Onderzoekschool Ius Commune



Vergelijkbare documenten
Onderzoekschool Ius Commune. Wetenschappelijk verslag t.b.v. de midterm review

Bronnen van Europees privaatrecht schematisch overzicht

VOORWOORDEN BIJ EERDERE DRUKKEN

Derden in het contractenrecht. Redactie: Ilse Samoy

INTERNATIONALE PEER REVIEW 2013 DEEL I ALGEMEEN VERSLAG ONDERZOEKSCHOOL

Citation for published version (APA): Oderkerk, A. E. (1999). De preliminaire fase van het rechtsvergelijkend onderzoek Nijmegen: Ars Aequi Libri

Citation for published version (APA): Oderkerk, A. E. (1999). De preliminaire fase van het rechtsvergelijkend onderzoek Nijmegen: Ars Aequi Libri

Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 5 LIJST VAN TABELLEN... 9 LIJST VAN PRAKTISCHE VOORBEELDEN I. INLEIDING... 13

I. Context (1) I. Context (2) Het Akkoord van Brussel van 16 september 2002: Een juridisch kader voor grensoverschrijdende intercommunales

Citation for published version (APA): Oderkerk, A. E. (1999). De preliminaire fase van het rechtsvergelijkend onderzoek Nijmegen: Ars Aequi Libri

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel

RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT

COLLECTIE CONTRACTENRECHT (ADVOCATUUR)

spe R De studenten volgen alle opleidingsonderdelen van deze groep.

De werking van het gemeenschappelijk Europees kooprecht in het kader van de Rome I-verordening

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 9 juli 2004 (14.07) (OR. en) 11091/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/001 (COD) LIMITE

Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling wo-masteropleiding Rechtsgeleerdheid 1 van 5

TD s (t.v.v. de werkcolleges in Leuven) zijn voorhanden, maar worden uitgesloten voor de inkomende erasmusstudenten.

Afdeling I. Algemene beginselen van Unierecht en de relatie met het HGEU 11. Afdeling III. Onderzoeksvragen, onderzoeksdoelstelling en beperkingen 17

Kaderbesluit van de Raad ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit: Hoe kan EU-wetgeving op dit terrein worden verscherpt?

Voorwoord 5. Inhoudsopgave 7. Curriculum Vitae 13


RIZIV. Grensoverschrijdende patiëntenmobiliteit. H. De Ridder RIZIV. Dienst voor geneeskundige verzorging

Samenvatting. 1. Aanleiding en doel van het onderzoek

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra


VOORWOORD BIJ DE DERDE DRUK

Rechtsgeleerdheid Faculty of Law

TWEEHONDERD JAREN CODIFICATIE VAN HET PRIVAATRECHT IN NEDERLAND

Inleiding tot het recht

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 7 november 2008 (20.11) (OR. fr) 15306/08 LIMITE JUSTCIV 236 CO SOM 167

BASISWETTEKSTEN INZAKE HET RECHT VAN DE INTELLECTUELE EIGENDOM

Plaatsingssysteem PRI

BASISWETTEKSTEN INZAKE HET RECHT VAN DE INTELLECTUELE EIGENDOM

De aansprakelijkheidsverzekering

Overzicht inschrijvingsvereisten Rechten

Sommige vakken worden intensief gedoceerd (vb. in één maand), andere vakken over een gans semester. Indicatie wordt weergegeven in kolom semester.

Het Verdrag van Amsterdam in werking. Prof. mr. R. Barents

Citation for published version (APA): Oderkerk, A. E. (1999). De preliminaire fase van het rechtsvergelijkend onderzoek Nijmegen: Ars Aequi Libri

Rapport ad hoc-commissie Wetenschappelijke Integriteit Tilburg University

6 International Human Rights 2sem

BA Nederlands Recht Faculteit der Rechtsgeleerdheid

Dankwoord 7 Lijst van afkortingen 17

Universiteit: ULB. Master in de Rechten. Equivalent Vak Buitenland. code sem Vak Leuven sp LV. spe R. Zingeving

JAARVERSLAG ENGLISH SUMMARY...55 INTRODUCTION CO-OPERATION STAFF FUNDING RESEARCH PROGRAMME... 56

Universiteit: ULB. Master in de Rechten. spe R. code sem Vak Leuven sp LV. Equivalent Vak Buitenland. Zingeving A09C5A 1

MAASTRICHT, JUNI 2013

Inleiding. 1.1 Probleemanalyse

Wessels Insolventierecht

ONEERLIJKE HANDELSPRAKTIJKEN EN HANDHAVING VAN CONSUMENTENBESCHERMING IN DE FINANCIËLE SECTOR. Preadvies voor de Vereniging voor Effectenrecht 2010

Masters: Master 2 vakken kunnen niet door erasmusstudenten worden opgenomen.

Inleiding. Geen one size fits all

CONCEPT Tentamenplanning Bachelor en Masteronderwijs Tt of Hk. Week Dag Datum begin-tijd eindtijd Vaknaam. studiegids-nr.

- De specifieke eisen hebben betrekking op de kennis die verlangd kan worden van iedere onderzoeker op zijn specifieke onderzoeksgebied.

Juridische kennis en professionele vaardigheden

Masters: Master 2-vakken mogen niet opgenomen worden door erasmusstudenten. spe R

Inleiding tot de rechtswetenschap 3 Inleiding in het Nederlandse recht Verheugt (17e druk, 2013 NIEUW) ISBN: ,10

De Detacheringsrichtlijn

Bestaande lacunes en toekomstperspectieven in het Europees internationaal privaatrecht: naar een wetboek van internationaal privaatrecht?

Inleiding. 1 Strafrecht

LEERPLANSCHEMA S MEI Jaar 1 Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4. Jaar 1 Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4

Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling wo-masteropleiding Rechtsgeleerdheid 1 van 5

Masterscriptie Rechtsgeleerdheid

Het recht van kinderen op levensonderhoud: een gedeelde zorg

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie

Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen: Corporate Social Responsibility in a Transnational Perspective

Extern standpunt. Workshop FOD Economie 22/5/13. Zakenrecht & zakelijke zekerheden Prof.Dr. R. Feltkamp

LEERPLANSCHEMA S LEERPLANSCHEMA JAAR 1 PUBLIEKSTROOM

Staatsrecht. Course information. Commencement Period. Lecturer(s) RD Nederlands

Let op: De studiepunten die aan sommige vakken worden toegekend, omvatten soms ook een TD. Meer info vind je op de website van La Rochelle.

Samenwerkingsprotocol. Consumentenautoriteit Stichting Reclame Code

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Boekenlijst eerste semester 2014/2015 Aan deze lijsten kunnen geen rechten worden ontleend Kijk voor meer informatie op

Inleiding. 1 Definitie van internationaal publiekrecht. 2 Het rechtskarakter van internationaal publiekrecht

Op deze bestemming kunnen TD s worden gevolgd. Deze kunnen worden ingebracht als equivalent vak voor het werkcollege (deel I, a en/of deel I, b).

PROPORTIONEEL STAKINGSRECHT? De invulling van het stakingsrecht binnen het Europa van de Raad en van de EU. Laura De

NETHERLANDS INSTITUTE FOR LAW AND GOVERNANCE KOUDE UITSLUITING

Samenwerkingsprotocol

LEERPLANSCHEMA S

De definitieafspraken zijn op de volgende hoofdpunten gebaseerd:

EUROPEES PARLEMENT WERKDOCUMENT. Commissie juridische zaken betreffende consumentenrechten. Commissie juridische zaken

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT. overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier.. Inleiding... 1

Raad van de Europese Unie Brussel, 14 september 2017 (OR. en)

Algemeen juridische beroepsvorming 4 ALGEMEEN JURIDISCHE BEROEPSVORMING 4 (CJU01.4/CREBO:50109)

Een haalbaarheidsstudie naar een optioneel instrument

Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling WO masteropleiding Rechtsgeleerdheid

Vrijheid van onderwijs in vijf Europese landen

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Nota collectiebeleid 2011 De collectievorming voor de Vakbibliotheek Rechten

het Comité burgerlijk recht (algemene vraagstukken) Gemeenschappelijk referentiekader voor het Europees contractenrecht

De belofte van vitamines: voedingsonderzoek tussen universiteit, industrie en overheid Huijnen, P.

