Milieucoördinator. Het milieujaarverslag van de Vrije Universiteit Brussel



Vergelijkbare documenten
Milieuprestatie-indicatoren 2008

Milieuprestatie-indicatoren 2006

Milieuprestatie-indicatoren 2011

Milieucoördinator. Het milieujaarverslag van de Vrije Universiteit Brussel

Milieucoördinator. Het milieujaarverslag van de Vrije Universiteit Brussel

Milieucoördinator. Het milieujaarverslag van de Vrije Universiteit Brussel

Milieucoördinator. Het milieujaarverslag van de Vrije Universiteit Brussel

Milieucoördinator. Het milieujaarverslag van de Vrije Universiteit Brussel

ENERGIE EN MILIEU VERBRUIKSCIJFERS ENERGIE ENERGIE-EFFICIËNTIE GASVERBRUIK

Gescheiden inzameling van papierafval, PMD-afval en huishoudelijk glasafval op de campus Jette

Huishoudelijk elektriciteitsverbruik per aangesloten inwoner Hoeveelheid elektriciteit die verbruikt wordt binnen de Genkse huisgezinnen.

Resultaten studentenbevraging m.b.t. milieuzorg aan de Vrije Universiteit Brussel

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

Bios2 Thema in de kijker Personeel in de bibliotheek

Westvoorne CO 2 - uitstoot

Milieucoördinator. Het milieujaarverslag van de Vrije Universiteit Brussel

Vlaamse bedrijven produceren minder afval en sorteren voortaan ook pmd

De toekomst van de Vrije Universiteit Brussel. Paul DE KNOP 5 januari 2009

ANALYSE ENERGIEAUDIT GROTE ONDERNEMINGEN 26/11/2018

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014

De toekomst van de Vrije Universiteit Brussel. Studeren aan de Vrije Universiteit Brussel. Vrije Universiteit Brussel

DE BEREKENING VAN DE GROENESTROOMCERTIFICATEN

Energieverbruik door huishoudens,

Hogescholen denken aan verhoging studiegeld

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

emissie broeikasgassen

INNOVATIE & VALORISATIE

Emissie-inventaris broeikasgassen 2012 stadsontwikkeling EMA

Gescheiden ingezameld afval van huishoudens,

FOLLOW-UP VAN HET ENERGIEVERBRUIK

Deel 8 INTERNATIONALE VERGELIJKING

Tewerkstelling. pharma.be vzw asbl

Deel 8 INTERNATIONALE VERGELIJKING

Papierverbruik aan de VUB

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 15 april 2008

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

HERNIEUWBARE ENERGIE, VERVOER EN SPECIFIEK VERBRUIK

Milieubarometer

Strategische doelstellingen voor een duurzame ontwikkeling aan de Vrije Universiteit Brussel

BASISONDERWIJS Leerlingen. HOGER ONDERWIJS Studenten. A Hoger beroepsonderwijs. B Hogescholen/universiteiten

Milieucoördinator. Het duurzaamheidsrapport van de Vrije Universiteit Brussel

STATISTISCH OVERZICHT

Bruto elektriciteitsproductie en inzet energiedragers,

Energieverbruik gemeentelijke gebouwen

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Samenvatting

van 23 februari 2010

Asielaanvragen en beschermingsgraad januari 2016

van 11 december 2007

Voortgangsrapportage emissies scope 1, 2 en 3. Monitoring doelstellingen 2015 scope 1 en 2

Deel 8. internationale vergelijking

Deel 8 INTERNATIONALE VERGELIJKING

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen

Master in het vennootschapsrecht

Energieverbruik door de industrie,

Jerometer activiteit Meet de impact van je activiteit op het milieu

Nieuwe wetgeving koelinstallaties versnelt toepassing warmtepompen

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

Gescheiden ingezameld afval van huishoudens,

De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België. Samenvatting rapport 2011

NOVEMBER 2014 BAROMETER

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 29 mei 2007

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 27 januari 2009

Energieboekhouding BRISE. Thomas Deville. Facilitator Duurzame gebouwen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Opleidings- en begeleidingscheques

INFORMATIE ZOEKEN OP WEBSITES

Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2013

Jaarverslag. Commissie dierlijke bijproducten (CoABP) Deel BIM

van 13 november 2007

Hypothecaire kredietverlening neemt verder toe in tweede trimester

Fiche 3: tewerkstelling

Energienota

Changes in employment in the pharmaceutical industry e

1. Enkele algemene cijfers over het energieverbruik van de tertiaire gebouwen 2. Energieprestatie van de publieke gebouwen op basis van de EPC

VR MED.0081/1

Strategisch Thema. -Duurzame stad-

CO 2 reductieplan: doelstellingen en voortgang Thales Transportation Systems 2 e half jaar 2015

PREMIE 13 ZONNEBOILER Nieuwbouw + Renovatie

Nota: Invaliditeit Aantal en verdeling volgens ziektegroep

In artikel 23 van dezelfde wet, worden de onderdelen b), c), d) en f) opgeheven.

B.S.T. Beperkte statistische telling van de studenten in het hoger onderwijs op 31 oktober Academiejaar

DGMR Totaal. Figuur 1. DGMR - Milieubelasting per jaar

Klaar voor een universitaire studie in Vlaanderen?

Genderverhouding in de Faculteit Ingenieurswetenschappen (FirW): academiejaren en

Milieubarometerrapport 2017

Hoofdpunten Milieujaarverslag Utrecht Science Park Bilthoven 2018

Aanbod en verbruik van elektriciteit,

Voortgangsrapportage Carbon Footprint eerste helft 2016 Takke Groep

Deel 8 INTERNATIONALE VERGELIJKING

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

CO 2 Voortgangsrapportage Kwartaal 1 en 2. Akkoord Directie:

Arbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 30 maart 2005

BASISONDERWIJS Leerlingen. HOGER ONDERWIJS Studenten en cursisten. A Hoger beroepsonderwijs. B Hogescholen/universiteiten

Advies van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 7 oktober 2003

Energiejaarrapport 2011 Universiteit Gent

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

BENCHMARKING Vergelijk uw milieuprestaties met die van uw sector. Tertiaire sector. Label "Ecodynamische onderneming " Versie november 2013

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 24 juni 2008

Transcriptie:

Milieucoördinator Het milieujaarverslag van de Vrije Universiteit Brussel 2007

Milieujaarverslag 2007 van de Vrije Universiteit Brussel Vrije Universiteit Brussel Pleinlaan 2, 1050 Brussel, België tel. 02/629.21.11, infovub@vub.ac.be Auteur: Dimitri Devuyst Datum van uitgave: 20 april 2008 2

Milieuprestatie-indicatoren 2007 Dimitri Devuyst Milieucoördinator Dimitri.Devuyst@vub.ac.be Reëel gasverbruik voor verwarming per m² (GJ/m²) Campus Etterbeek 0,90 (GJ/m²) 1998 0,46 1999 0,40 2000 0,35 2001 0,39 2002 0,42 2003-2004 0,34 2005 0,44 2006 0,44 2007 0,40 Trend Het verbruik is vrij stabiel over de jaren heen (2003 is een foutieve meting en dus niet opgenomen) 0,80 0,70 0,60 0,50 0,40 0,30 0,20 0,10 campus Etterbeek campus Jette Campus Jette (GJ/m²) 1998 0,74 1999 0,73 2000 0,66 2001 0,80 2002 0,82 2003 0,77 2004 0,67 2005 0,55 2006 0,49 2007 0,33 Trend Over de jaren heen is er een dalend verbruik als gevolg van de warmtekrachtkoppeling 0,00 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 Aandachtspunten De daling in het verbruik in 2007 op campus Etterbeek is grotendeels te danken aan het weer dat warmer was dan normaal. Wanneer we het verbruik verbeteren voor de graaddagen ligt het in 2007 iets hoger dan in 2006 De daling in het verbruik in 2007 op campus Jette is een gevolg van de optimalisatie van de warmtekrachtkoppeling Steeds hogere prijzen voor energie en de problematiek van de opwarming van de aarde maken dat het gasverbruik nauwlettend dient te worden opgevolgd en dat dient te worden gezocht naar besparingsmaatregelen en hernieuwbare energieprojecten Energieverbruik voor verwarming van de gebouwen per m² (GJ/m²) Campus Etterbeek 1,00 (GJ/m²) Campus Jette (GJ/m²) 1998 0,46 1999 0,40 2000 0,35 2001 0,39 2002 0,42 2003-2004 0,34 2005 0,44 2006 0,44 2007 0,40 1998 0,74 1999 0,73 2000 0,66 2001 0,80 2002 0,82 2003 0,86 2004 0,90 2005 0,78 2006 0,83 2007 0,78 Trend Het verbruik is vrij stabiel over de jaren heen (2003 is een foutieve meting en dus niet opgenomen) Trend De daling die in 2007 op campus Jette is vast te stellen is te wijten aan het warme weer 0,90 0,80 0,70 0,60 0,50 0,40 0,30 0,20 0,10 0,00 campus Etterbeek campus Jette 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 Aandachtspunten Het energieverbruik voor de verwarming van de gebouwen per m² ligt ook in 2007 bijna dubbel zo hoog op de campus Jette in vergelijking met de campus Etterbeek Steeds hogere prijzen voor energie en de problematiek van de opwarming van de aarde maken dat het gasverbruik nauwlettend dient te worden opgevolgd en dat dient te worden gezocht naar besparingsmaatregelen en hernieuwbare energieprojecten 3

