VSKO. Leerplan. STUDIEGEBIED Algemene Vorming. Modulaire opleiding. Humane Wetenschappen ASO3 AO AV 008. Goedkeuringscode Oktober 2008 08-09/1849/N/D

Vergelijkbare documenten
STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Eekhoutcentrum Vliebergh. Wegwijzers voor Aardrijkskunde

Vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de klimaatexcursie

Climate Clash. eindtermen

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Leerplan. STUDIEGEBIED Algemene Vorming. Modulaire opleiding. Humane Wetenschappen ASO3 AO AV 008. B-modules

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Leerplan. STUDIEGEBIED Algemene Vorming. Modulaire opleiding. Moderne talen Wiskunde ASO3 AO AV 010. B-modules

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Leerplan. STUDIEGEBIED Algemene Vorming. Modulaire opleiding. Economie - Wiskunde ASO3 AO AV 007. B-modules

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Leerplan. STUDIEGEBIED Algemene Vorming. Modulaire opleiding. Moderne talen Wetenschappen ASO3 AO AV 009. B-modules

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING. Modulaire opleiding Wetenschappen - Wiskunde AO AV 011

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen

EINDTERMEN Bosbiotoopstudie

Eerste graad A-stroom

Woord vooraf. Met eventuele op- en aanmerkingen houden we graag rekening. Namens het auteursteam Georges Tibau

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN

Klimaat: een thema in het Vlaams onderwijs?

Woord vooraf. Jaarplan ASO-wetenschappen met 1 uur in het 5de jaar en 2 uur in het 6de jaar

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)?

Overzicht modules Algemene vorming TSO3

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

AANSLUITING BIJ VAKKEN & VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen)

Taalvaardigheid Preventie en remediëring. -betrokkenheid verhogende werkvormen creëren -een maximale -herformuleren de lln het probleem

Vakoverschrijdende eindtermen/ontwikkelingsdoelen globaal voor het secundair onderwijs

Waar biologie de grens met ethiek raakt deel A

Economie. Algemene opleiding Studiegebied Algemene vorming AO AV Opleidingsprofiel secundair volwassenenonderwijs

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

a. vakgebonden eindtermen p. 2 b. leerplandoelstelllingen in het vrij onderwijs (VSKO) p. 3

DOELSTELLINGEN LESPAKKET OVERAL DNA

Wetenschappen. Algemene opleiding Studiegebied Algemene vorming AO AV Opleidingsprofiel secundair volwassenenonderwijs

VSKO. Leerplan OPLEIDING. Nascholing Vrachtwagenchauffeur BO BN 004. Modulair. Studiegebied Bijzondere educatieve noden

Sint-Jozefscollege: studierichtingen 3 de graad ASO

Lokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader).

Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren

Moderne Talen - Wiskunde. Algemene opleiding Studiegebied Algemene vorming AO AV Opleidingsprofiel secundair volwassenenonderwijs

Profilering derde graad

Economie - Wiskunde. Algemene opleiding Studiegebied Algemene vorming AO AV Opleidingsprofiel secundair volwassenenonderwijs

Wetenschappen - Wiskunde. Algemene opleiding Studiegebied Algemene vorming AO AV Opleidingsprofiel secundair volwassenenonderwijs

Gelijkwaardig verklaarde eindtermen natuurwetenschappen Voor de tweede graad ASO

DOELSTELLINGEN EN VOET VAN COUDENBERG TOT KUNSTBERG

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

VSKO. Leerplan OPLEIDING. Zwevende module. Modulair. Studiegebied Auto

VOET EN STUDIEGEBIED HANDEL

STAM op schoolmaat. eindtermen secundair onderwijs

~ 1 ~ selecteren. (LPD 1,8,27) (LPD 13,22,23,27)

WAAROM ETEN WE WAT WE ETEN? EINDTERMEN EN LEERPLANNEN

Profilering derde graad

Moderne Talen - Wetenschappen. Algemene opleiding Studiegebied Algemene vorming AO AV Opleidingsprofiel secundair volwassenenonderwijs

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

VSKO. Leerplan. STUDIEGEBIED Algemene Vorming. Modulair Algemene vorming TSO3 AO AV 014

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Verantwoordelijke opleidingsonderdeel

LANDSEXAMEN VWO

WIE? WAT? WAAROM? HUMANE. wetenschappen. Infodocument voor ouders en leerlingen, door het GO! Atheneum Vilvoorde.

BEWAREN VAN GROENTEN EN FRUIT LEERPLANNEN EN EINDTERMEN LES WETENSCHAPPEN

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

Lesvoorbereiding: Kapper en schoonheidsspecialist (beroepen: kapper en schoonheidsspecialist)

Profilering derde graad

Aansluiting op het actuele curriculum (2014)

x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x

Geschiedenis en VOET

AANSLUITING BIJ VAKKEN & VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen)

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep technologische opvoeding.

1.1. Kennis en inzicht in verband met het historisch referentiekader

BIOTOOPSTUDIE HET BOS

19/12/2010. Vakconcept LO. Soorten ET/OD. Vakgebonden ET/OD LO. Vakconcept LO. Eindtermen/Ontwikkelingsdoelen. Regiovergaderingen LO

Mogelijke opdrachten voor een vakgroep techniek.

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Nederlands

Profilering derde graad

Inhoud. Inleiding quiz. Specifieke vakken binnen HW VAKDIDACTIEK HUMANE WETENSCHAPPEN. Situering Humane Wetenschappen binnen SO

Examenprogramma biologie vwo

VSKO. Leerplan. STUDIEGEBIED Algemene Vorming. Modulaire opleiding TSO2 AO AV 012. Goedkeuringscode: mei /1848/N/D

Onderwijsinspectie Vlaanderen

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Moderne Vreemde Talen

Vakoverschrijdende eindtermen

VOET EN WISKUNDE. 1 Inleiding: Wiskundevorming

Studiedag Duurzame Ontwikkeling

Profilering derde graad

Eindtermen Natuurwetenschappen. Voor de eerste graad van het secundair onderwijs.

Pedagogische begeleiding wiskunde oktober 2016 Pagina 1

DOELSTELLINGEN EN VOET BUURTAMBASSADEURS

LANDSEXAMEN VWO Het examenprogramma Het examenprogramma voor het commissie-examen Aardrijkskunde bestaat uit de volgende (sub)domeinen:

Keurmerk: Duurzame school

2.3 Literatuur Schriftelijke vaardigheden Lezen LES GODVERDOMSE DAGEN OP EEN GODVERDOMSE BOL LEERPLAN ALGEMEEN:

Deze les voor Saved by the bell (lager onderwijs) voldoet aan meerdere eindtermen. Een aantal eindtermen zijn gebundeld in onderstaande lijst.

STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD

Jaarplan Jaarplan PAV 5dejaar

GEBRUIK VAN WERKBLADEN

Basiseducatie LEERGEBIED Maatschappijoriëntatie

Transcriptie:

VSKO Leerplan STUDIEGEBIED Algemene Vorming Modulaire opleiding Humane Wetenschappen ASO3 AO AV 008 Goedkeuringscode Oktober 2008 08-09/1849/N/D

Structuurschema: Humane Wetenschappen ASO3 AO AV 005 ASO3-B Aarderijkskunde 1 40 lt ASO3-B Aarderijkskunde 2 40 lt ASO3-B Aarderijkskunde 3 40 lt ASO3-B Engels 1 80 lt ASO3-B Engels 2 80 lt ASO3-B Engels 3 80 lt 1/2 80 lt 80 lt 80 lt ASO3-B Duits 1 ASO3-B Duits 2 ASO3-B Duits 3 80 lt 80 lt 80 lt ASO3-B Frans 1 ASO3-B Frans 2 ASO3-B Frans 3 ASO3-B Geschiedenis 1 40 lt ASO3-B Geschiedenis 2 40 lt ASO3-B Geschiedenis 3 40 lt ASO3-B Geschiedenis 4 40 lt ASO3-B Biologie 60 lt ASO3-B Chemie 60 lt ASO3-B Fysica 60 lt HUMANE WETENSCHAPPEN ASO3 34692 1860 Lt ASO3-B Nederlands 1 80 lt ASO3-B Nederlands 2 80 lt ASO3-B Nederlands 3 80 lt ASO3-B Wiskunde 1 40 lt ASO3-B Wiskunde 2 40 lt ASO3-B Wiskunde 3 40 lt ASO3-B Wiskunde 4 40 lt HUM3 Organisatie en Samenhang 120 lt HUM3 Identiteit en Normering 120 lt 160 lt HUM3 Onderzoekscompetenite Humane Wetenschappen 120 HUM3 lt Communicatie en Expressie AV ASO3 oktober 2008- p. 2

