INTERN DOCUMENT TOEKOMST SO: WETENSCHAP EN TECHNIEK. 1 Beschrijving van het toekomstig studiedomein



Vergelijkbare documenten
Wat na campus Collegestraat?

Profilering derde graad

2 d INPROFIEL graad TSO

INPROFIEL. 2 de graad TSO

Van 2 naar 3 een belangrijke stap

studieaanbod studiegebieden aansluitend bij de interesses en talenten van de jongeren

VTI School voor wetenschap en techniek

VTI School voor wetenschap en techniek

Profilering derde graad

Profilering derde graad

Profilering derde graad

Profilering derde graad

Profilering derde graad

Van 2 naar 3 een belangrijke stap

ZEKER WERK STERK AFDELING MECHANICA TECHNISCH INDUSTRIËLE ONDERHOUDSTECHNIEKEN SECUNDAIR NA SECUNDAIR

Elektrotechnieken. Mechanische technieken. Technieken. Elektrische installatietechnieken Grafische media. Printmedia Multimedia

automatisering elektrotechniek biomedische technologie (elektromechanica) automatisatie biomedische technologie (elektromechanica) o elektrotechniek

Profilering derde graad

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN

Profilering derde graad

Technisch onderwijs West-Vlaanderen Werkt 3, 2009

Elektrotechnieken. Technisch. Elektrische installatietechnieken Mechanische technieken

DOCUMENT. Toekomst SO: studiedomein taal en cultuur. 1 Situering. 2 Beschrijving van het studiedomein

ZEKER WERK STERK AFDELING ELEKTRICITEIT ELEKTROTECHNIEKEN TECHNISCH TWEEDE EN DERDE GRAAD

Talen en wetenschappen

Sterktes en zwaktes uit de peilingen wiskunde - mogelijke verklaringen. Patricia De Grande AHOVOKS

automatisering elektrotechniek biomedische technologie (elektromechanica) automatisatie biomedische technologie (elektromechanica) o elektrotechniek

STEM monitor april 2015 RITA DUNON

W&T. Wetenschappen. & techniek. Industriële wetenschappen AT Techniek-wetenschappen AT

1 ste graad Industriële wetenschappen en Mechanica - elektriciteit

Profilering derde graad

Geef je opleiding een STEM

Infoavond Op stap naar de tweede graad

BROCHURE TWEEDE GRAAD CAMPUS DON BOSCO HAACHT

ZEKER WERK STERK AFDELING ELEKTRICITEIT ELEKTRICITEIT ELEKTRONICA TECHNISCH TWEEDE EN DERDE GRAAD

TSO. Chemie (istem) Derde graad

STEM monitor juni 2015 RITA DUNON

Sint-Jozefscollege: studierichtingen 3 de graad ASO

W&T. & techniek. Industriële wetenschappen Techniek-wetenschappen. Wetenschappen

Profilering derde graad

onthaalbrochure

DON BOSCO. INPROFIEL 2 de graad BSO TECHNISCH INSTITUUT

Werkzoekende schoolverlaters in Vlaanderen Kiezen voor TSO, it makes Se-n-Se Provincie Antwerpen

Modernisering secundair onderwijs

Op stap naar de tweede graad

Talen en wetenschappen

automatisering elektrotechniek biomedische technologie (elektromechanica) automatisatie biomedische technologie (elektromechanica) o elektrotechniek

Profilering derde graad

VERNIEUWD STUDIEAANBOD VAN HET 1 STE LEERJAAR A

ZEKER WERK STERK AFDELING MECHANICA ELEKTRO MECHANICA TECHNISCH TWEEDE EN DERDE GRAAD

Profilering derde graad

SCHAKELPROGRAMMA S UHASSELT

Een goede opleiding werkt baanbrekend

ZEKER WERK STERK AFDELING MECHANICA LASSEN-CONSTRUCTIE TECHNISCH SPECIALISATIE FOTOLASSEN DERDE GRAAD

automatisering elektrotechniek biomedische technologie (elektromechanica) automatisatie biomedische technologie (elektromechanica) o elektrotechniek

Worden wie je bent. Infobrochure tweede en derde graad. Katholiek Secundair Onderwijs Mol

Studieaanbod SGKSO Vlaamse Ardennen *

Tweede en derde graad ASO

DE STRUCTUUR VAN HET HOGER ONDERWIJS

ZEKER WERK STERK AFDELING MECHANICA MECHANISCHE (VORMGEVINGS-) TECHNIEKEN TECHNISCH TWEEDE EN DERDE GRAAD

Profilering derde graad

3.1 Overgang van het 4de leerjaar naar het 5de leerjaar

Scholengemeenschap Vlaamse Ardennen. Van ASO naar TSO : (g)een probleem?

automatisering elektrotechniek biomedische technologie (elektromechanica) automatisatie biomedische technologie (elektromechanica) o elektrotechniek

Hallo! Kijk eens aan, twee jaren zitten erop. Je laat nu de middenschool of de eerste graad achter je. Tijd om je klaar te maken

Starten in het secundair onderwijs

Naar de 2 de graad secundair onderwijs

Talen en. Wetenschappen. Industriële wetenschappen. Techniek-wetenschappen. Studieaanbod tweede graad 7

keuzebegeleiding door CLB Informatie voor ouders van leerlingen uit het 6 e leerjaar capaciteiten andere factoren:

STUDIEGEBIED CHEMIE (tso)

Wat na het Secundair onderwijs? Scheppersinstituut Wetteren 6 EE 6 EM 6 IW 6 BIO

DE MAXIMUMFACTUUR IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN

Schakelprogramma s UHasselt

school voor wetenschap en techniek INFO

Welkom in het Gemeentelijk Technisch Instituut Londerzeel, kortweg het GTIL.

Nij verheid en techniek

Profilering derde graad

Tweede graad tso. Techniek-wetenschappen

Hallo! Kijk eens aan, twee jaren zitten erop. Je laat nu de middenschool of de eerste graad achter je. Tijd om je klaar te maken

INFOAVOND BASISSCHOOLVERLATERS

Schakelprogramma s UHasselt

Studierichtingen per school

1. Per provincie wordt een arbeidsmarktanalyse uitgevoerd om een OKOT-VDAB-traject op te zetten.

Brochure 1 ste graad. School voor toegepaste wetenschappen en engineering

WELKOM. Op stap naar de 2e graad voorstelling directieteam en richtingen GTI keuzegroepen: specifieke informatie

Wetenschap: labo (campus De Toren) Technologie: workshops (campus. STEM-vakken

Schakelprogramma s UHasselt

Studiegebied. (tso) Tweede graad... Techniek-wetenschappen. Derde graad...

Schakelprogramma s UHasselt

Latijn-wiskunde Latijn-moderne talen wetenschappen economie-wiskunde economie-moderne talen humane wetenschappen

INTERN DOCUMENT TOEKOMST SO: WELZIJN EN MAATSCHAPPIJ. 1 Beschrijving van het studiedomein

BROCHURE DERDE GRAAD CAMPUS DON BOSCO HAACHT

Scholengemeenschap Vlaamse Ardennen. Van TSO naar TSO : (g)een probleem

Vraag nr. 219 van 14 januari 2013 van ANN BRUSSEEL

Aandachtspunten schooljaar

Op stap naar het SECUNDAIR ONDERWIJS

Schakelprogramma s UHasselt

Vraag nr. 38 van 16 oktober 2012 van GOEDELE VERMEIREN

EDUGO campus De Brug

Verder studeren in het hoger onderwijs

Transcriptie:

Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel INTERN DOCUMENT TOEKOMST SO: WETENSCHAP EN TECHNIEK Wetenschap en Techniek/Toekomst Secundair Onderwijs CODIS/DOCC/11/35 1 Beschrijving van het toekomstig studiedomein Het studiedomein Wetenschap en Techniek omvat alle studierichtingen waar het verwerven van kennis door een onderzoekende houding en het oplossen van behoefteproblemen door een actiegerichte technische houding centraal staan. Bij een onderzoekende houding hanteert men de wetenschappelijke methodiek (onderzoeksvraag, hypothese, experiment, bevestigen of bijstellen hypothese). Bij een actiegerichte technische houding zal men het technisch proces (probleemstelling, ontwerpen, maken/realiseren, in gebruik nemen, evalueren) al of niet volledig doorlopen. In alle studierichtingen binnen het domein Wetenschap en Techniek zullen beide methodieken (wetenschappelijke methodiek en technisch proces) aan bod komen. In de eerste graad zijn deze methodieken verkend in natuurwetenschappen en techniek. 1.1 Het continuüm Naargelang de plaats op het continuüm zal één van beide methodieken (wetenschappelijke methodiek en technisch proces) meer prominent aan bod komen. Zo komen we tot een brede opdeling van het continuüm in wetenschappelijk-technische, technisch-wetenschappelijke en technische studierichtingen. Als we het continuüm van links naar rechts doorlopen gaan we van onderzoekend/ontwerpend over ontwerpend/probleemoplossend (van technische problemen) naar probleemoplossend/uitvoerend tot specifiek uitvoerend.

