Levensloopreglement. NUOVO, Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Utrecht. Inleiding



Vergelijkbare documenten
LEVENSLOOPREGLEMENT Stichting Samenwerking Voortgezet Onderwijs in de regio Steenwijk, Weststellingwerf en Westerveld ( SVO Wolvega/Steenwijk)

Levensloopreglement Stichting OSG Hengelo

PREAMBULE LEVENSLOOPREGLEMENT CVO

BIJLAGE 3B. LEVENSLOOPREGELING STICHTING SROL

CAO: de collectieve arbeidsovereenkomst voor het Primair Onderwijs (PO)

Levensloopregeling HBO

Stichting Scholengroep Spinoza. LEVENSLOOPREGLEMENT (Goedgekeurd door de GMR ) Artikel 1 Definities. In deze regeling wordt verstaan onder:

provinciaal blad V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 3332

Levensloopverzekering

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 842 LEVENSLOOPREGELING PROVINCIES. Hoofdstuk 1 Algemeen

Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent levensloopregeling (Levensloopregeling provincies)

Levensloopreglement TiU

PROVINCIAAL BLAD. Gebaseerd op artikel 5.14 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies 2018

LEVENSLOOPREGELING RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Deel 3: overgangsrecht

PROVINCIAAL BLAD. Nr Levensloopregeling provincies. Hoofdstuk 1 Algemeen

PROVINCIAAL BLAD. Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland houdende regels omtrent levensloop Levensloopregeling provincies

Formulier 4: Melding opnemen levenslooptegoed (artikel 6a:9 CAR/UWO)

KENMERK: CVB 2006/1657. LEVENSLOOPREGELING TU/e

PROVINCIAAL BLAD JAARGANG: 2014

HOOFDSTUK 3 VOORWERP VAN DE BELASTING (HOOFDSTUK II VAN DE WET)

Artikel 1 Definities 1. Bronnen: door werkgever geselecteerde arbeidsvoorwaarden die de Deelnemer ten behoeve van het Levenslooptegoed kan inzetten.

Levensloopregeling zoals opgenomen in de arbeidsvoorwaardenregeling t/m 30 september 2015

Levensloopregeling Technische Universiteit Delft

AANVRAAGFORMULIER VOOR DEELNAME AAN DE LEVENSLOOPREGELING PROVINCIES. Achternaam:. Voorletters:.. Geboortedatum: Sofi-nummer:...Telefoon werk:.

Overwegende dat de provincie Utrecht de afspraken voortvloeiende uit de CAO 2005/2007 overneemt;

Voorbeeldreglement levensloop

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2006/12

Provinciaal blad van Noord-Brabant

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2006/75

SRA-Praktijkhandreiking

Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden Informatie voor werknemers

Levensloopregeling provincies

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2013/51

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

MARZ/CvA/U Lbr 06/86

Het spaargeld uit de levensloopregeling kunt u gebruiken om de periode van onbetaald verlof te financieren.

PROVINCIAAL BLAD. B. Artikel D.17 wordt als volgt gewijzigd: 1. Aan het vierde lid wordt een tweede volzin toegevoegd, luidende:

PROVINCIAAL BLAD JAARGANG: 2014 NR: 017

Aanpassing van de CAO Energie als gevolg van de invoering van het Benefit Budget

Levensloopregeling Informatie voor werknemers

Levensloopregeling. Spaar voor uw verlof

Levensloopregeling rijkspersoneel

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) b e s l u i t :

ABN AMRO. Kiezen tussen levensloopregeling en de spaarloonregeling. Alle informatie in één oogopslag. Mét fiscale spelregels.

De Minister van Veiligheid en Justitie, Gelet op artikel 47a van het Besluit algemene rechtspositie politie; Besluit

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Gelezen de circulaire van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden d.d. 22 november 2018, nr. TAZ/U

ABN AMRO. Kiezen tussen levensloopregeling en spaarloonregeling. Alle informatie in één oogopslag. Mét fiscale spelregels.

