Scheikundige nijverheid 2008



Vergelijkbare documenten
SECTORFOTO Verhuissector 2008 DEpaRTEmEnT WERk En SOCialE ECOnOmiE

Personenvervoer 2008

Audiovisuele sector 2008

SECTORFOTO Uitzendsector 2008 DEpaRTEmEnT WERk En SOCialE ECOnOmiE

Grafische nijverheid 2008

SECTORFOTO. Goederenvervoer en logistiek 2008

SECTORFOTO. Internationale Handel, Vervoer en Logistiek 2008

Vermakelijkheidsbedrijf 2008

SECTORFOTO. Kappers, fitness en schoonheidszorgen 2008

SECTORFOTO. Beheer van gebouwen en dienstboden 2008

Binnenscheepvaart 2008

SECTORFOTO Horeca 2008 DEpaRTEmEnT WERk En SOCialE ECOnOmiE

Lokale besturen 2008

Voedingsindustrie 2008

Metaal arbeiders 2008

Kleding en confectie 2008

SECTORFOTO Hout 2008 DEpaRTEmEnT WERk En SOCialE ECOnOmiE

SECTORFOTO. Autosector en aanverwante sectoren 2008

SECTORFOTO Textiel 2008 DEpaRTEmEnT WERk En SOCialE ECOnOmiE

SECTORFOTO 2012 LOKALE BESTUREN

GROEPSSECTORFOTO 2012

SECTORFOTO Bouw 2008 DEpaRTEmEnT WERk En SOCialE ECOnOmiE

SECTORFOTO Social profit 2008 DEpaRTEmEnT WERk En SOCialE ECOnOmiE

SECTORFOTO 2012 ELEKTRICIENS

SECTORFOTO 2012 INTERNATIONALE HANDEL

SECTORFOTO 2012 GROENE SECTOREN

SECTORFOTO 2012 SECTOR VAN DE KAPPERS, FITNESS EN SCHOONHEIDSZORGEN

SECTORFOTO 2012 AUDIOVISUELE SECTOR

DE VLAAMSE ARBEIDSMARKT IN SECTORAAL PERSPECTIEF

SECTORFOTO 2012 SCHEIKUNDIGE NIJVERHEID

SECTORFOTO 2012 UITZENDSECTOR

SECTORFOTO 2012 GRAFISCHE SECTOR

SECTORFOTO 2012 PAPIER- EN KARTONBEWERKING

SECTORFOTO 2012 ANPC BEDIENDEN

SECTORFOTO 2012 BOUW

SECTORFOTO 2012 VERMAKELIJKHEIDSBEDRIJF

SECTORFOTO 2012 SOCIAL PROFIT

SECTORFOTO 2012 GLASBEDRIJF

SECTORFOTO 2012 METAALARBEIDERS

SECTORFOTO 2012 METAALBEDIENDEN

SECTORFOTO 2012 BINNENSCHEEPVAART

SECTORFOTO 2012 VOEDINGSNIJVERHEID

METHODOLOGISCH RAPPORT SECTOREN

SECTORFOTO 2012 TEXTIEL

SECTORFOTO 2012 DIAMANTNIJVERHEID- EN HANDEL

SECTORFOTO 2012 BEHEER VAN GEBOUWEN, DIENSTBO- DEN EN VASTGOEDMAKELAARS

Arbeidsmarkt in beeld

VLAAMSE ARBEIDSREKENING: METHODOLOGISCH RAPPORT BIJ DE HET AANTAL VESTIGINGEN MET PERSONEEL

FOCUS OP TALENT BAROMETER. Kansengroepen in cijfers

VERSO- Cahier 2/ 2014 Profiel van de medewerkers in de social profit

SECTORFOTO 2012 TEXTIELVERZORGING

SECTORFOTO 2012 HOUTSECTOREN

SECTORFOTO 2012 DIENSTENCHEQUEONDERNEMINGEN

SECTORFOTO 2012 AUTOSECTOR EN AANVERWANTE SECTOREN

De arbeidsmarkt in Vlaanderen: een ruimer (arbeidsmarkt)kader

SECTORFOTO 2012 BETONINDUSTRIE

De Vlaamse sectorconvenants in cijfers

SECTORFOTO 2012 HORECASECTOR

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2016

Korte schets van de problematiek

2.2.1 Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR GRAFISCHE NIJVERHEID, PAPIER EN KARTON

SECTORFOTO 2012 KLEDING & CONFECTIE

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR CHEMIE, RUBBER & KUNSTSTOF

Diversiteitsplannen. Maatregel. Impact van de maatregel

DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE. Kerncijfers Vergrijzing en Werkzaamheid Versie 20 juni 2013

Diversiteitsplannen. Maatregel

De Vlaamse sectorconvenants in cijfers

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR ENERGIE, WATER EN AFVALVERWERKING

Werkgroep Arbeidsmarkt Onderwijs

Lerend werken, werkend leren

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR TRANSPORT, LOGISTIEK EN POST

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2015

NOVEMBER 2014 BAROMETER

Individuele beroepsopleiding (in een onderneming) (IBO) - Aanwervingen en stopzettingen tweede kwartaal 2017

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS

BAROMETER JUNI Kansengroepen blijven een structureel knelpunt 1

Statistieken. Een blik op de tewerkstelling in de paritaire comités van de metaalsector

I B O. Een werknemer op maat gemaakt. 1. IBO = training-on-the-job. IBO = 'werkplekleren' IBO = 'een werknemer op maat'

De tewerkstelling en werknemersstromen in het paritair comité voor bedienden in de zelfstandige kleinhandel (PC 201)

Sectorrapport: Social Profit

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR HORECA & TOERISME

Sectoren / paritaire comités Methodologie

TRAINING & OPLEIDING Opleidingen in de lift: + 25% in 2001

SECTOR HOUT- EN MEUBELINDUSTRIE

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2017

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt in de logistiek

SECTOR INFORMATICA, MEDIA EN TELECOM

Trends op de Belgische arbeidsmarkt ( )

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR VERVAARDIGING VAN BOUWMATERIALEN

Sectoranalyse Horeca 2012

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Jaarverslag Herplaatsingsfonds. 1.1 Aanvragen voor outplacementbegeleiding

