De geschiedenis van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam



Vergelijkbare documenten
deel 10 Naar de Kastanjesingel

Jaarverslag Stichting Het Nederlands Belastingmuseum"

Geconsolideerde tekst van de regeling

Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Tegenstrijdige opdrachten.

NEDERLANDSE BOND van FILATELISTEN-VERENIGINGEN BONDSBIBLIOTHEEK: REGLEMENT Pag. 1

NU in. Raadsvoorstel. Voorstel tot het vaststellen van het gemeentelijk borgstellingen- en geldleningsbeleid.

Beleidsplan Oudheidkundige Kring De Vier Ambachten

STATUTENWIJZIGING. Notariskantoor De Stigter Ref: /DS. : Stichting Rechtswinkel Rotterdam

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/299

Huishoudelijk reglement Heemkunde Voerendaal zoals gewijzigd en goedgekeurd op de algemene ledenvergadering van [datum]

Koninklijk Zeeuwsch Genootschap Der Wetenschappen (1768- )

Keramiekmuseum Princessehof Leeuwarden Verwervingsprocedure

De geschiedenis van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam

Huishoudelijk reglement Heemkundevereniging de Veersjprunk Onderbanken Zoals gewijzigd en goedgekeurd op de Algemene ledenvergadering op 13 april 2012

inachtneming van het bepaalde in artikel 4 voorlegt aan de geschillencommissie.

STICHTING GOOISE SCHOLEN FEDERATIE

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag.

PROF OF NIET, WE DELEN DEZELFDE PASSIE! Statuten stichting Voorbeelddocument

Samenvatting. Bekijk de uitspraak in eerste aanleg. 1. De procedure in hoger beroep

Huishoudelijk Reglement

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST LOCATIE SMITSWEG DORDRECHT. Tussen:

Purmerend, Aan de gemeenteraad van Purmerend, Inleiding en probleemstelling: U ontvangt hierbij voor de 2 e

Beantwoording vragen inzake overdracht van archiefmateriaal. Aan de Raad der gemeente Haarlem

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE VERENIGING HISTORISCH GENOOTSCHAP OUD SOETERMEER BESTUUR

Verzelfstandigingsovereenkomst Museum Jan Cunen. Gemeente Oss

Stichting Maritiem Museum Rotterdam Trustfonds

Afschrift. akte van NOTARISKANTOOR VAN DER STRAATEN & VAN DIJK BINNENMAAS VORDI.]RBAN I - MI.INSHEERENLAND

de naamloze vennootschap ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

STATUTEN VAN DE HISTORISCHE VERENIGING HARDENBERG E.O.

HUISHOUDELIJK REGLEMENT

Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk. Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen

TITEL II: LEDEN ART. 5

Stichting Nationaal Klok & Peel museum Asten H. A. van der Loo Ostadestraat WC ASTEN

Uittreksel uit het verslag van de algemene vergadering van 11 april Art. 1. De vereniging zonder winstoogmerk draagt als naam Zevenbunder.

Verzelfstandigingsovereenkomst Gemeente s-hertogenbosch Stichting Stedelijk museum s-hertogenbosch.

CONCEPT UITSLUITEND VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN

De colleges van de gemeenten Lisse, Noordwijk en Teylingen, een ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

Rijswijk DE OCTROOIGEMACHTIGDEN telefoon fax Beschikking A. - B.

RAAMOVEREENKOMST ( MoU 2 ) INZAKE ADO DEN HAAG

VOORGESCHIEDENIS EN INVENTARIS VAN HET ARCHIEF VAN DE BANK VAN LENING

HUISHOUDELIJK REGELEMENT

AKTE VAN VESTIGING HYPOTHEEK EN PANDRECHTEN

ARTIKELEN 1 T/M 14 VAN DE STATUTEN

COMPENSATIECOMMISSIE

Huishoudelijk reglement Heemkunde Voerendaal zoals gewijzigd en goedgekeurd op de algemene ledenvergadering van 17 mei 2017

Voorstel Instemmen met de Vaststellingsovereenkomst inzake terugbetaling commanditair kapitaal en toetreding tot STIVAM II

Belgische Vereniging voor Toxicologie en Ecotoxicologie v.z.w. Afgekort tot BELTOX STATUTEN

STATUTEN van de Volkstuindersvereniging "DE BEUKHOEVE", Gevestigd te Rotterdam. Naam en zetel. Artikel 1.

