Ter besluitvorming door de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Aanpassen beleidsregels en verordeningen re-integratiebeleid



Vergelijkbare documenten
Beleidsregels verplichtingen en maatregelen Participatiewet 2015

Beleidsregels verplichtingen, maatregelen en tegenprestatie Participatiewet. Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nijmegen,

Openbaar. Voortzetting Startersbaan & Loonkostensubsidie 2014 en subsidiering UWV project Bedrijfsanalyse

Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Beleidsregels Re-integratievoorzieningen en eigen bijdrage voorzieningen Gemeente Wijdemeren. College van burgemeester en wethouders

Tevens worden hierbij de voorgaande Beleidsregels Werk, verplichtingen en maatregelen werk en bijstand (GB ) ingetrokken.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand Gemeente Ede 2012

Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Haarlem (versie ) De raad van de gemeente Haarlem;

Openbaar. Actualisatie Mandaatregister MGR. Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel. Onderwerp

REÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND RIJSWIJK 2005

Openbaar. Vaststellen Beleidsregels verplichtingen en maatregelen Participatiewet 2015

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2010;

Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 maart 2013;

Beleidsregel algemeen geaccepteerde arbeid en ontheffing van de plicht tot arbeidsinschakeling Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de raad. Collegevoorstel Openbaar

Raadsbrief social return en verdringing

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015

Reïntegratieverordening. werk en bijstand

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2014;

- Vaststelling van de beleidsregels bij besluit van Burgemeester en Wethouders d.d. 27 mei 2014, agendapuntnummer. 3.3, registratienummer

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.18 november 2014, nummer: 14/987;

vast te stellen: de volgende Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012-A gemeente Heerde.

gelezen ons besluit dd. 12 juli 2004 nr. A9 betreffende het reïntegratiebeleid in het kader van de wet werk en bijstand,

Re-integratieverordening wet werk en bijstand Gouda 2010

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen over de Opleidingswinkel Salus

io-fó-m nr. 6293^ n Heemst

Reactie op de brief van Vérian omtrent verlenging contracten Hulp bij het Huishouden

Raadsvoorstel. Aanleiding. Datum

Effectrapportage sancties

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren d.d.

Uitvoeringsbesluit Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand

Re-integratieverordening Participatiewet WIHW 2017 gemeente Oud-Beijerland. Artikel 2. Verplichtingen van de persoon uit de doelgroep

Onderwerp Reactie op brief KGO over de Wet Werken naar Vermogen (WWNV)

Beleidsregel algemeen geaccepteerde arbeid en ontheffing van de plicht tot arbeidsinschakeling WWB, IOAW en IOAZ 2012

Beantwoording schriftelijke vragen van de D66-fractie over de experimenten Participatiewet. Met bijgevoegde brief beantwoorden wij deze vragen.

Re-integratieverordening Participatiewet Deurne 2015

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

gelezen ons besluit dd. 28 april 2009 betreffende het reïntegratiebeleid in het kader van de wet werk en bijstand, ioaw en ioaz,

B E S L U I T : vast te stellen de navolgende Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Waterland 2015.

Beleidsregel vergoeding eigen bijdrage kosten kinderopvang Hilversum Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum,

Onderwerp Wet Stimulering arbeidsparticipatie (Wet Stap) - Wijziging Reïntegratieverordening WWB

Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Lemsterland. gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.

Beleidsregels Reïntegratie WWB. Met intrekking van de bepalingen 2.2. en 2.3. per 1 juli 2008

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Initiatief Driestroom voor DROOMVilla LUX.

Reactiebrief advies KGO ondersteuning chronisch zieken

Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Renkum 2015

Ter besluitvorming door de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Verordening elektronische publicatie BW-nummer

De raad van de gemeente Schiermonnikoog,

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Castricum 2015

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Afdeling: Beleid Maatschappij Leiderdorp, 30 oktober 2014 Onderwerp: Re-integratieverordening. Aan de raad. Participatiewet

Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad (uiterlijk ) Collegevoorstel Openbaar

Openbaar. Artikel 39 vragen van de fractie D66 over Bijsterhuizen. Alleen ter besluitvorming door het College. Conform advies Aanhouden Anders, nl.

Verordening Tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ Orionis Walcheren 2015

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Enschede 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2011,

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

lllllllllllllllllllllllllllllllllllllll lll ll ll ll l

Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad (uiterlijk ) Collegevoorstel Openbaar

Verordening tegenprestatie gemeente Mook en Middelaar 2016

Onderwerp Subsidieaanvraag Alliantie VO inzake afbouw gesubsidieerde banen

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand

Openbaar. Experimenten Participatiewet. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel.

besluit vast te stellen de Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Veenendaal 2015.

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

c. IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Nadere regels Re-integratieverordening 2015

Gemeente Bergen op Zoom - Re-integratieverordening Participatiewet

Algemene toelichting Verordening tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Pijnacker-Nootdorp

RE-INTEGRATIEVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ 2012

Afstemmingsverordening WWB

besluit vast te stellen de Bijlage van de gemeente Wijchen bij de Verordening tegenprestatie

RE-INTEGRATIEVERORDENING PARTICIPATIEWET 2015

Wijziging Re-integratieverordening Wet werk en bijstand

TOEVOEGING BIJLAGE NIJMEGEN AAN REGIONALE VERORDENING TEGENPRESTATIE

Re-integratieverordening Participatiewet

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW en IOAZ ASTEN 2015

Wijzigingsverordening Wet werk en bijstand gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Beleidsregels inkomstenvrijlating Participatiewet, Ioaw en Ioaz Orionis Walcheren

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Rijssen-Holten 2015

Landelijke Aanpak Adreskwaliteit

Eerste resultaten quick-wins terugdringen bijstandstekort

Wijziging Participatieverordening Rotterdam 2015

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2004 gemeente Tholen

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 december 2015;

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van,

Een loonkostensubsidie kan worden ingezet ten behoeve van de re-integratie van:

Verordening tegenprestatie Regionale Sociale Dienst Hoeksche Waard 2015

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET GEMEENTE ASSEN 2015

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Heerenveen 2015

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne 2018

VERGOEDING EIGEN BIJDRAGE KOSTEN KINDEROPVANG HILVERSUM 2016 Het college van burgemeester en wethouders van Hilversum,

Voorstel aan de gemeenteraad van Oostzaan

ConceptUitvoeringsbesluit Participatiewet Besluit ter uitvoering van de Re- integratieverordening Participatiewet 2015 Versie 18 december

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze,

Transcriptie:

Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Aanpassen beleidsregels en verordeningen re-integratiebeleid Programma / Programmanummer Werk & Inkomen / 1061 BW-nummer Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting We willen ons re-integratiebeleid versterken met een aantal aanvullende instrumenten. Het betreft startersbanen voor jongeren, een verzekering ziekteverzuim voor werkgevers die een werkzoekende in dienst nemen, het kunnen inzetten van een arbeidsactiverend traject en een pilot met het instrument van de loonkostensubsidie. Met laatstgenoemd instrument geven we uitvoering aan de motie Participatiewet in Nijmegen. Onder invloed van landelijke wet- en regelgeving wijzigen we ons beleid rond de vergoeding voor kinderopvang voor werkzoekenden die een re-integratievoorziening volgen. Daarnaast voeren we enkele technische aanpassingen door. Ons college stelt de benodigde wijzigingen vast in de beleidsregels. We leggen de verordeningen ter vaststelling voor aan de gemeenteraad. Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. MO10, Otto Ritsema, 2465 Datum ambtelijk voorstel 17 juni 2013 Registratienummer 13.0008657 Ter besluitvorming door het college 1. Onder voorbehoud van vaststelling van de Reintegratieverordening Wet werk en bijstand 2013 door de gemeenteraad, de Beleidsregels werk, verplichtingen en maatregelen Wet werk en bijstand (2012) (GB2012-079) in te trekken. 2. Onder voorbehoud van vaststelling van de Reintegratieverordening Wet werk en bijstand 2013 door de gemeenteraad, de Beleidsregels werk, verplichtingen en maatregelen Wet werk en bijstand 2013 vast te stellen. 3. De beleidsregel Aanvullende vergoeding eigen bijdrage kosten kinderopvang vast te stellen. Programmamanager L. Braam Paraaf akkoord Datum Aan de Raad voor te stellen 1. Vaststellen Wijzigingsverordening Maatregelverordening Wet werk en bijstand 2013. 2. Vaststellen Wijzigingsverordening Maatregelverordening IOAW en IOAZ 2013. 3. Vaststellen Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2013. Programmadirecteur I. Hol Ter besluitvorming door de Raad Besluit B&W d.d. 2 juli 2013 nummer: 3.7 Conform advies Aanhouden Anders, nl. Bestuursagenda Paraaf akkoord Datum Gemeentesecretaris Portefeuillehouder