Elektriciteitsverbruik per m² (kwh/m²) Campus Etterbeek (kwh/m²) Campus Jette (kwh/m²) 1998 83 1999 85 2000 87 2001 83 2002 89 2003 80 2004 86 2005 88 2006 89 2007 91 1998 131 1999 133 2000 132 2001 130 2002 129 2003 130 2004 134 2005 136 2006 138 2007 137 Trend 2007 is het vierde jaar op rij dat het elektriciteitsverbruik per m² licht stijgt Trend Na vier jaar licht stijgend verbruik is er in 2007 een licht dalend verbruik waar te nemen 160 140 120 100 80 60 40 20 0 campus Etterbeek campus Jette 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 Aandachtspunten Het elektriciteitsverbruik op de campus Jette ligt een stuk hoger dan op de campus Etterbeek, deels te verklaren door een groter aantal laboratoria per m² Op beide campussen is het verbruik per m² over de laatste 10 jaar gestegen Steeds hogere prijzen voor energie en de problematiek van de opwarming van de aarde maken dat het elektriciteitsverbruik nauwlettend dient te worden opgevolgd en dat dient te worden gezocht naar besparingsmaatregelen en hernieuwbare energieprojecten Elektriciteitsverbruik per lid van de universitaire gemeenschap (kwh/persoon) Campus 3500 Etterbeek (kwh/persoon) Campus Jette (kwh/persoon) 1998 960 1999 948 2000 960 2001 924 2002 931 2003 1.031 2004 1.075 2005 1.129 2006 1.131 2007 1.111 1998 2.506 1999 2.445 2000 2.324 2001 2.370 2002 2.319 2003 2.489 2004 2.593 2005 2.779 2006 2.871 2007 2.857 Trend Voor het eerst in zeven jaar is er een licht dalend verbruik per persoon Trend Voor het eerst in zes jaar is er een licht dalend verbruik per persoon 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 campus Etterbeek campus Jette 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 Aandachtspunten Het elektriciteitsverbruik per lid van de universitaire gemeenschap is meer dan dubbel zo hoog op campus Jette dan op campus Etterbeek Steeds hogere prijzen voor energie en de problematiek van de opwarming van de aarde maken dat het elektriciteitsverbruik nauwlettend dient te worden opgevolgd en dat dient te worden gezocht naar besparingsmaatregelen en hernieuwbare energieprojecten Totaal waterverbruik (leiding- en grondwater) per lid van de universitaire gemeenschap (m³/persoon) Campus 12 Etterbeek (m³/persoon) Campus Jette (m³/persoon) 2000 9,35 2001 8,94 2002 8,83 2003 9,68 2004 8,53 2005 8,57 2006 8,26 2007 8,79 2000 11,12 2001 7,65 2002 8,32 2003 7,40 2004 7,72 2005 7,42 2006 7,15 2007 6,73 Trend 2007 kent een stijging t.o.v. het jaar voordien Trend 2007 is het derde jaar op rij dat er een daling wordt opgetekend in het verbruik per persoon 10 8 6 4 2 0 campus Etterbeek campus Jette 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 Aandachtspunten De stijging van het waterverbruik op de campus Etterbeek dient te worden opgevolgd Een daling in het waterverbruik dient te worden nagestreefd vanuit milieu-oogpunt 4

Grondwaterverbruik per lid van de universitaire gemeenschap (m³/persoon) Campus 7 Etterbeek (m³/persoon) 1998 2,7 1999 2,9 2000 3,3 2001 2,9 2002 3,1 2003 2,3 2004 1,6 2005 2,4 2006 2,3 2007 2,5 Trend In 2007 is het verbruik per persoon gestegen t.o.v. het jaar voordien 6 5 4 3 2 1 campus Jette campus Etterbeek Campus Jette (m³/persoon) 2000 6,5 2001 3,1 2002 2,6 2003 2,1 2004 2,1 2005 2,4 2006 1,9 2007 0,9 Trend Over de jaren heen is er een sterk dalend verbruik 0 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 Aandachtspunten Vanuit milieu-oogpunt dient te worden gestreefd naar een daling in het grondwaterverbruik. Overschakelen op het gebruik van regenwater is aan te bevelen Op de campus Jette dient bij het oppompen van grondwater te worden rekening gehouden met de nabijheid van het Laarbeekbos Papierverbruik (aantal vellen papier) Nietgerecycleerd papier (#vellen) Gerecycleerd papier (#vellen) Extra strong papier (#vellen) Totaal (#vellen) Aandeel gerecycleerd papier t.o.v. totaal 2001 18.000.000 2002 14.458.000 2003 13.990.000 2004 13.725.000 2005 13.823.000 2006 12.485.000 2007 11.074.000 2001 231.000 2002 721.000 2003 939.000 2004 1.399.000 2005 1.432.000 2006 1.510.000 2007 1.628.000 2004 323.000 2005 811.000 2006 720.000 2007 1.048.000 2001 18.233.001 2002 15.181.002 2003 14.929.000 2004 15.447.000 2005 16.066.000 2006 14.715.000 2007 13.750.000 2001 1,3% 2002 4,7% 2003 6,3% 2004 9,0% 2005 8,9% 2006 10,3% 2007 11,8% Trend Dalend verbruik over de jaren heen Trend Stijgend verbruik over de jaren heen Trend Stijgend verbruik over de jaren heen Trend Dalend verbruik over de jaren heen Trend Gerecycleerd papier wint terrein, maar zeer traag 20.000.000 18.000.000 16.000.000 14.000.000 12.000.000 10.000.000 8.000.000 6.000.000 4.000.000 2.000.000 0 niet-gerecycleerd papier gerecycleerd papier totaal extra-strong papier 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 Aandachtspunten Er dient verder te worden gestreefd naar een verminderd verbruik van papier en een stijging van het aandeel gerecycleerd papier t.o.v. het totaal Een daling in de hoeveelheden verbruikt papier en een stijging in het aandeel gerecycleerd papier is positief vanuit milieu-oogpunt Papierverbruik per lid van de universitaire gemeenschap (aantal vellen papier/persoon) Totaal papierverbruik per 2000 persoon (#vellen/persoon) 2001 1.555 2002 1.264 2003 1.234 2004 1.257 2005 1.344 2006 1.216 2007 1.097 Trend Dalend verbruik over de jaren heen 1500 1000 500 0 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 Aandachtspunten Het aantal vellen papier verbruikt per persoon en per jaar daalt. Dit is positief vanuit milieu-oogpunt 5