Diversiteit in de horecasector 2011

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt

Diversiteitsplannen. Volgende tabel geeft een beknopt overzicht van de soorten loopbaan- en plannen (LDP s). SUBSIDIE LOOPTIJD VOOR WIE

Werknemersstromen op de sectorale arbeidsmarkt

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR OVERIGE INDUSTRIE

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie

Transcriptie:

SECTORFOTO Scheikundige nijverheid 2008 Departement Werk en Sociale Economie

Colofon Samenstelling: Vlaamse overheid Beleidsdomein Werk en Sociale Economie Departement Werk en Sociale Economie Koning Albert II-laan 35 bus 20 1030 Brussel Tel 02/553 42 56 sectorconvenants@vlaanderen.be Verantwoordelijke uitgever: Dirk Vanderpoorten Secretaris-generaal Depotnummer: D/2008/3241/336 Lay-out: Vingerhoets.com Uitgave: december 2008

Synthese In 2007 werkten 81.954 werknemers in de Vlaamse chemiesector, die daarmee een aandeel van 4% in de totale loontrekkende tewerkstelling in Vlaanderen heeft. Het aantal werknemers in de sector blijft relatief stabiel ten opzichte van de voorgaande jaren. De chemiesector is een overwegend mannelijke sector, met 70% mannelijke werknemers. Ook dit aantal stabiliseert, want 70% van de nieuw ingestroomde werknemers in 2007 waren mannen. Slechts 5,5% van de werknemers in de chemische nijverheid zijn jonger dan 25 jaar, tegenover een Vlaams gemiddelde van 11,1% jonge werknemers. Het gros van de tewerkstelling in de sector is te vinden in grote bedrijven met meer dan 200 werknemers. In 2007 ontving VDAB 2.607 vacatures uit de scheikundige nijverheid, voornamelijk voor geschoold personeel. Uit de vacature-analyse blijkt dat deze vacatures relatief moeilijk ingevuld raken. 33 van de 56 beroepen in de chemische sector waarvoor VDAB in 2007 vacatures ontving, zijn knelpuntberoepen. De jobmobiliteit in de chemiesector is relatief beperkt. Ten opzichte van het Vlaamse gemiddelde komen er jaarlijks weinig werknemers bij (8,9%), en gaan er weinig weg (9,4%). In 2007 werden 167 IBO s opgestart in de sector, slechts 1,1% van alle IBO s in Vlaanderen. In 2006 heeft 69% van de werknemers in de chemische industrie deelgenomen aan een opleiding, tegenover een Vlaams gemiddelde van 32,5%. 3

Voorwoord Sectoren zijn een belangrijke motor in het Vlaamse arbeidsmarktbeleid. We denken hierbij bijvoorbeeld aan acties in het kader van diversiteit, opleiding van werknemers en toeleiding van leerlingen en werkzoekenden naar de arbeidsmarkt. Via de sectorconvenants (protocollen tussen de Vlaamse Regering en sectoren) engageren de sectorale sociale partners zich om de prioriteiten van het arbeidsmarktbeleid mee gestalte te geven. Op die manier werkt het sectorale beleid versterkend ten aanzien van het Vlaamse arbeidsmarktbeleid. In 2001 werd de eerste generatie sectorconvenants afgesloten in het kader van het Vlaams Werkgelegenheidsakkoord 2001-2002. De bestaande samenwerking van de Vlaamse Regering met de sectoren d.m.v. sectorconvenants werd later telkens verlengd en uitgebreid op basis van de volgende Werkgelegenheidsakkoorden. Anno 2008 is het vooral de Competentieagenda die inspirerend werkt op de werking van de sectorconvenants. Via de sectorconvenants trachten de sectoren meer mensen aan het werk te krijgen en houden en elk talent te (h)erkennen, ontwikkelen en benutten. Om de sectorconvenants en de sectoren te kunnen plaatsen binnen een socio-economisch kader, worden sectorfoto s gemaakt die we ter beschikking stellen van de sectoren en publiek maken via de portaalsite www.werk.be. Op deze website kan u ook de gehanteerde cijferreeksen en uitleg bij de methodologie terugvinden. We geloven namelijk in de sectorfoto s als steunpunt én hefboom om in overleg met de sectoren en vanuit een sectorale invalshoek een strategische visie te ontwikkelen als antwoord op de huidige en toekomstige uitdagingen van de arbeidsmarkt. Sectoren krijgen aan de hand van de sectorfoto s zicht op de realiteit in hun sector en op hun positie ten opzichte van het Vlaamse gemiddelde. Dit kan inspirerend werken bij de totstandkoming van nieuwe sectorconvenants (verlengingen) of kan sectoren aanzetten om tussentijds bij te sturen. Alle gepubliceerde sectorfoto s werden eerst gekeurd en goed bevonden door de sectorale sociale partners. We beseffen dat de onderstaande cijfers, tabellen en grafieken geen perfecte weergave zijn van de sectorale dynamiek. Misschien had uzelf als fotograaf vanuit een ander perspectief een andere kadering gekozen of gefocust op andere elementen. We nodigen u dan ook uit om dit instrument gaandeweg samen met ons te blijven versterken. We hopen met deze snapshots alvast het sectoraal beleid verder te inspireren. Dirk Vanderpoorten Secretaris generaal, departement Werk en Sociale Economie 4

Inhoudsopgave SYNTHESE 3 VOORWOORD 4 INHOUDSOPGAVE 5 1. INLEIDING 6 2. HET AANTAL VLAAMSE WERKNEMERS 7 3. AANTAL JOBS EN VESTIGINGEN IN VLAANDEREN 9 4. KENMERKEN VAN DE BEROEPEN EN VACATURES 11 5. JOBMOBILITEIT 14 6. OPLEIDINGSINSPANNINGEN 19 7. DE INDIVIDUELE BEROEPSOPLEIDING IN DE ONDERNEMING 20 8. DIVERSITEITSPLANNEN 22 Figuren 1: Verdeling van de Vlaamse werknemers naar achtergrondkenmerken (2007) 8 2: Verdeling van de jobs naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005) 9 3: Werknemersstromen in de scheikundige nijverheid (Vlaams Gewest, 2003-2004) 16 4: Werknemersstromen naar statuut (Vlaams Gewest, 2003-2004) 18 Tabellen 1: Evolutie van het totale aantal Vlaamse werknemers in de chemiesector (2005-2007) 7 2: Aantal Vlaamse werknemers en verdeling naar achtergrondkenmerken (2007) 8 3: Verdeling van de jobs naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005) 9 4: Verdeling van de vestigingen naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005) 10 5: Faillissementen in de chemiesector (Vlaams Gewest, 2006-2007) 10 6: Kenmerken van de ontvangen vacatures in de chemiesector (Vlaams Gewest, 2007) 11 7: Overzicht van de belangrijkste beroepen en vacatures in de chemiesector (Vlaanderen, 2007) 12 8: Instroom van werkzoekenden naar achtergrondkenmerken (Vlaams Gewest, 2007) 14 9: Werknemersstromen in de scheikundige nijverheid (Vlaams Gewest, 2003-2004) 15 10: Werknemersstromen naar statuut (Vlaams Gewest, 2003-2004) 17 11: 0pleidingsinspanningen in de bedrijven in de chemiesector (België, 2006) 19 12: Kenmerken van de opgestarte IBO s (Vlaams Gewest, 2007) 20 13: Diversiteitsplannen (Vlaams Gewest, 2007) 22 5