2 1.2 Twee clusters: industrieel en mens, natuur & milieu Het domein wetenschap en techniek kan men opdelen in twee grote clusters nl. industrieel en mens, natuur & milieu. De cluster industrieel richt zich op de brede industriële contexten elektriciteit-mechanica, hout-bouw, ict De cluster mens, natuur en milieu richt zich op de brede natuurwetenschappelijke contexten milieu, materie (grondstoffen), energie, biotechnologie (o.a. biomedisch) 1.3 Wetenschappelijk-technische studierichtingen Deze studierichtingen hanteren vooral de onderzoekende wetenschappelijke methodiek. Leren onderzoeken is een centrale doelstelling naast het onderzoekend leren. Door het hanteren van een ruim wetenschappelijk begrippenkader en een breed spectrum aan technische contexten is de breedte van deze studierichtingen gegarandeerd. Door het mathematiseren van wetenschappelijke en technische modellen, het algoritmisch denken, het logisch en wiskundig analyseren van probleemstellingen, het creatief omspringen met wiskundige concepten en oplossingsmethoden komt de diepte van deze studierichtingen tot uiting. 1.3.1 In de tweede graad In de tweede graad stellen we één brede studierichting voor waar vooral aandacht wordt besteed aan volgende aspecten: hanteren van onderzoeksvragen, hypotheses, experimenteren (bedenken en maken van proefopstellingen), analyseren (bv. van constructies), eenvoudige technische diagnoses, automatisering (bv. van metingen), ict in wetenschappelijk-technische contexten (o.a. simulaties, animaties, sturingen, metingen). Hierbij wordt een ruim wetenschappelijk begrippenkader ontwikkeld. Een breed spectrum (van industrieel tot biotechnologisch) van contexten komen exemplarisch aan bod maar zijn geen doel op zich. Wiskunde is een belangrijke vormingscomponent. Om een getrapte studiekeuze van tweede naar derde graad te bevorderen is een opdeling in een cluster Industrieel en Mens, natuur & milieu nog niet zinvol. 1.3.2 In de derde graad In de derde graad stellen we twee studierichtingen voor nl. Wetenschap & Engineering en Wetenschap & Materie en leven. In beide studierichtingen komt de onderzoekscompetentie ten volle aan bod en blijft wiskunde een belangrijke vormingscomponent. - In de richting Wetenschap & Engineering komt vooral de basiswetenschap fysica in een breed spectrum van industrieel-technische contexten (mechanische, elektrische, architecturale ) aan bod. Met het oog op het bestuderen van materialen is ook chemie een vormingscomponent. Van het technisch proces zijn vooral de elementen probleemstelling, ontwerpen en evalueren belangrijke vormingscomponenten. De studierichting is doorstroomgericht naar ABA (bv. ingenieursopleidingen, architectuur, fysica, wiskunde). - In de richting Wetenschap & Materie en leven worden de drie basiswetenschappen (biologie, chemie, fysica) verder verbreed en verdiept. De contexten die hier vooral aan bod komen zijn natuur (zowel levende als niet-levende), mens (bv. biomedische aspecten) en milieu (bv. biotechnolgie). De studierichting is doorstroomgericht naar ABA (bv. geneeskunde, farmaceutische wetenschappen, biomedische wetenschappen, bio-ingenieurswetenschappen, chemie, biologie, wiskunde).

3 1.4 Technische wetenschappelijke studierichtingen In deze gerichte studierichtingen komen alle aspecten van het technisch proces ondersteund door wetenschappelijke inzichten ten volle aan bod. Het onderscheid in studierichtingen is vooral gebaseerd op de brede contexten die worden bestudeerd. Men kan de studierichtingen vanaf de tweede graad reeds onderverdelen in twee grote clusters nl. industrieel en mens, natuur en milieu. In de cluster Industrieel stellen we in de tweede graad twee studierichtingen voor nl. Proces en techniek: bouw- en houtkunde, Proces en techniek: elektromechanica. In de cluster Mens, natuur & milieu stellen we slechts één studierichting voor nl. Natuurwetenschappen. In de derde graad zijn de studierichtingen doorstroomgericht naar PBa. In de cluster Industrieel stellen we twee studierichtingen nl. Conceptueel ontwerp, vormgeving en innovatie: bouw- en houtkunde en Conceptueel ontwerp, vormgeving en innovatie: elektromechanica. In de cluster Mens, natuur & milieu opteren we voor twee studierichtingen nl. Natuurwetenschappen en Chemie. 1.5 Technische studierichtingen In deze gerichte studierichtingen komen vooral volgende aspecten van het technisch proces aan bod: het oplossen van technische problemen en het maken/realiseren, het in gebruik nemen en het evalueren aan bod. De studierichtingen worden op het continuüm opgesplitst in arbeidsmarktgericht + gerichte doorstroming en louter arbeidsmarktgericht. De arbeidsmarktgerichte studierichtingen zullen zich vooral richten op specifiek uitvoerende (maken/realiseren) technische opdrachten. Leerlingen uit deze studierichtingen kunnen eventueel via een Se-n-se zich ofwel nog verder specialiseren ofwel een bijkomende specialisatie verwerven. Het onderscheid in studierichtingen is gebaseerd op de smalle contexten die worden bestudeerd. Men kan deze studierichtingen ook weer verder onderverdelen in twee grote clusters nl. industrieel en mens, natuur en milieu.

4 1.6 Samenvatting: kader studiedomein Wetenschap en techniek waarbinnen studierichtingen worden geplaatst Tweede graad Industrieel Mens, natuur & milieu Wetenschappelijk-technisch Technisch-wetenschappelijk Technisch Breed-Diep Onderzoekend/Ontwerpend Wetenschap en techniek Breed-Gericht Ontwerpend/Probleemoplossend Proces en techniek: bouwen houtkunde Proces en techniek: elektromechanica Natuurwetenschappen Gericht Probleemoplossend/ Uitvoerend Vormgeving en techniek: bouw- en houttechnieken Vormgeving en techniek: elektromechanica Plant-, dier- en milieutechnieken Gericht Specifiek uitvoerend Realisatie en techniek: bouw Realisatie en techniek: hout Realisatie en techniek: elektr. Realisatie en techniek: mech. Deelcluster i.v.m. plant, dier en milieu Derde graad Se n Se Finaliteit Brede doorstroming (ABA) Gerichte doorstroming (PBa) Arbeidsmarktgericht + gerichte doorstroming (PBa, Se-n-Se) Deelcluster technieken i.v.m. aandrijftechnieken (bv. auto, moto, vliegtuigen) Industrieel Mens, natuur & milieu Wetenschap & Engineering Wetenschap & Materie en Leven Conceptueel ontwerp, vormgeving en innovatie: bouwen houtkunde Conceptueel ontwerp, vormgeving en innovatie: elektromechanica Natuurwetenschappen Deelcluster technieken i.v.m. constructie en vormgeving (bv. hout, bouw, mechanica) Deelcluster technieken i.v.m. installatie, onderhoud (bv. elektrische installaties, koeling en warmte, ) Deelcluster i.v.m. chemie en farmacie Arbeidsmarktgericht Doorstroming Se-n-Se Diverse studierichtingen, gebaseerd op (delen van) beroepsprofielen of combinaties daarvan Deelcluster i.v.m. voeding Deelcluster i.v.m. plant, dier en milieu Deelcluster i.v.m. plant, dier en milieu Arbeidsmarktgericht Se-n-Se gericht op een kwalificatie als technicus Se-n-Se gericht op een kwalificatie als prof. uitvoerder

Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel 2 Schema s 2.1 Schema: Cluster Industrieel Tweede graad Wetenschap en techniek Proces en techniek: bouw- en houtkunde Proces en techniek: elektromechanica Vormgeving en techniek: bouw- en houttechnieken Vormgeving en techniek: elektromechanische technieken Realisatie en techniek: bouw Realisatie en techniek: hout Realisatie en techniek: elektriciteit Realisatie en techniek: mechanica Derde graad Wetenschap en engineering Conceptueel ontwerp, vormgeving en innovatie: bouw- en houtkunde Conceptueel ontwerp, vormgeving en innovatie: elektromechanica Deelcluster technieken i.v.m. aandrijftechnieken (bv. auto, moto, vliegtuigen) Deelcluster technieken i.v.m. constructie en vormgeving (bv. hout, bouw, mechanica) Deelcluster technieken i.v.m. installatie, onderhoud (bv. elektrische installaties, koeling en warmte, ) Diverse studierichtingen, gebaseerd op (delen van) beroepsprofielen of combinaties van beroepsprofielen Diploma secundair onderwijs Academische bachelor Professionele bachelor Se-n-Se Diverse Se-n-Se gericht op een kwalificatie als technicus Diverse Se-n-Se gericht op een kwalificatie als prof. uitvoerder