Productie niet-gevaarlijk afval campus Etterbeek (kg) Restafval 2001 450.000 Trend 2002 480.120 Over de jaren (kg) 2003 462.220 heen is er een daling in de 2004 483.000 hoeveelheden 2005 420.260 restafval die 2006 430.100 worden afgevoerd 2007 399.220 Groot vuil (kg) Papier (kg) Totaal (kg) 2001 60.000 2002 73.360 2003 111.340 2004 66.720 2005 64.120 2006 63.980 2007 49.900 2003 49.100 2004 84.980 2005 109.820 2006 94.440 2007 121.770 2001 510.000 2002 553.480 2003 622.660 2004 634.700 2005 594.200 2006 588.520 2007 570.890 Trend Na een piek in 2003 wordt elk jaar iets minder groot vuil afgevoerd. Op vijf jaar tijd is de hoeveelheid gehalveerd Trend In 2007 werd meer dan dubbel zoveel papier afzonderlijk ingezameld dan in 2003 Trend Sinds het piekjaar 2004 is er elk jaar een daling in de totale geproduceerde hoeveelheden afval 700000 600000 500000 400000 300000 200000 100000 0 groot vuil restafval papierafval totaal 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 Aandeel gescheiden inzameling papier t.o.v. totaal 2003 7,9% 2004 13,4% 2005 18,5% 2006 16,0% 2007 21,3% Trend Over de jaren heen is er een sterke stijging in het aandeel gescheiden ingezameld papier t.o.v. het totaal Aandachtspunten Sinds de piek van 2004 is er elk jaar een daling in de totale hoeveelheid niet-gevaarlijk afval De gescheiden inzameling van PMD en glas is vanuit milieuoogpunt aan te bevelen. Dit gebeurde in 2007 nog niet Er dient vanuit milieu-oogpunt te worden gestreefd naar een verdere daling in de hoeveelheden geproduceerd afval Inzameling gevaarlijk afval campus Etterbeek (kg) Chemisch afval (kg) Afval met bioveiligheidsrisico (RMA) (kg) 2001 2.697 2002 1.563 2003 2.221 2004 4.736 2005 6.120 2006 8.846 2007 7.028 2001 867 2002 782 2003 2.293 2004 3.094 2005 4.119 2006 4.940 2007 4.381 Trend Voor het eerst in zes jaar daalt de hoeveelheid ingezameld chemisch afval 16000 14000 12000 10000 8000 Trend Er werd in 6000 2007 minder RMA 4000 opgehaald 2000 dan het jaar voordien 0 Totaal chem RMA 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 Totaal (kg) 2001 3.564 2002 2.345 2003 4.514 2004 7.830 2005 10.239 2006 13.786 2007 11.409 Trend Er werd in 2007 minder gevaarlijk afval opgehaald dan het jaar voordien Aandachtspunten Na vier jaar van stijgende inzameling van gevaarlijk afval werd in 2007 minder gevaarlijk afval ingezameld De aandacht dient gevestigd te worden op het belang van de gescheiden inzameling van gevaarlijk afval voor mens en milieu Hoe meer gevaarlijk afval via de officiële kanalen wordt ingezameld, hoe beter vanuit milieu-oogpunt 6

Productie niet-gevaarlijk afval campus Jette (kg) Restafval 2001 142.400 Trend 2002 157.770 Er werd in 2007 (kg) 2003 159.390 minder restafval gepro- 2004 152.890 2005 178.700 duceerd dan het 2006 178.900 jaar voordien 2007 163.950 Groot vuil (kg) Papier (kg) 2002 4.000 2003 2.000 2004 8.000 2005 10.920 2006 9.820 2007 31.860 2001 10.988 2002 11.666 2003 5.920 2004 2.120 2005 11.460 2006 14.620 2007 12.300 Trend Er werd in 2007 veel afgevoerd met het oud ijzer er zijn geen exacte hoeveelheden gekend. Dit is een schatting Trend Er werd in 2007 minder papier ingezameld dan het jaar voordien 250000 200000 150000 100000 50000 0 totaal restafval papierafval groot vuil 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 Totaal (kg) Aandeel gescheiden inzameling papier t.o.v. totaal (kg) 2001 153.388 2002 173.436 2003 167.310 2004 163.010 2005 201.080 2006 203.340 2007 208.110 2001 7,2% 2002 6,7% 2003 3,5% 2004 1,3% 2005 5,7% 2006 7,2% 2007 5,9% Trend Dit is het derde jaar op rij dat er meer afval wordt afgevoerd. In 2007 werd bijna 55 ton meer afval afgevoerd dan in 2001 Trend De hoeveelheden gescheiden ingezameld papier blijft klein Aandachtspunten De stijging in de productie van niet-gevaarlijk afval op de campus Jette vraagt onze aandacht Er is nog potentieel om het aandeel gescheiden inzameling papier t.o.v. het totaal te doen stijgen PMD en glas worden in 2007 nog steeds niet gescheiden ingezameld. Hier dienen we vanuit milieu-oogpunt naar te streven Een daling in de hoeveelheden geproduceerd afval dient te worden nagestreefd vanuit milieu-oogpunt Inzameling gevaarlijk afval campus Jette (kg) Chemisch afval (kg) Afval met bioveiligheidsrisico (RMA) (kg) 2001 524 2002 704 2003 1.744 2004 1.434 2005 2.129 2006 2.921 2007 3.160 2001 2.628 2002 3.628 2003 3.751 2004 3.538 2005 4.159 2006 4.205 2007 5.803 Trend Inzameling chemisch afval blijft ook in 2007 verder stijgen Trend De inzameling van RMA is in 2007 scherp gestegen 10000 9000 8000 7000 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0 totaal RMA chem 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 Totaal (kg) 2001 3.152 2002 4.332 2003 5.495 2004 4.972 2005 6.288 2006 7.126 2007 8.963 Trend Sterke stijging van de inzameling van gevaarlijk afval over de jaren heen Aandachtspunten Op zeven jaar tijd is de hoeveelheid afgevoerd chemisch afval vervijfvoudigd Op zeven jaar tijd is de hoeveelheid afgevoerd afval met bioveiligheidsrisico met een factor 2,2 verhoogd Hoe meer gevaarlijk afval via de officiële kanalen wordt ingezameld, hoe beter vanuit milieu-oogpunt 7

Totale productie afval per lid van de universitaire gemeenschap (kg/persoon) Etterbeek 2001 53 Trend 2002 56 Reeds drie 140 (kg/persoon) 2003 62 jaar op rij 120 2004 62 is er een 2005 60 daling 100 2006 58 t.o.v. het 2007 54 jaar 80 voordien Jette (kg/persoon) 2001 77 2002 87 2003 90 2004 88 2005 115 2006 118 2007 123 Trend Reeds drie jaar op rij is er een stijging t.o.v. het jaar voordien 60 40 20 0 Jette Etterbeek 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 Aandachtspunten De hoeveelheid afval per lid van de universitaire gemeenschap stijgt op de campus Jette De totale hoeveelheid afval geproduceerd per lid van de universitaire gemeenschap is op de campus Jette meer dan dubbel zo hoog in vergelijking met de campus Etterbeek Er dient te worden gestreefd naar een daling in de hoeveelheden geproduceerd afval 8

Aandachtspunten milieujaarverslag 2007 Belangrijke evoluties in 2007 Energieverbruik Het energieverbruik voor de verwarming van de gebouwen per m² is gedaald t.o.v. het jaar voordien. Deze daling is grotendeels te danken aan het weer dat warmer was dan normaal. Wanneer we het verbruik verbeteren voor de graaddagen ligt het in 2007 zelfs iets hoger dan in 2006. 2007 is het vierde jaar op rij dat het elektriciteitsverbruik per m² stijgt op de campus Etterbeek. Op de campus Jette is er voor het eerst na vier jaar stijging, een lichte daling vast te stellen in het elektriciteitsverbruik per m². Voor het eerst in vele jaren is er een lichte daling in het elektriciteitsverbruik per persoon op beide campussen van de Vrije Universiteit Brussel. Niet-gevaarlijk afval Op de campus Etterbeek wordt steeds meer papierafval gescheiden van het restafval ingezameld. Het papierafval wordt sinds 2007 tot in de burelen opgehaald op initiatief van de dienst Facility Management. De totale hoeveelheid niet-gevaarlijk afval gaat sinds vier jaar in dalende lijn. Op de campus Jette blijft de hoeveelheid gescheiden ingezameld papierafval klein en de totale hoeveelheid niet-gevaarlijk afval gaat sinds drie jaar in stijgende lijn. Gevaarlijk en bijzonder afval Voor het eerst in zes jaar daalde in 2007 de hoeveelheid ingezameld chemisch afval op de campus Etterbeek. Er werd in 2007 ook minder risicohoudend medisch/biologisch afval ingezameld op deze campus. Op de campus Jette zet de stijging in de hoeveelheden ingezameld gevaarlijk afval zich ook in 2007 door. Waterverbruik en productie van afvalwater Het totale waterverbruik per lid van de universitaire gemeenschap is hoger op campus Etterbeek dan op campus Jette. Het verschil is in 2007 nog groter geworden. Papierverbruik Het papierverbruik gaat verder in dalende lijn aan de Vrije Universiteit Brussel. Het aandeel gerecycleerd papier wint jaar na jaar terrein, maar zeer traag. Bioveiligheidsproblematiek Microbiologische veiligheidskasten worden vanaf 2007 stelselmatig aan een onderzoek onderworpen. Een programma voor opleiding in bioveiligheid voor de medewerkers van de betrokken laboratoria werd uitgewerkt. Er werd aandacht besteed aan het voorkomen van prikincidenten. Milieuzorg en duurzame ontwikkeling Een proefproject in het kader van Ecocampus ging in 2007 van start op campus Jette. In 2007 ging UCOS van start met het Ecokot-project, rond milieuzorg op kot. In het kader van het project DOEN! ontwikkelde de Vrije Universiteit Brussel een postercampagne en werd van start gegaan met het ontwikkelen van een netwerk van Ecollega s. 9

