Auditing. Auditing en controlling bij de Rijksoverheid (1): Een dynamische. balans. 12 januari/februari 2011 tijdschrift Controlling



Vergelijkbare documenten
Leren uit het buitenland Risicomanagement en interne audit bij de Nederlandse Rijksoverheid.

Advies commissie BBV aan ministerie van BZK mei Van een rechtmatigheidsoordeel naar een rechtmatigheidsverantwoording

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Resultaten verantwoordingsonderzoek De Koning (I) Rapport bij het jaarverslag

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Inrichting sector Concernstaf en unit Concern Controlling

Samenvattend auditrapport

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Resultaten verantwoordingsonderzoek De Koning (I) Rapport bij het jaarverslag

Resultaten verantwoordingsonderzoek De Koning (I) Rapport bij het jaarverslag

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING

IB-Governance bij de Rijksdienst. Complex en goed geregeld

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Ministerie van Algemene Zaken (III)

Rekeningcommissie. : Middelen/CC&A Nummer commissiestuk : RC-0219 Datum : 9 november 2010 Bijlagen : -

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, Handelend in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Reglement auditcommissie

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE TELEGRAAF MEDIA GROEP N.V.

Bevoegdheden en verantwoordelijkheden Raad van Toezicht.

De raad van de gemeente Alblasserdam;

Resultaten verantwoordingsonderzoek

Controleverordening gemeente Wijk bij Duurstede

Controleverordening DCMR Milieudienst Rijnmond 2014

Reglement Auditcommissie

Resultaten verantwoordingsonderzoek Provinciefonds (C) Rapport bij het jaarverslag

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE

Resultaten verantwoordingsonderzoek Gemeentefonds (B) Rapport bij het jaarverslag

MID 30 oktober 2003 Verordening op basis van artikel 213 Gemeentewet

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs (IIB)

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, Handelend in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Inventaris van het archief van de Auditdienst, voorheen Accountantdienst van het Ministerie van Economische Zaken

Staten-Generaal (IIA)

Controleverordening gemeente Papendrecht 2015

GOVERNANCE CODE WONINGCORPORATIES

drs. Martine Koedijk RA RE Gemeenteaccountant Amsterdam Directeur auditdienst ACAM

Ministerie van Algemene Zaken (III)

Auditrapport 2017 Agentschap Dienst Publiek en Communicatie. van het ministerie van Algemene Zaken (III) Auditdienst Rijk. Ministerie van Financiën

Besluit vast te stellen de:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Governance en de rol van de RvT. 8 mei Prof. dr. J. Bossert Zijlstra Center VU

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 februari 2015 Autoriteit woningcorporaties

Resultaten verantwoordingsonderzoek BES-Fonds (H) Rapport bij het jaarverslag

Datum Onderwerp Referentie Bijlage(n) Doorkiesnummer 24 juni 2016 Reactie op consultatie. VS Tekstsuggesties T

Tweede Kamer der Staten-Generaal

REGLEMENT RISK- EN AUDITCOMMISSIE N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN

Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële Organisatie van de Omgevingsdienst Veluwe IJssel

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 610 HET IN AANMERKING NEMEN VAN DE INTERNE AUDITWERKZAAMHEDEN

Resultaten verantwoordingsonderzoek Provinciefonds (C) Rapport bij het jaarverslag

Gelet op artikel 11 van het Organisatie- en mandaatbesluit ministerie van Financiën,

Mandaat van het Auditcomité

Reglement voor de Audit Commissie Woonstichting Vooruitgang

Het assurance-raamwerk De accountant en het verstrekken van zekerheid

Hoofdlijnen Corporate Governance Structuur

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE WONINGBOUWVERENIGING OUDEWATER

Reglement van de auditcommissie van de Raad van Toezicht van Hogeschool Van Hall Larenstein

Verordening Auditcommissie Wetterskip Fryslân

Rapport bij de financiële verantwoording 2000 van het Spaarfonds AOW

Bijlage D. Reglement Auditcommissie

REGLEMENT RISICOCOMMISSIE

Reglement RvC Bijlage D: reglement auditcommissie RvC

Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de. inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Weert 2015

Het koningschap wordt erfelijk vervuld door de wettige opvolgers van Koning Willem I, Prins van Oranje-Nassau.

