jouw onderwijs wordt vormgegeven in samenwerking met de werkvelden waarvoor je wordt opgeleid; de binnen- en buitenschoolse leeractiviteiten sluiten zoveel mogelijk op elkaar aan; er wordt op een motiverende en stimulerende manier lesgegeven; je kunt een zelfstandige manier van leren en handelen ontwikkelen; er is begeleiding bij het kiezen en vervolgen van je leerweg of loopbaan; je leert de kennis, vaardigheden en houding die je voor jouw diploma nodig hebt. Wij verwachten van jou het volgende: je stelt jezelf niet afhankelijk op, maar je leert zelf verantwoordelijk te zijn voor je leerproces; je behandelt ieder mens gelijkwaardig en je staat open voor anderen; je stelt jezelf sportief op en je toont respect voor medestudenten, docenten en het onderwijsondersteunend personeel; je levert niet alleen kritiek, maar laat zien hoe het wel kan of moet; je werkt samen met andere studenten en stelt je collegiaal op; je zorgt samen met de andere studenten voor een veilige (leer)omgeving; je respecteert de grenzen van anderen. Samen maken we zo een goede start voor een toekomst als sportbegeleider. -6-
1. Opleiding en beroep 1.1 Hoe is de kwalificatiestructuur opgebouwd? Binnen het beroepsonderwijs bestaan veel verschillende opleidingen, met verschillende niveaus en leerwegen. Om overzicht te krijgen in die hoeveelheid van opleidingen zijn zij geordend in een kwalificatiestructuur. De kwalificatiestructuur voor de opleidingen Sport en Bewegen op het Albeda College ziet er als volgt uit: niveau Kwalificatiestructuur sport en bewegen 4 Sport- en bewegingscoördinator BOS medewerker Trainer / coach Bewegingsagoog Operationeel sporten bewegingsmanager 3 Sport- en bewegingsleider Sector Wintersport Sector Wellness Sector Buitensport Sector Racketsport Sector Zwemmen Sector Voetbal 2 Sport- en bewegingsbegeleider Sector Wellness Sector Zwemmen Sector Sportbuurtwerk De bovengenoemde opleidingen kunnen in principe via twee leerwegen gedaan worden: de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) (werken en leren); de beroepsopleidende leerweg (BOL) (leren en BPV). -7-
1.2 Hoe ziet het beroep eruit? Een belangrijke taak is het begeleiden van deelnemers bij sport- en bewegingsactiviteiten. Met deze opleiding kun je in allerlei beroepen en werkvelden aan de slag. Bijvoorbeeld bij een sportvereniging, maar ook bij een zwembad, een fitnesscentrum of een bedrijf dat survivaltochten organiseert. Je kunt ook werken bij een gemeente die sportieve activiteiten in wijken organiseert of werken in een recreatieteam van een vakantiepark of camping. Je kunt werken met allerlei typen mensen van alle leeftijden: fanatieke sporters, recreanten, mensen uit verschillende culturen, gezonde mensen en mensen met een beperking. Uit jaarlijks onderzoek onder schoolverlaters blijkt dat gediplomeerde sport- en bewegingsbegeleiders zelden werkloos zijn. Het is wel zo dat ze veel vaker dan sportleiders met een niveau 3 diploma in andere sectoren dan de sport terecht komen. Zo lijkt de meeste werkgelegenheid in de sport op niveau 3 en 4 te liggen. Als je echt een loopbaan in de sport wilt, is het dus aan te bevelen door te stromen naar niveau 3 na je opleiding. Welke werkzaamheden? Je assisteert bij allerlei soorten sport- en bewegingsactiviteiten. Je helpt de leidinggevende om de activiteiten zo goed en veilig mogelijk te laten verlopen. Je begeleidt de deelnemers. Begeleiden betekent dat je de deelnemers motiveert en enthousiast maakt, zodat ze nog meer plezier krijgen in bewegen. Je praat met deelnemers om erachter te komen wat ze leuk vinden of wat ze graag willen leren. Begeleiden betekent ook dat je assisteert bij het aanleren of verbeteren van sporttechnieken en tactieken. Je kijkt hoe de deelnemers zich tijdens de activiteit gedragen. Dat geef je door aan je leidinggevende. Je voert zelf ook (delen van) sportieve activiteiten uit, onder verantwoordelijkheid van een leidinggevende. Deze vertelt je wat je met de groep gaat doen. Je voert ook andere werkzaamheden uit voor de organisatie waar je werkt. Je helpt bijvoorbeeld bij het beheren, schoonhouden en onderhouden van het gebouw en de materialen. Je helpt ook bij het organiseren en uitvoeren van bijzondere activiteiten, zoals bijvoorbeeld een spelletjesdag, een toernooi of een sinterklaasfeest. De sectoren Binnen de opleiding kies je in het tweede semester een sector waarvoor je opgeleid wilt worden. Je kunt op niveau 2 kiezen voor de sector zwemmen, wellness (fitness) of sportbuurtwerk. Daarnaast word je ook opgeleid voor de sector sportstimulering/sportieve recreatie. -8-
Welke kwaliteiten worden er van je gevraagd? Je hebt een voorbeeldfunctie, dus je laat steeds zien hoe het hoort. Je gedraagt je sportief en weet hoe je met mensen om moet gaan. Je vindt het leuk om met mensen te overleggen en samen te werken. Daar ben je ook goed in. Sport en bewegen is je lust en leven. Je bent actief en maakt gemakkelijk contact met mensen. 1.3.1 Werkveld Binnen de opleiding kies je in het tweede semester een sector waarvoor je opgeleid wilt worden. Je kunt op niveau 2 kiezen voor de sector zwemmen, wellness (fitness) of sportbuurtwerk. Daarnaast word je ook opgeleid voor de sector sportstimulering/sportieve recreatie. Wanneer je kiest voor de sector zwemmen is de kans groot dat je in een zwembad gaat begeleiden tijdens het zwemmen en toezicht houdt. In de fitness verricht je ondersteunende werkzaamheden en met sportbuurtwerk is de kans groot dat je op een plein in de buurt assisteert bij sportactiviteiten. Kijk voor de ontwikkelingen op het gebied van werkgelegenheid in de sport ook op de website van het landelijk kenniscentrum, Calibris. http://www.calibris.nl/getattachment/0c284b52-0a8a-438d-b339-18b374c7930a/132336- Calibris-BR-Monitor-Arbeidsmarkt-en-Onderwijs-Sport-def-web.pdf.aspx?ext=.pdf 1.3.2 Verder studeren Met diploma MBO-niveau 2 kun je doorstromen naar een niveau 3 opleiding. Het kan zijn dat je recht hebt op enkele vrijstellingen. Verderop in de gids worden twee doorstroomtrajecten toegelicht. Daarnaast zijn er in de sportwereld mogelijkheden om een vervolgopleiding te volgen. Dit zijn voornamelijk opleidingen van sportbonden. -9-
