VOORLOPIGE UITGANGSPUNTEN NOTITIE WATERTOETS - NORMALEPROCEDURE



Vergelijkbare documenten
datum dossiercode STANDAARD WATERPARAGRAAF - KORTE PROCEDURE

datum dossiercode STANDAARD WATERPARAGRAAF - KORTE PROCEDURE

datum dossiercode VOORLOPIGE UITGANGSPUNTEN NOTITIE WATERTOETS - NORMALE PROCEDURE

Code: Datum: VOORLOPIGE UITGANGSPUNTEN NOTITIE WATERTOETS - NORMALE PROCEDURE

UITGANGSPUNTEN NOTITIE WATERTOETS - NORMALE PROCEDURE

UITGANGSPUNTEN NOTITIE WATERTOETS - NORMALE PROCEDURE

datum dossiercode VOORLOPIGE UITGANGSPUNTEN NOTITIE WATERTOETS - NORMALE PROCEDURE

BETROKKENHEID waterschap Hunze en Aa's

UITGANGSPUNTEN NOTITIE Code:

m2 Toename verharding in plangebied: 350 m2 Het plangebied ligt in:

Waterschap Hunze en Aa s Ontvangen d.d.: Documentnummer: Raakvlak waterbeheer: ja/nee. gemeente Assen Verbouwing woning Venestraat GM ASSEN

1) Gaat het om een ruimtelijk plan dat uitsluitend een functiewijziging van bestaande bebouwing inhoudt? nee

UITGANGSPUNTEN NOTITIE. Plan: Algemene projectgegevens:

Musselkanaal, Sluisstraat 72

UITGANGSPUNTEN NOTITIE / september 2010

datum dossiercode STANDAARD WATERPARAGRAAF Plan: Legalisatie damwanden Garmpoleiland

gemeente Borger-Odoorn Bestemmingsplan 1e Exloermond

Het grootste deel van het door u ingetekende plangebied ligt in de gemeente Hardenberg.

Bijlage 5 Wateradvies Wetterskip

Memo externe veiligheid I I. Drenthel. : Henk Brink Organisatie : Gemeente Borger Odoorn : Henk Zwiers. Betreft Datum

Samenvatting van de watertoets. Hieronder vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens.

Vragen: Gaat het plan uitsluitend over functiewijziging van bestaande bebouwing zonder fysieke aanpassingen van de bebouwing en de ruimte?

Bijlage IV Watertoets. Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014

Bijlage 1 Archeologisch onderzoek

datum dossiercode Samenvatting watertoets (korte procedure)

UITGANGSPUNTEN NOTITIE Briefnummer: 2011_1727 Ontvangen op: 14 april 2011

datum dossiercode Project: Wijzigingsplan Snevert 1a Gemeente: Schagen Aanvrager: Jaap Swan Organisatie: Swan Art & Build

Code: Datum: Uitgangspunten Notitie. Geachte heer/mevrouw,

Conserverend Drijber, 8 nieuwe woningen

izlzotb Leeuwarden, 21 januari 2016 Bijlage(n): 1

: gemeente Heerde : Evert de Lange : Rob Boshouwers (DHV), Jasper Timmer (Waterschap Veluwe)

B i j l a g e 3 : A d v i e s W e t t e r s k i p F r y s l â n - w a t e r t o e t s

B i j l a g e 1 : W a t e r t o e t s

Verdroging: tegen gaan van verdroging in het algemeen door beperken van verharding, ruimte voor infiltratie, hydrologisch neutraal ontwikkelen etc.

Code: Datum: Samenvatting van de watertoets

Bijlage 1 Watertoets en (standaard) waterparagraaf

Briefnummer: / Code: Datum: PLAN: Bestemmingsplan Verblijfsrecreatieterreinen herziening De Bloemert

Wateradvies voor ruimtelijke plannen met een klein waterbelang (korte procedure)

datum dossiercode

U heeft een watertoets uitgevoerd op de website Op basis van deze toets volgt u de normale procedure.

Waterinformatiedocument

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort

Toelichting. beleid dempen sloten. (landelijk gebied)

toeneemt. Deze brief vormt het wateradvies voor het hierboven genoemde plan.

Code: Datum:

datum dossiercode Geachte heer / mevrouw R.G. Zuidema,

Wateradvies woningbouw Herenweg te Donkerbroek

BELEIDSREGEL DEMPEN SLOTEN WATERSCHAP HUNZE EN AA S

Landgoed 't Wildrijck te Diever

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

NOT a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie

(Regionale) gebiedsinformatie over huidig watersysteem

Afsprakennotitie voor ruimtelijke plannen met mogelijk een groot waterbelang (normale procedure)

Hans Valk; Oeds Veenstra; Abe Nauta; Onderwerp: wateradvies Krite te Boornbergum

Landgoed Heijbroeck. Waterparagraaf. Datum : 11 juni Bureau van Nierop, Landgoed Heijbroeck, Waterparagraaf 1

B i j l a g e 1 : W a t e r a d v i e s

PvE Stedelijk Water. Deel: Functionele Eisen Grondwater. Versie 1.1

Op basis van de door u verstrekte informatie zijn de volgende wateraspecten van belang in het plangebied.