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE VAN DE RAAD VAN TOEZICHT ROC RIVOR

Verantwoordingsdocument Code Banken over 2014 Hof Hoorneman Bankiers NV d.d. 18 maart Algemeen

DNB BEOORDELINGSKADER VOOR DE AUDITFUNCTIE BIJ TRUSTKANTOREN INGEVOLGE DE RIB WTT 2014

Reglement Raad van Toezicht. Stichting Hogeschool Leiden CONCEPT ALGEMEEN

Profielschets voorzitter Raad van Toezicht

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs (IIB)

Lange Voorhout 8 Voorzitter van de Tweede Kamer

Reglement auditcommissie

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT HOGESCHOOL LEIDEN

Versie Reglement voor de Auditcommissie Woonstichting Stek

De gedragscode Goed Bestuur van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zuid- Kennemerland. (STOPOZ)

Inspiratiedag. Workshop 1: Risicogestuurde interne controle. 15 september 2016

Verordening 217 Concept aangeboden aan de Provinciale Staten

Reglement voor de Auditcommissie UWOON

Verordening Rekenkamer Utrecht (2013)

Beleidsplan 2018 Stichting Combiwel Amsterdam

Gelet op artikel 10 van het Organisatie- en mandaatbesluit ministerie van Financiën;

Baseline financieel en materieel beheer

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE RAAD VAN COMMISSARISSEN KWH Water B.V.

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE. Alliander N.V. Vastgesteld door de RvC op 22 februari 2016

Kennismakings- informatiebijeenkomst gemeente Utrecht (nieuwe) raadsleden Raadsleden centraal Goede raad voor een sterke gemeenteraad

Rapport aan de minister over het onderzoek van de centrale administratie van 's Rijks schatkist over het jaar

CONTROLE VERORDENING GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REINIGINGSBEDRIJF AVALEX.

Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Enkhuizen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

E. (Edward) Moolenburgh Directeur. VBS, september VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1

Functieprofiel: Controller Functiecode: 0304

Raad van Toezicht Marketing Drenthe

September 2010 REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT UNIVERSITEIT UTRECHT

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN VAN ACCELL GROUP N.V.

Code Goed Bestuur in het Primair Onderwijs (versie 2012)

Willem de Zwijger College

Verordening controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van Wetterskip Fryslân.

Bijlage 2. Eigenaarsconvenant Domeinen Roerende Zaken

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Gelet op artikel 10 van het Organisatie- en mandaatbesluit ministerie van Financiën;

Transcriptie:

Auditing Auditing en controlling bij de Rijksoverheid (1): Een dynamische balans 12 januari/februari 2011 tijdschrift Controlling

