beknopte handleiding hp photosmart 1215/1115



Vergelijkbare documenten
hp photosmart 1315 beknopte handleiding

hp photosmart 7550 beknopte handleiding

Uw gebruiksaanwijzing. HP PHOTOSMART 100

hp photosmart 130 handleiding foto's afdrukken

Hier beginnen. Inktcartridges uitlijnen zonder een computer

hp photosmart 7150 beknopte handleiding

Handleiding voor printersoftware

Uw gebruiksaanwijzing. HP PHOTOSMART 130

De inhoud van de verpakking controleren

Afdrukproblemen. Afdrukkwaliteit

HP DeskJet 720C Series printer. Zeven eenvoudige stappen voor het installeren van uw printer

Naslagkaart voor de 5210n / 5310n

Speciale afdrukmethoden en - materialen

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

Afdrukmateriaal plaatsen in de standaardlade voor 250 vel

D4600 Duplex Photo Printer

Begin hier. Controleer de inhoud van de doos. De inhoud kan per doos verschillend zijn. *Is mogelijk bijgeleverd. Installatie-cd.

Gebruikers van een USB-kabel: Sluit de USB-kabel pas aan in stap A2. Alle tape verwijderen en het scherm omhoog klappen

Versienotities voor de klant Fiery EXP4110, versie 1.1SP1 voor Xerox 4110

Uw gebruiksaanwijzing. SHARP AL-1633/1644

Eenvoudige afdruktaken

BEKNOPTE HANDLEIDING INHOUD. voor Windows Vista

De inhoud van de verpakking controleren

Berichten op het voorpaneel

X84-X85 Scan/Print/Copy

Printerproblemen oplossen

In deze sectie komen de volgende onderwerpen aan de orde:

hp photosmart 100 Foto s afdrukken

LASERJET PRO 400 MFP. Naslaggids M425

Printerproblemen oplossen

Installatie handleiding

CycloAgent v2 Handleiding

Overzicht van opties voor service en ondersteuning

Digitale camera Softwarehandleiding

Nl_Rhomba CLE.fm Page 29 Wednesday, January 7, :02 PM. Nederlands Overzicht (zie afbeelding op buitenblad)

Alle tape verwijderen en display omhoog

hp photosmart 230 beknopte handleiding

Installeren van het stuurprogramma USB-Audiostuurprogramma Installatiehandleiding (Windows)

Externe apparatuur Gebruikershandleiding

LASERJET PRO 200 COLOR MFP. Naslaggids M276

AL-1633 AL-1644 DIGITAAL MULTIFUNCTIONEEL SYSTEEM SOFTWARE INSTALLATIE HANDLEIDING

P-touch Editor starten

Afdrukken vanuit een Windows-omgeving

hp photosmart 140 series naslaggids

Opmerking: Stel de geleiders in op de juiste positie met behulp van de formaatindicatoren aan de onderkant van de lade.

Eenvoudige afdruktaken

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

Externe apparatuur. Gebruikershandleiding

(2) Handleiding Computer Configuratie voor USB ADSL modem

Inhoudsopgave. Deze verkorte handleiding helpt u om aan de slag te gaan met de IRIScan TM Mouse 2.

Online Handleiding Start

Speciaal afdrukmateriaal

Nederlands. Multifunctionele. Digitale camera. Gebruikershandleiding

Een fax verzenden. Het bedieningspaneel gebruiken. De computer gebruiken

Configuratiesoftware voor NetWare-netwerken

Kopiëren > Instellingen > Pagina's per zijde. Voor printermodellen zonder touchscreen drukt u op om door de instellingen te navigeren.

Dick Grooters Raadhuisstraat GM Best tel: Printen en Scannen

Software-updates Gebruikershandleiding

Uw gebruiksaanwijzing. HP PHOTOSMART 7350

2 mei Remote Scan

hp photosmart 240 series naslaggids

Korte installatiehandleiding voor de datakabel DKU-5

mobile PhoneTools Gebruikershandleiding

Deze verkorte handleiding helpt u om aan de slag te gaan met de IRIScan TM Mouse Executive 2.

Versienotities voor de klant Xerox EX Print Server Powered by Fiery voor de Xerox igen4 Press, versie 3.0

Fiery Driver Configurator

Installatiehandleiding MF-stuurprogramma

Universele handleiding stuurprogramma s

HP Photosmart Dock voor digitale camera's Nederlands. Verwijdering van afgedankte apparatuur door privé-gebruikers in de Europese Unie

Samsung Drive Manager - veelgestelde vragen

P-touch Transfer Manager gebruiken

HP Photosmart 7800 series Gebruikershandleiding. Nederlands

Bluetooth-eenheid BU-20 Handleiding voor afdrukken. Inhoudsopgave Voorafgaand aan de ingebruikname...2 Voorzorgsmaatregelen...3 Afdrukken...

QL-500 QL-560 QL-570 QL-650TD QL-1050

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken

Z65n Color Jetprinter

Externe apparatuur. Gebruikershandleiding

1 Haal de printer en alle accessoires uit de doos. Controleer of de volgende onderdelen aanwezig zijn: Installatiehandleiding

Installatiehandleiding voor e.dentifier2 software

hp deskjet 948c/940c/920c series leren werken met de printer... 1

Wifi-instellingengids

Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003

HP LaserJet P2030-serie-printer. Paper and Print Media Guide

Printersoftware. De printersoftware. De Epson-software bevat de software voor de printerdriver en EPSON Status Monitor 3.

Afdrukopties aanpassen

Graag voor gebruik lezen. Borduurwerk editing software. Installatiegids

Universeellader vullen

Papierstoringen. Phaser 6200-kleurenlaserprinter

Schakel in Windows 10 automatische driver update uit : Uitleg driver (her) installeren nadat Windows 10 automatisch de driver heeft geüpdatet.

Korte installatiehandleiding voor de datakabel CA-42

Software-updates Gebruikershandleiding

Versienotities voor de klant Xerox EX Print Server, Powered by Fiery voor de Xerox Color 800/1000 Press, versie 1.3

Externe apparatuur Gebruikershandleiding

Installatiehandleiding

Software-updates Handleiding

Praktijkoefening - Het installeren van een printer in Windows Vista

AR-M160 AR-M205 DIGITAAL MULTIFUNCTIONEEL SYSTEEM SOFTWARE INSTALLATIE HANDLEIDING

Uw gebruiksaanwijzing. LEXMARK P700

Nieuw toegevoegd: Uitleg driver (her) installeren nadat Windows 8 en Windows 8.1 automatisch de driver heeft geüpdatet.

Media laden. Afdrukken. Afdrukmaterialen. Toebehoren. Problemen oplossen. Beheer

Transcriptie:

beknopte handleiding hp photosmart 1215/1115

Copyright 2001 Hewlett-Packard Company Alle rechten zijn voorbehouden. Niets uit dit document mag worden gefotokopieerd, gereproduceerd of vertaald in een andere taal zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard Company. De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Hewlett-Packard is niet aansprakelijk voor fouten in dit materiaal noch voor indirecte schade in verband met de aflevering, het functioneren of het gebruik van dit materiaal. Adobe, Acrobat en Reader zijn geregistreerde handelsmerken van Adobe Systems, Inc. CompactFlash, CF en het CF-logo zijn handelsmerken van de CompactFlash Association (CFA). HP, het HP-logo, JetSend en PhotoSmart zijn eigendom van Hewlett-Packard Company. Mac, het Mac-logo en Macintosh zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Computer, Inc. IBM is een geregistreerde handelsmerk en Microdrive is een handelsmerk van International Business Machines Corporation. Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Palm, Palm III, Palm V en Palm VII zijn geregistreerde handelsmerken van 3Com Corporation of haar dochtermaatschappijen. Pentium is een geregistreerd handelsmerk van Intel Corporation. SmartMedia is een handelsmerk van het SSFDC Forum. Andere merken en hun producten zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectieve eigenaren.