Zoals aangegeven zijn de gemeente Lelystad en het havenbedrijf Amsterdam de ontwikkelaars van het bedrijventerrein.

: Watertoets Den Omgang

Waterparagraaf BIJLAGE 5

Notitie waterhuishouding Panoven IJsselstein Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Datum: 26 juli 2013

Toelichting Watertoets

Bestemmingsplan Hooilanden Zuid- West Nietap V A S T G E S T E L D

Watervergunning Z43841/O82403

17 Peilafwijking 17.1 Inleiding

Watervergunning Z49380

Waterparagraaf Heistraat Zoom

Strukton Projectontwikkeling BV Jongerenhuisvesting Reitdiep Waterparagraaf

Watertoets bestemmingsplan wijziging Crematorium Haarlo

Notitie. Watertoets Westkanaalweg Ter Aar. 1 Inleiding. 1.1 Aanleiding. 1.2 Procedure

Sjoerd van de Venne. De Digitale Watertoets Verzonden: dinsdag 23 juni :55

In deze notitie wordt de bepaling van de waterbergingsopgave toegelicht en wordt aangegeven hoe deze ingevuld kan worden.

Beleidsregels 'Compensatie verhardingstoename' en 'Alternatieve vormen van waterberging'

B i j l a g e 4 : W a t e r a d v i e s H o o g h e e m r a a d s c h a p H o l l a n d s N o o r d e r k w a r t i e r

Gemeente Tynaarlo. Ruimtelijke onderbouwing. Omgevingsvergunning herbouw woning op het perceel Berkenweg 23 in Zuidlaren

Landgoed De Hattert. Watertoets conform de uitgangspunten van Waterschap Aa en Maas. Datum : 1 oktober : Ir. L.J.A.M.

ONDERZOEK DUURZAME WATERHUISHOUDING DE BOSRUITER SPRUNDEL

Het nieuw te realiseren plan Aan de Kasteeltuinen is ongeveer 1,75 hectare groot en biedt plek aan 34 woningen.

Waterparagraaf. Bouw woning Hollevoort, Bakel. Waterparagraaf. Woning Hollevoort, Bakel

Onderwerp: W a t e r a d v i e s v o o r de u i t b r e i d i n g v a n e e n stal e n b o u w e n v a n e e n l o o d s t e B e e t g u m

2 november 2009 C M.J.C. Kerkhof Jonkman. Team stedelijk water

Projectnummer Bedrijventerrein Smilde aspect Water"

BIJLAGE 5. Waterparagraaf Mgr. GW van Heukelumstraat 2 en 2a firma Oranjewoud

NOTITIE WATER. Aanleiding. Opdrachtgever GEM Benedenveer BV io Contactpersoon De heer J. Luykx Werknummer 1407G489 Datum 27 februari 2015

Bijlagenboek. Bestemmingsplan Natuurbegraafplaats Uteringsweg Grolloo. Gemeente Aa en Hunze 9 november 2015 Vastgesteld

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII

Bestemmingsplan Ter Apel Dorp, partiële wijziging 2014 V A S T G E S T E L D

Waterinformatiedocument

01 Post IN

Notitie. Onderwerp: Watertoets Looiersplein Projectnummer: Referentienummer: SWNL Datum:

Functionele eisen 1. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico. Bescherm volksgezondheid. Beperk overlast en hinder Voorkom schade.

2 Bruggen en andere volledige overkluizingen

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

Watertoets. Watertoets Kamelenspoor te Maarssen. Project Kamelenspoor te Maarssen R-LBN/3. Gemeente Maarssen AA Maarssen. Mevrouw S.

COLOFON. bk ruimte&milieu, Adviseurs in omgevingsrecht. Postbus 2111, 1990 AC Velserbroek T: F:

Watertoetsdocument. Rivierenwijk, De Venen. Doel en inhoud van het document

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt

Wijzigingsplan Torenvalk 58a Surhuisterveen

T.a.v. de heer W. Toet Datum 17 mei 2017 Distributie Projectnummer Watertoets herontwikkeling De Liesbosch (Ravenswade)

Transcriptie:

VOORLOPIGE UITGANGSPUNTEN NOTITIE WATERTOETS - NORMALEPROCEDURE U heeft het Waterschap Hunze en Aa's ge nformeerd over het planvestiging grondgebonden agrarisch bedrijf aan deschaalbergerweg ong te Ter Apelkanaal door gebruik te makenvan de digitale watertoets (www.dewatertoets.nl). De beantwoordingvan de vragen heeft er toe geleid dat de Normale procedure van dewatertoets moet worden doorlopen. Dit houdt in dat het waterschaphunze en Aa's een maatwerk wateradvies moet maken. Vooralsnogontvangt u van ons een voorlopige standaard uitgangspuntennotitie.deze notitie zal op basis van uw plan nader uitgewerkt worden. Uontvangt binnen 6 weken het de definitieve uitgangspuntennotitievoor dit plan. PLAN: Vestiging grondgebonden agrarischbedrijf aan de Schaalbergerweg ong te Ter Apelkanaal Algemene projectgegevens: Projectomschrijving: Vanuit een knelpuntsituatie wordt een grondgebonden agrarischbedrijf vanuit het lint van Ter Apel verplaatst naar een onbebouwdelocatie aan de Schaalbergerweg ong te Ter Apelkanaal. Hier zal eencombinatie van akkerbouw en lelieteelt plaatsvinden. Het bedrijfkrijgt een bouwvlak van circa 2,75 hectare. Oppervlakteplangebied: 33875 m2 Toename verharding inplangebied: 22500 Aanvrager / initiatiefnemer: Naam: Marcel Beek Organisatie: RooBeek Advies Postadres: Nautilusstraat 7b PC/plaats: 7821 AG Emmen Telefoon: 0613141715 Fax: E-mail: marcel@roobeek-advies.nl Gemeente Vlagtwedde Contactpersoon De heer K. Gringhuis Telefoon: 0599-320202 E-mail: klaasgringhuis@vlagtwedde.nl Waterschap Robert Boonstra Beleidsmedewerker Planvorming mailto:r.boonstra@hunzeenaas.nl%0d Aquapark 5 Veendam Postbus 195 9640 AD Veendam T (0598) 69 32 29 F (0598) 69 38 93 http://www.hunzeenaas.nl/

Geachte Marcel Beek, Het klimaat is aan het veranderen. De gevolgen zijn ook in onzeomgeving merkbaar. Regenbuien worden extremer. Er valt in een korteperiode meer regen, maar ook nattere winters en drogere zomerskomen steeds vaker voor. Ook stijgt de zeespiegel, waardoorwaterafvoer naar zee minder eenvoudig wordt en dijken moeten wordenverhoogd. Op sommige plaatsen in ons beheergebied hebben we temaken met bodemdaling. Ook bij ruimtelijke plannen dient menhiermee rekening te houden. Gevolgen van extreme neerslag-gebeurtenissen mogen geen wateroverlast veroorzaken, er moetvoldoende water zijn ingeval van lange perioden met droogte en hethet watersysteem dient voldoende veilig te zijn. Op grond van artikel 12 uit het besluit ruimtelijke ordeningmoeten ruimtelijke plannen zijn voorzien van een waterparagraaf.hiervoor moet het proces van de watertoets worden doorlopen. Bijhet watertoetsproces gaat het om het hele proces van vroegtijdigmeedenken, informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijkbeoordelen van de waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijkeplannen en besluiten. Waterschap Hunze en Aa's beoordeeld wat deinvloed van het plan op de waterhuishouding is en geeft eenwateradvies. Waterparagraaf In het kader van de ontwikkelingen van dit plan dient overleggevoerd te worden met waterschap Hunze en Aa's. De wijze waarop deaanvrager het waterschap informeert over ruimtelijke plannen en omadvies vraagt, hangt sterk af van de aard van het plan. In dewaterparagraaf dienen de keuzes in ruimtelijke plannen ten aanzienvan de waterhuishoudkundige aspecten gemotiveerd worden beschreven.het wateradvies van het waterschap moet daarin zijn meegenomen. Bij het opstellen van de waterparagraaf zijn ruimtelijkrelevante criteria te onderscheiden in criteria die betrekkinghebben op de locatiekeuze en in criteria die betrekking hebben opde inrichting van een ruimtelijk plan. In de waterparagraaf van hetbestemmingsplan dienen zowel de huidige- als toekomstige relevantethema's worden beschreven. Hieronder wordt een overzicht gegevenvan de thema's die in de waterparagraaf kunnen worden meegenomen:veiligheid, wateroverlast, afvalwater & riolering, grondwater& ontwatering, peilen & drooglegging, waterkwaliteit &volksgezondheid, inrichting watersysteem, natuur & ecologie enbodemdaling. Waterhuishoudkundige consequenties van een plan mogen niet op deomgeving afgewenteld worden. Het waterschap streeft er naar om deingrepen binnen een peilgebied waterneutraal te houden.wateraspecten die met een specifiek instrument geregeld kunnenworden, worden in de watertoets wel gesignaleerd maar nietgeregeld. In het afgegeven advies wordt wel verwezen naar deregelstellende instrumenten zoals, de Keur van het waterschap,activiteitenbesluit, Besluit lozen buiten inrichtingen, Besluitbodemkwaliteit, peilbesluit, gemeentelijke verordening,watervergunning. Thema wateroverlast Het waterschap zorgt voor het functioneren van het watersysteem.het watersysteem moet nu, maar ook op de lange termijn, goedfunctioneren. Het watersysteem moet zodanig zijn dat deinundatienormen niet worden overschreden bij toekomstigeveranderingen zoals klimaatverandering, zeespiegelstijging,bodemdaling en toename van verhard oppervlak. Dit is gebaseerd ophet principe van niet-afwentelen zowel bestuurlijk, financieel engeografisch, in de tijd op elk schaalniveau. Er zijn landelijkewerknormen (Nationaal Bestuursakkoord Water) opgesteld voorwateroverlast. Het gaat hierbij om wateroverlast, die ontstaat doorinundatie vanuit oppervlaktewater als gevolg van lokale neerslag.de normen zijn uitgedrukt in de kans dat het peil van hetoppervlaktewater het niveau van het maaiveld overschrijdt. Grondgebruikstype Maaiveldcriterium Inundatienorm (1/jaar) grasland 5 procent 1/10 akkerbouw 1 procent 1/25 hoogwaardige land- en tuinbouw 1procent 1/50 glastuinbouwgebied 1procent 1/50 bebouwd gebied 0procent 1/100