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Het Interuniversitair Centrum voor Onderwijswetenschappen De periode nader bekeken

BACHELOR IN DE RECHTEN BRUSSEL Algemene optie 180 studiepunten

NEDERLANDSE ACCENTEN IN HET VEILIGHEIDSBELEID VAN DE EUROPESE UNIE

Transcriptie:

Onderzoekschool Ius Commune Wetenschappelijk verslag 2008

VERANTWOORDING A. ALGEMEEN In dit wetenschappelijk verslag van de Onderzoekschool Ius Commune is de productie over het jaar opgenomen. De verslaglegging vindt hier plaats per subprogramma. Achtereenvolgens zijn dat de programma's: Algemeen verbintenissen- en contractenrecht; Europees personen-, familie- en erfrecht; Goederenrecht; Aansprakelijkheid en verzekering; Grensoverschrijdend milieurecht; Rechtspersonen in Europa; Fiscale vraagstukken in de interne markt; Intellectuele eigendom; Grondslagen en beginselen van burgerlijk procesrecht in Europa; Publiekrechtelijke rechtsvergelijking; Constitutionele processen in Europa en Constitutionele processen in de internationale rechtsorde. B. UITGANGSPUNTEN VOOR VERSLAGLEGGING I. Algemeen In dit verslag wordt onderscheid gemaakt tussen proefschriften, wetenschappelijke publicaties, vakpublicaties en annotaties. Het gehanteerde onderscheid is gebaseerd op de door de VSNU in haar Protocol 1998 ontwikkelde criteria voor beoordeling van het wetenschappelijk onderzoek. Bij de overzichten van publicaties is afgezien van het opnemen van een rubriek Overige producten van wetenschappelijke activiteiten (redacteurschappen, lezingen, gastcolleges, etc.). Annotaties geen officiële categorie binnen genoemde indeling zijn grotendeels apart opgenomen. Sommige annotaties in met name enkele Belgische tijdschriften hebben echter een omvang en kwaliteit die opneming in de categorie wetenschappelijke publicatie rechtvaardigen. Publicaties die volgens de VSNU-normen niet anders dan als vakpublicatie kunnen worden gekwalificeerd (o.a. bijdragen aan losbladige uitgaven, aan praktijkuitgaven, etc.) worden als zodanig aangeduid. Volgens de VSNU-criteria wordt een publicatie als wetenschappelijk aangemerkt wanneer deze voldoet aan het criterium increasing the body of academic knowledge. Daaruit volgt dat publicaties voor het onderwijs, wetboeken, maar ook bijdragen die gericht zijn op het presenteren van een overzicht van rechtspraak of wetgeving in beginsel geen wetenschappelijke publicatie vormen, maar een vakpublicatie. Deze laatsten zijn publicaties die gericht zijn op het verspreiden van kennis aan de vakgenoten, maar (behoudens tegenbewijs) niet bijdragen aan increasing the body of academic knowledge. Het spreekt voor zich dat het hier om uitgangspunten gaat. Een overzicht van rechtspraak kan derhalve wel degelijk als wetenschappelijk worden gekwalificeerd wanneer de auteur aantoont dat deze voldoet aan het criterium van increasing the body of academic knowledge en dit als zodanig door de bevoegde programmaleider wordt geaccordeerd. i

Wetenschappelijk verslag 2008 Hetzelfde geldt in beginsel ook (wederom behoudens het bewijs van tegendeel) voor rapporten die in opdracht van derden werden geschreven. Het probleem bij dergelijke rapporten is dat zij, als zij al werden gepubliceerd, doorgaans niet een wetenschappelijke toets (van bijvoorbeeld een redactie) hebben doorstaan. In beginsel zijn dit derhalve vakpublicaties (als het überhaupt al publicaties zijn in de zin dat er een ISBN-nummer aan is toegekend of dat zij in een tijdschrift zijn gepubliceerd). Elektronische publicaties kunnen als publicatie worden beschouwd voor zover er wederom een redactionele toets heeft plaatsgevonden. Adviezen voor derden die niet werden gepubliceerd vormen in beginsel geen publicatie (behoudens uiteraard wanneer nadien publicatie plaatsvindt). Hetzelfde lot geldt rapporten die voor externe opdrachtgevers (EU, ministeries, of het bedrijfsleven) werden geschreven. Als het al publicaties zijn zijn het in beginsel vakpublicaties. Wederom geldt dat het hier om een uitgangspunt gaat: het tegendeel kan worden aangetoond wanneer blijkt dat sprake is van increasing the body of academic knowledge. Hetgeen zojuist vermeld werd ten aanzien van niet-gepubliceerde rapporten of adviezen geldt eveneens voor zogenaamde working papers: vermits dit (nog) geen publicaties zijn zijn deze in beginsel niet opgenomen, tenzij een working paper in een wetenschappelijk (al dan niet elektronisch) tijdschrift zou zijn gepubliceerd. Dan betreft het een publicatie en kan worden nagegaan of het een wetenschappelijke dan wel een vakpublicatie betreft. Het verslag is opgesteld volgens het zogenaamde Standaard Evaluation Protocol (SEP). De Nederlandse universiteiten hebben zich ertoe verbonden bij (externe) evaluaties dit SEP te volgen en derhalve is de verslaglegging daarop afgesteld. Aan de programmaleiders is dan ook gevraagd om bij de verslaglegging rekening te houden met de volgens het SEP relevante criteria. De aanwijzing van de programmaleiders is opgenomen in bijlage bij dit verslag. Bewust is in dit verslag gekozen voor een volledige opname van de publicaties van de onderzoeksgroepen. Alleen op die manier wordt een volledig beeld verkregen van de kwantiteit en kwaliteit van de productie binnen die groepen. II. Specifiek Alle publicaties (wetenschappelijke dan wel vak) worden in beginsel slechts éénmaal opgenomen, ook wanneer er meerdere auteurs zijn. De publicatie wordt dan opgenomen op basis van de alfabetische naamsvolgorde van de eerste auteur. Publicaties kunnen uiteraard in beginsel ook slechts in één programma worden opgenomen. Bepaalde publicaties kunnen daarentegen wel als kernpublicatie in meer dan één programma worden opgevoerd, mits door de programmaleider wordt toegelicht waarom zulks gebeurt. Uiteraard bestaat ten aanzien van deze en de hierna vermelde criteria de nodige interpretatievrijheid. De uiteindelijke verantwoordelijkheid (mits een toets door ii

Verantwoording wetenschappelijk directeur en bestuur) voor de wijze van verslaglegging (en dus ook de indeling) ligt bij de coördinerend programmaleider. III. Input/output criteria In beginsel dient een voltijds onderzoeker minimaal 0,2 fte in een programma onder te brengen. Vandaar dat bij de overzichten van onderzoekers ook steeds hun participatie binnen het programma is aangegeven. Participatie in meerdere programma's is mogelijk, doch (wederom bij een voltijds aanstelling) dan ook voor minimaal 0,2 fte. Dit betekent dat men bij een voltijdse aanstelling maximaal in twee programma's kan participeren (voor 0,2 fte per programma) ervan uitgaande dat men een 0,4 onderzoeksaanstelling heeft. Lagere aanstellingen zijn slechts aanvaardbaar voor honoraire onderzoekers, deeltijders of promovendi. Participatie in meerdere programma's is dus mogelijk. Wanneer hiervan systematisch sprake is zou dit via een formele participatie in het andere programma (dus via een deeltijdfactor) moeten worden duidelijk gemaakt. Een onderzoeker heeft uiteraard de vrijheid om ook te publiceren in andere programma's. Wanneer een onderzoeker occasioneel binnen een ander programma publiceert wordt die publicatie uiteraard in het betreffende programma opgevoerd en wordt de onderzoeker aldaar als gastonderzoeker aangemerkt. Publicaties die geen uitvoering vormen van enig programma binnen de Ius Commune Onderzoekschool worden binnen het programma waarin de onderzoeker participeert onder de rubriek overige publicaties opgenomen. De per programma opgenomen publicatieresultaten dienen dus in beginsel een uitvoering te vormen van het programma van de onderzoekschool. Voor zover dat niet het geval is worden de publicaties van de betreffende onderzoeker in de categorie overige publicaties opgenomen. Wat de outputcriteria betreft geldt dat bij een voltijdse onderzoeksaanstelling (dus 0,4 fte) van een onderzoeker in beginsel vereist wordt dat hij drie wetenschappelijke publicaties per jaar heeft op het terrein van de onderzoekschool. Bij participatie in meerdere programma's vindt ook een proportionele reductie van de publicatie-eisen plaats en datzelfde geldt uiteraard bij een beperktere input in een specifiek programma. Overige publicaties gelden in beginsel niet om aan de publicatie-eisen te voldoen. Echter, bij de beoordeling van de vraag of aan de outputvereisten is voldaan berust een grote beoordelingsvrijheid bij de (coördinerend) programmaleider. Bijvoorbeeld bij publicatie van één substantieel artikel in een belangrijk internationaal tijdschrift kan de programmaleider van oordeel zijn dat toch aan het outputcriterium is voldaan. Dit hangt ook in grote mate met de aard van het vakgebied samen. Op promovendi rust, behoudens het schrijven van hun proefschrift, geen publicatieplicht. iii