Opleidingen Code Lestijden Niveau Economie AO AV 002 1960 ASO 2 Humane Wetenschappen ASO 2 AO AV 003 1960 ASO 2 Wetenschappen AO AV 004 1880 ASO 2 Economie Moderne Talen AO AV 006 1980 ASO 3 Economie Wiskunde AO AV 007 2000 ASO 3 Humane Wetenschappen ASO 3 AO AV 008 1860 ASO 3 Moderne Talen - Wetenschappen AO AV 009 2060 ASO 3 Moderne Talen Wiskunde AO AV 010 2000 ASO 3 Wetenschappen Wiskunde AO AV 011 2080 ASO 3 Algemene Vorming TSO2 AO AV 012 1080 TSO 2 Algemene Vorming TSO3 AO AV 014 760 TSO 3 Algemene Vorming BSO3 AO AV 015 600 BSO 3 Opfris Tweede Graad ASO AO AV 017 220 ASO 2 Opfris Tweede Graad TSO AO AV 018 220 TSO 2 Opfris Derde Graad ASO AO AV 019 380 ASO 3 Opfris Derde Graad TSO AO AV 020 340 TSO 3 AV ASO3 oktober 2008- p. 3

Basisvorming ASO3 Gelijkstelling modules met vakken Module Code Lestijden AV-vak 6655 ASO3-B Aardrijkskunde 1 M A V G040 40 Aardrijkskunde 6656 ASO3-B Aardrijkskunde 2 M A V G041 40 Aardrijkskunde 6657 ASO3-B Aardrijkskunde 2 M A V G042 40 Aardrijkskunde 6658 ASO3-B Engels 1 M A V G043 80 Engels 6659 ASO3-B Engels 2 M A V G044 80 Engels 6660 ASO3-B Engels 3 M A V G045 80 Engels 6661 ASO3-B Frans 1 M A V G046 80 Frans 6662 ASO3-B Frans 2 M A V G047 80 Frans 6663 ASO3-B Frans 3 M A V G048 80 Frans 6664 ASO3-B Geschiedenis 1 M A V G049 40 Geschiedenis 6665 ASO3-B Geschiedenis 2 M A V G050 40 Geschiedenis 6666 ASO3-B Geschiedenis 3 M A V G051 40 Geschiedenis 6667 ASO3-B Geschiedenis 4 M A V G052 40 Geschiedenis 6668 ASO3-B Biologie M A V G053 60 Biologie 6669 ASO3-B Chemie M A V G054 60 Chemie 6670 ASO3-B Fysica M A V G055 60 Fysica 6671 ASO3-B Biologie M A V G056 80 Nederlands 6672 ASO3-B Nederlands 1 M A V G057 80 Nederlands 6673 ASO3-B Nederlands 2 M A V G058 80 Nederlands 6674 ASO3-B Nederlands 3 M A V G059 40 Wiskunde 6675 ASO3-B Wiskunde 1 M A V G060 40 Wiskunde 6676 ASO3-B Wiskunde 2 M A V G061 40 Wiskunde 6677 ASO3-B Wiskunde 3 M A V G062 40 Wiskunde AV ASO3 oktober 2008- p. 4

Gelijkstelling modules met vakken 6678 HUM3 Organisatie en samenhang Module Code Lestijden AV-vak M A V G076 120 Cultuurwetenschappen Sociologie Media Maatschappelijke vorming Psychologie 6679 HUM3 Identiteit en Normering M A V G077 120 Cultuurwetenschappen 6680 HUM3 Communicatie en expressie 6681 HUM3 Onderzoekscompetentie Humane Wetenschappen Sociologie Media Maatschappelijke vorming Psychologie M A V G078 120 Cultuurwetenschappen Sociologie Media Maatschappelijke vorming Psychologie M A V G079 160 Cultuurwetenschappen Sociologie Media Maatschappelijke vorming Psychologie AV ASO3 oktober 2008- p. 5

Meewerkende centra voor volwassenenonderwijs CVO TKO Antwerpen Maalbootstraat 19 2260 Hoboken CVO IVO Rijselstraat 5 8200 Brugge CVO. Stad Gent Martelaarslaan 13 9000 Gent CVO TKO Kortijk Scheutistenlaan 12 8500 Kortijk CVO TKO Limburg Genkerbaan 84 3520 Zonhoven CVO TKO Turnhout de Merodelei 220 2300 Turnhout CVO TKO Leuven Justus Lisiusstraat 69 3000 Leuven CVO TKO Mechelen O.L.Vrouwstraat 94 2800 Mechelen AV ASO3 oktober 2008- p. 6

Inhoudstafel 1 Inleiding 13 2 Beginsituatie 14 2.1 Algemene toelatingsvoorwaarden 14 2.2 Cursistenkenmerken 14 3 Algemene doelstellingen van de opleiding 15 4 Vakoverschrijdende eindtermen 16 4.1 Algemeen 16 4.2 Leren leren 16 4.3 Sociale vaardigheden 16 4.4 Gezondheidseducatie 17 4.5 Opvoeden tot burgerzin 17 4.6 Milieueducatie 17 5 Algemene pedagogisch-didactische wenken en didactische hulpmiddelen 19 6 Evaluatie van de cursisten - algemeen 20 6.1 Doelen van evaluatie 20 6.2 Kwaliteit van de evaluatie 20 6.3 Vakgebonden evaluatie 20 7 Aardrijkskunde 21 7.1 Algemeen 21 7.1.1 Pedagogisch-didactische wenken en didactische hulpmiddelen 21 7.1.2 Evaluatie van de cursisten 21 7.2 Module: M A V G040 - Aardrijkskunde 1 40 lt 22 7.2.1 Algemene doelstelling van de module 22 7.2.2 Beginsituatie 22 7.2.3 Leerplandoelstellingen en leerinhouden 23 7.3 Module: MAV G 041 - Aardrijkskunde 2-40 lt 26 7.3.1 Algemene doelstelling van de module 26 7.3.2 Beginsituatie 26 7.3.3 Leerplandoelstellingen en leerinhouden 27 7.4 Module: MAV G 042 - Aardrijkskunde 3 40 Lt 28 7.4.1 Algemene doelstelling van de module 28 7.4.2 Beginsituatie 28 7.4.3 Leerplandoelstellingen en leerinhouden 29 8 Biologie 34 8.1 Algemeen 34 8.1.1 Algemene eindtermen biologie 34 8.1.2 Minimale materiële vereisten 34 8.1.3 Evaluatie 34 8.2 Module MAV G O53 Biologie 60 Lt 35 8.2.1 Beginsituatie 35 8.2.2 Eindtermen 35 AV ASO3 oktober 2008- p. 7

8.2.3 Leerplandoelen, inhouden en methodologische wenken 36 9 Chemie 42 9.1 Algemeen 42 9.1.1 Algemene eindtermen chemie 42 9.1.2 Specifieke eindtermen 42 9.1.3 Minimale materiële vereisten 43 9.1.4 Evaluatie 44 9.2 Module MAV G 054 Chemie - 60 Lt 45 9.2.1 Beginsituatie 45 9.2.2 Leerplandoelstellingen, inhouden en methodologische wenken 45 10 Engels 51 10.1 Uitgangspunten 51 10.1.1 Funderende doelstellingen 51 10.1.2 Selectiecriteria en structurering van de eindtermen 51 10.2 Minimale materiële vereisten 53 10.3 Inhouden en didactische wenken 53 10.4 Module MAV 043 - Engels 1-80 Lt 56 10.4.1 Beginsituatie 56 10.4.2 Eindtermen, doelstellingen en didactische wenken 57 10.5 Module MAV 044 Engels 2-80 Lt 67 10.5.1 Beginsituatie 67 10.5.2 Eindtermen, leerplandoelen en didactische wenken 67 10.6 Module MAV 045 Engels 3-80 Lt 78 10.6.1 Beginsituatie 78 10.6.2 Eindtermen, leerplandoelen en didactische wenken 78 11 Frans 90 11.1 Inhouden algemeen 90 11.2 Minimale materiële vereisten 90 11.3 Module: MAV G046 Frans 1-80 Lt 90 11.3.1 Beginsituatie 90 11.3.2 Leerplandoelstellingen en leerinhouden 91 11.4 Module:MAV G047 - Frans 2-80 lt 109 11.4.1 Beginsituatie 109 11.4.2 Leerplandoelstellingen en leerinhouden 110 11.5 Module: MAV G046 - Frans 3-80 lt 129 11.5.1 Beginsituatie 129 11.5.2 Leerplandoelstellingen en leerinhouden 130 12 Fysica 150 12.1 Algemeen 150 12.1.1 Algemene eindtermen Fysica 150 12.1.2 Vakinhoudelijke eindtermen Fysica 151 12.1.3 Pedagogisch-didactische wenken en didactische hulpmiddelen 152 12.1.4 Evaluatie van de cursisten 152 AV ASO3 oktober 2008- p. 8