Algemeen. Naam, zetel en duur. Artikel 1

Satuten van het Broederschap der Notariële Studenten te Leiden

Akte op 23 juli 2008 verleden voor mr. H.A. Kraayenhof, notaris te Borculo.

Statuten Vogelwacht Utrecht

Ondergetekende: 1. de heer/mevr... (naam)... (beroep) geboren de heer/mevr... (naam)... (beroep) geboren... hierna te noemen 'partijen'

STATUTEN. van de HELLEVOETSLUIS

Stibbe VAN AANDEELHOUDERS GROOTHANDELSGEBOUWEN N.V.

STATUTEN NAAM EN ZETEL ARTIKEL

Generale regeling voor stichtingen en besloten vennootschappen van de Protestantse Kerk in Nederland. als bedoeld in ordinantie

STATUTEN Naam en Zetel: Artikel De vereniging is genaamd: Volleybal Club Oegstgeest V.C.O.. 2. Zij is gevestigd te Oegstgeest.

Contract van maatschap/samenuitbatingscontract

EXTRA KWALITATIEVE VERPLICHTINGEN ERFDIENSTBAARHEDEN EN/OF MANDELIGHEDEN VOORMALIGE BIOSCOOP LUMIÉRE TE MAASTRICHT

INBRENG IN de besloten vennootschap: UNIVÉ HET ZUIDEN BEMIDDELING B.V. gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal)

FINANCIEEL VERSLAG 3

Wet voor het Natuurkundig Gezelschap te Middelburg. Vastgesteld den 13 december Artikel 1.

Beleidsplan Vereniging van Vrienden van het Allard Pierson Museum

de ondergetekenden 1 en 2 gezamenlijk verder ook te noemen de aandeelhouders ;

SURINAME. WET OP DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST 1962 GOUVERNEMENTSBLAD van SURINAME NO. 106

Statuten STICHTING SERVICE INSTITUUT VEILIGHEID, ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN EN GEZONDHEID

Statuten. Vereniging: Wassenaarse Hengelsport Vereniging Gevestigd te Wassenaar.

ALGEMENE VOORWAARDEN

ECLI:NL:CRVB:2016:4659

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE VERENIGING SGP-jongeren

STATUTEN VZW VLAAMSE ONAFHANKELIJKE RUITERS

Statuten Stichting Lucas Onderwijs

STATUTEN VAN DE VERENIGING ARUBA TRIATLON ASSOCIATION NAAM, ZETEL EN DUUR, Artikel 1

*/RHO AKTE VAN SPLITSING IN APPARTEMENTSRECHTEN DONJON NOORD LAMBRASSE WIJCHEN

Statuten Soerens Belang

STATUTEN NEDERLANDS INSTITUUT VOOR BIOLOGIE

NAAM, ZETEL EN DUUR DOEL

Statuten van STICHTING Regtvast, statutair gevestigd te Amsterdam, zoals vastgesteld op 20 december 2012 voor mr. K. Stelling, notaris te Amsterdam.

WET van 3 juni 2002, houdende instelling van het Instituut voor Bevordering van Investeringen in Suriname (Wet Investsur) (S.B no. 41).