2. De opleiding 2.1 Beroepsgericht onderwijs Sinds een paar jaar zijn alle beroepsopleidingen in Nederland bezig het onderwijs meer competentiegericht te maken. Dit gebeurt op verzoek van de werkgevers en de overheid. Men vond dat in het beroepsonderwijs te weinig aandacht werd besteed aan houding en gedrag. Dat wordt ook wel imago genoemd. Wat je leerde was vooral kennis en vaardigheden die je nodig hebt voor een bepaald beroep. Dus eerst leren hoe je iets moet doen (kennis). Bijvoorbeeld hoe je een groep sporters instructie moet geven en waar je dan allemaal op moet letten. Daarna leren dit toe te passen in de praktijk (vaardigheden). Aan het eind van de opleiding kreeg je meestal een theorie-examen voor je kennis en een praktijkexamen voor je vaardigheden. Eigenlijk hetzelfde als bijvoorbeeld het rijexamen, zoals dat in Nederland al jaren wordt afgenomen. Bij beroepsgericht leren is er naast kennis en vaardigheden ook aandacht voor de juiste beroepshouding, het juiste imago. Bij elkaar wordt dat competenties genoemd. Nadruk leggen op competenties betekent: niet alleen kennis opdoen en vaardigheden leren, maar ook een juiste beroepshouding ontwikkelen. Dit wordt in onze opleidingen Sport en Bewegen imago genoemd. Voorbeeld: om goed instructie te kunnen geven aan een groep sporters is het niet genoeg dat je voldoende kennis hebt en dat je het volgens de regels kunt uitvoeren(vaardigheden). Je moet ook de juiste (beroeps)houding tonen. Bijvoorbeeld enthousiasme uitstralen, respect tonen, goed luisteren naar de groep; om jouw competenties te ontwikkelen oefen je regelmatig handelingen in veel verschillende beroepssituaties. Dat kan in praktijklessen op school, in projecten buiten school of in je leerbedrijf tijdens je stages BPV;. om de juiste houding en het correcte gedrag te kunnen ontwikkelen is het nodig dat je goed naar je eigen gedrag leert te kijken. Dat noemen we reflecteren. Daarom moet je vanaf het begin van de opleiding een Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP) bijhouden; competentiegericht leren is meer dan alleen kijken naar je eigen gedrag. Je spreekt vervolgens ook met je mentor af waaraan je in een bepaalde periode gaat werken en wat je wilt verbeteren. Je neemt dus ook zelf initiatief en verantwoordelijkheid voor een deel van je opleiding. Natuurlijk word je daarbij gecoacht door een docent. -10-
De tweede reden voor nadruk op competenties is dat veel beroepen tegenwoordig zelfs binnen één generatie sterk veranderen. Vakkennis en beroepsvaardigheden kunnen heel snel verouderen. Bovendien verdwijnen er soms beroepen en ontstaan er voortdurend nieuwe. Veel competenties, zoals samenwerken of met kritiek kunnen omgaan, zijn eigenlijk bij elk beroep wel belangrijk. Hoe sterker je die competenties ontwikkelt, hoe makkelijker het voor je wordt om je bij te scholen voor je beroep. Of om je om te scholen naar een ander beroep. -11-
2.2. De inhoud van de opleiding: kerntaken, werkprocessen en competenties Wat zijn kerntaken? Alle werkzaamheden van de sport- en bewegingsbegeleider worden in twee kerntaken samengevat. Kerntaak 1: assisteren bij sport- en bewegingsactiviteiten. Kerntaak 2: werkzaamheden uitvoeren voor de SB-organisatie. Wat zijn werkprocessen? Elke kerntaak is onder te verdelen in een aantal taken. Bij elke taak hoort een werkproces. Kerntaak 1 Assisteert bij sport- en bewegingsactiviteiten 2 Voert werkzaamheden uit ten behoeve van de SB-organisatie Werkproces 1. Werft en informeert SB-deelnemer(s) 2. Bereidt SB-activiteiten voor 3. Begeleidt SB-deelnemers 4. Voert (delen van) een SB-activiteit uit 5. Houdt toezicht bij SB-activiteiten 1. Bereidt organisatie gebonden activiteiten voor en voert ze uit. 2. Past EHBSO en reanimatie toe 3. Verricht onderhoudstaken 4. Voert eenvoudige front- en backoffice werkzaamheden uit. 5. Neemt deel aan intern overleg 6. Evalueert SB-activiteiten Een voorbeeld van een werkproces bij de taak begeleiden van SB- deelnemers is: instructie geven aan een groep sporters, uitleggen, voordoen en helpen, iedereen erbij betrekken en zorgen voor veiligheid. Zo zijn er voor elke taak werkprocessen beschreven. Wat zijn competenties? Om de kerntaken met de daarbij behorende werkprocessen goed uit te kunnen uitvoeren heb je een combinatie van kennis en vaardigheden nodig en een juiste houding. Dit noemen we competenties, zoals eerder in deze gids uitgelegd is. In bijlage 1 staat een overzicht van alle (kern)taken, werkprocessen en competenties. Zo kun je precies zien wat je gaat leren en wat je moet kunnen aan het einde van de opleiding. -12-