Wetenschappelijk verslag 2008 Samenvattend: Wanneer een onderzoeker vooraf (via de deeltijdfactor) heeft aangegeven voor een bepaald deel van de onderzoekstijd in een ander programma werkzaam te willen zijn, zullen ook publicaties in dat andere programma vanzelfsprekend worden meegewogen bij de beoordeling van de vraag, of aan publicatie-eisen is voldaan; - wetenschappelijke publicaties die niet onder het programma van de onderzoekschool vallen worden niet meegewogen in de beoordeling of een onderzoeker heeft voldaan aan de publicatie-eisen van de onderzoekschool; - de vraag in hoeverre een boek dan wel internationale publicaties zwaarder dienen te worden meegewogen, behoort in beginsel aan de beoordeling van de programmaleider; - of een publicatie uitvoering vormt van het programma behoort eveneens tot de beoordelingsbevoegdheid van de (coördinerend) programmaleider. Zulks wordt ex post (marginaal) getoetst door de wetenschappelijk directeur en door het bestuur van de Ius Commune Onderzoekschool. IV. Nationaal recht, rechtsvergelijking en Ius Commune Relevante vraag voor de opname van een publicatie in een programma (te beoordelen door de programmaleider) is, of een publicatie uitvoering vormt van het specifieke programma en daarmee van de missie van de Ius Commune Onderzoekschool. Uitvoering geven aan die missie zal allicht het geval zijn bij rechtsvergelijkende publicaties en publicaties die onderzoeken in welke mate het wenselijk is een Ius Commune op een bepaald rechtsgebied tot stand te brengen. Echter, ook zuiver nationaal-rechtelijke publicaties zijn niet per definitie uitgesloten in de mate dat zij ondersteunend kunnen zijn voor het grondslagendebat over de totstandkoming van een Ius Commune en daarmee ook een bijdrage leveren aan de uitvoering van het programma en daarmee van de missie van de onderzoekschool. Deze missie wordt uitgevoerd door: - binnen de afzonderlijke rechtsgebieden (privaatrecht, publiekrecht) van grondslagen onderzoek te doen vanuit de gedachte dat inzicht in deze grondslagen kan bijdragen aan (kennis over) integratieprocessen; - het uitvoeren van rechtsvergelijkend onderzoek met hetzelfde doel; - de bestudering van de rol van het Europees en internationaal recht bij genoemde integratieprocessen. iv

Verantwoording Veel van het onderzoek in de Ius Commune Onderzoekschool is gericht op de (on)mogelijkheid van integratie/harmonisatie van rechtsregels in regionale samenwerkingsverbanden, zoals Europa, zonder dat evenwel harmonisatie op normatief vlak door de school wordt nagestreefd of bevorderd. Maastricht, december 2009 v

INHOUDSOPGAVE VERANTWOORDING...I A. Algemeen...i B. Uitgangspunten voor verslaglegging...i I. Algemeen...i II. Specifiek... ii III. Input/output criteria... iii IV. Nationaal recht, rechtsvergelijking en Ius Commune... iv IUS COMMUNE...1 A. Centrale probleemstelling...1 B. De programmastructuur...1 C. Gezamenlijke wetenschappelijke activiteiten binnen het programma...2 EUROPEES PRIVAATRECHT...5 ALGEMEEN VERBINTENISSEN- EN CONTRACTENRECHT...7 A. Onderzoeksleden programma...7 B. Samenvatting programmaopzet...9 I. Programmaopzet...9 II. Beoogde resultaten...11 III. Academische reputatie en verspreiding van onderzoeksresultaten...11 IV. Relatie tot de onderzoekschool...12 V. Effecten van de samenwerking...12 VI. Onderzoeksfaciliteiten en middelentoekenning...12 C. Opbouw onderzoeksinput wetenschappelijk personeel...12 D. Dissertaties...13 E. Overzicht van alle overige publicaties...13 Wetenschappelijke publicaties...13 Vakpublicaties...24 Annotaties...28 Publicaties gastonderzoekers...29 EUROPEES PERSONEN-, FAMILIE- EN ERFRECHT...31 A. Onderzoeksleden programma...31 B. Samenvatting programmaopzet...32 I. Oorspronkelijke probleemstelling en doelstellingen...32 II. Onderzoeksthema's...32 C. Opbouw onderzoeksinput wetenschappelijk personeel...33 D. Dissertatie...33 E. Overzicht van alle overige publicaties...33 Wetenschappelijke publicaties...33 vii

Wetenschappelijk verslag 2008 viii Vakpublicaties...37 Annotaties...41 Publicaties gastonderzoekers...43 GOEDERENRECHT...45 A. Onderzoeksleden programma...45 B. Samenvatting programmaopzet...46 I. Leiderschap en managementstijl...46 II. Programmaopzet...47 III. Actualisering...49 IV. Methodiek...51 V. Beoogde resultaten...51 VI. Effecten van samenwerking...52 VII. Relatie tot de onderzoekschool...53 VIII. Academische reputatie...53 IX. Onderzoeksfaciliteiten, middelentoewijzing...55 C. Opbouw onderzoeksinput wetenschappelijk personeel...55 D. Dissertatie...55 E. Overzicht van alle overige publicaties...55 Wetenschappelijke publicaties...55 Vakpublicaties...59 Annotaties...61 Publicaties gastonderzoekers...62 Overige publicaties...62 AANSPRAKELIJKHEID EN VERZEKERING...63 A. Onderzoeksleden programma...63 B. Samenvatting programmaopzet...64 I. Leiderschap, managementstijl & communicatie...64 II. Programmaopzet...64 III. Beoogde resultaten...66 IV. Relatie tot de onderzoekschool...66 V. Academische reputatie...67 VI. Effecten van de samenwerking...67 C. Opbouw onderzoeksinput wetenschappelijk personeel...68 D. Dissertaties...68 E. Overzicht van alle overige publicaties...68 Wetenschappelijke publicaties...68 Vakpublicaties...77 Annotaties...81 Publicaties gastonderzoekers...82 GRENSOVERSCHRIJDEND MILIEURECHT...87 A. Onderzoeksleden programma...87 B. Samenvatting programmaopzet...88

Inhoudsopgave I. Leiderschap, managementstijl & communicatie...88 II. Programmaopzet...89 III. Beoogde resultaten...93 IV. Relatie tot de onderzoekschool...94 V. Academische reputatie...94 VI. Effecten van de samenwerking...95 C. Opbouw onderzoeksinput wetenschappelijk personeel...96 D. Dissertaties...96 E. Overzicht van alle overige publicaties...96 Wetenschappelijke publicaties...97 Vakpublicaties...102 Annotaties...104 Publicaties gastonderzoekers...105 RECHTSPERSONEN IN EUROPA...107 A. Onderzoeksleden programma...107 B. Samenvatting programmaopzet...108 I. Leiderschap, managementstijl en communicatie... 108 II. Programmaopzet... 108 C. Opbouw onderzoeksinput wetenschappelijk personeel...115 D. Dissertaties...115 E. Overzicht van alle overige publicaties...115 Wetenschappelijke publicaties...115 Vakpublicaties...119 Annotaties...120 Publicaties gastonderzoekers...121 FISCALE VRAAGSTUKKEN IN DE INTERNE MARKT...123 A. Onderzoeksleden programma...123 B. Samenvatting programmaopzet...123 I. Programmaopzet... 123 II. Programma gedetailleerd... 124 III. Beoogde resultaten... 128 IV. Academische reputatie... 129 C. Opbouw onderzoeksinput wetenschappelijk personeel...129 D. Dissertatie...129 E. Overzicht van alle overige publicaties...129 Wetenschappelijke publicaties...129 Vakpublicaties...132 Annotaties...134 GRONDSLAGEN EN BEGINSELEN VAN BURGERLIJK PROCESRECHT IN EUROPA...137 A. Onderzoeksleden programma...137 B. Samenvatting programmaopzet...137 ix