6 2.2 Schema: Cluster Mens, natuur & milieu Tweede graad Wetenschap en techniek Natuurwetenschappen Plant-Dier en Milieutechnieken Plant, dier en milieu Derde graad Wetenschap & Materie en Leven Natuurwetenschappen Deelcluster i.v.m. chemie en farmacie Deelcluster i.v.m. voeding Deelcluster i.v.m. plant, dier en milieu Deelcluster i.v.m. plant, dier en milieu Diploma secundair onderwijs Academische bachelor Professionele bachelor Se-n-Se Apotheekassistent Chemische procestechnieken Diverse Se-n-Se gericht op een kwalificatie als professionele uitvoerder

7 3 Analyse van de bestaande studierichtingen 3.1 Bekeken vanuit de studierichtingen hoger onderwijs Agro- en biotechnologie STUDIERICHTING TYPE N (3 j.) LLN %LLN Slaag% Techniek-Wetenschappen PBA 1689 75 4,4 79,6 Elektromechanica PBA 2106 27 1,3 70,4 Architectuur Bouw- en houtkunde ABAHO 245 22 9,0 74,5 Architectuur-assistentie Autotechnologie Bouw- en houtkunde PBA 245 23 9,4 81,3 Houttechnieken PBA 392 14 3,6 71,8 Industriële Wetenschappen PBA 1772 54 3,1 87,3 Elektromechanica PBA 2106 142 6,7 73,4 Elektriciteit-Elektronica PBA 906 37 4,1 66,9 Autotechnieken PBA 327 237 72,5 51,3 Elektrische installatietechnieken PBA 1013 29 2,9 42,6 Mechanische vormgevingstechnieken PBA 540 39 7,2 38,2 Grieks-Wiskunde ABAUN 584 27 4,6 89,6 Bioingenieurswetenschappen Wetenschappen-Wiskunde ABAUN 13704 824 6 73,5 Latijn-Wetenschappen ABAUN 3163 92 2,9 64,7 Biomedische laboratoriumtechnologie Techniek-Wetenschappen PBA 1689 139 8,2 70,6 Biomedische Wetenschappen Grieks-Wiskunde ABAUN 584 20 3,4 79,8 Latijn-Wiskunde ABAUN 6185 257 4,2 73,8 Wetenschappen-Wiskunde ABAUN 13704 664 4,8 65,6 Latijn-Wetenschappen ABAUN 3163 270 8,5 63,4 Sport-Wetenschappen + Wetenschappen-Sport ABAUN 1186 37 3,1 56,3 Moderne Talen-Wetenschappen ABAUN 4661 166 3,6 42,6

8 Bouw- en houtkunde PBA 245 106 43,3 67,6 Houttechnieken PBA 392 17 4,3 62,7 Bouw Elektromechanica PBA 2106 34 1,6 58,2 Mechanische vormgevingstechnieken PBA 540 25 4,6 42,3 Elektrische installatietechnieken PBA 1013 15 1,5 40,7 Chemie Wetenschappen-Wiskunde ABAUN 13704 330 2,4 76,8 Chemie Techniek-Wetenschappen PBA 1689 207 12,3 67,6 Industriële Wetenschappen PBA 1772 116 6,6 83,0 Elektriciteit-Elektronica PBA 906 56 6,2 81,5 Elektromechanica Elektronica-ICT Elektrotechniek Farmaceutische wetenschappen Geneeskunde Techniek-Wetenschappen PBA 1689 36 2,1 75,9 Elektromechanica PBA 2106 1264 60,0 74,1 Autotechnieken PBA 327 9 2,8 50,9 Elektrische installatietechnieken PBA 1013 169 16,7 50,8 Mechanische vormgevingstechnieken PBA 540 118 21,9 39,5 Industriële Wetenschappen PBA 1772 43 2,4 84,7 Elektriciteit-Elektronica PBA 906 435 48,0 82,9 Industriële ICT PBA 237 60 25,3 77,3 Elektromechanica PBA 2106 50 2,4 61,3 Elektrische installatietechnieken PBA 1013 106 10,5 56,7 Elektriciteit-Elektronica PBA 906 50 5,5 88,0 Elektrische installatietechnieken PBA 1013 300 29,6 56,1 Latijn-Wiskunde ABAUN 6185 206 3,3 81,9 Wetenschappen-Wiskunde ABAUN 13704 547 4 77,3 Latijn-Wetenschappen ABAUN 3163 221 7 70,1 Moderne Talen-Wetenschappen ABAUN 4661 121 2,6 50,1 Grieks-Wiskunde ABAUN 584 89 15,2 93,3 Latijn-Wiskunde ABAUN 6185 439 7,1 92,6 Wetenschappen-Wiskunde ABAUN 13704 915 6,7 91,3 Latijn-Wetenschappen ABAUN 3163 180 5,7 91,1

9 Houttechnologie Houttechnieken PBA 392 183 46,7 74,7 Ind.wet: bouwkunde Ind.wet: chemie Ind.wet: elektromechanica Ind.wet: elektronica-ict Ingenieurswetenschappen Industriële Wetenschappen ABAHO 1772 296 16,7 70,6 Wetenschappen-Wiskunde ABAHO 13704 435 3,2 68,9 Techniek-Wetenschappen ABAHO 1689 43 2,6 55,5 Bouw- en houtkunde ABAHO 245 28 11,4 39,6 Industriële Wetenschappen ABAHO 1772 47 2,7 72,0 Techniek-Wetenschappen ABAHO 1689 92 5,5 60,3 Industriële Wetenschappen ABAHO 1772 362 20,4 73,8 Wetenschappen-Wiskunde ABAHO 13704 458 3,3 71,9 Elektriciteit-Elektronica ABAHO 906 11 1,2 63,3 Techniek-Wetenschappen ABAHO 1689 49 2,9 59,6 Elektromechanica ABAHO 2106 90 4,3 46,0 Industriële Wetenschappen ABAHO 1772 104 5,9 64,9 Elektriciteit-Elektronica ABAHO 906 58 6,4 49,7 Grieks-Wiskunde ABAUN 584 95 16,3 80 Latijn-Wiskunde ABAUN 6185 568 9,2 70 Wetenschappen-Wiskunde ABAUN 13704 1397 10,2 66,4 Industriële Wetenschappen ABAUN 1772 74 4,2 50,9 Grieks-Wiskunde ABAUN 584 24 4,1 84,7 Ingenieurswetenschappen: architectuur Latijn-Wiskunde ABAUN 6185 262 4,2 76,6 Wetenschappen-Wiskunde ABAUN 13704 452 3,3 70 Interieurarchitectuur Houttechnieken ABAHO 392 13 3,3 59,4 Interieurvormgeving Houttechnieken PBA 392 59 15,1 56,3 Mech.ontw.&prod.technologie Mutimedia en comm.technol. Elektromechanica PBA 2106 42 2,0 81,9 Mechanische vormgevingstechnieken PBA 540 112 20,7 51,7 Industriële ICT PBA 237 43 18,1 73,6 Elektriciteit-Elektronica PBA 906 60 6,6 66,2 Elektromechanica PBA 2106 45 2,1 57,4 Elektrische installatietechnieken PBA 1013 44 4,3 42,9

10 Industriële Wetenschappen PBA 1772 67 3,8 69,5 Industriële ICT PBA 237 67 28,3 61,3 Toegepaste informatica Verpleegkunde Elektriciteit-Elektronica PBA 906 42 4,6 54,0 Elektromechanica PBA 2106 49 2,3 43,2 Elektrische installatietechnieken PBA 1013 69 6,8 35,8 Mechanische vormgevingstechnieken PBA 540 24 4,4 11,5 Moderne talen-wetenschappen PBA 4661 136 2,9 90,7 Sport-Wetenschappen + Wetenschappen-Sport PBA 1186 35 3 83,8 Humane wetenschappen + Menswetenschappen PBA 10530 381 3,6 79,8 Techniek-Wetenschappen PBA 1689 88 5,2 78,9 3.2 Studierichtingen met de pool wetenschappen en/of wiskunde in derde graad aso Profiel in de breedte: een brede wetenschappelijke vorming komt aan bod. Dit komt o.a. tot uiting in de onderzoekscompetentie. De klemtoon ligt op de basiswetenschappen biologie, chemie en fysica. Profiel in de diepte: hangt af van de tweede pool waarmee wetenschappen gecombineerd wordt. Vooral wiskunde is hier een bepalende factor (zie verder bij kwantitatieve elementen). Analyse op basis van doorstroom: Studierichting derde graad aso % aantal lln dat kiest voor een wetenschappelijke studierichting 1 Keuze verdere wetenschappelijke en technische studies ( %lln) Grieks Wiskunde (N=584 ) 43.6 % Ingenieurswetenschappen (16.3%) Geneeskunde ( 15.2 %) Bio ingenieurswetenschappen ( 4.6 %) Ingenieurswetenschappen: architectuur (4.1 %) Biomedische wetenschappen ( %) 80 93.3 89.6 84.7 79.8 Latijn wetenschappen (N=3163) 24,1 % Biomedische wetenschappen (8.5 %) 63.4 Slaag% 1 Slechts de tien meest gekozen studierichtingen zijn weergegeven. In werkelijkheid zal het cijfer dat kiest voor wetenschappelijk (technische) studierichtingen hoger liggen.