Collegevoorstel 1 Probleemstelling De werkgelegenheid staat onder druk. Voortdurende berichten over een stijging van de werkloosheid stemmen niet gerust. Ook in Nijmegen worden we geconfronteerd met een groeiend bestand van werkzoekenden met recht op een Wwb-uitkering. Ons instrumentarium wint aan effectiviteit, wanneer het is ingericht op een divers bestand en tegelijkertijd werkgevers tegemoet komt. Zo kan een werkzoekende met het juiste instrument richting de arbeidsmarkt worden geleid. Wij willen graag aan de slag met vier nieuwe instrumenten ter versterking van ons reintegratiebeleid. Dit betreft: - startersbanen voor jongeren van 18 tot 27 jaar; - de loonkostensubsidie (in de vorm van een pilot) voor werkzoekenden van 27 jaar en ouder waarvan we weten dat ze (nog) niet in staat zijn direct het wettelijk minimumloon te verdienen; - een traject voor arbeidsactivering, gericht op het creëren van arbeidsritme en werknemersvaardigheden; - de verzekering ziekteverzuim, waarmee voor werkgevers die een werkzoekende een arbeidscontract aanbieden het risico op doorbetaling van loonkosten bij ziekte wordt gereduceerd. Naast deze verbreding van ons eigen beleid, zijn er ook landelijke ontwikkelingen die leiden tot wijziging van beleid: - Het betreft Wijziging van de Wet Kinderopvang (Wko), met als gevolg een veranderd lokaal beleids- en uitvoeringskader voor het verstrekken van een vergoeding voor de kosten kinderopvang voor werkzoekenden die een re-integratievoorziening volgen. - Wijziging van artikel 17 van de Wet werk en bijstand (Wwb) per 1 juli 2013, waarin wij als gemeente de keuze moeten maken of we gebruik willen maken van de wettelijke bevoegdheid om de bijstandsverlening op te schorten wanneer een werkzoekende niet verschijnt op een afspraak die te maken heeft met zijn of haar arbeidsinschakeling.. Ten slotte voeren we enkele technische wijzigingen door: - het vereenvoudigen van het verstrekken van de werkgeversbonus - het aanpassen artikelen afbouw ID/Wiw, en - overige technische aanpassingen Om met de extra instrumenten aan de slag te kunnen, als ook de overige wijzigingen door te voeren, moeten we de beleidsregels en verordeningen aanpassen. Ons college stelt met dit voorstel de benodigde wijzigingen in de beleidsregels vast en leggen de verschillende verordeningen ter vaststelling aan de gemeenteraad voor. 2 Juridische aspecten Ons re-integratiebeleid is gebaseerd op de Wet werk en bijstand. Conform artikel 8 van de Wwb dient ons beleid te zijn beschreven in verordeningen en beleidsregels. Het vaststellen van beleidsregels is een bevoegdheid van ons college. Het vaststellen van de (wijzigingen in de) verordeningen is een bevoegdheid van de gemeenteraad. Het vaststellen van de beleidsregels en verordeningen heeft ten doel de juridische grondslag voor ons beleid te waarborgen.

Collegevoorstel Vervolgvel 2 3 Doelstelling Dit voorstel heeft ten doel om uitvoering te kunnen geven aan het door ons gewenste beleid. 4 Argumenten Verbreding instrumenten Ons re-integratiebeleid hebben we gericht op werkzoekenden in de kwetsbare middengroep. Voor deze doelgroep is de afstand tot de arbeidsmarkt groot. Zonder ondersteuning lukt het hen niet om de aansluiting met de arbeidsmarkt te (her)vinden. De afgelopen periode hebben we ervaring opgedaan met de huidige instrumenten. De leerwerkplekken bij werkcorporaties en werkgevers sluiten zeker aan bij een deel van de doelgroep, maar passen niet bij iedereen 1. Er zijn werkzoekenden die langdurig zonder werk thuis hebben gezeten, waarvoor de stap naar werk klein moet beginnen. Ook jongeren zonder startkwalificatie hebben op de huidige arbeidsmarkt problemen om een baan te vinden en/of überhaupt werkervaring op te doen. Om werkzoekenden gerichter te kunnen ondersteunen is een breder instrumentarium noodzakelijk, dat aansluit bij capaciteiten van werkzoekenden en hen ontwikkelingskansen biedt. Tegelijkertijd willen we aansluiten op de behoefte van werkgevers. Juist hen hebben we nodig om de stap van uitkering naar (gedeeltelijk) werk te realiseren. Gelet op bovenstaande argumenten, zetten we in op verbreding van de instrumenten. In onderstaande tabel is weergeven welk instrument voor welke doelgroep wordt ingezet. Voor een inhoudelijke toelichting op de instrumenten, zie bijlage 1. Nieuw instrument Inzetbaar voor doelgroep Doel Startersbaan 18 27 jaar Tijdelijk instrument gericht op bestrijden jeugdwerkloosheid in 2013-2014. Door werkgever financieel te ondersteunen in loonkosten krijgt de jongere kans op werkervaring en scholing. Loonkostensubsidie 27 jaar en ouder Doelgroep die nog niet Wettelijk Minimumloon kan verdienen kans bieden om bij werkgever zich verder te ontplooien. Betreft pilot in 2013-2014 n.a.v. motie Participatiewet in Nijmegen 2. Werking instrument Werkgever ontvangt een loonkostensubsidie van 90% van het Wettelijk Minimumloon. Deel van loonkostensubsidie wordt ingehouden en beschikbaar gesteld voor scholing. Baan duurt maximaal 12 maanden. Werkgever ontvangt een loonkostensubsidie van 50% van het Wettelijk Minimumloon (afgerond op 750 per maand). Baan duurt 6 tot 12 maanden. 1 Zie ook raadsinformatiebrief Uitstroom werkcorporaties (13.0002332). 2 Door de gemeenteraad aangenomen op 14 november 2012. De notitie met het uitvoeringskader van de pilot is besproken met de klankbordgroep van de gemeenteraad op 27 maart 2013. De bespreking heeft geleid tot aanscherping van de notitie. De klankbordgroep blijft betrokken bij de voortgang van de pilot.