inhoudsopgave Hoofdstuk 1 introductie... 1 de on line gebruikershandleiding bekijken... 1 informatieoverzicht... 2 printeronderdelen... 4 bedieningspaneel... 5 indicatorlampjes... 6 de printer installeren... 6 onderdelen die u nodig hebt... 6 papier laden... 8 printercartridges vervangen of installeren... 11 de printer gebruiken met een computer... 13 Hoofdstuk 2 leren werken met de printer... 15 menu tools (functies)... 15 de printerinstellingen aanpassen vanuit het bedieningspaneel... 16 testpagina... 17 papiertype en -formaat... 17 paginalay-out... 18 foto s bijsnijden... 20 helderheid van foto s... 20 fotokleur (model 1215)... 21 standaardfabrieksinstellingen... 21 informatie over geheugenkaarten... 22 typen geheugenkaarten... 22 een geheugenkaart plaatsen... 23 Hoofdstuk 3 afdrukken zonder een computer... 25 papiertype en papierformaat... 25 i

foto s afdrukken vanuit een geheugenkaart... 26 kiezen welke foto s u wilt afdrukken... 27 een indexpagina afdrukken... 27 foto s kiezen via het bedienings-paneel... 28 een foto annuleren... 30 Hoofdstuk 4 problemen oplossen... 31 belangrijke informatie voor Windows-pc s... 31 problemen met de software... 33 hardwareproblemen... 34 afdrukproblemen... 37 foutberichten... 39 Hoofdstuk 5 specificaties... 41 ii

introductie 1 Hartelijk dank voor de aanschaf van deze kleurenprinter HP PhotoSmart 1215/1115! Uw nieuwe printer drukt alles af, van zwart/witte tekstdocumenten van hoge kwaliteit tot kleurenfoto s. Voordat u aan de slag gaat, moet u de printer installeren. Gebruik daarvoor de meegeleverde installatiekaart. In deze handleiding wordt beschreven hoe u uw nieuwe printer moet gebruiken. De handleiding bevat een naslaggids om uw bekend te maken met de printer en veel informatie over afdrukken en het oplossen van eventuele problemen. Als u de informatie die u zoekt niet in deze handleiding vindt, raadpleegt u de on line Gebruikershandleiding. de on line gebruikershandleiding bekijken Opmerking: Als u de on line Gebruikershandleiding wilt bekijken, moet Adobe Acrobat Reader versie 4.0 of hoger zijn geïnstalleerd. Als u niet beschikt over Acrobat Reader, wordt gevraagd of u het wilt installeren vanaf de HP PhotoSmart-cd, zodat u de on line Gebruikershandleiding kunt bekijken. Nadat u de HP PhotoSmart-software op de computer hebt geïnstalleerd, kunt u de on line Gebruikershandleiding bekijken. De on line Gebruikershandleiding bekijken: Windows-pc: Kies in het menu Start achtereenvolgens Programma s, HP PhotoSmart, Photo Printing (Foto s afdrukken), Tools and Information (Functies en informatie), View printer users guides (Gebruikershandleidingen bekijken). Macintosh: Selecteer in de map User Docs uw taal en open daarna het bestand met de naam hp photosmart user guide. 1

informatieoverzicht introductie beknopte handleiding on line handleiding de printer uitpakken andere onderdelen die u nodig hebt printeronderdelen bedieningspaneel indicatorlampjes papier laden papier laden in de papierlade papier laden in de fotolade een enkele envelop laden een stapel enveloppen laden indexkaarten en andere kleine afdrukmaterialen laden printercartridges vervangen of installeren leren werken met de printer beknopte handleiding on line handleiding menu tools (functies) printerinstellingen aanpassen informatie over geheugenkaarten typen geheugenkaarten een geheugenkaart plaatsen informatie over infrarood afdrukken zonder een computer beknopte handleiding on line handleiding papiertype en papierformaat foto s afdrukken vanuit een geheugenkaart kiezen welke foto s u wilt afdrukken een indexpagina afdrukken foto s kiezen via het bedieningspaneel een foto annuleren bestanden afdrukken via infrarood (IR) afdrukken vanuit een Windows-pc beknopte handleiding on line handleiding de printereigenschappen selecteren de status van de printer bepalen de HP-software voor het afdrukken van foto s gebruiken 2

afdrukken vanuit een Macintosh beknopte handleiding on line handleiding afdrukken vanuit een programma afdrukken vanaf het bureaublad het dialoogvenster voor afdrukken gebruiken foto s opslaan beknopte handleiding on line handleiding opslaan vanuit een geheugenkaart opslaan vanuit een geheugenkaart op een Windows-pc opslaan vanuit een geheugenkaart op een Macintosh opslaan via infrarood verzorging en onderhoud beknopte handleiding on line handleiding de werkset van hp photosmart gebruiken (Windows-pc) het hulpprogramma van hp photosmart gebruiken (Macintosh) de printer reinigen de buitenkant van de printer reinigen de printercartridges reinigen problemen oplossen beknopte handleiding on line handleiding belangrijke informatie voor Windows-pc s problemen met de software hardwareproblemen afdrukproblemen problemen met infrarood (IR) foutberichten specificaties beknopte handleiding on line handleiding specificaties de printer aansluiten op de computer beknopte handleiding on line handleiding de printer aansluiten op een stopcontact de printer aansluiten op een Windows-pc de printer aansluiten op een Macintosh de printersoftware installeren de printersoftware bijwerken 3

printeronderdelen Uitvoerlade In deze lade worden de afgedrukte foto s of documenten opgevangen Papierbreedtegeleider Schuif deze geleider tegen de rand van het papier in de papierlade Papierlade Plaats in deze lade papier of enveloppen waarop u wilt afdrukken Fotolade Plaats in deze lade fotopapier (102 x 152 mm) waarop u wilt afdrukken Bovenste klep Open deze klep om de printercartridges te vervangen Bedieningspaneel Meer informatie op de volgende pagina Sleuf voor SmartMediageheugenkaart Plaats een SmartMediageheugenkaart in de sleuf als u de foto s wilt afdrukken of opslaan Sleuf voor CompactFlash/IBM Microdrivegeheugenkaart Plaats een CompactFlashof IBM Microdrivegeheugenkaart in de sleuf als u de foto s wilt afdrukken of opslaan Papierlengtegeleider Schuif deze geleider tegen de rand van het papier in de papierlade Netsnoeraansluiting Sluit hier het meegeleverde netsnoer aan Parallelle poort Via deze poort sluit u de printer aan op de computer als u een bidirectionele IEEE 1284- compatibele parallelle kabel gebruikt (alleen Windows-pc) Klep aan achterzijde Verwijder deze klep als u een papierstoring wilt verhelpen USB-poort Via deze poort sluit u de printer aan op de computer als u een USB-kabel gebruikt 4

