OER bacheloropleidingen 2014-2015 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek FMT 14.0019a



Vergelijkbare documenten
A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven:

OER bacheloropleidingen facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven:

OER bacheloropleidingen facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek FMT a

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies.

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies.

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven:

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven:

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven:

De faculteit Communicatie en Journalistiek kent de volgende nadere regelgeving die een integraal onderdeel van de OER vormen:

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven

OER Master facultair hoofdstuk 10 Maatschappij & Recht Vastgesteld d.d

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven:

Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en vervangt alle voorgaande versies.

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven:

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies.

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven

OER masteropleidingen facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek FMT b

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

De onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en Examenregeling HU Bacheloropleidingen, Hoofdstukken 10. Versie 1 september Hogeschool Utrecht, Utrecht, 1 september 2017

Algemene bepaling DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

Toelating tot de opleiding

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven



Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek

Bouwkunde Bouwmanagement en Vastgoed Bouwtechnische Bedrijfskunde Civiele Techniek Ruimtelijke Ontwikkeling

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden &

Bouwkunde Bouwmanagement en Vastgoed Bouwtechnische Bedrijfskunde Civiele Techniek Ruimtelijke Ontwikkeling

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven:

Opleidingsspecifiek deel Natuurwetenschap en Innovatiemanagement bij de OER Bacheloropleidingen Undergraduate School Geosciences

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek.

Competentie niveaus HHS TIS opleiding Werktuigbouwkunde

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

BASISGGEVENS. Naam Functie

BASISGEGEVENS. Contactpersoon. Dr. E.W.M. Gielen. Naam. Portfoliomanager & Organisatieontwikkeling Adacademies. Functie

Business, IT & Management

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

vastgesteld door de faculteitsdirectie op 19 maart instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 5 april 2012.

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

UITVOERINGSREGELING BACHELOROPLEIDING CIVIELE TECHNIEK TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

Bedrijfskunde MER. Onderwijs- en examenregeling AAFM, AVD en AHB. Vastgesteld per 1 september 2015

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

Human Resource Management

Uitvoeringsregeling/Bijlage behorend bij de Onderwijs- en Examenregeling van de Bacheloropleiding Molecular Science & Technology

Informatica. Onderwijs- en examenregeling

Bedrijfskunde (AVD) Bedrijfskunde MER (AVD) Financiële Dienstverlening (AVD)

Integrale Veiligheid. Onderwijs- en examenregeling AVB en AVD

Toelichting: tekst mag vervallen indien deze niet van toepassing is er moet een uitwerking worden opgenomen die specifiek is voor de opleiding

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven:

CONCEPTOER bacheloropleidingen. Facultair hoofdstuk Faculteit Gezondheidszorg

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) DEEL 1: AVANS GENERIEK

Financiële Dienstverlening (AVD) Bedrijfskunde MER (AVD) Bedrijfskunde (AVD)

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen. Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Bachelor Theologie

Deficiënties. bij de overstap van vwo naar universiteit voor de opleidingen Geneeskunde Tandheelkunde Diergeneeskunde.

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar Regeling Externe toezichthouders bij examens

BESLUIT: de volgende onderwijs- en examenregeling voor de opleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen:

Human Resource Management

BESLUIT COLLEGE VAN BESTUUR

OER facultair hoofdstuk 10 masteropleidingen faculteit Maatschappij & Recht

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

Management in de Zorg

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Algemene informatie

Toelating. Toelatingsonderzoek en deficiëntietoetsing 2016

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA

Small Business & Retail Management. Onderwijs- en examenregeling

De indeling van de sector Techniek

Onderwijs- en examenregeling

Erratum studiegids Bachelor opleiding Werktuigbouwkunde

Management in de Zorg


Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding Bio-informatica CROHO-nummer Graad: Bachelor of Applied Science

Onderwijs- en examenregeling

Datum vaststelling academiedirectie(s) Datum advies opleidingscommissie Datum instemming academieraden

Opleiding Communicatie

Transcriptie:

III Faculteit vastgesteld door de faculteitsdirectie op instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op goedkeuring van het College van Bestuur op Deze versie treedt in werking op 1 september 2014 en vervangt alle voorgaande versies. A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven: Artikel 17 Algemene inrichtingseisen In de studiegids/cursusbeschrijving staat vermeld in welke vorm het onderwijs van de cursussen wordt aangeboden. Voor cursussen die in een blended vorm worden aangeboden, wordt hierbij een voorbehoud gemaakt in verband met de tijdige beschikbaarheid van de gewenste digitale omgeving. De student kan aan deze omschrijving dan ook geen rechten ontlenen. Artikel 23 Studieadvies in de propedeutische fase Bepaalde opleidingen kennen geoormerkte cursussen die moeten zijn behaald om voor een positief studieadvies in aanmerking te komen. Indien van toepassing staat dit bij de betreffende opleiding onder sub C vermeld. Het betreft de opleidingen: - Bouwkunde - Civiele Techniek - Ruimtelijke Ordening en Planologie - Geodesie - Milieukunde Artikel 32 Inschrijving voor cursussen De student is zelf verantwoordelijk voor de inschrijving voor de cursussen, met uitzondering van de cursussen voor periode A van de propedeuse. In de studiegids is aangegeven wanneer de student zich voor de cursussen kan inschrijven. Inschrijving voor de cursus is voorwaarde tot deelname aan de cursus. Artikel 33 Inschrijving voor tentamens In de studiegids is aangegeven in welke periode studenten zich kunnen inschrijven voor tentamens, voor zover zij hiervoor niet zijn ingeschreven vanwege inschrijving voor de bijbehorende cursus. Artikel 34 Tentamenkansen Studenten van de Faculteit kunnen zich in hetzelfde studiejaar voor dezelfde cursus ten hoogste voor twee tentamenmogelijkheden inschrijven. Binnen de Faculteit kunnen onvoldoendes herkanst worden. De examencommissie kan besluiten dat een student ook een voldoende resultaat eenmalig mag herkansen, indien het behaalde voldoende resultaat het gevolg is van bijzondere omstandigheden als bedoeld in artikel 23 OER-HU of indien de student door het behouden van het behaalde voldoende resultaat onevenredig in zijn of haar belang is geschaad. Het laatst behaalde resultaat vervangt alle eerdere voor die toets behaalde resultaten. Artikel 40 Vrijstellingen a. Voor de aanvraag van een vrijstelling gelden de volgende procedurevoorschriften: Voor de aanvraag van een vrijstelling gebruikt de student het formulier dat door middel van de daartoe bestemde knop in het OSIRIS-student menu opgevraagd kan worden. De student print het ingevulde formulier uit en levert het ondertekend en voorzien van benodigde bewijsmaterialen in bij de examencommissie van het instituut waar hij/zij studeert. 1