12.2 Module: Module: Fysica - MAV G055-60 Lt 153 12.2.1 Beginsituatie 153 12.2.2 Leerplandoelstellingen en leerinhouden 154 13 Geschiedenis 162 13.1 Algemeen 162 13.1.1 Inleiding 162 13.1.2 Algemene doelstellingen van de opleiding 164 13.1.3 Verticale samenhang 165 13.1.4 Horizontale samenhang 165 13.1.5 Pedagogisch-didactische wenken en didactische hulpmiddelen 165 13.1.6 Evaluatie van de cursisten 165 13.1.7 Pedagogische-didactische wenken 166 13.2 Module: M A V G049 Geschiedenis 1 40 Lt 168 13.2.1 Beginsituatie 168 13.2.2 Inhouden 168 13.2.3 Leerplandoelen, voorbeelden en didactische wenken 169 13.3 Module M A V G050 Geschiedenis 2 40 Lt 173 13.3.1 Beginsituatie 173 13.3.2 Inhouden 173 13.3.3 Leerplandoelen, voorbeelden en didactische wenken 174 13.4 Module M A V G051 - Geschiedenis 3 40 Lt 176 13.4.1 Beginsituatie 176 13.4.2 Inhouden 176 13.4.3 Leerplandoelen, voorbeelden en didactische wenken 177 13.5 Module: M A V G052 Geschiedenis 4 40 Lt 181 13.5.1 Beginsituatie 181 13.5.2 Inhouden 181 13.5.3 Leerplandoelen, voorbeelden en didactische wenken 182 14 Nederlands 185 14.1 Algemeen 185 14.1.1 Uitgangspunten 185 14.1.2 Taalvaardigheid centraal 185 14.1.3 Taalbeschouwing 186 14.1.4 Literatuur 186 14.1.5 Kijken 186 14.2 Funderende doelstellingen 186 14.2.1 Algemene doelstelling 187 14.2.2 Selectiecriteria en structurering van de eindtermen 'taalvaardigheid' 187 14.2.3 Tekstsoorten 187 14.2.4 Publiek 188 14.2.5 Verwerkingsniveau 188 14.2.6 Coördinatie 189 14.3 Minimale materiële vereisten 189 AV ASO3 oktober 2008- p. 9

14.4 Didactische wenken 190 14.4.1 Algemene didactische wenken 190 14.4.2 Specifieke didactische wenken 190 14.4.3 Themalessen rond 193 14.5 Begrippenlijst 194 14.5.1 Tekstsoorten 194 14.5.2 Het publiek 195 14.5.3 Het verwerkingsniveau 195 14.6 Module MAV G 056 - Nederlands 1-80 lt 196 14.6.1 Beginsituatie 196 14.6.2 Doelstellingen, leerinhouden en didactische wenken 196 14.7 Module MAV G 057 - Nederlands 2-80 lt 208 14.7.1 Beginsituatie 208 14.7.2 Doelstellingen, leerinhouden en didactische wenken 208 14.8 Module MAV G 058 - Nederlands 3-80 lt 220 14.8.1 Beginsituatie 220 14.8.2 Doelstellingen, leerinhouden en didactische wenken 220 15 Wiskunde 234 15.1 Algemeen 234 15.1.1 Inleiding 234 15.1.2 Interactie en reflectie 234 15.1.3 Beginsituatie 236 15.1.4 Algemene doelstellingen van de opleiding 236 15.1.5 Pedagogisch-didactische wenken en didactische hulpmiddelen 238 15.1.6 Evaluatie van de cursisten 239 15.2 Module: MAV 059 Wiskunde 1 40 Lt 240 15.2.1 Beginsituatie 240 15.2.2 Specifieke eindtermen 240 15.2.3 Reële functies 240 15.2.4 Leerinhouden, doelstellingen en pedagogisch-didactische wenken 241 15.3 Module: MAV 060 Wiskunde 2 40 Lt 244 15.3.1 Beginsituatie 244 15.3.2 Specifieke eindtermen 244 15.3.3 Leerinhouden, doelstellingen en pedagogisch-didactische wenken 245 15.4 Module MAV G 061 - Wiskunde 3-40 Lt 251 15.4.1 Beginsituatie 251 15.4.2 Specifieke eindtermen 251 15.4.3 Leerinhouden, doelstellingen en pedagogisch-didactische wenken 252 15.5 Module MAV G 062 - Wiskunde 4-40 Lt 254 15.5.1 Beginsituatie 254 15.5.2 Specifieke eindtermen 254 15.5.3 Leerinhouden, doelstellingen en pedagogisch-didactische wenken 255 16 Bibliografie 258 AV ASO3 oktober 2008- p. 10

16.1 Aardrijkskunde 258 16.1.1 Nuttige adressen 258 16.1.2 Boeken, handboeken en atlassen 258 16.1.3 Tijdschriften en reeksen 259 16.1.4 Didactisch materiaal en educatieve software 259 16.2 Biologie 260 16.2.1 Handboeken 260 16.2.2 Naslagwerken 260 16.2.3 Tijdschriften 261 16.2.4 Internet 261 16.3 Chemie 261 16.3.1 Handboeken 261 16.3.2 Naslagwerken 262 16.3.3 Tijdschriften 262 16.3.4 Internet 262 16.4 Engels 262 16.4.1 Algemeen 262 16.4.2 Lezen 264 16.4.3 Luisteren 264 16.4.4 Spreken 265 16.4.5 Spel en drama (expressie) 265 16.4.6 Schrijven 265 16.4.7 Grammatica 265 16.4.8 Woorden en woordenboeken 266 16.4.9 Cultuur 267 16.4.10 Literatuur 267 16.4.11 Media 268 16.4.12 Evaluatie 268 16.4.13 Enkele handboeken 269 16.5 Frans 269 16.5.1 Theoretische werken 269 16.5.2 Handboeken 269 16.5.3 Tijdschriften 270 16.5.4 Internet-sites 271 16.5.5 Audio-visueel materiaal 271 16.5.6 Naslagwerken 271 16.6 Fysica 271 16.6.1 Handboeken 271 16.6.2 Naslagwerken 272 16.6.3 Tijdschriften 272 16.6.4 Internet 272 16.7 Geschiedenis 272 16.7.1 Didactische en historiografische bibliografie. 272 AV ASO3 oktober 2008- p. 11

16.8 Nederlands 273 16.8.1 Adressen 273 16.8.2 Tijdschriften 274 16.8.3 Didactische handleidingen 275 16.8.4 Spraakkunst 275 16.8.5 Literatuur en literatuuronderwijs 276 16.8.6 Theater, dramatische werkvormen en expressie 277 16.9 Wiskunde 278 16.9.1 Educatieve uitgeverijen 278 16.9.2 Naslagwerken 278 16.9.3 Tijdschriften 278 16.9.4 ICT-informatie 278 Algemene uitgangspunten 290 Criteria voor het opstellen van een adequate toets 292 Toetsevalutatie 293 Evalueren van functionele vaardigheden (kennis) 294 Evalueren van vaardigheden 295 AV ASO3 oktober 2008- p. 12

1 Inleiding Dit leerplan werd ontwikkeld door in een netoverschrijdend project door de leden van de Federatie Tweedekansonderwijs Vlaanderen. Het gaat om een herwerking van leerplannen algemene vorming ASO3, goedgekeurd op 27 maart 2006 met code 05-06-1504/c/s/G. Deze leerplannen werden toen uitgewerkt per vak, gekoppeld aan het structuurschema nr. 034692, goedgekeurd op 25 augustus 2005. Intussen is er sinds 24 mei 2006 een nieuwe modulaire opleiding Algemene vorming ASO3 met nr 34692 in voege. Doel van deze herwerking is om: De vakleerplannen te integreren in één leerplan De leerplannen in overeenstemming te brengen met het huidige structuurschema Volwassenenonderwijs Algemene Vorming Algemene Vorming ASO3 De leerplannen in overeenstemming te brengen met het Protocolakkoord van 25 juli 2006 tussen de overheid en de inrichtende machten over de concretiseringen van de eindtermen en de specifieke eindtermen in de modules van de opleidingen in het studiegebied Algemene vorming voor het volwassenenonderwijs. AV ASO3 oktober 2008- p. 13