1. Inleiding De werknemers van de chemiebedrijven behoren tot het PC 116 (chemische nijverheid) en het PC 207 (chemische nijverheid voor bedienden). De werkgevers worden gegroepeerd onder werkgeverskengetallen 087 en 187. Deze sector betreft werknemers, werkzaam in de nace-activiteiten chemische nijverheid (24), rubber- en kunststofnijverheid (25), groothandel in farmaceutische producten (51.46) en groothandel in chemische producten (51.55). De data-bestanden waarmee de cijfers uit deze sectorfoto opgemaakt zijn, zijn steeds afgebakend volgens óf paritair comité óf nace-code óf werkgeverskengetal. Een afbakening volgens paritair comité geeft gewoonlijk een licht andere populatie dan bij een afbakening op basis van nace-code of werkgeverskengetal, maar dit verschil is eerder klein, en staat een correcte interpretatie van de cijfers niet in de weg. De resultaten van de analyse worden per sector steeds afgewogen tegen een gemiddelde voor alle sectoren samen. Hierdoor kan vastgesteld worden of de sector beneden- of bovengemiddelde cijfers haalt voor de verschillende indicatoren. De sectorfoto biedt zo een globaal cijfermatig portret van de sector. Een uitgebreide toelichting over de gebruikte methodologie/bronbestanden kan u terugvinden op www.werk.be. De cijfers die in deze sectorfoto gebruikt worden, evenals in de sectorfoto s van andere sectoren, worden u integraal online aangeboden. Ook de sectorfoto s zijn downloadbaar in pdf-formaat. 6

2. Het aantal Vlaamse werknemers Voor het berekenen van het aantal loontrekkende werknemers in de chemiesector maken we gebruik van de gecentraliseerde statistieken van de RSZ 1. In deze statistieken wordt geteld met aantal werknemers naar woonplaats. De afbakening is gebeurd op basis van PC 116 en PC 207. De chemiesector telde in het tweede kwartaal van 2007 81.954 Vlaamse loontrekkende werknemers in Vlaanderen. In alle sectoren samen waren op dat moment 2.045.049 loontrekkende Vlamingen actief. De chemiesector is dus goed voor een aandeel van 4,0% van alle Vlaamse loontrekkenden. Ten opzichte van 2005 is het aantal loontrekkenden met 325 personen gedaald, wat neerkomt op een daling van -0,4% op 2 jaar tijd. Na een meer uitgesproken daling van de tewerkstelling in de voorgaande jaren lijkt de tewerkstelling in de sector dus inmiddels wat te stabiliseren. Toch lijkt de chemische nijverheid de algemene, dalende trend in de industriële sectoren enigszins te volgen. Tabel 1: Evolutie van het totale aantal Vlaamse werknemers in de chemiesector (2005-2007) 2005 2006 2007 Chemiesector (n) 82.234 82.495 81.954 (%) +0,3% -0,7% Secundaire sector (n) 533.119 532.372 529.258 (%) -0,1% -0,6% Alle sectoren (n) 1.992.293 2.014.451 2.045.049 (%) +1,1% +1,5% Bron: Gecentraliseerde statistiek RSZ-DMFA, toestand op 30/06/2005-2007 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE) In de chemiesector zijn meer mannen dan vrouwen tewerkgesteld: ruim 7 op de 10 loontrekkenden is man en bijna 3 op de 10 loontrekkenden is vrouw, tegenover 54,8% mannen en 45,2% vrouwen gemiddeld in het Vlaams Gewest. De chemiesector telt meer bedienden dan arbeiders: 41,6% van de loontrekkende werknemers heeft een arbeidersstatuut en 58,4% heeft een bediendestatuut. Dit komt ongeveer overeen met de verdeling in heel Vlaanderen. Jongeren zijn relatief ondervertegenwoordigd in de chemiesector: slechts 5,5% van de loontrekkende werknemers is jonger dan 25 jaar, tegenover 9,8% gemiddeld in het Vlaams Gewest. De vertegenwoordiging van 50-plussers is ongeveer gelijk aan het Vlaamse gemiddelde. In de chemiesector is 85% van de loontrekkende werknemers actief in een voltijds arbeidsregime, wat een oververtegenwoordiging is in vergelijking met het gemiddelde in het Vlaams Gewest (67,4%). 1 De gecentraliseerde statistieken worden opgemaakt op basis van de onderneming als een homogeen geheel en worden geteld naar personen. Hierdoor worden dubbeltellingen door personen met meerdere jobs uitgezuiverd. 7

