ADVIES BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. Datum B&W-vergadering : 12-5-2009 Openbaar Onderwerp : Aanpak Multi Probleemgezinnen in Zaanstreek-Waterland



Vergelijkbare documenten
ADVIES BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. Datum B&W-vergadering : Openbaar Onderwerp :

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving

Aanpak: Frontlineteam. Beschrijving

Aanpak: Signalerings- en vangnetfunctie. Beschrijving

Aanpak: GRIP-aanpak. Beschrijving

Aanpak: 1 Gezin 1 Plan Nieuw Den Helder. Beschrijving

Aanpak: Multiprobleemgezinnen. Beschrijving

Uitkomsten toezichtonderzoek Gouda

ADVIES BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. Datum B&W-vergadering : Openbaar Onderwerp : Beleidskader Sociaal Domein

Aanpak: Praktische gezinsondersteuning. Beschrijving

Besluitvorming aan de Raad Formele advisering van de Raad. Conform advies Aanhouden Anders, nl. Collegevoorstel Advies: Openbaar

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Uitkomsten toezichtonderzoek Spijkenisse

Aanpak: CJG-aanpak. Beschrijving

BESLUITEN. B&W-nr.: d.d Pilot Jeugdpreventieteam

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving

Ervaringen van een RAAK-regio

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Venlo

Aanpak: WIJ Eindhoven. Beschrijving

Aan de gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de raad,

Uitkomsten toezichtonderzoek Haarlemmermeer

Analyse van de samenwerking tussen BJAA en Vangnet Jeugd

Evaluatie convenanten met gemeenten inzake aansluiting jeugdzorg en jeugdbeleid

Uitkomsten toezichtonderzoek Deventer

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Evaluatie sociaal gebiedsteam juli 2015

INFORMATIE VERWIJSINDEX RISICOJONGEREN. Dit memo bevat inhoudelijke informatie. De procesaanpak wordt toegelicht in de presentatie

Plan van aanpak naar aanleiding van het Rapport. De kwaliteit van Stichting Veilig Thuis Noord Oost Gelderland Stap 2

Taak- Functieomschrijving Aandachtsfunctionaris Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

Aanpak: Bijzondere doelgroepen. Beschrijving

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving

Beleid en implementatie aanpak ouderenmishandeling.

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Bergen op Zoom

Hierbij zenden wij u het antwoord op de door u gestelde vragen op grond van artikel 32 reglement van orde van de gemeenteraad.

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving

Het organiseren van een Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK)

DIRECT, DICHTBIJ EN DOELTREFFEND

de jeugd is onze toekomst

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Almere

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams

Aanpak: Gezinsmanagement/WIG. Beschrijving

Uitkomsten toezichtonderzoek Delft

Aanpak: Integrale Aanpak. Beschrijving

Aan de raad van de gemeente Wormerland

Toelichting BenW-adviesnota

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Autisme Netwerk Zaanstreek-Waterland 25 september 2018 [1]

Zorgcoördinatie door de Jeugdgezondheidszorg. Paul van der Velpen Directeur GGD Hart voor Brabant

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL Fiselier, Kristel SAM-MO Janneke Oude Alink. Samenwerken aan Jeugdzorg in Twente

Aanpak: OGGz. Beschrijving

Regie binnen het Sociale Domein (30 januari 2017)

Samenwerkingsafspraken crisisinterventie Jeugd in de Gelderse jeugdhulpregio s

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Zorg- en Veiligheidshuis Midden - Brabant

Stappenplan Casuscoördinatie en Casusautoriteit

Samenwerking Bureau jeugdzorg Stadsregio Rotterdam en de William Schrikker Groep na 2015

Taak-functieomschrijving Aandachtsfunctionaris Huiselijk geweld en Kindermishandeling

Raadsvergadering, 29 januari Voorstel aan de Raad

Roadmap uitrol CJG Meppel Kostenindicatie jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Funding via: Prio

Convenant Integrale Aanpak Huiselijk Geweld Den Haag

- Gezamenlijke visie - Algemeen of specifiek - Doelstelling vastgelegd - Doel SMART geformuleerd

Oplegger bij onderzoek dienstverlening MaDi Zuidoost en Diemen 1 Op uw verzoek ontvangt u het onderzoeksrapport van BMC over de dienstverlening van

Zorg- en Veiligheidshuis Midden - Brabant

Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld

Centrum voor Jeugd en Gezin. Bouwstenen voor de groei

Aanmeldformulier vrij toegankelijke jeugdzorg

Convenant Centrum voor Jeugd en Gezin. NWN gemeenten

JAARVERSLAG ozjt/samen 14 TwenTse samenwerking op het gebied van zorg en jeugdhulp. Bijeenkomsten & mijlpalen in 2015

De Inspecties stellen dat VTRR aan 18 van de 24 verwachtingen van het toetsingskader voldoet.

Regie binnen het Sociale Domein

Raadsinformatiebrief GEMEENTEBESTUUR. 21 juli Zorg en Welzijn. Informatie voor de raad (voor kennisgeving)

Besluit college van Burgemeester en Wethouders

Uitkomsten toezichtonderzoek Hengelo

Werkwijze & doelgroepen van Gecertificeerde Instellingen (GI s) Regio Amsterdam-Amstelland & Zaanstreek-Waterland Versie december 2017

KWALITEITSKADER VEILIG THUIS ONDERDEEL: ZICHT OP VEILIGHEID

Plan van aanpak Centrum Jeugd en Gezin BMWE-gemeenten Februari 2010

Eerder en Dichtbij. Projectplan

Werken met. ESAR werkt! Werken met ESAR werkt! betere en snellere hulp

Samen zorgen voor de jeugd.

Aard voorstel: Strategisch > Politiek gevoelig Regelgeving Risico s:

gfedcb Besluitenlijst d.d. d.d.