2 Beginsituatie 2.1 Algemene toelatingsvoorwaarden De cursisten voldoen aan de decretale toelatingsvoorwaarden. 2.2 Cursistenkenmerken De cursisten zijn meerderjarig en niet meer leerplichtig. De cursistengroep is sterk heterogeen door het verschil in leeftijd, vooropleiding, specialisatie en/of werkervaring en leefsituatie en socio-culturele achtergrond.de Instroom gebeurt vanuit verschillende onderwijsvormen. De heterogeniteit blijkt ook uit de diversiteit van leermogelijkheden, leerachterstanden en van integratie of desintegratie in een schoolcultuur. AV ASO3 oktober 2008- p. 14

3 Algemene doelstellingen van de opleiding De opleiding Algemene vorming ASO3 situeert zich in het studiegebied Algemene vorming. Deze opleiding is analoog aan de Basisvorming derde graad ASO van het leerplichtonderwijs. Dit moet cursisten toelaten om in combinatie met één specifieke gedeelte uit de algemene vorming ASO3 het diploma secundair onderwijs te behalen. De basisvorming is tevens gericht op het voorbereiden op studies in het hoger onderwijs. Uitgangspunt zijn de basiscompetenties uit het opleidingsprofiel Volwassenenonderwijs: Algemene vorming Algemene vorming ASO3 van de Entiteit Curriculum. De algemene doelstellingen worden verder besproken per vak in het hoofdstuk leerplandoelstellingen - leerinhouden - specifieke pedagogische wenken. Leerplandoelstellingen die cursief in het tabellen werden opgenomen, zijn uitbreidingsdoelstellingen die voor de nodige differentiatie kunnen zorgen. AV ASO3 oktober 2008- p. 15

4 Vakoverschrijdende eindtermen 4.1 Algemeen De vakoverschrijdende eindtermen worden nagestreefd in de loop van de opleiding. Het is in een modulaire opleiding niet vanzelfsprekend om in het leerplan aan te geven waar deze vakoverschrijdende eindtermen worden behandeld. Binnen het CVO en de vakwerkgroep(en) zal worden nagegaan in hoeverre de vakoverschrijdende eindtermen aan bod komen in de diverse modules. Men kan er van uit gaan dat binnen de opleidingen van het studiegebied Algemene Vorming doorheen het leerproces de vakoverschrijdende eindtermen worden meegenomen. 4.2 Leren leren Opvattingen over leren 1. De cursisten kunnen hun leeropvattingen, leermotieven en leerstijl in vraag stellen en zo nodig veranderen. Informatieverwerving 2. De cursisten kunnen diverse informatiebronnen en kanalen kritisch kiezen en raadplegen met het oog op de te bereiken doelen. Informatieverwerking 3. De cursisten kunnen informatie kritisch analyseren en samenvatten. 4. De cursisten kunnen zinvol inoefenen, memoriseren, herhalen en toepassen. Problemen oplossen 5. De cursisten kunnen op basis van hypothesen en verwachtingen mogelijke oplossingswijzen realistisch inschatten en uitvoeren. Cognitieve reguleringsvaardigheden 6. De cursisten kunnen een realistische werk- en tijdsplanning maken. 7. De cursisten kunnen uit leerervaringen conclusies trekken voor een nieuwe leertaak. 4.3 Sociale vaardigheden Interactief competenter worden 1. De cursisten oefenen zich in relatievormen die ze minder goed beheersen zoals: Zich als persoon present stellen ren respect en waardering uitdrukken voor anderen. Zich dienstvaardig opstellen, om hulp vragen en dankbaarheid tonen. Leiding geven, verantwoordelijkheid nemen en meewerken. Kritiek uiten en zich verdedigen, neen zeggen. Discreet en terughoudend zijn. Ongelijk of onmacht toegeven. Communicatieve vlotheid verwerven 2. De cursisten oefenen zich in elementen van het communicatieve proces die ze minder goed beheersen zoals: Actief luisteren. Beslissen over een mogelijke eigen actie. Zich helder uitdrukken in ik-termen. 3. De cursisten zijn bereid om de inbreng van de gesprekspartner ernstig te nemen. Zorg dragen voor relaties AV ASO3 oktober 2008- p. 16

4. De cursisten kunnen het belang aangeven van volgende kenmerken van relaties: afspraken, regels, rolpatronen, machtsverhoudingen en gelijkwaardigheid. 5. De cursisten oefenen zich in het opbouwen en onderhouden van een relatie door: In overleg afspraken te maken en taken te verdelen. Bewust/bedachtzaam om te gaan met gevoelens. Verschillen en conflicten binnen een relatie te herkennen en er mee om te gaan. Zich weerbaar op te stellen en persoonlijke autonomie te behouden. Het afwegen van het belang van een relatie t.o.v. hun andere relaties. Om te gaan met vormen van afscheid nemen. 6. De cursisten accepteren verschillen en hechten belang aan respect en zorgzaamheid binnen een relatie. In groep probleemoplossende samenwerken 7. De cursisten passen belangrijke elementen van overleg en gezamenlijke probleemoplossing toe, zoals: Zoeken en aanbrengen van argumenten voor en tegen. Voortbouwen op andermans inbreng. Gezamenlijk zoeken naar een probleemoplossingswijze en ze toepassen. Meewerken aan het proces van besluitvorming. De wijze van samenwerking evalueren. 4.4 Gezondheidseducatie Gezonde en actieve leerstijl 1. De cursisten herkennen een noodsituatie en treden daarbij efficiënt op. 2. De cursisten kunnen omgaan met taakbelasting, examenstress en teleurstellingen. Relaties en seksualiteit 3. De cursisten bespreken vormen van machtsmisbruik binnen relaties en oefenen zich in fysieke en mentale weerbaarheid. 4.5 Opvoeden tot burgerzin Mensenrechten 1. De cursisten kunnen de inhoud van de mensenrechten toelichten aan de hand van voorbeelden uit de mensenrechtencharters. 2. De cursisten kunnen voorbeelden geven dat mensenrechten van iedereen voortdurende aandacht en inspanning vergen en een dynamisch gegeven zijn. 3. De cursisten herkennen vooroordelen en discriminerend optreden bij zichzelf, bij anderen en in de media. Actief burgerschap en besluitvorming 4. De cursisten kunnen meerderheids- en minderheidsstandpunten onderscheiden en benoemen. 5. De cursisten kunnen verschillende belangen op korte en langere termijn afwegen. 6. De cursisten spannen zich in om de belangstelling, de standpunten en de argumenten van anderen te respecteren. 7. De cursisten spannen zicht in om voorstellen of argumenten genuanceerd te benaderen. 4.6 Milieueducatie Milieuzorg 1. De cursisten zijn bereid tot een duurzaam gebruik van grondstoffen, goederen, energie en vervoermiddelen. AV ASO3 oktober 2008- p. 17

2. De cursisten kunnen omgaan met het gegeven dat een duurzame oplossing voor een milieuprobleem afhangt van rationele en niet-rationele factoren en niet altijd beantwoordt aan hun verwachtingen. Natuurzorg 3. De cursisten beseffen dat mensen met andere historische, socio-economische of culturele achtergrond de natuur en een landschap anders kunnen ervaren. AV ASO3 oktober 2008- p. 18

5 Algemene pedagogisch-didactische wenken en didactische hulpmiddelen Bij de beschrijving van de modules zijn telkens pedagogisch-didactische wenken en didactische hulpmiddelen en/of materiële vereisten opgenomen, die eigen zijn aan het vak. Gekoppeld aan de leerplandoelstellingen en de leerinhouden worden een aantal pedagogisch-didactische wenken geformuleerd. Ze geven onder meer achtergrondinformatie betreffende de leerinhouden of stellen een bepaalde pedagogisch-didactische aanpak voor. Deze wenken zijn bedoeld als hulpmiddel voor de leerkracht, als suggesties, als richtingwijzer. Hoewel ze geenszins bindend en verplichtend zijn, is het wel interessant ze er op na te lezen. Ze verduidelijken immers de bedoeling van de leerplancommissie. AV ASO3 oktober 2008- p. 19