Tabel 2: Aantal Vlaamse werknemers en verdeling naar achtergrondkenmerken (2007) Chemiesector Totaal Vlaams Gewest n % % Totaal aantal 81.954 100,0 100,0 (n=2.045.049) Geslacht Mannen 57.629 70,4 54,8 Vrouwen 24.280 29,6 45,2 Statuut Arbeiders 34.086 41,6 38,7 Bedienden 47.823 58,4 48,5 Ambtenaren - - 12,8 Leeftijdsklasse 18-24 jaar 4.503 5,5 9,8 25-49 jaar 61.957 75,6 69,2 50-64 jaar 15.355 18,7 20,1 Andere (-18 en +65) 94 0,1 0,8 Arbeidsregime Voltijds 69.632 85,0 67,4 Deeltijds 12.266 15,0 28,7 Speciaal regime 11 0,0 3,8 Bron: Gecentraliseerde statistiek RSZ-DMFA, toestand op 30/06/2007 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE) Figuur 1: Verdeling van de Vlaamse werknemers naar achtergrondkenmerken (2007) Vrouwen Vrouwen Ambtenaren Andere 50-64 Andere 50-64 Speciaal regime Deeltijds Deeltijds 100% 90% 80% 70% 60% Bedienden Bedienden 50% 40% 30% Mannen Chemie Mannen Vlaams Gewest Arbeiders Chemie Arbeiders Vlaams Gewest 25-49 18-24 Chemie 25-49 18-24 Vlaams Gewest Voltijds Chemie Voltijds Vlaams Gewest 20% 10% 0% Geslacht Statuut Leeftijd Arbeidsregime Bron: Gecentraliseerde statistiek RSZ-DMFA, toestand op 30/06/2007 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE) 8

3. Aantal jobs en vestigingen in Vlaanderen De cijfergegevens betreffende het aantal jobs en inrichtingen zijn gebaseerd op de gedecentraliseerde statistieken van de RSZ. Binnen deze statistieken telt men met arbeidsplaatsen naar werkplaats. De afbakening is gebeurd op basis van werkgeverskengetallen 087 en 187. In 2005 is de chemiesector goed voor een totaal van 81.972 jobs of 5,3% van het totale aantal jobs in de Vlaamse privésector. Meer dan de helft van de loontrekkende jobs (52,3%) in de chemiesector zijn gesitueerd in grote ondernemingen met meer dan 200 jobs, wat relatief hoger is dan gemiddeld in de Vlaamse privésector (29,4%). 19,4% van de jobs in loondienst in de chemiesector zijn terug te vinden in kleine ondernemingen met minder dan 50 jobs, tegenover 47,1% gemiddeld in de Vlaamse privésector. Tabel 3: Verdeling van de jobs naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005) Chemiesector Totaal Vlaams Gewest Ondernemingsgrootte n % % Totaal 81.972 100,0 100,0 (n=1.544.659) 1 tot 4 jobs 2.046 2,5 10,8 5 tot 9 jobs 2.199 2,7 9,7 10 tot 19 jobs 3.463 4,2 10,6 20 tot 49 jobs 8.223 10,0 16,1 50 tot 99 jobs 9.432 11,5 12,2 100 tot 199 jobs 13.719 16,7 11,3 200 tot 499 jobs 16.474 20,1 13,7 500 tot 999 jobs 12.211 14,9 7,5 Meer dan 1.000 jobs 14.205 17,3 8,3 Bron: Gedecentraliseerde statistiek RSZ, toestand op 31/12/2005 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE) Figuur 2: Verdeling van de jobs naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005) 25% 1,8% 10,8% 9,7% 10,6% 10,0% 16,1% 11,5% 12,2% 16,7% 11,3% 20,1% 14,9% 7,5% 17,3% 8,3% 20% 15% 10% 2,5% 2,7% 4,2% 5% 1-4 5-9 10-19 20-49 50-99 100-199 200-499 500-999 +1.000 0% Ondernemingsgrootte (aantal werknemers) Chemie privésector Bron: Gedecentraliseerde statistiek RSZ, toestand op 31/12/2005 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE) 9

In tabel 4 vinden we de verdeling van de inrichtingen naar ondernemingsgrootte. Het gaat hier om alle vestigingen van alle bedrijven, niet om de bedrijven in hun geheel. In 2005 telt de chemiesector 1.694 inrichtingen, wat goed is voor 1,2% van het totale aantal inrichtingen in de Vlaamse privésector. De inrichtingen van de chemiesector hebben een beperkt aandeel in het totaal omdat de sector veel grote bedrijven telt. Tabel 4: Verdeling van de vestigingen naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005) Chemiesector Totaal privésector Ondernemingsgrootte n % % Totaal 1.694 100,0 100,0 (n=141.744) 1 tot 4 jobs 734 43,3 65,9 5 tot 9 jobs 238 14,0 16,2 10 tot 19 jobs 216 12,8 8,5 20 tot 49 jobs 229 13,5 5,8 50 tot 99 jobs 110 6,5 1,9 100 tot 199 jobs 88 5,2 0,9 200 tot 499 jobs 54 3,2 0,5 500 tot 999 jobs 17 1,0 0,1 Meer dan 1.000 jobs 7 0,4 0,0 Onbekend 1 0,1 0,2 Bron: Gedecentraliseerde statistiek RSZ, toestand op 31/12/2005 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE) De onderstaande tabel bevat de faillissementen in de chemiesector 2. De sector werd hier afgebakend op basis van nace-codes 24 en 25. In 2007 gingen slechts 6 scheikundige bedrijven failliet in Vlaanderen, de helft minder dan het vorige jaar. Één van deze 6 bedrijven was evenwel een bedrijf met tussen de 200 en 500 werknemers, wat de impact op de tewerkstelling in de sector veel groter maakt. Tabel 5: Faillissementen in de chemiesector (Vlaams Gewest, 2006-2007) Aantal werknemers totaal aandeel 1 tot 4 5 tot 9 10 tot 19 20 tot 49 50 tot 99 100 tot 199 200 tot 499 500 tot 999 +1.000 gn. wn. 2006 12 0,3% 4 4-2 - - - - - 2 2007 6 0,2% 3 - - - - - 1 - - 2 Bron: FOD Economie ADSEI (Bewerking Departement WSE) 3 Het betreft enkel faillissementen van bedrijven waarvan het adres van de maatschappelijke zetel gelegen is in Vlaanderen. Voor sommige sectoren zijn deze cijfergegevens een onderschatting omdat de maatschappelijke zetel dikwijls in Brussel gelegen is. 10