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Voorstel aan : Gemeenteraad van 26 januari 2009 Door tussenkomst. Nummer : Onderwerp : Startnotitie Centrum Jeugd en Gezin Bijlage(n) : 1

Decentralisatie Jeugdzorg. Regionale Visie. en Stappenplan

Versie 14 november 2017 DB 2017/107 bijlage 8. Dienstverleningshandvest Veilig Thuis Haaglanden

Aanpak: Versterkt Verder. Beschrijving

Decentralisatie Jeugdzorg Regionale Visie en Stappenplan Regio IJmond

VEILIG THUIS GELDERLAND ZUID. Probleemanalyse en afspraken Verkorte memo t.b.v. portefeuillehouders. 2 juli 2015

Convenant Centrum voor Jeugd en Gezin Krimpen aan den IJssel

1. Inleiding. Het gaat daarbij om de volgende wijzigingen:

Vaststellen verzuimprotocol Beroeps en Volwassenen Educatie

Aan de gemeenteraad Agendapunt : 6.10/ Documentnr.:RV

ADVIES BURGEMEESTER EN WETHOUDERS

Uitkomsten toezichtonderzoek Bergen op Zoom

Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar

Protocol omgaan met de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor vrijwilligersorganisaties

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

Bijlage 1 Uitwerking per subgroep

Transcriptie:

ADVIES BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Datum B&W-vergadering : 12-5-2009 Openbaar Onderwerp : Aanpak Multi Probleemgezinnen in Zaanstreek-Waterland Portefeuillehouder(s) : P. H. Roos, Afdelingshoofd/hoofd BMO: R. Schaatsbergen Paraaf : Paraaf: Afdeling : Samenleving Datum : 5-5-2009 Taakveld : Welzijn/Onderwijs Reg. nr. : Redacteur : Peter Vink Betrokken afd./or : Inspraak : Nee Bezwaar/beroep mogelijk : Nee Conceptbesluit: 1. In te stemmen met het Plan van Aanpak Multiprobleemgezinnen in de regio Zaanstreek/Waterland; 2. In te stemmen met de inschakeling van tijdelijke inhuur van BMC-medewerkers en per 1 juli 2009 een vaste procesmanager bij de gemeente Zaanstad voor de hele regio; 3. In te stemmen met 1 fte gezinsmanagement voor de regio Zaanstreek/Waterland; 4. De kosten voor het procesmanagement en gezinsmanagement worden naar rato verdeeld op basis van inwoneraantallen. De kosten voor Wormerland bedragen in totaal 9.000 structureel en worden structureel gedekt via de Brede doeluitkering CJG (Centrum Jeugd en Gezin). 5. Deze besluiten ter kennis te brengen van de raad en Wmoraad. Paraaf: Akkoord Bespreken Het college heeft besloten burgemeester conform advies 1e wethouder conform advies met tekstuele wijzigingen i.o.m. portefeuillehouder 2e wethouder met wijzigingen 3e wethouder het advies aan te houden secretaris Bevoegdheid: Gemeenteraad (voorblad griffie vereist) College van Burgemeester en Wethouders Burgemeester Delegatie/mandaat Voorhangprocedure: Ja (voorblad griffie vereist) Nee Naar de raad (voorblad griffie vereist)

Aanleiding en probleemstelling (Analyse) Op 2 december 2008 besloot uw college tot vaststelling van de Aanpak van Multiprobleemgezinnen in de Zaanstreek. In de afgelopen periode is gebleken dat ook de regio Waterland wilde aanhaken bij dit initiatief. De afgelopen periode is ambtelijk overlegd over een gezamenlijke Zaans-Waterlandse aanpak. Middels dit voorstel wordt uw college voorgesteld in te stemmen met het Plan van Aanpak multiprobleemgezinnen in Zaanstreek/Waterland. In 2007 is in de Stadsregio Amsterdam een traject gestart om inzicht te krijgen in de aard omvang van de Multiprobleem Gezinnen (MPG). Er is gewerkt aan een uniform model van aanpak van de MPG-problematiek waarin elk stadsdeel, gemeente of subregio een eigen aanpak kan verwerken. De kernafspraken uit het uniforme deel zijn opgenomen in een convenant. Alle portefeuillehouders Jeugdzorg uit de Stadsregio Amsterdam (SRA), Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (BJAA) en de SRA zelf hebben het convenant ondertekend op 27 november 2008. In de regio s Amstelland/ Meerlanden en Zaanstreek zijn in het najaar 2008 procesmanagers aangesteld die verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van de werkwijze als ook voor de processturing op casusniveau. In beide regio s zijn op basis van het werkdocument uitwerkingen beschreven voor de regionale ontwikkeling. De afgelopen maanden is in de regio nauw samengewerkt met de gemeente Zaanstad om een gezamenlijke aanpak MPG te organiseren in de gehele regio Zaanstreek-Waterland. In dit advies wordt voorgesteld om in de regio, na 1 juli, één fulltime procesmanager aan te stellen én voor de gehele regio één Lokaal Analyse team (LAT) en één Multi Disciplinair Overleg plus (MDO+) te organiseren. Tot 1 juli worden twee medewerkers via het adviesbureau BMC ingehuurd om het Plan van Aanpak verder uit te werken en te implementeren. De procesmanager: De procesmanager is de spin in het web in de aanpak van multiprobleemgezinnen. Hij/zij vormt een belangrijke schakel in het signaleringssysteem. Hij/zij ontvangt signalen, beoordeelt deze (samen met lokaal analyseteam) en zorgt dat de ze op de goede plek behandeld worden. In het lokaal analyseteam maken experts op basis van informatie van professionals een probleemanalyse van een overlastgevend multiprobleemgezin. In het lokaal analyseteam wordt gespecialiseerde kennis vanuit Geestelijke Gezondheidszorg, MEE Amstel en Zaan, hulp op indicatie, Raad van de Kinderbescherming, Bureau Jeugdzorg, politie en justitie ingezet. De procesmanager stuurt en bewaakt op procesniveau dàt er per multiprobleemgezin in het gebied één plan komt. Dit plan bevat een gezamenlijke probleemanalyse en een goed afgestemde en afgewogen aanpak met en voor het gezin en de individuele gezinsleden en een tijdpad. Indien er geïndiceerde jeugdzorg bij het gezin betrokken is wordt dit plan opgesteld in het multidisplinaire overleg plus (MDO+) waarvan Bureau Jeugdzorg de voorzitter is en waarin de procesmanager deelneemt, bewaakt, op procesniveau stuurt en indien nodig een schakel vormt tussen de zorg en overige partners (waaronder woningcorporaties, energieleveranciers etcetera). Is er geen geïndiceerde jeugdzorg betrokken dan wordt het plan gemaakt in het lokale analyseteam waarvan de procesmanager voorzitter is. Dat de plannen worden uitgevoerd en bijgesteld waar nodig wordt op procesniveau actief bewaakt door de procesmanager. Indien er in de aanpak van een multiprobleemgezin geen overeenstemming tussen de betrokken partijen is heeft de procesmanager de bevoegdheid om knelpunten op te schalen naar directie en bestuurlijk niveau. Plan van Aanpak: De notitie Aanpak multiprobleemgezinnen in de regio Zaanstreek van 8 september 2008 is mede richtinggevend voor het Plan van Aanpak in Zaanstreek-Waterland. Uw college heeft op 2 december 2008 reeds kennisgenomen van en ingestemd met deze notitie. De ervaringen die opgedaan in Zaanstreek over periode oktober 2008-februari 2009 zijn in dit plan van aanpak opgenomen. Om de MPG aanpak voor de gehele regio Zaanstreek-Waterland efficiënt en effectief te maken zal in de beginfase aansluiting worden gezocht bij andere bestaande netwerken en overlegstructuren in de regio. Er is een implementatieteam MPG Zaanstreek-Waterland opgericht in maart 2009. Dit team werkt de implementatie uit, verzorgt de monitoring, organiseert conferenties, brengt scholingsvragen in kaart,