44. Doel 2. Contributie beroepsorganisaties

Centraal Overleg Arbeidsvoorwaarden Openbare Bibliotheken

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Centraal Beheer Levensloop Totaalpakket. Reglement voor werkgevers

Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding Gist-Brocades. VUT Reglement

De Levensloopregeling

STAATSCOURANT. Nr

De levensloopregeling, een lust of een last? Inleiding

REGLEMENT TIJDSPAARREGELING In de Metaal en Technische Bedrijfstakken

De levensloopregeling: nieuwe spaarvorm voor werknemer?

Levensloopregeling. Stappenplan

Levensloopregeling vanaf Opnemen of doorsparen?

B&W- Aanbiedingsformulier

Reglement. Compensatieregeling pensioen RTL Nederland

R E G L E M E N T voor P R E - P E N S I O E N. van Stichting Sportfondsen Pensioenfonds te Amsterdam

REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

Reglementnummer: Pagina 1 van 6. Werkgever: gevestigd te.

Reglement Versleepregeling

Gelet op en in aanvulling op hoofdstuk 5 van de CAO Nederlandse Universiteiten stelt de werkgever de navolgende regeling vast.

Ouderschapsverlof. 1 Officieel is de afdrachtvermindering betaald ouderschapsverlof voor de werkgever per 1 januari

TIJDELIJKE AANVULLINGSREGELING van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate. Per 1 januari 2006

Verordening spaarloonregeling

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2006/31

a. in te trekken de Spaarloonregeling, vastgesteld bij raadsbesluit van 18 oktober 2001; b. vast te stellen de navolgende Artikel 1

Deel 3: overgangsrecht

Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics

VERSTREKKINGENREGLEMENT REGELING MINDER WERKEN VOOR OUDERE WERKNEMERS IN DE SECTOR OPEN TEELTEN 2018

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

Uitvoeringsregeling werknemersspaarregelingen en winstdelingsregelingen

Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

REGLEMENT AANVULLEND ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN VAN STICHTING PENSIOENFONDS IMTECH

Levensloopregeling. De levensloopregeling kan worden gebruikt voor elke vorm van verlof, zoals:

Reglement Seniorenregeling Dierhouderij 2018

Deze spaarregeling heeft ten doel het verwerven van duurzaam bezit door de medewerkers door het sparen van loon in geblokkeerde vorm te bevorderen.

Reglement Vakantiefonds

gelet op de bereikte overeenstemming in de commissie voor Georganiseerd Overleg;

a. het fonds: de Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor het Schilders- en Onderhoudsbedrijf;

Werkgever: - de naamloze vennootschap Nederlands Omroepproduktie Bedrijf N.V. (NOB) te Hilversum; enerzijds;

Het Individueel Aanvullend Pensioen (IAP)

Levensloopregeling vanaf Opnemen of doorsparen?

Veel gestelde vragen en antwoorden over het Generatiepact Woondiensten

Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Sinds 1 januari 2013 mag uw werknemer bij een levenslooptegoed van of meer het levenslooptegoed ook opnemen voor andere doeleinden dan verlof.

Pensioenbijspaarreglement van Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

nummer 10 van 2006 Uitvoering CAO-provincies , deel 1

MeerKeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden MKA

REGLEMENT Aanvullende Verzekeringen bij Arbeidsongeschiktheid Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie (SAVAMITT-reglement)

Transcriptie:

NUOVO, Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Utrecht Inleiding Nuovo ziet in de levensloopregeling een manier waarop levensfasegericht personeelsbeleid vorm kan krijgen. De levensloopregeling maakt het mogelijk om verlof op te nemen. Tijdens dit verlof kan een werknemer vorm geven aan: - zijn/haar eigen (loopbaan-)ontwikkeling, - de zorgtaken die hij/zij wil uitoefen, - het plezier dat hij/zij in werken wil houden - te bereiken idealen - zijn /haar eigen leven. Hiermee kan hij/zij een bijdrage leveren aan zijn eigen duurzame en optimale inzetbaarheid. Om die reden willen we dan ook betere voorwaarden scheppen in ons levensloopreglement dan landelijk is overeengekomen. We willen de mogelijkheden tot het opnemen van verlof verruimen (van maximaal een half jaar tot een jaar) en we willen het opnemen van het verlof ook financieel ondersteunen door het werkgeversdeel van de pensioenpremie tijdens het verlof door te betalen. De bedragen die ermee gemoeid zijn, zullen onttrokken worden aan het budget dat jaarlijks beschikbaar is voor levensfasegericht personeelsbeleid. Ten aanzien van de termijn waarop opname van het verlof opgenomen kan worden, willen we scherpere eisen stellen omdat hij tegenwoordig niet altijd even makkelijk is om vervangend personeel te vinden. Levensloopreglement Artikel 1 Definities In deze regeling wordt verstaan onder: 1. CAO: de collectieve arbeidsovereenkomst van Voortgezet Oonderwijs 2. Werkgever: Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Utrecht 3. Werknemer: Personen die een dienstverband hebben bij Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Utrecht. 4. Deelnemer: de werknemer die aan de levensloopregeling deelneemt. 5. Levensloopregeling: Een door Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Utrecht gefaciliteerde regeling met als doel het treffen van een voorziening in geld uitsluitend voor het opnemen van een periode van onbetaald verlof. 6. Levensloopinstelling: Een door de werknemer gekozen kredietinstelling of verzekeraar als bedoeld in artikel 19g, derde lid van de Wet op de Loonbelasting 1964. 7. Levenslooprekening: Een geblokkeerde rekening op naam van de werknemer bij een levensloopinstelling waar een levenslooptegoed wordt opgebouwd. NUOVO, levensloopreglement, geldig vanaf 1 januari 2006 versie 1 1

8. Levensloopverzekering: Een verzekering op naam van de werknemer bij een levensloopinstelling waar een levenslooptegoed wordt opgebouwd. 9. Levenslooptegoed: De in een levensloopregeling opgebouwde voorziening in geld, vermeerderd met de daarop gekweekte inkomsten en de daarmee behaalde rendementen, waarover mag worden beschikt ten behoeve van levenslooploon tijdens onbetaald verlof. 10. Levenslooploon: Het loon afkomstig uit het levenslooptegoed dat via de werkgever aan de deelnemer op diens verzoek tijdens onbetaald verlof wordt uitgekeerd. 11. Jaarinkomen: Het jaarinkomen dat als norm dient voor het levenslooptegoed, zijnde 12 maal het maand-/schaalsalaris vermeerderd met de vakantie-uitkering, de structurele eindejaarsuitkering, eventueel de specifieke eindejaarsuitkering voor OOP/personeel en andere in de betreffende cao vastgelegde structurele inkomenscomponenten (uitlooptoeslag, bindingstoelage, etc.). Artikel 2 Doel en Werkingssfeer Doel Deze levensloopregeling heeft ten doel het treffen van een geldelijke voorziening uitsluitend ten behoeve van het opnemen van een periode van (gedeeltelijk) onbetaald verlof. De levensloopregeling staat per 1 januari 2006 open voor alle werknemers die een dienstverband met Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Utrecht hebben. Artikel 3 Aanvraag opbouw levenslooptegoed 1. De werknemer kan éénmaal per jaar een aanvraag indienen. 2. De per kalenderjaar te sparen voorziening in geld bedraagt ten hoogste 12 procent van het jaarinkomen van dat jaar. 3. Het in het tweede lid bedoelde maximumpercentage geldt niet voor de werknemer die is geboren tussen 1 januari 1950 en 1 januari 1955. Artikel 4 Procedurele afspraken omtrent levensloopinleg 1. De in artikel 3 genoemde aanvraag moet elk jaar opnieuw worden ingediend en dient de volgende gegevens te bevatten: a. de levensloopinstelling; b. het nummer van de levenslooprekening of het (polis)nummer van de levensloopverzekering; c. welke bedrag wordt ingelegd; d. of vorengenoemd bedrag eenmalig, en in welke maand, dan wel maandelijks moet worden ingelegd; e. de begin en einddatum van de inlegperiode indien gekozen is voor de maandelijkse inleg, f. een verklaring van de deelnemer waaruit blijkt: i. dat hij bekend is met de inhoud van deze Levensloopregeling; NUOVO, levensloopreglement, geldig vanaf 1 januari 2006 versie 1 2