6 Evaluatie van de cursisten - algemeen Didactische evaluatie geeft informatie aan cursisten en leerkrachten over het succes van het doorlopen leerproces en biedt zodoende de kans om het rendement van cursisten en leerkrachten te optimaliseren. 6.1 Doelen van evaluatie 1. In de eerste plaats worden de sterke en zwakke punten van de cursist opgespoord (diagnose). Indien nodig kan remediëring en bijkomende begeleiding voorzien worden. De cursist wordt door de evaluatie gestimuleerd om over het eigen leerproces te reflecteren. 2. Een evaluatie verschaft ook duidelijkheid over wat er van de cursist verwacht wordt en in welke mate hij/zij al dan niet aan de vooropgestelde criteria voldoet. In overleg met de cursist kunnen evaluatiegegevens gebruikt worden om beslissingen te nemen over het verdere traject. Het valt aan te bevelen om de evaluatiecriteria vooraf duidelijk aan de cursisten mee te delen. Deze criteria worden ook best vooraf besproken in de vakgroep. 3. Op basis van de evaluatiegegevens kan de leerkracht beslissen om het onderwijsleerproces al dan niet bij te sturen en om wijzigingen aan te brengen in zijn/haar didactische handelen. 6.2 Kwaliteit van de evaluatie Een relevante evaluatie beantwoordt aan een aantal criteria. Validiteit, betrouwbaarheid, transparantie en didactische relevantie zijn de criteria die bijdragen tot de kwaliteit van de evaluatie. Validiteit geeft aan in welke mate de evaluatiescores een maat zijn voor de beheersing van de beoogde doelstellingen. Betrouwbaarheid slaat op het feit of de scores technisch eerlijk, correct en juist zijn. Evaluatie is transparant indien de cursisten over alle nodige informatie beschikken, zowel voor een degelijke voorbereiding als voor de concrete uitvoering van de evaluatietaak (examen, toets, oefening, opdracht, ) zodat de evaluatie aan hun verwachtingspatroon voldoet. De evaluatie is didactisch relevant als zij bijdraagt tot het leerproces. 6.3 Vakgebonden evaluatie Aangezien evalueren ook sterk gebonden is aan de leerplandoelstellingen van de verschillende vakken komt dit aspect ook telkens terug bij de beschrijving van de modules. Het ontwikkelen van een visie op evaluatie en het uittekenen van een coherent evaluatiebeleid is een opdracht van het centrum. AV ASO3 oktober 2008- p. 20

7 Aardrijkskunde 7.1 Algemeen 7.1.1 Pedagogisch-didactische wenken en didactische hulpmiddelen Minimale vereisten Eigen vaklokaal Wereldbol Atlas voor iedereen Diaprojector of overheadprojector Wandkaarten of transparanten. Gewenst Multimediacomputer Inernetaansluiting Video en TV (eventueel groot scherm). 7.1.2 Evaluatie van de cursisten Inzicht in de vorderingen van de cursisten wordt bekomen door gedifferentieerd te evalueren (kennis, vaardigheden, attitudes) en dit gedurende de volledige module. Deze evaluatie kan uitgesplitst worden in een permanente evaluatie en een eindevaluatie. De permanente evaluatie kan bestaan uit: Evaluatie van een klasactiviteit (medewerking tijdens de lessen) Evaluatie van zelfstandig werken (uitvoeren taken) Eventueel resultaten van tussentijdse toetsen Resultaten van hoofdstuktoetsen. De eindevaluatie moet de leerinhouden van de volledige module omvatten. De leerkracht dient de cursisten bij de aanvang van de module op de hoogte te brengen van de toegepaste evaluatie en puntenverdeling. AV ASO3 oktober 2008- p. 21

7.2 Module: M A V G040 - Aardrijkskunde 1 40 lt Adninistratieve code: 6665 7.2.1 Algemene doelstelling van de module De aardrijkskunde stelt zich volgende grote doelen. Kennis van plaatsen en gebieden om nationale en internationale gebeurtenissen in een geografisch kader te plaatsen om ruimtelijke relaties te begrijpen. Inzicht in de grote natuurlijke en sociaal-economische systemen van de aarde om de interacties binnen en tussen ecosystemen te verstaan. Kennis van en inzicht in de verscheidenheid in volken en gemeenschappen op aarde om de culturele rijkdom van de mensheid te waarderen. Kennis van en inzicht in de uitdagingen voor en de mogelijkheden van onderlinge afhankelijkheid in de wereld. Verbale, kwantitatieve en symbolische vormen van gegevens zoals beelden, kaarten, tekst, grafieken, tabellen, diagrammen gebruiken. Methoden als terreinobservaties, kartering, interviews, interpretatie van bronnen en het gebruik van statistiek hanteren. Communicatieve, praktische, sociale en denkvaardigheden toepassen om geografische onderwerpen te onderzoeken op verschillende ruimtelijke schaalniveaus en de resultaten daarvan te presenteren. Interesse tonen voor de ruimtelijke verscheidenheid van natuurlijke en menselijke verschijnselen op aarde. 7.2.2 Beginsituatie Van de cursisten wordt verwacht dat zij de eindtermen voor de tweede graad voor het vak beheersen. AV ASO3 oktober 2008- p. 22

7.2.3 Leerplandoelstellingen en leerinhouden Doelstellingen ET Inhoud Voorbeeld Didactische wenken Deel 1: Verkenning van de aarde vanuit de ruimte Met een toepassing uit het ruimteonderzoek, het maatschappelijk nut ervan kunnen illustreren. Thema I: Kosmografie 5 Waarnemingstechnieken Polaire en geostationaire satellieten als weersatellieten Foto s genomen vanuit zowel polaire als geostationaire satellieten projecteren en zo op een inductieve wijze het verschil in waarnemingstechnieken tussen beide trachten te achterhalen. Een verscheidenheid aan ruimtelijke wetenschappen kunnen verbinden met allerlei beroepen en onderzoeksdomeinen. De toepassing van ruimtetuigen die de aarde observeren of een taak uitvoeren ten bate van de mens kunnen begrijpen. Een kaartvoorstelling kunnen kiezen in functie van het gebruik. 1 5 17 Het maatschappelijk nut van de ruimtevaart Toepassingsgebieden Beroepen en onderzoeksdomeinen Teledetectie (wijzigingen van de poolkappen en van de ozonlaag) Communicatie-, weer- en navigatiesatellieten (TV, telefoon, Meteosat, GPS) Cartografen / bio-ingenieurs / planologen / meteorologen / vulkanologen Kaarten op basis van satellietgegevens laten analyseren en gebruiken voor een GIS-toepassing. Gebruik van GPS als uitgangspunt voor de toepassing van satellieten. Een standplaats op aarde kunnen bepalen door middel van beschikbare, hedendaagse technieken en methodes. 18 Een foto van Meteosat vergelijken met een weerkaart Met een voorbeeld kunnen aantonen dat een afbeelding of kaart een gecodeerde voorstelling is van de werkelijkheid. 2 Met een toepassing van GIS de betekenis ervan voor de samenleving kunnen illustreren. 3 23