Bovenstaande werknormen zijn gebaseerd op basis van demiddenvariant van het klimaatscenario 2050 van het KNMI(klimaatscenario G). In open water in stedelijk gebied kan water geborgen worden. Deberging is afhankelijk van het oppervlak open water en de maximaletoelaatbare peilstijging. In een situatie T is 10 (T isherhalingstijd in jaren) wordt een geoorloofde peilstijging van0,40 meter gehanteerd en ingeval van een T is 100 (inclusief 13procent klimaatverandering) is dat afhankelijk van de laagstgelegen gronden in het stedelijk gebied, 0 procent van het bebouwdgebied mag inunderen. Hierbij moet opgemerkt worden dat instedelijk gebied ook groen en gras voorkomt waarop een lagere norm(nm. de norm van het grondgebruikstype grasland) van toepassing isdan het bebouwd gebied. Bepaalde gebieden kunnen zelfs aangewezenworden voor de tijdelijke opvang van water. Bij stedelijke uitbreidingen of herstructureringen mag eentoename van het verhard oppervlak niet resulteren in een extrabelasting van het watersysteem, er moet waterneutraal gebouwdworden. Dit houdt in dat de initiatiefnemer voldoende maatregelenneemt om de versnelde waterafvoer, te compenseren. Deinitiatiefnemers van de uitbreiding van het verhard oppervlakmoeten er voor zorgen dat ze voldoende compenserende maatregelennemen. Voor de berekening van de vereiste waterberging, om de toenamevan het verhard oppervlak te compenseren, wordt gebruik gemaakt vande regenduurlijnmethode. Met deze methode kan op basis van hetoppervlak open water, de maximale peilstijging, de afvoernorm bijmaatgevende afvoer, maatgevende buien en het maatgevendeklimaatscenario op eenvoudige wijze inzichtelijk gemaakt wordenhoeveel extra waterberging vereist is. Voor stedelijke gebieden betekent dit concreet dat een regenbuivan 89 mm in 24 uur opgevangen moet kunnen worden zonder dat deinundatienorm en de toegestane gebiedsafvoer wordtoverschreden. Als vuistregel hanteert het waterschap dat per m2 toenameverhard oppervlak 80 liter extra waterberging gerealiseerd moetworden in het plangebied. In het definitieve wateradvies van hetwaterschap wordt een maatwerkberekening opgenomen voor de benodigdeextra berging. Vragen: Op de vraag Neemt in het plan het verharde oppervlak vanbebouwing en bestrating toe met meer dan 1500 m2 in het landelijkegebied of met 150 m2 in het stedelijk gebied? is metja geantwoord. Dit houdt in dat de toename van het verhard oppervlak boven deverhardingstoename norm ligt van de keur. Op grond van algemeneregels zijn compenserende maatregelen verplicht. Op de aanvullende vraag In het plan is er sprake van eentoename van het verhard oppervlak. Met hoeveel m2 neemt teverharding toe? Betreft het een toename in het landelijk of in hetstedelijk gebied? is geantwoord: 22500 Thema afvalwater & riolering De vergunningencheck van het Omgevingsloket geeft u nadereinformatie over de vergunningplicht of meldingsplicht op grond vande Waterwet. Voor het toepassen van grond en baggerspecie in hetoppervlaktewaterlichaam geldt een meldingsplicht op grond van hetbesluit Bodemkwaliteit. Meer informatie hierover kunt u vinden opde site van MeldpuntBodemkwaliteit. Informatie over het Activiteitenbesluit kunt u vinden op deactiviteitenbesluit internetmodule. Samenwerking in de waterketen leidt tot een groteredoelmatigheid en verdergaande kwaliteitsverbetering van hetoppervlaktewater. In een groot deel van het bestaand stedelijkgebied wordt het hemelwater en het afvalwater verzameld in eengemengd rioolstelsel. Via het gemengde stelsel wordt dit afvalwatergetransporteerd naar de RWZI, waar het na zuivering geloosd wordtop het oppervlaktewater. Door het hemelwater gescheiden te houdenvan het afvalwater wordt het hemelwater niet vervuild en kan ditschone water behouden blijven voor het watersysteem. Ook is eenvermindering van het volume afvalwater gunstig voor de capaciteitvan de bestaande riolering, transportvoorzieningen en de RWZI. Hetvrijkomende