bedieningspaneel Copies (Exemplaren) Gebruik deze knop om het aantal exemplaren te selecteren dat u wilt afdrukken Choose Photos (Foto s kiezen) Met deze knop kiest u welke foto s uit de geheugenkaart u wilt opslaan of afdrukken Cancel/No (Annuleren/Nee) Met deze knop kunt u het afdrukken of opslaan stoppen, een keuze annuleren of een vraag op het LCD-scherm met nee beantwoorden Save (Opslaan) Druk op deze knop als u de geselecteerde foto s uit de geheugenkaart op de computer wilt opslaan Aan/uit-indicator Brandt wanneer de printer is ingeschakeld, knippert wanneer de printer bezig is LCD Op dit scherm vindt u informatie over de status van de printer Photo Size (Fotoformaat) Met deze knop kiest u het afdrukformaat voor alle geselecteerde foto s OK/Yes (OK/Ja) Met deze knop kunt een keuze maken of een vraag op het LCD-scherm met ja beantwoorden Print (Afdrukken) Druk op deze knop als u de geselecteerde foto s uit een geheugenkaart wilt afdrukken Tools (Functies) Met deze knop kunt u de printerinstellingen wijzigen Waarschuwingslampje Knippert wanneer een foutbericht wordt weergegeven op het LCD-scherm Aan/uit-knop Hiermee kunt u de printer aan- of uitzetten Infraroodpoort (1215) Richt hierop een infraroodapparaat als u een foto of document draadloos wilt afdrukken of opslaan Tip: Als u de printercartridges optimaal wilt benutten, trekt u de stekker van de printer pas uit het stopcontact of schakelt u de netstroom pas uit (bijvoorbeeld via een snoercentrale), als de Aan/uit-indicator niet meer brandt. 5

indicatorlampjes Aan/uit-indicator Aan - De printer is ingeschakeld Knippert - De printer is bezig (bijvoorbeeld met afdrukken of opslaan) Uit - De printer is uitgeschakeld CF Lampje van sleuf voor SmartMediageheugenkaart Aan - De geheugenkaart is op de juiste manier in de sleuf geplaatst Knippert - De geheugenkaart in de sleuf wordt gebruikt Uit - Er zit geen geheugenkaart in de sleuf, de geheugenkaart is niet goed geplaatst of de andere sleuf is in gebruik Lampje van sleuf voor CompactFlash/ IBM Microdrive-geheugenkaart Aan - De geheugenkaart is op de juiste manier in de sleuf geplaatst Knippert - De geheugenkaart in de sleuf wordt gebruikt Uit - Er zit geen geheugenkaart in de sleuf, de geheugenkaart is niet goed geplaatst of de andere sleuf is in gebruik Let op: Verwijder de geheugenkaart niet uit de sleuf terwijl het lampje knippert. Als u een geheugenkaart die in gebruik is verwijdert, kunnen de kaart of de bestanden op de kaart beschadigd raken. de printer installeren onderdelen die u nodig hebt Afhankelijk van de manier waarop u de printer gebruikt, hebt u de volgende onderdelen nodig: USB-kabel Parallelle kabel HP-inkjetpapier Microdrive CompactFlashgeheugenkaar SmartMediageheugenkaart Waarschuwingslampje Knippert - Lees de instructies op het LCDscherm IBM Microdrive-geheugenkaart (170 MB of 340 MB) 6

kabels Als u de printer op een Windows-pc wilt aansluiten, hebt u een bidirectionele IEEE 1284-compatible parallelle kabel of een USB-kabel nodig (USB heeft de voorkeur). Als u de printer wilt aansluiten op een Macintosh-computer, hebt u een USB-kabel nodig. Deze kabels moet u afzonderlijk aanschaffen op de plaats waar u de printer hebt gekocht of in een winkel met computerbenodigdheden. geheugenkaarten Als u de geheugenkaart van een digitale camera met de printer gebruikt, moet dit een van de volgende geheugenkaarten zijn: CompactFlash Type I of II, IBM Microdrive (170 MB of 340 MB) of SmartMedia. De geheugenkaart moet minder dan 528 MB geheugen hebben. Zie informatie over geheugenkaarten op pagina 22 voor meer informatie. HP-inkjetpapier U kunt afdrukken op veel verschillende typen en formaten papier. Wij raden u aan HP-inkjetpapier te gebruiken voor de beste afdrukkwaliteit. Als u bijvoorbeeld een foto afdrukt, gebruikt u HP Premium Plus-fotopapier voor het beste resultaat. HP-inkjetpapier vindt u in de meeste winkels met computer- en kantoorbenodigdheden of op het Internet bij www.hpshopping.com. Opmerking: Model 1215 heeft sensoren die automatisch het papiertype en het formaat bepalen, zodat u automatisch uitstekende afdrukresultaten krijgt. Via een optische sensor worden het papiertype en het formaat bepaald en vervolgens wordt de afdrukmodus voor de beste resultaten geselecteerd. 7

papier laden U kunt afdrukken op veel verschillende typen en formaten papier. Wij raden u aan HP-inkjetpapier te gebruiken voor de beste afdrukkwaliteit. Als u bijvoorbeeld een foto afdrukt, gebruikt u HP Premium Plus-fotopapier voor het beste resultaat. HP-papier vindt u in de meeste winkels met computer- en kantoorbenodigdheden of op het Internet bij www.hpshopping.com. U kunt het volgende laden: Een stapel papier Een stapel fotopapier (102 x 152 mm) in de foto- of de papierlade van de printer Een enkele envelop Een stapel enveloppen Raadpleeg de on line Gebruikershandleiding voor informatie over het laden van enveloppen, indexkaarten en andere kleine afdrukmaterialen. papier laden in de papierlade Gebruik de papierlade van de printer voor het afdrukken op verschillende typen papier. U kunt allerlei papier gebruiken, van gewoon papier tot HP Premium Plus-fotopapier en HP Premium-inkjettransparanten. Papier laden in de papierlade: 1 Trek de papierlengtegeleider uit de papierlade en schuif de papierbreedtegeleider zover mogelijk naar links. Papierbreedtegeleider Papierlengtegeleider 8

2 Plaats een stapel papier in de papierlade. Plaats het papier met de te bedrukken kant naar beneden (de kant waarop de afbeelding wordt afgedrukt ligt naar beneden). De onderkant van het papier in de lade wordt bedrukt en het papier wordt met de bedrukte kant naar boven in de uitvoerlade geplaatst. Laadt het papier altijd met de lange kant van het papier langs de lange kant van de papierlade. Gebruik niet te veel of te weinig papier. Wanneer er slechts een of twee vellen in de papierlade liggen, is het voor de printer soms moeilijk een vel te pakken. Controleer of de stapel meerdere vellen bevat, maar niet hoger is dan de bovenkant van de papierlengtegeleider. Gebruik slechts een papierformaat tegelijk. Plaats geen verschillende papiertypen of -formaten tegelijk in de papierlade. 3 Schuif de papierlengte- en breedtegeleider tegen de randen van het papier, zonder het papier te buigen. Zo wordt het papier recht in de printer ingevoerd. 4 Schuif de geleider in de uitvoerlade (zichtbaar door de uitvoerlade) zo ver mogelijk naar u toe (van de binnenkant van de printer vandaan). Zo wordt de fotolade uitgeschakeld. 9

papier laden in de fotolade Gebruik de fotolade van de printer als u wilt afdrukken op fotopapier (102 x 152 mm). Wanneer u de fotolade gebruikt, kunt u het gewone papier in de papierlade laten liggen. Papier laden in de fotolade: 1 Schuif de geleider in de uitvoerlade (zichtbaar door de uitvoerlade) zo ver mogelijk naar u toe (van de binnenkant van de printer vandaan). Zo wordt de fotolade uitgeschakeld. 2 Til de uitvoerlade omhoog. 3 Plaats het papier in de fotolade met de te bedrukken kant omlaag (de kant waarop de afbeelding wordt afgedrukt ligt naar beneden). Als u papier met tabs gebruikt, plaatst u het papier zodanig in de printer dat de tab als eerste wordt ingevoerd. Plaats niet meer dan 20 vellen papier in de fotolade. 4 Laat de uitvoerlade weer in de oorspronkelijke positie zakken. 5 Schuif de geleider in de uitvoerlade van u vandaan (naar de binnenkant van de printer) tegen de rand van het papier. Zo wordt de fotolade ingeschakeld. 6 Wanneer u de fotolade niet meer gebruikt, trekt u de geleider eruit om de lade uit te schakelen, zodat de printer het papier in de papierlade gebruikt. 10