organiseert scholing en vertaalt ervaringen uit het werkveld in bruikbare methodieken. In het implementatieteam zit, naast uitvoerende partijen en twee vertegenwoordigers van alle gemeenten regio Zaanstreek-Waterland, ook een vertegenwoordiger vanuit de stadsregio. Deze laatste zorgt voor gelijk oplopende ontwikkeling in de stadsregio zodat van elkaars ervaringen geleerd kan worden. Om bovenstaande uit te werken en dit spoedig en gedegen in op te zetten zullen tot 1 juli de medewerkers (junior en senior) van BMC ingehuurd worden. Deze medewerkers werken het Plan van Aanpak MPG regio Zaanstreek-Waterland verder uit, implementeren het plan en werken de "vaste" procesmanager in. In de periode mei/juni wordt gezocht naar een "vaste" procesmanager die in dienst zal komen bij de gemeente Zaanstad. De Gezinsmanager: De gezinsmanager werkt op gezinsniveau. Net zoals de procesmanager een spin in het web is op procesniveau, is de gezinsmanager dit op casusniveau. De gezinsmanager voert zijn/haar werkzaamheden uit op basis van een vastgesteld plan van aanpak. Vaak zal de gezinsmanager vanuit zijn/haar werk al bekend zijn met het gezin en zal hij/zij betrokken zijn bij het opstellen van het plan van aanpak. De gezinsmanager werkt in en met het gezin aan de uitvoering van het plan. Hij/zij is verantwoordelijk voor de coördinatie van de uitvoering van het plan. BJAA heeft voor de gehele Stadsregio Amsterdam financiële middelen verkregen om voor 100 gezinnen gezinsmanagement te leveren. Voor de regio Z/W zijn dit naar rato 14 gezinnen. Dit aantal is niet toereikend. Gemeente Zaanstad heeft voor dit jaar extra financiële middelen toegekend aan de Stichting Maatschappelijke Dienstverlening. Met deze middelen is het mogelijk om 1 fte aan gezinsmanagement te leveren. Deze fte wordt ingezet voor de hele regio Z/W. De kosten worden in de regio verdeeld op basis van het aantal inwoners. Bestaand beleid Op 2 december 2008 besloot uw college in te stemmen met de aanpak multiprobleemgezinnen in de Zaanstreek. Het nu voorliggende besluit omvat een uitbreiding van deze aanpak naar de gehele regio Zaanstreek/Waterland. De financiële gevolgen daarvan (voordeliger voor Wormerland) zijn verwerkt in de paragraaf Beslag op middelen. Nieuwe bestuurlijke doelstellingen en randvoorwaarden - Een heldere beschrijving van de samenwerkingsafspraken met alle uitvoerende partijen; - Een routekaart rondom de meldingen; - Een sociale kaart waarbij is afgestemd met andere sociale kaarten (zoals van het Wmo-loket); - Inzicht in omvang en problematiek van de Multi Probleem Gezinnen in de regio Zaanstreek- Waterland; - Een effectieve en efficiënte overlegstructuur is georganiseerd (Lokaal Analyse Team, Multi Disciplinair Overleg Plus, Implementatieteam én stuurgroep); - Een beschrijving van het proces van signalering en Bespreking MP-Gezin tot de monitoring is opgesteld; - Structureel contact met de andere procesmanagers in de gehele Stadsregio Amsterdam; - Een voorstel voor definitieve borging van de MPG-aanpak in de organisatiestructuur rondom de Centra voor Jeugd en Gezin; - Een heldere omschrijving van de werkwijze en positionering van de gezinsmanagers; - Een "vaste" procesmanager is aangenomen per 1 juli 2009. Deze procesmanager zal in dienst komen bij de gemeente Zaanstad. - Een registratiesysteem is ingevoerd dat aangesloten is op de regionale Verwijsindex (Matchpoint); - Het instrument is ontwikkeld om te kunnen monitoren in de gehele Stadsregio Amsterdam.

Conceptbesluit 1. In te stemmen met het Plan van Aanpak Multiprobleemgezinnen in de regio Zaanstreek/Waterland; 2. In te stemmen met de inschakeling van tijdelijke inhuur van BMC-medewerkers en per 1 juli 2009 een vaste procesmanager bij de gemeente Zaanstad voor de hele regio; 3. In te stemmen met 1 fte gezinsmanagement voor de regio Zaanstreek/Waterland; 4. De kosten voor het procesmanagement en gezinsmanagement worden naar rato verdeeld op basis van inwoneraantallen. De kosten voor Wormerland bedragen in totaal 9.000 structureel en worden structureel gedekt via de Brede doeluitkering CJG (Centrum Jeugd en Gezin). 5. Deze besluiten ter kennis te brengen van de raad en Wmoraad. Bevoegdheid Het betreft uitvoering van de WCPV en het beleidsplan Wmo; hiertoe is het college bevoegd. Communicatie Dit besluit en het Plan van Aanpak worden ter kennis gebracht van de raad en de Wmoraad. Beslag op middelen De kosten voor de problematiek rond Multiprobleemgezinnen worden gedekt via de Brede doeluitkering CJG, onderdeel Wmo (van 36.692 in 2008 oplopend naar 110.075 in 2011). Oude kostensituatie (collegebesluit 2 december 2008 Zaanse aanpak): Het beslag op middelen is 7.275 in 2008 en vanaf 2009 structureel 15.000 (excl. indexering loonkosten). Nieuwe kostensituatie (Zaans-Waterlandse aanpak Het beslag op de middelen over 2008 is nihil. Per 2009 zijn de structurele lasten voor Wormerland 9.000 voor ons aandeel in de kosten van een regionaal procesmanager en een gezinsmanager. Ten opzichte van het besluit een voordeel van 6.000 structureel.