b. De examencommissie ICT kan een vrijstelling verlenen vanwege eerder afgelegde tentamens of examens van de hieronder genoemde opleiding(en) waarvan de externe kwaliteitsborging voldoende adequaat is. Deze certificaten vormen de standaard in hun segment en voldoen daardoor in ruime mate aan de eisen die in de opleidingen aan deze kennis worden gesteld. Certificaatnaam / Combinaties Instituut / Opleiding** Cisco Certified Network Associate [640-802] Prometric of Pearson VUE Cisco Certified Network Associate [640-822 ICND1] Prometric of Pearson VUE CCNP Switching certificate [642-813- switch] Prometric of Pearson VUE CCNP Routing certificate [642-902-route] Implementing Cisco IOS Network Security (IINS) [640-544- IINS] Prometric of Pearson VUE Prometric of Pearson VUE Recentelijkheid, voor zover afwijken van OER-termijn geldig certificaat [minder dan 3 jaar geleden behaald.] geldig certificaat [minder dan 3 jaar geleden behaald.] geldig certificaat [minder dan 3 jaar geleden behaald.] geldig certificaat [minder dan 3 jaar geleden behaald.] geldig certificaat [minder dan 3 jaar geleden behaald.] ITIL V3 ITIL V3 én ASL Foundation én BiSL Foundation ASL Foundation én BiSL Foundation APM Group / EXIN APM Group / EXIN APM Group / EXIN Indien niet langer dan vijf jaar geleden behaald Indien niet langer dan vijf jaar geleden behaald Indien niet langer dan vijf jaar geleden behaald MS10775: Administering a Microsoft SQL Server 2012 Database Microsoft 70-640 én Microsoft 70-642 én Microsoft 70-646 Microsoft MCSE 2003 én Microsoft 70-649 Microsoft 70-410 én Microsoft 70-411 LPIC-1 LPIC-2 Novell/SUSE CLA CompTIA Linux+ Powered by LPI Diverse Microsoft gecertificeerde instituten.* Diverse Microsoft gecertificeerde instituten.* Diverse Microsoft gecertificeerde instituten. Diverse Microsoft gecertificeerde instituten.* Diverse door Linux Professional Institute gecertificeerde instituten* Diverse door Linux Professional Institute gecertificeerde instituten* Diverse door Novell gecertificeerde instituten* Diverse door CompTIA gecertificeerde instituten* Indien niet langer dan vijf jaar geleden behaald Geldigheid conform OER-HU Geldigheid conform OER-HU Geldigheid conform OER-HU Geldigheid conform OER-HU Geldigheid conform OER-HU Geldigheid conform OER-HU Geldigheid conform OER-HU * Het certificaat wordt in naam van de Microsoft, LPI, Novell of CompTIA verstrekt, niet op naam van het opleidingsinstituut. ** Al deze instituten zijn extern gecertificeerd, dan wel zelf wereldstandaard voor hun segment. c. De examencommissie IED kan een vrijstelling verlenen vanwege eerder afgelegde tentamens of examens van de hieronder genoemde opleiding(en) waarvan de externe kwaliteitsborging voldoende adequaat is. Deze certificaten vormen de standaard in hun segment en voldoen daardoor in ruime mate aan de eisen die in de opleidingen aan deze kennis worden gesteld. 2

Certificaatnaam / Combinaties Prince2 Foundation Instituut / Opleiding** Diverse instituten die geaccrediteerd zijn door APMG en die bevoegd zijn een Prince2 examen af te nemen en een certificaat af te geven. Recentelijkheid, voor zover afwijkend van OER-termijn geldig certificaat [minder dan 3 jaar geleden behaald.] Artikel 42 Getuigschriften De student vraagt zijn/haar getuigschrift zelf aan bij de examencommissie van het Instituut waar hij/zij studeert. Artikel 44 Vermelding cum laude of met genoegen Bij de berekening als bedoeld in lid 1 en 2 van artikel 44 worden eventuele niet-cijfermatige resultaten door de examencommissie meegewogen. Hiervoor gelden de volgende regels: a. De beoordeling voldaan/niet voldaan wordt buiten beschouwing gelaten. b. Als omrekeningstabel voor alfanumerieke beoordelingen die in eerdere jaren zijn gegeven geldt: Voldoende = 6 Ruim voldoende = 7 Goed = 8 Zeer goed = 9 Uitmuntend = 10 3

B. Nadere facultaire Regelgeving: De Faculteit kent de volgende nadere regelgeving die een integraal onderdeel van de OER vormen: 1. FNT-Huisregels 2. HU-Reglement Examencommissies 3. Tentamenreglement 4

C. Opleidingen van de Faculteit De Faculteit kent de volgende door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen bekostigde bacheloropleidingen en Associated degree-opleiding: 1 B Bouwkunde 2 B Bouwtechnische Bedrijfskunde 3 B Civiele Techniek 4 B Geodesie 5 B Ruimtelijke Ordening en Planologie 6 B Milieukunde 7 B Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek 8 B Chemie 9 B Chemische Technologie 10 B Elektrotechniek 11 B AOT-Techniek 12 B Industriële Automatisering 13 B Werktuigbouwkunde 14 B Technische Bedrijfskunde 15 B Informatica 16 B Technische Informatica 17 B Business IT & Management 18 Ad Chemische Technologie 5