hemelwater na afkoppeling mag niet resulteren in eenversnelde afvoer en het hemelwater mag in principe niet doordiffuse bronnen zijn verontreinigd voordat het in hetoppervlaktewatersysteem terecht komt. Verontreiniging voorkomen De invloedvan diffuse bronnen op hemelwater moet zoveel mogelijk wordenbeperkt door het hanteren van de beleidsuitgangspunten in hetlandelijk emissiebeleid. Dit gaat volgens de trits voorkomen,scheiden en zuiveren. Door het gebruik van preventieve/brongerichte maatregelen komt hemelwater met zo weinig mogelijkvervuilende stoffen of uitlogende materialen in aanraking en blijfthet zo schoon mogelijk. Het uitgangspunt bij de invulling van dezezorgplicht is het gebruik van de beste beschikbare technieken.alternatieve maatregelen zijn ook acceptabel, mits deze maatregelenaantoonbaar hetzelfde effect opleveren. Op grond van de huidigewet- en regelgeving is het niet de bedoeling om de zorgplichtvolledig af te kaderen. De lozer mag zelf invulling geven aan dezorgplicht. Mogelijke preventieve/brongerichte maatregelen zijn: - Bij nieuwbouw en renovatie zo weinig mogelijk uitlogendematerialen zoals zink, koper en lood gebruiken. Alternatievengebruiken heeft de voorkeur. De nationale pakketten duurzaam bouwengeven handvaten voor alternatieven; - Hondenuitlaatplaatsen aanleggen of mogelijkheid bieden of deverplichting in de apv opnemen om hondenpoep op te ruimen; - Afvalinzamelpunten plaatsen in woonbuurten, langstoegankelijke wegen voor burgers en op publieksintensieve locatiesals pleinen en markten om zwerfvuil te voorkomen; - Autowasplaatsen aanleggen of autowassen op straat verbiedenin de apv om menging van autowaswater met hemelwater tevoorkomen; - De openbare ruimte zodanig inrichten dat onkruidgroei zoweinig mogelijk kans krijgt. Hiermee kan het gebruik van chemischebestrijdingsmiddelen op verhardingen worden voorkomen of beperkt.het rapport "Handboek Bestrijdingsmiddelen in stedelijk gebied"gaat hierop in. Als de middelen toch gebruikt worden, dan moet degebruiker maatregelen treffen om contact met hemelwater zoveelmogelijk te voorkomen. Deze maatregelen zijn opgenomen in demethode voor Duurzaam Onkruidbeheer (DOB-methode); - Goten langs wegen vegen om onkruidgroei te voorkomen. - Op opslagplaatsen, tankputten en andere terreinen vanbedrijven zo weinig mogelijk knoeien met stoffen; - Bij op- en overslag bulkpartijen bevochtigen om verwaaiing tevoorkomen of beperken; - Luchtemissies van bedrijven verminderen of voorkomen omatmosferische depositie te beperken of te voorkomen; - Gladheidbestrijding effectief toepassen of beperken zolang deveiligheid dit toelaat. Gebruik middelen, die zo milieuvriendelijkmogelijk zijn. Lozing van hemelwater op het oppervlaktewaterlichaam mag nietleiden tot een verslechtering van de kwaliteit van datoppervlaktewaterlichaam. Daarnaast moet de lozing van hemelwaterpassen binnen de te bereiken waterkwaliteitsdoelstellingen voor hetoppervlaktewaterlichaam of de functies van het gebied. Lozen op eenoppervlaktewaterlichaam zonder n van de hierna aangegeven specifieke functies heeft de voorkeur boven lozen op een kwetsbaaroppervlaktewaterlichaam. Kwetsbaar water Op een aantal kwetsbareoppervlaktewaterlichamen staat waterschap Hunze en Aa's geenafvalwaterlozingen toe: Oppervlaktewaterlichamen met de functie zwemwater; Oppervlaktewaterlichamen met de functie drinkwater; Oppervlaktewaterlichamen met de functie natuur(waarde); Oppervlaktewaterlichamen met de functie viswater; Oppervlaktewaterlichamen in een ecologisch gevoeliggebied; Kleine oppervlaktewaterlichamen met een geringedoorstroming. Landelijk beleid Voor de beoordeling van hemelwater, dat in contact is geweest metverontreinigde oppervlakken/activiteiten ofschadelijke/verontreinigende stoffen, geeft de huidige Europese enlandelijke wet- en regelgeving, het emissiebeleid en hetvergunningen- en handhavingsbeleid van waterschap Hunze en Aas hetkader aan. Hemelwater lozen op het vuilwaterriool is de minst gewenste enminst duurzame manier om het hemelwater af te voeren. Hemelwatermag alleen op het vuilwaterriool worden geloosd als de lozer hethemelwater niet kan hergebruiken of kan afvoeren via de bodem, hetopenbaar regenwaterstelsel, een oppervlaktewaterlichaam zonder eenspecifieke functie of een kwetsbaar oppervlaktewaterlichaam.lozingen op de riolering vallen onder de bevoegdheid van degemeente. Alle agrarische bedrijven vallen onder het Activiteitenbesluit.Voor akkerbouwbedrijven gelden aanvullende voorschriften voor detoepassing van bestrijdingsmiddelen en kunstmest. In hetactiviteitenbesluit is een lozingsverbod opgenomen vanverontreinigd hemelwater dat rechtstreeks afstroomt van hetverharde erf naar het oppervlaktewater (=erfafspoelwater). Bij deinrichting van het plan moet rekeningen worden gehouden met devoorschriften uit het Activiteitenbesluit. Voor hetactiviteitenbesluit geldt een meldingsplicht bij hetwaterschap. Vragen:

Op de vraag Hoe wordt er omgegaan met het vrijkomendehemelwater en op welke wijze wordt invulling gegeven aan de tritsvasthouden, bergen afvoeren? is geantwoord: Vrijkomendhemelwater wordt afgevoerd naar een nieuw te graven greppel/sloorrondom het nieuwe agrarische erf.. Op de vraag Worden er materialen gebruikt die het afstromendhemelwater kunnen verontreinigen? Zo ja, welke en waarom wordenhiervoor geen milieuvriendelijke alternatieven toegepast? isgeantwoord: nvt Op de vraag Zijn er bedrijfsmatige activiteiten die hetafstromend hemelwater kunnen verontreinigen? Zo ja, welke en welkemaatregelen worden er getroffen om vervuiling van hemelwater tevoorkomen en/of te beperken? is geantwoord: nvt Op de vraag Hoe wordt in het plan het afvalwater en hethemelwater behandeld? is geantwoord: - via een gemengd stelsel: - via een gescheiden stelsel: hemelwater wordt geinfiltreerd: - via een gescheiden stelsel: hemelwater wordt afgevoerd naaroppervlaktewater: ja - via een gescheiden stelsel: hemelwater wordtafgevoerd naar hemelwaterriool: - het afvalwater wordt aangesloten op een IBA: - het afvalwater wordt afgevoerd via een drukriolering:ja Thema grondwater & ontwatering Taken en verantwoordelijkheid Ten aanzien vangrondwater zijn de taken en verantwoordelijkheden verdeeld tussenburger, gemeente en waterschap. Perceeleigenaren zijn zelfverantwoordelijk voor het treffen van maatregelen tegengrondwateroverlast op hun eigen perceel, voor zover deze problemenniet aantoonbaar worden veroorzaakt door onrechtmatig handelen ofnalaten van de buur (overheid of particulier). Gemeentehebben een zorgplicht in het openbaar gebied en moeten maatregelentreffen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstandvoor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk tevoorkomen of te beperken. Dit voor zover gemeentelijke maatregelendoelmatig zijn en het niet de verantwoordelijkheid van de provincieof het waterschap is om maatregelen te nemen. Maatregelen die eengemeente kan nemen zijn het aanleggen van drainage,ontwateringssloten of hemelwaterriolering (grondwater mag nietgeloosd worden op vuilwaterriolering). Het waterschapis beheerder van het freatisch (ondiep) grondwater. Het beheerbestaat vooral uit toetsing, advies en vergunningverlening voorkleine onttrekkingen. Grondwater ordenend Het functioneren van hetgrondwatersysteem moet als ordenend element meegenomen worden in delocatiekeuze en de inrichting van plannen. Bij de aanleg van nieuwegebieden is het uitgangspunt dat wijzigingen in degrondwaterstanden niet mogen resulteren in nadelige gevolgen voorandere gebieden. Dat kan tot gevolg hebben dat hetoppervlaktewaterpeil niet gewijzigd kan worden of dat er daarvoorof daardoor aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn omgrondwateroverlast in het plangebied te voorkomen. Wateroverlast Een te hoge grondwaterstand kangrondwateroverlast veroorzaken, bijvoorbeeld in de vorm van waterin de kruipruimte. Te lage grondwaterstanden daarentegen resulterenin verdroging. Het verlagen van grondwaterstanden in bestaandebebouwde gebieden kan problemen geven wanneer er sprake is vanhouten funderingen en funderingen op klei. Zijn die aanwezig danmogen de gemiddeld laagste grondwaterstanden (GLG) niet verderworden overschreden (niet nog lager worden). Ook de aanwezigheidvan oude bomen verdient aandacht. Volwassen bomen kunnen afstervenals de ontwateringsdiepte snel en drastisch worden veranderd enverder verlaagd worden dan 1 m minus maaiveld. Oude bomen kunnenhun wortelstelsel niet meer aanpassen aan grote veranderingen inhet grondwater. Tevens kunnen natuurgebieden in en rond hetplangebied negatief be nvloed worden wanneer het hydrologischsysteem veranderd. Het is dan ook belangrijk bij elkinrichtingsplan samen met het waterschap vanuit het bestaandewatersysteem vast te stellen wat de huidige en gewenstegrondwaterstanden zijn en of er sprake is van een nadeligebe nvloeding van de omgeving. Normen Bij een gewenste grondwatersituatie is er geen sprake van overlasten zijn de volgende ontwateringseisen richtinggevend. Voorverschillende typen grondgebruik gelden bij een halve maatgevendeafvoer (een afvoer die 10 a 15 keer per jaar wordt overschreden) devolgende ontwateringsadviezen. Advies ontwateringsdiepte grondgebruik: - Woningen met kruipruimte: 0,7 m onder onderkant vloer;

