www.share-project.be De resultaten van de studie 50+ in Europa
Wat nu? De volgende stap in het 50+ in Europa - project is het toevoegen van de levensloopgeschiedenis van mensen aan de bestaande SHARE-database. Door de reeds verzamelde informatie over twee recente periodes in het leven te koppelen aan gebeurtenissen die vroeger hebben plaatsgevonden kunnen onderzoekers en beleidsmakers meer inzicht verwerven in hoe de leefsituatie van ouderen geëvolueerd is over de levensloop en hoe deze afhankelijk is van sociale, economische en politieke factoren. Het 50+ in Europa -project wordt gefinancierd door de Europese Commissie, in het bijzonder DG Onderzoek, het U.S. National Institute on Aging en verscheidene nationale geldschieters. Published by Mannheim Research Institute for the Economics of Aging (MEA) L13,17 68131 Mannheim Phone: +49-621-181 1862 Fax: +49-621-181-1863 E-Mail: share@mea.uni-mannheim.de share@mea.uni-mannheim.de www.share-project.be Design/ Layout by Philip Brückner, Jennifer Kröger (c)mannheim Research Institute for the Economics of Aging, 2008 www.share-project.be 11
Economische status, inkomen en vermogen Consumptieongelijkheid is minder sterk dan financiële ongelijkheid: de SHARE-data laten verrassende verschillen zien in consumptie-uitgaven tussen landen. In de noordelijke landen (bv Zweden en Denemarken) wordt minder aan eten uitgegeven. In alle landen is de consumptieongelijkheid minder sterk is dan inkomensongelijkheid, welke op haar beurt minder sterk is dan vermogensongelijkheid. Armoede wordt verzacht door niet-financiële bronnen middelen: Hoewel mensen in verscheidene SHARE-landen in armoede leven, blijkt dat de armoedecijfers dalen wanneer de waarde van het eigen huis in rekening wordt gebracht. Deze vaststelling gaat in het bijzonder op in het zuiden. Daarnaast vormt het inwonen bij de kinderen een buffer tegen armoede en dit in gans Europa, van het Middellandse Zeegebied tot in Duitsland. De resultaten van de studie 50+ in Europa 10 www.share-project.be
De vergrijzing: een uitdaging voor de 21 e eeuw. De resultaten van de studie 50+ in Europa. Nu de gegevens van de tweede ronde van de Survey over Gezondheid, Vergrzijn en Pensionering in Europe (SHARE) beschikbaar zijn, behoort het 50+ in Europa -project tot s wereld grootste databases rond vergrijzing. Dit wordt erkend door de Europese Unie en meer bepaald door de Europese Onderzoeksruimte, dewelke 50+ in Europa als één van de 35 baanbrekende wetenschappelijke projecten ziet in de komende 10 tot 20 jaar (naast o.a. onderzoek naar poolijsbrekers en gigantische ruimtetelescopen). Na de succesvolle start van het project in 2004-2005, werde in 2006-2007 meer dan 35.000 vijftigplussers uit 15 Europese landen (inclusief Israël) opnieuw geïnterviewd. Deze brochure presenteert enkele van de voornaamste bevindingen op de vier domeinen van SHARE.. Deze resultaten zijn geselecteerd uit de meer dan 80 boeken, artikelen en rapporten die gepubliceerd werden op basis van SHARE-data. 4 www.share-project.be www.share-project.be 9
Gezondheid: Noord-Europeanen zijn gezonder en rijker, maar Zuid-Europeanen leven langer. Dit gaat in het bijzonder op voor mannen uit het Noorden en vrouwen uit het Zuiden. De oorzaken voor deze patronen vormen een uitdaging voor de gezondheidszorg en de sociale wetenschappen: zijn de verschillen genetisch bepaald of zijn ze te wijten aan socio-economische factoren en verschillende levensstijlen? SHARE produceert de data die nodig zijn om deze vragen te beantwoorden. Opleiding houdt gezond: in alle landen bestaat er een sterk verband tussen de socio-economische status en het gezondheidsgedrag. Laagopgeleide mensen hebben 70% meer kans om fysiek niet-actief te zijn en 50% meer kans om zwaarlijvig te zijn. Opleiding voorkomt depressie: daarnaast bestaat er ook sterke relatie tussen socioeconomische status en mentale gezondheid. Crossnationale verschillen in het voorkomen van depressies