4. Kenmerken van de beroepen en vacatures Voor de afbakening van de scheikundige sector maakt de VDAB gebruik van een indeling naar werkgeverskengetallen 087 en 187. Het betreft vacatures uit het normaal economisch circuit zonder interimopdrachten. Zowel de vacatures uit het AMI-systeem, die beheerd worden door consulenten van de VDAB, als de vacatures uit Jobmanager, die door de werkgever zelf worden ingevoerd, zijn opgenomen in de cijfers. Bij de interpretatie van de gegevens dient men rekening te houden met het feit dat de sectoren ook andere pistes bewandelen in hun aanwervingsbeleid. Tabel 6: Kenmerken van de ontvangen vacatures in de chemiesector (Vlaams Gewest, 2007) Chemiesector Vlaanderen n % % Totaal 3.505 100,0 100,0 (n=281.661) Vestigingsplaats bedrijf Antwerpen 1.029 39,5 23,3 Vlaams-Brabant 201 7,7 12,7 West-Vlaanderen 436 16,7 25,8 Oost-Vlaanderen 532 20,4 18,6 Limburg 347 13,3 9,0 Buiten Vlaanderen 62 2,4 10,5 Studieniveau 3 Laag 764 29,3 45,3 Midden 1.107 42,5 22,0 Hoog 736 28,2 32,7 Gevraagde ervaring <6 maanden 1.690 64,8 60,1 6 maanden - 2 jaar 629 24,1 26,1 +2 jaar 288 11,0 13,8 Jobkanaal 4 119 7,2 8,0 Bron: VDAB (Bewerking departement WSE) Gezien de concentratie van de chemische industrie in Antwerpen is het begrijpelijk dat 39,5% van de ontvangen vacatures daar te vinden is. In de chemiesector is men voornamelijk op zoek naar gekwalificeerd personeel. Meer dan 40% van de ontvangen vacatures in de chemiesector is bestemd voor middengeschoolden, tegenover 22% gemiddeld in Vlaanderen. Het gaat hier dan voornamelijk om technisch geschoolde mensen, waar veel vraag naar is in de industriële sector. In de chemische industrie komen laaggeschoolden in aanmerking voor ongeveer 30% van de ontvangen vacatures, wat een ondervertegenwoordiging is in vergelijking met het gemiddelde aantal vacatures waarvoor laaggeschoolden in aanmerking komen (45,3%). 3 Definitie onderwijsniveau: (1) laag: max. secundair onderwijs 2de graad of wanneer geen minimum studienveau vermeld werd door de werkgever; (2) midden: secundair 3de of 4de graad; (3) hoog: hoger onderwijs. 4 Jobkanaal is een rekruteringskanaal dat zich exclusief richt op werkzoekende ouderen, personen met een handicap en allochtonen. Het aandeel wordt berekend door het aantal vacatures ontvangen via jobkanaal te delen door het totaal aantal vacatures in het AMI-systeem (vacatures in beheer van VDAB-consulenten), dus exclusief jobmanager. 11

Voor bijna 65% van de vacatures die VDAB in 2007 van de sector ontving was nauwelijks of geen ervaring vereist. VDAB ontving 119 vacatures van de chemiesector via Jobkanaal, 4,6% van alle vacatures uit de sector. Van alle vacatures die VDAB in 2007 registreerde, waren 8% via Jobkanaal ontvangen. Voor 56 beroepen in de chemiesector werden in 2007 minstens 10 vacatures ontvangen. In totaal waren er 2.607 vacatures (uit het NEC zonder interim) voor de chemiesector, dit is 0,9% van het totale aantal vacatures bij VDAB uit het NEC zonder interim in heel Vlaanderen. In vergelijking met het sectoraandeel in de totale Vlaamse werkgelegenheid (4%) is dit eerder beperkt. De sector lijkt in haar aanwervingsbeleid naast VDAB ook andere pistes te bewandelen. 33 van de 56 beroepen zijn volgens VDAB knelpuntberoepen, waarvan enkele sectorspecifieke knelpuntberoepen, zoals chemievakman, technicus kunststoffen en plastiekextrusiemachinebediener. Volgens de VDAB-analyse van knelpuntvacatures raken deze jobs moeilijk ingevuld omdat de kandidaten schaars zijn en ze ook druk gesolliciteerd worden door andere sectoren. Het gaat hier vooral om technisch geschoolde werknemers. Voor het beroep van plastiekextrusiemachinebediener is de sector verantwoordelijk voor 51,3% van alle vacatures in Vlaanderen. Voor het beroep van chemievakman-productie en chemievakman-controlekamer vertegenwoordigt de sector respectievelijk 68,5% en 53,8% van alle ontvangen vacatures in Vlaanderen. Andere jobs die we vooral in de chemische sector vinden zijn helper chemievakman (59,4%), technicus kunststoffen (52,2%) en helper kunststofarbeider (38,9%). Bij de andere 50 beroepen is de chemiesector goed voor minder dan een kwart van de ontvangen vacatures in Vlaanderen. Tabel 7: Overzicht van de belangrijkste beroepen en vacatures in de chemiesector (Vlaams Gewest, 2007) Ontvangen vacatures in 2007 Knelpunt Vlaams Gewest Sector Aandeel Productiearbeider 4396 265 6,0% Technicus - productieoperator ja 1049 194 18,5% Vertegenwoordiger ja 7201 134 1,9% Chemievakman - productie ja 127 87 68,5% Magazijnarbeider onderdelen en wisselstukken - opslag- en ja 3047 85 2,8% stapelplaatsen Administratieve bediende 9470 83 0,9% Laborant 719 82 11,4% Commercieel bediende ja 6020 67 1,1% Onderhoudsmecanicien en hersteller machines en ja 2059 56 2,7% industriele installaties Ingenieur ja 3846 53 1,4% Technicus industriele scheikunde ja 272 53 19,5% Klantendienstmedewerker - verkoopsassistent 2695 53 2,0% Verkoper 11037 50 0,5% Technicus elektromechanica ja 1371 42 3,1% Bediende planning en logistiek ja 1544 42 2,7% Plastiekextrusiemachinebediener ja 76 39 51,3% 12