11 Farmaceutische wetenschappen (7 %) Geneeskunde (5.7 %) Bio ingenieurswetenschappen (2.9 %) Latijn Wiskunde (N=6185 ) 23,8 % Ingenieurswetenschappen ( 9.2%) Geneeskunde (7.1 %) Ingenieurswetenschappen: architectuur (4.2 %) Farmaceutische wetenschappen ( 3.3%) Moderne Talen Wetenschappen (N=4661 ) 6,2 % Biomedische wetenschappen ( 3.6%) Farmaceutische wetenschappen (2.6 %) Wetenschappen Wiskunde (N=13704 ) 43,9 % Ingenieurswetenschappen (10.2 %) Geneeskunde ( 6.7%) Bio ingenieurswetenschappen (6 %) Biomedische wetenschappen ( 4.8%) Farmaceutische wetenschappen (4 %) Ind. wet: elektromechanica (3.3 %) Ingenieurswetenschappen: architectuur ( 3.3%) Ind.wet: bouwkunde (3.2 %) Chemie (2.4 %) Sport Wetenschappen + Wetenschappen Sport (N=1186 ) 6,1 % Biomedische wetenschappen (3.1 %) (Verpleegkunde) (3 %) Grieks-Wiskunde: Studierichting met een beperkt aantal leerlingen (584 lln in Vlaanderen, 61 scholen binnen katholiek onderwijs). Leerlingen stromen met succes door naar uiteenlopende studierichtingen zoals ingenieurswetenschappen, geneeskunde, rechten, handelsingenieur, psychologie, geschiedenis min. 43,6 % van de leerlingen kiest voor een wetenschappelijke studierichting. Latijn-Wiskunde: Studierichting met een ruim aantal leerlingen (6185 lln in Vlaanderen, 184 scholen binnen katholiek onderwijs). Leerlingen stromen met succes door naar uiteenlopende studierichtingen zoals, rechten, ingeneurswetenschappen, geneeskunde, handelsingenieur, psychologie, taal- en letterkunde min. 23,8 % van de leerlingen kiest voor een wetenschappelijke studierichting. Latijn-Wetenschappen: (3163 lln, 149 scholen binnen het katholiek onderwijs). Leerlingen stromen met succes door naar uiteenlopende studierichtingen zoals rechten, biomedische wetenschappen, farmaceutische wetenschappen, geneeskunde, psychologie min. 24,1 % van de leerlingen kiest voor een wetenschappelijke studierichting. Tewerkstelling: werkzoekende schoolverlaters (momentopname 1 jaar na afstuderen) 70.1 91.1 64.7 70 92.6 76.6 81.9 42.6 50.1 66.4 91.3 73.5 65.6 77.3 71.9 70 68.9 76.8 56.3 83.8 2006 2007 2008 2009 Gem. n % n % n % n % n % Vlaanderen: 9.966/77.494 12,9% 8.515/77.766 10,9% 7.617/77.900 9,8% 11.182/76.603 14,6% 9.320/77.441 12,0% ASO 3 e graad 757/6.070 12,5% 641/5.500 11,7% 567/5.874 9,7% 821/5.822 14,1% 697/5.817 12,0%

12 Studiegebied ASO 735/5.916 12,4% 626/5.358 11,7% 552/5.702 9,7% 798/5.666 14,1% 678/5.661 12,0% 6 e ASO Latijn-Wetenschappen 21/159 13,2% 8/148 5,4% 9/134 6,7% 22/149 14,8% 15/148 10,2% Moderne Talen-Wetenschappen: (4661 lln, 185 scholen binnen katholiek onderwijs). Min. 6,2 % kiest voor een wetenschappelijke studierichting nl. biomedische wetenschappen, farmaceutische wetenschappen met resp. 42,6 % en 50,1 % slaagpercentage. Vanuit het oogpunt van een toekomstig studiedomein Wetenschap en techniek kan de bestaansreden van deze tweepolige studierichting in vraag gesteld worden. Slechts weinig leerlingen stromen door naar wetenschappelijktechnische studierichtingen en de slaagpercentages zijn in vergelijking met andere aso-richtingen relatief laag. Tewerkstelling: werkzoekende schoolverlaters (momentopname 1 jaar na afstuderen) 2006 2007 2008 2009 Gem. n % n % n % n % n % Vlaanderen: 9.966/77.494 12,9% 8.515/77.766 10,9% 7.617/77.900 9,8% 11.182/76.603 14,6% 9.320/77.441 12,0% ASO 3 e graad 757/6.070 12,5% 641/5.500 11,7% 567/5.874 9,7% 821/5.822 14,1% 697/5.817 12,0% Studiegebied ASO 735/5.916 12,4% 626/5.358 11,7% 552/5.702 9,7% 798/5.666 14,1% 678/5.661 12,0% 6 e ASO Moderne talen-wetenschappen 53/413 12,8% 39/343 11,4% 38/363 10,5% 32/341 9,4% 41/365 11,1% Wetenschappen-Wiskunde (13704 lln, 219 scholen binnen katholiek onderwijs). Min. 43,9 % van de leerlingen kiest voor een wetenschappelijke studierichting. De tien meest gekozen studierichtingen zijn wetenschappelijk-technisch. Slechts één uitzondering nl. handelsingenieur (3,4 % van de lln uit de studierichting wetenschappen-wiskunde) Tewerkstelling: werkzoekende schoolverlaters (momentopname 1 jaar na afstuderen) 2006 2007 2008 2009 Gem. n % n % n % n % n % Vlaanderen: 9.966/77.494 12,9% 8.515/77.766 10,9% 7.617/77.900 9,8% 11.182/76.603 14,6% 9.320/77.441 12,0% ASO 3 e graad 757/6.070 12,5% 641/5.500 11,7% 567/5.874 9,7% 821/5.822 14,1% 697/5.817 12,0% Studiegebied ASO 735/5.916 12,4% 626/5.358 11,7% 552/5.702 9,7% 798/5.666 14,1% 678/5.661 12,0% 6 e ASO Wetenschappen-Wiskunde 90/856 10,5% 52/750 6,9% 68/773 8,8% 108/787 13,7% 80/792 10,0%

13 Vanuit sportwetenschappen kiezen slechts een gering aantal lln voor wetenschappelijke studierichtingen nl. 6,2 %. De slaagpercentages bij verdere studies wetenschappen liggen laag in verhouding met de andere studierichtingen. Conclusies en vragen Grieks-Wiskunde, Latijn-Wiskunde, Latijn-Wetenschappen: de leerlingen stromen door naar verschillende studierichtingen in het universitair onderwijs zoals ingenieurswetenschappen, geneeskunde, rechten, handelsingenieur, psychologie, geschiedenis, biomedische wetenschappen. Zal een keuze voor een bepaald studiedomein bv. Wetenschap en techniek de breedte aan doorstroom nog garanderen? M.a.w. is een één op één relatie van een bepaald studiedomein in het secundair voor een bepaald studiedomein in het hoger onderwijs voor alle leerlingen de beste oplossing? Moeten alle leerlingen na de eerste graad een keuze maken voor een bepaald studiedomein? De bestaansreden van de studierichting (vanuit het oogpunt van een toekomstig studiedomein Wetenschap en techniek ) Moderne talen-wetenschappen kan men in vraag stellen. Ingenieurswetenschappen (m.i.v. architectuur) wordt steeds gekozen vanuit de pool wiskunde. Voor bio-ingenieurswetenschappen is Latijn-Wetenschappen de enige uitzondering. De basiswetenschappen biologie en fysica worden praktisch niet gekozen bij verdere studies. Enkel chemie vanuit Wetenschappen-Wiskunde komt voor in de tabel van 10 meest gekozen studierichtingen. Leerlingen kiezen voor verdere wetenschappelijke studierichtingen meestal voor contextgerichte studierichtingen (geneeskunde, (bio-) ingenieur, biomedisch, architectuur, bouwkunde... Studenten kiezen voor brede contextgerichte studierichtingen. Industriële wetenschappen (industrieel ingenieur) komt niet voor in de meest gekozen studierichtingen vanuit het aso. Slechts één uitzondering nl. chemie vanuit Wetenschappen-Wiskunde. Mogelijke verklaringen: een ontbreken van een techniekcomponent in aso, perceptie van het beroep, al of niet van academisch niveau (het academisch inkantelen) De hoge slaagpercentages voor geneeskunde zijn te verklaren vanuit de ingangsexamens.