1. B Bouwkunde 1.1 De kerngegevens van de opleiding Bouwkunde zijn de volgende: Naam opleiding: B Bouwkunde Engelse naam: B Architecture and Construction Engineering CROHO-nummer: 34263 Aangeboden te: Utrecht Loting: Nee Afstudeerrichting(en): Bouwtechniek (66 EC) (in afbouw) Bouwconstructies (69 EC) (in afbouw) Bouwfysica (69 EC) (in afbouw) Architectuur (69 EC) (in afbouw) Bouwprojectmanagement (69 EC) (in afbouw) Restauratie (69 EC) (in afbouw) Bouwuitvoeringsmanagement (69 EC) (in afbouw) Building Engineering (internationale klas) (60 EC) (in afbouw) Varianten: Voltijd en duaal Graad: Bachelor of Built Environment Afkorting graad: BBE Studielast: Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC bestaande uit:major (150 EC) en Minor (30 C). Excellentieprogramma: Honours Programma Eindkwalificaties: Na afronding van de opleiding zijn studenten in staat om: Een projectdefinitie (haalbaarheidsstudie, programma van eisen) te ontwikkelen en te formuleren Alternatieven en varianten in de ontwerpfase op te stellen en te beoordelen Projectinformatie, besteks- en indieningsgereed te maken De financiële gevolgen van ontwerpbeslissingen te berekenen Contractvorming te organiseren De uitvoering voor te bereiden De beheersaspecten tijdens de uitvoering te handhaven, bewaken en bij te sturen Projectgegevens te evalueren en terug te koppelen Algemene inrichting: 1.2 Propedeutisch examen (art. 28) De propedeutische fase van de opleiding Bouwkunde kent een propedeutisch examen. In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 1.3 Vooropleidingseisen 1.3.1 Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, nadere vooropleidingseisen. De nadere vooropleidingseisen zijn (nietgenoemde profielen zijn niet toelaatbaar): HAVO-diploma: Natuur en Gezondheid met Natuurkunde of Natuur, Leven en Technologie Economie en Maatschappij met Wiskunde B en Natuurkunde VWO-diploma: Natuur en Gezondheid met Natuurkunde of Natuur, Leven en Technologie Economie en Maatschappij met Natuurkunde MBO: Niveau 4. 6

De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de www.bachelors.hu.nl. 1.3.2 Voor de opleiding Bouwkunde kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. Personen jonger dan éénentwintig jaar, die wel beschikken over een HAVO- of VWO-diploma, maar niet met een in 1.3.1 genoemd profiel, dienen een deficiëntietoets af te leggen voor het ontbrekende vak, dan wel vakken. Door middel van de deficiëntietoets wordt getoetst of voldaan wordt aan de inhoudelijk vergelijkbare eisen van het HAVO-diploma. 1.3.3 Personen van éénentwintig jaar of ouder, die niet beschikken over een in 1.3.1. genoemde vooropleiding, dienen van het toelatingsonderzoek van de HU de toetsen Nederlands, Wiskunde en Natuurkunde met goed gevolg af te leggen. Daarnaast vindt een toelatingsgesprek plaats. 1.4 Aanvullende eisen voor beroepsuitoefening. Voor de opleiding Bouwkunde zijn bij ministeriële regeling geen specifieke eisen gesteld aan de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop de opleiding Bouwkunde voorbereidt. 1.5 Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24) De opleiding Bouwkunde kent na de propedeutische fase de in lid 1.1 genoemde afstudeerrichtingen. Deze afstudeerrichtingen kennen geen toegangsbeperking. 1.6 Bindend studieadvies (art. 23) 1.6.1 In aanvulling op het bepaalde in artikel 23 OER-HU worden voor het afgeven van een positief studieadvies geoormerkte vereisten gesteld. Voor de voltijdopleiding Bouwkunde moet TIGO-V01ABV1-14 behaald worden om aan de norm te voldoen. Voor studenten met een opgeschort advies in de duale variant van Bouwkunde geldt als eis dat één van de volgende 3 cursussen moet zijn behaald: TBWK-L03IBWO-13 TBWK-L04ARBI-13 TBWK-L03MACO-13 1.6.2 Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student deze opleiding niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. 2 B Bouwtechnische Bedrijfskunde 2.1 De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding: B Bouwtechnische Bedrijfskunde Engelse naam: B Construction Management CROHO-nummer: 34261 Aangeboden te: Utrecht Loting: Nee Afstudeerrichting(en): Regie stedelijke vernieuwing (69 EC) (in afbouw) Projectontwikkeling (69 EC) (in afbouw) Vastgoedbeheer (69 EC) (in afbouw) Varianten: Voltijd Graad: Bachelor of Built Environment Afkorting graad: BBE Studielast: Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC bestaande uit:major (150 EC) en Minor (30 C). Excellentieprogramma: Honours Programma Eindkwalificaties: Na afronding van de opleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde zijn studenten in staat om: 7

Een startnotitie te ontwikkelen waarbij een eenduidig doel is beschreven waaraan de betrokken partijen gaan werken en waarvan de mogelijke haalbaarheid wordt ingeschat. De haalbaarheid en risico s te onderzoeken binnen operationele, financiële en wettelijke kaders. Een programma van eisen op te stellen met betrekking tot de procedurele, functionele, technische, financiële en prestatie-eisen. Een projectplan te maken dat voldoet aan de gestelde eisen en waarin de beheersaspecten tijd, geld, kwaliteit, informatie en organisatie zijn uitgewerkt. Het projectplan te handhaven, te bewaken en bij te sturen binnen de gestelde randvoorwaarden. De productresultaten van adviseurs uit diverse vakdisciplines aan de hand van criteria te beoordelen. In het bouwproductieproces met diverse actoren te onderhandelen en deze te contracteren. Hiertoe zijn uitgangspunten voor het contracteren geformuleerd en zijn criteria voor het selecteren van contractpartijen opgesteld. Een strategisch ondernemingsplan te ontwikkelen. Het geaccepteerd krijgen van een product of dienst door stakeholders (zoals financiers en de eigen organisatie staat hierbij voorop. Een constructieve bijdrage te leveren aan innovaties in de gebouwde omgeving op basis van een afgerond innovatieplan. Algemene inrichting: 2.2 Propedeutisch examen (art. 28) De propedeutische fase van de opleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde kent een propedeutisch examen. In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 2.3 Vooropleidingseisen 2.3.1 Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, nadere vooropleidingseisen. De nadere vooropleidingseisen zijn (nietgenoemde profielen zijn niet toelaatbaar): HAVO-diploma: Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij VWO-diploma: Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij MBO: Niveau 4. De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op www.bachelors.hu.nl. 2.3.2 Voor de opleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. Personen jonger dan éénentwintig jaar die wel beschikken over een HAVO-of VWO-diploma, maar niet met een in 2.3.1 genoemd profiel, dienen een deficiëntietoets af te leggen voor het ontbrekende vak, dan wel vakken. Door middel van de deficiëntietoets wordt getoetst of voldaan wordt aan de inhoudelijk vergelijkbare eisen van het HAVO-diploma. 2.3.3 Personen van éénentwintig jaar of ouder, die niet beschikken over een in 2.3.1 genoemde vooropleiding, dienen van het toelatingsonderzoek van de HU de toetsen Nederlands en Wiskunde en een keuze uit Natuurkunde of Economie met goed gevolg af te leggen. Daarnaast vindt een toelatingsgesprek plaats. 2.4 Aanvullende eisen voor beroepsuitoefening 8