Collegevoorstel Vervolgvel 3 Nieuw instrument Traject arbeidsactiver ing Verzekering ziekteverzuim Inzetbaar voor doelgroep 18 jaar en ouder 18 jaar en ouder Doel Inschatten capaciteit van werkzoekende met oog op arbeidsinschakeling. Verminderen risico voor werkgever Werking instrument Traject duurt maximaal 6 maanden. Na uiterlijk 6 maanden moet er een rapportage liggen over het verdere vervolgtraject van de werkzoekende, zowel over richting als perspectief op uitstroom naar (parttime) regulier werk. Instrument flankerend in te zetten bij dienstverband. Bij ziekte van werknemer wordt na periode loonlasten overgenomen door verzekering. Wijzigingen als gevolg van landelijk beleid In onderstaande tabel beschrijven we de wijzigingen die we in de beleidsregels doorvoeren als gevolg van landelijk beleid. Welke wijziging Wet Kinderopvang Wat wijzigt? Per 1 januari 2013 is de Wet kinderopvang (Wko) gewijzigd. Vanuit het programma Werk & Inkomen (W&I) hebben we de mogelijkheid om werkzoekenden met kinderen in staat te stellen een re-integratievoorziening te volgen. Door de wijziging in de Wet kinderopvang wordt: Een taak overgeheveld naar de belastingdienst en wordt voor dit deel een uitname gedaan uit het gemeentefonds; Krijgen we beleidsvrijheid ten aanzien van aanvullende tegemoetkoming voor specifieke doelgroepen. Effect Door overheveling taak wordt budget onttrokken aan gemeentefonds. Taakstelling 2013 wordt eenmalig volledig door programma W&I opgevangen. 3 We blijven aanvullende tegemoetkoming voor specifieke doelgroepen verstrekken. Dit zijn: uitkeringsgerechtigde van 18 jaar en ouder die een reintegratievoorziening volgt, en jongere die nog geen 18 jaar is, scholing of een opleiding volgt en Wwb ontvangt of kan ontvangen. Mits voldaan aan de eisen van de Wko, is de hoogte van de aanvullende vergoeding: 3 Taakstelling is 346.000 in 2013 oplopend tot structureel 546.000 vanaf 2015. De taakstelling is volledig doorbelast aan het programma W&I. Ontvangen middelen voor taak in 2007 echter ook ingezet binnen programma Onderwijs. Voor een structurele invulling van de taakstelling zal naar een oplossing binnen beide programma s moeten worden gezocht. Ambtelijk is dit proces reeds gestart.

Collegevoorstel Vervolgvel 4 Welke wijziging Wat wijzigt? Effect een aanvullende bijdrage te verstrekken tot 100% voor de voor eigen rekening komende kosten kinderopvang. na 6 maanden een aanvullende bijdrage te verstrekken tot 95% voor de voor eigen rekening komende kosten voor de doelgroep die een premie krijgt of vrijlating van inkomsten. Wet werk en bijstand Per 1 juli 2013 wijzigt artikel 17 van de Wet werk en bijstand. Het kabinet wil de verplichtingen voor het ontvangen van bijstandsuitkering aanscherpen. We hadden al de bevoegdheid om de bijstandsverlening op te schorten wanneer werkzoekenden niet verschijnen bij afspraken gericht op het controleren van de rechtmatigheid van de uitkering. De wetswijziging leidt er toe dat gemeenten deze bevoegdheid ook hebben wanneer een werkzoekende niet verschijnt op een afspraak t.a.v. arbeidsinschakeling. Het betreft een kan-bepaling en geen verplichtend voorschrift. Uitvoeringscapaciteit blijft noodzakelijk omdat we regeling blijven uitvoeren. We vinden het belangrijk dat werkzoekenden die een uitkering ontvangen zich ook bewust zijn dat wij verwachten dat zij actief meewerken aan hun arbeidsinschakeling. Aan een uitkering zitten rechten, maar ook plichten. Bij het niet verschijnen op afspraken gericht op de arbeidsinschakeling zal afhankelijk van de omstandigheden worden bepaald of het opschorten van de bijstand het juiste middel is. In deze gevallen wordt de werkzoekende de mogelijkheid geboden op een nieuwe afspraak te verschijnen, de zogenaamde hersteltermijn. Technische aanpassingen In onderstaande tabel beschrijven we de wijzigingen die we in de beleidsregels en verordeningen doorvoeren als gevolg van technische aanpassingen. Dit zijn geen beleidsinhoudelijke wijzigingen, maar leiden tot vereenvoudiging van uitvoering of het juridisch ordenen van de beleidsregels en verordeningen. Ons college besluit gebruik te maken van de deze uitbreiding van de kanbepaling. Welke wijziging Wat wijzigt? Effect Werkgeversbonus De werkgeversbonus dient als stimulans voor werkgevers om werkzoekenden met een Wwb-uitkering in dienst te nemen. De subsidie werd achteraf per kwartaal na overlegging van loonstroken verstrekt. Nu verstrekken we de subsidie ineens. Vereenvoudiging van het verstrekken met als gevolg vermindering administratieve lasten werkgever.

Collegevoorstel Vervolgvel 5 Welke wijziging Wat wijzigt? Effect Afbouw ID/Wiw Het gaat om aanpassing van bedragen en termijnen. Afbouw vindt plaats conform eerdere besluitvorming college en raad Overige technische Overige technische wijzigingen betreffen alle documenten waar zinsneden zijn veranderd, of geactualiseerd naar nummering. Betreft geen beleidsinhoudelijke wijzigingen. Geen Totaaloverzicht wijzigingen in beleidsregels en verordeningen Onderstaande tabel toont welke wijziging in welk document is beschreven. Verbreding instrumenten Landelijke wijzigingen Technische wijzigingen Wat? Beleidsregel Artikel Verordening Art. Startersbaan Beleidsregels werk, B Werk, Re-integratieverordening 10 verplichtingen en 3.1 Wet werk en bijstand maatregelen Wet werk en bijstand 2013 Loonkostensubsidie Arbeidsactivering Verzekering ziekteverzuim Wijziging Wet Kinderopvang Wijziging wwb m.b.t. opschorten bijstand bij niet verschijnen op afspraak Vereenvoudigen verstrekken werkgeversbonus Afbouw ID/Wiw Beleidsregels werk, verplichtingen en maatregelen Wet werk en bijstand 2013 Beleidsregels werk, verplichtingen en maatregelen Wet werk en bijstand 2013 Beleidsregels werk, verplichtingen en maatregelen Wet werk en bijstand 2013 Aanvullende vergoeding eigen bijdrage kosten kinderopvang Beleidsregels werk, verplichtingen en maatregelen Wet werk en bijstand 2013 Beleidsregels werk, verplichtingen en maatregelen Wet werk en bijstand 2013 Beleidsregels werk, verplichtingen en maatregelen Wet werk en bijstand 2013 B Werk, 3.2 B Werk, 3.8 B Werk, 3.3 Geheel nieuw A Verplichtin gen, 5 B Werk, 3.4 B Werk, 3.5 Re-integratieverordening Wet werk en bijstand Re-integratieverordening Wet werk en bijstand Re-integratieverordening Wet werk en bijstand n.v.t. n.v.t. Re-integratieverordening Wet werk en bijstand n.v.t 11 17 12 n.v.t. n.v.t. 13 n.v.t. Overige Alle Divers Alle Divers

Collegevoorstel Vervolgvel 6 5 Financiën De wijzigingen in het beleid worden allen gedekt binnen beschikbare budgetten. De inzet van de instrumenten leidt wel tot uitgaven, maar binnen het daartoe bestemde budget. Op grond van het voorstel over de uitgangspunten voor de verdeling van de middelen Werk en Reintegratie in 2013 4 en de geactualiseerde begroting van het programma Werk & Inkomen 5 zijn middelen beschikbaar voor de inzet van: startersbanen, loonkostensubsidie, trajecten gericht op arbeidsactivering, de verzekering ziekteverzuim en de regeling voor vergoeding van aanvullende kosten kinderopvang en werkgeversbonus. De instrumenten van loonkostensubsidie en startersbaan worden vooralsnog tijdelijk ingezet Een aanvraag kan tot 1 januari 2014 worden ingediend. 6 Communicatie Het voorstel is besproken met het KlantGroepenoverleg (KGO) op 20 juni 2013. 7 Uitvoering en evaluatie Niet van toepassing 8 Risico Niet van toepassing 4 Raadsvoorstel 158/2012 5 Raadsvoorstel 56/2013