Doelstellingen ET Inhoud Voorbeeld Didactische wenken Deel 2: De aarde in de kosmos Het ontstaan en de structuur van het heelal samenhangend kunnen verwoorden aan de hand van een aantal astronomische begrippen. Aardrijkskundige gegevens kunnen opzoeken, ordenen en op een eenvoudige manier verwerken, gebruik makend van beschikbare, hedendaagse technieken en methodes. De structuur van het heelal samenhangend kunnen verwoorden aan de hand van een aantal astronomische begrippen. Het ontstaan van het heelal samenhangend kunnen verwoorden aan de hand van een aantal astronomische begrippen. Zich bewustzijn zijn van de plaats van de mens in het heelal. Deel 3: De bewegingen van de aarde en haar satelliet Bewegingen in het zonnestelsel en gevolgen ervan op aarde kunnen weergeven. Een verscheidenheid aan ruimtelijke wetenschappen kunnen verbinden met allerlei beroepen en onderzoeksdomeinen. Deel I: Weer Weer en klimaat in verband kunnen brengen met opbouw van en met processen in de atmosfeer. 19 16 De postitie van de aarde in het zonnestelsel + grootteorde van de afstanden (lichtseconden lichtminuten) 19 Structuur van het heelal + grootte-orde van de afstanden (lichtjaren) 19 31 4 1 Ontstaan en evolutiemodellen van het heelal Het immense van ons universum aantonen en daarin de mens plaatsen Schijnbewegingen Aaardbewegingen (rotatie en revolutie) + gevolgen Maanbeweginen (rotatie en revolutie) + gevolgen Thema II: Weer en klimaat Voyagereis Hubble ruimtetelescoop als waarnemingsinstrument Schijnbare en werkelijke grootte van zon en maan t.o.v. de aarde Onze plaats in het melkwegstelsel opzoeken Argumentatie voor de oerknal geven (Georges Lemaitre) Nut van de Cobe-satelliet bespreken Dag en nacht Ontstaan van de seizoenen Voorkomen van een schrikkeljaar Toepassingen van de getijdenbewegingen (getijdencentrales/zouttuinen/hav entoegankelijkheid/baggerwerken) 6 Opbouw van de atmosfeer De ozonlaag in de atmosfeer plaatsen Krantenartikel en/of reportage kort laten synthetiseren. Ordenen van gegevens. Klassikaal uithangen van het gevonden materiaal en de ontworpen schema s. Videoreportage. Imaxvoorstelling (Heysel Brussel). Satelliet- en computerbeelden van verschillende punten in het heelal tonen. Via voorstelbare modellen evolutiemogelijkheden van het heelal simuleren. Simulatie van de aard- en maanbewegingen door de cursisten. Gebruik maken van een mechanisch model (planetarium). Transparanten en bordtekeningen. Powerpoint presentatie over aard- en maanbewegingen. Gebruik van kleurentransparanten 24

Doelstellingen ET Inhoud Voorbeeld Didactische wenken Inzicht verwerven in de onderlinge samenhang tussen de elementen die het weer op aarde bepalen (temperatuur, luchtdruk en neerslag) aan de hand van meteorologische gegevens. Weer- en klimaatkaarten kunnen kiezen in functie van het gebruik. 6 17 Weerselementen Warmtetoestand en beïnvloedende factoren Luchtdrukzones, -kernen en windsystemen Neerslagverdeling Invloed van een zandbodem op de temperatuur van de Kempen Verklaring van de moessonwinden Stijgingsregens in het Andesgebergte Vergelijkend kaartgebruik in de atlas. Vakantiebestemming kiezen gebruik makend van weer- en klimaatkaarten. Een West-Europese weerkaart kunnen lezen. Een weersituatie kunnen inschatten door rekening te houden met weerkaarten en berichten. Met een voorbeeld kunnen aantonen dat een afbeelding of kaart een gecodeerde voorstelling is van de werkelijkheid. Deel 2: Klimaat Een klimaat kunnen interpreteren aan de hand van temperatuur, neeslag en algemene luchtcirculatie. 20 21 2 Weerkaart en weersvoorspelling Het weer bij de doorgang van een depressie inschatten Frontvorming Het weer bij een stabiele luchtdruk voorspellen 22 Klimaatzones op aarde Klimatogram van Algiers bespreken Weerbericht van de dag voordien op video afspelen en door de klas laten bespreken. Klimatogrammen op transparant analyseren en eventueel zelf laten invullen. 25

7.3 Module: MAV G 041 - Aardrijkskunde 2-40 lt Administratieve code 6657 7.3.1 Algemene doelstelling van de module De aardrijkskunde stelt zich volgende grote doelen. Kennis van plaatsen en gebieden om nationale en internationale gebeurtenissen in een geografisch kader te plaatsen om ruimtelijke relaties te begrijpen. Inzicht in de grote natuurlijke en sociaal-economische systemen van de aarde om de interacties binnen en tussen ecosystemen te verstaan. Kennis van en inzicht in de verscheidenheid in volken en gemeenschappen op aarde om de culturele rijkdom van de mensheid te waarderen. Kennis van en inzicht in de uitdagingen voor en de mogelijkheden van onderlinge afhankelijkheid in de wereld. Verbale, kwantitatieve en symbolische vormen van gegevens zoals beelden, kaarten, tekst, grafieken, tabellen, diagrammen gebruiken. Methoden als terreinobservaties, kartering, interviews, interpretatie van bronnen en het gebruik van statistiek hanteren. Communicatieve, praktische, sociale en denkvaardigheden toepassen om geografische onderwerpen te onderzoeken op verschillende ruimtelijke schaalniveaus en de resultaten daarvan te presenteren. Interesse tonen voor de ruimtelijke verscheidenheid van natuurlijke en menselijke verschijnselen op aarde. 7.3.2 Beginsituatie Van de cursisten wordt verwacht dat zij de eindtermen voor de tweede graad voor het vak beheersen. 26

Deel 1: Geologie 7.3.3 Leerplandoelstellingen en leerinhouden Doelstellingen ET Inhoud Voorbeeld Didactische wenken De geofysische opbouw van de aarde en de platentektoniek kunnen gebruiken om de gevolgen ervan zoals de ligging van oceanen en continenten, om vulkanisme, aardbevingen en gebergtevorming en bepaalde klimaatsveranderingen te verklaren. Aardrijkskundige gegevens in verband met de geofysische opbouw van de aarde, aan de hand van recente aardbevingen en vulkaanactiviteiten, kunnen opzoeken, ordenen en op een eenvoudige manier verwerken, gebruik makend van beschikbare, hedendaagse informatiebronnen en technieken Belangrijke geologische gebeurtenissen, klimaatsveranderingen en de biologische evolutie kunnen situeren op een geologische tijdsschaal. Deel 2: Geomorfologie Eenvoudige reliëfvormen op een samenhangende manier in verband kunnen brengen met lithologische kenmerken, geologische structuren en geomorfologische processen. Vereenvoudigde geologische kaarten en bodemkaarten kunnen lezen. 8 16 Thema III: Opbouw- en afbraakprocessen op aarde Uitwerken van een geologisch verschijnsel aan de hand van geologische kennis van de aarde 23 Geologische tijdsschaal van de aarde 9 24 Vorming van het reliëf door exogene processen op het aardoppervlak Uitgaande van kaarten van aardbeving en vulkaanhaarden tot een beeld van de opbouw van de aarde en de platentektonische bewegingen komen De belangrijkste plooiingsfasen, de belangrijkste fasen in de biologische evolutie en klimaatswijzigingen situeren op een geologische tijdsschaal Getuigenheuvels van de Vlaamse Ardennen/Cuestaland van Lotharingen bespreken Opzoeken van recente aardbevingen en/of vulkaanactiviteiten via (multi)media. Simulatiebeelden van platentektonische bewegingen tonen via Powerpoint presentatie. Fossielen en stenen tonen in de klas ter vorming van een geologisch tijdsbeeld. Verband tussen topografische en geologische kaartvoorstelling van eenzelfde streek. 27

7.4 Module: MAV G 042 - Aardrijkskunde 3 40 Lt Administratieve code 6657 7.4.1 Algemene doelstelling van de module De aardrijkskunde stelt zich volgende grote doelen. Kennis van plaatsen en gebieden om nationale en internationale gebeurtenissen in een geografisch kader te plaatsen om ruimtelijke relaties te begrijpen. Inzicht in de grote natuurlijke en sociaal-economische systemen van de aarde om de interacties binnen en tussen ecosystemen te verstaan. Kennis van en inzicht in de verscheidenheid in volken en gemeenschappen op aarde om de culturele rijkdom van de mensheid te waarderen. Kennis van en inzicht in de uitdagingen voor en de mogelijkheden van onderlinge afhankelijkheid in de wereld. Verbale, kwantitatieve en symbolische vormen van gegevens zoals beelden, kaarten, tekst, grafieken, tabellen, diagrammen gebruiken. Methoden als terreinobservaties, kartering, interviews, interpretatie van bronnen en het gebruik van statistiek hanteren. Communicatieve, praktische, sociale en denkvaardigheden toepassen om geografische onderwerpen te onderzoeken op verschillende ruimtelijke schaalniveaus en de resultaten daarvan te presenteren. Interesse tonen voor de ruimtelijke verscheidenheid van natuurlijke en menselijke verschijnselen op aarde. 7.4.2 Beginsituatie Van de cursisten wordt verwacht dat zij de eindtermen voor de tweede graad voor het vak beheersen. 28