Voor de opleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde zijn bij ministeriële regeling geen specifieke eisen gesteld aan de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop de opleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde voorbereidt. 2.5 Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24) De opleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde kent na de propedeutische fase de in lid 2.1 genoemde afstudeerrichtingen. Deze afstudeerrichtingen kennen geen toegangsbeperking. 2.6 Bindend studieadvies (art. 23) 2.6.1 In aanvulling op het bepaalde in artikel 23 OER-HU worden voor het afgeven van een positief studieadvies de volgende geoormerkte vereisten gesteld: Voor de voltijdopleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde moet TIGO-V01ABV1-14 behaald worden om aan de norm te voldoen. 2.6.2 Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student deze opleiding niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. 3 B Civiele Techniek 3.1 De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding: B Civiele Techniek Engelse naam: B Civil Engineering CROHO-nummer: 34279 Aangeboden te: Utrecht Loting: Nee Afstudeerrichting(en): - Varianten: Voltijd en duaal Graad: Bachelor of Built Environment Afkorting graad: BBE Studielast: Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC bestaande uit:major (150 EC) en Minor (30 C). Excellentieprogramma: Honours Programma Eindkwalificaties: Na afloop van de opleiding zijn studenten in staat om: Projecten te initiëren en te ontwerpen: de student kent en begrijpt de gangbare werkwijzen rondom het opstellen van een programma van eisen (PvE) en is in staat ontwerpen hierop te toetsen. De student kan op basis van een analyse van het PvE alternatieven en varianten opstellen, deze beoordelen en hier een keuze uit maken (synthese). Te detailleren, te berekenen en te tekenen: de student is in staat om binnen de ontwerp- en specificatiefase. De student kent en begrijpt daartoe de eigenschappen en mogelijkheden van de bouwmaterialen (met name beton, staal en hout), de gedragingen van de ondergrond (grondmechanica), van watermassa s (vloeistofmechanica) en van grote constructies (constructieleer). De student kent en begrijpt de theorie rondom de diverse berekeningsmethoden en kan deze toepassen op complexe praktijksituaties. Ook is de student op de hoogte van de bouwtechnieken en in staat kwalitatief voldoende detailtekeningen te vervaardigen. De uitvoering van civieltechnische projecten te begeleiden: de student weet wat er bij de uitvoering nodig is en is in staat om een uitvoeringsplan op te stellen. Ook kan de student op een adequate wijze bouwplaatsmanagement en directie voeren. De zakelijke kant van een civieltechnisch project te regelen: de student kent de in de branche gebruikelijke methoden van projectmanagement. De student is in staat contractdocumenten op te stellen, een begroting en een planning te maken en een projectgebonden kwaliteitsbewaking te beschrijven. Het beheer en onderhoud van infrastructuur te realiseren: de student weet wat er komt kijken bij het beheer van een infrastructuur en is in staat de beheers- en onderhoudsfunctie voor de langere termijn vast te leggen in een plan. De handelingen detailleren, berekenen en tekenen (zoals ook bij 2 voorkomen) toe te passen op de waterbouwkunde: baggerwerken, dijkverbetering, sluizen en aquaducten. 9

De handelingen detailleren, berekenen en tekenen (zoals ook bij 2 voorkomen) toe te passen op infrastructurele werken als wegen, spoorwegen, tunnels, viaducten, riolering en nutsvoorzieningen. De handelingen detailleren, berekenen en tekenen (zoals ook bij 2 voorkomen) toe te passen op de utiliteitsbouw: grote gebouwen als stations, kantoren en ziekenhuizen. Algemene inrichting: 3.2 Propedeutisch examen (art. 28) De propedeutische fase van de opleiding Civiele Techniek kent een propedeutisch examen. In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 3.3 Vooropleidingseisen 3.3.1 Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, nadere vooropleidingseisen. De nadere vooropleidingseisen zijn (nietgenoemde profielen zijn niet toelaatbaar): HAVO-diploma: Natuur en Gezondheid met Natuurkunde of Natuur, Leven en Technologie VWO-diploma: Natuur en Gezondheid met Natuurkunde of Natuur, Leven en Technologie Economie en Maatschappij met Natuurkunde MBO: Niveau 4. De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op www.bachelors.hu.nl. 3.3.2 Voor de opleiding Civiele Techniek kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. Personen jonger dan éénentwintig jaar, die wel beschikken over een HAVO- of VWO-diploma, maar niet met een in 3.3.1 genoemd profiel, dienen een deficiëntietoets af te leggen voor het ontbrekende vak, dan wel vakken. Door middel van de deficiëntietoets wordt getoetst of voldaan wordt aan de inhoudelijk vergelijkbare eisen van het HAVO-diploma. 3.3.3 Personen van éénentwintig jaar of ouder, die niet beschikken over een in 3.3.1 genoemde vooropleiding, dienen van het toelatingsonderzoek van de HU de toetsen Nederlands, Wiskunde en Natuurkunde met goed gevolg af te leggen. Daarnaast vindt een toelatingsgesprek plaats. 3.4 Aanvullende eisen voor beroepsuitoefening Voor de opleiding Civiele Techniek zijn bij ministeriële regeling geen specifieke eisen gesteld aan de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop de opleiding Civiele Techniek voorbereidt. 3.5 Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24) De opleiding Civiele Techniek kent na de propedeutische fase de in lid 3.1 genoemde afstudeerrichtingen. Deze afstudeerrichtingen kennen geen toegangsbeperking. 3.6 Bindend studieadvies (art. 23) 3.6.1 In aanvulling op het bepaalde in artikel 23 OER-HU worden voor het afgeven van een positief studieadvies geoormerkte vereisten gesteld. Voor de voltijdopleiding Civiele Techniek moet TIGO-V01ABV1-14 behaald worden om aan de norm te voldoen. Voor studenten met een opgeschort advies in de duale opleiding geldt dat één van de volgende 3 cursussen moet zijn behaald: 10