Het EcoTeam Etterbeek kende in 2007 veel succes, terwijl de activiteit van het team op campus Jette op een laag pitje kwam te staan. Communicatie Het communicatiebureau Tinker ontwikkelde een communicatiestrategie m.b.t. milieuzorg voor de universitaire gemeenschap. Aandachtspunten voor de toekomst Milieuvergunningen Een update dient te gebeuren van de milieuvergunningen en een inventaris dient te worden opgemaakt van alle ingedeelde inrichtingen. Energieverbruik Het energieverbruik voor de verwarming van de gebouwen per m² ligt ook in 2007 bijna dubbel zo hoog op de campus Jette in vergelijking met de campus Etterbeek. Verschillen in verbruik dienen te worden opgespoord en opgevolgd. Het elektriciteitsverbruik op de campus Jette ligt heel wat hoger dan op de campus Etterbeek. Het elektriciteitsverbruik per lid van de universitaire gemeenschap ligt op de campus Jette meer dan dubbel zo hoog dan op de campus Etterbeek. Op beide campussen is het elektriciteitsverbruik per m² over de laatste tien jaar flink gestegen. Steeds hogere prijzen voor energie en de problematiek van de opwarming van de aarde maakt dat het elektriciteitsverbruik nauwlettend dient te worden opgevolgd en dat dient te worden gezocht naar besparingsmaatregelen en hernieuwbare energieprojecten. Het is aangeraden om energie-audits van de gebouwen te laten uitvoeren. Niet-gevaarlijk afval Er is een belangrijke vraag uit de universitaire gemeenschap voor de gescheiden inzameling van PMD en glas, op beide campussen. Dit kan vrij eenvoudig worden gerealiseerd en is belangrijk voor het milieu-imago van de instelling. Op de campus Jette dient aandacht te worden besteed aan de meer doorgedreven gescheiden inzameling van papierafval. Mobiliteits- en parkeerproblematiek Het bedrijfsvervoerplan dient te worden geëvalueerd en geactualiseerd. Papierverbruik Er dient te worden gestreefd naar een groter aandeel van gerycleerd papier in het totale papierverbruik. Milieuzorg De Vrije Universiteit Brussel dient zich te beraden over de wijze waarop ze Ecocampus verder vorm wil geven in de toekomst. Communicatie Er dient aandacht te worden besteed aan een meer doorgedreven communicatie m.b.t. milieuzorg naar de hele universitaire gemeenschap. 10

Inhoudsopgave Milieuprestatie-indicatoren 2007 3 Aandachtspunten milieujaarverslag 2007 9 Inhoudsopgave 11 Afkortingen 13 Profiel van de Vrije Universiteit Brussel 14 1. Inleiding 17 2. Het bekomen van vergunningen voor activiteiten en inrichtingen van de Vrije Universiteit Brussel 18 3. Het energieverbruik aan de Vrije Universiteit Brussel 21 4. De afvalproblematiek aan de Vrije Universiteit Brussel 43 5. Het waterverbruik en de productie van afvalwater aan de Vrije Universiteit Brussel 53 6. De bodemproblematiek aan de Vrije Universiteit Brussel 63 7. Inkuiping van opslagtanks en gevaarlijke producten aan de Vrije Universiteit Brussel 64 8. De geluids- en trillingenproblematiek aan de Vrije Universiteit Brussel 65 9. De mobiliteits- en parkeerproblematiek aan de Vrije Universiteit Brussel 66 10. Het papierverbruik aan de Vrije Universiteit Brussel 70 11. PCB-houdende apparaten en koelinstallaties aan de Vrije Universiteit Brussel 74 12. Een gezonde werk- en leefomgeving op de campussen van de Vrije Universiteit Brussel 75 13. Het beheer van gebouwen en open ruimten op de campussen van de Vrije Universiteit Brussel, aspecten van fauna en flora 79 14. Milieuzorg en duurzame ontwikkeling aan de Vrije Universiteit Brussel 81 15. De milieu-initiatieven van individuele diensten van de Vrije Universiteit Brussel 89 16. Relatie tussen de Vrije Universiteit Brussel en de stadsbuurten waarin ze haar activiteiten ontplooit 92 17. Communicatie rond de milieuproblematiek aan de Vrije Universiteit Brussel 93 18. Besluit 94 Referentielijst 95 11

Voor verdere inlichtingen m.b.t. het milieujaarverslag of de milieuproblematiek aan de Vrije Universiteit Brussel neem contact op met Dimitri Devuyst, milieucoördinator bureau campus Etterbeek: gebouw M, 1e verd., lokaal 1M110, tel. 02/629.14.75 bureau campus Jette: gebouw K, 2e verd. (MEKO), tel. 02/477.49.34 e-mail: Dimitri.Devuyst@vub.ac.be Voor verdere inlichtingen m.b.t. de bioveiligheidsproblematiek aan de Vrije Universiteit Brussel neem contact op met Walter Kempenaers, bioveiligheidsverantwoordelijke bureau campus Etterbeek: gebouw M, 1e verd., lokaal 1M111, tel. 02/629.15.25 bureau campus Jette: gebouw K, 2e verd. (MEKO), tel. 02/477.49.34 e-mail: Walter.Kempenaers@vub.ac.be Secretariaat Dienst Milieucoördinatie, Serge Gillot bureau campus Etterbeek: gebouw M, 5e verd., lokaal 5M516 tel. 02/629.39.97, fax. 02/629.38.27 e-mail: Serge.Gillot@vub.ac.be 12

Afkortingen BIM COPERNICUS DADO GGO JNM MVK s PCB PMD SBB ULB UZ Brussel VREG Brussels Instituut voor Milieubeheer Cooperation Programme in Europe for Research on Nature and Industry through Coordinated University Studies Denk- en Actiegroep Duurzame Ontwikkeling Genetisch Gemodificeerd Organisme Jeugdbond voor Natuur en Milieu microbiologische veiligheidskasten Polychloorbifenyl Plastiek, metaal en drankverpakkingen Sectie Bioveiligheid en Biotechnologie (Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid) Université Libre de Bruxelles Universitair Ziekenhuis van de Vrije Universiteit Brussel Vlaamse Reguleringsinstantie voor de elektriciteits- en gasmarkt 13