ii. of hij in een of meer inmiddels beëindigde dienstbetrekkingen een levenslooptegoed heeft opgebouwd en wat de omvang daarvan is op 1 januari van het kalenderjaar van de ondertekening van deze verklaring; iii. dat hij geen voorziening ingevolge deze regeling opbouwt in het kalenderjaar waarin hij bij een inhoudingsplichtige loon spaart ingevolge een spaarloonregeling als bedoeld in artikel 32 van de Wet op de loonbelasting 1964; iv. dat hij ermee instemt dat zijn hele of gedeeltelijke levenslooptegoed aan de werkgever wordt uitgekeerd in situaties als bedoeld in de artikelen 5 lid 7 en 6 lid 3 van deze regeling; v. dat hij ermee instemt dat de levensloopinstelling aan de werkgever informatie over de omvang van het levenslooptegoed verstrekt. 2. Indien het een eerste aanvraag betreft dan gaat deze vergezeld van een verklaring van de levensloopinstelling waaruit blijkt dat deze instelling: a. ten aanzien van de levenslooprekening of de levensloopverzekering conform het gestelde in deze regeling en de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 zal handelen; b. de levensloopinstelling aan de werkgever aan het begin van elk kalenderjaar een opgave zal verstrekken van het levenslooptegoed op 1 januari van dat jaar. 3. Indien in één of meer inmiddels beëindigde dienstbetrekkingen een levenslooptegoed is opgebouwd: een verklaring van de levensloopinstelling waar dat tegoed is opgebouwd, waarin wordt aangegeven hoeveel kalenderjaren de deelnemer heeft gespaard, in welke kalenderjaren en tot welke bedragen in die jaren een voorziening in geld ten behoeve van levensloopverlof is uitgekeerd, het saldo aan nog op te nemen levensloopheffingskorting en het saldo aan opgebouwde levenslooptegoed op 1 januari van het lopende kalenderjaar. 4. De aanvraag als bedoeld in artikel 3 wordt tenminste twee kalendermaanden voorafgaand aan de maand waarin de eerste levensloopinleg moet plaatsvinden, ingediend. Artikel 5 Specifieke bepalingen omtrent levensloopinleg 1. De werkgever kent op basis van de hem bekende gegevens binnen 30 kalenderdagen na datum van indiening de in artikel 3 bedoelde aanvraag toe, tenzij het levenslooptegoed, vermeerderd met het levenslooptegoed uit een of meer inmiddels beëindigde dienstbetrekkingen op 1 januari gelijk is aan of meer bedraagt dan 2,1 maal het jaarinkomen over het voorafgaande kalenderjaar. De werknemer geeft aan uit welke bronnen dit levenslooptegoed betaald moet worden. 2. Voor de toepassing van het eerste lid mag een salarisvermindering buiten beschouwing blijven, voor zover deze het gevolg is van het aanvaarden van een deeltijdfunctie of een lager gekwalificeerde functie in de periode die aanvangt tien jaar direct voorafgaand aan de in het pensioenreglement van de stichting pensioenfonds ABP vastgestelde ingangsdatum van het pensioen, mits de omvang van het dienstverband in geval van het aanvaarden van een deeltijdfunctie niet lager is dan 50% van de omvang van het oorspronkelijke dienstverband. 3. a. De deelnemer kan een schriftelijk verzoek doen, met redenen omkleed tot wijziging van de aanvraag als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder a t/m f. De werkgever kent dit verzoek toe. NUOVO, levensloopreglement, geldig vanaf 1 januari 2006 versie 1 3

