Lesmateriaal Groepssessie Werkvormen Groep 1 Inhoud: Taxonomie van Bloom Vragen stellen: starters van King Groepswerk Kunstgeschiedenis: lesdoelen + leerinhouden
Taxonomie van Bloom 1
King (1992) lijst van starters: Wat is een goed voorbeeld van? Hoe zou je gebruiken om? Wat zou er gebeuren als? Wat zijn de sterktes en zwaktes van? Wat zijn de voor- en nadelen van? Verklaar waarom Verklaar hoe Hoe beïnvloedt? Wat is de betekenis van? Waarom is belangrijk? Wat is het verschil tussen en? Op welke manier zijn en aan elkaar gelijk? Wat is het beste uit en waarom? Welke zijn de mogelijke oplossingen van? Vergelijk en voor wat betreft Wat veroorzaakt? 2
Kunstgeschiedenis 3 de graad KSO Lesdoelen: De lln. kunnen samenwerken. De lln. kunnen kunststromingen situeren op een tijdsbalk. De lln. kunnen achtergrondinformatie opzoeken over een kunstwerk via diverse bronnen. De lln. kunnen een kunstwerk uit de moderne schilderkunst analyseren. De lln. kunnen verwoorden waarom voor sommige kunstwerken grote bedragen worden betaald. De lln. stellen zich kritisch op tegenover de economische waarde van kunst. De lln. een eigen mening vormen over een kunstwerk op basis van de achtergrondinformatie. De lln. kunnen informatie presenteren aan een groep. Auteur: Anja Van Peteghem Bronnen Samen kunst kijken, Daniëlle Serdijn Kunst voor kinderen, Lannoo Van Rik Wouters tot René Magritte, De Standaard Kunstbibliotheek Dada, Picasso de kubist Dada, zelfportret Dada, taalbeeld-beeldtaal Anna Nilsen: Kunstdedective www.cobra.be www.destandaard.be 3
1.Inleiding: De grote K van kunst Kunst is heel ruim en moeilijk in enkele woorden te omschrijven. Kunst vloeit voort uit het leven zelf, de mens en de natuur. Kunst is alles wat door de mens wordt gemaakt. Het beste uitgangspunt om een kunstwerk te begrijpen is kijken naar de leefwereld van de kunstenaar. De techniek en de stijl die de kunstenaar hanteert bepalen mee het eindresultaat van het werk. Maar waarom is het schilderijtje dat opa maakte dan niet beroemd? En waarom worden voor een ander schilderij soms miljoenen euro s betaald? Qatar verpulvert records met prijs voor kunstwerk. De Standaard, 06/02/2012 De kaartspelers van Paul Cézanne, 1892. Post-impressionisme De emir van Qatar betaalde 250 miljoen dollar. 4
Schilderij Pollock voor 140 miljoen dollar verkocht. Volkskrant, 4/11/2006 Number 5 van Jackson Pollock, 1948. Abstract expressionisme, techniek: dripping De Mexicaanse zakenman Martinez betaalde in 2006 140 miljoen dollar voor dit schilderij. Het antwoord voor het schilderij van Pollock is: kwaliteit en vernieuwing. Na de 2 e wereldoorlog was er eindelijk vrijheid. Niets meer netjes gestyled, keurige geschilderde taferelen, maar vrijheid om totaal anders te doen. Het proces: niets netjes doen, maar heerlijk gooien met verf. Een logische fase na de onderdrukking tijdens de wereldoorlog. Voor wat betreft de kaartspelers van Cézanne is het zo dat er sinds kort vanuit de rijke oliestaten een grote interesse bestaat voor de grote kunstwerken uit onze moderne kunst. Schilderijen van Cézanne komen zelden op de markt. Dat maakt ze zo extreem waardevol. En De Kaartspelers is een cruciaal werk dat in alle geschiedenisboeken voorkomt. Kwaliteit, vernieuwing en originaliteit zijn belangrijke pijlers voor een fel gegeerd kunstwerk. Maar daarnaast is er ook het feit dat ze allemaal uniek zijn en zelden te koop zijn. Hoe meer de zintuigen en de geest van de kijker geprikkeld worden, hoe groter de K van kunst. De sterkte van de prikkeling, de hoeveelheid mensen die er wordt geprikkeld en hoe goed die prikkeling wordt gewaardeerd, draagt allemaal bij aan de mate van kunst. Tijdloze meesterwerken in de kunst voldoen aan dit alles in hoge mate 5