Wetenschappelijk verslag 2008 I. Achtergronden... 137 II. Afbakening en doelstelling van het programma... 140 III. Werkwijze... 141 C. Opbouw onderzoeksinput wetenschappelijk personeel...143 D. Dissertaties...143 E. Overzicht van alle overige publicaties...143 Wetenschappelijke publicaties...143 Vakpublicaties...149 Annotaties...152 Publicaties gastonderzoekers...153 Overige publicaties...154 INTELLECTUELE EIGENDOM...155 A. Onderzoeksleden programma...155 B. Samenvatting programmaopzet...155 I. Leiderschap, managementstijl & communicatie... 155 II. Programmaopzet... 156 III. Beoogde resultaten... 161 IV. Relatie tot de onderzoekschool... 163 V. Academische reputatie... 164 VI. Effecten van de samenwerking... 164 C. Opbouw onderzoeksinput wetenschappelijk personeel...166 D. Dissertatie...166 E. Overzicht van alle overige publicaties...166 Wetenschappelijke publicaties...166 Vakpublicaties...169 Annotaties...169 Publicaties gastonderzoekers...170 Overige publicaties...170 IUS COMMUNE EN PUBLIEKRECHT...171 A. Algemene inleiding...171 B. Toekomst...172 CONSTITUTIONELE PROCESSEN: DE WISSELWERKING TUSSEN DE NATIONALE EN EUROPESE DIMENSIE...175 A. Onderzoeksleden programma...175 B. Samenvatting programmaopzet...176 I. Grondgedachten... 176 II. Onderzoeksthema's... 177 III. Inbedding... 180 C. Opbouw onderzoeksinput wetenschappelijk personeel...181 D. Dissertatie...181 E. Overzicht van alle overige publicaties...181 Wetenschappelijke publicaties...181 x

Inhoudsopgave Vakpublicaties...185 Annotaties...188 Overige publicaties...191 RECHTSBESCHERMING EN HANDHAVING: DE WISSELWERKING TUSSEN DE NATIONALE EN EUROPESE DIMENSIE...193 A. Onderzoeksleden programma...193 B. Samenvatting programmaopzet...194 I. Grondgedachten... 194 II. Onderzoeksthema's... 196 III. Inbedding... 201 C. Opbouw onderzoeksinput wetenschappelijk personeel...201 D. Dissertatie...201 E. Overzicht van alle overige publicaties...201 Wetenschappelijke publicaties...201 Vakpublicaties...206 Annotaties...208 Publicaties gastonderzoekers...211 Overige publicaties...211 INTEGRATIE, DIFFERENTIATIE EN FLEXIBILITEIT: NIEUWE PERSPECTIVEN OP EU RECHT EN BELEID...213 A. Onderzoeksleden programma...213 B. Samenvatting programmaopzet...214 I. Inleiding: overzicht van het onderzoeksgebied... 214 II. Focus: Nieuwe perspectieven op een economische, politieke en sociale Europese Unie in de mondiale orde... 215 III. Plan van aanpak... 216 C. Opbouw onderzoeksinput wetenschappelijk personeel...217 D. Dissertaties...217 E. Overzicht van alle overige publicaties...217 Wetenschappelijke publicaties...217 Vakpublicaties...223 Annotaties...224 CONSTITUTIONELE PROCESSEN IN DE INTERNATIONALE RECHTSORDE...225 A. Onderzoeksleden programma...225 B. Samenvatting programmaopzet...226 C. Opbouw onderzoeksinput wetenschappelijk personeel...227 D. Dissertatie...228 E. Overzicht van alle overige publicaties...228 Wetenschappelijke publicaties...228 Vakpublicaties...233 Annotaties...236 xi

IUS COMMUNE A. CENTRALE PROBLEEMSTELLING Voor een beschrijving van de probleemstelling van de Onderzoekschool en van de uitgangspunten voor het gemeenschappelijk onderzoek, zij verwezen naar de hererkeningsaanvraag. De voorgeschiedenis van het onderzoeksprogramma is te vinden in het Wetenschappelijk verslag 1995-1998. B. DE PROGRAMMASTRUCTUUR Programma: IUS COMMUNE EN PRIVAATRECHT Deelprogramma's en onderzoeksgroepen: * Europees privaatrecht - Algemeen verbintenissen- en contractenrecht - Personen- en familierecht - Consumentenrecht - Goederenrecht * Aansprakelijkheid en verzekering * Grensoverschrijdend milieurecht * Ondernemingen in Europa - Rechtspersonen in Europa - Fiscale vraagstukken in de interne markt * Grondslagen en beginselen van burgerlijk procesrecht in Europa * Intellectuele eigendom Programma: IUS COMMUNE EN PUBLIEKRECHT Deelprogramma's en onderzoeksgroepen: * Constitutionele processen: de wisselwerking tussen de nationale en Europese dimensie * Rechtsbescherming en rechtshandhaving: de wisselwerking tussen de nationale en Europese dimensie 1

Wetenschappelijk verslag 2008 * Integratie, differentiatie en flexibiliteit: nieuwe perspectieven op EU recht en beleid * Constitutionele processen in de internationale rechtsorde C. GEZAMENLIJKE WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN BINNEN HET PROGRAMMA Hierbij wordt een overzicht geboden van activiteiten die door de Ius Commune Onderzoekschool als geheel zijn ondernomen en derhalve niet terug te voeren zijn tot een of meer programma's. Het jaarlijkse Ius Commune congres vond in 2008 plaats te Amsterdam op 27 en 28 november. Sedert september 2007 beschikt de Onderzoekschool Ius Commune over een geheel vernieuwde website: <http://www.iuscommune.eu>. Sinds 2000 worden onder redactie van Hesselink, Hondius, Smits en Stijns de Ius Commune Lectures on European Private Law gepubliceerd. Verschenen zijn de volgende delen: 1. Hector MacQueen, Scots law and the Road to the New Ius Commune. 2. Alan Watson, Legal Transplants and European Private Law 3. Martin A. Hogg, Lowlands to Low Country: Perspectives on the Scottish and Dutch Law of Unjustified Enrichment 4. Aharon Barak, Some Reflections on the Israeli Legal System and its Judiciary 5. Hector MacQueen, Laws and Languages: Some Historical Notes from Scotland 6. Christian Joerges, On the Legitimacy of Europeanising Private Law 7. Horatia Muir Watt, Choice of Law in Integrated and Interconnected Markets: a Matter of Political Economy 8. Roy Goode, Contract and Commercial Law: the Logic and Limits of Harmonisation 9. Wouter Snijders, Building a European Contract Law; five Fallacies and two Castles in Spain 10. Anne-Françoise Debruche, Judicial Fairness in the Realm of Strict Law: Comparative Insights around a Classic Encroachment Case 11. Christian Behrendt, Time and Conformity in Law 2

Ius Commune In 2001 werd de Ius Commune Prize ingesteld voor de beste publicatie van een jonge onderzoeker op het terrein van ius commune. De jury heeft bestaan uit leden van de in de Onderzoekschool deelnemende faculteiten. Winnaar van de Ius Commune Prize 2008 was: - Yves Thiery, Het Europees verbod van geslachtsdiscriminatie in verzekeringen: receptie en (anti-)conceptie in het lidstatelijk recht 3