3.b. De deelnemer kan ten allen tijde verzoeken om de inhoudingen en stortingen te beëindigen op de eerstvolgende inlegdatum als bedoeld onder artikel 4 lid 1 onder d die volgt op de datum van zijn verzoek. 4. De inleg als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder d wordt door de werkgever gestort op de levensloopregeling dan wel overgemaakt als premie voor de levensloopverzekering 5. De inleg als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder d wordt door de werkgever gestort op de levenslooprekening dan wel overgemaakt als premie voor de levensloopverzekering, zoveel mogelijk in de maand die door de deelnemer in artikel 4 lid 1 onder d. is aangegeven. 6. Het is de deelnemer niet toegestaan gelden rechtstreeks op zijn levenslooprekening of levensloopverzekering te storten of te doen storten. 7. Indien in een kalenderjaar het geld dat gedurende dat kalenderjaar is ingelegd meer bedraagt dan 12 procent van het jaarinkomen, wordt het bovenmatige gedeelte door de levensloopinstelling aan de werkgever uitgekeerd en vervolgens door de werkgever als salaris aan de deelnemer uitgekeerd. Artikel 5a : Bronnen Ten behoeve van de opbouw van het levenslooptegoed kan de werknemer de volgende geldbronnen inzetten: 1. Brutoloon werknemer (salaris en/of variabele beloning): het deel van het vaste salaris boven het wettelijk minimum loon; 2. Vakantietoeslag: het deel van de vakantietoeslag boven de wettelijke minimumvakantietoeslag; 3. Structurele eindejaarsuitkering (SEJU); 4. Eindejaarsuitkering OOP/OBP. Artikel 6 Het levenslooptegoed 1. Over het levenslooptegoed wordt uitsluitend beschikt: a. ten behoeve van de uitbetaling van levenslooploon, b. ten behoeve van het levenslooptegoed in een aanspraak als bedoeld in artikel 16.6 van het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP, mits na de omzetting de aanspraak nog blijft binnen de in of krachtens hoofdstuk IIB van de Wet op de loonbelasting 1964 gestelde grenzen. 2. Het levenslooptegoed mag op geen enkele wijze worden afgekocht, vervreemd, prijsgegeven dan wel formeel of feitelijk als voorwerp van zekerheid anders dan ten behoeve van de in artikel 61k van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 bedoelde verpanding worden aangeboden. 3. In afwijking van het tweede lid mag het levenslooptegoed wel worden afgekocht bij beëindiging van de dienstbetrekking, voor zover de levensloopregeling die de deelnemer heeft afgesloten bij de levensloopinstelling daar in voorziet. 4. In aanvulling op lid 3 geldt dat als de levensloopregeling van de levensloopinstelling voorziet in de mogelijkheid van afkoop bij beëindiging van de dienstbetrekking, de deelnemer het afgekochte levenslooptegoed fiscaal neutraal mag overboeken naar een opgrond van deze regeling geopende levenslooprekening of levensloopverzekering. NUOVO, levensloopreglement, geldig vanaf 1 januari 2006 versie 1 4

Artikel 7 Procedurele afspraken omtrent levensloopopname 1. De deelnemer heeft in beginsel recht op opname van het levenslooptegoed in de vorm van verlof. 2. a. Het voornemen om verlof op te nemen dient bij een verlof van 3 maanden of korter tenminste twee maanden van tevoren en bij een verlof van langer dan drie maanden minimaal 3 maanden van te voren schriftelijk bij de werkgever kenbaar te worden gemaakt; Indien de deelnemer (een gedeelte van) het levenslooptegoed wil opnemen, doet hij daartoe een schriftelijk verzoek aan de werkgever. Het verzoek vermeldt de duur van het verlof en de hoogte van de op te nemen gelden. 2.b. in afwijking van het gestelde in lid a geldt voor de verlofsoorten opgenomen in combinatie met (on)betaald ouderschapsverlof en zorgverlof wat hierover van toepassing is in de Wet Arbeid en Zorg en in de CAO VO is bepaald. 3. Ingeval de werkgever niet instemt met de verlofaanvraag, deelt de werkgever dat schriftelijk en gemotiveerd binnen 2 weken na ontvangst van het verzoek mee. Er wordt dan in onderling overleg naar een alternatief gezocht. 4. De periode van verlof duurt tenminste één maand en maximaal een jaar. Uitgezonderd op dit lid is verlof als bedoeld onder lid 2b dan wel verlof direct voorafgaand en aansluitend aan de pensioendatum. 5. Een eenmaal toegezegd levensloopverlof kan slechts met instemming van zowel werkgever als werknemer ongedaan of gewijzigd worden. 6. In onderling overleg kunnen werkgever en deelnemer van dit artikel afwijkende afspraken maken. 7. Het bedrag van de opname mag tezamen met een eventuele gedeeltelijke loondoorbetaling door de werkgever, niet hoger zijn dan het bruto loon dat de deelnemer genoot direct voorafgaand aan de verlofperiode. 8. Deelnemer en de werkgever gezamenlijk dienen een schriftelijk verzoek in aan de instelling waar het levenslooptegoed wordt aangehouden om het gewenste bedrag over te maken op een rekening van de werkgever. 9. Het opnemen van verlof langer dan drie maanden kan tijdelijk of langdurige gevolgen hebben voor de inzet van het personeelslid op taken en / of klassen. De mogelijke gevolgen worden door directie en personeelslid met elkaar besproken en eventueel ook vastgelegd. Artikel 8 Gevolgen voor arbeidsvoorwaarden deelnemer 1. Pensioenregeling a. Tijdens de periode dat de deelnemer spaart voor zijn levenslooptegoed wordt over zijn gehele brutoloon op de gebruikelijke wijze door de werkgever en de deelnemer bijgedragen aan de kosten van de pensioenopbouw. b. De deelnemer blijft gedurende de voltijd/deeltijd verlofperiode deelnemer bij het ABP waarbij de verlofperiode geldt als diensttijd voor de pensioenopbouw. c. Tijdens de voltijd/deeltijdperiode verlofperiode betaalt de deelnemer alleen het werknemersdeel van de pensioenpremie. De werkgever betaalt het werkgeversdeel van de pensioenpremie tijdens de opname van het verlof. NUOVO, levensloopreglement, geldig vanaf 1 januari 2006 versie 1 5