7.4.3 Leerplandoelstellingen en leerinhouden Deel 1: Bevolkingstoestand Doelstellingen ET Inhoud Voorbeeld Didactische wenken Productie en consumptie van voedsel en hulpbronnen in relatie kunnen brengen met demografische evolutie en welvaartsniveau in het kader van een duurzame ontwikkeling. Zowel verschuivingen van industrie of tertiaire activiteiten als demografische migraties met voorbeelden kunnen illustreren en dit in verband brengen met sociaal-economische of politieke factoren. Bereid zijn om lokale samenlevingsproblemen in een globale context te plaatsen. Deel 2:Voedsel, energie en grondstoffen Productie en consumptie van voedsel en hulpbronnen in relatie kunnen brengen met demografische evolutie en welvaartsniveau in het kader van een duurzame ontwikkeling. Aardrijkskundige gegevens in verband met voedsel, energie kunnen opzoeken, ordenen en op een eenvoudige manier verwerken, gebruik makend van beschikbare, hedendaagse informatiebronnen en technieken. 10 11 29 10 16 Thema IV: Draagkracht van de aarde Bevolkingsspreiding, -evolutie en migratie in de wereld Energie-, grondstoffen en voedselvoorziening op wereldschaal en de beperktheid hiervan Hoge bevolkingsdichtheid in de Ganges monding Vergelijking van het bevolkingshistogram van België met dat van Kameroen Verhuis van West-Europese industrie naar Oost-Europa Economische vluchtelingen vanuit Afrika Politieke vluchtelingen vanuit Afghanistan Eindigheid van fossiele brandstoffen Voor- en nadelen van kernenergie Overbegrazing Ontbossing Krantenartikels over de bevolkingstoestand laten lezen. Oorzaken van de overbevolking in ontwikkelingslanden trachten te vinden. Gebruik van specifieke thematische atlaskaarten. Op het internet lopende projecten in Vlaanderen i.v.m. Duurzame energie laten opzoeken en samenvatten. Gebruik van dia s / transparanten ter illustratie van de verschillende energievormen op aarde en verband laten zoeken met de lokalisatie. 29

Doelstellingen ET Inhoud Voorbeeld Didactische wenken Productie en consumptie van voedsel en hulpbronnen in relatie kunnen brengen met demografische evolutie en welvaartsniveau in het kader van een duurzame ontwikkeling. Kritisch zijn tegenover aangeboden informatie zoals die m.b.t. ontwikkelings- en welvaartsproblemen. 10 27 Spanning tussen productie en verbruik van voedsel, energie en grondstoffen en de daaruit voortvloeiende problemen Melkpoederstromen Bananenoorlog Problematiek van de schuldenlast WHO / globalisering Rol van Oxfam Wereldhandelsspel. Bevrijdingsfilm (video) rond alfabetiseringsprojecten en/of sensibilisering van de vrouw in ontwikkelingslanden. Deel 3: Bedeigingen voor de draagkracht van de aarde De invloed van menselijke activiteiten op het milieu zoals: broeikaseffect, natuurrampen, zure regen, waterbeheersing, bodemdegradatie en verbetering met voorbeelden kunnen illustreren. Kritisch zijn tegenover aangeboden informatie zoals die m.b.t. ontwikkelings- en welvaartsproblemen. Bereid zijn om lokale samenlevingsproblemen in een globale context te plaatsen. Deel 1: Verstedelijking Het onderscheid tussen stad en platteland morfologisch en functioneel kunnen typeren en verklaren. De juiste kaartvoorstelling kunnen kiezen voor gebruik bij ruimtelijke planning en milieuonderzoek en beleid. Stad, platteland, verstedelijking en mobiliteit morfologisch en functioneel typeren en verklaren. 7 27 29 12 17 Nood aan duurzame ontwikkeling inzake milieu Kernafvalbeleid Thema V: Ruimtelijke planning en milieu Typologie van stad en platteland Spinnenwebpatroon versus dambordpatroon Studie van de stad Brussel en van een landelijke gemeente. Patroon van Brugge t.o.v. New York 12 Verstedelijkingsproces Studie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Sloppenwijken van Rio de Janeiro Krantenartikels i.v.m. zure regen, broeikaseffect, bodemdegradatie, olierampen, Analyse van de demografische cijfers aan de hand van bv. Atlaskaarten, NIS-tabellen en bevolkingsregisters. Gewestplannen opvragen bij de gemeente. Inktvlekpatroon via luchtfoto s demonstreren. 30

Doelstellingen ET Inhoud Voorbeeld Didactische wenken Actuele demografische migratie- en kunnen mobiliteitsstromen met voorbeelden illustreren en dit in verband brengen met sociaaleconomische of politieke factoren gericht op ruimtelijke planning en milieu. Deel 2: Ruimtelijke planning 11/12 Migratie en mobiliteit Lintbebouwing/files/criminaliteit Arbeidsmigraties Opvragen van gegevens in de eigen gemeente. 31

Doelstellingen ET Inhoud Voorbeeld Didactische wenken Een verscheidenheid van ruimtelijke wetenschappen in verband met ruimtelijke planning en milieuonderzoek kunnen verbinden met beroepen en onderzoeksdomeinen. Met een toepassing van GIS de betekenis ervan voor ruimtelijke planning en milieuonderzoek kunnen illustreren. Met voorbeelden het belang van instrumenten van ruimtelijke planning kunnen toelichten. Met voorbeelden de erfgoed- of natuurwaarde van landschapselementen uit het verleden kunnen omschrijven en hun belang aanduiden. Het belang kunnen duiden van natuurlijke en sociaal-economische componenten voor de ruimtelijke planning. 1 3 13 14 15 Ruimtelijke ordeningsplannen Natuurlijk + sociaal-economische component Landschapscomponenten+eigenheid van het landschap Infrastructuurcomponent Toekomst van Doel Industrieparken Landschapsverschraling Afnemende biodiversiteit Evolutie van het autoverkeer Cartografen/bioingenieurs/planologen/biologen/landschapsarchitecten GIS en het ecologisch waardevol gebied in RanstLlandschap in de Vlaamse Ardennen Case study van de eigen streek, hierbij gebruik makend van gegevens uit het GISbestand, gewestplannen en/of RUP. Voorstellen voor de aanleg van een KMOzone, recreatieterrein in eigen streek, in het kader van duurzame ontwikkeling. Excursie naar de Vlaamse Ardennen. Bouwaanvragen opvolgen. De juiste kaartvoorstelling kunnen kiezen voor gebruik bij ruimtelijke planning en milieuonderzoek en beleid. Voorstellen kunnen aanbrengen voor het ruimtegebruik in het kader van duurzame ontwikkeling. Mogelijkheden zien om op een positieve manier te participeren in beleidsbeslissingen inzake ruimtelijke ordening. Een landschap kunnen analyseren, de elementen ordenen tot een structuur en hieruit de eigenheid van het landschap bepalen. 17 26 28 25 32

Deel 3: Milieu Doelstellingen ET Inhoud Voorbeeld Didactische wenken Met voorbeelden het belang van instrumenten van milieubeleid kunnen toelichten. Kritisch zijn tegenover aangeboden informatie m.b.t. milieuproblemen. Mogelijkheden zien om op een positieve manier te participeren in beleidsbeslissingen inzake milieubeleid. Aandacht hebben voor de waarde van natuurlijke en culturele landschappen. 13 27 28 30 Milieubeleid MER/VEN/MAP Waterzuiveringsinstallaties Klassieke en alternatieve energiebronnen Kyotot-protocol Rij knotwilgen langs een beekje Excursie naar een waterzuiveringsstation. Debat over de zin of onzin van de Kyotonormen. Engagement voor een milieuraad op school. 33