- Woning zonder kruipruimte: 0,3 m onder onderkant vloer; - Drijvende woningen: geen ontwateringseis; - Woningen op (houten) palen: Er mag geen verdroging optreden,grondwaterstand mag niet verlagen en de paalkoppen moeten onder degemiddeld laagste grondwaterstanden blijven; - Gangbare wegen (met grof zand cunet) primair: 1,0 m onder as vande weg; - Gangbare wegen (met grof zand cunet) secondair: 0,7 m onder asvan de weg; - Gangbare wegen (met grof zand cunet) weg oppolystyreen-hardschuim: circa 0,3 m onder as van de weg; - Gangbare tuin/plantsoen: 0,5 m onder maaiveld; - Industrieterreinen: 0,7 m onder maaiveld. Om de geadviseerde ontwateringsdiepte te realiseren moet hetoppervlaktewaterpeil en het technisch ontwerp hier op afgestemdworden. Technische aspecten die van invloed zijn op degrondwaterstand zijn bodemtype, waterpeil, afstanden van waterlopenen drains en draindiepten. Als de gewenste grondwaterstanden niette realiseren zijn met sturing in peilen, waterlopen en drainage ofomdat aanpassing van de grondwaterstanden niet gewenst is door denegatieve be nvloeding van de omgeving, bieden maatregelen alsophoging van het maaiveld, kruipruimteloos bouwen of een aangepasteinrichtingsvorm of een aangepaste functie wellicht een oplossing.door creatief te zoeken naar van nature geschikte locaties dan welaangepaste inrichtingsvormen (partieel ophogen van wegen enwoningen, of minder gangbare vormen van woningen, wegen en tuinen)moet gestreefd worden naar een inrichting tegen de laagstemaatschappelijke kosten. Vragen: Op de vraag Vindt er tijdelijke of permanente onttrekking vangrondwater plaats? Zo ja, licht toe waarom deze onttrekkingplaatsvindt en wat de omvang en duur is van deze onttrekking. is geantwoord: nvt Thema oppervlaktewaterpeilen &drooglegging Het uitgangspunt voor het operationele peilbeheer is het strevennaar de gewenste grondwaterstand voor de verschillende functies enbelangen. Het waterschap stelt voor het gehele beheersgebiedpeilbesluiten op waarin de te hanteren oppervlaktewater peilenworden vastgelegd. Een wijziging van een functie kan een reden zijnhet peil te wijzigen, uitgangspunt hierbij is dat de peilwijzigingniet mag resulteren in nadelige gevolgen voor andere gebieden alsgevolg van de door de peilwijziging opgetreden wijziging in degrondwaterstand. Het wijzigen van een peil moet vastgelegd wordenin een peilbesluit. Het gewenste peil kan bepaald worden op basis van dedrooglegging en of op basis van het gewenste grondwaterregime(ggor). Drooglegging is de maat waarop het maaiveld, hetstraatniveau of het bouwpeil boven het vastgesteldeoppervlaktewaterpeil of het streefpeil ligt. Voor bebouwd gebiedhanteert het waterschap voor het straatpeil een droogleggingsnormvan 1 meter en voor het bouwpeil (= vloerpeil van de begane grond)een norm van 1,30 meter. Deze droogleggingsnormen gelden bij hetzomerstreefpeil. Om water te kunnen bergen in extremere situaties is een stijgingvan het waterpeil toelaatbaar. Conform de landelijke werknormen magin een situatie die 1/100 per jaar (inclusief 13%klimaatverandering) voorkomt in bebouwd gebied 0% inunderen, detoelaatbare peilstijging is in dergelijke situaties afhankelijk vande maaiveldhoogte. Hierbij dient opgemerkt te worden dat instedelijk gebied ook groen en gras voorkomt waarop een lagereinundatienorm van toepassing is dan het bebouwd gebied. Thema inrichting watersysteem Het eigendom, beheer en onderhoud van alle oppervlaktewater ende bijbehorende infrastructuur ligt bij waterschap, gemeente ofderden. Het waterschap Hunze en Aa's streeft ernaar om hethoofdsysteem welke een belangrijke functie vervult in de aanenafvoer van water in eigendom, beheer en onderhoud te hebben. Naast het stelsel van hoofdwatergangen zijn er ook slotenaangewezen als schouwsloot. Schouwsloten vervullen een belangrijkefunctie in de detailwaterbeheersing en zijn meestal in eigendom bijgemeente en/of derden. Schouwsloten vallen