Plan van aanpak Implementatie aanpak multiprobleemgezinnen in de regio Zaanstreek/Waterland ( vastgesteld in het implementatieteam d.d. 23 april 2009) Inleiding Nederland heeft een uitgebreid en gevarieerd assortiment aan instellingen die hulp, zorg en dienstverlening bieden aan kinderen, volwassenen en gezinnen. De schappen in de zorg en dienstenwinkel liggen als het ware vol. Veel zorgconsumenten weten hun weg in deze winkel te vinden en krijgen voldoende antwoord op hun vraag of probleem. Het uitgebreide aanbod sluit echter niet altijd aan bij de vraag of het probleem. Soms ontbreekt het aan probleembesef of motivatie, of is er sprake van een complex van verschillende hulpvragen waardoor één afzonderlijke aanbieder niet of onvoldoende in staat is hulp te bieden. Zeker in geval van ernstige instabiliteit in het sociaal maatschappelijk functioneren van gezinnen raken verschillende betrokken hulp en dienstverleners* het goede spoor met zowel de cliënt als in de noodzakelijke samenwerking met andere aanbieders nogal eens bijster. De aanpak van diverse en uiteenlopende problemen binnen multiprobleemgezinnen (definitie zie paragraaf 1.1) vraagt dan ook om meer coördinatie en een versterking van de samenwerking tussen hulp en dienstverleners. Op initiatief van de stadsregio Amsterdam is in 2007 een traject gestart om in de regiogemeenten en stadsdelen te komen tot een gecoördineerde aanpak met een gemeenschappelijk karakter. In de regio Zaanstreek zijn hiervoor vanaf eind oktober 2008 de eerste stappen gezet. In besprekingen op ambtelijk niveau tussen Zaanstad en Purmerend is de wenselijkheid besproken om de aanpak in gezamenlijkheid verder te ontwikkelen en te implementeren op het niveau van de regio Zaanstreek/Waterland. In dit plan van aanpak worden de contouren geschetst van een proces wat er toe moet leiden dat er op 1 juli 2009 voor de regio een heldere structuur voor de aanpak is ontwikkeld. Op basis daarvan is het voornemen om per deze datum één procesmanager met een duidelijk functieprofiel voor de regio Zaanstreek/ Waterland aan te stellen. 1. Achtergrond van het MPG traject Gemeenten hebben op grond van de Wet Publieke Gezondheid, WMO en de Wet op de Jeugdzorg o.a. de plicht om coördinatie van zorg te bieden aan jeugdigen en daarmee ook aan multiprobleemgezinnen. Deze wettelijke kaders legitimeren de regierol van de gemeente in zowel de ontwikkeling als processturing van een gecoördineerde aanpak van MPG gezinnen. De motieven voor het door de stadsregio ontwikkelde MPG traject waren divers en uiteenlopend. Uit onderzoek naar ernstige incidenten met kinderen, zoals het maasmeisje, bleek de coördinatie van zorg tussen instellingen ernstig te falen. De hulpverlening aan multiprobleemgezinnen blijkt veel minder effectief dan aan andere cliënten. Hulpverleningstrajecten worden vaker voortijdig afgebroken en deze gezinnen worden vaker weer opnieuw bij jeugdzorg aangemeld. Het vermoeden bestaat dat er veel meer multiprobleemgezinnen zijn die niet in beeld zijn bij zorg en hulpverlening. Doel van het traject was om: helder te krijgen wat multiprobleemgezinnen zijn (definitie) tot een integrale aanpak van multiprobleemgezinnen te komen, waarbij verantwoordelijkheden onderling duidelijk zijn. Voorlopig resultaat van het stadsregionale MPG traject is dat de aanpak is beschreven in het werkdocument Multiprobleemgezinnen Stadsregio Amsterdam. Dit document is leidend voor de verdere ontwikkeling en implementatie van de werkwijze. Om het gemeenschappelijke en eenduidige karakter van de aanpak kracht bij te zetten is hiervoor op 27 november 2008 door de stadsregio met de stadsdelen, de regiogemeenten en Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam een convenant gesloten. * hulpverleners bieden hulp en ondersteuning, zoals maatschappelijk werk. Onder dienstverlening wordt de inzet van b.v. politie, GKB of woningcorporaties verstaan. Pagina 1 van 8 plan van aanpak implementatie aanpak multiprobleemgezinnen in Zaanstreek/ Waterland

In de regio s Amstelland/ Meerlanden en Zaanstreek zijn najaar 2008 procesmanagers aangesteld die verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van de werkwijze als ook voor de processturing op casusniveau. In beide regio s zijn op basis van het werkdocument uitwerkingen beschreven voor de regionale ontwikkeling. De notitie Aanpak multiprobleemgezinnen in de regio Zaanstreek van 8 september 2008 is mede richtinggevend voor de ontwikkeling en implementatie van de aanpak in Zaanstreek/Waterland. De gecoördineerde en geïntegreerde aanpak wordt in de regio Zaanstreek op casusniveau vorm en inhoud gegeven door gezinsmanagers. Zij dragen zorg voor het realiseren van één plan van aanpak voor het hele gezin. 1.1 Definitie Multiprobleemgezinnen Er is gekozen voor de definitie zoals onderzoeksbureau van Montfoort deze heeft geformuleerd op grond van onderzoek naar MP-gezinnen in de stadsregio Amsterdam. De definitie is gebaseerd op de RSU-registratie van JGZ van de GGD Amsterdam en aangevuld met opmerkingen van ketenpartners. Een multiprobleemgezin is een gezin met minimaal één kind dat (minimaal) aan de volgende voorwaarden voldoet: 1. Er zijn twee of meer risicofactoren aanwezig voornamelijk op sociaal/maatschappelijk gebied. 2. De draagkracht van het gezin is niet meer in balans met de draaglast. 3. Er is sprake van opvoedingsproblematiek. In de praktijk blijkt dat het voldoen aan deze criteria/definitie op zichzelf nog geen legitimatie vormt voor een geïntegreerde en gecoördineerde aanpak waarbij de inzet nodig is van een gezinsmanager die deze coördinerende rol inneemt om te komen tot één plan van aanpak voor het hele gezin. Er zijn immers genoeg MPG gezinnen waarbij de inzet van de hulp en dienstverleners in voldoende mate effectief blijkt te zijn. Een belangrijk criterium voor de inzet van de MPG aanpak is wanneer het de betrokken hulp en dienstverleners afzonderlijk of gezamenlijk niet meer lukt de problematiek van het gezin te managen. De gezinsmanager heeft dan ook een belangrijke functie in het verbinden van alle hulp en dienstverleningssporen. Het plan van aanpak vormt daarbij het middel waarin tot uitdrukking wordt gebracht welke bijdrage afzonderlijke hulp, dienstverleners en mensen uit het eigen netwerk van het gezin kunnen leveren en waar zij op aanspreekbaar zijn. 1.2 Het convenant Het convenant is overeengekomen voor de duur van vier jaar (1 januari 2009 t/m 31 december 2012). Per subregio wordt door de lokale overheden een implementatieteam opgericht. Dit team fungeert als stuurgroep en bestaat naast de gemeenten uit de volgende partners: BJAA GGD Zaanstreek/Waterland MEE Amstel en Zaan Politie Zaanstreek/Waterland SMD Zaanstreek/Waterland Het implementatieteam heeft de volgende taken: 1. Samenwerkingsafspraken met uitvoerende(lokale) partijen beschrijven en overlegstructuren in te richten naar de wens om in de aanpak te werken met één gezin, één plan 2. Het proces van signalering, melding,terugkoppeling en monitoring verder te ontwikkelen 3. het maken van een inschatting over de hoeveelheid MP-gezinnen in de regio 4. het adviseren van de stadsregio over de wijze waarop de MPG aanpak het beste kan worden geïmplementeerd. 1.3 structuur van de aanpak De aanpak in Zaanstreek kent een structuur waarbij het Lokaal Analyse Team (LAT) wekelijks binnengekomen meldingen over kinderen en gezinnen bespreekt. Deze meldingen kunnen via diverse kanalen bij het LAT binnenkomen; politie, GGD etc. In het LAT wordt de route verder uitgezet. Wordt daarbij besloten tot de inzet van een gezinsmanager dan is deze verantwoordelijk voor het realiseren Pagina 2 van 8 plan van aanpak implementatie aanpak multiprobleemgezinnen in Zaanstreek/ Waterland