2.2.1 Verschillende leertrajecten binnen de opleiding Aan het einde van het eerste leerjaar wordt er een passende leerroute voor je vastgesteld aan de hand van bepaalde criteria. Er zijn twee verschillende trajecten mogelijk. Een traject met de normale studieduur en een versneld traject, waarin je een jaar tijdwinst kunt boeken. Opleidingstraject A duur: twee jaar eindkwalificatie: niveau 2 sport- en bewegingsbegeleider doorstroom niveau 3 eerste leerjaar. Traject A leidt tot het diploma voor sport- en bewegingsbegeleider, met de door jou gekozen specialisatie (sector). Opleidingstraject B (versnelde doorstroom) duur: twee jaar eindkwalificatie: niveau 2 sport- en bewegingsbegeleider doorstroom niveau 3 tweede leerjaar. Als je voldoet aan vooraf opgestelde criteria, kun je aan het einde van het eerste leerjaar ook voor traject B kiezen. Naast het opleidingsprogramma van niveau 2 volg je dan in het tweede leerjaar onderdelen van niveau 3. Om toegelaten te worden tot het tweede leerjaar niveau 3 moet je niet alleen alle niveau 2 onderdelen voldoende hebben afgesloten, maar ook deze extra onderdelen op niveau 3. Traject B leidt dus ook tot het diploma voor sport- en bewegingsbegeleider, maar je wint in dit traject een jaar bij je vervolgstudie op niveau 3. 2.3 Nederlands Nederlands maakt deel uit van het examen. In het landelijk examen Nederlandse taal worden alleen de onderdelen lezen en luisteren afgenomen (cijfers gedeeld door twee, één decimaal achter de komma), de overige onderdelen worden getoetst in de instellingsexamens (schoolexamen). Deze onderdelen zijn schrijven, spreken (presenteren) en gesprekken voeren (cijfers gedeeld door drie, één decimaal achter de komma). Deze schoolexamens worden gedurende het schooljaar binnen de lessen en/of eindgesprekken met je afgenomen. Van de betrokken docent ontvang je de datum van afname. Het cijfer van het landelijk cijfer en van het schoolexamen worden opgeteld en gedeeld door twee voor het (afgerond) eindcijfer. Je moet examen doen in het referentieniveau Nederlands 2f. Vanaf 2015 is dit een centraal examen. Wanneer een opleiding uitloopt ben je verplicht centraal examen te doen en kan je daarop zakken. Je docent Nederlands informeert je over de inhoud en tijdstip examens. -13-
2.4 Rekenen Voor rekenen is het landelijk examen (Cito, 2f) de volledige toets. Je docent rekenen informeert je over de inhoud en het tijdstip van de examens. Je kunt dit ook op het Portaal terugvinden. Tijdens het afleggen van de centrale examens moet je een identiteitsbewijs meebrengen en op de rechterbovenhoek van de tafel leggen. 2.5 Loopbaan en burgerschap Het examen Loopbaan en burgerschap valt in twee delen uiteen. Je ontvangt een zogenaamde POP-map (persoonlijk ontwikkelings plan) met hierin opdrachten en criteria. Je studieloopbaan wordt zo in beeld gebracht waarbij je een eigen ontwikkelingsplan samenstelt. Hierbij ontvang je begeleiding van je mentor. Resultaten worden verzameld in je examenmap. De onderdelen die bij je loopbaanoriëntatie en -begeleiding aan bod komen zijn: oriëntatie op je loopbaan (werk), de wensen en waarden van belang voor je loopbaan, onderzoek naar werk en mobiliteit in de loopbaan, loopbaangerichte planning en beïnvloeding van je leer- en werkproces, netwerken: contacten opbouwen en onderhouden op de arbeidsmarkt, gericht op je loopbaanontwikkeling. Doel van de lessen burgerschap is om je meer kennis over de Nederlandse samenleving bij te brengen en je meer bewust te maken van de keuzes die je in het leven kunt maken. Het is belangrijk dat jij straks zelfstandig je toekomst kan invullen en dat je weet hoe je daaraan kunt werken. ( http://www.kwalificatiesmbo.nl/leren-loopbaan-en-burgerschap.html ). Tijdens de lessen ontvang je allerlei praktische opdrachten waarmee je oefent om je allerlei vaardigheden eigen te maken. De resultaten van examenonderdelen worden verzameld in je examenmap. -14-
2.6 Beroepspraktijkvorming 2.6.1 Voorbereiding op de BPV Het ontwikkelen van kennis, vaardigheden en beroepshouding staat tijdens de opleiding centraal. Dit gebeurt niet alleen op school, maar ook in de praktijk. Op het leerbedrijf en door deel te nemen aan projecten. Dit leren in de praktijk van een bepaald beroep wordt beroepspraktijkvorming (BPV) genoemd. De BPV moet wettelijk minimaal 20% van de totale opleiding uitmaken. De rechten en plichten van de school, het leerbedrijf en jezelf worden vastgelegd in de BPV-overeenkomst. Er staan regels en afspraken in over begeleiding en beoordeling. Je begint altijd met een stage (BPV) bij je eigen vereniging. Zo kun je jezelf in een bekende omgeving voorbereiden, wennen aan een stage (BPV) in het werkveld. Hiervoor is een speciale reader ontwikkeld met opdrachten. De opleiding sport- en bewegingsbegeleider duurt twee jaar telt en 3200 studiebelastingsuren. De BPV telt minimaal 640 uur. Dit is 20% van het totaal. In onderstaand overzicht kun je zien hoe de uren verdeeld zijn over de twee jaar. 1 e leerjaar 120 uur verenigingsstage 30 uur sector 30 uur sportstimulering/ sport. recreatie 2 e leerjaar 160 uur sector 80 uur sportstimulering/ sportieve recreatie 160 uur sector 80 uur sportstimulering/ sportieve recreatie 2.6.2 Begeleiding tijdens de BPV De beroepspraktijkvorming wordt begeleid door je BPV-docent van het betreffende vak (onder andere je sector). Deze docent is mede verantwoordelijk dat je geplaatst wordt bij een leerbedrijf en ziet toe op de begeleiding op deze leerplek. Hij/zij evalueert het verloop van de beroepspraktijkvorming met jou en de begeleider van het leerbedrijf. Ook als er problemen zijn bij de BPV, kun je terecht bij deze BPV-docent. 2.6.3 Beoordeling van de BPV De beoordeling van de BPV is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van je begeleider bij het leerbedrijf en de (BPV) docent vanuit school. Uiteraard ben jij zelf ook verantwoordelijk voor een goed verloop van je BPV. Je krijgt per BPV altijd informatie en opdrachten mee. Ook zijn er beoordelingsformulieren ontwikkeld en vinden er van tijd tot tijd gesprekken met jou en de beoordelaars plaats. Een BPV moet altijd met een voldoende worden afgesloten. -15-