14 3.3 Bestaande studierichtingen tso/bso behorende tot de cluster industrieel 3.3.1 Industriële wetenschappen Profiel in de breedte: IW is een technisch breed vormende studierichting die zich nu situeert binnen het studiegebied mechanica-elektriciteit, maar specifiek technisch nog breder zou mogen gaan (bv. elementen van bouw, hout). Deze brede doorstromingsgerichte studierichting en beoogt in het algemeen gedeelte de vorming van de totale persoonlijkheid. In het specifieke gedeelte ontwikkelt men de technologische kennis en vaardigheden om diverse technisch processen te analyseren en te bestuderen. Profiel in de diepte: IW is een studierichting die het abstract denken en het onderzoeken koppelt aan de concrete waarneming. De verwerking van leerdoelstellingen ligt op een hoog niveau. De transfer wordt gemaakt naar concrete realisaties in een breed technisch-wetenschappelijk domein. In het specifiek gedeelte wordt de technologische kennis getoetst aan experimenten en aan het analyseren van technische systemen. Hoewel eerder beperkt in aantal, worden praktische vaardigheden en attitudes op een inzichtelijke en experimentele wijze maar met grote diepgang verworven, door het bestuderen van technische processen. Analyse op basis van doorstroom: Gelet op het specifiek doorstromingskarakter van deze studierichting is het volgen van een hogere opleiding een must. Een vervolgopleiding in een technische discipline ligt het meest voor de hand. De leerlingen uit de deze studierichting stromen in grote mate gericht door naar het hoger onderwijs: master in de industriële wetenschappen (54,5 %) en professionele bachelor. Leerlingenaantal in het 6 e jaar Industriële wetenschappen (2005-2006/2006-2007/2007-2008/2008-2009/2009-2010): 3246, waarvan 2664 in het katholiek onderwijs; zijnde 82,07 % van het totaal. Rekenkundig gemiddelde: 649 lln./jaar. Ingeschreven aantal leerlingen in het Hoger Onderwijs (2005-2006/2006-2007/2007-2008): 1772 (d.i. gem. 591 lln./jaar), waarvan: - doorstroming naar PB hogeschool: 572 of 32,3 % verworven studiepunten PB hogeschool: 76,1 %. - doorstroming naar AB hogeschool: 965 of 54,5 % verworven studiepunten AB hogeschool: 70,5 %. - doorstroming naar AB universiteit: 235 of 13,3 % verworven studiepunten AB universiteit: 48,0 %.

15 Doorstroming naar: lln % lln Verworven studiep. 1772 69,3% Master ind.wet.: elektromechanica ABA HO 362 20,43 % 73,8 % Master ind.wet.: bouwkunde ABA HO 296 16,70 % 70,6 % Bach. Elektromechanica PBA HO 116 6,55 % 83,0 % Master ind.wet.: elektronica-ict ABA HO 104 5,87 % 64,9 % Master ingenieurswetenschappen ABA UN 74 4,18 % 50,9 % Bach. Toegepaste informatica PBA HO 67 3,78 % 69,5 % Bach. Autotechnologie PBA HO 54 3,05 % 87,3 % Master ind.wet.: chemie ABA HO 47 2,65 % 72,0 % Bach. Secundair onderwijs PBA HO 44 2,48 % 64,5 % Bach. Elektronica-ICT PBA HO 43 2,43 % 84,7 % rest 565 31,88 % Tewerkstelling: werkzoekende schoolverlaters (momentopname 1 jaar na afstuderen) 2006 2007 2008 2009 Gem. n % n % n % n % n % Vlaanderen 9.966/77.494 12,9% 8.515/77.766 10,9% 7.617/77.900 9,8% 11.182/76.603 14,6% 9.320/77.441 12,0% TSO 3 e graad 1.617/13.026 12,4% 1.316/13.017 10,1% 1.260/13.421 9,4% 1.849/13.174 14,0% 1.511/13.160 11,5% Studiegebied Mechanica-elektriciteit TSO 201/2494 8,1% 157/2.458 6,4% 139/2.465 5,6% 321/2.460 13,0% 205/2.469 8,3% 6 e TSO Industriële wetenschappen 27/171 15,8% 8/169 4,7% 22/206 10,7% 21/173 12,1% 20/180 10,8%

16 Conclusies en vragen: Binnen ons net daalde de leerlingenpopulatie 2 e en 3 e graad IW gedurende de voorbije 13 jaar met 21,9 %, vooral door een verminderde belangstelling voor het nijverheidsonderwijs. Deze daling heeft op zijn beurt een vermindering teweeg gebracht in de populatie afgestudeerden master industriële wetenschappen. 120% 110% 100% 90% 80% Ind. Wetensch. Totaal Sec.Ond. 70% 60% 50% '98-'99 '99-'00 '00-'01 '01-'02 '02-'03 '03-'04 '04-'05 '05-'06 '06-'07 '07-'08 '08-'09 '09-'10 '10-'11 '11-'12 De studierichting zit nog te eng geprangd binnen het huidige studiegebied mechanica-elektriciteit en zou mogen worden verbreed met elementen uit bv. bouw-hout. Dit kan de doorstroom naar het Hoger Onderwijs alleen maar ten goede komen. Er dient gericht te worden gezocht hoe de potentiële instroom kwaliteitsvol kan worden verhoogd. Het is immers geen evidentie meer dat leerlingen, komende uit niet-nijverheidsvooropleidingen, spontaan de kennis en vaardigheden eigen aan deze studierichting, kunnen verwerven.

17 3.3.2 Elektriciteit-Elektronica Profiel in de breedte: De studierichting Elektriciteit-elektronica is een doorstromingsrichting. In deze studierichting ligt de nadruk op zowel de algemene, als de theoretisch-technische vakken. Aan de talenkennis en de taalbeschouwing wordt aandacht besteed via de doelstellingen van het algemeen vormend gedeelte en in functie van de analyse en rapportering van de vakken uit het specifieke gedeelte. Profiel in de diepte: Het gestructureerd inzichtelijk en creatief denken en handelen in het kader van het technologisch proces, staat centraal in deze studierichting. Er is voldoende aandacht voor de concrete studie van realisaties, met zin voor kwaliteit en preventie. Het theoretisch-technisch deel wordt wiskundig en wetenschappelijk onderbouwd. Analyse op basis van doorstroom: Gelet op het specifiek doorstromingskarakter van deze studierichting is het volgen van een hogere opleiding een must. Een vervolgopleiding op het niveau professionele bachelor in een technische discipline ligt het meest voor de hand. Leerlingenaantal in het 6 e jaar Elektriciteit-Elektronica (2005-2006/2006-2007/2007-2008/2008-2009/2009-2010): 2035, waarvan 1543 in het katholiek onderwijs; zijnde 75,82 % van het totaal. Rekenkundig gemiddelde: 407 lln./jaar. Ingeschreven aantal leerlingen in het Hoger Onderwijs (2005-2006/2006-2007/2007-2008): 906 (d.i. gem. 302 lln./jaar), waarvan: - doorstroming naar PB hogeschool: 809 of 89,3 % verworven studiepunten PB hogeschool: 75,3 %. - doorstroming naar AB hogeschool: 87 of 9,6 % verworven studiepunten AB hogeschool: 52,4 %. - doorstroming naar AB universiteit: 10 of 1,1 % verworven studiepunten AB universiteit: 45,7 %.