Collegevoorstel Vervolgvel 7 Bijlage 1 A. Startersbaan In tijden van recessie komen jongeren met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt 6, steeds moeilijker aan een baan. Werkgevers hebben minder te besteden en stellen hogere eisen aan een werknemer (meer werkervaring, hoger opgeleid) waardoor de afstand die een b-jongere heeft tot de arbeidsmarkt alleen maar groeit. De praktijk leert ons echter dat wanneer de jongere eenmaal binnen is bij een werkgever, de jongere daar ook vaak blijft. Om te voorkomen dat de drempel naar de arbeidsmarkt voor deze jongeren nog groter wordt, creëren wij 50 startersbanen als ingang voor deze jongeren bij een werkgever. Deze banen zijn tijdelijk in de zin van 12 maanden. De jongeren komen in dienst van een werkgever voor de periode van maximaal een jaar, waar de jongere van de werkgever loon voor ontvangt. Wij compenseren de werkgever hier vervolgens voor met een loonkostensubsidie tot 90% het wettelijk minimum jeugdloon. Hier staat als voorwaarde tegenover dat de werkgever de jongere werkervaring, relevante opleiding en kansen biedt. Naast startersbaan ook startersbeurs Flankerend aan de startersbanen, zullen wij voor de jongeren met een kleinere afstand tot de arbeidsmarkt regionaal de startersbeurs introduceren. De startersbeurs is voor werkloze jongeren met een startkwalificatie, maar geen of weinig relevante werkervaring. Zij kunnen met dit instrument 6 maanden werkervaring opdoen in het bedrijfsleven. Tijdens deze periode ontvangt de jongere van de werkgever een tegemoetkoming die daarvoor door ons wordt gecompenseerd (aanvulling is aan de werkgever). In ruil hiervoor dient de werkgever te investeren in een opleidingsbudget voor de jongere en dient de werkgever de jongere te begeleiden. De startersbeurs is geen specifiek gemeentelijk instrument in het kader van de Wwb.Om deze reden is het instrument niet opgenomen in de re-integratieverordening. B. Loonkostensubsidie Middels de motie Participatiewet in Nijmegen vraagt de gemeenteraad ons college te starten met een pilot waarbij werkzoekenden die niet zelf het minimumloon kunnen verdienen duurzaam aan het werk gaan met een bijdrage aan het loon vanuit de gemeente. Wij geven uitvoering aan deze motie door een pilot met het instrument van loonkostensubsidie. De gemeenteraad vraagt om een experiment met loondispensatie. Dit instrument zou ons ter beschikking komen bij het inwerkingtreden van de Participatiewet. Voor de inzet van loondispensatie als instrument voor re-integratie is echter een wettelijke grondslag nodig. De werkgever is wettelijk verplicht het Wettelijk Minimum Loon (WML) te betalen. Bij loondispensatie wordt de werkgever hiervan vrijgesteld. Nu die wettelijke grondslag er niet is, is het voor ons college niet mogelijk te experimenteren met dit instrument. Wij hebben daarom gekozen voor loonkostensubsidie, als best vergelijkbare instrument. Met de loonkostensubsidie betalen wij de werkgever dat deel van het loon waarvoor de werknemer niet productief is. Tijdens het uitwerken van de pilot is het Sociaal Akkoord gesloten, en is gekozen voor loonkostensubsidie. De pilot wint daarmee aan lerend vermogen. 6 de zogenoemde b- jongeren, langer dan 6 maanden in de WWB

Collegevoorstel Vervolgvel 8 De loonkostensubsidie wordt ingezet als instrument van re-integratie en derhalve bekostigd vanuit het Participatiebudget. De voordelen worden behaald door verlaging van uitkeringslasten (I-deel). De werkzoekende wordt namelijk werknemer. We betalen dus geen uitkering, maar verstrekken een lagere loonkostensubsidie. In de voorbereiding zijn enkele leden van uw gemeenteraad betrokken middels een klankbordgroep. Deze bijeenkomst heeft eind maart plaatsgevonden. Dit heeft geleid tot aanscherping van de notitie, die het uitvoeringskader biedt voor de pilot loonkostensubsidie. Deze notitie is verspreid onder de leden van de klankbordgroep. C. Arbeidsactivering In de raadsbrief Uitstroomresultaten werkcorporaties 7, hebben we aangegeven dat we ons re-integratieinstrumentarium zouden uitbreiden met voortrajecten. In de evaluatie constateerden we dat werkzoekende om sociaal-psychische of fysieke redenen uitvallen op de leerwerkplekken in werkcorporaties en bij bedrijven. We willen dit voorkomen. We zetten daartoe arbeidsactiverende trajecten in. Arbeidsactivering gaat uit van toeleiding naar werk. Waar op een leerwerkplek gewerkt wordt aan vakvaardigheden, wordt in een arbeidsactiveringstraject gewerkt aan de belastbaarheid en richting van werkveld. Na afloop van het traject moet dus duidelijk zijn hoe en welk vervolg we de werkzoekende (kunnen) bieden. We richten ons op werkzoekenden die op dit moment nog niet in staat zijn reguliere arbeid te verrichten, maar die nog vaardigheden nodig hebben om dat in de toekomst wel te kunnen. Het kunnen werkzoekenden zijn die gedurende een lange periode niet gewerkt hebben, waarbij het de inschatting is dat de leerwerkplek een stap te ver is. We willen deze trajecten ook inzetten voor werkzoekenden die niet gemotiveerd zijn aan de slag te gaan met hun re-integratie. We willen hen duidelijk maken dat de maatschappij inzet en een tegenprestatie van hen verwacht. In dergelijke gevallen zal dwang en drang nodig kunnen zijn, geflankeerd door ons maatregelenbeleid. We hebben niét als doel om voor deze doelgroep zogenaamde work-first-trajecten in te zetten, maar hen wel toeleiden naar arbeidsactiverende trajecten met een stevige begeleiding. D. Verzekering voor ziekteverzuim Door het inzetten van een no-riskpolis, kunnen we werkgevers die een werkzoekende in dienst willen nemen, ondersteunen in het afdekken van het risico op doorbetaling van loon bij (langdurige) ziekte. Het instrument kan worden ingezet wanneer er sprake is van een hoger ziekteverzuimrisico. Bijlage: Beleidsregels werk, verplichtingen en maatregelen Wet werk en bijstand 2013 Beleidsregel aanvullende vergoeding eigen bijdrage kosten kinderopvang Wijzigingsverordening Maatregelverordening Wet werk en bijstand 2013 Wijzigingsverordening Maatregelverordening IOAW en IOAZ 2013 Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2013 Toelichting op de Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2013 7 Door de gemeenteraad behandeld tijdens de kamerronden van 20 maart en 17 april 2013 (13.0002332)