Profiel van de Vrije Universiteit Brussel Historiek en basisfilosofie De Vrije Universiteit Brussel is ontstaan uit de Franstalige Université Libre de Bruxelles (ULB) die in 1834 door de Brusselse advocaat van Vlaamse oorsprong, Pierre-Théodore Verhaegen, gesticht werd. Het was zijn bedoeling een universiteit op te richten die onafhankelijk zou zijn van Staat en Kerk en waar academische vrijheid zou heersen. Hoewel reeds in 1935 aan de faculteit Rechtsgeleerdheid van de ULB cursussen in het Nederlands gedoceerd werden, duurde het nog tot 1963 voor in vrijwel alle faculteiten cursussen in het Nederlands konden worden gevolgd. Met de wet van 28 mei 1970 werd de op 1 oktober 1969 doorgevoerde splitsing van de oude universiteit in een Nederlandstalige (VUB) en Franstalige (ULB) universiteit, een juridische, administratieve en wetenschappelijke realiteit. De Vrije Universiteit Brussel heeft als enige Vlaamse universiteit het principe van 'Vrij Onderzoek' in haar statuten ingeschreven. Dit principe is gebaseerd op een tekst van de Franse wiskundige en natuurfilosoof Henri Poincaré (1854-1912) die zegt dat : Het denken mag zich nooit onderwerpen, noch aan een dogma, noch aan een partij, noch aan een hartstocht, noch aan een belang, noch aan een vooroordeel, noch aan om het even wat, maar uitsluitend aan de feiten zelf, want zich onderwerpen betekent het einde van alle denken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het zegel van de Vrije Universiteit Brussel de spreuk 'scientia vincere tenebras' (de duisternis overwinnen door de wetenschap) draagt. De bedeltas en de samengeslagen handen op het oranje-wit-blauwe schild in het embleem (de kleuren van de prinselijke vlag van Oranje) verwijzen naar de strijd van de protestantse Geuzen en de Prins van Oranje tegen de Spaanse overheersing en de inquisitie in de 16de eeuw. De spreuk, gecombineerd met de bedeltas en de samengeslagen handen, staan symbool voor het vrije en ongebonden karakter van de Vrije Universiteit Brussel. Een ander basisprincipe, eveneens opgenomen in het organiek statuut van de Vrije Universiteit Brussel, is dat de instelling democratisch beheerd dient te worden. Concreet betekent dit dat alle geledingen, zowel professoren, assistenten, vorsers, studenten als het administratief en technisch personeel, in alle bestuursorganen vertegenwoordigd zijn. Zo garanderen wij dat elke geleding ruime inspraak in de besluitvorming krijgt en aldus deelneemt aan het beleid. Feiten en cijfers De Vrije Universiteit Brussel telt 8.894 studenten. De instroom van nieuwe generatiestudenten (dit zijn studenten die nog niet eerder aan een hogeronderwijsinstelling hebben gestudeerd) bedroeg 1.368. Het slaagpercentage van eerstejaarsstudenten bedraagt 50%. 14

Het totaal aantal studenten bestaat uit 47% mannen en 53% uit vrouwen. Een uitgesproken vrouwelijke faculteit is Psychologie en Educatiewetenschappen (79% van de studenten is vrouw). Een uitgesproken mannelijke faculteit is Ingenieurswetenschappen (74% van de studenten is man). Bijna driekwart van de studenten komt uit Brussel, Vlaams-Brabant en Antwerpen. De Vrije Universiteit Brussel telt 2.582 personeelsleden. Dit staat gelijk aan 1.495 voltijdse plaatsen, want 44% van het academisch en 40% van het administratief en technisch personeel werkt deeltijds. De Vrije Universiteit Brussel financiert 52% van haar personeelsleden met overheidsgeld (werking), 48% wordt betaald via andere financieringsbronnen (onder meer onderzoeksgelden). 65% van de 2.582 personeelsleden valt onder de categorie academisch personeel. Kijken we specifiek naar de groep professoren dan zien we dat een op vijf professoren een vrouw is. Bij de (veelal jonge) onderzoekers is de man/vrouw verhouding evenwichtiger, respectievelijk 55% en 45%. Van deze groep onderzoekers is bijna 80% jonger dan 34 jaar. 53% van de professoren is 50 jaar of ouder. In 2006 bedroeg het onderzoeksbudget van de Vrije Universiteit Brussel 67.608.908 euro, 9% meer dan vorig jaar. Vooral de inkomsten uit Europese onderzoeksprojecten namen sterk toe door de start van het zevende kaderprogramma van de EU. In 2006 was de Vrije Universiteit Brussel de snelst stijgende universiteit in de wereldwijde ranking van The Times Higher Education Supplement. De Vrije Universiteit Brussel staat in Vlaanderen als eerste na de KULeuven vermeld. De universiteitenranglijst die Le Vif/L Express onlangs publiceerde, bevestigt eveneens deze tweede plaats. Beide rankings kijken meer naar de kwaliteit dan naar de grootte van de instelling (kwantiteit). De helft van het resultaat in The Times Higher Education Supplement-ranking is bijvoorbeeld gebaseerd op een rondvraag bij zo n 3.700 academici in de wereld die de top-30 van universiteiten in hun vakgebied moesten opstellen. En daar stond de Vrije Universiteit Brussel veelvuldig tussen. Ook de jonge generatie staat klaar. Dat blijkt uit de hoge scores die onderzoekers van de Vrije Universiteit Brussel halen bij de competitie om de IWT-gelden (Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie). De dossiers die hiervoor worden ingediend worden gescreend door externen, veelal mensen uit de industrie. Al twee jaar op rij noteert de Vrije Universiteit Brussel het hoogste slagingspercentage in deze competitie. Dat wil zeggen dat de projecten van onze onderzoekers het vaakst weerhouden worden door de IWT-commissie voor financiering. In totaal biedt de Vrije Universiteit Brussel 132 opleidingen aan, waarvan 27 Engelstalig. Tijdens het academiejaar 2005-2006 bood de Vrije Universiteit Brussel 28 bacheloropleidingen, 62 masteropleidingen en 42 master-na-masteropleidingen aan, alsook een lerarenopleiding. 18% van de masteropleidingen en 38% van de master-namasteropleidingen zijn Engelstalig. Het Instituut voor Postacademische Vorming van de Vrije Universiteit Brussel (ipavub) bood in 2006 in totaal 59 postacademische vormingen voor professionals aan. Door het Vesalius College werden 3 vierjarige Bachelors with honors ingericht. In 2006 besteedde de Vrije Universiteit Brussel 46.405.473 euro aan haar onderwijsopdracht. 6 miljoen hiervan diende als werkingsgeld voor de faculteiten en centrale onderwijsdiensten, alsook voor multimediale voorzieningen en ondersteuning voor het opstarten van gezamenlijke opleidingen met de Erasmushogeschool Brussel. 1,6 miljoen euro ging naar de Centrale Bibliotheek. Het merendeel, ruim 38 miljoen euro, werd gebruikt om de lonen van het onderwijzend personeel mee te betalen. De Vrije Universiteit Brussel participeert in twee Europese Erasmus Mundusopleidingen. Omdat de Europese Unie ernaar streeft van de Erasmus Mundus Masters echte 15

topmasters te maken, worden strenge criteria gehanteerd tijdens de selectieprocedure. Slechts 17% van alle door Europa ingediende voorstellen werd weerhouden, waaronder dus de Master of Science in Photonics en de Master na Master in Economics of International Trade and European Integration van de Vrije Universiteit Brussel. Verder werd de faculteit Ingenieurswetenschappen als enige Vlaamse faculteit opgenomen in het Top Industrial Managers Europe - netwerk (T.I.M.E). Dit netwerk verenigt ingenieursfaculteiten van Europese universiteiten. De Vrije Universiteit Brussel centraliseert al haar bijscholingsprogramma s voor professionals onder de noemer levenslang leren. Een deel van de bijscholingsprogramma s legt zich twee jaar lang toe op een welbepaald thema. Het thema Veiligheid als maatschappelijk gegeven werd in 2006 afgerond. In 2007 start een nieuwe tweejarige bijscholingscyclus met Diversiteit als maatschappelijk gegeven als thema. In 2006 kwamen 2.451 cursisten hun licht opsteken via het Instituut voor Postacademische Vorming van de Vrije Universiteit Brussel (ipavub). IPAVUB bood in 2006 in totaal 59 postacademische vormingen aan. 16

1. Inleiding Het milieujaarverslag 2007 geeft een overzicht van de belangrijkste milieuthema's en milieudossiers en schetst de stappen die in 2007 werden gezet op milieugebied aan de Vrije Universiteit Brussel. Het vestigt ook de aandacht op een aantal belangrijke punten voor de toekomst. In dit milieujaarverslag wordt het verbruik van energie, water en papier en de productie van afval aan de Vrije Universiteit Brussel in kaart gebracht voor de laatste tien jaar, zodat evoluties in de tijd kunnen worden geanalyseerd. Bovendien gaat er ook aandacht naar de problematiek van vergunningen, bioveiligheid, mobiliteit, milieuzorg, duurzame ontwikkeling en worden enkele interessante milieuinitiatieven van individuele diensten in de verf gezet. Dit milieujaarverslag is in de eerste plaats interessant voor de directies, besluitvormers, beleidsmakers en bestuursorganen van de Vrije Universiteit Brussel maar kan ook personeelsleden en studenten die op zoek zijn naar specifieke milieu-informatie interesseren. Ook de overheidsdiensten die de milieuproblematiek aan de Vrije Universiteit Brussel opvolgen, onze buren en andere mensen die nieuwsgierig zijn naar de milieusituatie aan de Vrije Universiteit Brussel vinden heel wat informatie in dit milieujaarverslag. Dit milieujaarverslag geeft een beeld van de situatie tot en met december 2007. Voor informatie van latere datum wordt verwezen naar de internet- en intranetpagina s van de dienst milieucoördinatie (zie www.vub.ac.be/mico of op het intranet). Hier vind je het laatste nieuws rond de milieuproblematiek aan de Vrije Universiteit Brussel, krijg je informatie over het beheer van het gevaarlijk afval, kan je met behulp van de afvalwerkwijzer nagaan hoe je dient om te gaan met 43 verschillende afvalstoffen, word je wegwijs gemaakt m.b.t. bioveiligheid, de mobiliteitsproblematiek en duurzame ontwikkeling. Bovendien krijg je allerhande tips om de milieubelasting van werk en studies aan de Vrije Universiteit Brussel zo laag mogelijk te houden. 17