Hoofdstuk 1 : benaming, zetel, doel, duur

Stichting Vrienden van het Singer Museum Laren. ANBI publicatiestukken 2014 RSIN nummer juni CJu/ng/1

Levering van aandelen Artikel 7 1. Voor de levering van een aandeel, waaronder begrepen de verkrijging van een aandeel door de vennootschap, en de

EXTRA ALGEMENE LEDENVERGADERING Agenda

Museum. Pure veerkracht

Jaarverslaggeving 2013 Stichting Safeline te Lochem

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

Reglement. KMS Reglementen. Raad van Beroep. Raad van Beroep. Pagina: 1 van 7. Geldig per: Opgesteld: Wiebe Boekema

Inzake de bouw van (1) 1...(2) gevestigd te (17) gevestigd te.(5) nader te noemen de aannemer van de:. (6)

Stichting Westerwolds Monumentenfonds. Financieel verslag 2013


CONCEPT UITSLUITEND VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN INTENTIEVERKLARING. [ ], [ ], (kantoorhoudende [ ], te [ ],hierna te noemen: de Verkoper,

Akte Oprichting gecoördineerde versie

wensen en bedenkingen ex artikel 160 Gemeentewet bij notariële oprichtingsakte inclusief ontwerp-statuten Steinerbos B.V.

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de gemeente Wierden. Datum: 22 januari Rapportnummer: 2014/004

Overeenkomst van (ver)koop van aandelen. [naam vennootschap]

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. verder te noemen WSV De Merwede, vertegenwoordigd door C.T. Koot en H.L. van der Beem,

Werd overeengekomen een feitelijke vereniging op te richten, met onderstaande statuten.

TE KOOP. Mallumse molenweg 3, Eibergen

Rapport. Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/257

Transcriptie:

De geschiedenis van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam deel 9 Het contract met de Diergaarde J.G.B. NIEUWENHUIS * VERGADERING VAN HET MUSEUMBESTUUR IN DE KOFFIESERRE VAN DE DIERGAARDE, CA. 1955. ACHTERSTE RIJ VAN LINKS NAAR RECHTS: F. SIEUWERTSZ VAN REESEMA, VOORZITTER; E.J. NIEUWENHUIS, SECRE- TARIS-PENNINGMEESTER; DR M.J. ADRIANI. VOORSTE RIJ: F.C.J. FISCHER, J.A. NOOTEBOOM EN H.W. VINK. [FOTO: ARCHIEF J.G.B. NIEUWENHUIS] 34 1953 en 1954 In 1953 kreeg men van het lid F.C.J. Fischer de toezegging dat hij zijn standaardcollectie Trichoptera (schietmotten) aan het museum wilde schenken. Het betrof hier de grootste particuliere verzameling van dien aard in het land. Door verkregen subsidies kon het museum de geschikte laden hiervoor aanschaffen. Voorts ontving men van notaris C.M. Esser een grote verzameling eieren van inlandse vogels, waaronder zich een afgietsel van het ei van de uitgestorven reuzenalk bevond. Aan het eind van het jaar werden 176 leden geteld. Bij besluit van 29 juni 1954 stelde het gemeentebestuur een bedrag van f 22.800,- ter beschikking voor het herstellen van de ernstige gebreken aan het museumgebouw alsmede een jaarlijkse bijdrage van f 1500,- voor onderhoud. Inmiddels was de collectie Trichoptera ontvangen. Volgens Landsman kon deze worden beschouwd als de standaardcollectie voor Nederland en omvatte, op een gering aantal na, alle Nederlandse soorten. Het was op dat ogenblik de meest volledige verzameling van een insectenorde die het museum bezat. Ook ontving men van mevrouw De Harder een grote collectie ertsen. Aanwinsten 1955-1957 In 1955 werd een belangrijke collectie tropische vlinders geïnstalleerd, waarvoor de laden door diverse subsidies konden worden aangeschaft. Deze verzameling van de heer E.J. Nieuwenhuis omvatte in hoofdzaak vlinders uit het voormalige Nederlands-Indië en omringend gebied, alsmede veel materiaal uit Afrika. Door de heer * [J.G.B. Nieuwenhuis is oud-collectiebeheerder, en nog steeds archivaris van het Natuurmuseum Rotterdam] Nieuwenhuis werd deze verzameling regelmatig uitgebreid. Aanvankelijk ondergebracht in 300 grote insectenladen, werd dit later uitgebreid to 600 laden en in 1965 tot 675 laden. Van het Hulpfonds kreeg men enkele boekwerken ten geschenke waaronder het kostbare Oologia Neerlandica van Van Pelt Lechner. In het Correspondentieblad van de Nederlandse Malacologische Vereniging van december 1955 gaf de heer A.C. van Bruggen een enthousiaste beschrijving van de in het British Museum of Natural History te Londen tentoongestelde schelpenverzameling. Schrijver betreurde het ontbreken van een dergelijke expositie op dit gebied in Nederland, doch voegde hieraan toe, dat het beste op dit gebied in ons land werd gevonden in het Natuurhistorisch Museum te Rotterdam, dat in meer