TCTL-LGET1-10 TCTL-LTME1-09 TCTL-LWAT2-08 3.6.2 Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student de opleiding Civiele Techniek niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. 4 B Geodesie 4.1 De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding: B Geodesie Engelse naam: B Geodesy/Geo-Informatics CROHO-nummer: 34272 Aangeboden te: Utrecht Loting: Nee Afstudeerrichting(en): - Varianten: Voltijd en duaal Graad: Bachelor of Built Environment Afkorting graad: BBE Studielast: Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC bestaande uit:major (150 EC) en Minor (30 C). Excellentieprogramma: Honours Programma Eindkwalificaties: Na afloop van de opleiding zijn studenten in staat om: (Meet)gegevens in te winnen: de student kent en begrijpt de gangbare werkwijzen en natuurkundige principes van landmeetkundige, fotogrammetrische en hydrografische instrumenten. De student is in staat met landmeetkundige en GPS apparatuur metingen te verrichten en de ingewonnen gegevens te bewerken tot geometrische basisgegevens. De student kan de berekeningen uitvoeren die hiervoor nodig zijn. Daartoe behoren hoogte-, coördinaat- en GPS-basislijnberekeningen alsmede coördinaattransformaties. De student is in staat metingen te ontwerpen en daarbij de juiste methode te kiezen. Ook kan een student meetwerk van anderen analyseren en beoordelen. Geo-gegevens te beheren: de student is in staat om geo-gegevens op een verantwoorde manier op te slaan in een geo-informatie systeem en dit systeem te onderhouden. Daartoe kent en begrijpt de student de werking van dergelijke systemen, met speciale aandacht voor de opslagstructuur, de user-interface, de speciale bewerkingen en vooral de inbedding van een technisch systeem in een organisatie van professionals. De student is in staat om de gegevens te analyseren, te beoordelen en verbanden te leggen om daarmee tot betekenisvolle geo-informatie te komen. Geo-informatie te visualiseren: de student kent en begrijpt de belangrijkste principes van de kartografie, zoals kartografische grammatica, waarnemingspsychologie en grafische basisbeginselen. De student is in met deze kennis geo-informatie verantwoord te presenteren en door het analyseren van toepassingen te komen tot een juiste methodekeuze. De student kent tevens nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de presentatie zoals dynamische 3D-visualisaties en kan deze toepassingen. Geo-informatie te ontsluiten: de student is in staat geo-informatie voor uiteenlopende toepassingen te organiseren. De student kent daartoe het brede domein van de gebouwde omgeving en begrijpt de manier van werken van andere beroepsbeoefenaars. De student kan geo-informatie analyseren, toegankelijk maken en op de markt brengen. Geo-informatie op kwaliteit te beoordelen: de student is in staat om de waarde van geo-objecten en metingen te beoordelen op geometrische kwaliteit maar ook op andere aspecten zoals financiële, juridische, natuurkundige of maatschappelijke waarde. Hij begrijpt hiertoe de werking van de mathematische geodesie en kan deze kennis vertalen in weloverwogen uitspraken over de staat van bijvoorbeeld een object. Het adviseren bij ruimelijke ontwerpprocessen: de student is in staat om geo-informatie gebruik bij ruimtelijke beheer- en ontwerpprocessen te ondersteunen. Daartoe coördineert de student de betrokken op 11

het gebied van de planvorming. Naast technische en praktische is de student ook communicatief vaardig om dit te kunnen bewerkstelligen. Geo-info organisaties te managen: de student is in staat leiding te geven aan organisaties en processen voor totstandkoming en gebruik van geo-informatie. De student kent en begrijpt daartoe de relevante delen van de bedrijfskunde en de gangbare methoden van projectmanagement en is in staat deze zinvol toe te passen. Geo-ICT toepassingen te ontwerpen: de student is in staat ICT-toepassingen voor geo-informatie systemen te ontwerpen en de bouw te begeleiden. De student heeft daartoe inzicht in programmeren, database ontwerp en methoden van systeemontwerp. Algemene inrichting: 4.2 Propedeutisch examen (art. 28) De propedeutische fase van de opleiding Geodesie kent een propedeutisch examen. In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 4.3 Vooropleidingseisen 4.3.1 Voor de opleiding Geodesie gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, de volgende vooropleidingseisen (niet genoemde profielen zijn niet toelaatbaar): HAVO-diploma: Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij VWO-diploma: Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij Cultuur en Maatschappij met Wiskunde A of B MBO: Niveau 4. De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op www.bachelors.hu.nl. 4.3.2 Voor de opleiding Geodesie kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. Personen jonger dan éénentwintig jaar, die wel beschikken over een HAVO- of VWO-diploma, maar niet met een in 4.3.1 genoemd profiel, dienen voor toelating een deficiëntietoets af te leggen voor het ontbrekende vak, dan wel vakken. Door middel van de deficiëntietoets wordt getoetst of voldaan wordt aan de inhoudelijk vergelijkbare eisen van het HAVO-diploma. 4.3.3 Personen van éénentwintig jaar of ouder, die niet beschikken over een in 4.3.1 genoemde vooropleiding, dienen van het toelatingsonderzoek van de HU de toetsen Nederlands, Wiskunde en Natuurkunde met goed gevolg af te leggen. Daarnaast vindt een toelatingsgesprek plaats. 4.4 Aanvullende eisen voor beroepsuitoefening Voor de opleiding Geodesie zijn bij ministeriële regeling geen specifieke eisen gesteld aan de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop een opleiding voorbereidt. 4.5 Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24) De opleiding Geodesie kent na de propedeutische fase geen nadere afstudeerrichtingen. 4.6 Bindend studieadvies (art. 23) 12