printercartridges vervangen of installeren Voor de beste prestaties van de printer, raden wij u aan alleen echte HPbenodigdheden te gebruiken, zoals echte HP-printercartridges. Let op: Controleer of u de juiste printercartridges gebruikt. Gebruik één 3-kleuren printercartridge (HP #78) en één zwarte printercartridge (HP #45). Andere printercartridges werken niet met de printer. Let op: Vul de printercartridges niet zelf opnieuw. Schade die ontstaat door het aanpassen of opnieuw vullen van HPprintercartridges, valt expliciet niet onder de garantie van HP. Printercartridges vervangen of installeren: 1 Druk op het bedieningspaneel op de Aan/uit-knop om de printer aan te zetten. 2 Open de bovenste klep van de printer. The printercartridgehouder beweegt naar het midden van de printer. 3 Trek het klemmetje op de houder van de printercartridge die u wilt vervangen of installeren omhoog. Bovenste klep Klemmetjes op printercartridgehouders 4 Als u een printercartridge vervangt, pakt u de oude printercartridge eruit en ruimt u deze op. 11

5 Verwijder de tape van de nieuwe printercartridge: Neem de printercartridge uit de verpakking. Pak het groene uiteinde vast en trek het blauwe tape eraf. Zorg ervoor dat u de koperkleurige contactpunten op de printercartridge niet beschadigt. Opmerking: Raak de inktsproeiers en de koperkleurige contactpunten NIET aan. Als u deze onderdelen aanraakt, kunt u de printercartridge beschadigen. Tape Raak de printercartridges hier niet aan Tape HP #78 (3 kleuren) HP #45 (zwart) 6 De printercartridge plaatsen: Plaats de printercartridge in de houder. Druk de hendel van de printercartridge omlaag totdat u voelt dat de printercartridge op zijn plaats klikt. Sluit het klemmetje op de houder stevig om de printercartridge te vergrendelen. Klemmetjes op houders Hendels 7 Sluit de bovenste klep. 8 Laad gewoon papier in de papierlade wanneer dat wordt gevraagd op het LCD-scherm. Zie papier laden op pagina 8 voor meer informatie. 12

9 Druk op het bedieningspaneel op OK/Yes (OK/Ja). Er wordt een automatische kalibratiepagina afgedrukt om de printercartridges uit te lijnen. Kalibratiepagina de printer gebruiken met een computer U kunt de kleurenprinter HP PhotoSmart 1215/1115 gebruiken met een Windows-pc of een Macintosh. Raadpleeg de on line Gebruikershandleiding voor informatie over de aansluiting op een computer en het installeren van de software. Het kan zijn dat u de software van het printerstuurprogramma moet bijwerken. Als u een bijgewerkt stuurprogramma van het Internet ophaalt, bevat dit niet de HP Photo Printing-software. De HP Photo Printing-software wordt gebruikt voor het maken van albumpagina s en wenskaarten op de computer. Het moet worden geïnstalleerd vanaf een cd. Als de printersoftware al op de computer is geïnstalleerd, wordt de HP Photo Printing-software niet overschreven wanneer u het nieuwe stuurprogramma installeert. Als de printersoftware nog niet op de computer is geïnstalleerd (bijvoorbeeld omdat u een nieuwe computer hebt gekocht) en u de oorspronkelijke cd niet hebt, kunt u een nieuwe cd bestellen met de HP Photo Printing-software en het printerstuurprogramma. Raadpleeg het boekje Ondersteuning en services voor bestelinformatie. Als u het printerstuurprogramma wilt downloaden, gaat u naar www.hp.com/photosmart. 13

leren werken met de printer 2 menu tools (functies) Open het menu Tools (Functies) met de knop Tools (Functies). Met het menu Tools (Functies) kunt u de printerinstellingen wijzigen vanuit het bedieningspaneel. model 1215 Optie in menu Tools (Functies) Een testpagina afdrukken De printercartridges reinigen Papierinstellingen selecteren Paginalay-out selecteren Bijsnijdoptie selecteren Helderheid van foto aanpassen Kleurenopties voor volgende afdruk Standaard IR-type selecteren Alle functie-instellingen opnieuw instellen Opties Manually set (Handmatig instellen) Auto-detect (Automatisch instellen) Photo album (Fotoalbum) Paper saver (Papierbesparing) Standard crop (Standaard bijsnijden) Full image (Volledige afbeelding) (niet bijsnijden) Color (Kleur) Black & white (Zwart/wit) Sepia (Sepia, bruin) Antique (Antiek) Automatic (Automatisch) Photo (Foto) Document (Document) 15

model 1115 Optie in menu Tools (Functies) Een testpagina afdrukken De printercartridges reinigen Standaardpapiertype selecteren Standaardpapierformaat selecteren Paginalay-out selecteren Foto bijsnijden Helderheid van foto aanpassen Alle functie-instellingen opnieuw instellen Opties No default (Geen standaard) Photo paper (Fotopapier) Plain paper (Gewoon papier) No default (Geen standaard) 8,5 x 11 inches 4 x 6 cm Photo album (Fotoalbum) Paper saver (Papierbesparing) Standard crop (Standaard bijsnijden) Full image (Volledige afbeelding) (niet bijsnijden) de printerinstellingen aanpassen vanuit het bedieningspaneel Met de knop Tools (Functies) op het bedieningspaneel kunt u een testpagina afdrukken of de printerinstellingen aanpassen. Opmerking: De huidige instelling is op het LCD-scherm gemarkeerd met een sterretje (*). LCD Knop OK/Yes (OK/Ja) Knop Tools (Functies) 16

testpagina U kunt een testpagina afdrukken om de printercartridges te controleren en te controleren of het papier goed is geladen. Een testpagina afdrukken: 1 Zorg ervoor dat er gewoon papier is geladen in de papierlade. Zie papier laden op pagina 8 voor meer informatie. 2 Druk op het bedieningspaneel op de knop Tools (Functies) totdat op het LCD-scherm wordt gevraagd of u een testpagina wilt afdrukken en druk daarna op OK/Yes (OK/Ja). Printer model number (Printermodelnummer) Als deze lijnen niet strak zijn, moet u waarschijnlijk een printercartridge reinigen of vervangen Service-informatie (bijvoorbeeld inktniveaus en totaal aantal afgedrukte pagina s) papiertype en -formaat model 1215 De printer herkent automatisch het formaat en het type van het papier in de papierlade. U kunt de automatisch herkende waarden overschrijven door handmatig het formaat en het type in te stellen. Wanneer het papierformaat op handmatig is ingesteld, moet u, telkens als u wilt afdrukken, op het LCD-scherm het papierformaat en type (gewoon papier of fotopapier) selecteren. Het papierformaat handmatig aanpassen: 1 Druk op het bedieningspaneel op de knop Tools (Functies) totdat op het LCD-scherm wordt gevraagd of u papierinstellingen wilt selecteren en druk daarna op OK/Yes (OK/Ja). 2 Druk op de rechterkant van de knop Tools (Functies) om Manually set (Handmatig instellen) te selecteren. 3 Druk op OK/Yes (OK/Ja). Wanneer het papierformaat op handmatig is ingesteld, moet u, telkens als u wilt afdrukken, op het LCD-scherm het papierformaat en type (gewoon papier of fotopapier) selecteren. 17