opzichten een bezoek ten zeerste waard was. Het strekte het museumbestuur tot voldoening, dat de zo nauw behuisde collecties in het museum toch nog waardering in wetenschappelijke kringen bleken te hebben. Een woord van lof kwam toe aan de vroegere medewerker L.P. Pouderoyen, die destijds onze schelpenverzameling had opgesteld. In 1956 ontving men een schenking van het lid P.J. de Vree in de vorm van een collectie eieren van Nederlandse vogels. Van de heer A.W. Janssen kreeg men een uitgebreide verzameling recente en fossiele schelpen uit Nederland. Ook schonk hij een groot aantal beenderen van zoogdieren uit het Pleistoceen onder andere van de grottenbeer, steppenwisent, wolharige neushoorn en mammoet. Als voornaamste aanwinsten uit 1957 werden vermeld een gave onderkaak van een volwassen mammoet, gevonden te Heerenwaarden aan de Maas en door aankoop verkregen. Voorts van de heer E. de Vogel een braam, een zeldzame vissoort op onze kust. AKTE VAN SCHENKING VANDE COLLECTIE VOGELEIEREN DOOR NOTARIS C.M. ESSER, 20 DECEMBER 1953. Het samengaan met de Diergaarde en de bouw van het Dioramagebouw Reeds enige jaren werd aan een samenwerking met de Stichting Rotterdamse Diergaarde Blijdorp gedacht, welke plannen toen niet verder waren uitgewerkt, omdat de architect van de Diergaarde ir S. van Ravensteyn esthetische bezwaren had tegen het oprichten van een gebouw op het vijverterras en bovendien het aldus te verkrijgen pand voor het bewaren van alle verzamelingen niet voldoende groot en geschikt werd geacht. Nu het bestuur van de Diergaarde was begonnen met het maken van plannen voor het bouwen een aquarium en in principe bereid was huisvesting te verlenen aan het Natuurhistorisch Museum, werden deze oude combinatieplannen wederom overwogen en wel in het licht van de nieuwe mogelijkheden. Men zou nu immers het museum kunnen splitsen, zoals dit reeds in zoveel buitenlandse musea het geval was. Er zou een afdeling moeten komen waar gestudeerd werd en waarin alle collecties en de bibliotheek bijeen zouden moeten komen en een andere, waar in natuurgetrouwe diorama s en fraaie vitrines steeds wisselende tentoonstellingen van opgezette dieren konden plaats vinden. Door de voorgenomen bouw van het aquarium zou er gelegenheid komen deze splitsing ook voor ons museum door te voeren en wel door het onderbrengen van de tentoonstelling en de diorama s in het vroeger reeds ontworpen museumgebouw op het vijverterras, tegen de bouw waarvan, zover men wist, geen esthetische bezwaren meer bestonden. De verzamelingen en de bibliotheek zouden onderdak moeten vinden in een verdieping, dat op het aquarium zou worden gebouwd. Deze beide ruimten werden samen viermaal zo groot als het huidige oppervlak van het museum aan de Mathenesserlaan en ook vanwege het feit dat het museum zich hoofdzakelijk richtte op de Nederlandse natuur, leek dit ruim voldoende. Met deze nieuwe mogelijkheid voor ogen werd uiteraard de financiële zijde van deze aangelegenheid nagegaan. De architect van de Diergaarde H.D. Bakker, die het ontwerp voor het aquarium aan het uitwerken was, meende dat de raming van de bouwsom kon worden gesteld op f 300.000,-. Het museumbestuur dacht aan de onkosten DE COLLECTIE ESSER VORMT NOG STEEDS HET HOOFDBESTANDDEEL VAN DE EIERVERZAMELING. HIER AFGEBEELD LEGSELS VAN KRAAIACHTIGEN. [FOTO: KEES MOELIKER] 35