2.6.4 Het vinden van een erkende BPV-plaats De BPV voor je sector loop je in een zwembad, een fitnesscentrum, bij een sportbuurtwerkorganisatie. De school kan een leerbedrijf aanwijzen. Soms kun je ook zelf een leerbedrijf kiezen. BPV is alleen mogelijk bij een door Calibris (landelijk kenniscentrum) erkend leerbedrijf. De BPV voor sportstimulering/ sportieve recreatie vindt voornamelijk plaats in projecten. Vanuit school worden regelmatig mogelijkheden aangeboden om je BPV-uren in bepaalde projecten te gaan uitvoeren. De BPV is in het begin vooral bedoeld als oriëntatie en om te oefenen, zodat je een goed beeld van het beroep krijgt. In je BPV-werkmap staan de opdrachten die je tijdens de BPV uitvoert, zodat je gericht oefent. In het laatste leerjaar moet je onder andere in de BPV, gedurende een bepaalde periode, laten zien dat je het vak beheerst. De beoordelingen die je in die fase krijgt tellen mee voor de examinering. In de BPV-gids die je op school krijgt uitgereikt lees je hoe het één en ander in zijn werk gaat en ook hoe beoordelingen tot stand komen (zie ook portaal). Daarin kun je ook lezen hoe de begeleiding in zijn werk gaat. Je krijgt begeleiding van de BPV-docent vanuit de opleiding en begeleiding op het leerbedrijf door de praktijkopleider. Zij onderhouden ook contact over jouw vorderingen gedurende de BPV. Voor een BPV wordt een BPV-overeenkomst opgemaakt en deze wordt door de betrokken partijen ondertekend. 2.7 Lessentabel en rooster Lessentabel Op de volgende bladzijde zie je een overzicht van alle onderdelen waaruit de opleiding bestaat en het aantal uren per leereenheid (vak). Sbu betekent studiebelastingsuren. Dat is het totaal aantal uren dat voor de onderdelen staat. Die uren bestaan uit begeleide en onbegeleide uren. Begeleide uren zijn uren waarin een docent of een praktijkbegeleider aanwezig of beschikbaar is. Onbegeleide uren zijn uren waarin je zelfstandig, zonder begeleiding of toezicht, bezig bent. Bijvoorbeeld bij huiswerk, opdrachten, projecten, reizen onder schooltijd e.d. Elke beroepsopleiding moet wettelijk jaarlijks tenminste 925 begeleide uren tellen. In bijlage 2 kun je zien hoeveel dat er in jouw opleiding zijn. -16-
Lessentabel Leerjaar 1 Leerjaar 2 Motorische vaardigheden Ir Sbu Motorische vaardigheden Ir Sbu * Buitensport (+ 3 220 buitensportweek) Zwemmen 2 90 Sportspelen 2 90 Sportspelen 1 45 Zelfverdediging 2 90 Zelfverdediging 2 90 TKV praktijk 2 90 Theorie medisch Theorie medisch TKV theorie 2 90 EHBSO 2 90 Algemene en sociale vaardigheden Algemene en sociale vaardigheden Sociale vaardigheden 2 90 Sociale vaardigheden 1 45 LB 2 90 LB 1 45 Nederlands 1 50 Nederlands 1 45 Rekenen 1 50 Rekenen 1 45 Didactiek algemeen Didactiek algemeen Didactiek praktijk 3 165 Didactiek praktijk 2 90 Didactiek theorie 1 45 Stage en BPV Stage en BPV Verenigingsstage 150 BPV didactiek specifiek 30 BPV didactiek specifiek 360 BPV recreatie 30 BPV recreatie 120 Didactiek specifiek (sector) Theorie 1 45 Praktijk 3 165 Didactiek specifiek (recreatie) Theorie 1 45 Praktijk 3 185 Opleidingsverwerking Opleidingsverwerking Studiebegeleiding 2 120 Studiebegeleiding 3 90 Kampactiviteiten Kampactiviteiten Introductiekamp 60 Kanokamp 40 Ardennenkamp 50 Recreatiekamp 55 Niveau 3 onderdelen TKV 4 120 Totalen Totalen 25 1600 Traject A 22 1600 Traject B 26 1720 Ir = In rooster Sbu = Studiebelastingsuren * = extra uren voor b-trajec Rooster Aan het begin van een nieuw schooljaar krijg je van je mentor het rooster. Je kunt de informatie ook terugvinden op het Portaal. Daar kun je bijvoorbeeld zien op welke tijdstippen je in de week les op school hebt. Ook voor roosterwijzigingen kun je op het Portaal terecht. Zo nodig worden deze gepubliceerd op het studieplein en/of via de mentor medegedeeld. Indien een les plotseling niet kan doorgaan, word je opgevangen op het studieplein. Zo mogelijk neemt een andere docent de les waar, krijg je een opdracht waarbij je wordt begeleid of ga je zelfstandig aan het werk. -17-