van één gemeenschappelijk plan voor het gezin. De procesmanager is voorzitter van het LAT overleg. In het LAT Zaanstreek wordt door de volgende instanties deelgenomen: Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (BJAA) MEE- Amstel en Zaan Algemeen Maatschappelijk Werk (SMD) Vangnet jeugd van de GGD Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG) Politie Zaanstreek- Waterland Meldingen over een kind en/of gezin kunnen in principe zowel van professionals als burgers afkomstig zijn. Tot nu toe zijn de meeste meldingen afkomstig van de politie en vangnet jeugd van de GGD. Meldingen worden via de procesmanager geagendeerd voor het wekelijkse overleg. Multiprobleemgezinnen zonder kinderen worden opgepakt door het meldpunt bemoeizorg en overlast van de GGD. In de aanpak van MP-gezinnen wordt een onderscheid gemaakt in 1. Gezinnen waarin nog geen sprake is van geïndiceerde jeugdzorg 2. Gezinnen waarbij dat wel het geval is. Het betreft zowel gezinnen waarbij er een indicatie is voor jeugdzorg is afgegeven als gezinnen waarbij sprake is van maatregelhulp (OTS, Jeugdreclassering of voogdij). 3. Gezinnen waar bij melding sprake is van een acuut probleem. Meldingen waarbij (nog) geen sprake is van geïndiceerde jeugdzorg worden onder verantwoordelijkheid van het LAT verder in behandeling genomen. In geval van meldingen van zaken waarbij sprake is van geïndiceerde en/of maatregelhulp worden onder verantwoordelijkheid van BJAA in behandeling genomen. Bij acute problemen worden meldingen direct doorverwezen naar BJAA. In behandeling nemen door het LAT betekent volgens de structuur van het werkdocument en die van Zaanstreek het volgende: Bespreken van de melding en het uitwisselen van eventuele aanvullende informatie van politie en GGD. Contact leggen met de melder waarbij wordt nagegaan of ouders om toestemming is gevraagd. Het uitvoeren van een check in de Gemeentelijke Basisadministratie. Contact leggen met het gezin door één of twee leden van het team. Beoordelen van ernst en complexiteit van de situatie en de verdere taakverdeling om tot een gezinsplan te komen. In geval van analyse dat het om een MP-gezin gaat organiseren van een casusoverleg. Dit overleg is bij voorkeur in samenspraak met het gezin. In dit overleg wordt bezien of bijvoorbeeld een Eigen Kracht Conferentie of anderszins eigen netwerken van het gezin nog kan bijdragen aan de oplossing van de problematiek. Het door de gezinsmanager opstellen van een gezinsplan van aanpak waarbij voor alle gezinsleden afzonderlijk doelen worden vastgesteld. Het benoemen van een gezinsmanager die toeziet op uitvoering van het overeengekomen plan. De gezinsmanager kan in geval instanties niet of onvoldoende hun afspraken nakomen dit melden aan de procesmanager. Deze kan op zijn beurt het management van de betrokken instantie aanspreken op de verantwoordelijkheid. In behandeling nemen door BJAA betekent dat een Multidisciplinair overleg onder verantwoordelijkheid van BJAA wordt georganiseerd. In de notities wordt gesproken van het MDO+ waarbij de plus betekent dat naast de eigen disciplines van BJAA wordt deelgenomen door disciplines van andere organisaties. Uitkomst van dit overleg is eveneens dat er één plan van aanpak tot stand komt en dat voor wat betreft de coördinatie van zorg de verantwoordelijkheid is belegd bij BJAA. De procesmanager participeert in het MDO om daarmee zicht te krijgen op aard en frequentie van MPproblematiek in de lokale situatie. Pagina 3 van 8 plan van aanpak implementatie aanpak multiprobleemgezinnen in Zaanstreek/ Waterland