2. Het bekomen van vergunningen voor activiteiten en inrichtingen van de Vrije Universiteit Brussel 2.1. Milieuvergunningen In 2007 werden twee milieuvergunningen toegekend voor huizen van de Vrije Universiteit Brussel op de Triomflaan en de Waversesteenweg. Bovendien werd een systeem op punt gesteld dat het mogelijk maakt alle ingedeelde inrichtingen op te volgen en zo te komen tot een update van de milieuvergunningen. A. Milieuvergunning voor Triomflaan 40, Triomflaan 43-45 en Waversesteenweg 1077 Triomflaan 40 is een gebouw van de Vrije Universiteit Brussel waar een auto- en fietsherstelplaats is gevestigd. Triomflaan 43-45 en Waversesteenweg 1077 zijn twee gebouwen die aan elkaar grenzen en waar de werkplaatsen van de dienst Stromingsmechanica zijn ondergebracht. Hiervoor dienden twee milieuvergunningen te worden aangevraagd bij de gemeente Oudergem. De vergunningen werden op 16 oktober 2007 toegekend voor een periode van 15 jaar. B. Update van de milieuvergunningen Voor elke inrichting of activiteit die opgenomen is in de lijst van ingedeelde inrichtingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet de Vrije Universiteit Brussel een milieuvergunning hebben. De ingedeelde inrichtingen op de universiteit zijn steeds onderhevig aan evoluties. Lokalen veranderen van functie, toestellen worden afgeschreven of aangekocht, nieuwe gebouwen worden opgericht, onderzoeksprojecten evolueren: telkens er veranderingen plaatsgrijpen in de infrastructuur zijn er mogelijks ingedeelde inrichtingen die worden stopgezet of nieuwe die zich aandienen. Deze veranderingen dienen steeds gemeld te worden aan de Brusselse overheid. In sommige gevallen moet een uitbreiding worden aangevraagd van de milieuvergunning. Om al deze evoluties te kunnen opvolgen werd in 2007 begonnen met het opmaken van een geactualiseerde lijst van alle ingedeelde inrichtingen op de Vrije Universiteit Brussel. Hieraan werd ook een geografisch informatiesysteem gekoppeld. Op digitale kaarten van alle verdiepingen en lokalen van alle gebouwen van de universiteit wordt aangegeven waar de ingedeelde inrichtingen zich bevinden, wat de functie is van lokalen, wie verantwoordelijk is voor de lokalen en welke de belangrijkste toestellen zijn. Het in kaart brengen van al deze gegevens zal in 2008 worden verdergezet. 18

2.2. Bioveiligheidsdossiers A. Bioveiligheidsdossiers campus Etterbeek Bestaande bioveiligheidsdossiers voor ingeperkt gebruik: De activiteiten nrs 1 t.e.m. 18 werden opgesomd in het milieujaarverslag 2006; de vergunningen voor deze activiteiten werden afgeleverd op 06/09/2005 en blijven gelden voor een periode van 5 jaar, dus tot 06/09/2010 (Ref. vergunning: GGO-254131). Nieuwe bioveiligheidsdossiers ingediend en goedgekeurd in 2007: Activiteit nr 19: Risicoklasse 2 Rol van het aminozuurmetabolisme in resistentie tegen biotische en abiotische stress. Prof. Dr. G. Angenon, PLAN Activiteit nr 20: Risicoklasse 1 Uitdrukking van influenza antigenen in planten ter ontwikkeling van een oraal vaccin voor pluimvee tegen vogelgriep. Prof. Dr. G. Angenon, PLAN De vergunning voor beide activiteiten werd afgeleverd op 05/12/2007 en blijft geldig voor een periode van 5 jaar, dus tot 05/12/2012 (Ref. vergunning: LABO-304248). B. Bioveiligheidsdossiers campus Jette Bestaande bioveiligheidsdossiers voor ingeperkt gebruik: De activiteiten nrs 1 t.e.m. 19 werden opgesomd in het milieujaarverslag 2006; de vergunningen voor deze activiteiten werden afgeleverd op 16/08/2005 en blijven gelden voor een periode van 5 jaar, dus tot 16/08/2010 (Ref. vergunning: GGO-245827). Nieuwe bioveiligheidsdossiers ingediend en goedgekeurd in 2007: Activiteit nr 20: Risicoklasse 2 Studie van beta-cel neogenese vanuit exocriene pancreascellen en embryonale stamcellen. Prof. Dr. L. Bouwens, DIFF Dit dossier werd ingediend als een uitbereiding van de activiteiten nr 8 (Prof. Dr. K. Vander Kerken) en nr 16 (Prof. Dr. H. Heimberg). De vergunning werd afgeleverd op 09/08/2007 en blijft geldig tot de vervaldatum van de originele gebruiksvergunning met ref 245827 dwz tot 16/08/2010 (Ref. vergunning: LABO-295914). Activiteit nr 21: Risicoklasse 2 Viraal gemedieerde overexpressie van leverspecifieke huishoudgenen, zoals het connexine 26 of 32-gen in primaire rat hepatocytculturen en van leverspecifieke transcriptiefactoren zoals het nf-3β gen in progenitorcellen afkomstig van lever, huid, vetweefsel en beenmerg. Prof. Dr. V. Rogiers, FAFY Activiteit nr 22: Risicoklasse 2 Rol van specifieke bistondeacetylases tijdens leverstellaatcelactivatie en fibrogenese. Prof. Dr. A. Geerts, CYTO 19

De vergunning voor beide activiteiten werd afgeleverd op 21/11/2007 en blijft gelden voor een periode van 5 jaar, dus tot 21/11/2012 (Ref. vergunning: LABO-302268). 2.3. Vergunningen voor het werken met sommige stoffen met hormonale, antihormonale, anabole, beta-adrenergische, anti-infectieuze, antiparasitaire en anti-inflammatoire werking Laboratoria die gebruik maken van stoffen met hormonale, antihormonale, anabole, beta-adrenergische, anti-infectieuze, antiparasitaire en anti-inflammatoire werking dienen hiervoor een vergunning aan te vragen bij de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu - Directoraat-generaal Geneesmiddelen, dit in toepassing van het K.B. van 12/04/1974, gewijzigd door het K.B. van 12/08/2000 (B.S. 12/09/2000). In het jaar 2007 werden geen nieuwe dergelijke vergunningen aangevraagd en werd één uitbreiding van een dergelijke vergunning toegekend. Aangezien deze vergunningen geldig zijn voor vijf jaar werden een aantal laboratoria in 2007 gevraagd door het Directoraat-generaal Geneesmiddelen om een aanvraag tot hernieuwing in te dienen. In 2007 werden zeven vergunningen hernieuwd tot 2012. 20