Tekst: Martin Dees en Jan Droogsma Prof.dr. Martin Dees RA en Jan Droogsma RA, academic director respectievelijk manager bij het Center for Public Auditing & Accounting van Business Universiteit Nyenrode De optimale positionering en taakinhoud van de audit- en control functies bij de Rijksoverheid staan volop in de belangstelling. Om de discussie goed te kunnen volgen is kennis van de algehele governance bij de Rijksoverheid van belang. De rollen en verantwoordelijkheden van controlfunctie en de interne en externe auditfunctie vormen immers onderdeel van een geheel aan rollen en verantwoordelijkheden rond sturing en beheersing, toezicht en verantwoording. Dit artikel geeft een overzicht van de governance bij de Rijksoverheid. In deel 2 wordt deze governance gespiegeld aan relevante internationale referentiekaders. Katalysator van de discussie over de autdit- en control functies bij de Rijksoverheid is het regeerakkoord van het Kabinet-Rutte, waarin het voornemen tot voortgezette centralisatie van de auditdiensten is opgenomen. Naast de auditdiensten zullen ook andere bedrijfsvoeringsonderdelen, zoals ict, inkoop, huisvesting en facilitaire diensten, verder worden gecentraliseerd. Deze acties staan in het teken van het kabinetsstreven naar een krachtige, kleine en dienstverlenende overheid ( ) met minder belastinggeld, minder ambtenaren, minder regels en minder bestuurders. Onder andere in dit blad heeft Arie Molenkamp recentelijk een steen in de vijver gegooid over de auditfunctie bij het Rijk. Hij pleit voor ontkoppeling van de certificerende functie (accountantscontrole) en de interne auditfunctie (organisatieonderzoek, bedrijfsvoeringsaudits). De certificerende functie zou centraal moeten worden vervuld door een extern accountantskantoor, een Rijksaccountantsdienst of de Algemene Rekenkamer. De interne auditfunctie zou per individueel ministerie moeten worden belegd en ondergebracht bij de controllers. Hij acht de huidige situatie, waarin de departementale auditdiensten beide vormen van audits uitvoeren deels geconcentreerd binnen de Rijksauditdienst en overigens binnen hun eigen ministeries onoverzichtelijk en suboptimaal. De voorgestelde ontkoppeling en herpositionering leidt volgens hem tot verbetering van de dienstverlening en tot besparingen: twintig procent bij de accountantscontrole (door uniforme onderzoeksmethoden, auditsoftware en vermindering van overhead) en tien procent bij de interne audit (vermindering van overhead). Anderen delen deze visie niet. Zij zien juist meerwaarde in een integrale benadering van zekerheid en advies voor het departementale (top)management, waarbij ook de accountantscontrole (financial audit) een vorm van interne audit is. Zij spreken zich bovendien uit voor centralisatie van deze brede auditfunctie bij de Rijksauditdienst, om redenen van professionaliteit, kwaliteit en efficiency. Het is goed dat deze discussie, over de optimale invulling van de auditfunctie bij het Rijk en de wenselijke mate van centralisatie, niet alleen wordt gevoerd vanuit het perspectief van efficiency, maar ook op basis van criteria als kwaliteit en onafhankelijkheid. De governance bij het Rijk Het governancemodel van de Rijksoverheid heeft zich in de loop van de jaren ontwikkeld. De wijze waarop de rollen en verantwoordelijkheden thans zijn ingericht, vloeien voort uit wet- en regelgeving (Grondwet, Comptabiliteitswet 2001 (cw), Besluit taak dad en Besluit Taak fez), alsmede uit enkele belangrijke nota s met daarover ingenomen kabinetsstandpunten, met name het Kwaliteitsplan audit-functie Rijksoverheid (Kwaliteitsplan) en het rapport Verantwoordelijkheid en verantwoording naar aanleiding van het interdepartementale beleidsonderzoek Regeldruk en Controletoren. De verantwoordelijkheden van de regering en de ministers In de Grondwet worden onder meer de rol en de verantwoordelijkheden van de ministers beschreven. Zij vormen samen met de Koning de regering. De ministers zijn verantwoordelijk voor het functioneren van de regering en geven leiding aan een ministerie. De ministeries worden bij Koninklijk Besluit ingesteld. Er zijn ook ministers die geen leiding geven aan een ministerie. De ministers vormen samen de ministerraad, onder voorzitterschap van de minister-president. De ministerraad overlegt en besluit over het algemeen regeringsbeleid en bevordert de eenheid van dat beleid. Een staatssecretaris treedt in de gevallen waarin de minister het nodig acht en met inachtneming van diens aanwijzingen, in zijn plaats als minister op. De staatssecretaris is uit dien hoofde verantwoordelijk, onverminderd de verantwoordelijkheid van de minister.» tijdschrift Controlling januari/februari 2011 13