18 Doorstroming naar: lln % lln Verworven studiep. 906 72,8% Bach. Elektronica-ICT PBA HO 435 48,01 % 82,9 % Bach. Multimedia en comm.techn. PBA HO 60 6,62 % 66,2 % Master ind.wet.: elektronica-ict ABA HO 58 6,40 % 49,7 % Bach. Elektromechanica PBA HO 56 6,18 % 81,5 % Bach. Elektrotechniek PBA HO 50 5,52 % 88,0 % Bach. Toegepaste informatica PBA HO 42 4,64 % 54,0 % Bach. Autotechnologie PBA HO 37 4,08 % 66,9 % Bach. Secundair onderwijs PBA HO 30 3,31 % 52,1 % Audiovisuele technieken 12 1,32 % 38,4 % Master ind.wet.: elektromechanica ABA HO 11 1,21 % 63,3 % Rest 115 12,69 % Tewerkstelling: werkzoekende schoolverlaters (momentopname 1 jaar na afstuderen) 2006 2007 2008 2009 Gem. n % N % n % n % n % Vlaanderen 9.966/77.494 12,9% 8.515/77.766 10,9% 7.617/77.900 9,8% 11.182/76.603 14,6% 9.320/77.441 12,0% TSO 3 e graad 1.617/13.026 12,4% 1.316/13.017 10,1% 1.260/13.421 9,4% 1.849/13.174 14,0% 1.511/13.160 11,5% Studiegebied Mechanica-elektriciteit TSO 201/2494 8,1% 157/2.458 6,4% 139/2.465 5,6% 321/2.460 13,0% 205/2.469 8,3% 6 e TSO Elektriciteit-elektronica 15/189 7,9% 13/160 8,1% 9/171 5,3% 27/139 19,4% 16/165 9,7%

19 Conclusies en vragen: In ons net daalde de leerlingenpopulatie 2 e en 3 e graad EE gedurende de voorbije 12 jaar met 45,6 %, mede door een verminderde belangstelling voor het nijverheidsonderwijs. Deze daling is de laatste 4 jaar nog aan het accelereren. 120% 110% 100% 90% 80% Elektr.-Elektronica Totaal Sec.Ond. 70% 60% 50% '98-'99 '99-'00 '00-'01 '01-'02 '02-'03 '03-'04 '04-'05 '05-'06 '06-'07 '07-'08 '08-'09 '09-'10 '10-'11 '11-'12 De doorstroom gaat voor meer dan 89% naar het niveau professionele bachelor. De studierichting verliest, ondanks een zeer goed niveau en een goede doorstroom, van haar aantrekkingskracht. Wellicht dient ze op te gaan in een bredere studierichting, vermits een specialisatie Elektronica op het niveau secundair onderwijs niet meer van deze tijd is. Het is ook geen evidentie meer dat leerlingen, komende uit niet-nijverheidsvooropleidingen, spontaan de kennis en vaardigheden eigen aan deze studierichting, kunnen verwerven. De sector kamt met een enorm tekort aan technici: in 2009 bedroeg het aantal niet ingevulde vacatures EE-gerelateerd technicus 2421 op een totaal tekort van 6476 technici zijnde 37 %. Technicus 6476 EE gerelateerd technicus 2421 Technicus elektriciteit 697 Technicus elektronica 410 Technicus domotica en gebouwenautomatisering 97 Technicus datatransmissie en numerieke commutatie 55 Technicus netwerkbekabeling 119 Technicus meet- en regeltechniek en automatisatie 252 Technicus (zonder specificatie) 791

20 3.3.3 Elektromechanica Profiel in de breedte: De studierichting tso Elektromechanica is een specifiek doorstromingsgerichte studierichting. De leerling ontwikkelt de technologische kennis en vaardigheden om elektromechanische, elektropneumatische en elektrohydraulische installaties in concrete omstandigheden te monteren, te plaatsen, aan te sluiten en te onderhouden. Profiel in de diepte: De specialisatie van de opleiding creëert de mogelijkheid om dieper in te gaan op een bepaald facet van het beroep, nl. de technicus elektromechanica. In het specifiek gedeelte wordt de technologische kennis verworven door ze te toetsen aan experimenten en door het analyseren van elektromechanische systemen. Praktische vaardigheden en attitudes worden op een inzichtelijke en praktische of experimentele wijze verworven, door het bestuderen, monteren en aansluiten van elektromechanische installaties, het stellen van een diagnose en het lokaliseren van tekorten of defecten zowel op vlak van mechanische installaties, elektropneumatische en -hydraulische installaties als op vlak van elektrische aansluit-, PLC-, regel- en stuurkringen. Analyse op basis van doorstroom: Gelet op het specifiek doorstromingskarakter van deze studierichting is het volgen van een hogere opleiding een must. Een vervolgopleiding op het niveau professionele bachelor in een technische discipline ligt het meest voor de hand. Leerlingenaantal in het 6 e jaar Elektromechanica (2005-2006/2006-2007/2007-2008/2008-2009/2009-2010): 5038, waarvan 3679 in het katholiek onderwijs; zijnde 73,03 % van het totaal. Rekenkundig gemiddelde: 1008 lln./jaar. Ingeschreven aantal leerlingen in het Hoger Onderwijs (2005-2006/2006-2007/2007-2008): 2106 (gem.: 702 lln./jaar), waarvan: - doorstroming naar PB hogeschool: 1924 of 91,4 % verworven studiepunten PB hogeschool: 69,9 %. - doorstroming naar AB hogeschool: 158 of 7,5 % verworven studiepunten AB hogeschool: 44,8 %. - doorstroming naar AB universiteit: 24 of 1,1 % verworven studiepunten AB universiteit: 20,4 %.

21 Doorstroming naar: lln % lln Verworven studiep. 2106 67,4% Bach. Elektromechanica PBA HO 1264 60,02 % 74,1 % Bach. Autotechnologie PBA HO 142 6,74 % 73,4 % Master ind.wet.: elektromechanica ABA HO 90 4,27 % 46,0 % Bach. Secundair onderwijs PBA HO 79 3,75 % 58,8 % Bach. Elektronica-ICT PBA HO 50 2,37 % 61,3 % Bach. Toegepaste informatica PBA HO 49 2,33 % 43,2 % Bach. Multimedia & telecomm. PBA HO 45 2,14 % 57,4 % Bach. Mech. ontwerp- en prod.technol. PBA HO 42 1,99 % 81,9 % Bach. Bouw PBA HO 34 1,61 % 58,2 % Bach. Agro- en biotechn. PBA HO 27 1,28 % 70,4 % rest 284 13,49 % Tewerkstelling: werkzoekende schoolverlaters (momentopname 1 jaar na afstuderen) 2006 2007 2008 2009 Gem. n % N % n % N % n % Vlaanderen 9.966/77.494 12,9% 8.515/77.766 10,9% 7.617/77.900 9,8% 11.182/76.603 14,6% 9.320/77.441 12,0% TSO 3 e graad 1.617/13.026 12,4% 1.316/13.017 10,1% 1.260/13.421 9,4% 1.849/13.174 14,0% 1.511/13.160 11,5% Studiegebied Mechanica-elektriciteit TSO 201/2494 8,1% 157/2.458 6,4% 139/2.465 5,6% 321/2.460 13,0% 205/2.469 8,3% 6 e TSO Elektromechanica 45/603 7,5% 31/509 6,1% 25/521 4,8% 64/518 12,4% 41/538 7,7%

22 Conclusies en vragen: In ons net daalde de leerlingenpopulatie 2 e en 3 e graad EM gedurende de voorbije 13 jaar met 49,5 %, mede door een verminderde belangstelling voor het nijverheidsonderwijs. Deze daling is de laatste 4 jaar nog aan het accelereren. 120% 110% 100% 90% 80% Elektromechanica Totaal Sec.Ond. 70% 60% 50% '98-'99 '99-'00 '00-'01 '01-'02 '02-'03 '03-'04 '04-'05 '05-'06 '06-'07 '07-'08 '08-'09 '09-'10 '10-'11 '11-'12 De doorstroom gaat voor meer dan 91% naar het niveau professionele bachelor. De studierichting verliest, ondanks een goed niveau en een redelijke doorstroom, van haar aantrekkingskracht. Het is ook geen evidentie meer dat leerlingen, komende uit niet-nijverheidsvooropleidingen, spontaan de kennis en vaardigheden eigen aan deze studierichting, kunnen verwerven. Er dient gericht te worden gezocht hoe de instroom kan worden verhoogd. De sector kampt met enorme tekorten. Er is een structureel tekort aan EM-gerelateerde technici. In 2009 bedroeg het aantal niet ingevulde vacatures EMgerelateerd technicus 3236 op een totaal tekort van 6476 technici, zijnde 50 %. Het betreft dus een knelpuntberoep. Technicus 6476 EM gerelateerd technicus 3236 Technicus elektromechanica 899 Technicus mechanica 242 Technicus elektriciteit 697 Technicus kunststoffen 8 Technicus meet- en regeltechniek en automatisatie 252 Technicus - productieoperator 347 Technicus (zonder specificatie) 791

23 Eveneens in 2009 bedroeg het aantal niet ingevulde vacatures EM-gerelateerd technisch tekenaar 538 op een totaal tekort van 1472 technische tekenaars, zijnde 37 %. Technisch tekenaar 1472 EM gerelateerd tekenaar 538 Tekenaar mechanica 204 Tekenaar metaalconstructies 67 Tekenaar piping 99 Tekenaar elektriciteit 168 Tekenaar (zonder specificatie) 438 Ondanks het doorstroomkarakter van deze opleiding stappen er toch een aanzienlijk deel schoolverlaters direct naar de arbeidsmarkt.