Voorstel aan de Raad Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 4 september 2013 / 114/2013 Fatale termijn: besluitvorming vóór: N.v.t. Onderwerp Vaststellen verordeningen in verband met wijziging instrumenten re-integratiebeleid Programma / Programmanummer Werk & Inkomen / 1061 Portefeuillehouder T. Tankir Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d. 2 juli 2013 Samenvatting We willen ons re-integratiebeleid versterken met een aantal aanvullende instrumenten. Het betreft startersbanen voor jongeren, een verzekering ziekteverzuim voor werkgevers die een werkzoekende in dienst nemen, het kunnen inzetten van een arbeidsactiverend traject en een pilot met het instrument van de loonkostensubsidie. Met laatstgenoemd instrument geven we uitvoering aan de motie Participatiewet in Nijmegen. Door het wijzigen van de Reintegratieverordening Wet werk en bijstand 2013 kan ons college uitvoering geven aan deze instrumenten. Tegelijkertijd voeren we enkele technische wijzigingen en aanpassingen door. Daartoe leggen wij uw raad ook de Wijzigingsverordening Maatregelverordening Wet werk en bijstand 2013 en Wijzigingsverordening Maatregelverordening IOAW en IOAZ 2013 ter vaststelling voor. Voorstel om te besluiten 1. Vaststellen Wijzigingsverordening Maatregelverordening Wet werk en bijstand 2013. 2. Vaststellen Wijzigingsverordening Maatregelverordening IOAW en IOAZ 2013 3. Vaststellen Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2013. Opgesteld door, telefoonnummer, e-mail Otto Ritsema, 2465, o.ritsema@nijmegen.nl

Voorstel aan de Raad Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1 Inleiding De werkgelegenheid staat onder druk. Voortdurende berichten over een stijging van de werkloosheid stemmen niet gerust. Ook in Nijmegen worden we geconfronteerd met een groeiend bestand van werkzoekenden met recht op een Wwb-uitkering. Ons instrumentarium wint aan effectiviteit, wanneer het is ingericht op een divers bestand en tegelijkertijd werkgevers tegemoet komt. Zo kan een werkzoekende met het juiste instrument richting de arbeidsmarkt worden geleid. Ons college wil graag aan de slag met vier nieuwe instrumenten ter versterking van ons reintegratiebeleid. Dit betreft: startersbanen voor jongeren van 18 tot 27 jaar; de loonkostensubsidie (in de vorm van een pilot) voor werkzoekenden van 27 jaar en ouder waarvan we weten dat ze (nog) niet in staat zijn direct het wettelijk minimumloon te verdienen; een traject voor arbeidsactivering, gericht op het creëren van arbeidsritme en werknemersvaardigheden; de verzekering ziekteverzuim (ook bekend als no-riskpolis), waarmee voor werkgevers die een werkzoekende een arbeidscontract heeft aangeboden het risico op doorbetaling van loonkosten bij ziekte wordt gereduceerd. Om met deze instrumenten aan de slag te kunnen, moet de Re-integratieverordening 2013 worden gewijzigd. Ons college heeft de bijbehorende beleidsregels onder voorbehoud van vaststelling van de verordening door uw raad reeds vastgesteld. Om enkele technische wijzigingen door te voeren, leggen wij uw raad tegelijkertijd de Wijzigingsverordening Maatregelverordening Wet werk en bijstand 2013 en Wijzigingsverordening Maatregelverordening IOAW en IOAZ 2013 ter vaststelling voor. 1.1 Wettelijk kader of beleidskader Ons re-integratiebeleid is gebaseerd op de Wet werk en bijstand. Conform artikel 8 van de Wwb dient ons beleid te zijn beschreven in verordeningen en beleidsregels. Ons huidig re-integratiebeleid is beschreven in de nota Werk staat voorop! en het raadsvoorstel over de uitgangspunten voor de verdeling van de middelen Werk en Reintegratie in 2013 1. Dit voorstel bouwt voort op het bestaande beleid. Het inzetten van de startersbanen, loonkostensubsidie, traject voor arbeidsactivering en de verzekering ziekteverzuim past binnen de beleidskaders. 1.2 Relatie met programma De wijzigingen van de verordeningen hebben enkel betrekking op het programma Werk & Inkomen. 1 Raadsvoorstel 56/2013

Voorstel aan de Raad Vervolgvel 2 2 Doelstelling Dit voorstel heeft ten doel ons re-integratiebeleid te versterken. 3 Argumenten Verbreding instrumentarium Ons re-integratiebeleid hebben we gericht op werkzoekenden in de kwetsbare middengroep. Voor deze doelgroep is de afstand tot de arbeidsmarkt groot. Zonder ondersteuning lukt het hen niet om de aansluiting met de arbeidsmarkt te (her)vinden. De afgelopen periode hebben we ervaring opgedaan met de huidige instrumenten. De leerwerkplekken bij werkcorporaties en werkgevers sluiten zeker aan bij een deel van de doelgroep, maar passen niet bij iedereen 2. Er zijn werkzoekenden die langdurig zonder werk thuis hebben gezeten, waarvoor de stap naar werk klein moet beginnen. Ook jongeren zonder startkwalificatie hebben op de huidige arbeidsmarkt problemen om een baan te vinden en/of überhaupt werkervaring op te doen. Om werkzoekenden gerichter te kunnen ondersteunen is een breder instrumentarium noodzakelijk, dat aansluit bij capaciteiten van werkzoekenden en hen ontwikkelingskansen biedt. Tegelijkertijd willen we aansluiten op de behoefte van werkgevers. Juist hen hebben we nodig om de stap van uitkering naar (gedeeltelijk) werk te realiseren. Gelet op bovenstaande argumenten, zetten we in op verbreding van de instrumenten. In onderstaande tabel is weergeven welk instrument voor welke doelgroep wordt ingezet. Voor een inhoudelijke toelichting op de instrumenten, zie bijlage 1. Nieuw instrument Inzetbaar voor doelgroep Doel Startersbaan 18 27 jaar Tijdelijk instrument gericht op bestrijden jeugdwerkloosheid in 2013-2014. Door werkgever financieel te ondersteunen in loonkosten krijgt de jongere kans op werkervaring en scholing. Loonkostensubsidie 27 jaar en ouder Doelgroep die nog niet Wettelijk Minimumloon kan verdienen kans bieden om bij werkgever zich verder te ontplooien. Betreft pilot in 2013-2014 n.a.v. motie Participatiewet in Nijmegen 3. Werking instrument Werkgever ontvangt een loonkostensubsidie van 90% van het Wettelijk Minimumloon. Deel van loonkostensubsidie wordt ingehouden en beschikbaar gesteld voor scholing. Baan duurt maximaal 12 maanden. Werkgever ontvangt een loonkostensubsidie van 50% van het Wettelijk Minimumloon (afgerond op 750 per maand). Baan duurt 6 tot 12 maanden. 2 Zie ook raadsinformatiebrief Uitstroom werkcorporaties (13.0002332). 3 Door de gemeenteraad aangenomen op 14 november 2012. De notitie met het uitvoeringskader van de pilot is besproken met de klankbordgroep van de gemeenteraad op 27 maart 2013. De bespreking heeft geleid tot aanscherping van de notitie. De klankbordgroep blijft betrokken bij de voortgang van de pilot.