2.8 Kosten leermiddelen eerste leerjaar Naast het lesgeld dat betaald moet worden aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO, alleen voor studenten die op 1 augustus bij aanvang van het studiejaar 18 jaar of ouder zijn) ontvang jij of je ouder(s)/verzorger(s) per leerjaar een overzicht van de kosten en vrijwillige bijdrage voor de opleiding. De kosten zijn afhankelijk van de gemaakte keuze voor de sector. De school sluit voor de vrijwillige ouderbijdrage een (aparte) overeenkomst met jou of je ouders af. Na ondertekening zijn jij of je ouders verplicht te betalen. De opleiding mag een vrijwillige financiële bijdrage vragen voor extra voorzieningen en activiteiten, zoals een schoolkamp en aanvullend lesmateriaal. Dit zijn activiteiten die niet tot het gewone lesprogramma behoren en die dus niet door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap worden betaald. De opleiding mag voor dit soort uitgaven een ouderbijdrage vragen, maar mag je niet weigeren, van school sturen of geen diploma uitreiken als je ouders de bijdrage niet of slechts gedeeltelijk willen betalen. Wel kan je worden uitgesloten van de aanvullende activiteiten (kampen e.d.). De opleiding plant deze activiteiten, omdat je hierdoor beter wordt voorbereid op de BPV en je beroep. Als student voor het eerste leerjaar betalen jij of je ouder(s)/verzorger(s) een vrijwillige bijdrage voor het introductiekamp, de buiten(kamp)activiteiten. De betaling verloopt via Studystore (zie ook verstrekte kostenoverzicht). Ook in het tweede leerjaar wordt er een bijdrage aan overige leermiddelen voor de gekozen sector, animatie en het wintersportkamp in rekening gebracht. Ook deze betaling loopt via Studystore. Een volledig overzicht van de kosten per leerjaar wordt tijdens de intake of rapportuitreiking, voor aanvang van het komend schooljaar verstrekt (zie ook de bijlage achter in deze gids). 2.9 Verklaring omtrent gedag Een verklaring omtrent het gedrag (VOG) is ook bekend als bewijs van goed gedrag. Met een VOG toon je aan dat je geen strafbare feiten hebt gepleegd. Voor sommige functies, zoals onderwijzer, gastouder en taxichauffeur, is de VOG verplicht. Bij kinderopvangorganisaties en sportverenigingen kan ook om zo n verklaring worden gevraagd. Je werkt immers met een kwetsbare doelgroep. Men moet er op kunnen vertrouwen dat jij de juiste bedoelingen hebt. In het geval je tijdens de opleiding in aanraking komt met justitie en dit leidt tot een veroordeling heeft dit mogelijk tot gevolg dat je de opleiding moet beëindigen. -18-
3. Begeleiding studenten 3.1 Studieloopbaanbegeleiding De school heeft verschillende mogelijkheden om je te begeleiden bij studieproblemen en persoonlijke problemen die met de studie samenhangen: Mentor Iedere klas heeft een eigen mentor. Voor zaken als studievoortgang, persoonlijke problemen die samenhangen met de opleiding of invloed hebben op de opleiding is deze mentor het aanspreekpunt. Niet alleen voor jezelf, ook voor de klas en je ouder(s)/ verzorger(s). De mentor is de persoon voor ondersteuning en begeleiding. Daarnaast kan de mentor je advies geven bij de keuze van je sector en vervolgstudie. De mentor is in de meeste gevallen ook de persoon die de lessen studievaardigheid verzorgt. Tijdens de lessen studiebegeleiding leer je: je bewust worden van je eigen manier van studeren; om je vaardigheden op het gebied van studeren te vergroten (plannen); over het leerklimaat in de groep; te werken aan je persoonlijk ontwikkelingsplan POP); uitgevoerde opdrachten in de beroepspraktijkvorming (BPV) te verwerken. Tijdens de introductiedagen maak je uitgebreid kennis met je mentor en je groep. Je mentor bespreekt samen met jou en de groep de belangrijkste zaken uit deze gids. Jaarcoördinator en onderwijsleider Als bepaalde dingen niet met de mentor of BPV-docent besproken kunnen worden of wanneer gesprekken met deze personen niet tot een goede oplossing komen, dan kun je contact opnemen met de jaarcoördinator of de onderwijsleider. Begeleiding topsporters / talenten De opleiding Sport en Bewegen heeft een aparte klas voor topsporters en talentvolle sporters. Om in aanmerking te komen voor deze klas, moet je aan bepaalde criteria voldoen. De aanvraag wordt beoordeeld door de topsportcoördinator. De mentor van de topsportklas verzorgt naast de reguliere taken de volgende zaken: contacten met de trainers en studiebegeleiders van de betreffende verenigingen; behandeling van specifieke verzoeken voor trainingen, trainingsstages en wedstrijden; eventuele roosteraanpassingen. -19-
3.2 Digitale ondersteuning, informatie studievoortgang Je maakt tijdens je opleiding gebruik van het intranet, ook wel Portaal genoemd. Via deze digitale weg heb je toegang tot allerlei informatie over de opleiding. Elke student heeft een unieke code om in te loggen. Ook krijgt elke student een Albeda e-mailadres. Zo ben je altijd bereikbaar tijdens je opleiding. Je gaat zelf na of je mailaccount werkt en je vult je persoonlijke gegevens aan op het Portaal. Als jouw account niet werkt neem je contact op met de helpdesk, T 010 258 43 75. Op het Portaal staan allerlei opleidingsdocumenten. Algemene documenten, zoals het studentenbulletin, maar ook meer specifieke documenten, zoals het studentenstatuut en BPV-gidsen. Daarnaast word je geïnformeerd over allerlei belangrijke zaken voor jouw leerjaar of groep, zoals roosterwijzigingen en studievoortgang. Mentoren en andere docenten plaatsen hier van tijd tot tijd berichten voor hun groep. Het is daarom heel belangrijk dat je regelmatig kijkt op het Portaal van de opleiding Sport en Bewegen. Voortgangsregeling Aan het einde van het eerste jaar wordt beslist of je naar het volgend leerjaar kan. Je wordt bevorderd als: je alle voortgangstoetsen hebt gedaan; je gemiddelde cijfer van de voortgangstoetsen tenminste 5.5 is; je beoordeling voor imago en lesdeelname voldoende is. In alle andere gevallen kan de voortgangsvergadering komen tot de volgende besluiten: je wordt toegelaten