Auditing Bij Koninklijk Besluit kunnen deze staatssecretarissen worden benoemd en ontslagen. Nadere bepalingen inzake de verantwoordelijkheid van de minister zijn opgenomen in de cw. De minister is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van zijn ministerie en verder voor: de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het beleid dat aan hun begrotingen ten grondslag ligt; de doelmatigheid van de bedrijfsvoering van hun ministeries, waaronder het financieel en materieel beheer en de administraties die daaraan ten grondslag liggen. Kaders en toezicht De ministers van Financiën en bzk hebben kaderstellende en toezichthoudende rollen met betrekking tot het financieel management in ruime zin respectievelijk de organisatie en bedrijfsvoering van het Rijk. Voor de minister van Financiën bepaalt de cw dat deze regels kan stellen voor onder andere de voorbereiding en inrichting van begrotingen en jaarverslagen en voor het financieel en het materieel beheer. Ook kan hij via een algemene maatregel van bestuur regels opstellen met betrekking tot de plaats en de taak van de departementale auditdiensten. Voorts dient hij toezicht te houden op de uitvoering van de begrotingen, de inrichting van de administraties en de inrichting van de controle op de begrotingsuitvoering. Actief toezicht op het financiële beheer van de ministeries acht het kabinet niet meer noodzakelijk, omdat de kwaliteit van dat financieel beheer voldoende is, ministers expliciet verantwoording over de bedrijfsvoering afleggen en de rol van audit committees sterker is dan voorheen. De bijzondere rollen van de beide ministeries manifesteren zich onder meer in een bonte verzameling van nadere regels, baselines, codes, normenkaders en handleidingen. De minister van Financiën heeft in 2000 onder meer de Handleiding Government Governance opgesteld, met behulp waarvan ministeries kunnen bepalen of de deelprocessen van sturen, beheersen, toezicht houden en verantwoorden in samenhang goed kunnen functioneren, dan wel schakels missen (witte vlekken) of juist te veel schakels bevatten (overkill). De minister van bzk publiceerde onder meer in 2009 de Code goed openbaar bestuur, om via beginselen van deugdelijk overheidsbestuur de professionaliteit en betrouwbaarheid van het openbaar bestuur in Nederland te vergroten. Deze code beschrijft de manier waarop een overheidsbestuur hoort te werken. Naar aanleiding van het rapport Verantwoordelijkheid en verantwoording werd besloten tot minder en slimmere regels: om sturing op hoofdlijnen te bereiken zouden alleen essentiële zaken in wet- en regelgeving moeten worden opgenomen; uitvoeringsregels moeten worden overgelaten aan het verantwoordelijke management. Het governancemodel heeft zich in de loop der jaren ontwikkeld De Nota Vernieuwing Rijksdienst van het Ministerie van bzk (2007) voorziet in het vergroten van de efficiency van het ondersteunende gedeelte van de bedrijfsvoering, onder andere door het vormen van shared service centers. Interne governance als uitwerking van de ministeriële verantwoordelijkheid De cw bepaalt de hoofdlijnen van de inrichting van de interne governance op een ministerie. Zo dienen de ministers de zorg voor de begroting en de bijbehorende administraties op te dragen aan de centrale directie financieel-economische zaken (fez). De zorg voor de begroting omvat volgens de cw onder andere het voorleggen van voorstellen betreffende de begroting aan de minister en het uitoefenen van toezicht op de uitvoering van de begrotingen. Decentralisatie van deze taken aan een beleidsonderdeel van een ministerie is toegestaan. Hiermee is inhoud gegeven aan de centrale controllersfunctie op een ministerie, die een toetsende en coördinerende rol vervult wat betreft het beheer van de begroting en de onderliggende administraties. Na afloop van een begrotingsjaar leggen ministers via jaarverslagen en saldibalansen verantwoording af over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering. In het jaarverslag verantwoordt de minister zich mede over de rechtmatigheid van zijn financiële transacties. De minister van Financiën stelt het Financieel jaarverslag en de Saldibalans van het Rijk op. De ministers zijn voorts verantwoordelijk voor: het periodiek onderzoeken van de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid (evaluatieonderzoeken); en het periodiek onderzoeken van de bedrijfsvoering. De minister dient zijn accountantsdienst (auditdienst) opdracht te verstrekken tot controle van het gevoerde financieel en materieel beheer, de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties, de financiële informatie in de jaarverslagen, de departementale saldibalansen en de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering. De minister van Financiën draagt zijn accountantsdienst bovendien op het Financieel jaarverslag en de Saldibalans van het Rijk te onderzoeken. Al deze controles samen worden aangeduid als wettelijke controle. In overeenstemming met de minister van Financiën en na overleg met de Algemene Rekenkamer mag de minister de wettelijke controle op een andere manier regelen dan via een opdracht aan de auditdienst van hun ministerie. Algehele uitbesteding van de accountantscontrole is in het verleden enkele malen uitdrukkelijk als niet wenselijk beoordeeld. Overwegingen daarbij waren onder meer de vertrouwensrelatie tussen de departementsleiding 14 januari/februari 2011 tijdschrift Controlling