model 1115 U kunt instellen dat steeds op één bepaald papiertype en -formaat wordt afgedrukt door de standaardwaarden voor het papiertype en -formaat te wijzigen of telkens als u wilt afdrukken het papiertype en -formaat opgeven. Het standaardpapiertype en -formaat selecteren: 1 Druk op het bedieningspaneel op de knop Tools (Functies) totdat op het LCD-scherm wordt gevraagd of u het standaardpapiertype en - formaat wilt selecteren en druk daarna op OK/Yes (OK/Ja). 2 Druk op de knop Tools (Functies) totdat het juiste type of formaat op het LCD-scherm wordt weergegeven. Als u steeds als u gaat afdrukken het papiertype en -formaat wilt selecteren, selecteert u No Default (Geen standaard). 3 Druk op OK/Yes (OK/Ja). paginalay-out De paginalay-out bepaalt hoe de foto s op de pagina worden geplaatst. U hebt de volgende mogelijkheden: Photo Album (Fotoalbum) Selecteer deze optie als u foto s wilt afdrukken volgens de afdrukrichting die in de digitale camera is ingesteld. De foto s worden zodanig geplaatst dat zoveel mogelijk foto s op elk vel papier passen, terwijl de afdrukrichting behouden blijft. Als alle geselecteerde foto s bijvoorbeeld liggende foto s zijn, wordt de pagina liggend afgedrukt. Aan de hand van de afdrukrichting van de camera wordt bepaald hoe elke foto op de pagina wordt geplaatst. Opmerking: In sommige digitale camera s worden de afdrukrichting van foto s niet opgeslagen. In dat geval kan de printer de afdrukrichting van de foto s niet bepalen en heeft deze instelling geen effect. Paper Saver (Papierbesparing) Selecteer deze optie als u zoveel mogelijk foto s wilt afdrukken op elk vel papier en de afdrukrichting niet van belang is. Sommige foto s kunnen 90 graden gedraaid of ondersteboven worden afgedrukt. 18

Photo Album (Fotoalbum) De paginalay-out selecteren: Paper Saver (Papierbesparing) 1 Druk op het bedieningspaneel op de knop Tools (Functies) totdat op het LCD-scherm wordt gevraagd of u de paginalay-out wilt selecteren en druk daarna op OK/Yes (OK/Ja). 2 Druk opnieuw op Tools (Functies) om Photo Album (Fotoalbum) of Paper Saver (Papierbesparing) te selecteren. 3 Druk op OK/Yes (OK/Ja). 19

foto s bijsnijden Een foto wordt automatisch exact bijgesneden tot het formaat dat u selecteert. Als u bijvoorbeeld het formaat 102 x 152 mm selecteert, wordt de foto tot dat formaat bijgesneden, gemeten vanuit het midden van de foto. Dit wordt Standard Crop (Standaard bijsnijden) genoemd. Als u de hele foto wilt afdrukken, selecteert u Full Image (Volledige afbeelding). Als u Full Image (Volledige afbeelding) selecteert, kan het zijn dat een afdruk niet exact overeenkomt met de standaardafmetingen (de afbeelding kan enigszins breder of korter zijn). Standard Crop (Standaard bijsnijden) Full Image (Volledige afbeelding) De volledige afbeelding selecteren: 1 Druk op het bedieningspaneel op de knop Tools (Functies) totdat op het LCD-scherm wordt gevraagd of u een bijsnijdoptie wilt selecteren en druk daarna op OK/Yes (OK/Ja). 2 Druk op de rechterkant van de knop Tools (Functies) om Full Image (Volledige afbeelding) te selecteren. 3 Druk op OK/Yes (OK/Ja). Op het LCD-scherm wordt naast de foto een sterretje (*) weergegeven om aan te geven dat Full Image (Volledige afbeelding) is geselecteerd. helderheid van foto s Als u foto s lichter of donkerder wilt afdrukken dan de oorspronkelijke afbeeldingen, past u de helderheid aan. De helderheid van foto s aanpassen: 1 Druk op het bedieningspaneel op de knop Tools (Functies) totdat op het LCD-scherm wordt gevraagd of u de helderheid wilt aanpassen en druk daarna op OK/Yes (OK/Ja). 2 Druk op de rechterkant van de knop Tools (Functies) om de foto s lichter te maken of op de linkerkant van de knop Tools (Functies) om de foto s donkerder te maken. 3 Druk op OK/Yes (OK/Ja). 20

fotokleur (model 1215) Wanneer u foto s rechtstreeks vanuit de geheugenkaart afdrukt, kunt u ze afdrukken met de optie Color (Kleur), Black & White (Zwart/wit), Sepia (Sepia) of Antique (Antiek). Met de optie Sepia (Sepia) worden foto s in bruintinten afgedrukt en zien ze eruit als foto s die in het begin van de jaren 1900 zijn gemaakt. Met de optie Antique (Antiek) worden de foto s ook in bruintinten afgedrukt, maar worden enkele lichte kleuren toegevoegd, zodat het lijkt of ze met de hand zijn ingekleurd. Opmerking: Deze instelling is alleen actief wanneer wordt afgedrukt vanuit een geheugenkaart en niet wanneer vanuit de computer wordt afgedrukt. De kleur van foto s wijzigen: 1 Druk op het bedieningspaneel op de knop Tools (Functies) totdat op het LCD-scherm wordt gevraagd of u de kleuren voor de volgende afdruk wilt aanpassen en druk daarna op OK/Yes (OK/Ja). 2 Druk op de rechterkant van de knop Tools (Functies) om de optie Color (Kleur), Black & White (Zwart/wit), Sepia (Sepia) of Antique (Antiek) te selecteren. 3 Druk op OK/Yes (OK/Ja). Opmerking: Nadat de foto is afgedrukt, wordt de standaardkleurinstelling, Color (Kleur) weer ingesteld. Als u wilt blijven afdrukken met de optie Black & White (Zwart/wit), Sepia (Sepia) of Antique (Antiek), moet u de kleurinstelling vóór elke afdruktaak wijzigen. standaardfabrieksinstellingen Als u de afdrukinstellingen hebt gewijzigd, kunt u de oorspronkelijke fabrieksinstellingen opnieuw instellen. De fabrieksinstellingen gebruiken: 1 Druk op het bedieningspaneel op de knop Tools (Functies) totdat op het LCD-scherm wordt gevraagd of u alle functie-instellingen opnieuw wilt instellen. 2 Druk op OK/Yes (OK/Ja). 21

informatie over geheugenkaarten Als in uw digitale camera foto s op een geheugenkaart worden opgeslagen, kunt u de geheugenkaart in de printer plaatsen om uw foto s af te drukken of op te slaan. De stappen die u moet uitvoeren, worden weergegeven op het LCD-scherm. Zie foto s afdrukken vanuit een geheugenkaart op pagina 26 voor meer informatie over het afdrukken van bestanden vanuit een geheugenkaart. Zie de on line Gebruikershandleiding voor meer informatie over het opslaan van bestanden vanuit een geheugenkaart in een computer. typen geheugenkaarten De printer kan de geheugenkaarten van CompactFlash Association (CFA) Type I of II, IBM Microdrive (170 MB of 340 MB), en SmartMedia lezen. De geheugenkaart moet minder dan 528 MB geheugen hebben. Deze kaarten worden geproduceerd door diverse leveranciers en zijn beschikbaar met diverse opslagcapaciteiten. U kunt geheugenkaarten kopen op de plaats waar u uw digitale camera hebt gekocht en in de meeste winkels met computerbenodigdheden. Let op: Als u een ander type geheugenkaart gebruikt, kan de geheugenkaart en/of de printer beschadigd raken. CompactFlash Type I of II IBM Microdrive (170 MB of 340 MB) SmartMedia Opmerking: Sommige geheugenkaarten voldoen niet aan de CFAspecificaties en worden niet door de printer herkend. Raadpleeg de fabrikant van de kaart voor meer informatie of probeer een geheugenkaart van een ander merk. Als uw digitale camera meerdere bestandstypen ondersteunt, kunt u foto s waarschijnlijk ook opslaan met bestandsindelingen zoals JPEG, nietgecomprimeerde TIFF, FlashPix en RAW. JPEG-bestanden en nietgecomprimeerde TIFF-bestanden kunt u rechtstreeks vanuit de printer afdrukken en elk bestandstype kunt u in de computer opslaan en van daaruit afdrukken. 22