tot het volgende leerjaar met een studieschuld (alleen beperkte studieschuld is toegestaan); je moet het leerjaar over doen; je moet met de opleiding stoppen (negatief bindend studieadvies). Normen voor beëindiging opleiding (negatief bindend studieadvies) Bij de opleiding wordt gewerkt met een bindend studieadvies. Onder andere als de studieresultaten bij herhaling en langdurig onvoldoende zijn. De mentor bespreekt na het uitreiken van het studieadvies de vervolgstappen met je en legt deze schriftelijk vast. Leidt dit niet tot verbetering na een aantal maanden dan kan de onderwijsleider onder de navolgende omstandigheden een bindend negatief studieadvies uitbrengen: A. beroep belemmerende omstandigheden (lichamelijke en/of psychische klachten); B. onvoldoende studieresultaten; C. beroepshouding student is onvoldoende; D. de docentenvergadering vindt dat je fysiek en/of psychisch niet geschikt bent voor bepaalde praktijkonderdelen in de opleiding. Na een eventuele herkeuring door een onpartijdige arts volgt het bindend studieadvies. De kosten van een eventuele herkeuring zijn voor eigen rekening. Zie voor verdere uitleg het studentenstatuut artikel 14. -20-
Als je voor een tweede maal blijft zitten, krijg je automatisch een negatief bindend studieadvies, omdat je maximaal drie jaar over een opleiding niveau 2 mag doen. Tegen een besluit definitieve verwijdering kan je binnen 15 schooldagen na dagtekening van de melding of brief een verzoek om herziening indienen bij het College van Bestuur van het Albeda College, Postbus 9451, 3007 AL Rotterdam of bij de Interne Geschillencommissie Studenten t.a.v. mevrouw J. Geurtsen. -21-
Totaaloverzicht Albeda College Sport en Bewegen niveau 2; voortgang Semester 1 Semester 2 Semester 3 Semester 4 Algemene vaardigheden Motorische vaardigheden: - Sportspelen 1 - Buitensport 1 - Zwemmen 1 - Zelfverdediging 1 Trainingskundige vaardigheden - Theorie 1 - Praktijk 1 Motorische vaardigheden: - Sportspelen 2 - Buitensport 2 - Zwemmen 2 - Zelfverdediging 2 Trainingskundige vaardigheden - Theorie 2 - Praktijk 2 Didactisch Practicum - Theorie - Praktijk Prestatieloop 1 Motorische vaardigheden: - Sportspelen 3 - Zelfverdediging 3 - Sector vaardigheden Motorische vaardigheden: - Sportspelen 4 - Zelfverdediging 4 - Sector vaardigheden Prestatieloop 2 Nederlands Rekenen Nederlands 1 Rekenen 1 Nederlands 2 Rekenen 2 Nederlands 3 Rekenen 3 Nederlands 4 Rekenen 4 Maatschappelijke vaardigheden Sociale vaardigheden 1 Sociale vaardigheden 2 Persoonlijk ontwikkelingsplan 1 Sociale vaardigheden 3 Persoonlijk ontwikkelingsplan 2 Kampen Introductiekamp Introkamp verslag Ardennenkamp BPV/Stage Verenigingsstage BPV- oriëntatie Kanokamp BPV deel 1 Sociale vaardigheden 4 Kamp Sportstimulering BPV deel 2 Tijdens alle semesters wordt ook naar imago/beroepshouding gekeken -22-
Examens/PVB s Sport en Bewegen niveau 2 PVB Kerntaak 1: Assisteren bij SB-activiteiten PVB Kerntaak 2: Uitvoeren van werkzaamheden in de SB-organisatie Sem. 1 Sem. 2 Sem. 3 Onderwerp Werkproces Competenties Onderwerp Werkproces Competenties Wat zijn mijn SBdeelnemers Toezicht houden en evalueren Wp 1.1: Werft/informeert SB-deelnemers Wp 1.5 en 2.6: Houdt toezicht bij SB-activiteiten Evalueert SB-activiteiten D, J, R E, I, K, T D, J Materiaalonderhoud Wp 2.3: Verricht onderhoudstaken (deel 1) Materiaalonderhoud Wp 2.3: Verricht onderhoudstaken (deel 2) EHBSO en AED Werkproces 2.2: Past EHBSO en reanimatie toe (deel 1) K, L, T K, L, T K,T Sem. 4 Voorbereiden, lesgeven en evalueren Werkproces 1.2, 1.3, 1.4 en 2.6: Bereidt SB-activiteiten voor Begeleidt SB-deelnemers Voert een SB-activiteit uit Evalueert SB-activiteiten E, L, Q, T D, F, R, T E, I, K, Q, T D, J Sportieve recreatie/ sportstimulering en evalueren Werkproces 2.1 en 2.6: Bereidt organisatie gebonden taken voor en voert ze uit Evalueert SB-activiteiten EHBSO en AED Werkproces 2.2: Past EHBSO en reanimatie toe (deel 2) E, Q, R D,J K,T Frontoffice werkzaamheden Werkproces 2.4: Voert frontoffice werkzaamheden uit K,R,T Overleggen Werkproces 2.5: Neemt deel aan een intern overleg D,I,T -23-
3.3 Extra hulp en zorg binnen de school Trajectbureau Het Albeda College heeft een trajectbureau waar je op een aantal gebieden ondersteuning bij je leerproces kunt krijgen. Denk aan: twijfel of jouw opleiding wel geschikt voor je is; dyslexie; faalangst. De mentor schakelt in bovengenoemde gevallen het trajectbureau in. Dyslexie Het Albeda College heeft verschillende voorzieningen voor je als je dyslexie hebt. Dit moet wel formeel en tijdig kenbaar worden gemaakt. Je bent te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de (tijdige) melding. Normaal gesproken geef je dit al aan op de testdag. Tijdens de intake in juni moet je dan je dyslexieverklaring overleggen. Later wordt een aanvullend formulier (te downloaden via Portaal, Trajectbureau, Dyslexie) ingevuld door de mentor en de student, waarin een exacte omschrijving van de dyslectische problematiek wordt gegeven en welke belemmeringen deze met zich meebrengt. Indien je (eerdere)dyslexieverklaring voldoet aan de wettelijke eisen van dit moment (dit ter beoordeling van de orthopedagoog bij het Trajectbureau) kom je in aanmerking voor een dyslexiepasje van het Albeda College. Je hebt alleen recht op extra voorzieningen indien je een Albeda dyslexiepasje kan overleggen. Volgens het Handboek Examinering van het Albeda College is de standaardvoorziening voor studenten met dyslexie, tijdverlenging bij tentamens en toetsen. Als norm geldt 25% extra tijd 1. Daarnaast mag je gebruik maken van een verklarend woordenboek der Nederlandse taal en dient een andere aanpassing te worden toegestaan als deze in je officiële dyslexieverklaring wordt vermeld en deze bij je actuele behoefte aansluit. Schoolmaatschappelijk werk (zat-team) Het Albeda College heeft enkele schoolmaatschappelijk werkers in dienst waar je bij problemen op sociaal en huiselijk gebied ondersteuning kunt krijgen. De mentor schakelt (op verzoek) deze medewerkers in. 1 Zie Handboek Examinering 2011-2012, B4.2. pagina 105 (Bepalingen OER/Studiehandleiding over afwijkende wijze van examineren). -24-