EUROPEES PRIVAATRECHT De centrale doelstelling binnen het overkoepelende deelprogramma Europees privaatrecht is tweeërlei. Binnen het deelprogramma wordt zowel onderzoek verricht naar de spanning tussen nationaal privaatrecht en het recht van de Europese institutionele organen (met name de Europese Unie en de Raad van Europa) als naar de mogelijkheden om ook los van die supra-europese organisaties een Europees privaatrecht te bewerkstelligen. In de eerste plaats geldt immers dat door de toenemende economische, sociale en politieke integratie van de lidstaten van de Europese Unie de uit Brussel afkomstige regelgeving in de diverse lidstaten een steeds belangrijker plaats inneemt. Ook van het EVRM en van de daarop gebaseerde rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens gaat een harmoniserende invloed uit. Daarnaast bestaan ook verdragen op deelterreinen (zoals vele verdragen op het terrein van het personen- en familierecht en het Weens Koopverdrag). Elk van deze instrumenten heeft een weliswaar unificerend effect op Europees niveau, maar ook een desintegrerend effect op nationaal niveau. Doordat de harmonisatie beperkt is tot deelgebieden van nationaal recht, ontstaat immers in de lidstaten, binnen een zelfde rechtsgebied, een cesuur tussen nationaal recht dat geharmoniseerd is met het recht van andere lidstaten en recht dat aan deze harmonisatie ontsnapt. Gevolg daarvan is een grotere dispariteit binnen het recht van elke lidstaat, hetgeen kan leiden tot onevenwichtigheid en een geringere transparantie van het nationale recht. Reeds dit roept de vraag op naar de mogelijkheid van formulering van beginselen die commuun zijn aan de privaatrechtsstelsels van de Europese lidstaten: alleen door een beklemtoning van de grondslagen en algemene beginselen van de diverse rechtsstelsels kan een zekere graad van cohesie binnen het op het grondgebied van een zelfde lidstaat geldende regelenbestand wat ook de oorsprong daarvan moge zijn (cf. het pluralisme van rechtsbronnen) worden bewerkstelligd. In de tweede plaats geldt dat ook de andere mogelijkheden om een Europees privaatrecht te bewerkstelligen en hun mogelijke invloed op nationale rechtsstelsels een wetenschappelijke bestudering behoeven. In dit verband dient wederom de ontwikkeling van algemene beginselen van Europees privaatrecht te worden genoemd, doch nu niet zozeer als panacee voor praktische nationale problemen als wel als zelfstandige methode van niet-centralistische unificatie. Noodzakelijk onderdeel van dit onderzoek is het bestuderen van beginselen en regelingen die aan Europese rechtstelsels gemeenschappelijk zijn, waarvan er vele zijn voortgekomen uit dezelfde historische wortels, met name uit hetgeen vroeger als Europees ius commune werd ervaren. Eveneens noodzakelijk onderdeel hiervan is bestudering van de vraag in hoeverre de rechtsstelsels van de civil law- en de common law-traditie nader tot elkaar kunnen worden gebracht en welke ervaringen daarmee zijn opgedaan in de zogenaamde gemengde rechtsstelsels. 5

Wetenschappelijk verslag 2008 In overeenstemming met de traditionele privaatrechtelijke systematiek in de civil law-traditie wordt vervolgens onderscheiden in de projecten Algemeen verbintenissen- en contractenrecht, Personen- en familierecht, en Goederenrecht. 6

ALGEMEEN VERBINTENISSEN- EN CONTRACTENRECHT A. ONDERZOEKSLEDEN PROGRAMMA Start coördinerend onderzoeksleider Mw. Prof.Dr. I. Samoy (KUL) 0,40 01-06-99 End onderzoeksleiders Prof.Dr. M. Hesselink (UvA) 0,40 01-01-95 Mw. Prof.Dr. A. Keirse (UU) 0,30 01-10-08 Mw. Dr. N. Kornet (UM) 0,40 01-10-08 Mw. Prof.Dr. S. Stijns (KUL) 0,20 01-01-99 senior onderzoekers Mw. Prof.Dr. K. Boele-Woelki (UU) 0,10 01-01-95 Dr. D. Busch (RUN) 0,00 01-09-98 Prof.Dr. C.E. Du Perron (UvA) 0,00 01-10-99 Prof.Dr. J. Hage (UM) 0,40 01-05-04 Prof.Dr. J. Hallebeek (VU) 0,20 01-10-00 Prof.Dr. E.H. Hondius (UU) 0,10 01-01-95 Prof.Dr. Ch. Jansen (VU) 0,20 01-10-04 Dr. R.J.Q. Klomp (UU) 0,00 01-03-02 Prof.Dr. M. Loos (UvA) 0,40 01-10-03 Prof. A.I. Ogus (EUR) 0,20 01-09-98 Prof.Dr. J.G.J. Rinkes (UM / OU) 0,20 01-01-95 Dr. A.C. van Schaick (UU) 0,00 01-03-02 Prof.Dr. E.J.H. Schrage (UvA) 0,20 01-10-05 Prof.Dr. J.M. Smits (UvT) 0,40 01-01-99 Prof.Dr. M.E. Storme (KUL) 0,10 01-01-95 29-02-08 Prof.Dr. J. Stuyck (KUL) 0,20 01-01-95 Prof.Dr. R.P.J.L. Tjittes (VU) 0,00 01-09-98 onderzoekers Dr. C. Bollen (UM) 0,00 01-01-95 Mw. Dr. O. Bueno Diaz (UvA) 0,20 03-11-07 Mw. Dr. C. Cauffman (KUL) 0,20 01-06-99 Mw. Dr. O.O. Cherednychenko (VU) 0,20 19-04-07 Mw. Dr. T.E. Deurvorst (UU) 0,00 01-10-03 Dr. J.H. Dondorp (VU) 0,20 01-10-03 Dr. S.A. Kruisinga (UU) 0,30 01-10-07 7

Wetenschappelijk verslag 2008 Start Mw. Dr. C.B.P. Mahé (UU) 0,20 03-03-06 Mw. Dr. C. Mak (UvA) 0,20 27-09-07 Mw. Dr. M. Piers (Gent) 0,20 01-03-08 Dr. W. Rauws (UM) 0,10 01-10-04 Dr. J. Rutgers (UvA) 0,20 01-07-01 Mw. Dr. M. Schaub (UU) 0,40 01-10-05 Mw. Dr. H. Schelhaas 0,00 01-10-97 Mw. Dr. H. Sivesand (UU) 0,00 01-02-00 Dr. G.J.P. de Vries (UvA) 0,20 01-10-99 Prof.Dr. P. Wéry (UCL) 0,20 14-02-03 Prof.Dr. L.C. Winkel (EUR) 0,20 01-04-05 Dr. B. van Zelst (UvA) 0,20 21-06-08 End promovendi Dhr. D. Alessi (UU) 0,00 01-05-06 Dhr.J. Baaij (UvA) 0,80 01-10-06 Dhr.R. Hardy (UM) 0,00 01-10-02 Mw. G. Hesen (UM) 0,60 01-04-05 Mw. K. Kryczka (UU) 0,75 01-10-02 Mw. J. Luzak (UvA) 0,80 01-10-05 Dhr.R. Manko (UvA) 0,80 01-04-05 Dhr.A. Momberg Uribe (UU) 1 01-10-08 Mw. S. Mutluer (VU) 0,40 01-02-07 Dhr.P. Nayaert (KUL) 0,40 01-03-08 Mw. A. Nottet (ULG) 0,40 01-10-07 Dhr. J. Oosterhuis (VU) 0,80 01-02-07 Mw. S. Tamboer (UvA) 0,80 01-10-06 Mw. H. Veenstra (UU) 0,75 01-10-04 Mw. M. Vermeer (UU) 0,00 01-09-98 01-03-08 Mw. A. Wiewiorowska-Domagalska (UU) 0,00 01-10-00 Dhr.B. van Zelst (UvA) 0,80 01-10-05 20-06-08 emeriti Prof.Dr. W. van Gerven (KUL/UvT) 01-01-95 Prof.Dr. F.W. Grosheide (UU) 01-01-95 Prof.Dr. J. Herbots (KUL) 01-01-95 8