Ontvangen vacatures in 2007 Knelpunt Vlaams Gewest Sector Aandeel Schoonheidsspecialist(e) 660 39 5,9% Technicus ja 1796 38 2,1% Verkoopsverantwoordelijke - sales-manager 1994 37 1,9% Bestuurder van trekker met oplegger ja 1269 32 2,5% Handlanger (halfzwaar werk) 1238 31 2,5% Inpakker met de hand 1689 30 1,8% Bediener van heftruck ja 1112 27 2,4% Productieverantwoordelijke ja 1626 26 1,6% Accountmanager 2257 24 1,1% Directie-assistent verkoop - marketing - publiciteit 490 22 4,5% Kwaliteitscontroleur 833 21 2,5% Bediener van metaalwerktuigmachines (productie) ja 605 21 3,5% Helper kunststofarbeider 54 21 38,9% Helper chemievakman 32 19 59,4% Uitvoerend bediende 2365 18 0,8% Magazijnbediende 1148 18 1,6% Winkelverkoper - aanvuller - kassier 4873 18 0,4% Technisch-administratief bediende ja 1882 16 0,9% Insteller- bediener automatische of cnc gestuurde metaalwerktuigmachines ja 867 15 1,7% Ingenieur scheikunde ja 213 14 6,6% Specialist milieustudie 163 14 8,6% Analist - informatica ja 811 14 1,7% Chemievakman - controlekamer ja 26 14 53,8% Ingenieur elektromechanica ja 1557 13 0,8% Bestuurder zware vrachtwagen - vaste wagen (+ 7,5 ton) ja 615 13 2,1% Bio-ingenieur of landbouwkundig ingenieur 192 12 6,3% Technicus kunststoffen ja 23 12 52,2% Technicus meet- en regeltechniek en automatisatie ja 566 12 2,1% Kwaliteitsverantwoordelijke 555 12 2,2% Bestuurder van zware vrachtwagen met aanhangwagen ja 893 12 1,3% Insteller bediener van een inpakmachine 242 12 5,0% Orderpicker distributiesector 1527 12 0,8% Verantwoordelijke logistiek 601 11 1,8% Dispatcher transportplanner ja 593 11 1,9% Filiaalhouder of handelszaakbeheerder ja 2388 11 0,5% Bestuurder lichte vrachtwagen - vaste wagen (max. 7,5 ton) ja 744 11 1,5% Ingenieur mechanica ja 806 10 1,2% Boekhouder ja 2605 10 0,4% Insteller- bediener van metaalwerktuigmachine ja 106 10 9,4% Industrieel schoonmaker ja 563 10 1,8% Bron: VDAB 13

5. Jobmobiliteit Dankzij de VDAB-gegevens kan de instroom van de werkzoekenden worden beschouwd die op het begin van de maand als werkzoekende zijn ingeschreven en die op de laatste dag van de maand aan het werk is volgens DIMONA. De koppeling met de nace-codes geeft ons aan in welke sector en welke activiteit de werkzoekende is ingestroomd. In deze bespreking maken we gebruik van de jaargegevens voor 2007 6 en wordt de instroom naar uitzendarbeid buiten beschouwing gelaten. De chemiesector wordt hier afgebakend aan de hand van nace-codes 24 en 25. Tabel 8: Instroom van werkzoekenden naar achtergrondkenmerken (Vlaams Gewest, 2007) Chemiesector Alle sectoren Totale populatie werkzoekenden 6 n % % % Totaal 2.257 100,0 100,0 (n=268.785) 100,0 (n=180.396) Geslacht Mannen 1.602 71,0 47,1 46,6 Vrouwen 655 29,0 52,9 53,4 Leeftijdsklasse -25 jaar 726 32,2 31,3 20,4 25-39 jaar 784 34,7 39,6 32,6 40-49 jaar 342 15,2 18,3 21,7 +50 jaar 405 17,9 10,8 25,3 Studieniveau 7 Laag 834 37,0 42,2 51,9 Midden 842 37,3 35,3 32,8 Hoog 581 25,7 22,6 15,4 Allochtoon 8 193 8,6 14,9 19,7 Arbeidsgehandicapt 9 146 6,5 7,7 15,3 Werkloosheidsduur < 3 maanden 940 41,6 39,7 24,6 3-6 maanden 418 18,5 18,2 13,7 6 maanden - 1 jaar 346 15,3 16,6 15,1 1-2 jaar 243 10,8 12,7 14,7 2-5 jaar 261 11,6 10,8 23,0 + 5 jaar 49 2,2 1,9 8,9 Bron: VDAB (Bewerking departement WSE) 5 Deze jaargegevens worden berekend door het aantal instromers van de 12 maanden op te tellen. Dubbeltellingen zijn mogelijk. 6 Gemiddelde voor alle bij VDAB ingeschreven werkzoekenden in 2007. 7 Definitie onderwijsniveau: (1) laag: max. secundair onderwijs 2de graad of wanneer geen minimum studieniveau vermeld werd door de werkgever; (2) midden: secundair 3de of 4de graad; (3) hoog: hoger onderwijs 8 Definitie allochtoon: nationaliteit niet EU of op basis van naamherkenningsprogramma (voor Maghrebijnen en Turken) of op basis van eigen verklaring. 9 Definitie arbeidsgehandicapt: werkzoekende met Vlaams Fondsnummer of gedeeltelijk of zeer beperkt geschikt of studies BLO of BUSO. 14

Het mannelijke karakter van de chemische sector wordt bestendigd door de hoge mannelijke instroom. Slechts één op drie nieuw ingestroomde werknemers in 2007 was een vrouw. Er is een duidelijke oververtegenwoordiging van ouderen in de instroom naar de chemiesector. 17,9% van de instromers in 2007 was ouder dan 50, tegenover 10,8% gemiddeld over alle sectoren. 37 van de 100 werkzoekenden die instromen in de chemiesector zijn laaggeschoold, wat iets lager ligt dan het aandeel van alle Vlaamse laaggeschoolde werkzoekenden die instromen naar werk (42,2%) en een ondervertegenwoordiging is in vergelijking met de totale referentiepopulatie werkzoekenden (51,9%). Toch is dit nog een betrekkelijk groot aandeel, gezien het beperktere aandeel van de vacatures voor laaggeschoolden (29,3%). De instroom van middengeschoolden in de chemiesector (37,3%) is iets hoger dan gemiddeld in Vlaanderen (35,3%), maar uit de tabel rond de kenmerken van de vacatures weten we dat 42,5% van de ontvangen vacatures in de chemiesector bestemd is voor middengeschoolden. Ook voor hooggeschoolden is de instroom lager (25,7%) dan het aandeel van de vacatures voor hooggeschoolden (28,2%). Dit toont de moeilijkheden die de sector heeft om geschoolde werknemers te rekruteren. De instroom van allochtone (8,6%) en arbeidsgehandicapte (6,5%) werkzoekenden in de chemiesector ligt lager dan de gemiddelde instroom van allochtonen (14,9%) en arbeidsgehandicapten (7,7%). Ook aan de hand van het Datawarehouse van de KSZ kunnen in- en uitstroomgegevens berekend worden. De meest recente gegevens die momenteel beschikbaar zijn, zijn evenwel van 2003-2004. Deze gegevens hebben dan weer het voordeel dat ze niet enkel beperkt zijn tot die personen die gekend zijn bij VDAB, en dat ook de uitstroom uit de arbeidsmarkt bekend is. De sectoren worden afgebakend naar paritair comité, in dit geval paritaire comités 116 en 207. Tabel 9: Werknemersstromen in de scheikundige nijverheid (Vlaams Gewest, 2003-2004) Chemiesector Alle sectoren n % % Instroom 7.300 8,9 14,2 < 25 jaar 2.135 38,5 48,4 25-49 jaar 4.825 7,7 11,3 > 50 jaar 340 2,4 4,8 Interne mobiliteit 1.652 2,0 5,5 < 25 jaar 173 3,5 10,1 25-49 jaar 1.328 2,1 5,5 > 50 jaar 151 1,0 3,1 Uitstroom 7.778 9,4 13,1 < 25 jaar 927 21,3 34,5 25-49 jaar 4.902 7,8 10,8 > 50 jaar 1.949 12,4 11,9 Bron: Datawarehouse AM&SB bij de KSZ (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE) 15