3. Het energieverbruik aan de Vrije Universiteit Brussel In dit hoofdstuk wordt een onderscheid gemaakt tussen de verwarming, het elektriciteitsverbruik en andere energiebronnen of projecten rond energievoorziening. 3.1. Verwarming Zowel op de campus Etterbeek als op de campus Jette wordt gestookt met aardgas. Op beide plaatsen bestaat ook de mogelijkheid om over te schakelen op stookolie, maar daarvan werd sinds vele jaren geen gebruik gemaakt. Op de campus Jette is er sinds 2003 ook een warmtekrachtkoppelingsinstallatie (WKK) operationeel. Een deel van de warmte voor verwarming op de campus Jette is afkomstig van deze installatie. Tabel 3.1. en figuur 3.1 geven een overzicht van het energieverbruik voor de verwarming op de campus Etterbeek voor de academische sector. We beschouwen hier dus enkel de gebouwen die werkelijk op de campus Etterbeek gelegen zijn (dus niet de gebouwen op de Koninklijke Jacht, de studentenhuizen op de Nieuwelaan, Schoofslaan en Triomflaan) en enkel voor de academische activiteiten van de Vrije Universiteit Brussel. Zowel de reële waarden als de verbeterde waarden (het verbruik gecorrigeerd voor de graaddagen) worden weergegeven, alsook cijfers per m 2 (zie figuur 3.2). De graaddagen geven een idee van de weersomstandigheden (hoe hoger het cijfer van de graaddagen, hoe kouder het dat jaar was) en de cijfers verbeterd voor de graaddagen geven een beeld waarbij de weerfactor is uitgeschakeld. In 2007 was het totale verbruik van aardgas van de academische sector op de campus Etterbeek 50.011 GJ. In vergelijking met 2006 is het reëel verbruik in 2007 met 4.279 GJ gedaald. Als we de graaddagen in rekening brengen zien we dat bij normale weersomstandigheden het verbruik echter hoger had gelegen dan in 2006. Het lager verbruik is dus toe te schrijven aan de milde weersomstandigheden in 2007. Tabel 3.2 geeft een overzicht van het energieverbruik voor de verwarming van de facultaire gebouwen op de campus Jette. Een onderscheid wordt gemaakt tussen het reëel verbruik per jaar en per m 2, het verbruik gecorrigeerd voor de graaddagen en de warmte afgenomen van de WKK. Figuren 3.3, 3.4 en 3.5 tonen elk jaar sinds 2002 een flinke daling in het verbruik van gas, zowel wat betreft reële waarden, verbeterde waarden als cijfers per m². Deze daling in het aardgasverbruik is volledig toe te schrijven aan het in dienst stellen van een WKK-installatie in 2003. Elk jaar sindsdien wordt meer restwarmte gerecupereerd uit deze installatie. Het afgegeven vermogen van de WKKinstallatie aan de verwarmingsinstallatie van de campus Jette stijgt sinds 2003 doordat er een betere wisselwerking ontstaat tussen beide. Bovendien werd ook na 2003 de lage temperatuurkring van de WKK aangesloten. Dit heeft dus voor gevolg dat de Vrije Universiteit Brussel minder aardgas moet verbranden voor de verwarming op de campus Jette, waardoor ook minder CO 2 wordt uitgestoten. De WWK-installatie heeft dus een positieve invloed op de milieu-impact van de universiteit. Wanneer we het totale energieverbruik beschouwen voor de verwarming van de gebouwen op de campus Jette (gasverbruik en warmte van de WKK samen) merken we een stijging in de loop der jaren, ook per m². In 2007 werd in totaal 28.923 GJ verbruikt of 1.748 GJ minder dan het jaar voordien. Deze daling kan worden toegeschreven aan het milde weer in 2007. 21

Studies van de Technische Dienst tonen aan dat een WKK-installatie op de campus Etterbeek niet rendabel is. Op deze campus is er ook veel minder een continue vraag naar warm water dan op een campus met een groot universitair ziekenhuis, waar wel winter en zomer warm water wordt verbruikt. Op de campus Etterbeek worden stelselmatig, gespreid over verschillende jaren, de ramen van de gebouwen vervangen. Gebouwen B en C werden in 2002 aangepakt. In gebouw G werden de ramen gedeeltelijk vervangen in 2006. In 2007 werden geen ramen vervangen, maar in 2008 staan nieuwe renovaties op het programma. Figuur 3.6 toont aan dat de academische sector per oppervlakte-eenheid op de campus Jette bijna dubbel zoveel GJ verbruikt voor de verwarming dan de campus Etterbeek. Op het eerste zicht is het hoger energieverbruik op campus Jette vooral een gevolg van het stoken op hogere temperaturen en de veel grotere oppervlakten van platte daken op de campus Jette. Een energie-audit is noodzakelijk om uit te wijzen waarom er op de campus Jette zoveel meer energie wordt verbruikt. Een dergelijke studie geeft ook aanleiding tot voorstellen om het hoger verbruik te beperken. 22

Tabel 3.1. Energieverbruik voor de verwarming van de gebouwen die gelegen zijn op de campus Etterbeek voor de periode 1998 tot en met 2007 (voor de academische sector) 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 Reëel gasverbruik in GJ 44.795 GJ 39.309 GJ 34.414 GJ 38.375 GJ 41.308 GJ 18.565 GJ 42.772 GJ 54.379 GJ 54.290 GJ 50.011 GJ Reëel gasverbruik in GJ per jaar en per m 2 Verbeterd gasverbruik in GJ (verbeterd voor de graaddagen) Verbeterd gasverbruik in GJ per jaar en per m 2 (verbeterd voor de graaddagen) Oppervlakte in m²* Graaddagen 16,5 equivalent te Ukkel 0,46 GJ/m² 0,40 GJ/m² 0,35 GJ/m² 0,39 GJ/m² 0,42 GJ/m² 0,15 GJ/m² 0,34 GJ/m² 0,44 GJ/m² 0,44 GJ/m² 0,40 GJ/m² 47.483 GJ 44.419 GJ 40.264 GJ 39.910 GJ 48.743 GJ 19.865 GJ 45.338 GJ 59.817 GJ 59.176 GJ 61.514 GJ 0,49 GJ/m² 0,45 GJ/m² 0,41 GJ/m² 0,40 GJ/m² 0,49 GJ/m² 0,16 GJ/m² 0,36 GJ/m² 0,48 GJ/m² 0,48 GJ/m² 0,49 GJ/m² 98.361 m² 98.361 m² 98.361 m² 98.361 m² 98.361 m² 124.405 m² 124.405 m² 124.405 m² 124.341 m² 124.341 m² 2.310 2.174 2.097 2.348 2.090 2.296 2.323 2.233 2.212 1.963 Ingevoerde 1,06 1,13 1,17 1,04 1,18 1,07 1,06 1,10 1,09 1,23 factor (graaddagen 16,5 normaal voor periode 1971-2000 is 2458/ voor periode 1976-2005 is 2.415) * de oppervlakte die hier wordt gehanteerd is de bruto-vloeroppervlakte van de gebouwen, exclusief de overdekte parkings, aangezien deze niet verwarmd worden 23

Tabel 3.2. Energieverbruik voor verwarming van de lokalen op de campus Jette per jaar voor de periode 1998-2007 (voor de academische sector) Reëel gasverbruik in GJ 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 27.442 GJ 26.845 GJ 24.479 GJ 29.445 GJ 30.297 GJ 28.500 GJ 24.734 GJ 20.332 GJ 17.963 GJ 12.274 GJ Reëel gasverbruik in 0,74 0,73 0,66 0,80 0,82 0,77 GJ per jaar en per m 2 GJ/ m 2 GJ/ m 2 GJ/ m 2 GJ/ m 2 GJ/ m 2 GJ/m² Verbeterd verbruik per jaar (verbeterd voor de graaddagen) 29.088 GJ 30.335 GJ 28.640 GJ 30.623 GJ 35.750 GJ 30.495 GJ 26.218 GJ 22.365 GJ 19.579 GJ 15.097 GJ 0,67 GJ/m² 0,55 GJ/m² 0,49 GJ/m² 0,33 GJ/m² Verbeterd verbruik per jaar en per m 2 (verbeterd voor de graaddagen ) 0,79 GJ/m² 0,82 GJ/m² 0,78 GJ/m² 0,83 GJ/m² 0,97 GJ/m² 0,83 GJ/m² 0,71 GJ/m² 0,61 GJ/m² 0,53 GJ/m² 0,41 GJ/m² Warmte afgenomen van WKK in GJ 3.099 GJ 8.470 GJ 8.639 GJ 12.708 GJ 16.649 GJ Totale energie nodig 27.442 GJ 26.845 GJ 24.479 GJ 29.445 GJ 30.297 GJ 31.599 GJ 33.204 GJ 28.971 GJ 30.671 GJ 28.923 GJ om gebouwen te verwarmen (gas + WKK) in GJ Verbeterde totale 29.088 GJ 30.335 GJ 28.640 GJ 30.623 GJ 35.750 GJ 33.811 GJ 35.196 GJ 31.868 GJ 33.431 GJ 35.575 GJ energie nodig om gebouwen te verwarmen (gas + WKK) in GJ Oppervlakte in m² 36.889 m² 36.889 m² 36.889 m² 36.889 m² 36.889 m² 36.889 m² 36.889 m² 36.889 m² 36.889 m² 36.889 m² Graaddagen 16,5 equivalent te Ukkel Ingevoerde factor (graaddagen 16,5 normaal voor periode 1971-2000 is 2458/ voor periode 1976-2005 is 2.415) 2.310 2.174 2.097 2.348 2.090 2.296 2.323 2.233 2.212 1.963 1,06 1,13 1,17 1,04 1,18 1,07 1,06 1,10 1,09 1,23 24