te kunnen bijdragen door verkoop van het gebouw aan de Mathenesserlaan en met de resterende effecten. Ook hoopte men dat de gemeente bereid zou zijn de gelden uit het legaat Hoffmann ter beschikking van de museumvereniging te laten. Hiermee kwam men op een totaal van f 100.000,- zodat er dan nog een bedrag van f 200.000,- geleend zou moeten worden. En hiermee maakte het museumbestuur een kardinale fout. De gemeente had immers in 1935 het legaat Hoffmann ter beschikking gesteld aan de museumvereniging in de vorm van een renteloze geldlening, waarvoor het gebouw aan de Mathenesserlaan kon worden gekocht en waarvoor de vereniging een hypotheek moest nemen ten gunste van de gemeente. Zo lang deze lening niet was afgelost, en daartoe was de vereniging niet in staat vanwege de geringe inkomsten, bleven het gebouw en de effecten eigendom van de gemeente. In verband hiermede kon de vereniging dus onmogelijk een bedrag van f 100.000.- inbrengen. De architect van de Diergaarde kreeg de opdracht niet later dan in september 1955 met heien te beginnen, want de diergaarde wilde het aquarium/ museumgebouw in 1957 klaar hebben als de Diergaarde 100 jaar bestond. Naar aanleiding hiervan vroeg het museumbestuur bij schrijven van 12 maart 1955 aan de gemeente om hun standpunt te bepalen. Op 21 maart volgde een gesprek met de wethouder van Onderwijs en Volksontwikkeling A.J. van der Vlerk. Deze adviseerde om voor het bedrag van f 300.000,- een verhoging aan te vragen van het door de gemeente reeds gegarandeerde bedrag van f 1.100.000,- voor de bouw van het aquarium. Als tegenprestatie zou de museumvereniging het gebouw aan de Mathenesserlaan alsmede de effecten aan de gemeente moeten teruggeven ter vereffening van de schuld aan de gemeente. Het was inmiddels duidelijk geworden dat de burgemeester graag de beschikking wilde verkrijgen over het gebouw aan de Mathenesserlaan, omdat men dit wilde gebruiken voor uitbreiding van Museum Boijmans. Verwacht werd, dat de gemeente er heel wat voor over zou hebben om het pand, waarin het museum gehuisvest was, weer ter beschikking te krijgen en dat zich hierdoor perspectieven voor de Diergaarde zouden openen, te meer omdat het verenigingsbestuur graag van gebouw wilde veranderen. Tevoren droeg de gemeente bij in de onderhoudskosten van het gebouw in de vorm van een jaarlijkse bijdrage; de exploitatiekosten van het museum werden bestreden door subsidies van Volkskracht. Helaas gingen al deze mooie plannen niet door wegens de door de overheid afgekondigde bouwstop voor gebouwen op 19 augustus 1955. Na een onderhoud met de wethouder op 16 juni ONTWERP VAN HET DIORAMAGEBOUW DOOR ARCHITECT H.D. BAKKER. HET DIORAMAGEBOUW IN DIERGAARDE BLIJDORP IN 1981, TOEN (WEDEROM) LOCATIE VAN HET NATUURHISTORISCH MUSEUM ROTTERDAM. [FOTO: ARCHIEF J.G.B. NIEUWENHUIS] 36