Tussen 30 juni 2003 en 30 juni 2004 stroomden 7300 werknemers de chemische sector in. Samen vormden zij 8,9% van alle werknemers in de sector. 7778 werknemers, of 9,4% van alle loontrekkenden, verlieten in deze periode de sector. Nog eens 1652 mensen (2%) waren intern mobiel. Dit betekent dat zij van job veranderden of tijdskrediet opnamen, maar op 30 juni 2004 terug aan de slag waren binnen de sector. De chemische nijverheid is een sector met een relatief lage werknemersmobiliteit. De in- en uitstroomgraad en de interne mobiliteitsgraad liggen allen ruim onder het gemiddelde van alle sectoren (zie figuur 3). De enige uitzondering hierop is de uitstroomgraad bij 50-plussers, die hoger ligt dan in de andere sectoren. Figuur 3: Werknemersstromen in de scheikundige nijverheid (Vlaams Gewest, 2003-2004) 14,2 13,1 16% 14% 8,9 9,4 12% 10% 5,5 8% 6% 2,0 4% 2% Chemie Totaal Chemie Totaal Chemie Totaal 0% Instroom Interne mobiliteitsgraad Uitstroom Bron: Datawarehouse AM&SB bij de KSZ (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE) 16

Tabel 10: Werknemersstromen naar statuut (Vlaams Gewest, 2003-2004) Chemiesector Alle sectoren Instroom (n) (%) (%) Totaal 7.300 100,0 100,0 Instroom uit ander paritair comité 4.766 65,3 41,3 Instroom uit de uitzendsector (PC 322) (1.521) (31,9) (19,1) Instroom uit het aanvullend paritair comité (1.041) (21,8) (-) voor de bedienden (PC 218) Instroom uit de metaalsector (PC 111) (166) (3,5) (-) Instroom uit zelfstandig statuut 174 2,4 3,7 Instroom uit werkloosheid 484 6,6 14,7 Instroom uit tijdskrediet/loopbaanonderbreking 177 2,4 2,0 Instroom uit (brug)pensioen 15 0,2 0,7 Instroom uit ander statuut 11.714 60,4 37,6 Uitstroom Totaal 7.778 100,0 100,0 Uitstroom naar ander paritair comité 4.035 51,9 45,2 Uitstroom naar het aanvullend paritair comité (959) (23,8) (-) voor de bedienden (PC 218) Uitstroom naar de uitzendsector (PC 322) (735) (18,2) (14,1) Uitstroom naar de metaalsector (PC 111) (165) (4,1) (-) Uitstroom naar zelfstandig statuut 402 5,2 5,5 Uitstroom naar werkloosheid 992 12,8 17,5 Uitstroom naar tijdskrediet/loopbaanonderbreking 255 3,3 3,0 Uitstroom naar conventioneel brugpensioen 971 12,5 4,1 Uitstroom naar pensioen 287 3,7 6,5 Uitstroom naar ander statuut 836 10,7 18,3 Bron: Datawarehouse AM&SB bij de KSZ (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE) Meer dan 65% van de nieuw ingestroomde werknemers waren voorheen actief in een andere sector. Van de werknemers die de sector verlaten gaat meer dan de helft aan de slag als loontrekkende in een andere sector. Niet minder dan 31,9% van de werknemers die instroomden vanuit een andere sector werkten voordien met een uitzendcontract. Waarschijnlijk werkte een groot deel van deze mensen al in de chemische sector, al is dat niet zeker. Ook vanuit het paritair comité van de bedienden en vanuit de metaalsector is er een belangrijke instroom naar de chemie. De uitstroom concentreert zich in dezelfde sectoren. De in- en uitstroom van/naar werkloosheid is beperkter in de scheikundige nijverheid dan in de andere sectoren. De uitstroom naar conventioneel brugpensioen is opvallend groter dan gemiddeld (12,5% tegenover 4,1% gemiddeld). 17

Figuur 4: Werknemersstromen naar statuut (Vlaams Gewest, 2003-2004) 100% 80% 60% Ander statuut pensioen/brugpensioen 40% Tijdskrediet/ loopbaanonderbreking Werkloosheid 20% Zelfstandig statuut Chemie Alle sectoren Chemie Alle sectoren 0% ander paritair comité Instroom Uitstroom Bron: Datawarehouse AM&SB bij de KSZ (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE) 18