24 3.3.4 Bouw- en houtkunde Profiel in de breedte: In de derde graad Bouw- en houtkunde krijgen de leerlingen enerzijds een brede algemene vorming en anderzijds een specifieke theoretisch-technische vorming in een bouwkundige context. Profiel in de diepte: In de wetenschappelijk onderbouwde theoretisch-technische vakken staat het probleemoplossend denken centraal in functie van te realiseren bouw- en houtconstructies. De klemtoon ligt vooral op conceptueel inzicht en op het uitvoeringsgericht plannen, organiseren en uitwerken van varianten. Er wordt daarenboven ruime aandacht besteed aan het bestuderen van praktische uitvoeringen (bouw- en houtrealisaties, veilig organiseren van de werkomgeving ). Bouwwetgeving, stabiliteitstudie, topografie en weg- en waterbouwkundige aspecten worden gelinkt met de praktijk. Analyse op basis van doorstroom: De logische uitstroom is gericht naar: Bacheloropleidingen in de bouw, hout, interieurvormgeving, assistent-architect, lerarenopleidingen Masteropleidingen: architectuur, industrieel ingenieur (optie bouwkunde, optie landmeten), interieurarchitectuur TSO specialisatiejaren: bouw constructie- en planningstechnieken, weg- en waterbouwtechnieken, industriële bouwtechnieken, hout constructieen planningstechnieken van het derde jaar van de derde graad TSO. Diverse opleidingen binnen OSP en VIZO Leerlingenaantal in het 6 e jaar Bouw- en houtkunde (2005-2006/2006-2007/2007-2008): 367, waarvan 312 in het katholiek onderwijs; zijnde 85,01 % van het totaal. Rekenkundig gemiddelde: 122 lln./jaar. Ingeschreven aantal leerlingen in het Hoger Onderwijs (2005-2006/2006-2007/2007-2008): 245 (d.i. gem. 82 lln./jaar), waarvan: - doorstroming naar PB hogeschool: 184 of 75,1 % verworven studiepunten PB hogeschool: 67,0 %. - doorstroming naar AB hogeschool: 59 of 24,1 % verworven studiepunten AB hogeschool: 53,9 %. - doorstroming naar AB universiteit: 2 of 0,8 % verworven studiepunten AB universiteit: 45,0 %.

25 Doorstroming naar: lln % lln Verworven studiep. 245 63,7% Bach. Bouw PBA HO 106 43,27 % 67,6 % Master ind.wet.: bouwkunde ABA HO 28 11,43 % 39,6 % Bach. Architectuur-assistentie PBA HO 23 9,39 % 81,3 % Master architectuur ABA HO 22 8,98 % 74,5 % rest 66 26,94 % Tewerkstelling: werkzoekende schoolverlaters (momentopname 1 jaar na afstuderen) 2006 2007 2008 2009 Gem. n % n % n % n % n % Vlaanderen 9.966/77.494 12,9% 8.515/77.766 10,9% 7.617/77.900 9,8% 11.182/76.603 14,6% 9.320/77.441 12,0% TSO 3 e graad 1.617/13.026 12,4% 1.316/13.017 10,1% 1.260/13.421 9,4% 1.849/13.174 14,0% 1.511/13.160 11,5% Studiegebied Bouw TSO 15/227 6,6% 10/181 5,5% 4/165 2,4% 14/164 8,5% 11/184 5,8% 6 e TSO Bouw- en houtkunde 6/54 11,1% 3/56 5,4% 3/62 4,8% 8/68 11,8% 5/60 8,3%

26 Conclusies en vragen: In ons net daalde de leerlingenpopulatie 2 e en 3 e graad B-HK gedurende de voorbije 13 jaar met 24,8 %, mede door een verminderde belangstelling voor het nijverheidsonderwijs. Na een quasi stabiele periode daalde het leerlingenaantal dit schooljaar abrupt met 7,2 %. 120% 110% 100% 90% 80% Bouw- en houtk. Totaal Sec.Ond. 70% 60% 50% '98-'99 '99-'00 '00-'01 '01-'02 '02-'03 '03-'04 '04-'05 '05-'06 '06-'07 '07-'08 '08-'09 '09-'10 '10-'11 '11-'12

27 3.3.5 Autotechnieken Profiel in de breedte: De studierichting tso Autotechnieken is een vrij specifiek gerichte studierichting naar de sector auto. Ze is ten dele kwalificatiegericht en ten dele doorstroomgericht (Se-n-Se en professionele bachelor). De leerling ontwikkelt, in directe relatie tot de beroepsgerichte component, de technologische kennis en vaardigheden om motorvoertuigen te onderhouden. Profiel in de diepte: De specificiteit van de opleiding creëert de mogelijkheid om dieper in te gaan op een bepaald facet, in casu: het herstellen en onderhouden van autovoertuigen (personenwagens). In het specifiek gedeelte verwerft de leerling, naast de praktische vaardigheden en attitudes, op een concrete, inzichtelijke en praktische wijze de competenties nodig bij het instellen, bijstellen en onderhouden van motorvoertuigen. Ook de onderliggende technologische kennis wordt op een concrete, inzichtelijke en al doende aangeleerd, door het lezen van montagetekeningen en elektrische schema s en het gebruik van diagnosetoestellen en meetgereedschappen. De leerling dient rekening te houden met veiligheid, milieu, kostprijs en duurzaamheid van de hem toevertrouwde goederen en materialen. Via de stages maakt de leerling kennis met de bedrijfscultuur van een garagebedrijf. Analyse op basis van doorstroom: Tal van afgestudeerden maken een directe overstap naar de autotechnisch gerelateerde arbeidsmarkt. Door de complexiteit en diversiteit van voertuigen zijn bijkomende (type- en merkgebonden) doorgedreven nascholingen noodzakelijk. Een niet onaanzienlijk aantal leerlingen stroomt door naar het hoger onderwijs: nl. de opleiding professionele bachelor in het domein auto. Een eerder beperkt aantal afgestudeerden van deze studierichting tso Autotechnieken volgen de logische vervolgopleiding Se-n-Se Toegepaste autotechnieken en verwerven zo aanvullende beroepscompetenties. Leerlingenaantal in het 6 e jaar Autotechnieken (2005-2006/2006-2007/2007-2008/2008-2009/2009-2010): 1823, waarvan 1506 in het katholiek onderwijs; zijnde 82,61 % van het totaal. Rekenkundig gemiddelde: 365 lln./jaar.

28 Ingeschreven aantal leerlingen in het Hoger Onderwijs (2005-2006/2006-2007/2007-2008): 327 (d.i. gem. 109 lln./jaar), waarvan: - doorstroming naar PB hogeschool: 311 of 95,1 % verworven studiepunten PB hogeschool: 50,0 %. - doorstroming naar AB hogeschool: 8 of 2,4 % verworven studiepunten AB hogeschool: 17,9 %. - doorstroming naar AB universiteit: 8 of 2,4 % verworven studiepunten AB universiteit: 17,1 %. Doorstroming naar: lln % lln Verworven studiep. 327 48,4% Bach. Autotechnologie PBA HO 237 72,48 % 51,3 % Bach. Secundair onderwijs PBA HO 12 3,67 % 55,4 % Bach. Bedrijfsmanagement PBA HO 9 2,75 % 33,5 % Bach. Elektromechanica PBA HO 9 2,75 % 50,9 % rest 60 18,35 % Tewerkstelling: werkzoekende schoolverlaters (momentopname 1 jaar na afstuderen) 2006 2007 2008 2009 Gem. n % n % n % n % n % Vlaanderen 9.966/77.494 12,9% 8.515/77.766 10,9% 7.617/77.900 9,8% 11.182/76.603 14,6% 9.320/77.441 12,0% TSO 3 e graad 1.617/13.026 12,4% 1.316/13.017 10,1% 1.260/13.421 9,4% 1.849/13.174 14,0% 1.511/13.160 11,5% Studiegebied Auto TSO 29/374 7,8% 19/318 6,0% 11/322 3,4% 25/314 8,0% 21/332 6,3% 6 e TSO Autotechnieken 28/349 8,0% 17/265 6,4% 10/280 3,6% 23/263 8,7% 20/289 6,7%

29 Conclusies en vragen: In ons net daalde de leerlingenpopulatie 3 e graad AT gedurende de voorbije 13 jaar met 32,4 %, mede door een verminderde belangstelling voor het nijverheidsonderwijs. Na een quasi stabiele periode daalde het leerlingenaantal vooral gedurende de voorbije 5 schooljaren. 130% 120% 110% 100% 90% Autotechnieken Totaal Sec.Ond. 80% 70% 60% 50% '98-'99 '99-'00 '00-'01 '01-'02 '02-'03 '03-'04 '04-'05 '05-'06 '06-'07 '07-'08 '08-'09 '09-'10 '10-'11 '11-'12 Het beroep technicus autotechniek is een structureel knelpuntberoep. In 2009 bedroeg het aantal niet ingevulde vacatures technicus autotechniek 213 op een totaal tekort van 6476 technici zijnde 3,29 %. Hoewel de studierichting niet expliciet opleidt tot Hoger Onderwijs, bedragen de slaagkansen toch gemiddeld 48,4 %. Een voortgezette studiekeuze voor een PBA valt voor de sterkste leerlingen van de doelgroep aan te bevelen. Autotechnieken is een typische studierichting met een profiel gerichte doorstroming gekoppeld aan een arbeidsmarktgerichte kwalificatie.