Vertrouwenspersoon Een vertrouwenspersoon is iemand van wie het zijn/haar beroep is om je te helpen als je te maken hebt met ongewenst gedrag binnen de school. Bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 8.00 uur tot 20.00 uur via het volgende telefoonnummer: 010-4482760, of via vertrouwenspersoon@albeda.nl. Een vertrouwenspersoon kan voor een afspraak naar jou toekomen, een afspraak kan ook plaatsvinden op het kantoor van de vertrouwenspersonen, maar je kunt ook een afspraak maken op een andere locatie als je dat prettiger vindt. Studenten coachen studenten Een aantal studenten uit het eerste leerjaar van de opleiding komt in aanmerking voor begeleiding door studenten van niveau 4. Zij volgen het keuzevak coachen en worden opgeleid om andere studenten te begeleiden tijdens hun studie. In het geval je studievaardigheden onvoldoende zijn of je moeite hebt met plannen en organiseren kun je worden voorgedragen. De mentor schakelt (na overleg) een coach in. Sportmedische begeleiding De opleiding Sport en Bewegen onderhoudt een nauwe relatie met het Sport Medisch Adviesbureau Rotterdam (SMA). Je kunt hier terecht voor adviezen, keuringen en ook bij blessures. Wel moet je eerst een afspraak maken. Sport Medisch Advies Rotterdam Maasstad ziekenhuis Maasstadweg 21, 3079 DZ Rotterdam 010 291 1911 Spanjersberg sportfysiotherapie De opleiding Sport en Bewegen heeft afspraken gemaakt met de praktijk fysiotherapie in het Topsportcentrum. Je kunt daar langs in het geval van een blessure en je hebt in de regel sneller een eerste afspraak dan bij andere praktijken. T 010 497 12 80. Studentenbetrokkenheid Het Albeda College vindt het belangrijk om je actief te betrekken bij het verbeteren van het onderwijs. Naast een centrale Albeda studentenraad, waar één student van de branche Lifestyle, Sport & Entertainment aan deelneemt, is er daarom bij alle opleidingen een studentenplatform. Binnen dit platform kan je meedenken en meepraten over jouw opleiding. Je kan je aanmelden voor het platform via je mentor of Pascal Maas). Ouderbetrokkenheid In de eerste twee leerjaren van de opleiding worden er ouderavonden georganiseerd. Daarbij worden je ouders geïnformeerd over de structuur van de opleiding en maken zij kennis met de mentor. Rondom de rapportages worden er zogenaamde 10- minuutgesprekken georganiseerd waarbij je mentor, jijzelf en je ouder(s)/verzorger(s) aanwezig zijn. -25-
In de latere leerjaren ligt, zo nodig, het initiatief tot het leggen van contact met vertegenwoordigers van de opleiding bij je ouder(s)/verzorger(s). Uiteraard ben je in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor het onderhouden van de contacten met je opleiders. Ook via het portaal kunnen je ouders zich informeren over allerlei zaken met betrekking tot de opleiding en je studievoortgang. We vinden het belangrijk dat je ouder(s)/verzorger(s) betrokken zijn bij je opleiding. Graag willen we ook dat ouders met ons van gedachten wisselen over verschillende thema s die spelen binnen onze opleidingen Lifestyle, Sport & Entertainment. Daarom hebben we ook een branchebreed ouderplatform. Aan dit platform nemen een aantal ouders deel uit de verschillende opleidingsrichtingen. Zij komen een paar keer per jaar bij elkaar onder leiding van de (adjunct-)directeur van de branche. Voor meer informatie over het ouderplatform of om aan te melden kunnen ouders contact opnemen met Suzanne van Sebille, beleidsmedewerker, via s.vansebille@albeda.nl of 06 481 32 729. 3.4 Aanwezigheid en regeling verzuim Voor iedere opleiding geldt dat het niet goed is als je niet naar de lessen komt. Verzuim dus. Bij een opleiding als deze is het heel belangrijk alle lessen bij te wonen. Als je lessen niet bijwoont of niet actief deelneemt aan de les, mis je leerervaring. Dat is slecht voor je leerproces, maar ook voor jouw groep en je docent. Daarom is het verplicht om alle lessen te volgen. Als je door ziekte, artsenbezoek of buitengewoon verlof de lessen niet kan volgen, moet je dit melden bij de schooladministratie. Je hebt voor ieder vak een aanwezigheidsplicht. Het is de bedoeling dat je alle lessen volgt en bij de bijeenkomsten bent die worden aangeboden. Je bent geoorloofd afwezig wanneer je: jezelf hebt afgemeld via onderwijsadministratie (ook weer beter melden!); een geldige reden hebt (ziekte, trouwerij, familie omstandigheden, e.d.); en hiervan een bewijsstuk kan overleggen. Als je niet aanwezig bent tijdens de lessen en je niet hebt afgemeld, ben je ongeoorloofd afwezig. Jouw deelname aan de lessen is voldoende als je minimaal 85 % van de lessen aanwezig bent geweest en er geen sprake is van ongeoorloofd verzuim. Let op, dit kan consequenties hebben voor het vervolg van de opleiding! Aanwezigheid wordt door de opleiding geregistreerd. Te veel ongeoorloofd verzuim kan tot gevolg hebben dat je wordt uitgeschreven van de opleiding. Je wordt dan verwezen naar het trajectbureau en dit kan leiden tot het stopzetten van studiefinanciering en het moeten inleveren van je OV-kaart. Bij meer dan 16 uur ongeoorloofd verzuim binnen een periode van vier weken volgt een melding aan het Bureau Leerplicht van de gemeente. Dat betekent dat je bezoek van een ambtenaar van leerplicht en wellicht ook een proces-verbaal krijgt. -26-