en de accountantsdienst en het belang van de interne functie die de dad vervult in termen van beschikbaarheid, kennis en signalerend vermogen. De wettelijke controle en de bedrijfsvoeringsonderzoeken vormen samen de auditfunctie bij het Rijk. Risicomanagement en interne beheersing De verantwoordelijkheid voor de inrichting van het management control systeem ligt volgens het Kwaliteitsplan bij het lijnmanagement en de managers van de centrale stafdirecties. Vanuit deze verantwoordelijkheid dienen deze managers beheersingsmaatregelen te kiezen die nodig zijn om de doelstellingen van de organisaties te bereiken en de belangrijke risico s binnen de beleids- en bedrijfsvoering te beperken. Deze beheersingsmaatregelen dienen zoveel mogelijk opgenomen te worden in het management control systeem. Een stelsel van monitoring op het functioneren van de beheersingsmaatregelen is volgens het kwaliteitsplan ook een onderdeel van het management control systeem. Het hoogste management, dat integraal verantwoordelijk is voor het management control systeem, bepaalt hoe de monitoring dient plaats te vinden. Hiervan kunnen onderzoeken naar de beleids- en bedrijfsvoering onderdeel uitmaken. In het kabinetsstandpunt over het rapport Verantwoordelijkheid en verantwoording wordt dit uitgangspunt nader uitgewerkt. Aangegeven is dat het management verantwoordelijk is voor een effectieve, efficiënte en rechtmatige realisatie van de doelstellingen uit de begroting, op basis van risicoanalyse, bepaalt welke beheersingsmaatregelen nodig zijn en aan de minister rapporteert over de resultaten en de kwaliteit van de bedrijfsvoering. De wettelijke controle en de bedrijfsvoeringsonderzoeken vormen samen de auditfunctie Advisering over bedrijfsvoering en regie op onderzoeken en controles: audit comités De audit comités bij de ministeries vinden hun wettelijke grondslag in het Besluit taak departementale accountantsdienst. Daarin is bepaald dat binnen een ministerie een commissie wordt ingesteld onder leiding van de secretaris-generaal, die mede aan de hand van de rapporten van de dad, overlegt over de controleaangelegenheden van het ministerie. In deze commissie hebben in ieder geval zitting de directeur dad en de directeur fez. Deze commissie wordt ook wel aangeduid als audit comité. Via diverse nota s en kabinetsstandpunten worden aan het audit comité verdergaande taken toebedacht en nadere uitgangspunten voor hun samenstelling genoemd. Vanuit een onafhankelijke en kritische houding dient het audit comité de bestuursraad (secretaris-generaal en de directeuren-generaal) te adviseren over de uitkomsten van het risicomanagementproces (inclusief ict), de relatie hiervan met de bedrijfsvoering, de verantwoordingsrapportage daarover en de passende inzet van het audit instrument om de gesignaleerde risico s af te dekken. Wat betreft de relatie met auditfunctie wordt het audit comité verder geacht een regierol te vervullen met betrekking tot het gehele terrein van onderzoeken en controles, door intensieve betrokkenheid bij de programmering en planning, de evaluatie van de bevindingen en de bewaking van de follow-up. Het audit comité bestaat veelal uit de leden van de bestuursraad, de directeur financieel-economische zaken en de directeur van de auditdienst. Ook wordt ingezet op het benoemen van onafhankelijke leden (vreemde ogen dwingen). Leden van het audit comité moeten een actieve rol en een kritische betrokkenheid hebben en een voorbeeldfunctie vervullen door de wijze waarop zij het belang van control en audit uitdragen. Interne auditfunctie: de departementale auditdiensten De taak van de auditdiensten in het kader van de wettelijke controle is nader uitgewerkt in het Besluit taak dad. Naast de eerder genoemde controlewerkzaamheden kunnen de dad s bijzondere controletaken in opdracht van de» Controllersrol: fez De taak van fez is nader uitgewerkt in het Besluit taak fez en betreft het beoordelen van plannen met financiële gevolgen die binnen een ministerie worden gemaakt. Voorts is fez verantwoordelijk voor het opstellen van de jaarlijkse begrotingen van het ministerie, de wijzigingen daarop en de jaarverslagen en stelt zij regels daarvoor vast. Daarnaast bevordert fez het beleidsevaluatieonderzoek, oefent zij toezicht uit op de begrotingsuitvoering en draagt zij zorg voor het kasbeheer bij het ministerie. tijdschrift Controlling januari/februari 2011 15