6. De opleidingsinspanningen Hieronder vinden we de opleidingsinspanningen in de chemische nijverheid. In tegenstelling tot de voorgaande hebben deze cijfers betrekking op België in z n geheel, en niet enkel op het Vlaams Gewest. De chemische nijverheid werd hier afgebakend aan de hand van nace-code 24. Deze gegevens zijn gebaseerd op de Sociale Balansen van 532 bedrijven uit de chemische nijverheid, 75,7% van alle bedrijven uit de sector die hun jaarrekeningen hebben ingediend 10. Tabel 11: Opleidingsinspanningen in de bedrijven in de chemiesector (België, 2006) Ondernemingen met opleidings-activiteiten % van totaal aantal ondernemingen Deelnemers aan een opleiding Opleidingskost Opleidingsuren % van de % van % van Gemiddelde gemiddelde personeelskosten Gemiddelde gewerkte per werkgelegenheid per uur ( ) uren deelnemer Chemie 34,2 69,0 1,80 57,9 1,48 32,0 Privésector totaal 4,8 32,5 1,08 46,8 0,71 29,6 Bron: Nationale Bank van België (Sociale Balansen CD-rom 2006) (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE) Wat opleidingsinspanningen betreft scoort de chemische industrie op alle vlakken bovengemiddeld. 34,2% van de chemische bedrijven biedt opleidingsactiviteiten aan zijn werknemers, en 69% van de werknemers namen in 2006 ook effectief deel aan een opleiding. De kost van de opleidingen in de sector bedroegen 1,8% van de totale personeelskost, waarmee de scheikundige nijverheid dicht bij de doelstelling van 1,9% komt. Werknemers uit de chemische industrie spenderen dubbel zo veel tijd aan hun opleiding dan gemiddeld in de Belgische privésector (1,48% van de gewerkte uren tegenover 0,71% gemiddeld). 10 Meer informatie over welke bedrijven jaarrekeningen en/of sociale balansen moeten indienen vindt u op de website van de Nationale Bank van België (www.nbb.be). 19

7. De individuele beroepsopleiding in de onderneming De tewerkstellingsmaatregel IBO staat voor individuele beroepsopleiding in de onderneming. Dit is een opleiding waarbij de cursist door de onderneming op de werkplek wordt getraind en begeleid. De IBO kan 1 tot 6 maanden duren, en tijdens deze opleiding betaalt de werkgever geen loon of RSZ, enkel een productiviteitsvergoeding. Na deze opleiding is het bedrijf verplicht de cursist een contract van onbepaalde duur te geven. Tabel 12: Kenmerken van de opgestarte IBO s (Vlaams Gewest, 2007) Chemiesector Vlaanderen n % % Totaal aantal IBO s 167 100,0 100,0 (n=14.718) Man 112 67,1 69,3 Vrouw 55 32,9 30,7 Studieniveau Laag 75 44,9 40,7 Midden 77 46,1 44,7 Hoog 15 9,0 14,6 Leeftijd -25 jaar 76 45,5 52,4 25-49 jaar 85 50,9 44,9 +50 jaar 6 3,6 2,7 Woonplaats Antwerpen 34 20,4 21,7 Vlaams-Brabant 10 6,0 12,5 West-Vlaanderen 50 29,9 19,1 Oost-Vlaanderen 45 26,9 25,5 Limburg 28 16,8 19,6 Buiten Vlaanderen 0 0,0 1,6 Werkloosheidsduur < 3 maanden 67 40,1 47,1 3-6 maanden 40 24,0 17,7 6 maanden - 1 jaar 26 15,6 16,4 1-2 jaar 20 12,0 11,0 2-5 jaar 12 7,2 6,5 + 5 jaar 2 1,2 1,3 Ondernemingsgrootte <10 werknemers 72 43,1 54,3 10-49 werknemers 66 39,5 25,4 50-199 werknemers 25 15,0 8,7 200-499 werknemers 4 2,4 4,6 >499 werknemers 0 0,0 7,1 Allochtonen 16 9,6 16,7 Arbeidsgehandicapten 7 4,2 6,4 Ongunstige stopzettingen 44 26,3 19,4 Bron: VDAB 20

In de chemiesector werden in 2007 167 IBO s opgestart, of 1,1% van alle opgestarte IBO s in Vlaanderen, wat relatief weinig is in vergelijking met het aandeel van de chemiesector in de Vlaamse privésector (4,0%). Twee op drie IBO s werden ingevuld door mannen, wat iets minder is dan dan gemiddeld in Vlaanderen (69,3%). Hoogggeschoolden waren in 2007 ondervertegenwoordigd in de IBO s, met 9% tegenover 14,6% in het totaal van alle sectoren. Jongeren waren licht ondervertegenwoordigd in de IBO s in de chemiesector. 45,5% van de IBO s werd opgestart voor een -25-jarige, in alle sectoren samen werden 52,4% van de IBO s opgestart door jongeren. 26,3% van de IBO s kenden een ongunstige stopzetting, wat heel wat meer is dan gemiddeld (19,4%). 21

8. Diversiteitsplannen Met een subsidiëring van diversiteitsplannen moedigt de Vlaamse Overheid ondernemingen en organisaties aan om werk te maken van een divers personeelsbeleid. Een diversiteitsplan kan afgesloten worden voor een enkele vestiging of voor een gans bedrijf met al haar vestigingen samen. In een diversiteitsplan worden streefcijfers voor de instroom, doorstroom en opleiding van doelgroepwerknemers vooropgesteld. Organisaties kunnen onder bepaalde voorwaarden een subsidie verkrijgen voor verschillende soorten plannen. Zo zijn er: Instapdiversiteitsplannen: opstap naar HR-beleid Diversiteitsplannen: meerdere diversiteitsbevorderende acties Groeidiversiteitsplannen: verankering van diversiteitsbeleid door opvolgacties Clusterdiversiteitsplannen: in meerdere bedrijven of bedrijfseenheden Tabel 13: Diversiteitsplannen in de horecasector (Vlaams Gewest, 2007) Instapplan Diversiteitsplan Clusterplan Groeiplan Totaal 2007 Chemiesector 3 7-2 12 Alle sectoren 257 186 88 89 620 2006 Chemiesector 3 2-1 6 Alle sectoren 251 184 36 56 527 Bron: Departement WSE In 2007 dienden 12 Vlaamse chemiebedrijven een diversiteitsplan in, een aandeel van 1,9% in het totaal. Het aantal diversiteitsplannen in de chemische nijverheid steeg tussen 2006 en 2007 met +100%, een sterkere stijging dan voor het geheel van alle sectoren (+17,6%). Een diversiteitsplan kan echter afgesloten worden voor een enkele vestiging of voor een gans bedrijf met al haar vestigingen samen. De verdubbeling van het aantal diversiteitsplannen betekent dus niet per se dat ook het aantal vestigingen met een diversiteitsplan verdubbeld is. 22

Samen talent in goede banen leiden Departement Werk en Sociale Economie