een geheugenkaart plaatsen Wanneer u foto s hebt genomen met uw digitale camera, kunt u deze onmiddellijk afdrukken of rechtstreeks in de computer opslaan via de printer. Zorg ervoor dat de printer aan staat, voordat u een geheugenkaart plaatst. Opmerking: De printer kan slechts toegang één sleuf voor een geheugenkaart tegelijkertijd gebruiken. Wanneer de geheugenkaart is geplaatst, brandt het lampje van de sleuf. Op het LCD-scherm wordt kort de tekst Reading (Lezen) weergegeven, vervolgens wordt het aantal foto s weergegeven dat op de geheugenkaart is gevonden en daarna wordt de huidige instelling van de afdruktaak weergegeven. Let op: Trek de geheugenkaart niet uit de sleuf terwijl op het LCDscherm Reading (Lezen) wordt weergegeven of terwijl het lampje van de sleuf knippert. Daardoor kunnen de printer, de geheugenkaart of de gegevens op de geheugenkaart beschadigd raken. Een CompactFlash- of IBM Microdrive-geheugenkaart plaatsen: Plaats de geheugenkaart in de onderste kaartsleuf, waarbij de voorkant van de kaart van u af is gekeerd en de kant met de gaatjes het eerst in de printer schuift. Let op: Als u de kant met de gaatjes niet als eerste in de printer schuift, kunt u de geheugenkaart en/of de printer beschadigen. Een SmartMedia-geheugenkaart plaatsen: CompactFlash of IBM Microdrive (170 MB of 340 MB) Plaats de geheugenkaart in de bovenste kaartsleuf, waarbij de voorkant van de kaart (de zwarte kant) naar u toe is gekeerd en de bovenkant van de kaart (de kant met de inkeping) als eerste in de printer schuift. SmartMedia 23

afdrukken zonder een computer 3 Met de kleurenprinter HP PhotoSmart 1215/1115 kunt u rechtstreeks afdrukken vanuit een geheugenkaart of via infrarood, zonder dat de printer aan een computer is gekoppeld. Met het bedieningspaneel kunt u foto s kiezen op een geheugenkaart of een bestand of foto s verzenden via een infraroodapparaat (IR). In dit hoofdstuk wordt afdrukken vanuit een geheugenkaart beschreven. Zie de on line Gebruikershandleiding voor afdrukken via infrarood. papiertype en papierformaat Als u foto s wilt afdrukken op fotopapier van 102 x 152 mm vanuit de fotolade, controleert u of de fotolade is ingeschakeld. Zie papier laden in de fotolade op pagina 10 voor meer informatie. Model 1215 heeft sensoren die automatisch het papiertype en het formaat bepalen, zodat u automatisch uitstekende afdrukresultaten krijgt. Via een optische sensor worden het papiertype en het formaat bepaald en vervolgens wordt de afdrukmodus voor de beste resultaten geselecteerd. 25

Bij Model 1115 kunt u het standaardpapiertype en -formaat instellen. Maak hier gebruik van als u gewoonlijk hetzelfde papiertype en -formaat gebruikt, zodat u deze opties niet steeds hoeft te selecteren. U kunt altijd het papiertype en -formaat voor een bepaalde afdruktaak wijzigen. Zie papiertype en -formaat op pagina 17 voor meer informatie. foto s afdrukken vanuit een geheugenkaart Via het bedieningspaneel kunt u foto s afdrukken vanuit een geheugenkaart. De lay-out van de foto s (hoe ze op de pagina worden geplaatst) is afhankelijk van diverse factoren: Het formaat van de foto s. De afdrukrichting die u op de digitale camera hebt geselecteerd (als dat mogelijk is). De volgorde waarin u de foto s kiest. Photo Album (Fotoalbum) en Paper Saver (Papierbesparing). Zie paginalay-out op pagina 18 voor meer informatie. Copies (Exemplaren) Photo Size (Fotoformaat) Print (Afdrukken) Foto s afdrukken vanuit een geheugenkaart: Opmerking: Als u de foto s wilt afdrukken op fotopapier, controleert u of de fotolade fotopapier bevat en of de lade is ingeschakeld of dat de papierlade fotopapier bevat. Zie papier laden op pagina 8 voor meer informatie. 1 Kies de foto s die u wilt afdrukken. Zie foto s kiezen via het bedienings-paneel. op pagina 28 voor meer informatie. 2 Druk op Photo Size (Fotoformaat) totdat de gewenste foto op het LCDscherm wordt weergegeven. 3 Druk op Copies (Exemplaren) totdat het aantal exemplaren dat u wilt afdrukken op het LCD-scherm wordt weergegeven. 4 Druk op Print (Afdrukken). 26

kiezen welke foto s u wilt afdrukken De foto s die u wilt afdrukken kunt u op de volgende manieren kiezen: Op een indexpagina waarop alle foto s zijn afgedrukt die op de geheugenkaart zijn opgeslagen (aanbevolen). Op het LCD-scherm van de digitale camera waarop miniatuurweergaven van de foto s worden weergegeven. Opmerking: Het indexnummer bij de miniatuurweergave op de digitale camera kan een ander nummer zijn dan het referentienummer dat op de indexpagina is afgedrukt. Als u foto s aan de geheugenkaart toevoegt of eruit verwijdert, drukt u de indexpagina opnieuw af. Index page (Indexpagina) Camera LCD (LCD-scherm van de camera) een indexpagina afdrukken Op een indexpagina, die meerdere pagina s lang kan zijn, worden miniatuurweergaven afgedrukt van alle foto s die op de geheugenkaart zijn opgeslagen. Onder elke afbeelding worden de bestandsnaam, de datum en een indexnummer weergegeven. Index number (Index nummer) Date (Datum) File name (Bestandsnaam) Index page (Indexpagina) Selecteer de foto s die u wilt afdrukken aan de hand van de indexnummers. Het indexnummer van de printer voor een foto kan een ander nummer zijn dan het nummer van de foto in de digitale camera. Als u foto s aan de geheugenkaart toevoegt of eruit verwijdert, drukt u de indexpagina opnieuw af, zodat u de nieuwe indexnummers kunt zien. 27

Een indexpagina afdrukken: 1 Plaats de geheugenkaart in de printer. Zie een geheugen-kaart plaatsen op pagina 23 voor meer informatie. 2 Controleer of het volgende wordt weergegeven op het LCD-scherm van de printer: Als dit niet op het LCD-scherm wordt weergegeven, drukt u op Cancel/No (Annuleren/Nee) om deze instelling weer te geven. 3 Druk op Print (Afdrukken). ALLE PHOTOS (ALLE FOTO S) 1 copy Index (1 exemplaar) (Index) foto s kiezen via het bedieningspaneel. Wanneer u weet welke foto s u wilt afdrukken, kiest u de bijbehorende indexnummers op het bedieningspaneel. U hebt de volgende mogelijkheden: Alle foto s op de geheugenkaart. Afzonderlijke foto s. Meerdere exemplaren van foto s. Een aaneengesloten bereik van foto s, bijvoorbeeld foto 1 t/m 10. Een DPOF-bestand (Digital Print Order Format). Opmerking: DPOF-bestanden zijn bestanden die u maakt met uw digitale camera. Deze worden opgeslagen op de geheugenkaart en bevatten informatie over welke foto s zijn geselecteerd en hoe vaak elke foto moet worden afgedrukt. De printer kan een DPOF-bestand uit de geheugenkaart lezen, zodat u de foto s die u wilt afdrukken of opslaan niet opnieuw hoeft te selecteren. 28