hangen samen met crossnationale verschillen in opleiding. Binnen landen blijken mensen met weinig financiële middelen meer kans te hebben op depressies. Dit geldt in het bijzonder voor Noord-Europa. Familie en sociale netwerken De teloorgang van de familie is een mythe: uit SHARE-data blijkt dat ouderen een aanzienlijk deel van hun tijd besteden aan het helpen van familie en het opvangen van hun (klein)kinderen. Ongeveer een derde van de 65-plussers trekt daarvoor dagelijks zo 4,6 uur. Aangezien verschillende generaties van families vaak dichtbij elkaar wonen, is er een groot potentieel aan dagelijkse steun in heel Europa. Ouders geven in het noorden, maar krijgen in het zuiden: De SHARE-data tonen aan dat intergenerationele geldtransfers een belangrijke bron van huishoudinkomsten vormen in heel Europa, maar met dat verschil dat in het noorden ouders geld geven aan hun kinderen en in het zuiden geld krijgen van hun kinderen. Vrijwilligerswerk: Zo n 10% van de 65-74- jarigen doen geregeld vrijwilligerswerk en in Scandinavië en Nederland is het aantal vrijwilligers zelfs dubbel zo hoog. Daartegenover staan dan landen zoals Spanje en Griekenland, waar minder dan 4% over alle leeftijdsgroepen heen aangeven vrijwilligerswerk te doen. Veel ruimte voor verbetering in de ouderenzorg: SHARE is de eerste enquête die vergelijkbare indicatoren van zorgkwaliteit van ouderen opneemt. De meeste van deze indicatoren tonen aan dat de geriatrische zorg nauwelijks bestudeerd wordt in Europa. 8 www.share-project.be www.share-project.be 5
Tewerkstelling Ziektepreventie betaalt zichzelf terug: gezonde mensen werken doorgaans twee jaar langer dan personen in slechte gezondheid. Preventief werken door 3% van het arbeidsinkomen te investeren betaalt zichzelf dan ook terug door de inzetbaarheid op de werkvloer te beschermen. Prikkels om vroeg op pensioen te gaan resulteren in het voortijdig verlaten van de arbeidsmarkt en in een groot aantal niet-tewerkgestelde arbeidskrachten: Verschillende welvaartsstaatsystemen genereren verschillende leeftijdspatronen op de arbeidsmarkt. In landen waar het mogelijk is om vroeg op pensioen te gaan en/of er genereuze voordelen aan verbonden zijn om vroeg op pensioen te gaan, zoals in de Zuid-Europese landen, in Oostenrijk en in Frankrijk, kunnen we vaststellen dat grote delen van de bevolking vervroegd op pensioen gaan. Het opnemen van een arbeidsongeschiktheidsuitkering is niet gerelateerd met de gezondheidssituatie: het percentage mensen tussen de 50 en 64 jaar met een uitkering wegens arbeidsongeschiktheid varieert van 3% in Griekenland tot 16% in Denemarken. SHARE toont aan dat deze variatie in uitkeringen in Europa niet verklaard kan worden door verschillen in gezondheid. Dit kan worden aangetoond doordat SHARE als eerste database de verschillen in de mate waarin uitkeringen worden opgenomen koppelt aan internationaal vergelijkbare gezondheidsmaten. Tevreden werknemers werken langer: De tewerkstellingskwaliteit gedurende de jaren voorafgaand aan de pensionering bijvoorbeeld hoeveel controle men heeft over het werk en hoezeer de inspanningen gewaardeerd worden varieert aanzienlijk in Europa. In het noorden is deze beduidend hoger dan in het zuiden. De tewerkstellingskwaliteit hangt samen met welbevinden: een lagere kwaliteit hangt samen met een mindere gezondheid en meer kans op depressie. Tsjechië=Scandinavië, Polen=Middellandse Zeegebied? Ondanks het feit dat zowel Tsjechië als Polen een transitie hebben meegemaakt van een centrale planeconomie naar een vrije markteconomie zijn de Tsjechische vijftigplussers veel minder geconfronteerd met werkloosheid dan hun Poolse leeftijdgenoten. Bovendien zijn de condities op de arbeidsmarkt inferieur in Polen. Op het vlak van arbeidscondities kan Tsjechië eerder vergeleken worden met de noordelijke SHA- RE-landen, terwijl Polen nauwer aansluit bij het Middellandse Zeegebied. 6 www.share-project.be www.share-project.be 7