2. Overzicht van de moderne schilderkunst Kunst is, net als de hele maatschappij, door de eeuwen heen steeds veranderd. Die veranderingen worden kunststromingen genoemd. In een kunststroming is er eigenlijk één mening over wat kunst is en hoe het gemaakt moet worden. Een soort spelregels zeg maar, en die veranderen dus per stroming. Kunststromingen duurden vroeger wel een eeuw, bijvoorbeeld de Renaissance of de Barok. Moderne kunst is de term die algemeen gebruikt wordt voor de periode waar kunstenaars avant-gardistisch te werk gaan. Avant-garde verwijst naar de generatie jonge kunstenaars die met nieuwe vormen experimenteren en daarmee voorop willen lopen. Het komt voor in zowat alle kunstvormen van die periode; in schilderkunst, muziek, literatuur, poëzie, film, theater en moderne dans. Erg klassiek, onderwerpen zijn voornamelijk belangrijke personen en landschappen. De moderne kunstenaars concentreren zich meer op het artistieke scheppingsproces en de uitdrukking van hun ideeën en gevoelens. Opkomst van nieuwe technologieën, waaronder de computer en fotografie. Hierdoor gaan kunstenaars nog meer experimenteren met nieuwe technieken. Binnen de moderne kunst zijn veel verschillende stijlen vast te stellen. Er wordt sneller dan voordien (1850) gewisseld in stijl en vaak ontstaan er verschillende stijlen op hetzelfde moment. Een schilder verandert binnen zijn leven wel eens van stijl of ze proberen nieuwe technieken uit. In 1836 is de verftube uitgevonden. Dat maakte het voor de kunstenaars gemakkelijker dan voordien. De voornaamste stijlen binnen de moderne schilderkunst zijn: Impressionisme Pointillisme, Dadaïsme, Kubisme, Fauvisme, Expressionisme, Surrealisme, Abstracte kunst, Cobra, Pop Art 6
Impressionisme Ontstaan in Frankrijk. Het was een vernieuwingsbeweging die revolteerde tegen het toen algemeen aanvaarde academisch classicisme. De bedoeling van de impressionistische kunstenaars was om een indruk weer te geven van wat ze op een bepaald moment gezien hadden. Hoe het schilderij werd gemaakt werd plots even belangrijk als het onderwerp zelf. Kenmerkend: gebruik van veel licht en beweging. Grote namen: Edouard Manet, Claude Monet, Pierre-Auguste Renoir, Vincent Van Gogh Na het impressionisme: Kunstenaars vonden dat kunst niet meer tot in de puntjes moest worden afgewerkt. Hun persoonlijkheid en wereldvisie moest het meest in hun werk tot uiting komen. Iedereen verlegde zijn grenzen en daardoor ontstonden heel wat verschillende stijlen. Pointillisme: Allemaal kleine stipjes. Georges Seurat. Fauvisme: Felle kleuren, krachtig en bijna wild geschilderd, Henri Matisse Futurisme: Snelheid, energie, krachtige lijnen, vooruitgang, ontstaan in Italië. In België: Marcel Duchamp Expressionisme: Vervorming van de realiteit om een emotionele reactie los te kweken bij de toeschouwer. Edvard Munch met De schreeuw, ook De Kus van Gustav Klimt. Kubisme: Revolutionaire schilderstijl, ontstaan in 1907. Kenmerken: afgevlakt volume, verwarrend perspectief, collage. Is vooral het werk van Pablo Picasso Surrealisme: Meer dan echt Surrealistische schilders proberen krachtige gevoelens tot uitdrukking te brengen in onwerkelijke schilderijen waarin alledaagse voorwerpen in onmogelijke situaties opduiken. Ze stellen de realiteit in vraag om de gruwel van de eerste wereldoorlog te ontvluchten. Salvador Dali, Joan Miro, Rene Magritte Na-oorlogse abstracte kunst: Na de 2 e wereldoorlog begonnen kunstenaars een hoogstpersoonlijke kleuren-en vormentaal te ontwikkelen om hun meest intieme gevoelens uit te drukken. In deze kunst wordt het moeilijk om mensen, plaatsen of voorwerpen te herkennen. Na-oorlogse kunstenaars gingen verschillende richtingen uit. De maatschappij gedomineerd door nieuwe technologieën: radio, film en televisie. Piet Mondriaan: geometrische vormen met slechts enkele kleuren. Kadinsky Popart: Jaren 60. Popart is de afkorting van populaire art. Men verzette zich tegen het elitaire imago van de abstracte kunst uit de jaren 50. Is ontstaan in New York, Parijs had afgedaan. Men ging op zoek naar gewone dingen, de taal van de straat. Deze beweging maakt gebruik van beelden uit de massamedia zoals televisie en film (vb. Grote felgekleurde portretten van oa. Marilyn Monroe van Andy Warhol) Roy Lichtenstein (stripverhaalachtige stijl) 7
3. Voorstelling van de kunstwerken 8