2. Visie op de MPG aanpak De complexiteit van problematiek binnen MP- gezinnen vraagt in houding en gedrag van professionals om veel vasthoudendheid en omgevingsbewustzijn. Iedere hulp en dienstverlener is en blijft ten alle tijde verantwoordelijk voor en aanspreekbaar op zijn eigen aandeel/expertise in het bijdragen aan een verbetering in de situatie van het gezin. Professionals mijden de zorgvragen niet, ook al zijn ze niet competent voor het beantwoorden van bepaalde hulpvragen. In dat geval blijven zij in contact met de hulpvrager totdat een andere hulp of dienstverlener het betreffende vraagstuk heeft overgenomen. De gewenste en noodzakelijke integrale benadering betekent dan ook dat hulp en dienstverleners voor het beantwoorden van hulpvragen op elkaar aansluiten en elkaar of zichzelf niet buitensluiten. Wanneer de zwaarte of complexiteit van hulpvragen vraagt om opschaling naar een ander handelingsniveau wordt altijd de afweging gemaakt wat de tot dan toe betrokken hulp en dienstverlener nog kan bijdragen aan het oplossen of reguleren van de problematiek. Hulp en dienstverleners werken op deze manier in een netwerk samen en denken vanuit de hulpvraag en niet vanuit de organisatie. De gemeente ziet er vanuit haar regierol op toe dat de noodzakelijke hulp aan MP- gezinnen geboden wordt. Inhoudelijk distantieert zij zich daarbij zo veel en zo lang als noodzakelijk van de inhoud van casuïstiek. Er wordt geen regie gevoerd op wat er gebeurt maar op de vraag dat het afgesprokene wordt nagekomen. Gedurende de ontwikkel en implementatiefase zal de regierol, in de persoon van de procesmanager, een actieve zijn. Uiteindelijk zal in de nog verder te ontwikkelen structuur van de centra voor jeugd en gezin deze taak worden ondergebracht waarbij de regie meer op afstand wordt gevoerd. In dit vervolgproces wordt ook nadrukkelijk aangesloten op coördinatie van zorg voor de volwassenenzorg en OGGZ. 3. Ervaringen van de eerste maanden in Zaanstreek In Zaanstad functioneert sinds 2007 het zorgmeldingsoverleg bij BJAA. Op basis van een door de politie Zaanstreek-Waterland en BJAA afgesloten convenant wordt op een eenduidige wijze door de politie melding gemaakt van zorgen in Zaanse gezinnen. Aan het zorgmeldingsoverleg wordt naast de politie en BJAA ook deelgenomen door vangnet jeugd van de GGD, het algemeen maatschappelijk werk en door een vertegenwoordiger van het Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG). Bij de voorbereiding op de MPG aanpak is afgesproken om het zorgmeldingsoverleg te integreren met het LAT. Op 2 december 2008 is dit een feit geworden en is MEE ook aangesloten bij dit overleg. Deelname vanuit MEE heeft o.a. te maken met het feit dat twee medewerkers van deze organisatie, naast een viertal medewerkers van SMD, de training gezinscoaching hebben gevolgd. In het LAT worden tot nu toe vooral zorgmeldingen van de politie en vangnet jeugd ingebracht waarbij vaak weinig informatie over het gezin bekend is. Gebrek aan informatie betekende dan ook dat het LAT haar naam nog niet ten volle heeft kunnen waarmaken. Er was vaak nog te weinig te analyseren maar des te meer te inventariseren. 3.1 Ervaring met de inzet van gezinsmanagers Ondanks het gebrek aan informatie werd in een aantal situaties voorgesorteerd op de inzet van gezinsmanagers. De ervaring leert nu, en dit is als zodanig ook in de interne evaluatie met de LAT deelnemers op 10 maart 2009 geconstateerd, dat de vraag naar inzet van gezinsmanagement meer tijd en vooral informatie vraagt. Is er echt sprake van vastgelopen hulpverlening waarbij het meerdere partijen niet (meer)lukt tot een eenduidig plan van aanpak te komen? Naast een te snelle inzet is in een paar cases de ervaring opgedaan dat de gezinsmanager te veel werd gezien als de probleemoplosser. Dit speelde o.a. in een situatie waarbij sprake was van een uithuiszetting van een gezin. Naast deze minder positieve ervaringen met gezinsmanagement is er tot nu toe ook de positieve ervaring dat gezinsmanagement goed loopt als het gezin vanaf de eerste start actief in het proces wordt betrokken, de cliëntvraag wordt gevolgd en er de tijd wordt genomen om eerst in te voegen om vandaaruit iets toe te kunnen voegen. Bij de LAT deelnemers leefden aanvankelijk ook verschillende beelden en verwachtingen over de taak/ rol en positie van gezinsmanagers. Niet in de laatste plaats werd dit veroorzaakt doordat aanvankelijk de naam gezinscoach werd gehanteerd. Onder deze noemer was de training gevolgd. Een coach begeleid en intervenieert meer dan dat deze coördineert en regisseert. Het besluit is genomen om in het vervolg consequent te spreken over gezinsmanagement. In de ontwikkeling van gezinsmanagers zal er o.a. aandacht moeten zijn voor de vraag hoe deze zich met gezag weet te positioneren t.o.v. zijn/haar collega hulp en dienstverleners? Daarnaast leert de Pagina 4 van 8 plan van aanpak implementatie aanpak multiprobleemgezinnen in Zaanstreek/ Waterland

ervaring dat het opbouwen van kennis van financiële zakelijke dienstverlening is aan te bevelen en dat vooral de betrokkenheid van dergelijke organisaties bij planvorming aandacht verdient. 3.2 Ervaring met de samenwerking binnen het LAT Na een paar maanden werken wordt door de LAT deelnemers geconstateerd dat de koppeling van het zorgmeldingsoverleg met het LAT minder vanzelfsprekend is dan aanvankelijk werd verondersteld. Het zorgmeldingsoverleg kende feitelijk de functie van intakeoverleg voor BJAA waarbij direct met de outreachend medewerkers hun inzet werd afgesproken. Door deze koppeling bleef de instroom van meldingen nog te zeer op het spoor zitten van instroom richting BJAA en in veel mindere mate op het spoor van de MPG aanpak. Het LAT is ook nog niet gaan functioneren als een team waarin, zoals al eerder opgemerkt, de analyse van de MPG problematiek wordt gemaakt omdat hiervoor de meldingen nog zeer summier waren. In de onderlinge verhoudingen vraagt de afstemming van taken en verantwoordelijkheden tussen de verschillende deelnemende organisaties, en vooral de in te nemen rollen van outreachend medewerkers en gezinsmanagers, nog veel aandacht. Onbekendheid met rollen maakt enigszins onbemind ondanks de gezamenlijke wil om de cliënt te allen tijde centraal te willen stellen. In de evaluatie binnen het LAT is iedereen het er over eens dat de koppeling met het zorgmeldingsoverleg van BJAA moet worden losgelaten. Logischer lijkt het om als LAT meer te koppelen aan het Meldpunt Overlast en Bemoeizorg. Hier lijken meer de risico en multiprobleemgezinnen binnen te komen dan in het zorgmeldingsoverleg. Bij het meldpunt komt de informatie binnen en vindt de eerste inventarisatie plaats. Hierdoor zou het LAT beter in staat zijn de aanpak van de problematiek te analyseren om daarmee te komen tot één gezinsplan. In de praktijk zou daarmee het LAT ook meer ondersteunend zijn aan het werk van de gezinsmanagers. Andere voordelen van aansluiting bij het MOB zijn dat dit een bekend meldpunt is voor potentiële verwijzers, er vanuit het meldpunt een nadrukkelijke relatie bestaat met dienstverleners zoals energiebedrijven, woningcorporaties etc. Om zo vroegtijdig mogelijk te kunnen interveniëren in MP- gezinnen is het noodzakelijk om meer verbinding te leggen met de Centra voor Jeugd en Gezin (in Zaanstad de Centra Jong) 3.3. Ontwikkelpunten in de aanpak o Meer bekendheid en aansluiting bij signalering via Centra voor Jeugd en Gezin. o Meer aansluiting en samenwerking met organisaties in het volwassendomein, zoals de GGZ. Nu is het nog te veel een jeugdinstellingen verhaal. o Meer gebruik maken van EKC waarbij de gezinsmanager een belangrijke linking pin positie kan innemen tussen gezin, hulpverlening en eigen kracht centrale. Het optimaal gebruik maken van de krachten van het eigen netwerk van de client kan helpen bij het voorkomen van te vergaande professionalisering en institutionalisering van de zorg. o Een duidelijker meldpunt, b.v. meldpunt bemoeizorg en overlast van de GGD. o Het LAT meer en actiever inzetten ter ondersteuning en aansturing van gezinsmanagers in het analyseren van de problematiek en meer gebruik maken van intervisie op casuïstiekniveau 4. Samenwerkingsstructuren en netwerken Om de MPG aanpak voor de hele regio Zaanstreek Waterland efficiënt en effectief te maken zal in de ontwikkelfase aansluiting worden gezocht bij andere bestaande netwerken zowel in het jeugd als volwassenendomein. Aansluiting betekent in principe geen overname van bestaande netwerken, met uitzondering van het project zorgcoördinatie in Purmerend. Dit jaar wordt dit project beëindigd en wordt de kern van dit werk opgenomen in de MPG aanpak. Naast aansluiting/ verbinding met bestaande netwerken moeten worden onderzocht of en op welk niveau een LAT moet functioneren. Vraagt de regio Waterland om een specifiek andere samenstelling van het LAT dan de regio Zaanstreek? Welke couleur locale is er, of is hier helemaal geen sprake van? Voor de komende maanden betekent dit dat met veel en diverse organisaties contact zal worden gelegd om zowel de aanpak MPG bekend te maken als de aansluiting c.q. afstemming te realiseren. Veel aandacht zal gevraagd worden voor de aansluiting met BJAA. Zowel voor wat betreft de toegang als ook de afstemming met de jeugdbescherming. De aansluiting met gezinsmanagement dat door BJAA vanaf 1 april 2009 zal worden uitgevoerd, vraagt hierbij bijzondere aandacht. Van belang daarbij is dat bijvoorbeeld in cases waar gezinsmanagement is ingezet de gezinsmanager niet per definitie een andere wordt als gedurende het hulpverleningstraject maatregelhulp wordt ingezet. Pagina 5 van 8 plan van aanpak implementatie aanpak multiprobleemgezinnen in Zaanstreek/ Waterland