Figuur 3.1. Reëel en verbeterd verbruik van aardgas voor de gebouwen op de campus Etterbeek in GJ (voor de academische sector) 70.000 60.000 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 0 reëel gasverbruik in GJ verbeterd gasverbruik in GJ 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 Figuur 3.2. Reëel en verbeterd verbruik van aardgas per vierkante meter voor de gebouwen op de campus Etterbeek in GJ/m² (voor de academische sector) 0,60 0,50 0,40 0,30 0,20 0,10 0,00 reëel gasverbr/m² (GJ/m²) verbet. gasverbr/m² (GJ/m²) 1998 2000 2002 2004 2006 Figuur 3.3. Reëel en verbeterd verbruik van aardgas voor de gebouwen op de campus Jette in GJ (voor de academische sector) 40.000 35.000 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 25 reëel gasverbruik (GJ) verbeterd gasverbruik (GJ)

Figuur 3.4. Energieverbruik voor verwarming op de campus Jette in GJ (voor de academische sector), inclusief de warmte afgenomen van de WKK-installatie 35.000 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 reëel gasverbr. (GJ) warmte WKK (GJ) totaal (GJ) Figuur 3.5. Energieverbruik voor verwarming op de campus Jette per oppervlakteeenheid in GJ/m² (voor de academische sector), inclusief de warmte afgenomen van de WKK-installatie 1 0,8 0,6 0,4 0,2 0 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 reëel gasverbr/m² (GJ/m²) warmte WKK/m² (GJ/m²) totaal (GJ/m²) Figuur 3.6. Vergelijking van het reëel energieverbruik op de campus Etterbeek en op de campus Jette voor verwarming per oppervlakte-eenheid in GJ/m² (voor de academische sector, inclusief de warmte afgenomen van de WKK-installatie op de campus Jette) 1,00 0,90 0,80 0,70 0,60 0,50 0,40 campus Etterbeek (GJ/m²) campus Jette (GJ/m²) 0,30 0,20 0,10 0,00 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 26

Tabel 3.3 en figuur 3.7 geven een overzicht van het energieverbruik voor de verwarming in de studentenhuizen voor de afgelopen zes jaar. We zien een daling ten opzicht van vorig jaar voor de campus Etterbeek en voor Schoofslaan/Triomflaan die grotendeels kan worden toegeschreven aan het warme weer in 2007. Het cijfer voor de Nieuwelaan is niet echt te vergelijken met de voorgaande jaren aangezien deze studentenhome werd gesloten voor renovatie in het academiejaar 2007-2008. Voor de studentenhuizen op de campus Jette worden hier in 2007 de cijfers gegeven voor het reëel gasverbruik en de warmte van de WKK-installatie samen. Voor 2003 tot 2006 zijn deze gegevens momenteel niet beschikbaar. Tabellen 3.4 en 3.5 en figuur 3.8 maken een vergelijking van het verbruik per student en per vloeroppervlakte voor de periode 2002-2007. Daaruit blijkt dat het energieverbruik voor de verwarming per oppervlakte-eenheid en per student op de campus Etterbeek veruit het hoogst is. De studentenkamers op de campus Etterbeek zijn dan ook weinig geïsoleerd (de ramen zijn bijvoorbeeld nog niet voorzien van dubbel glas). De Vrije Universiteit Brussel investeert de komende jaren aanzienlijk in de geleidelijke renovatie van haar studentenhomes. Eerst worden de studentenkamers op de campus Jette aangepakt, dan de Nieuwelaan en voor de studentenkamers op de campus Etterbeek worden verschillende mogelijke scenario s bestudeerd. Tabel 3.3. Energieverbruik voor verwarming van de studentenhuizen voor de periode 2002 2007 verbruik van aardgas voor studentenhome op de campus Etterbeek 2002 2003 2004 2005 2006 2007 - - 8.209 GJ 8.843 GJ 9.575 GJ 8.307 GJ (verbeterd 8.701 GJ) (verbeterd 9.727 GJ) (verbeterd 10.437 GJ) (verbeterd 10.218 GJ) verbruik van aardgas voor studentenhome Schoofslaan en Triomflaan - - 6.039 GJ (verbeterd 6.401 GJ) 4.854 GJ (verbeterd 5.339 GJ) 3.588 GJ (verbeterd 3.911 GJ) 3.155 GJ (verbeterd 3.881 GJ) verbruik van aardgas voor studentenhome Nieuwelaan 3.656 GJ (verbeterd 4314 GJ) 2.928 GJ (verbeterd 3.133 GJ) 1.852 GJ (verbeterd 1.963 GJ) 2.913 GJ (verbeterd 3.204 GJ) 4.455 GJ (verbeterd 4.856 GJ) 3.029 GJ* (verbeterd 3.726 GJ) verbruik van aardgas voor studentenhome op de campus Jette 3.505 GJ (verbeterd 4136 GJ) - - - - 3.337 GJ (verbeterd 4.105 GJ) graaddagen 16,5 equivalent te Ukkel Ingevoerde factor m.b.t. graaddagen 2090 2296 2323 2233 2212 1963 1,18 1,07 1,06 1,10 1,09 1,23 * tijdens het academiejaar 2007-2008 werd de studentenhome Nieuwelaan gesloten voor renovatie de cijfers wijken daarom af van een normaal werkjaar 27

Tabel 3.4. Vergelijking van het energieverbruik voor verwarming van de verschillende studentenhuizen per student (reële waarden) voor de periode 2002-2007 studentenhome op de campus Etterbeek (373 studenten) verbruik in 2002 per student verbruik in 2003 per student verbruik in 2004 per student - - 22,0 GJ/student verbruik in 2005 per student 23,7 GJ/student verbruik in 2006 per student 25,7 GJ/student verbruik in 2007 per student 22,3 GJ/student Schoofslaan en Triomflaan (300 studenten en 11 gastprofessoren) - - 19,4 GJ/student 15,6 GJ/student 11,5 GJ/student 10,1 GJ/student Nieuwelaan (379 studenten) 9,6 GJ/student 7,7 GJ/student 4,8 GJ/student 7,7 GJ/student 11,7 GJ/student 8,0* GJ/student studentenhome op de campus Jette (244 studenten) 14,4 GJ/student - - - - 13,7 GJ/student * tijdens het academiejaar 2007-2008 werd de studentenhome Nieuwelaan gesloten voor renovatie de cijfers wijken daarom af van een normaal werkjaar Tabel 3.5 Vergelijking van het energieverbruik voor verwarming van de verschillende studentenhuizen per vloeroppervlakte (reële waarden) voor de periode 2002-2007 studentenhome op de campus Etterbeek (opp: 10.926 m 2 ) Schoofslaan en Triomflaan (opp: 7.805 m 2 ) verbruik in 2002 per vloeroppervlakte verbruik in 2003 per vloeroppervlakte verbruik in 2004 per vloeroppervlakte verbruik in 2005 per vloeroppervlakte verbruik in 2006 per vloeroppervlakte verbruik in 2007 per vloeroppervlakte - - 0,75 GJ/m² 0,81 GJ/m² 0,88 GJ/m² 0,76 GJ/m² - - 0,77 GJ/m² 0,61 GJ/m² 0,46 GJ/m² 0,40 GJ/m² Nieuwelaan (opp: 9.795 m 2 ) studentenhome op de campus Jette (opp: 7.385 m 2 ) 0,37 GJ/m² 0,30 GJ/ m 2 0,19 GJ/m² 0,30 GJ/m² 0,45 GJ/m² 0,31 GJ/m²* 0,47 GJ/ m 2 - - - - 0,45 GJ/m² * tijdens het academiejaar 2007-2008 werd de studentenhome Nieuwelaan gesloten voor renovatie de cijfers wijken daarom af van een normaal werkjaar 28