Algemeen verbintenissen- en contractenrecht B. SAMENVATTING PROGRAMMAOPZET I. Programmaopzet a. Oorspronkelijke probleemstelling, doelstellingen en methode Het onderzoek richt zich zowel op meer algemene vragen van harmonisatie en eenwording, en de moeilijkheden die daarbij optreden, als op de traditionele rechtsvergelijking. Door de rechtsvergelijking op deelonderwerpen van het contracten- en overig verbintenissenrecht te bezien in het licht van de meer algemene vragen ontstaat een vruchtbaar onderzoeksterrein. Bij die algemene vragen kan worden gedacht aan de bevoegdheid van de EG om op het terrein van het contractenrecht nadere regels te stellen, aan de problematiek van de fundamentele verschillen tussen common law en civil law-systemen en uiteraard aan de compatibiliteit van de verschillende civil law systemen onderling. Zo bestaat twijfel over de vraag of het EG-verdrag nu wel of niet een bevoegdheidsgrondslag biedt voor een Europees contractenwetboek. Verder wordt er door de een pessimistischer dan door de ander geoordeeld over de mogelijkheid om de common law en de civil law op één lijn te krijgen. Welke methode van eenwording dient te worden gekozen (Europese richtlijnen, Principles, Verdragen, vrij verkeer van rechtsregels, leidend tot een gemengd rechtsstelsel, etc.), en welke nadelen aan deze methoden zijn verbonden, wordt steeds uitdrukkelijk in het onderzoek betrokken. Het onderzoek op het terrein van het contracten- en overig verbintenissenrecht richt zich enerzijds op het doorlichten van het eigen Nederlandse recht (en van andere nationale rechtsstelsels) tegen de achtergrond van een Europees privaatrecht, anderzijds op de analyse van de wenselijkheid en de mogelijkheid van het totstandbrengen van een Europees contracten- en overig verbintenissenrecht. Daarbij ligt de nadruk sinds de integratie met het vroegere programma Grondslagen zowel op het contracten- en (in mindere mate) het verrijkingsrecht als op grondslagenonderzoek (met name het harmonisatiedebat in algemene zin). De onderwerpen van verbintenissenrecht die in dit kader worden bestudeerd zijn totstandkoming, inhoud en niet-nakoming van de overeenkomst, alsmede de verhouding tussen de overeenkomst en de andere bronnen van verbintenis. Wat dit laatste aangaat, komt met name de verhouding tussen het verrijkingsrecht (onverschuldigde betaling, ongerechtvaardigde verrijking en zaakwaarneming) en het overeenkomstenrecht aan de orde. Hier is alle reden voor nu in rechtsvergelijkend opzicht deze bronnen onderling sterk met elkaar verbonden zijn. In het onderzoek wordt gepoogd om door middel van rechtsvergelijking verkregen inzichten te transplanteren naar het Nederlandse en Belgische recht. Ook wordt onderzoek gedaan naar de beginselen van contractenrecht die de Europese stelsels gemeen hebben en wat daarvan typisch civil law en wat typisch common law is. In dat kader wordt traditioneel ook gekeken naar de 9

Wetenschappelijk verslag 2008 waarde die gemengde rechtsstelsels (met name Zuid-Afrika en Schotland) kunnen hebben voor een toekomstig Europees privaatrecht. Er zij op gewezen dat het aansprakelijkheidsrecht grotendeels is ondergebracht in het programma Aansprakelijkheid en verzekering. Nauw verbonden met het voorafgaande is de invloed van Europese instrumenten van harmonisatie (met name richtlijnen) op het nationale recht. De inhoud en de wijze van implementatie van richtlijnen op het terrein van het contractenrecht worden voor het Nederlandse recht (in vergelijking met enkele andere rechtsstelsels) onderzocht. Dit onderzoek mondt uit in conclusies over zowel de kwaliteit van en geschiktheid voor hun doel van richtlijnen als over de mate waarin Staten voldoen aan hun Europese implementatieverplichtingen. In het onderzoeksprogramma zijn ter uitvoering van het voorgaande drie hoofdgebieden aangewezen: 1. onderzoek naar de meest gewenste wijze van rechtsunificatie op het terrein van het contracten- en overig verbintenissenrecht in het licht van de doelstellingen van de Europese Unie. 2. De descriptieve rechtsvergelijking op het vlak van de totstandkoming, inhoud en niet-nakoming van de overeenkomst en op het vlak van de overige bronnen van verbintenis (waaronder het verrijkingsrecht). 3. Onderzoek naar de invloed van Europese instrumenten (met name richtlijnen) op het nationale recht. b. Actualisering Binnen het programma zijn op alle drie de hoofdgebieden de laatste twee jaar nieuwe accenten gelegd: 1. De initiatieven van de Europese Unie op het terrein van het contractenrecht zijn geïntensiveerd: het debat over de toekomstige vormgeving van met name het Europees contractenrecht is geïntensiveerd sinds de Europese Commissie zijn Mededelingen op dit terrein het licht deed zien. De onderzoeksgroep heeft in sterke mate bijgedragen aan dit (internationale) debat. Dit geldt zowel voor de inhoud van een toekomstig contractenrecht (bijdragen aan het European Civil Code project) als voor de meer methodologische aspecten (kritische discussie over de methodologische aspecten van harmonisatie). Hier wordt ook promotieonderzoek naar verricht. 2. In de vorige verslagperioden is gewerkt aan een vergelijking van Belgisch en Nederlands recht op het vlak van de contractuele remedies, de totstandkoming en de inhoud van de overeenkomst. In de huidige verslagperiode is het accent verlegd naar diverse andere aspecten. Eén gezamenlijk groot project is uitgevoerd over specific performance, dat leidt tot een boek dat thans 10

Algemeen verbintenissen- en contractenrecht gereed is (publiatiedatum 2008). Ook op dit terrein wordt promotieonderzoek verricht. Daarnaast is aandacht blijven bestaan voor vele andere thema's van verbintenissenrecht. Deze betreffen onder meer de precontractuele fase en de bronnen van verbintenissen. Hierover wordt zoveel mogelijk in zowel rechtsvergelijkend perspectief gepubliceerd, zowel in artikelen als in handboeken en proefschriften. II. Beoogde resultaten Het Europees-privaatrechtelijk debat vindt vooral plaats op internationaal niveau. Dat betekent dat het in de visie van de onderzoeksleiding essentieel is dat niet alleen wordt deelgenomen aan het nationale, maar ook aan het internationale debat. Het programma kent dan ook een relatief groot aantal Engelstalige publicaties: de uitdrukkelijke bedoeling is om internationaal een voortrekkersrol te vervullen. Het streven van de groep is dan ook zowel om bij te dragen aan de vormgeving van een Europees privaatrecht (bijv. middels bijdragen aan het European Civil Code-project) als om dit proces kritisch te volgen en daarop te reflecteren. In de onderzoeksgroep zijn verschillende benaderingen over de beste wijze van totstandkoming van uniform privaatrecht vertegenwoordigd. III. Academische reputatie en verspreiding van onderzoeksresultaten De academische reputatie van de onderzoeksgroep blijkt uit verschillende omstandigheden. De programmaleiders zijn redacteur van vooraanstaande wetenschappelijke tijdschriften (Hondius onder meer van de European Review of Private Law, Smits van de Maastricht Journal of European and Comparative Law, Hesselink van de European Review of Contract Law). De leden van het programma doen bovendien mee aan een keur van internationale samenwerkingsverbanden en ontvingen externe financiering. Belangrijker is echter dat de publicaties die binnen het programma zijn verwezenlijkt een grote rol spelen in het internationale debat en dat individuele leden vanwege hun academische verdiensten regelmatig uitnodigingen krijgen om te spreken op internationale congressen, op te treden als gasthoogleraar of deel te nemen aan beoordelingscommissies (een overzicht is op aanvraag beschikbaar). Om verspreiding van onderzoeksresultaten te bevorderen wordt vanuit de programmaleiding sterk gestimuleerd om zoveel mogelijk ook in internationale tijdschriften en boekenseries te publiceren. De rol die het programma in nationaal opzicht vervult wordt echter ook serieus genomen: dat blijkt onder meer uit het relatief grote aantal hand- en studieboeken dat binnen dit programma tot stand komt. Tot deze handboeken behoort het standaardwerk op het terrein van het Nederlands contractenrecht: Asser-Hartkamp II (Algemene leer der overeenkomsten; 12 de druk 2005). 11

Wetenschappelijk verslag 2008 IV. Relatie tot de onderzoekschool De centrale probleemstelling van de Onderzoekschool is wat de rol is van het recht bij internationale integratieprocessen. Het programma Algemeen verbintenissen- en contractenrecht ligt op een privaatrechtelijk terrein waar de Europese integratie ver is gevorderd: veel Europese privaatrechtelijke richtlijnen handelen over het contractenrecht. Bovendien wordt juist op dit terrein het debat over de verdere ontwikkeling van een Europees privaatrecht gevoerd. In 2006 is besloten tot het opheffen van de programma's Grondslagen en Consumentenrecht. Enkele leden van deze programma's zijn lid geworden van het huidige programma. Dit is uiteraard slechts geschied voor zover hun onderzoek hier reeds binnen past of in de nabije toekomst binnen gaat passen. V. Effecten van de samenwerking De samenwerking leidt nog altijd tot gezamenlijke projecten en publicaties en in algemene zin tot een hoger niveau van onderzoek dankzij uitwisseling van ideeën en gezamenlijke wetenschappelijke discussie. De facultaire onderzoeksgroepen die in Contractenrecht participeren worden in de huidige tijd van focus en schaalvergroting vaak te klein bevonden om als zelfstandige onderzoekseenheid te functioneren. Initiatieven die een facultaire onderzoeksgroep alleen niet kan ondernemen, kunnen wel in samenwerking met de groepen in andere faculteiten worden uitgevoerd. VI. Onderzoeksfaciliteiten en middelentoekenning Congressen en workshops binnen dit programma worden primair gefaciliteerd door de verschillende faculteiten, maar waar nodig kan worden teruggevallen op ondersteuning door de penvoerder van de onderzoekschool (Maastricht). Tevens financiert de penvoerder vanuit breedtestrategie -gelden congressen die vallen binnen de missie van de School. Onderzoekers binnen het programma maken geregeld gebruik van bibliotheken van de andere faculteiten. C. OPBOUW ONDERZOEKSINPUT WETENSCHAPPELIJK PERSONEEL in fte's 2008 Hoogleraar 4,18 Universitair hoofddocent 0,80 Universitair docent 2,10 Postdocs 0,60 Junior onderzoekers (AIO/OIO) 9,83 12