Auditing minister verrichten, adviseren in het opheffen van onvolkomenheden die bij de controles naar voren zijn gekomen, adviseren met betrekking tot het beleid, de financiële verslaggeving en de accountantscontrole en bijzondere adviestaken in opdracht van de minister uitvoeren. In het Kwaliteitsplan worden de functies van het nieuwe auditdiensten van het ministerie als volgt omschreven: 1. Het verrichten van onderzoek naar de bedrijfs- en beleidsvoering. Deze onderzoeken worden op reguliere basis uitgevoerd in opdracht van het (hoogste) management de minister, de secretaris-generaal en de bestuursraad en dienen zekerheid op te leveren over de kwaliteit van de beleids- en bedrijfsvoering. Op verzoek kunnen de auditdiensten ook facultatief onderzoek doen in opdracht van het overige management. 2. De accountantscontrole van het departementale jaarverslag: een wettelijk geregelde taak. Bij de operatie Comptabel Bestel (1985-1993) vormde de realisatie van goedkeurende accountantsverklaringen bij de departementale financiële verantwoordingen de eerste prioriteit voor de accountantscontrole. Deze situatie werd in 1993 bereikt. Vanuit de operatie Van Beleidbegroting tot Beleidsverantwoording, gestart met de gelijknamige regeringsnota uit 1999, werd in de cw vastgelegd dat de auditfunctie zich tevens richt op de controle van de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering. De dad dient volgens het Besluit taak dad rechtstreeks onder de secretaris-generaal van een ministerie zijn geplaatst. Zodoende heeft zij een functioneel onafhankelijke positie ten opzichte van de Directoraten-Generaal en de daaronder ressorterende departementale directies en afdelingen. De auditfunctie moet goed zijn afgestemd op de inrichting van de organisatie, onder andere op de controlfunctie van de lijnmanagers en van de managers van de stafafdelingen. Hoe beter de kwaliteit van de controlfunctie, des te meer kunnen de departementale auditdiensten daarop steunen bij hun onderzoeken. In de nota Vernieuwing Rijksdienst is de vorming van een hoogwaardige, onafhankelijke en klantgerichte auditfunc- Thema s voor verdere ontwikkeling van auditing en controlling bij de Rijksoverheid Uit het artikel komt in grote lijnen naar voren hoe de governance bij het Rijk zich sinds het midden van de jaren tachtig heeft ontwikkeld tot de huidige situatie. Aanvankelijk lagen de prioriteiten van control en zowel de interne als de externe audit bij het op orde brengen van de financiële verantwoording (inclusief rechtmatigheid) en het onderliggend financieel beheer. Vanaf eind jaren negentig kwam daar de niet-financiële informatie als wezenlijk aandachtsgebied bij. Begin deze eeuw ontstond, mede in het kielzog van corporate governance-publicaties voor het bedrijfsleven, meer systematisch aandacht voor de bedrijfsvoering in bredere zin en de samenhang van de governance-rollen bij de ministeries in termen van sturing, beheersing, verantwoording en toezicht. De departementale accountantsfunctie verbreedde zich tot interne auditfunctie en er werd meer principieel inhoud gegeven aan de te onderscheiden verantwoordelijkheden van control en audit. In die context werd ook aan de audit comités een meer substantiële