1956 werd gewezen op de bebouwing van het vijverterras als eerste stap tot verwezenlijking van de reeds lang bestaande plannen. Dit moest op zo kort mogelijke termijn tot uitvoering worden gebracht zodat nog voor de zomer de aanbesteding zou plaats hebben. Op 6 september weigerde het rijk bouwvergunning van het door architect H.D. Bakker ontworpen Dioramagebouw. De Diergaarde stelde voor het materiaal hiervoor en de beschikbare mankracht in eigen beheer te leveren zodat er geen nadelige gevolgen voor de woningbouw zouden ontstaan, waarna de gemeente alsnog de gevraagde bouwvergunning verleende. Als eerste stap in de goede richting maakten de heren E.J. Nieuwenhuis en J. van de Peppel een reis naar Norwich in Engeland om diorama s te gaan bekijken. Op de algemene ledenvergadering van 3 december 1956 werd besloten het museum per 1 januari 1957 tijdelijk te sluiten en alvast materiaal voor de showroom naar de Diergaarde over te brengen. Ondanks toezegging van wethouder van der Vlerk dat alles van gemeentekant in orde zou komen en men met de bouw kon doorgaan bleek thans dat de afdeling financiën van de gemeente geen geld beschikbaar kon stellen of garanties kon geven vanwege de bestedingsbeperking. Het Administratiefonds Rotterdam was bereid een lening te verstrekken als men de entreeprijzen van de Diergaarde zou verhogen met 25 cent. Als onderdeel van de regeling met het museum zou de Diergaarde per 1 mei 1957 de exploitatie van het museum overnemen waarbij de conservator Landsman zou worden overgenomen als afdelingschef. Een pensioen voor Landsman gaf moeilijkheden omdat deze verplichting bij het museum niet bestond en Volkskracht geen garantie wilde geven. Het bestuur van de Diergaarde besloot echter dat het redelijk zou zijn dat Landsman een pensioen werd toegekend. Gedacht werd aan een uitkering van f 2390,-. Op 5 april 1957 besloot de gemeenteraad zijn goedkeuring te verlenen aan de uitgifte van een geldlening tot een bedrag van f 225.000,- door een particuliere stichting alhier voor de bouw en inrichting van het Dioramagebouw; de aan de lening verbonden lasten alsmede de exploitatiekosten van het gebouw hoopte het Diergaardebestuur te kunnen dekken door verhoging van het entreetarief van f 1,25 tot f 1,50 per persoon. Beide voorstellen werden goedgekeurd. Er werden in het Dioramagebouw drie grote diorama s ingericht, ontworpen door J. van de Peppel en B. van Londen, tegen een bedrag van f 5000,- per stuk. Ze gaven een beeld van heide en polderland met enkele daarin thuishorende diersoorten. Balderende korhanen, kampende kemphanen en een zorgzame vossenmoeder, waren daarbij de meest opvallende. In enkele vitrines waren vogelsoorten van Rotterdam en naaste omgeving bijeengebracht. De wandvitrines lieten iets zien van de grote zeezoogdieren die men in de Noordzee aantreft en van de grote landdieren die in de IJstijd ons land bevolkten. Op 18 mei 1957 werd het Dioramagebouw officieel door wethouder van der Vlerk geopend. In september 1957 werd gesproken over de definitieve invulling van het contract met de Diergaarde. Men opperde het plan om Sieuwertsz van Reesema als vertegenwoordiger van de Diergaarde in het museum in de Raad van Commissarissen van de Diergaarde te vragen. De leden van het Diergaardebestuur de heren L.P. Ruys en mr H.H. Nauta waren bij de gemeentesecretaris Hasper geweest met als resultaat een contract dat door het Diergaardebestuur werd aanvaard. Daarna werd dit contract opgesteld ondertekend. Gezien de belangrijkheid van het stuk en in verband met de toekomstige ontwikkelingen geef ik de inhoud van het contract op de volgende pagina woordelijk weer: OPENING VAN HET DIORAMAGEBOUW DOOR WETHOUDER A.J. VAN DER VLERK OP 18 MEI 1957. [FOTO UIT BLIJDORP-GELUIDEN MEI/JUNI 1957] EEN KIJKJE IN HET DIORAMAGEBOUW MET ÉÉN VAN DE OPGERICHTE DIORAMA S. [FOTO UIT BLIJDORP-GELUIDEN MEI/JUNI 1957] 12 - [3]- 2000 37