Raadpleeg de documentatie van uw digitale camera om te kijken of uw camera DPOF-bestanden ondersteunt. Choose Photos (Foto s kiezen) Cancel/No (Annuleren/Nee) OK/Yes (OK/Ja) Print (Afdrukken) Alle foto s op de geheugenkaart kiezen: 1 Plaats de geheugenkaart in de printer. Zie een geheugen-kaart plaatsen op pagina 23 voor meer informatie. 2 Druk op Choose Photos (Foto s kiezen) totdat ALL (ALLE) wordt weergegeven op het LCD-scherm van de printer. 3 Druk op OK/Yes (OK/Ja). Afzonderlijke foto s kiezen: 1 Druk op Choose Photos (Foto s kiezen) totdat op het LCD-scherm van de printer het indexnummer van een gewenste foto wordt weergegeven. 2 Druk op OK/Yes (OK/Ja). # 3, 6, _ Ruimte voor het selecteren van een andere foto Op het LCD-scherm wordt een ruimte weergegeven waar u en andere foto kunt selecteren. 3 Als u meer foto s wilt selecteren, drukt u opnieuw op Choose Photos (Foto s kiezen) totdat op het LCD-scherm het indexnummer wordt weergegeven van een andere foto die u wilt kiezen en drukt u daarna op OK/Yes (OK/Ja). Herhaal deze stap voor elke foto die u wilt selecteren. U kunt maximaal 1000 foto s kiezen. 4 Wanneer u alle gewenste foto s hebt geselecteerd, drukt u op OK/ Yes (OK/Ja). 29

Meerdere exemplaren van een geselecteerde foto kiezen: Kies hetzelfde nummer meerdere keren. Als u bijvoorbeeld 3, 3, 6, 6, 9 kiest, worden twee exemplaren afgedrukt van foto 3, twee exemplaren van foto 6 en één exemplaar van foto 9. Een aaneengesloten bereik van foto s kiezen: Houd OK/Yes (OK/Ja) ongeveer drie seconden ingedrukt. Als u bijvoorbeeld de foto s 10, 11, 12, 13, 14, en 15 wilt kiezen, gaat u als volgt te werk: 1 Druk op Choose Photos (Foto s kiezen) totdat op het LCD-scherm foto nummer 10 wordt weergegeven. 2 Houd de knop OK/Yes (OK/Ja) ingedrukt totdat op het LCD-scherm een streepje ( ) wordt weergegeven. # 10 15 3 Druk op Choose Photos (Foto s kiezen) totdat foto nummer 15 achter het streepje wordt weergegeven. 4 Druk op OK/Yes (OK/Ja). Een DPOF-bestand selecteren: 1 Selecteer de gewenste foto s door een DPOF-bestand te maken op uw digitale camera. Welke instellingen u kunt opgeven (zoals het aantal exemplaren) is afhankelijk van de camera. Raadpleeg de documentatie van uw digitale camera voor meer informatie over het maken van een DPOF-bestand. 2 Plaats de geheugenkaart in de printer. De printer herkent automatisch het DPOF-bestand op de geheugenkaart en vraagt of u het bestand wilt gebruiken. De printer ondersteunt DPOF1.0. 3 Druk op OK/Yes (OK/Ja). 30

een foto annuleren Als u de foto s die u wilt afdrukken selecteert via het bedieningspaneel, kunt u de laatst geselecteerde foto uit de lijst verwijderen zonder alle geselecteerde foto s te annuleren. De laatst geselecteerde foto annuleren: Druk op Cancel/No (Annuleren/Nee). 31

problemen oplossen 4 De printer is zodanig ontworpen dat deze betrouwbaar en gemakkelijk in het gebruik is. Op de volgende pagina s vindt u tips en advies voor antwoorden op veelgestelde vragen. Raadpleeg de on line Gebruikershandleiding voor meer tips voor het oplossen van problemen. Controleer voordat u begint de volgende zaken: Alle kabelverbindingen tussen de printer en de computer zitten stevig vast. U gebruikt de juiste kabel voor uw besturingssysteem. Zie kabels op pagina 7 voor meer informatie. Op de volgende pagina s vindt u snel antwoorden op uw vragen: Windows geeft een bericht weer dat de verbinding is verbroken. Zie belangrijke informatie voor Windows-pc s op pagina 31. Ik kan de printersoftware niet installeren. Zie problemen met de software op pagina 33. De printer is erg traag. Zie hardwareproblemen op pagina 34. Mijn foto s worden niet goed afgedrukt. Zie afdrukproblemen op pagina 37. Er wordt foutbericht weergegeven op het LCD-scherm van de printer. Zie foutberichten op pagina 39. belangrijke informatie voor Windows-pc s Als u de HP PhotoSmart-printer gebruikt met een Windows-pc, moet de printer voortdurend in verbinding staan met de computer. Via deze verbinding worden de status van de geheugenkaarten in de printer, de inktniveaus van de printercartridges en andere gegevens van de printer naar de computer overgebracht. 31

Als de verbinding tussen de Windows-pc en de HP PhotoSmart is verbroken, wordt een waarschuwingsbericht weergegeven op het beeldscherm van de computer. Misschien is de printer niet aangesloten op de computer of op een stopcontact. Controleer de het netsnoer van de printer en de kabel naar de computer. Als u hubs of basisstations gebruikt waaraan meerdere apparaten zijn gekoppeld, kan de verbinding met de printer tijdelijk worden verbroken wanneer andere apparaten in gebruik zijn. Wacht totdat het andere apparaat niet meer in gebruik is of probeer de printer rechtstreeks op de computer aan te sluiten. Op de taakbalk van Windows wordt het gele waarschuwingspictogram weergegeven wanneer de verbinding is verbroken. Klik op het pictogram en selecteer Connect (Verbinden) om opnieuw een verbinding tot stand te brengen. Opmerking: Als u wilt dat de verbinding verbroken blijft, klikt u op Cancel (Annuleren). Wanneer u de verbinding opnieuw tot stand wilt brengen, klikt u op het pictogram op de taakbalk en selecteert u Connect (Verbinden). Er worden aanvullende berichten weergegeven wanneer de verbinding tussen de computer en de printer opnieuw tot stand wordt gebracht. Wanneer dit is gelukt, worden de volgende berichten weergegeven: Found hp photosmart printer - Printing and card access are now available (HP Photosmart-printer gevonden printer en kaart kunnen worden gebruikt). Can not find the hp photosmart printer - Printing may be available but card access is NOT available (HP Photosmart-printer is niet gevonden afdrukken kan mogelijk zijn, maar de kaart is niet toegankelijk). 32

problemen met de software Raadpleeg de on line Gebruikershandleiding voor meer tips voor het oplossen van problemen. Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Ik heb de cd met de printersoftware in het cdrom-station geplaatst, maar de computer kan deze niet lezen. De software is niet goed geïnstalleerd. OF U moet de printersoftware om een bepaalde reden verwijderen. De cd is niet goed in het station geplaatst. Het cd-rom-station kan beschadigd zijn. De cd kan beschadigd zijn. 1 Plaats de cd opnieuw in het station en probeer het opnieuw. 2 Plaats een cd in het station waarvan u weet dat deze werkt. Als die cd niet werkt, is er een probleem met het cd-rom-station. 3 Als andere cd s wel werken, maar de cd met printersoftware niet, kan het zijn dat de cd is beschadigd. U kunt de printersoftware downloaden vanaf de website van HP of contact opnemen met het softwaredistributiecentrum. Raadpleeg het boekje Ondersteuning en services voor meer informatie. Misschien is er een conflict met Windows-pc uw antivirusprogramma. Misschien is er een conflict met een ander programma. 1 Verwijder de printersoftware Plaats de cd met de printersoftware in de computer, klik op Remove HP PhotoSmart software (HP Misschien is er een conflict met PhotoSmart-software verwijderen) en volg een ander apparaat dat al aan de instructies op het scherm. de computer is gekoppeld. 2 Wanneer de software is verwijderd, sluit u Windows af, schakelt u de computer UIT en vervolgens weer AAN. 3 Sluit alle antivirusprogramma s. 4 Installeer de printersoftware opnieuw. Macintosh 1 Verwijder de printersoftware. Plaats de cd met de printersoftware in de computer, klik op Uninstall vanuit de Installer en volg de instructies op het scherm. 2 Sluit alle antivirusprogramma s. 3 Sluit alle programma s af. 4 Installeer de printersoftware opnieuw. 33