Algemeen verbintenissen- en contractenrecht D. DISSERTATIES In deze verslagperiode hebben geen promoties plaatsgevonden. E. OVERZICHT VAN ALLE OVERIGE PUBLICATIES WETENSCHAPPELIJKE PUBLICATIES Ballon, G.L. & Samoy, I. (Eds.). (2008). De factuur en verwante documenten (Collectie bedrijfsrecht). Brugge: Vanden Broele. (440 p.) Barendrecht, J.M., Gulijk, van, S., Jansen, C.E.C. & Loos, M.B.M. (2008). Principles of European Law on Service Contracts (PEL SC) in bouwcontactenrechtelijk perspectief. Tijdschrift voor Bouwrecht, 689-705. Bollen, C.J.M. (2008). Enforcement of the duty to carry on negotiations: (should it be) a possibility in Europe or not? In J.M. Smits, D. Haas & G.G. Hesen (Eds.), Specific performance in contract law: national and other perspectives (pp. 231-251). Antwerp: Intersentia. Bollen, C.J.M. (2008). Verweermiddelen tegen exoneraties in algemene voorwaarden die derdenwerking hebben. Rechtsgeleerd Magazijn Themis, 57-69. Bos, T.M., Dankers-Hagenaars, D.L.M.T., Oderkerk, A.E. & Reinhartz, B.E. (2008). Inleiding. Derden in het privaatrecht: processen van betrokkenheid en distantie. In B.E. Reinhartz, A.E. Oderkerk, T.M. Bos & D.L.M.T. Dankers- Hagenaars (Eds.), Derden in het privaatrecht (Amsterdams Instituut voor Privaatrecht, 4) (pp. 1-13). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. Bos, T.M., Dankers-Hagenaars, D.L.M.T., Oderkerk, A.E. & Reinhartz, B.E. (Eds.). (2008). Derden in het privaatrecht (Amsterdams Instituut voor Privaatrecht, 4). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. (VIII+331 p.) Brouwer, B. & Hage, J.C. (2008). Basic Concepts of European Private Law. In A. Hol & J.C. Hage (Eds.), Coherentie, rechtszekerheid en rechtspositivisme (pp. 269-296). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. Busch, D. (2008). The Principles of European Contract Law before the Supreme Court of the Netherlands. On the influence of the PECL in Dutch legal practice. Zeitschrift für Europäisches Privatrecht, 3, 549-562. Cauffman, C., Coninck, J. & Leuven, N. van (2008). Droit des contrats: questions choisies. Les contrats et les droits de l'homme, Le pouvoir potestatif» d'origine conventionnelle, La promesse unilatérale en droit privé européen. Bruxelles: Larcier. (168 p.) 13

Wetenschappelijk verslag 2008 Cauffman, C. (2008). La promesse unilatérale: source d'obligations dans un droit privé européen. In Droit des contrats Questions choisies (pp. 5-74). Bruxelles: Larcier. Cauffman, C. (2008). Relationship between Transfer Rules and Rules on Creditor's Avoidance of Debtor's Transactions. In B. Lürger & W. Faber (Eds.), Rules for the Transfer of Movables A Candidate for European Harmonization or National Reforms? (pp. 123-140). München: Sellier. Cauffman, C. (2008). Standard clauses and unilateral promises. In H. Collins (Ed.), Standard contract terms in Europe: a basis for and a challenge to European contract law (pp. 245-275). Alphen aan den Rijn: Kluwer Law International. Cauffman, C. (2008). Hervorming van de verzoeningspoging bij hoofdvorderingen inzake de huur van woningen. Rechtskundig Weekblad, 72(6), 252-254. Cauffman, C. (2008). Punitieve elementen in het verbintenissenrecht: een rechtsvergelijkende studie van de draagwijdte, de (grond)wettigheid en de wenselijkheid van het bestraffend karakter van het verbintenissenrecht. Tijdschrift voor Privaatrecht, 799-873. Cherednychenko, O.O. (2008). Subordinating Contract Law to Fundamental Rights: Towards a Major Breakthrough or towards Walking in Circles? In S. Grundmann (Ed.), Constitutional Values and European Contract Law (Private Law in European Context Series, 13) (pp. 35-60). Alphen aan den Rijn: Kluwer Law International. Cherednychenko, O.O. (2008). Derechos Fundamentales y Derecho Privado: Una relación de subordinación o complementariedad? Palestra del Tribunal Constitutional: Revista de doctrina y jurisprudencia, III(2), 103-135. Cherednychenko, O.O. (2008). Grondrechten en het contractenrecht: een pleidooi voor constitutionalisering met mate. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 25(6), 221-231. Cherednychenko, O.O. & Kuiper, S.H. (2008). De wet oneerlijke handelspraktijken en financiële dienstverlening. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 25(8), 336-348. Cherednychenko, O.O. & Jansen, C.E.C. (2008). Principles of European Law on Financial Service Contracts? European Review of Private Law, 16(3), 443-468. Dondorp, J.H. (2008). Chapter 3: The seventeenth and eigteenth centuries. In J. Hallebeek & H. Dondorp (Eds.), Contracts for a third party beneficiary (Legal history library, 1) (pp. 47-68). Leiden-Boston: Martinus Nijhoff Publishers. 14

Algemeen verbintenissen- en contractenrecht Dondorp, J.H. (2008). Chapter 4: The nineteenth century. In J. Hallebeek & H. Dondorp (Eds.), Contracts for a third party beneficiary. A historical and comparative account (Legal history library, 1) (pp. 69-91). Leiden-Boston: Martinus Nijhoff Publishers. Dondorp, J.H. (2008). Ius Quesitum Tertio in Medieval Canon Law. In E.J.H. Schrage (Ed.), Ius Quaesitum Tertio (Comparative Studies in Continental and Anglo American Legal History, 26) (pp. 109-133). Berlin: Duncker und Humboldt. Dondorp, J.H. (2008). Specific Performance: A Historical Perspective. In J.M. Smits, D Haas & G.G. Hesen (Eds.), Specific performance in contract law: National and other perspectives (Ius Commune Europaeum, 71) (pp. 265-285). Antwerpen-Oxford-Portland: Intersentia. Grosheide, F.W. & Drion, C.E. (2008). Enerzijds, anderzijds. Contracteren: tijdschrift voor de contractspraktijk, 31-32. Haas, D. & Jansen, C.E.C. (2008). Specific Performance in Dutch Law. In J.M. Smits, D. Haas & G.G. Hesen (Eds.), Specific Performance in Contract Law: National and Other Perspectives (Ius Commune Europaeum, 71) (pp. 11-29). Antwerpen: Intersentia. Hage, J.C. (2008). De betekenis van juridische statuswoorden. Nederlands tijdschrift voor Rechtsfilosofie en Rechtstheorie, 1, 13-28. Hallebeek, J. (2008). Fons et origo iuris; Een historische inleiding tot het vermogensrecht ((derde, herziene druk)). Amsterdam: VU University Press. (xxii + 452 p.) Hallebeek, J. & Dondorp, J.H. (Eds.). (2008). Contracts for a third-party beneficiary. A historical and comparative account (Legal history library, 1). Leiden-Boston: Martinus Nijhoff Publishers. (vii + 171 p.) Hallebeek, J. (2008). Introduction; Chapter One Roman Law; Chapter Two Medieval Legal Scholarship. In J. Hallebeek & J.H. Dondorp (Eds.), Contracts for a third-party beneficiary. A historical and comparative account (Legal history library, 1) (pp. 1-46). Leiden-Boston: Martinus Nijhoff Publishers. Hallebeek, J. (2008). Ius Quaesitum Tertio in Medieval Roman Law. In E.J.H. Schrage (Ed.), Ius Quaesitum Tertio (Comparative Studies in Continental and Anglo-American Legal History, 26) (pp. 61-107). Berlijn: Duncker & Humblot. Hallebeek, J. (2008). Contracts for a third-party beneficiary: A brief sketch from the Corpus iuris to present-day civil law. Fundamina, 13(2), 11-32. 15