3.4.1 Richtlijnen verlof buiten de schoolvakanties Vakantieverlof (artikel 13a) Een verzoek om vakantieverlof, op grond van artikel 13a van de Leerplichtwet 1969, dient bij voorkeur minimaal twee maanden vooraf, aan de onderwijsleider van de opleiding te worden aangevraagd. Het hiervoor bestemde formulier is verkrijgbaar via de mentor. Vakantieverlof wordt alleen dan verleend, wanneer: - wegens de specifieke aard van het beroep van één van de ouders het slechts mogelijk is buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan (het moet dus gaan om de enige gezinsvakantie in het schooljaar); - een werkgeversverklaring dient te worden overgelegd waaruit blijkt dat geen verlof binnen de officiële schoolvakanties mogelijk is. De onderwijsleider van de opleiding beslist over het al dan niet toekennen van het vakantieverlof. Dit verlof: - mag hooguit één maal per schooljaar worden verleend; - mag niet langer duren dan 10 schooldagen; - mag niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het schooljaar; - mag geen verlenging zijn van een reguliere schoolvakantie. 3.4.2 Gewichtige omstandigheden 10 schooldagen of minder per schooljaar (art. 14, lid 1) Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden op grond van het gestelde in artikel 14, lid 1 van de Leerplichtwet 1969 voor 10 schooldagen per schooljaar of minder dient vooraf of binnen twee dagen na ontstaan van de verhindering aan de onderwijsleider van de opleiding te worden voorgelegd. Enige voorbeelden van gewichtige omstandigheden zijn: a. het voldoen aan een wettelijke verplichting, voor zover dit niet buiten de lesuren kan geschieden; b. verhuizing voor ten hoogste 1 dag; c. het bijwonen van het huwelijk van bloed- of aanverwanten t/m de 3 e graad voor 1 of ten hoogste 2 dagen, afhankelijk of dit huwelijk wordt gesloten in of buiten de woonplaats van de leerling; d. ernstige ziekte van ouders of bloed- of aanverwanten t/m 3 e graad, duur in overleg met de directeur; e. overlijden van bloed- of aanverwanten in de 1 e graad voor ten hoogste 4 dagen; van bloed- of aanverwanten in de 2 e graad voor ten hoogste 2 dagen; van bloed- en aanverwanten in de 3 e of 4 e graad voor ten hoogste 1 dag; f. bij 25-, 40- en 50-jarig ambtsjubileum en het 12½-, 25, 40, 50- en 60-jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders voor ten hoogste 1 dag; g. andere naar het oordeel van de onderwijsleider belangrijke redenen, maar geen vakantieverlof. -27-
3.4.3. Andere gewichtige omstandigheden meer dan 10 schooldagen per schooljaar. Een verzoek om extra verlof, in het kader van andere gewichtige omstandigheden, op grond van artikel 14, lid 3 c.q. artikel 11 onder g, van de Leerplichtwet 1969, voor meer dan 10 schooldagen per schooljaar dient bij de leerplichtambtenaar van de woongemeente te worden aangevraagd. Voor de interpretatie van het in artikel 14 genoemde begrip andere gewichtige omstandigheden kan aansluiting worden gezocht bij de gevallen waarin, bij de CAO s van werknemers, buitengewoon verlof met behoud van salaris wordt toegestaan. Te denken valt aan: familieomstandigheden of medische of sociale indicaties. Het moet hierbij gaan om uitzonderlijke en aan het individu gebonden omstandigheden, waarbij door de regeling is aangegeven dat het in beginsel moet gaan om omstandigheden die buiten de wil en invloed van de ouders of de student liggen. 3.5 Passend onderwijs De wet op het passend onderwijs gaat in op 1 augustus 2014. Dit houdt in dat ook jongeren met een stoornis, handicap of ernstige ziekte, succesvol moeten kunnen zijn op school. Indien het bovenstaande voor je van toepassing is dan krijg je een andere intake. Deze intake doen we om een zo goed mogelijke plaats voor je te zoeken. Je moet gaan voldoen aan de eisen van het kwalificatiedossier en aan de exameneisen, maar van het Albeda College wordt extra inspanning verwacht om dat ook daadwerkelijk te kunnen behalen. Je krijgt extra ondersteuning in bijvoorbeeld tijd en aandacht, indien nodig aangepast lesmateriaal en aanpassingen aan de omgeving. Binnen het team is er expertise om je te begeleiden en is er samenwerking met deskundigen. Indien er sprake is van passend onderwijs dan wordt er een bijlage opgesteld behorende bij de onderwijsovereenkomst. Deze wordt getekend door de student en indien de student jonger is dan 18 jaar door de wettelijke vertegenwoordiger, en de onderwijsleider. Mocht uit de intake blijken dat de opleiding niet geschikt is voor jou dan ontvang je een schriftelijke onderbouwing waarom dat zo is. De aanmelding loopt altijd via de onderwijsleider van de opleiding of via het instroompunt van het Trajectbureau. Bij het Trajectbureau kun je ook verdere informatie krijgen (T. 010 290 10 20). -28-