hardwareproblemen Raadpleeg de on line Gebruikershandleiding voor meer tips voor het oplossen van problemen. Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing De printer is aangesloten met een USB-kabel via een ander USB-apparaat of een hub en wanneer ik wil afdrukken, krijg ik het bericht There was an error writing to <name of USB port> (Er was een fout bij het schrijven naar <naam van USB-poort>. Ik heb de printer aangesloten met een USB-kabel en als ik wil afdrukken, krijg ik het bericht There was an error writing to Dot4 (Er was een fout bij het schrijven naar Dot4). (Alleen Windows-pc) Wanneer ik een USBkabel aansluit tussen de printer en de computer, wordt de wizard Nieuwe hardware niet weergegeven. (Alleen Windows-pc) (vervolg op volgende pagina) Misschien ontvangt de printer geen goede gegevens van het andere apparaat of de hub. De communicatie in beide richtingen tussen de printer en de computer is onderbroken door een ander apparaat dat op de hub is aangesloten. Misschien hebt u de USB-kabel niet aangesloten voordat u de software installeerde. Misschien gebruikt een besturingssysteem dat niet wordt ondersteund. Sluit de printer rechtstreeks aan op de USBpoort van de computer. Koppel de andere USB-apparaten los van de hub en probeer het document opnieuw af te drukken. 1 Koppel de USB-kabel los van de printer en de computer. 2 Verwijder de printersoftware en installeer deze opnieuw. Plaats de cd met de printersoftware in de computer. Klik op Remove HP PhotoSmart software (HP PhotoSmart-software verwijderen). Volg de instructies op het scherm om de software te verwijderen. 3 Sluit de USB-kabel opnieuw aan op de printer en de computer. Het dialoogvenster voor de USB-installatie zou nu op het scherm moeten worden weergegeven. 4 Installeer de printersoftware opnieuw. Controleer of u het besturingssysteem Windows 98, 2000, ME of XP gebruikt. 34

Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Wanneer ik een USBkabel aansluit tussen de printer en de computer, wordt de wizard Nieuwe hardware niet weergegeven. (Alleen Windows-pc) (vervolg van vorige pagina) Misschien functioneert de USBkabel niet of is deze niet goed aangesloten. Misschien is USB niet geïnstalleerd. Misschien staat de printer niet aan. Toen ik een USB-kabel De installatie is niet voltooid, is aansloot tussen de printer geannuleerd of er is een fout en de computer, werd de opgetreden. wizard Nieuwe hardware een keer weergegeven, maar werd de printer niet geïnstalleerd. Nu wordt de wizard Nieuwe hardware niet meer weergegeven. (Alleen Windows-pc) 1 Koppel de USB-kabel los van de printer en sluit de kabel opnieuw aan. 2 Controleer of de kabel stevig op de computer en de printer is aangesloten. 3 Als u nog steeds problemen hebt, probeert u een andere USB-kabel. 1 Klik in Windows 98, 2000, ME of XP op Start, Instellingen, Configuratiescherm. 2 Dubbelklik op het pictogram Systeem. 3 Klik op het tabblad Apparaatbeheer. 4 Klik op het plusteken (+) naast de optie USBcontroller. Als er een host-controller voor USB en een USB Root Hub worden weergegeven, is USB waarschijnlijk ingeschakeld. Als deze apparaten niet worden weergegeven, raadpleegt u de documentatie van de computer of neemt u contact op met de fabrikant, voor meer informatie over het inschakelen en instellen van USB. Als u USB niet kunt inschakelen, kunt u de printer met een parallelle kabel aansluiten op de computer. Controleer of de USB-kabel stevig is aangesloten en of de printer is aangesloten op een werkend stopcontact. Zet de printer aan. 1 Koppel de USB-kabel los en sluit de kabel weer aan. 2 Verwijder de printersoftware en installeer deze opnieuw. Plaats de cd met de printersoftware in de computer. Klik op Remove HP PhotoSmart software (HP PhotoSmart-software verwijderen). Volg de instructies op het scherm om de software te verwijderen. Wanneer de software is verwijderd, zet u de computer UIT en vervolgens weer AAN. Sluit alle antivirusprogramma s. Installeer de software opnieuw. 35

Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Wanneer ik een USBkabel aansluit tussen de printer en de computer, wordt het bericht Onbekend apparaat weergegeven. (Alleen Windows-pc) Het aan/uit-lampje knippert. Het waarschuwingslampje knippert. Misschien is er statische elektriciteit ontstaan in de kabel tussen de computer en de printer. Misschien is de USB-kabel defect. De software herkent de nieuwe printer niet; misschien is de USB-verbinding met de printer niet in orde. Misschien is de printer bezig met het verwerken van gegevens. Er is een probleem met de printer. 1 Koppel de USB-kabel los van de printer. 2 Koppel het netsnoer los van de printer. 3 Wacht ongeveer 30 seconden. 4 Sluit het netsnoer weer aan op de printer. 5 Sluit de USB-kabel weer aan op de printer. 6 Als het bericht Onbekend apparaat opnieuw wordt weergegeven in het dialoogvenster Nieuwe hardware gevonden, zoekt u op het Internet naar updates of neemt u contact op met HP Ondersteuning en services. Raadpleeg het boekje Ondersteuning en services voor meer informatie. Wees geduldig. De printer heeft enige tijd nodig om de gegevens te verwerken. Lees de instructies op het LCD-scherm van de printer. 36

afdrukproblemen Raadpleeg de on line Gebruikershandleiding voor meer tips voor het oplossen van problemen. Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Er komt geen pagina uit de printer. (vervolg op volgende pagina) Er is een probleem met de printer. Misschien is de stroom uitgeschakeld of is een aansluiting losgeraakt. Misschien bevat de papierlade geen papier. Misschien staat de bovenste klep van de printer open. Misschien is er een probleem met een van de printercartridges. Misschien is er een papierstoring. Lees de instructies op het LCD-scherm van de printer. 1 Controleer of de printer aan staat. 2 Controleer of alle kabels stevig zijn aangesloten. Controleer of het papier op de juiste manier in de papierlade is geplaatst. Sluit de bovenste klep van de printer. Vervang de printercartridge. 1 Controleer of het LCD-scherm van de printer instructies bevat. 2 Trek het papier uit de papierlade of de uitvoerlade. Als u etiketten afdrukt, controleert u of er tijdens het afdrukken geen etiket is losgeraakt van het vel papier. 3 Als de papierstoring is verholpen, drukt u het document opnieuw af. Als de papierstoring niet is verholpen, verwijdert u de klep aan de achterzijde. 1 Koppel de printer los, open de klep aan de achterzijde door de knop tegen de klok in te draaien en verwijder de klep. 2 Trek het vastgelopen papier voorzichtig uit de printer en plaats de klep aan de achterzijde terug. 3 Sluit de printer weer aan en zet hem aan. 4 Wanner u de papierstoring hebt verholpen, drukt u het document opnieuw af. 37