5. Activiteiten tot 1 juli 2009 In het convenant worden de kernactiviteiten genoemd die door en/of onder verantwoordelijkheid van het implementatieteam worden uitgevoerd. Tot 1 juli 2009 gaat het om de ontwikkeling en realisatie van de volgende zaken: 1. Samenwerkingsafspraken met uitvoerende partijen beschrijven. Dit vanuit de principes één gezin, één plan in een doorgaande lijn van licht ambulante en niet geïndiceerde hulp tot zwaar geïndiceerde zorg. Speciale aandacht zal hierin gegeven moeten worden voor de aansluiting tussen jeugd, volwassenenzorg en dienstverleners zoals woningcorporaties en gemeentelijke kredietbanken. Zowel op basis van ervaringen als steeds veranderende netwerken van samenwerking is deze activiteit niet exclusief voorbehouden aan de fase van implementatie tot aan 1 juli 2009. In deze fase zal in ieder geval met vertegenwoordigers van verschillende casuïstieknetwerken binnen de verschillende gemeenten worden gesproken om afstemming met de aanpak MPG te bewerkstelligen. 2. Het maken van een routekaart voor meldingen. Bij wie komen de signalen van een vermoeden van MPG problematiek binnen? Welke stappen worden ondernomen na signalering? Hoe vindt koppeling en terugkoppeling van informatie plaats? Wat gebeurt er als een gezin zorgmijdend blijft en daarmee dus ook onbereikbaar is voor de meest dwingende aanpak of wanneer een gezin deze aanpak niet meer nodig heeft? In de routekaart moet tevens worden opgenomen in welke situaties de problematiek om opschaling vraagt en tevens wanneer deze kan worden afgeschaald. 3. Beschrijven van het primaire proces van signalering tot monitoring. Feitelijk is de beschrijving van het primaire proces gekoppeld aan de routekaart. Beschrijft de routekaart vooral de weg die het MP- gezin door het systeem loopt, zo beschrijft het primaire proces de activiteiten van de hulpverlening gedurende deze klantroute. 4. De verhouding tussen aanpak MPG via het LAT en het MDO+ o.lv. BJAA. Op welke wijze is de procesmanager betrokken bij het MDO+ waar onder verantwoordelijkheid van BJAA casuïstiek wordt besproken? In ieder geval zal in de samenwerking tussen de procesmanager en BJAA goed gemonitord moeten worden wanneer zaken om opschaling dan wel afschaling vragen. 5. De vraag naar wenselijkheid van één of twee Lokale Analyse Teams in de regio beantwoorden. Omdat de meeste kernpartners de regio Zaanstreek/Waterland als ligt het voor de hand om met één LAT te gaan werken voor de hele regio. De vraag is of dit voldoende effectief en efficiënt is en of hierdoor in voldoende mate de MP-gezinnen in beeld komen. Op basis van de ervaringen anno april 2009 wordt in ieder geval voorgesteld om vanaf 1 juli 2009 te starten met één LAT voor de hele regio en op basis van ervaringen gedurende het eerste jaar te bezien of hierin verandering moet komen. 6. Het instellen van een stuurgroep die na de ontwikkelfase als het ware het werk van het implementatieteam overneemt. In samenwerking met de coördinator voor de RAAK aanpak wordt toegewerkt naar een model waarbij allerlei regionaal te ontwikkelen thema s, die onder verantwoordelijkheid vallen van het Centrum voor Jeugd en Gezin, worden samengebracht onder aansturing van één stuurgroep bestaande uit portefeuillehouders (wethouders) jeugd van de verschillende gemeenten en voor de directe aansturing ondergebracht bij een breed opgezet projectteam. 7. Het samenwerken met andere procesmanagers in de regio en beleidsadviseurs aan de verdere ontwikkeling en implementatie van één gemeenschappelijke aanpak van MPgezinnen. 8. Het ontwikkelen van voorstellen voor definitieve borging van de aanpak binnen het brede concept van de CJG ontwikkeling zodat de doorgaande lijn van licht naar zwaardere inzet duidelijk is. Pagina 6 van 8 plan van aanpak implementatie aanpak multiprobleemgezinnen in Zaanstreek/ Waterland