4.6.1 In aanvulling op het bepaalde in artikel 23 OER-HU worden voor het afgeven van een positief studieadvies geoormerkte vereisten gesteld. Voor de voltijdopleiding Geodesie moet TIGO-V01ABV1-14 behaald worden om aan de norm te voldoen. Voor de duale variant van de opleiding Geodesie zijn geen aanvullende eisen gesteld. 4.6.2 Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student de opleiding Geodesie niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. 5 B Ruimtelijke Ordening en Planologie 5.1 De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding: B Ruimtelijke Ordening en Planologie Engelse naam: B Urban and Regional Planning CROHO-nummer: 34282 Aangeboden te: Utrecht Loting: Nee Afstudeerrichting(en): - Varianten: Voltijd Graad: Bachelor of Built Environment Afkorting graad: BBE Studielast: Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC bestaande uit:major (150 EC) en Minor (30 C). Excellentieprogramma: Honours Programma Eindkwalificaties: Na afronding van de opleiding zijn studenten in staat om: Beleid te vormen: Stelt een haalbaar (politiek, financieel, maatschappelijk) beleidsadvies op. Beleid te implementeren: Vertaalt vastgesteld (ruimtelijk) beleid in praktische uitvoerings- (deel)plannen. Realiseert deze deelplannen, in goed overleg met de betrokkenen, binnen de gestelde kaders. Adviseren: Adviseert passend, gezien de vraagstelling, de situatie, de omstandigheden en het kader. Een ruimtelijk ontwerp te maken: Maakt een ruimtelijk ontwerp / plan op basis van een Programma van Eisen dat kan dienen als basis voor besluitvorming. Een planologisch onderzoek uit te voeren: Verricht onderzoek en legt de resultaten, binnen de daarvoor gestelde tijdsbestek, vast in een valide onderzoeksrapport: Leiding te geven aan een projectteam (dit is niet zozeer een start als wel een doorgroei competentie). Geeft leiding aan een team op dusdanige wijze dat - binnen de gestelde randvoorwaarden en met het team - een projectresultaat wordt gerealiseerd. Financiële plannen te berekenen en te beheren: Berekent en presenteert financiële consequenties van ruimtelijke ingrepen inzichtelijk ten behoeve van de besluitvorming. Een multi-actorenproces te ontwerpen en te begeleiden: Werkt efficiënt en doelmatig samen met betrokkenen aan projecten en processen met een goed en duurzaam resultaat. Te communiceren met belanghebbenden: Beheerst diverse communicatietechnieken. Stelt een communicatieplan op waarbij sprake is van een doelgerichte toepassing van verschillende communicatiemiddelen Een plan juridisch te begeleiden: Vertaalt beleid naar een juridisch haalbaar plan, handelt bezwaar- en beroepsschriften af en adviseert ten aanzien van planschade en PPS constructies Algemene inrichting: 5.2 Propedeutisch examen (art. 28) De propedeutische fase van de opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie kent een propedeutisch examen. In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 13

5.3 Vooropleidingseisen 5.3.1 Voor de opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, de volgende vooropleidingseisen (niet genoemde profielen zijn niet toelaatbaar): HAVO-diploma: Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij VWO-diploma: Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij MBO: Niveau 4. De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op www.bachelors.hu.nl. 5.3.2 Voor de opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. Personen jonger dan éénentwintig jaar die wel beschikken over een HAVO- of VWO-diploma, maar niet met een in 5.3.1 genoemd profiel, dienen hiervoor een deficiëntietoets af te leggen voor het ontbrekende vak, dan wel vakken. Door middel van de deficiëntietoets wordt getoetst of voldaan wordt aan de inhoudelijk vergelijkbare eisen van het HAVO-diploma. 5.3.3 Personen van éénentwintig jaar of ouder, die niet beschikken over een vooropleiding als genoemd in 5.3.1, dienen van het toelatingsonderzoek van de HU de toetsen Nederlands en Wiskunde en een keuze uit Natuurkunde of Economie met goed gevolg af te leggen. Daarnaast vindt een toelatingsgesprek plaats. 5.4 Aanvullende eisen voor beroepsuitoefening Voor de opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie zijn bij ministeriële regeling geen specifieke eisen gesteld aan de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop een opleiding voorbereidt. 5.5 Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24) De opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie kent geen nadere afstudeerrichtingen. 5.6 Bindend studieadvies (art.23) 5.6.1 In aanvulling op het bepaalde in artikel 23 OER-HU worden voor het afgeven van een positief studieadvies geoormerkte vereisten gesteld. Voor de voltijdopleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie moet TIGO-V01ABV1-14 behaald worden om aan de norm te voldoen. 5.6.2 Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student de opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. 6 B Milieukunde 6.1 De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding: B Milieukunde Engelse naam: B Environment CROHO-nummer: 34284 Aangeboden te: Utrecht Loting: Nee Afstudeerrichting(en): - Varianten: duaal 14

Graad: Afkorting graad: Studielast: Bachelor of Built Environment BBE Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC bestaande uit:major (150 EC) en Minor (30 C). Excellentieprogramma: - Eindkwalificaties: Na afronding van de opleiding zijn studenten in staat om de volgende beroepscompenties te hanteren: Torenvalk-blik (inzoomen en uitzoomen): Het duidelijk kunnen maken aan opdrachtgevers van de relatie tussen de relevante domeinen (algemene milieuproblematiek, ruimtelijk beleid, natuurwaarden, leefbaarheid, duurzaamheid etc.) en concrete of potentiële milieuvraagstukken, en op basis daarvan kunnen onderbouwen van de keuze voor de optimale ontwikkelingsrichting, of van het optimale beleidsalternatief voor milieu en duurzaamheid. Producten en processen: Het analyseren van milieu- en duurzaamheidaspecten van producten, productieketens en processen en het aangeven van wegen ter verbetering ten behoeve van opdrachtgevers en vergunningverlenende instanties. Gedrag en verspreiding van stoffen: De mechanismen en de effecten van de verspreiding van stoffen in het milieu kunnen verklaren voor beleidsmakers en uitvoerenden en het aangeven van bijpassende oplossingsrichtingen. Inventarisatie-, beheers- en hersteltechnieken: Het voorbereiden, begeleiden en interpreteren van onderzoeken naar verontreinigings- en verstoringssituaties en het aangeven van geëigende beheersmaatregelen of hersteltechnieken om aan de geldende normstellingen en streefwaarden (die mogelijk onderling conflicterend zijn, dan wel moeilijk realiseerbaar) te voldoen. Concrete oplossingen: Het uitwerken van oplossingsrichtingen tot concrete oplossingen die juridisch en politiek haalbaar zijn, ruimtelijk inpasbaar zijn en die binnen het beschikbare budget kunnen worden uitgevoerd. Hieronder vallen ook het maken van budgetvoorstellen en offertes en het begroten en bewaken van eigen inzet. Ethisch handelen: Het handhaven van algemeen aanvaarde ethische normen ten aanzien van natuur en milieu in activiteiten die met de functie verband houden. Algemene inrichting: 6.2 Propedeutisch examen (art. 28) De propedeutische fase van de opleiding Milieukunde kent een propedeutisch examen. In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 6.3 Vooropleidingseisen 6.3.1 Voor de duale opleiding Milieukunde gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, de volgende vooropleidingseisen (niet genoemde profielen zijn niet toelaatbaar): HAVO-diploma: Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij met Scheikunde VWO-diploma: Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij met Scheikunde 1 MBO: Niveau 4. De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven www.bachelors.hu.nl. 15