rol toegekend: adviseur over de bedrijfsvoering en regisseur van onderzoek en audit. Sinds 2004 komt ook de efficiency van control en audit nadrukkelijk op de agenda, met aanzetten tot minder en slimmere regels, meer risicogebaseerde interne beheersing en audit en stroomlijning van de controlearrangementen. Met de nota Vernieuwing Rijksdienst wordt deze ontwikkeling naar meer doelmatigheid versterkt doorgezet, met shared service centers waaronder de oprichting van de Rijksauditdienst als in het oog springende exponent. In 2009 kwam de minister van bzk met de Code goed openbaar bestuur, een raamwerk van beginselen die richting geven aan hoe het overheidsbestuur hoort te werken. Geen doel maar middel Wij achten het van belang dat vorengenoemde ontwikkeling expliciet wordt verbonden met opvattingen over goed bestuur door de overheid in de samenleving. Het zou logisch zijn de code van bzk daarbij explicieter te benutten. Anders wordt het risico gelopen dat het governancemodel te veel wordt beschouwd als een doel op zich, terwijl het een middel zou moeten zijn om een deugdelijk overheidsbestuur te waarborgen. Het overheidsoptreden moet volgens de code beantwoorden aan eisen van openheid en integriteit, participatie, doelgerichtheid en doelmatigheid, legitimiteit, lerend en zelfreinigend vermogen, en verantwoording. Geïntegreerd en transparant Wij achten het voorts aanbevelenswaardig dat de ministers van Financiën en bzk, mede op basis van de Code goed openbaar bestuur en de internationale raamwerken, die in het tweede gedeelte van dit artikel worden beschreven, in goede samenwerking een geïntegreerde en transparante set van codes en regels voor governance, bedrijfsvoering, begroting en verantwoording bij het Rijk ontwikkelen. Een goede begeleiding van en monitoring van de implementatie en naleving van deze codes en regels achten wij een passend complement van deze kaderstellende rol. Aandachtspunten In samenhang met deze aanbevelingen achten wij onder meer het volgende nog van belang: 1. Audit comité als opdrachtgever interne audits: van essentieel belang in het kader van goede governance is dat de audit comités van de ministeries de opdrachtgeversfunctie hebben voor de auditfunctie in relatie tot hun ministerie; 2. Positionering interne auditfunctie: het vraagstuk van de positionering van de interne auditfunctie en de mate van centralisatie is een optimaliseringsvraagstuk waarbij meerdere factoren een rol spelen, waaronder de efficiency. In relatie tot de efficiency kunnen als aandachtspunten onder meer worden genoemd de grootte van een ministerie, specifieke kennis die nodig is voor het vervullen van de auditfunctie en de mate van geografische concentratie van de ministeries. 3. Codificatie in de cw: essentiële componenten voor governance en interne beheersing, zoals de verantwoordelijkheid van het management voor risicomanagement, de (varianten voor) de eigenaarsrol en de opdrachtgeversfunctie van de auditdiensten en de it governance zijn nog niet in de cw geregeld, maar in kabinetsstandpunten. Gezien het belang van deze componenten voor een goede governance zouden deze componenten een plaats moeten krijgen in de cw. 16 januari/februari 2011 tijdschrift Controlling