Wetenschappelijk verslag 2008 Hendrikse, M.L. & Rinkes, J.G.J. (2008). Enige bespiegelingen aangaande het leerstuk verzwijging : de mededelingsplicht van de verzekeringnemer bij het aangaan van de verzekeringsovereenkomst. Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 5, 201-219. Herbots, J. (2008). Contracteren in China (Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier, 13). Brussel: Larcier. (250 p.) Herbots, J. (2008). Rapport Belge. La rupture du contrat. In Société de législation comparée (Ed.), Le contrat (Travaux de l'association Henri Capitant, 55) (pp. 679-693). Paris: LGDJ. Hesselink, M.W. (2008). A European legal method? On European private law and scientific method. European Law Journal, 15(1), 20-45. Hesselink, M.W. (2008). Common Frame of Reference & social justice. European review of contract law, 4(3), 248-269. Hesselink, M.W. (2008). CFR & Social Justice. A short study for the European Parliament on the values underlying the draft Common Frame of Reference for European private law: what roles for fairness and social justice? Munich: Sellier European Law Publishers. (87 p.) Hesselink, M.W. & Ciutacu, F. (2008). Studii de Drept Privat Comparat. Bucharest: Themis Cart. (184 p.) Hesselink, M.W. & Cartwright, J. (2008). Introduction. In J. Cartwright & M.W. Hesselink (Eds.), Precontractual Liability in European Private Law (The Common Core of European Private Law, 9) (pp. 1-17). Cambridge: Cambridge University Press. Hesselink, M.W. & Cartwright, J. (2008). Comparative observations cases 1-13. In J. Cartwright & M.W. Hesselink (Eds.), Precontractual Liability in European private Law (The Common Core of European Private Law, 9) (cases 1-13). Cambridge: Cambridge University Press. Hesselink, M.W. & Cartwright, J. (2008). Conclusions. In J. Cartwright & M.W. Hesselink (Eds.), Precontractual Liability in European Private Law (The Common Core of European Private Law, 9) (pp. 449-488). Cambridge: Cambridge University Press. Hesselink, M.W. (2008). Europejskie prawo umów: kwestia ochrony konsumenta, obywatelstwa czy sprawiedliwosci? (European Contract Law: A Matter of Consumer Protection, Citizenship, or Justice?). Nowa Europa : przeglad natolinski, 2(7), 220-258. 16

Algemeen verbintenissen- en contractenrecht Hondius, E.H., Heugter, V., Jeloschek, C., Sivesand, H. & Wiewiorowska Domagalska, A. (2008). Principles of European Law, Sales (PEL S), Study Group of a European Civil Code. München: Sellier. (485 p.) Hondius, E.H. (2008). De dageraad van het wereldrecht. Molengraaffs visie op de ontwikkeling van internationaal en eenvormig privaatrecht. In M.C. Bijl, I. Giesen, S.A. Kruisinga, M.L. Lennarts, W.M. Schrama & T.H.D. Struycken (Eds.), Molengraaff 150 jaar: terugkijken en vooruitzien. Een verzameling opstellen ter ere van de 150ste geboortedag van W.L.P.A. Molengraaff (pp. 23-27). Den Haag: Boom Juridische uitevers. Hondius, E.H. (2008). La réforme du droit des contrats aux Pays-Bas. In R. Cabrillac, A. Mazeaud & D. Prüm (Eds.), Le Contrat en Europe aujourd'hui et demain (Travaux de l'association Henri Capitant) (pp. 41-58). Paris: LGDJ. Hondius, E.H. (2008). Towards a new general part of the French law of obligations two faces of the Catala project. In M. Aldenas (Ed.), Liber amicorum Guido Alpa/ Private law beyond the national systems (pp. 526-531). Londen: British Institute of International and Comparative Law. Hondius, E.H. (2008). Gemeenschappelijk referentiekader (common frame of reference): kiem van een Europees BW? Tijdschrift voor Consumentenrecht, 4, 134-143. Hondius, E.H. (2008). Bezint nadat ge begint. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6750(287), 287-288. Jansen, C.E.C. (2008). Wisselwerking tussen aanbestedingsrecht en verbintenissenrecht. Tijdschrift Aanbestedingsrecht, 5(6), 526-540. Jansen, C.E.C. (2008). Uitleg in aanbestedingsverhoudingen. Tijdschrift voor Bouwrecht, 1(11), 1021-1030. Keirse, A.L.M. (2008). Molengraaff en de kunst van delen. In M.C. Bijl, I. Giesen, S.A. Kruisinga, M.L. Lennarts, W.M. Schrama & T.H.D. Struycken (Eds.), Molengraaff 150 jaar: terugkijken en vooruitzien. Een verzameling opstellen ter ere van de 150ste geboortedag van W.L.P.A. Molengraaff (pp. 137-154). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. Kruisinga, S.A. (2008). Vervaltermijn bij koop: van Molengraaff tot heden. In M.C. Bijl, I. Giesen, S.A. Kruisinga, M.L. Lennarts, W.M. Schrama & T.H.D. Struycken (Eds.), Molengraaff 150 jaar: terugkijken en vooruitzien. Een verzameling opstellen ter ere van de 150ste geboortedag van W.L.P.A. Molengraaff (pp. 211-222). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. Loos, M.B.M. (2008). Review of the European consumer acquis. Munich: Sellier. (vi + 97 p.) 17

Wetenschappelijk verslag 2008 Loos, M.B.M. (2008). Le droit de rétraction en droit néerlandais. In E. Terryn (Ed.), Le droit de rétraction. Une analyse de droit comparé. Droits européen, allemand, français, néerlandais et belge (pp. 35-62). Bruxelles: Larcier. Loos, M.B.M. (2008). Oneerlijke handelspraktijken. Tijdschrift voor Consumentenrecht & handelspraktijken, 1, 1-3. Loos, M.B.M. (2008). Herziening van het consumentenrecht: een teleurstellend richtlijnvoorstel. Tijdschrift voor Consumentenrecht & handelspraktijken, 173-178. Loos, M.B.M. (2008). Herziening van het Europese consumentenrecht, deel I. Nederlands tijdschrift voor Europees recht, 29-39. Loos, M.B.M. (2008). Herziening van het Europese consumentenrecht, deel II. Nederlands tijdschrift voor Europees recht, 74-83. Luzak, J.A. (2008). Client satisfaction incentive for service providers to warn their clients? In W.H. van Boom, I. Giesen & A.J. Verheij (Eds.), Gedrag en privaatrecht: over gedragspresumpties en gedragseffecten bij privaatrechtelijke leerstukken (Boom masterreeks) (pp. 83-101). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. Luzak, J.A. (2008). Orzecznictwo Izby (Administracyjnej) Pracy i Ubezpieczén Spolecznych Sadu Najwyzszego. In E. Letowska & K. Osajda (Eds.), Prawo Intertemporalne w Orzecznictwie Trybunalu Konstytucyjnego i Sadu Najwyzszego (pp. 260 + 284 +-322 + 348). Warszawa: Wolters Kluwer Polska Sp. z.o.o.. Mak, C. (2008). Baas in eigen buik? De rechtsgeldigheid en nakoming van draagmoederschapsovereenkomsten in het licht van grondrechten. In J.H. de Graaf, C. Mak & F.K. van Wijk (Eds.), Rechten van het kind en ouderlijke verantwoordelijkheid (pp. 29-42). Nijmegen: Ars Aequi Libri. Mak, C. (2008). Fundamental Rights and the European Regulation of iconsumer Contracts. Journal of Consumer Policy, 31(4), 425-439. Mak, C. (2008). The Constitution of a Common Frame of Reference for European Contract Law. European review of contract law, 4(4), 553-565. Mak, C. (2008). Grondrechten en Europees contractenrecht. Over de rechtspolitieke achtergrond van contractenrechtelijke uitspraken. NJCM-bulletin, 33(6), 770-781. Mak, V. (2008). Specific Performance in English Consumer Sales Law. In J.M. Smits, D. Haas & G.G. Hesen (Eds.), Specific Performance in Contract Law: National and Other Perspectives (Ius Commune Europaeum, 71) (pp. 121-131). Antwerp-Oxford-Portland: Intersentia. 18