6.3.2 Voor de opleiding Milieukunde kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. Personen jonger dan éénentwintig jaar, die wel beschikken over een HAVO- of VWO-diploma, maar niet met een in 6.3.1 genoemd profiel, dienen hiervoor een deficiëntietoets af te leggen voor het ontbrekende vak, dan wel vakken. Door middel van de deficiëntietoets wordt getoetst of voldaan wordt aan de inhoudelijk vergelijkbare eisen van het HAVO-diploma. 6.3.3 Personen van éénentwintig jaar of ouder, die niet beschikken over een in 6.3.1 genoemde vooropleiding, dienen van het toelatingsonderzoek van de HU de toetsen Nederlands en Wiskunde en een keuze uit Scheikunde of Natuurkunde met goed gevolg af te leggen. Daarnaast vindt een toelatingsgesprek plaats. 6.4 Aanvullende eisen voor beroepsuitoefening Voor de opleiding Milieukunde zijn bij ministeriële regeling geen specifieke eisen gesteld aan de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop een opleiding voorbereidt. 6.5 Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24) De opleiding Milieukunde kent na de propedeutische fase geen nadere afstudeerrichtingen. 6.6 Bindend studieadvies 6.6.1 In aanvulling op het bepaalde in artikel 23 OER-HU worden voor het afgeven van een positief studieadvies geoormerkte vereisten gesteld. Voor de opleiding Milieukunde moet de cursus TMIL-L04MGB-13 behaald zijn om aan de norm te voldoen. 6.6.2 Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student de opleiding Milieukunde niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. 7 B Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek (Life Sciences) 7.1 De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding: B Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek Engelse naam: B Biology and Medical Laboratory Research CROHO-nummer: 34397 Aangeboden te: Utrecht Afstudeerrichting(en): Microbiology (90 EC) Biomolecular Research (90 EC) Zoology (90 EC) Loting: Nee Varianten: Voltijd, deeltijd en duaal Graad: Bachelor of Applied Sciences Afkorting graad: BAS Studielast: Propedeuse: 60 EC Hoofdfase voltijd: 180 EC, bestaande uit: Major (150 EC) en Minor (30 EC) Hoofdfase deeltijd en duaal: 180 EC Excellentieprogramma: Honours Programma Eindkwalificaties: De studenten hebben de volgende competenties behaald: Onderzoeken (niveau III): onderzoek doen binnen het domein dat ofwel bijdraagt aan de oplossing van een probleem, ofwel leidt tot een groter inzicht in een onderwerp binnen de eigen werkomgeving. Experimenteren (niveau III): experimenten uitvoeren binnen het domein zodat betrouwbare resultaten worden verkregen. 16

Beheren en coördineren (niveau I): ontwikkelen, implementeren en onderhouden van beheerssystemen of onderdelen daarvan, zodat het systeem voldoet aan de betreffende wet- en regelgeving, kwaliteitsnormen en de normen en waarden van een organisatie. Adviseren, in- en verkopen (niveau I): geven van goed onderbouwde adviezen over het ontwerpen, verbeteren of toepassen van producten, processen en methoden en renderende transacties tot stand brengen met goederen of diensten binnen het domein. Instrueren, begeleiden, doceren en coachen (niveau I): instrueren en begeleiden van medewerkers en klanten bij het aanleren van nieuwe kennis en vaardigheden binnen het domein. Leidinggeven en managen (niveau I): richting en sturing geven aan organisatieprocessen en de daarbij betrokken medewerkers om de doelen te realiseren van het organisatieonderdeel of het project waar leiding aan gegeven wordt. Zelfsturing (niveau II): zichzelf sturen in zijn functioneren en zijn ontwikkeling en zorgen dat hij qua kennis en vaardigheden op de hoogte is van de nieuwste ontwikkelingen, ook in relatie tot ethische dilemma s en maatschappelijk geaccepteerde normen en waarden. Toelichting niveaus: Niveau I: effectief gedrag tonen als de omgeving daartoe directe aanleiding geeft. Trefwoorden: uitvoeren, in opdracht van Niveau II: effectief gedrag tonen op basis van eigen initiatief Trefwoorden: oplossen, analyseren Niveau III: effectief gedrag van anderen in de directe omgeving versterken, in het bijzonder door voorbeeldgedrag. Trefwoorden: integreren, ontwikkelen, transfer van kennis en vaardigheden. Algemene inrichting: 7.2 Propedeutisch examen (art.28) De propedeutische fase van de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek kent een propedeutisch examen. In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 7.3 Vooropleidingseisen 7.3.1 Voor de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, de volgende vooropleidingseisen (niet genoemde profielen zijn niet toelaatbaar): HAVO-diploma: Natuur en Gezondheid VWO-diploma: Natuur en Gezondheid MBO: Niveau 4. Voor de duale opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek is geen instroom meer mogelijk. De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op www.bachelors.hu.nl. 7.3.2 Voor de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. Personen jonger dan éénentwintig jaar, die wel beschikken over een HAVO- of VWO-diploma, maar niet met een in 7.3.1 genoemd profiel, dienen hiertoe een deficiëntietoets af te leggen voor het ontbrekende vak, dan wel vakken. Door middel van de deficiëntietoets wordt getoetst of voldaan wordt aan de inhoudelijk vergelijkbare eisen van het HAVO-diploma. 17

7.3.3 Personen van éénentwintig jaar of ouder, die niet beschikken over een in 7.3.1 genoemde vooropleiding, dienen van het toelatingsonderzoek van de HU de toetsen Nederlands, Wiskunde en Scheikunde met goed gevolg af te leggen. Daarnaast vindt een toelatingsgesprek plaats. 7.4 Aanvullende eisen voor beroepsuitoefening Voor de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek zijn bij ministeriële regeling geen specifieke eisen gesteld aan de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop de opleiding voorbereidt. 7.5 Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24) De opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek kent na de propedeutische fase de in lid 7.1 genoemde afstudeerrichtingen. Deze afstudeerrichtingen kennen geen toegangsbeperking. 7.6 Bindend studieadvies (art.23) 7.6.1 Voor het afgeven van een positief studieadvies als bedoeld in artikel 23 OER-HU wordt geen geoormerkte vereiste gesteld. 7.6.2 Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. 7.7 Deeltijdopleiding De inrichting van de deeltijdopleiding wijkt op de volgende punten af van de inrichting van de voltijdopleiding: Voor toelating tot de deeltijdvariant dient de student gedurende de duur van de opleiding werkzaam te zijn in een medisch-biologische laboratoriumfunctie, of een andere passende functie te hebben in het relevante werkveld. Het deeltijdprogramma wordt gecomprimeerd aangeboden. Bepaalde werkzaamheden kunnen als cursus worden aangemerkt, waarbij de daarin verworven competenties worden getoetst. Zie voor toelichting de studiegids. 8 B Chemie 8.1 De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding: B Chemie Engelse naam: B Chemistry CROHO-nummer: 34396 Aangeboden te: Utrecht Loting: Nee Afstudeerrichting(en): Research and Development (90 EC) Analytical Science (90 EC) Varianten: Voltijd, deeltijd en duaal Graad: Bachelor of Applied Sciences Afkorting graad: BAS Studielast: Propedeuse: 60 EC Hoofdfase voltijd: 180 EC bestaande uit: Major (150 EC) en Minor (30 EC) Hoofdfase deeltijd en duaal: 180 EC Excellentieprogramma: Honours Programma Eindkwalificaties: De studenten hebben de volgende competenties behaald: Onderzoeken (niveau III): onderzoek doen binnen het domein dat ofwel bijdraagt aan de oplossing van een probleem, ofwel leidt tot een groter inzicht in een onderwerp binnen de eigen werkomgeving. Experimenteren (niveau III): experimenten uitvoeren binnen het domein zodat betrouwbare resultaten worden verkregen. 18