30 3.3.6 Elektrische installatietechnieken Profiel in de breedte: Elektrische installatietechnieken tso is een studierichting die op de eerste plaats gericht is op tewerkstelling. In deze studierichting ligt de nadruk op het zo praktisch mogelijk aanbrengen van zowel de algemene als de specifieke vorming. Zo staat de talenkennis bijvoorbeeld ook in functie van het lezen van instructies en het maken van rapporten. In dit leerplan vormen het theoretische en het uitvoerende één geheel. Om de tewerkstellingsmogelijkheden te verhogen, krijgen de leerlingen een brede praktische vorming. Deze brede praktische vorming wordt bereikt door, bij de elektrotechnische realisaties, het installeren te koppelen aan de erbij horende technologieën, gereedschappen, kringen en montage. De doelstellingen worden bereikt via concrete uitvoeringen. Profiel in de diepte: Door de aard van de aangeboden leerdoelen biedt deze studierichting ook kansen aan de leerlingen om nadien verder te studeren (niv. Se-n-Se en niv. professionele bachelor voor de betere student). Analyse op basis van doorstroom: Deze leerlingen kunnen: - na een korte inservicetraining, in een bedrijf, elektrotechnische installaties uitvoeren, opstarten en begeleiden; - vervolgstudies aanvatten die aansluiten op de studierichting Elektrische installatietechnieken tso. Leerlingenaantal in het 6 e jaar Elektrische installatietechnieken (2005-2006/2006-2007/2007-2008/2008-2009/2009-2010): 4703, waarvan 3581 in het katholiek onderwijs; zijnde 76,14 % van het totaal. Rekenkundig gemiddelde: 941 lln./jaar. Ingeschreven aantal leerlingen in het Hoger Onderwijs (2005-2006/2006-2007/2007-2008): 1013 (d.i. gem. 338 lln./jaar), waarvan: - doorstroming naar PB hogeschool: 978 of 96,5 % verworven studiepunten PB hogeschool: 49,3 %. - doorstroming naar AB hogeschool: 28 of 2,8 % verworven studiepunten AB hogeschool: 47,6 %. - doorstroming naar AB universiteit: 7 of 0,7 % verworven studiepunten AB universiteit: 20,1 %.

31 Doorstroming naar: lln % lln Verworven studiep. 1013 49,1% Bach. Elektrotechniek PBA HO 300 29,62 % 56,1 % Bach. Elektromechanica PBA HO 169 16,68 % 50,8 % Bach. Elektronica-ICT PBA HO 106 10,46 % 56,7 % Bach. Secundair onderwijs PBA HO 88 8,69 % 56,7 % Bach. Toegepaste informatica PBA HO 69 6,81 % 35,8 % Bach. Multimedia & telecomm. PBA HO 44 4,34 % 42,9 % Bach. Autotechnologie PBA HO 29 2,86 % 42,6 % Bach. Bedrijfsmanagement PBA HO 21 2,07 % 26,6 % Bach. Lager onderwijs PBA HO 19 1,88 % 27,9 % Bach. Bouw PBA HO 15 1,48 % 40,7 % rest 153 15,10 % Tewerkstelling: werkzoekende schoolverlaters (momentopname 1 jaar na afstuderen) 2006 2007 2008 2009 Gem. n % n % n % n % n % Vlaanderen 9.966/77.494 12,9% 8.515/77.766 10,9% 7.617/77.900 9,8% 11.182/76.603 14,6% 9.320/77.441 12,0% TSO 3 e graad 1.617/13.026 12,4% 1.316/13.017 10,1% 1.260/13.421 9,4% 1.849/13.174 14,0% 1.511/13.160 11,5% Studiegebied Mechanica-elektriciteit TSO 201/2494 8,1% 157/2.458 6,4% 139/2.465 5,6% 321/2.460 13,0% 205/2.469 8,3% 6 e TSO Elektrische installatietechnieken 51/588 8,7% 46/598 7,7% 41/612 6,7% 90/584 15,4% 57/596 9,6%

32 Conclusies en vragen: - In ons net daalde de leerlingenpopulatie 2 e en 3 e graad ET gedurende de voorbije 13 jaar met 13,9 %, mede door een verminderde belangstelling voor het nijverheidsonderwijs. Na een quasi stabiele periode daalde het leerlingenaantal de voorbije 5 schooljaren met 15,6 %. 120% 110% 100% 90% 80% Elektr.(inst.)techn. Totaal Sec.Ond. 70% 60% 50% '98-'99 '99-'00 '00-'01 '01-'02 '02-'03 '03-'04 '04-'05 '05-'06 '06-'07 '07-'08 '08-'09 '09-'10 '10-'11 '11-'12 - De sector kampt met een enorm tekort aan technici. Het beroep is een knelpuntberoep. In 2009 bedroeg het aantal niet ingevulde vacatures elektrischgerelateerd technicus 1693 op een totaal tekort van 6476 technici zijnde 26 %. Technicus totaal (alle) 6476 Elektrisch gerelateerd technicus 1693 Technicus elektromechanica 899 Technicus elektriciteit 697 Technicus domotica en gebouwenautomatisering 97 - Eveneens in 2009 bedroeg het aantal niet ingevulde vacatures elektrisch-gerelateerd technisch tekenaar 168 op een totaal tekort van 1472 tekenaars, zijnde 11 %. Technisch tekenaar 1472 Elektrisch gerelateerd tekenaar 168 Tekenaar elektriciteit 168

33 3.3.7 Mechanische vormgevingstechnieken Profiel in de breedte: TSO Mechanische vormgevingstechnieken is een specifieke studierichting. De leerling ontwikkelt in directe relatie tot de beroepsgerichte component: de technologische kennis en vaardigheden om verspanende werktuigmachines te bedienen. Daarnaast wordt er ruime aandacht geschonken aan elektropneumatische installaties en montagetechnieken. De studierichting bereidt tevens op een gespecialiseerde Se-n-Se vervolgopleiding en voor de betere student op een professionele bacheloropleiding in het domein van de (elektro-)mechanica. Profiel in de diepte: De opleiding creëert de mogelijkheid om dieper in te gaan op een bepaald facet van het beroep, in casu: de insteller bediener van computergestuurde werktuigmachines. In het specifiek gedeelte verwerft de leerling de praktische vaardigheden en attitudes op een concrete, inzichtelijke en praktische wijze, nodig voorj het instellen, bijstellen en bedienen van computergestuurde werktuigenmachines (draaibank, machinecentrum, freesmachines, ). Ook de onderliggende technologie wordt al doende aangeleerd door het lezen van werktekeningen, het toepassen de verspaningstechnologie, door programmatie en door het gebruik van complexe meettechnieken en meetgereedschappen (bv. 3D-meetbank). De student houdt rekening met veiligheid, milieu, kostprijs en duurzaamheid van de hem toevertrouwde goederen en materialen. Via de stages maakt de student kennis met de bedrijfscultuur van een mechanisch vormgevingsbedrijf. Analyse op basis van doorstroom: De uitstroom is vooral arbeidsmarktgericht naar de sector van de vormgevingstechnieken. Door de complexiteit en diversiteit van computergestuurde werktuigmachines en productietechnieken zijn bijkomende doorgedreven bedrijfsgebonden nascholingen noodzakelijk. Het behalen van het diploma SO vergroot de tewerkstellingskansen buiten de sector waarbij geen specifieke beroepsgerichte opleiding vereist is (zoals een openbaar ambt, postbode, penitentiair beambte, NMBS medewerker, militaire loopbaan ). Afgestudeerden maken vlot de overstap naar de logische vervolgopleiding Se-n-Se Computergestuurde mechanische productietechnieken, Se-n-Se Mechanica constructie- en planningstechnieken, Se-n-Se Industrieel onderhoudstechnieken of Se-n-Se Automotive en verwerven zo aanvullende beroepscompetenties.