1. De stichting (=Stichting Koninklijke Rotterdamse aan de stichting verblijven zonder dat deze hiervoor of begunstigers aan te nemen, waarvan het bestuur Diergaarde) heeft per 1 mei 1957 de exploitatie van enige vergoeding verschuldigd is. of het bestuur van de stichting de overtuiging heeft, het natuurhistorisch museum, thans zich bevindende 4. De vereniging verbindt zich bij eventuele over- dat dit lidmaatschap niet in de eerste plaats met het aan het aan de vereniging toebehorende pand aan de dracht aan de gemeente van het legaat Hoffmann of oog op museumbezoek of tot steun aan de doelstel- Mathenesserlaan, van de vereniging overgenomen en enig gedeelte daarvan, te zullen bedingen, dat de lingen der vereniging wordt geambieërd. Zijdens de neemt op zich de exploitatie voor eigen rekening als gemeente in ruil daartegen de kosten van een op het stichting zal aan de leden der vereniging een speciaal ware het van een afdeling van haar bedrijf te zullen aquarium te bouwen verdieping ter huisvesting van toegangsbewijs voor het bezoek aan de collecties der voortzetten, juist zoals dat met haar andere afdelin- de eigendommen der vereniging, voor haar rekening vereniging worden verschaft. Te dien einde zal de gen het geval is; het beheer van de verzamelingen zal zal nemen. vereniging een exemplaar der ledenlijst aan de stich- op wetenschappelijke verantwoorde wijze moeten 5. De stichting verbindt zich de in sub 2 bedoelde ting verschaffen en haar van de wijzigingen op de plaats vinden. zaken te zullen huisvesten in een verdieping van het hoogte houden. 2. De vereniging blijft eigenaresse van de collecties, t.z.t. te bouwen aquariumgebouw in de Diergaarde 10. De stichting zal er toe medewerken, dat in de de boekerij, vitrines en verder momenteel in het en voor de show bestemde objecten in het gebouw, Raad van Commissarissen een plaats zal worden museum aan de Mathenesserlaan gehuisveste inboe- hetwelk op het vijverterras in de grote vijver in de ingeruimd voor een persoon, die geacht kan worden del. Alle aanwinsten op dit gebied, hetzij door Diergaarde is opgetrokken. de vereniging te vertegenwoordigen; door de vereni- schenking, hetzij door erflating verkregen, strekken tot vermeerdering van het bovenstaande en worden eigendom van de vereniging, ook indien de schenking of erflating aan of door de stichting is geschied. Een uitzondering hierop vormen die voorwerpen, ten aanzien waarvan uitdrukkelijk door de schenker of erflater een uitzondering wordt gemaakt, welke schriftelijk door de vereniging moet zijn bevestigd. Alle nieuwe aankopen, voor zover die strekken 6. De stichting verbindt zich de in sub 5 genoemde ruimte niet zonder noodzaak en eerst na overleg met het bestuur der vereniging aan bovenbedoelde bestemming te zullen onttrekken. 7. Onder de in sub 6 bedoelde onttrekking wordt niet begrepen het gebruik van de in sub 5 genoemde ruimten voor bijeenkomsten en tentoonstellingen, welke geen nadelige gevolgen voor de natuurhistorische objecten kunnen hebben. ging zal te dien einde een aanbeveling worden opgemaakt. 11. In het bestuur van de vereniging zal minstens één plaats ter beschikking worden gesteld voor een door de stichting aan te wijzen persoon. 