9. Het verder ontwikkelen van de werkwijze van gezinsmanagers. Hierbij gaat het zowel om inhoudelijke ontwikkelingen waarin de positionering van de gezinsmanagers een belangrijk thema is. Organisatorisch is o.a. de vraag aan de orde of gezinsmanagement blijvend wordt ingekocht bij het SMD of dat deze functie door professionals vanuit verschillende organisaties kan worden aangeboden. 10. Beschrijven van een functieprofiel voor de procesmanager. Om op 1 juli a.s. een procesmanager aan te kunnen stellen leidt al tot snelle wervingsacties vanaf april 2009. De te werven procesmanager zal formeel in dienst komen van de gemeente Zaanstad. De kosten voor procesmanagement worden door de gezamenlijke gemeenten in de regio opgebracht en verdeeld naar rato van het aantal inwoners per gemeente. Als bijlage bij dit plan is een profiel van de procesmanager opgenomen. Voor Zaanstreek/Waterland moet nader worden ingevuld met welke formatieomvang (voorlopig) gerekend moet worden. Dit zowel op basis van keuzes voor het instellen van één of meerdere LAT s en een prognose van het aantal MP-gezinnen. 11. Invoeren van een registratiesysteem. In dit verband moet in deze fase ook worden nagedacht over de aansluiting op de regionaal in te voeren verwijsindex (matchpoint) 12. Monitoren van ervaringen/resultaten. Naast beleidsinformatie over de hoeveelheid MP- gezinnen is het van belang om te weten hoe effectief de gekozen aanpak is. Vanuit de stadsregio zal naar verwachting aan de hogeschool van Amsterdam opdracht worden verleend voor het ontwikkelen van een instrument hiervoor. 13. Het opstellen van evaluatiecriteria ter beoordeling van de effectiviteit van de MPG aanpak. 6. Taken en verantwoordelijkheden in het ontwikkelproces BMC is de opdracht verleend om tot 1 juli 2009 het ontwikkelproces voor de regio ZaanstreekWaterland vorm en inhoud te geven. Concreet betekent dit dat Ruurd Firet als procesmanager ad interim in Zaanstad zijn werkzaamheden zal uitbreiden naar de regio Waterland. Hij zal dit doen met ondersteuning van zijn BMC collega Geert van der Velden. Voor de totale uitvoering van de opdracht is Ruurd Firet verantwoordelijk en verantwoording schuldig aan de opdrachtgever. In totaal wordt uitgegaan van een inzet voor 24 uur per week waarbij Ruurd Firet voor gemiddeld 16 en Geert van der Velden voor gemiddeld 8 uur per week zal worden ingezet. De procesmanager is verantwoordelijk voor het voorbereiden en uitwerken van bovengenoemde activiteiten onder regie van het implementatieteam. Het implementatieteam vervult in de ontwikkelfase de functie van stuurgroep en bestaat uit vertegenwoordigers van BJAA, Politie, MEE,SMD,GGD en de gemeenten in de regio Zaanstreek Waterland in het uitvoerend veld. Binnen de gestelde kaders van het convenant en de beschreven aanpak in het werkdocument voor de stadsregio is het implementatieteam bevoegd tot het nemen van besluiten. De stadsregio zal de procesmanagers in de regio actief ondersteunen in een intervisieoverleg. Deelname aan het implementatieteam was voorzien maar wordt nog nader bezien omdat de ondersteuning aan procesmanagers uitgebreider is geworden dan was voorzien. Ruurd Firet Procesmanager aanpak MPG- ad interim 24 april 2009 Pagina 7 van 8 plan van aanpak implementatie aanpak multiprobleemgezinnen in Zaanstreek/ Waterland

BIJLAGE 1: DE PROCESMANAGER MULTIPROBLEEMGEZINNEN Taak omschrijving De procesmanager is de spin in het web in de aanpak van multiprobleemgezinnen. Hij/zij vormt een belangrijke schakel in het signaleringssysteem. Hij/zij ontvangt signalen, beoordeelt deze (samen met lokaal analyseteam) en zorgt dat de ze op de goede plek behandeld worden. De procesmanager stuurt en bewaakt op procesniveau dàt er per multiprobleemgezin in het gebied één plan komt. Dit plan bevat een gezamenlijke probleemanalyse en een goed afgestemde en afgewogen aanpak met en voor het gezin en de individuele gezinsleden en een tijdpad. Indien er geïndiceerde jeugdzorg bij het gezin betrokken is wordt dit plan opgesteld in het multidisplinaire overleg plus (MDO+) waarvan Bureau Jeugdzorg de voorzitter is en waarin de procesmanager deelneemt, bewaakt, op procesniveau stuurt en indien nodig een schakel vormt tussen de zorg en overige partners (waaronder woningcorporaties, energieleveranciers etcetera). Is er geen geïndiceerde jeugdzorg betrokken dan wordt het plan gemaakt in het lokale analyseteam waarvan de procesmanager voorzitter is. Dat de plannen worden uitgevoerd en bijgesteld waar nodig wordt op procesniveau actief bewaakt door de procesmanager. Indien er in de aanpak van een multiprobleemgezin geen overeenstemming tussen de betrokken partijen is heeft de procesmanager de bevoegdheid om knelpunten op te schalen naar directie en bestuurlijk niveau. Om zijn/haar taken goed uit te kunnen voeren heeft de procesmanager overzicht over de multiprobleemgezinnen in het werkgebied. Hij/zij kent alle (lokale en regionale) partijen die ingezet kunnen worden om deze gezinnen te ondersteunen of om in de situatie in te grijpen. Bij deze partijen heeft hij/zij de goede contacten om samen structurele en incidentele knelpunten mee op te lossen. Zijn/haar functie wordt gewaardeerd en gerespecteerd door de instellingen die hem/haar weten te vinden als zich problemen voor doen. Hij/zij stimuleert structurele samenwerking en informatie-uitwisseling tussen deze partijen. Profiel Opleiding HBO/academisch niveau (academisch denk- en werkniveau) Heeft kennis van en werkervaring op het terrein van de aanpak van multiprobleemgezinnen/ (jeugd)zorg Heeft kennis van en > 3 jaar ervaring met projectmatig werken (het initiëren en uitvoeren van projecten) Heeft kennis van en ervaring met implementatiestrategieën en verandermanagement Kan zelfstandig werken, een voortrekkersrol vervullen en energiek en enthousiasmerend vormgeven aan nieuwe ontwikkelingen waarvan de kaders nog niet vast staan Is een representatieve netwerker die op overtuigende wijze de doelstellingen van het werkdocument MPG uitdraagt, samenwerkingsverbanden kan opbouwen en onderhouden, mensen betrokken houdt en weet te binden Is een stevige persoonlijkheid die indien nodig organisaties aanspreekt op hun inzet en het nakomen van afspraken Kan overzicht houden over grote hoeveelheden informatie en gestructureerd werken Kan goed schakelen tussen verschillende niveaus, kan goed overweg met mensen op uitvoerend niveau en is tevens gerespecteerd gesprekspartner op directieniveau. Heeft gedegen kennis van (lokale) sociale kaart Heeft gevoel voor politiek/bestuurlijke verhoudingen Competenties Visie en strategisch kunnen denken en handelen Helikopterview klantgericht resultaatgericht proactief, ondernemend en vernieuwend Pagina 8 van 8 plan van aanpak implementatie aanpak multiprobleemgezinnen in Zaanstreek/ Waterland