Voorstel aan de Raad Vervolgvel 3 Nieuw instrument Traject arbeidsactivering Verzekering ziekteverzuim Inzetbaar voor doelgroep 18 jaar en ouder 18 jaar en ouder Doel Inschatten capaciteit van werkzoekende met oog op arbeidsinschakeling. Verminderen risico voor werkgever Werking instrument Traject duurt maximaal 6 maanden. Na uiterlijk 6 maanden moet er een rapportage liggen over het verdere vervolgtraject van de werkzoekende, zowel over richting als perspectief op uitstroom naar (parttime) regulier werk. Instrument flankerend in te zetten bij dienstverband. Bij ziekte van werknemer wordt na periode loonlasten overgenomen door verzekering. Technische aanpassingen Vereenvoudigen verstrekken werkgeversbonus Sinds medio 2012 hebben we de mogelijkheid om werkgevers een eenmalige subsidie te verstrekken wanneer zij een werkzoekende met een Wwb-uitkering een dienstverband aanbieden. Deze subsidie werd achteraf per kwartaal verstrekt, na overlegging van de loonstroken. We vereenvoudigen dit proces door de subsidie ineens te verstrekken en na afloop van het dienstverband te controleren of het dienstverband nog actief is en volledig is uitgediend. Dit vermindert administratieve lasten voor de werkgever. Overige Overige technische wijzigingen betreffen alle documenten waar zinsneden zijn veranderd, of geactualiseerd naar nummering. Betreft geen beleidsinhoudelijke wijzigingen. Aanpassingen in re-integratieverordening Onderstaande tabel toont welke wijziging in welk document is beschreven. Inzet nieuwe instrumenten Technische wijzigingen Wat? Verordening Art. Startersbaan Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 10 Loonkostensubsidie Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 11 Traject arbeidsactivering Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 17 Verzekering ziekteverzuim Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 12 Vereenvoudigen Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 13 verstrekken werkgeversbonus Overige Re-integratieverordening Wet werk en bijstand divers Wijzigingsverordening Maatregelverordening Wet werk en bijstand 2013 Wijzigingsverordening Maatregelverordening IOAW en IOAZ 2013

Voorstel aan de Raad Vervolgvel 4 4 Risico s Geen. 5 Financiën De inzet van de nieuwe instrumenten (startersbaan, loonkostensubsidie, traject voor arbeidsactivering en verzekering ziekteverzuim) past binnen het vastgestelde financiële kader van het programma Werk & Inkomen. Op grond van het voorstel over de uitgangspunten voor de verdeling van de middelen Werk en Re-integratie in 2013 4 en de geactualiseerde begroting van het programma Werk & Inkomen 5 zijn er middelen beschikbaar. De inzet van de instrumenten leidt wel tot uitgaven, maar binnen het daartoe bestemde budget. De instrumenten van loonkostensubsidie en startersbaan worden vooralsnog tijdelijk ingezet Een aanvraag kan tot 1 januari 2014 worden ingediend. 6 Communicatie Het voorstel is besproken met het KlantGroepenoverleg (KGO) op 20 juni 2013. 7 Uitvoering en evaluatie De pilot loonkostensubsidie zullen we aan het einde evalueren. Tussentijds zal de klankbordgroep van de gemeenteraad betrokken blijven bij de voortgang van de pilot. College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, drs. H.M.F. Bruls drs. B. van der Ploeg Bijlage: Beleidsregels werk, verplichtingen en maatregelen Wet werk en bijstand 2013 Beleidsregel aanvullende vergoeding eigen bijdrage kosten kinderopvang Wijzigingsverordening Maatregelverordening Wet werk en bijstand 2013 Wijzigingsverordening Maatregelverordening IOAW en IOAZ 2013 Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2013 Toelichting op de Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2013 4 Raadsvoorstel 158/2012 5 Raadsvoorstel 56/2013

Voorstel aan de Raad Vervolgvel 5 Bijlage 1 A. Startersbaan In tijden van recessie komen jongeren met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt 6, steeds moeilijker aan een baan. Werkgevers hebben minder te besteden en stellen hogere eisen aan een werknemer (meer werkervaring, hoger opgeleid) waardoor de afstand die een b-jongere heeft tot de arbeidsmarkt alleen maar groeit. De praktijk leert ons echter dat wanneer de jongere eenmaal binnen is bij een werkgever, de jongere daar ook vaak blijft. Om te voorkomen dat de drempel naar de arbeidsmarkt voor deze jongeren nog groter wordt, creëren wij 50 startersbanen als ingang voor deze jongeren bij een werkgever. Deze banen zijn tijdelijk in de zin van 12 maanden. De jongeren komen in dienst van een werkgever voor de periode van maximaal een jaar, waar de jongere van de werkgever loon voor ontvangt. Wij compenseren de werkgever hier vervolgens voor met een loonkostensubsidie tot 90% het wettelijk minimum jeugdloon. Hier staat als voorwaarde tegenover dat de werkgever de jongere werkervaring, relevante opleiding en kansen biedt. Naast startersbaan ook startersbeurs Flankerend aan de startersbanen, zullen wij voor de jongeren met een kleinere afstand tot de arbeidsmarkt regionaal de startersbeurs introduceren. De startersbeurs is voor werkloze jongeren met een startkwalificatie, maar geen of weinig relevante werkervaring. Zij kunnen met dit instrument 6 maanden werkervaring opdoen in het bedrijfsleven. Tijdens deze periode ontvangt de jongere van de werkgever een tegemoetkoming die daarvoor door ons wordt gecompenseerd (aanvulling is aan de werkgever). In ruil hiervoor dient de werkgever te investeren in een opleidingsbudget voor de jongere en dient de werkgever de jongere te begeleiden. De startersbeurs is geen specifiek gemeentelijk instrument in het kader van de Wwb. Om deze reden is het instrument niet opgenomen in de re-integratieverordening. B. Loonkostensubsidie Middels de motie Participatiewet in Nijmegen vraagt de gemeenteraad ons college te starten met een pilot waarbij werkzoekenden die niet zelf het minimumloon kunnen verdienen duurzaam aan het werk gaan met een bijdrage aan het loon vanuit de gemeente. Wij geven uitvoering aan deze motie door een pilot met het instrument van loonkostensubsidie. De gemeenteraad vraagt om een experiment met loondispensatie. Dit instrument zou ons ter beschikking komen bij het inwerkingtreden van de Participatiewet. Voor de inzet van loondispensatie als instrument voor re-integratie is echter een wettelijke grondslag nodig. De werkgever is wettelijk verplicht het Wettelijk Minimum Loon (WML) te betalen. Bij loondispensatie wordt de werkgever hiervan vrijgesteld. Nu die wettelijke grondslag er niet is, is het voor ons college niet mogelijk te experimenteren met dit instrument. Wij hebben daarom gekozen voor loonkostensubsidie, als best vergelijkbare instrument. Met de loonkostensubsidie betalen wij de werkgever dat deel van het loon waarvoor de werknemer 6 de zogenoemde b- jongeren, langer dan 6 maanden in de WWB

Voorstel aan de Raad Vervolgvel 6 niet productief is. Tijdens het uitwerken van de pilot is het Sociaal Akkoord gesloten, en is gekozen voor loonkostensubsidie. De pilot wint daarmee aan lerend vermogen. De loonkostensubsidie wordt ingezet als instrument van re-integratie en derhalve bekostigd vanuit het Participatiebudget. De voordelen worden behaald door verlaging van uitkeringslasten (I-deel). De werkzoekende wordt namelijk werknemer. We betalen dus geen uitkering, maar verstrekken een lagere loonkostensubsidie. In de voorbereiding zijn enkele leden van uw gemeenteraad betrokken middels een klankbordgroep. Deze bijeenkomst heeft eind maart plaatsgevonden. Dit heeft geleid tot aanscherping van de notitie, die het uitvoeringskader biedt voor de pilot loonkostensubsidie. Deze notitie is verspreid onder de leden van de klankbordgroep. C. Arbeidsactivering In de raadsbrief Uitstroomresultaten werkcorporaties 7, hebben we aangegeven dat we ons re-integratieinstrumentarium zouden uitbreiden met voortrajecten. In de evaluatie constateerden we dat werkzoekende om sociaal-psychische of fysieke redenen uitvallen op de leerwerkplekken in werkcorporaties en bij bedrijven. We willen dit voorkomen. We zetten daartoe arbeidsactiverende trajecten in. Arbeidsactivering gaat uit van toeleiding naar werk. Waar op een leerwerkplek gewerkt wordt aan vakvaardigheden, wordt in een arbeidsactiveringstraject gewerkt aan de belastbaarheid en richting van werkveld. Na afloop van het traject moet dus duidelijk zijn hoe en welk vervolg we de werkzoekende (kunnen) bieden. We richten ons op werkzoekenden die op dit moment nog niet in staat zijn reguliere arbeid te verrichten, maar die nog vaardigheden nodig hebben om dat in de toekomst wel te kunnen. Het kunnen werkzoekenden zijn die gedurende een lange periode niet gewerkt hebben, waarbij het de inschatting is dat de leerwerkplek een stap te ver is. We willen deze trajecten ook inzetten voor werkzoekenden die niet gemotiveerd zijn aan de slag te gaan met hun re-integratie. We willen hen duidelijk maken dat de maatschappij inzet en een tegenprestatie van hen verwacht. In dergelijke gevallen zal dwang en drang nodig kunnen zijn, geflankeerd door ons maatregelenbeleid. We hebben niét als doel om voor deze doelgroep zogenaamde work-first-trajecten in te zetten, maar hen wel toeleiden naar arbeidsactiverende trajecten met een stevige begeleiding. D. Verzekering voor ziekteverzuim Door het inzetten van een no-riskpolis, kunnen we werkgevers die een werkzoekende in dienst willen nemen, ondersteunen in het afdekken van het risico op doorbetaling van loon bij (langdurige) ziekte. Het instrument kan worden ingezet wanneer er sprake is van een hoger ziekteverzuimrisico. 7 Door de gemeenteraad behandeld tijdens de kamerronden van 20 maart en 17 april 2013 (13.0002332)