» tie voor de Rijksoverheid aangekondigd. Hierbij werden de volgende fasen onderscheiden: 1. het starten met een Rijksbrede gezamenlijke dienst die zich richt op onderwerpen als uniformering van de vaktechniek, het ontwikkelen van methoden en technieken en het hrm-beleid voor auditors en het creëren van een pool met specialisten die rijksbreed ingezet kunnen worden; 2. een groeimodel waarin auditdiensten hun auditwerkzaamheden onderbrengen in de nieuwe Rijksbrede auditdienst en waarin samenwerkingsverbanden tussen de departementale auditdiensten worden gevormd op het gebied van bepaalde thema s; 3. een evaluatiefase en nadere besluitvorming naar aanleiding van de uitkomsten van de evaluatie. Ter onderbouwing van de beoogde centralisatie van de auditfunctie bij het Rijk is een rapport opgesteld over de positionering van de auditfunctie bij het Rijk (iodad, 2007). Argumenten voor een concentratie op Rijksniveau die in dit rapport worden gegeven zijn: er wordt bij het Rijk steeds meer gewerkt in ketens en ministerieoverschrijdende programma s en het Rijk wordt steeds meer als een concern gezien. In dit kader is ook een interdepartementale commissie bedrijfsvoering Rijksdienst opgericht. Als conclusie wordt aangegeven dat bij deze ontwikkelingen de auditdiensten de organisatie volgen. De Rijksauditdienst voert, zoals de naam al aangeeft, audits uit: onafhankelijk onderzoek met het doel om zekerheid te verschaffen omtrent het relevante onderzoeksoject. De externe auditfunctie: onderzoekstaak Algemene Rekenkamer De Algemene Rekenkamer onderzoekt op grond van de cw jaarlijks het gevoerde financieel en materieel beheer, de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties, de financiële informatie in de jaarverslagen, de departementale saldibalansen en de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering. Ook onderzoekt zij jaarlijks de centrale administratie van s Rijks schatkist, het Financieel jaarverslag van het Rijk en de Saldibalans van het Rijk. Met betrekking tot de in het Financieel jaarverslag van het Rijk opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk alsmede met betrekking tot de Saldibalans van het Rijk stelt de Algemene Rekenkamer een verklaring van goedkeuring op. De Algemene Rekenkamer onderzoekt daarnaast de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het gevoerde beleid en de doelmatigheid van het financieel en het materieelbeheer, de daartoe bijgehouden administraties en de organisatie van het Rijk. Ook verricht zij onderzoeken op grond van haar in de cw opgenomen bevoegdheden bij instellingen op afstand van het Rijk waaraan het Rijk financiële middelen heeft verstrekt of die een wettelijke taak uitvoeren en bij instellingen en personen die Europees subsidiegeld ontvangen. De Algemene Rekenkamer legt haar bevindingen en oordelen vast in rapportages aan de Staten-Generaal en de ministers. Meer lezen Internal Control - Integrated Framework, Committee of Sponsoring Organisations of the Treadway Commission, www. coso.org. Public Internal Financial Control-model, Europese Commissie (2006), http://ec.europa.eu/budget/library/documents/ overviews_others/brochure_pifc_en.pdf. Governance in the Public Sector: A Governing Body Perspective, ifac (2001). Guidelines for Internal Control Standards for the Public Sector, Intosai (2004), http://intosai.connexcc-hosting.net/blueline/upload/1guicspubsece.pdf. Advies Positionering Auditfunctie Rijksdienst, iodad (2007). Kabinetsstandpunt, opgesteld naar aanleiding van het rapport verantwoordelijkheid en verantwoording van de werkgroep die een interdepartementale beleidsonderzoek heeft uitgevoerd naar de regeldruk en de controletoren bij de rijksdienst, tk 2004 2005, 29 950, nr. 1. Nota Vernieuwing Rijksdienst, Ministerie van bzk (2007), www.vernieuwingrijksdienst.nl/actueel/nota s-vrd/notavernieuwing. Code goed openbaar bestuur, Ministerie van bzk (2009). Handleiding Government Governance, Ministerie van Financien (2000). Besluit taak departementale accountantsdienst, Ministerie van Financiën (2002), www.minfin.nl/dsresource?objecti d=3826&type=pdf. Besluit taak fez, Ministerie van Financiën (2002), www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/ richtlijnen/2010/12/01/besluit-taak-fez-integrale-tekstper-13-juli-2002.html. Kwaliteitsplan audit-functie Rijksoverheid, Ministerie van Financiën (2002). Kwaliteitsplan auditfunctie, Ministerie van Financiën (2003), www.iia.nl/bestanden/kwaliteitsplan auditfunctie Rijksoverheid.pdf. Verantwoordelijkheid en verantwoording, Werkgroep ibo Regeldruk en Controletoren (2004), http://rijksbegroting. minfin.nl/default.asp?cms_tcp=tcpasset&id=mfcwd9e 82B1E7A9364DDDBC1BA1A75AC9AA3BX5X34544X98. Wet inzake het beheer van de financiën van het Rijk (Stb. 2002, 413), zoals deze wet laatstelijk is gewijzigd bij de wet van 17 mei 2010, Stb. 350 (Comptabiliteitswet), zie www.minfin.nl/onderwerpen/financieel_management_overheid/ Hafir/Hafir_wijzigingen. Rapport Commissie-Peschar (1986) en Commissie Kordes (accountantsfunctie in het vbtb-tijdperk, 2001, dat ten grondslag lag aan het Kwaliteitsplan). Deel 2 Internationale raamwerken In Tijdschrift Controlling 3, volgt een tweede aflevering hierover, waarin relevante internationale raamwerken aan de orde komen. De twee artikelen vormen een geheel en de auteurs benoemen bij beide artikelen een aantal issues die volgens hen de aandacht behoeven. tijdschrift Controlling januari/februari 2011 17