12. Alle geschillen over deze overeenkomst of haar uitvoering rijzende, zullen worden beslist door drie scheidslieden, rechtdoende als goede mannen naar billijkheid en in hoogste ressort. Een geschil zal reeds DE LETTERLIJKE TEKST VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN DE DIERGAARDE EN DE VERENIGING TOT OPRICHTING EN INSTANDHOUDING VAN EEN NATUURHISTORISCH MUSEUM TE ROTTERDAM. teneinde de collectie op peil te houden, alsmede aan- 8. De stichting heeft per 1 mei 1957 de huidig con- bestaan als een der partijen meent, dat zulks het kopen uit subsidies, speciaal verleend ter uitbreiding servator, de heer H. Landsman, in haar vaste dienst geval is. Indien één der partijen een uitspraak van van de collecties, worden eigendom van de vereni- overgenomen als chef van de afdeling Natuurlijke scheidslieden wenst, geeft zij hiervan schriftelijk ken- ging, tenzij partijen schriftelijk anders overeenko- Historie. nis aan de wederpartij, met omschrijving van het men. De vereniging verbindt zich haar eigendom- 9. De stichting verbindt zich aan de personen, die geschilpunt, waarover de uitspraak wordt gewenst en men in bruikleen te laten bij de stichting met dien lid van de vereniging zijn, zo zij een jaarlijkse contri- een voorstel over de te benoemen scheidslieden. verstande, dat deze bruikleen wordt beëindigd zodra butie betalen, zowel als aan personen, die voor stu- Indien partijen het niet binnen drie weken over de de stichting te eniger tijd zou ophouden de redelij- diedoeleinden het museum willen bezichtigen en te benoemen scheidslieden eens zijn, zullen deze kerwijs te eisen zorg aan de collecties te besteden en eveneens aan de bestuurders der vereniging, doorlo- worden benoemd door de voorzitter van de vereni- zonder noodzaak zou ophouden deze ter bezichti- pend recht te geven op vrije toegang tot de plaatsen ging De Museumdag. Scheidslieden stellen zelf de ging van het publiek te stellen. waar de collecties geëxposeerd worden, waar tegen- procedure vast; hun last duurt tot aan de eindbeslis- 3. Indien de vereniging te eniger tijd in liquidatie over de opbrengst der verenigingscontributies ten sing. zou treden zonder dat het bestuur over de bestem- goede komt aan de stichting, onder aftrek van f 50,- ming der bezittingen een afwijkende beschikking voor administratiekosten der vereniging. Het bestuur Getekend te Rotterdam, den 19 november 1957. heeft getroffen, zullen de bezittingen der vereniging van de vereniging verbindt zich geen nieuwe leden Alles bijelkaar is het natuurlijk een uiterst merkwaardige gang van zaken dat eerst het samengaan met de Diergaarde tot uitvoering werd gebracht en pas daarna het contract werd getekend. De volgende factoren hebben vermoedelijk een rol gespeeld: in de eerste plaats wilde de Diergaarde alles in orde hebben voor het honderdjarig bestaan van die instelling en dat in verband hiermede het dioramagebouw kon worden geopend op 18 mei - de wederopbouwdag van Rotterdam. En dan was er nog het geplande vertrek van Sieuwertsz van Reesema per 1 juli. Deze nam ontslag als directeur van de Diergaarde en trad eveneens af als voorzitter van de museumvereniging. Wegens zijn grote verdiensten voor deze vereniging werd hij door het bestuur tot erelid benoemd.[] (wordt vervolgd) DE LAATSTE PARAGRAFEN UIT DE OVEREENKOMST, MET RECHTSONDER DE HANDTEKENINGEN VAN HET VERENIGINGSBESTUUR EN LINKS DIE VAN HET DIERGAARDEBESTUUR. 38