Beleidsregels werk, verplichtingen en maatregelen Wet werk en bijstand 2013 A. Verplichtingen 1. Inlichtingenplicht Artikel 17 lid 1 Wwb en artikel 13 Ioaw/Ioaz geven aan dat belanghebbende onverwijld uit eigen beweging mededeling dient te doen van alle feiten en omstandigheden die van invloed kunnen zijn op arbeidsinschakeling of recht op bijstand. Voor het begrip onverwijld hanteert het college de regel dat de belanghebbende nadat het feit zich heeft voorgedaan, hier melding van dient te doen op het eerstvolgende in te leveren statusformulier, voor zover het feiten betreft waarnaar op het statusformulier wordt gevraagd. Voor zover het feiten en omstandigheden betreft waarnaar op het statusformulier niet wordt gevraagd wordt onder onverwijld verstaan onmiddellijk nadat het feit of de omstandigheid zich heeft voorgedaan. Tot feiten en omstandigheden die van invloed zijn op de arbeidsinschakeling en het recht op bijstand rekent het college in ieder geval (onbetaald)werk en scholingsactiviteiten. Voor wat betreft de feiten die van invloed zijn op de arbeidsinschakeling stelt het college dat in ieder geval gegevens dienen te worden verstrekt over: - Arbeidssituatie - Genoten opleidingen en behaalde diploma's - (Onbetaald )werk of scholingsactiviteiten - Lichamelijke of psychische belemmeringen bij de arbeidsinschakeling - Detentie - Verslavingsproblematiek - Schuldenproblematiek 2. Medewerkingsplicht door belanghebbenden Artikel 9 lid 1 onder b Wwb verplicht de belanghebbende mee te werken aan een onderzoek naar zijn arbeidsinschakeling. Artikel 17 lid 2 Wwb verplicht de belanghebbende medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van de wet. Artikel 5 van de Reintegratieverordening Wet werk en bijstand 2013 (verder aangeduid als de Reintegratieverordening Wwb) legt aanvullend op de genoemde verplichtingen nog nadere medewerkingsverplichtingen op. Het college hanteert voor wat de medewerkingsverplichtingen de volgende regels: - Het college acht het in ieder geval voor een goede uitvoering van de wet noodzakelijk dat belanghebbende verschijnt bij oproepen door het college, het jongerenloket, het UWV werkbedrijf en alle partijen die in het kader van de arbeidsinschakeling een rol spelen. (Denk hierbij o.a. aan bijvoorbeeld medewerkers van de afdeling Werk, reintegratiebedrijven, werkgevers, scholingsinstituten, bedrijfsarts, Arbodiensten, werkcorporaties). - Onder het meewerken aan de uitvoering van de wet als het gaat om arbeidsinschakeling wordt begrepen dat de belanghebbende bij ziekte zich conform de regels ziek meldt en meewerkt aan ziekteverzuimbegeleiding, dat de belanghebbende meewerkt aan scholing, trainingen en andere producten, voorzieningen of vormen van ondersteuning die het college inzet om de arbeidsbekwaamheid te behouden of te bevorderen. Het onder andere zonder acceptabele redenen: geen gehoor geven aan oproepen van de bedrijfsarts, het niet te woord staan van lekencontroleurs, niet verschijnen op les- of trainingsdagen wordt gezien als het niet meewerken aan het behoud of bevorderen van 1

de arbeidsbekwaamheid. Onder het meewerken aan activiteiten of werkzaamheden gericht op arbeidsinschakeling, wordt ook begrepen dat de belanghebbende zich als goed werknemer gedraagt op een (leer)werkplek. - Onder het meewerken aan het opstellen, uitvoeren en evalueren van het plan van aanpak als bedoeld in artikel 44a van de wet wordt door het college ook begrepen het meewerken aan bijstellingen van dit betreffende plan. - Onder het meewerken aan een onderzoek als bedoeld in artikel 9 eerste lid onder a van de wet wordt door het college ook begrepen het verlenen van toestemming aan de persoon of de instelling die het betreffende onderzoek heeft verricht, om de resultaten van het onderzoek bekend te maken aan het college of door het college ingeschakelde uitvoeringsorganisaties. 3. Verstrekking van gegevens Artikel 53a Wwb geeft het college de bevoegdheid te bepalen welke gegevens door een belanghebbende in ieder geval verstrekt moeten worden als het gaat om het bepalen van het recht op en de voortzetting van de bijstand. Tevens bepaalt het college welke bewijsstukken moeten worden overlegd en de wijze en het tijdstip waarop de verstrekking van de gegevens moet plaats vinden. Het college stelt als regel dat de belanghebbende voor het recht op bijstand, of de voortzetting daarvan, in elk geval gegevens dient te verstrekken over: - Inkomen. - Vermogen. - Woonomstandigheden. - Gezinssamenstelling. - Inlichtingen over de omstandigheden die hebben geleid tot de bijstandsafhankelijkheid. 4. Niet tijdig verstrekken van inlichtingen Artikel 53a Wwb geeft het college de bevoegdheid te bepalen het tijdstip waarop gegevens verstrekt moeten worden. De belanghebbende moet tijdig inlichtingen verstrekken. Dit wil zeggen dat de belanghebbende binnen de termijn die daarvoor is gesteld inlichtingen moet verstrekken. In praktijk betekent "niet tijdig" het volgende: - De belanghebbende levert de informatie niet in voor de datum die is aangegeven. - De belanghebbende verschijnt niet bij een oproep in het kader van het vaststellen van het (voortgezette) recht op bijstand. Is dit het geval, dan wordt de bijstandsuitkering opgeschort. 5. Opschorten van de bijstand Artikel 54 Wwb geeft het college de bevoegdheid om bij het verwijtbaar aan de belanghebbende ontbreken van gegevens of bij het niet tijdig of onvolledig verstrekken van gegevens door de belanghebbende, zowel met betrekking tot de uitkering als de arbeidsinschakeling de bijstand voor een maximale periode van acht weken op te schorten.het college handelt bij het niet volledig verstrekken van de inlichtingen als volgt: De bijstand wordt opgeschort en een hersteltermijn wordt gegeven bij het niet verschijnen op een oproep in het kader van de rechtmatigheid. De bijstand kan worden opgeschort bij het niet verschijnen op een oproep in het kader van de doelmatigheid in de volgende situaties: - Een belanghebbende wordt door het college schriftelijk opgeroepen voor het verschijnen op een bepaalde plaats en tijd in verband met het aanbieden van een voorziening gericht op arbeidsinschakeling en de belanghebbende werkt niet mee aan die oproep. - Een belanghebbende wordt door het college schriftelijk opgeroepen om te verschijnen op een bepaalde plaats en tijd voor een onderzoek naar de voortgang van een aangeboden voorziening gericht op arbeidsinschakeling en de belanghebbende werkt niet mee aan dit onderzoek. 2