2. Ten aanzien van aanwezigheid gerelateerde (on)kostenvergoedingen, zoals tegemoetkoming woon-werkverkeer, reiskostenvergoedingen, en incidentele toeslagen worden tijdens de (deeltijd)verlofperiode dezelfde regels toegepast als bij (langdurige) arbeidsongeschiktheid. Betaling zal worden gestopt/aangepast wanneer de (deeltijd) verlofperiode meer dan 30 werkdagen bedraagt. 3. Over de opgenomen uren levensloopverlof heeft geen opbouw van vakantie, vakantieuitkering en eindejaarsuitkering plaats. Een vakantie-uitkering en eindejaarsuitkering kunnen op verzoek wel uitgekeerd worden uit het levenslooptegoed voorzover daarmee de maximale grens van de verlofuitkering uit artikel 7.6 niet overschreden wordt. 4. Over de opgenomen verlofuren worden geen aanwezigheidsgerelateerde toelagen betaald, zoals de toelage in verband met onregelmatige dienst en de waarnemingstoelage. 5. De deelnemer is gedurende de verlofperiode verzekerd krachtens de werknemersverzekeringen (ZW, WIA, WW), krachtens de Wet onbetaald verlof en sociale verzekeringen. 6. Gedurende de levensloopverlofperiode behoudt de deelnemer zijn aanspraak op de inkomensafhankelijke werkgeversbijdrage in de zorgverzekeringspremie. Artikel 9: Opname van levenslooptegoed bij pensionering en uitkering bij overlijden 1. Indien het levenslooptegoed nog niet (volledig) is opgenomen op het moment dat de deelnemer met pensioen gaat, wordt het tegoed op dat moment aan de deelnemer uitgekeerd en belast als loon uit vroegere dienstbetrekking. 2. Ingeval van overlijden van de deelnemer zal de aanspraak als loon uit vroegere dienstbetrekking van de werknemer ter beschikking worden gesteld aan de erfgenamen. Dit wordt gedaan in overeenstemming met de afspraken die daarover gemaakt zijn met de levensloopinstelling. Artikel 10: Slotbepalingen en inwerkingtreding 1. Vanaf het moment dat de Belastingdienst de fiscale grenzen voor de levensloopregeling aanpast, wordt deze regeling geacht overeenkomstig te zijn aangepast. 2. De werkgever behoudt zich het recht voor dit levensloopreglement eenzijdig te wijzigen indien hij daarbij een zodanig zwaarwichtig belang heeft dat het belang van de werknemer dat door de wijziging zou worden geschaad, daardoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken. 3. In alle gevallen, waarin dit reglement niet voorziet, beslist de werkgever. 4. Deze levensloopregeling treedt in werking op 1 januari 2006. NUOVO, levensloopreglement, geldig vanaf 1 januari 2006 versie 1 6