8 Biologie 8.1 Algemeen In de derde graad wordt een fundamenteel onderscheid gemaakt tussen wetenschappen voor de basisvorming en wetenschappen voor het fundamenteel gedeelte. In de basisvorming worden de conceptuele grondslagen, die in de tweede graad werden gelegd, uitgebouwd met een accent op de persoonsvormende en maatschappelijke functie van het wetenschapsonderwijs. Voor de biologie betekent dit een verschuiving van biowetenschappelijk naar biomaatschappelijk onderwijs. Het wordt immers steeds duidelijker dat wetenschappelijke en technologische vooruitgang niet garant staan voor een duurzame en gezonde samenleving. Een mentaliteitsverandering moet zorgen voor een voorzichtig gebruik van deze wetenschappelijke en technologische kennis. Deze mentaliteitsverandering kan mee bewerkstelligd worden door het biologieonderwijs. Een biomaatschappelijk biologieonderwijs vormt een verantwoord kader voor het aanleren van essentiële begrippen en concepten; het verhoogt eveneens de intrinsieke motivatie en interesse van de leerlingen. 8.1.1 Algemene eindtermen biologie Algemene eindtermen zijn vakgebonden eindtermen die niet aan een welbepaalde vakinhoud zijn gebonden. De cursisten kunnen B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7 B8 kenmerken van een gezonde levenswijze verklaren. illustreren dat biologisch verantwoord handelen noodzakelijk is voor het individu. een kritisch oordeel formuleren over de wisselwerking tussen biologische en maatschappelijke ontwikkelingen. macroscopische en microscopische observaties verrichten in het kader van experimenteel biologisch onderzoek. biologische verbanden in schema s of andere ordeningsmiddelen weergeven. informatie op gedrukte en elektronische dragers opzoeken, raadplegen en zelfstandig verwerken. studie- en beroepsmogelijkheden opnoemen waarvoor biologische kennis noodzakelijk is. de cursisten hebben aandacht voor de eigen gezondheid en die van anderen. 8.1.2 Minimale materiële vereisten De leraar kan beschikken over een werktafel met water- en energievoorzieningen om demonstratieproeven te kunnen uitvoeren. Bij voorkeur beschikt het lokaal over projectiemateriaal en is er mogelijkheid tot verduistering. Er is voldoende basismateriaal en specifiek materiaal voor het uitvoeren van demonstratieproeven. Bij voorkeur is er eveneens een minimum aan materiaal om een aantal experimenten te laten uitvoeren door de cursisten. 8.1.3 Evaluatie Bij de aanvang van de module wordt aan de cursisten meegedeeld hoe de evaluatie verloopt, hoe rekening gehouden wordt met dagelijks werk en/of zelfstandig werk en/of praktische proeven. Bij de evaluatie wordt rekening gehouden met alle eindtermen die van toepassing zijn voor het vak: de gemeenschappelijke, de algemene en de vakspecifieke eindtermen. Geregeld worden opdrachten gegeven die door de cursisten individueel of gezamenlijk zelfstandig worden uitgevoerd en wordt mondeling of schriftelijk getoetst over kleinere of grotere leerstofgehelen. Er wordt voldoende gevarieerd in de gebruikte middelen. Deze permanente evaluatie laat toe om te peilen naar de vorderingen op het vlak van kennis, vaardigheden en attitudes. De permanente evaluatie is voornamelijk een opvolging van het onderwijsleerproces en dient vanuit een remediërende functie benaderd te worden. Op het einde van de module wordt mondeling of schriftelijk getoetst over het geheel van de module. Een voldoende evenwicht tussen de verschillende leerinhouden van de module wordt nagestreefd. Deze evaluatie is voornamelijk een productevaluatie, waarbij men eveneens peilt naar kennis, vaardigheden en attitudes. 34

8.2 Module MAV G O53 Biologie 60 Lt Admiinistratieve code: 6668 8.2.1 Beginsituatie Van de cursisten wordt verwacht dat zij de eindtermen voor de tweede graad voor het vak beheersen. 8.2.2 Eindtermen De gemeenschappelijke, algemene en vakinhoudelijke eindtermen worden gerealiseerd in leersituaties die op een evenwichtige wijze steunen op de pijlers van biologie als wetenschap, als maatschappelijk verschijnsel en als toegepaste en praktische wetenschap. De cel De cursisten kunnen B 9 B 10 B 11 B 12 B 13 Voortplanting De cursisten kunnen Genetica B 14 B 15 B 16 B 17 De cursisten kunnen B 18 B 19 celorganellen, zowel op lichtmicroscopisch als op elektronenmicroscopisch niveau, benoemen en functies ervan aangeven. met behulp van eenvoudige voorstellingen de bouw van sachariden, lipiden, proteïnen, nucleïnezuren, mineralen en water verduidelijken, en hun belang voor de celstructuur en het celmetabolisme aan de hand van een voorbeeld toelichten. verschilpunten tussen mitose en meiose opsommen en het belang van beide soorten delingen aantonen. in een celcyclus de DNA-replicatie situeren en het verloop ervan uitleggen. de eiwitsynthese beschrijven. primaire en secundaire geslachtskenmerken bij man en vrouw beschrijven en hun biologische betekenis toelichten. de rol van geslachtshormonen bij de menstruatiecyclus en bij de gametogenese toelichten. methoden van regeling van de vruchtbaarheid beschrijven en hun betrouwbaarheid bespreken. het verloop van de bevruchting, de ontwikkeling van de vrucht en de geboorte beschrijven en de invloed van externe factoren op de ontwikkeling bespreken. de wetten van Mendel toepassen op voorbeelden, ook bij de mens. overkruising, geslachtsgebonden genen, gekoppelde genen en genenkaarten aan de hand van voorbeelden toelichten. 35

Evolutie B 20 B 21 implicaties van verschillende types mutaties toelichten aan de hand van voorbeelden bij de mens. aan de hand van een voorbeeld uitleggen dat de mens door ingrijpen op niveau van het DNA genetische eigenschappen kan wijzigen. De kunnen B 22 B 23 B 24 aanwijzingen voor biologische evolutie formuleren. uitleggen hoe, volgens hedendaagse opvattingen over evolutie, nieuwe soorten ontstaan. de biologische evolutie van de mens toelichten. 8.2.3 Leerplandoelen, inhouden en methodologische wenken Leerplandoelstellingen BC Leerinhouden Pedagogisch-didactische wenken met inbegrip van eindtermen (ET), specifieke eindtermen (SET), basiscompetenties (BC), uitbreidingsdoelstellingen (steeds in cursief!), sleutelvaardigheden (SV) SV (S)ET Celorganellen, zowel op lichtmicroscopisch als op elektronenmicroscopisch niveau, kunnen benoemen en functies ervan aangeven. B 9 De cel De bespreking van de licht- en van de elektronenmicroscopische bouw van de cel nodigt uiteraard uit tot het intensief gebruik van dito fotografische opnames. Voor klassikaal gebruik kunnen goede projecties worden bekomen met een diaprojector, met een episcoop en microscopiefoto's in een platenatlas, met kleurentransparanten uit de didactische vakhandel, van ICT-dragers of van het internet. Eventueel kunnen de cursisten zelf eenvoudige lichtmicroscopische preparaten maken en er tekeningen van maken waarop zij de verschillende onderdelen benoemen. 36

Leerplandoelstellingen BC Leerinhouden Pedagogisch-didactische wenken met inbegrip van eindtermen (ET), specifieke eindtermen (SET), basiscompetenties (BC), uitbreidingsdoelstellingen (steeds in cursief!), sleutelvaardigheden (SV) SV (S)ET Met behulp van eenvoudige voorstellingen de bouw van sachariden, lipiden, proteïnen, nucleïnezuren, mineralen en water kunnen verduidelijken, en hun belang voor de celstructuur en het celmetabolisme aan de hand van een voorbeeld toelichten. B10 Voor de visualisering van de bouw van de biologische macromoleculen kunnen didactische computerprogramma s worden gebruikt. Het verband tussen de bouw van de macromoleculen en de celstructuur kan uitstekend worden gevisualiseerd met de celmembraan. Het verband met het celmetabolisme kan goed worden gelegd aan de hand van de celademhaling. De bouw en de functies van de organische en anorganische stoffen in een cel en in een organisme kunnen worden gekoppeld aan beschouwingen over een gezond voedingspatroon en een gezonde levenswijze. De zin en onzin van allerlei diëten en voedingssupplementen kan hierbij worden betrokken. Verschilpunten tussen mitose en meiose kunnen opsommen en het belang van beide soorten delingen aantonen. B11 Het is minder van belang van zich te verdiepen in de details van het verloop van de mitose en de meiose. De nadruk zal eerder liggen op de overeenkomsten en de verschillen tijdens en na het celdelingsproces, waarbij met name het gedrag van de chromosomen aandacht verdient. Vervolgens kan het verband worden gelegd met het verschil in functie van beide celdelingen. De relatie kan worden gelegd tussen de ontsporing van de celcyclus en het ontstaan van tumoren. In een celcyclus de DNA-replicatie kunnen situeren en het verloop ervan uitleggen. B12 Het werkt zeer verhelderend wanneer het verband wordt gelegd tussen de verdubbeling van het DNA en van het chromatidenaantal bij de DNA-replicatie enerzijds en de lichtmicroscopische waarnemingen bij de mitose anderzijds. 37