Ingangsdatum en termijn van opschorting: Het recht op bijstand wordt opgeschort vanaf de eerste dag van de periode waarop het verzuim betrekking heeft. Dat kan dus een moment in het verleden zijn. Bij het niet tijdig inleveren van een formulier is dat de eerste dag van de periode waarop het in te leveren formulier betrekking heeft, of vanaf de dag van het verzuim, indien niet kan worden bepaald op welke periode het verzuim betrekking heeft. De dag van het verzuim is de dag waarop het verzuim vastgesteld wordt, veelal dus de dag van het onderzoek. In de praktijk vindt opschorting plaats ingaande de eerste van de lopende kalendermaand voor zover de uitkering van die maand nog niet is betaald. Is de uitkering al wel betaald dan vindt opschorting plaats ingaande de eerste van de volgende kalendermaand. Mededeling van de opschorting en hersteltermijn Het college doet per beschikking mededeling van de opschorting aan de belanghebbende en nodigt hem uit vóór een bepaalde datum het verzuim te herstellen (hersteltermijn). De duur van de hersteltermijn is afhankelijk van de aard van het verzuim, maar kan kort zijn, bijvoorbeeld een dag of een week. Verzuim wel/niet hersteld Herstelt de belanghebbende het verzuim binnen de hersteltermijn dan wordt de opschorting opgeheven. Indien de belanghebbende het verzuim niet herstelt binnen de hersteltermijn, wordt na het verstrijken van de hersteltermijn het besluit tot toekenning van de uitkering ingetrokken met ingang van de ingangsdatum van de termijn van opschorting. 6 Algemeen geaccepteerde arbeid Artikel 9 lid 1 Wwb en artikel 37 lid 1 Ioaw/Ioaz bepalen dat belanghebbende naar vermogen algemeen geaccepteerde arbeid dient te verkrijgen. Voor deze verplichting is mede van belang welke arbeid algemeen geaccepteerd wordt geacht. Algemeen geaccepteerde arbeid wordt gedefinieerd als: alle arbeid die maatschappelijk aanvaard is en die niet indruist tegen de integriteit van de belanghebbende. Het college interpreteert het begrip "indruisen tegen de integriteit" als volgt: er is sprake van indruisen tegen de integriteit van de belanghebbende bij werk in de prostitutie. Van indruisen tegen de integriteit van de belanghebbende kan ook sprake zijn als het werk indruist tegen de (geloofs)overtuiging waarnaar de belanghebbende daadwerkelijk handelt. Met indruisen tegen de integriteit van de persoon wordt niet bedoeld dat de belanghebbende werk mag weigeren dat hij onder zijn niveau vindt. De belanghebbende mag ook geen onredelijke eisen stellen in verband met te verrichten algemeen geaccepteerde arbeid. Onder het stellen van onredelijke eisen in verband met de door de belanghebbende te verrichten algemeen geaccepteerde arbeid, die het aanvaarden en verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid belemmeren, wordt ook begrepen het zich dusdanig beperkt opstellen dat bemiddeling naar algemeen geaccepteerde arbeid gefrustreerd wordt. Dit acht het college onder andere het geval bij het vasthouden aan beroepswensen die niet reëel worden geacht, het stellen van onredelijke looneisen, het niet dan wel in te beperkte mate bereid zijn te reizen naar de werkplek, het zich dermate afwijkend gedragen tijdens sollicitatiegesprekken dat bemiddeling niet slaagt. 6.1 Naar vermogen trachten algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen 3

Artikel 9 lid 1 Wwb en artikel 37 lid 1 Ioaw/Ioaz bepalen dat belanghebbende naar vermogen algemeen geaccepteerde arbeid dient te verkrijgen. Bij het bepalen of een belanghebbende naar vermogen algemeen geaccepteerde arbeid tracht te verkrijgen hanteert het college de volgende vuistregels/minimumeisen: - ingaan op verwijzingen of suggesties naar een werkgever met werk, alsmede ingaan op verwijzingen voor noodzakelijke scholing; - ingaan op verzoeken tot inschrijving bij uitzendbureaus; - conform een plan van aanpak zich inschrijven, dan wel zijn inschrijving vernieuwen, bij uitzendbureaus en het aantal afgesproken sollicitaties per week verrichten. 7. Ontheffing verkrijgen algemeen geaccepteerde arbeid Artikel 9 lid 2 Wwb en artikel 37a Ioaw/Ioaz bepalen dat het college in individuele gevallen een tijdelijke ontheffing kan verlenen van de verplichting tot arbeidsinschakeling, als hiervoor dringende redenen aanwezig zijn. Naar het oordeel van het college zijn er dringende reden om een tijdelijke ontheffing van de verplichting naar vermogen algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen: - indien op grond van een medisch onderzoek is vastgesteld dat de belanghebbende arbeidsongeschikt is; - indien de combinatie van zorg voor kinderen dan wel mantelzorg en arbeid niet mogelijk is; - indien gelet op de leeftijd, arbeidsverleden, (on)mogelijkheden van de belanghebbende en de arbeidsmarktsituatie arbeid niet mogelijk is. De ontheffing is altijd tijdelijk en de periode wordt bepaald door de duur van de omstandigheden die maken dat belanghebbende nog niet algemeen geaccepteerde arbeid kan aanvaarden. De maximale periode van ontheffing is 18 maanden. Steeds wordt na afloop van de periode opnieuw beoordeeld in hoeverre er dringende redenen zijn om de belanghebbende te ontheffen van de verplichting algemeen geaccepteerde arbeid te aanvaarden. 7.1 Ouder met verzorgende taak voor kinderen Artikel 9a Wwb geeft het college de bevoegdheid op verzoek van de alleenstaande ouder met tot zijn last komend kind tot vijf jaar, deze te ontheffen van de verplichting als bedoeld in artikel 9 lid 1 onder a Wwb. Het college hanteert voor deze bevoegdheid de volgende regels. Er wordt de afweging gemaakt tussen het belang van arbeidsinschakeling en de invulling die de alleenstaande ouder wenst te geven aan de zorgplicht. In deze afweging wordt betrokken: - Vormt het belang van de kinderen een beletsel om deel te nemen aan het arbeidsproces. - Ontstaat er als gevolg van de verplichting om deel te nemen aan het arbeidsproces een druk op de ouder die zijn weerslag heeft op het welzijn van de kinderen. 7.2 Verkrijgen arbeid ouderen De Staatssecretaris van SZW heeft bij verzamelbrief van december 2003 gemeenten laten weten dat het het college is toegestaan er voor te kiezen de beoordeling van de kans op werk voor de belanghebbende van 57,5 jarigen eenmalig te laten zijn. Het college hanteert hierbij de volgende regel: Eenmalig wordt beoordeeld of er voor de persoon ouder dan 57,5 jaar kansen zijn om werk te vinden. Wanneer de kansen redelijkerwijs ontbreken geldt ontheffing van de verplichting algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen tot de 65 jarige leeftijd. 4