Beheren en coördineren (niveau I): ontwikkelen, implementeren en onderhouden van beheerssystemen of onderdelen daarvan, zodat het systeem voldoet aan de betreffende wet- en regelgeving, kwaliteitsnormen en de normen en waarden van een organisatie. Adviseren, in- en verkopen (niveau I): geven van goed onderbouwde adviezen over het ontwerpen, verbeteren of toepassen van producten, processen en methoden en renderende transacties tot stand brengen met goederen of diensten binnen het domein. Instrueren, begeleiden, doceren en coachen (niveau I): instrueren en begeleiden van medewerkers en klanten bij het aanleren van nieuwe kennis en vaardigheden binnen het domein. Leidinggeven en managen (niveau I): richting en sturing geven aan organisatieprocessen en de daarbij betrokken medewerkers om de doelen te realiseren van het organisatieonderdeel of het project waar leiding aan gegeven wordt. Zelfsturing (niveau II): zichzelf sturen in zijn functioneren en zijn ontwikkeling en zorgen dat hij qua kennis en vaardigheden op de hoogte is van de nieuwste ontwikkelingen, ook in relatie tot ethische dilemma s en maatschappelijk geaccepteerde normen en waarden. Toelichting niveaus: Niveau I: effectief gedrag tonen als de omgeving daartoe directe aanleiding geeft. Trefwoorden: uitvoeren, in opdracht van Niveau II: effectief gedrag tonen op basis van eigen initiatief Trefwoorden: oplossen, analyseren Niveau III: effectief gedrag van anderen in de directe omgeving versterken, in het bijzonder door voorbeeldgedrag. Trefwoorden: integreren, ontwikkelen, transfer van kennis en vaardigheden. Algemene inrichting: 8.2 Propedeutisch examen (art.28) De propedeutische fase van de opleiding Chemie kent een propedeutisch examen. In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 8.3 Vooropleidingseisen 8.3.1 Voor de opleiding Chemie gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, de volgende vooropleidingseisen (niet genoemde profielen zijn niet toelaatbaar): HAVO-diploma: Natuur en Gezondheid VWO-diploma: Natuur en Gezondheid MBO: Niveau 4. Voor de duale opleiding Chemie is geen instroom meer mogelijk. De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op www.bachelors.hu.nl. 8.3.2 Voor de opleiding Chemie kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. Personen jonger dan éénentwintig jaar die wel beschikken over een HAVO- of VWO diploma maar niet met een in 8.3.1 genoemd profiel, dienen een deficiëntietoets af te leggen voor het ontbrekende vak, dan wel vakken. Door middel van de deficiëntietoets wordt getoetst of voldaan wordt aan de inhoudelijk vergelijkbare eisen van het HAVO-diploma. 19

8.3.3 Personen van éénentwintig jaar of ouder, die niet beschikken over een in 8.3.1 genoemde vooropleiding, dienen van het toelatingsonderzoek van de HU de toetsen Nederlands, Wiskunde en Scheikunde met goed gevolg af te leggen. Daarnaast vindt een toelatingsgesprek plaats. 8.4 Aanvullende eisen voor beroepsuitoefening Voor de opleiding Chemie zijn bij ministeriële regeling geen specifieke eisen gesteld aan de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop de opleiding voorbereidt. 8.5 Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24) De opleiding Chemie kent na de propedeutische fase de in lid 8.1 genoemde afstudeerrichtingen. Deze afstudeerrichtingen kennen geen toegangsbeperking. 8.6 Bindend studieadvies (art. 23) 8.6.1 Voor het afgeven van een positief studieadvies als bedoeld in artikel 23 OER-HU wordt geen geoormerkte vereiste gesteld. 8.6.2 Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student de opleiding Chemie niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. 8.6.3 Het studieadvies voor de opleiding Chemie strekt zich tevens uit tot de Bacheloropleiding Chemische Technologie en de Associate degree opleiding Chemische Technologie. 8.7 Deeltijdopleiding De inrichting van de deeltijdopleiding wijkt op de volgende punten af van de inrichting van de voltijdopleiding: Voor toelating tot de deeltijdopleiding Chemie geldt dat de student dient te beschikken over een passende functie in het relevante werkveld. Het deeltijdprogramma wordt gecomprimeerd aangeboden. Bepaalde werkzaamheden kunnen als cursus worden aangemerkt, waarbij de daarin verworven competenties worden getoetst. Zie voor toelichting de studiegids. 9 B Chemische Technologie 9.1 De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding: B Chemische Technologie Engelse naam: B Chemical Engineering CROHO-nummer: 34275 Aangeboden te: Utrecht, Velsen Loting: Nee Afstudeerrichting(en): - Varianten: Voltijd en duaal Graad: Bachelor of Applied Sciences Afkorting graad: BAS Studielast: Propedeuse: 60 EC Hoofdfase voltijd: 180 EC, bestaande uit: Major (150 EC) en Minor (30EC) Hoofdfase duaal: 180 EC Excellentieprogramma: Honours Programma Eindkwalificaties: Na afronding van de opleiding zijn studenten in staat om: Onderzoeken (niveau II): onderzoek doen binnen het domein dat ofwel bijdraagt aan de oplossing van een probleem, ofwel leidt tot een groter inzicht in een onderwerp binnen de eigen werkomgeving. Experimenteren (niveau II): experimenten uitvoeren binnen het domein zodat betrouwbare resultaten worden verkregen. Ontwikkelen (niveau II): ontwikkelen, verbeteren of implementeren van producten, processen of methoden in het domein op basis van bestaande kennis. 20