onder deschouwverordening van het waterschap en moeten jaarlijks innovember worden geschoond. Met het dempen van sloten/watergangen neemt de potenti lebergingsruimte van oppervlaktewater af. Het dempen van slotenveroorzaakt hogere grondwaterstanden. In dit kader is eenbeleidsregel vastgesteld die het dempen van hoofdwatergangen,schouwsloten en overige sloten verbiedt. Het is onder andereverboden het profiel van hoofdwatergangen en schouwsloten teveranderen. Het dempen van sloten is alleen mogelijk onder devoorwaarden die zijn opgenomen in de beleidsregeldempingen. De vergunningencheck van het Omgevingsloket geeft u nadereinformatie over de vergunningenplicht of meldingsplicht op grondvan de Waterwet. Vragen: Op de vraag Worden er beheers- en/of inrichtingsmaatregelengetroffen ter verbetering van de chemisch en ecologischoppervlaktewaterkwaliteit? Zo ja welke? is geantwoord:nvt Op de vraag Hoe wordt er in het ontwerp van het watersysteemen het plangebied rekening gehouden met het principe 'schoonhouden,scheiden, zuiveren'? is geantwoord: Hemelwater wordtafgevoerd naar nieuwe sloot/greppel. Het spoelbassin dient tevoldoen aan de eisen zoals gesteld in de Handreiking aanleg, beheeren monitoring bezinkbassins voor de bloembollensector Op de vraag Welke wijzigingen worden aangebracht in hetwatersysteem? is aangevinkt: - graven of verleggen van watergangen:ja - dempen watergang: - aanbrengen dam: - kabels en leidingen in en langswatergangen: - werken/activiteiten in of nabij waterkeringen: - aanbrengen beschoeiing of damwand: - aanbrengenvlonders/steigers: - aanbrengen brug: - beplanting langs watergang: - inrichtennatuurvriendelijke oevers: - wijzigen waterpeil: De geplande wijzigingen in het watersysteem moeten overlegdworden met de beleidsmedewerker planvorming. Omdat het waterschapverantwoordelijk is voor het stedelijk water, moet de inriching vanhet systeem aan bepaalde normen en voorwaarden voldoen. Dit kan hetwaterschap aangeven. In de keurvan het waterschap is aangegeven voor welke werkzaamheden eenwatervergunning noodzakelijk is. [ALS_hoofdwatergang=Ja] Hoofdwatergang Binnen het plangebied Vestiging grondgebonden agrarisch bedrijfaan de Schaalbergerweg ong te Ter Apelkanaal zijnhoofdwatergangen van het waterschap gelegen. Aan weerszijden vanalle hoofdwatergangen ligt een beschermingszone van 5 meter breed.deze beschermingszone is ter bescherming van de hoofdwatergang.deze beschermingszone moet worden gerekend vanaf de insteek. Debeschermingszone langs hoofdwatergangen moet vrij blijven vanobstakels. Obstakels kunnen bijvoorbeeld zijn: heggen,afrastering, bomen, schuttingen, schuurtjes, verharde paden. Binnendeze beschermingszone is voor het uitvoeren van bepaaldewerkzaamheden een watervergunning nodig. In de keurvan het waterschap is aangegeven voor welke werkzaamheden eenwatervergunning noodzakelijk is. [/ALS_schouwsloot=Ja] Schouwsloot Binnen het plangebied Vestiging grondgebonden agrarisch bedrijfaan de Schaalbergerweg ong te Ter Apelkanaal zijn schouwslotengelegen. Schouwsloten zijn sloten die niet in eigendom zijn van hetwaterschap maar wel een belangrijke functie vervullen voor deontwatering. Om deze ontwateringsfunctie goed te laten vervullen ishet van belang dat een schouwsloot schoon is. De eigenaren van deschouwsloot zijn verplicht de schouwsloot jaarlijks schoon temaken, het waterschap ziet hier op toe. Schouwsloten mogen nietzonder toestemming van het waterschap gedempt worden, ook hetprofiel van een schouwsloot mag niet zonder toestemming gewijzigdworden. In de beleidsregel dempingen is aangegeven onder welke voorwaardendemping mogelijk is. [/ALS_schouwsloot=Ja] Thema inrichting natuur en ecologie

Bij de inrichting van het watersysteem dient er aandacht te zijnvoor waterkwaliteit en ecologie. Van groot belang is het voorkomenvan stilstaand water. In wateren met onvoldoende doorstroommogelijkheden kunnen waterkwaliteitsproblemen ontstaan alsvissterfte, blauwalg en de opeenhoping van drijfvuil. Bij hetontwerp dient rekening gehouden te worden metdoorspoelmogelijkheden en moeten stilstaand water in watergangenvoorkomen worden. Tevens is een goede waterkwaliteit sterk afhankelijk van demogelijkheid of water- en oeverplanten zich in voldoende matekunnen vestigen en ontwikkelen. Ruimte voor natuurvriendelijkeoevers met geleidelijke overgangen van nat naar droog is van grootbelang voor het ecologisch functioneren van het watersysteem en hetbieden van voldoende migratiemogelijken en leef- en fourageergebied voor planten en dieren. Naast de inrichting is ook het beheer en onderhoud van invloedop het te behalen resultaat voor de natuur. Tijdens devoorbereiding van plannen moet ook nagedacht moeten worden over hetuit te voeren toekomstig onderhoud en de daarbij behorendevoorzieningen. BETROKKENHEID waterschap Hunze en Aa's Deze uitgangspuntennotitie is afgestemd op uw geselecteerdplangebied. Voor alle water gerelateerde onderwerpen die vantoepassing zijn, zijn adviezen opgenomen in dit document. Voor de verdere procedurele afhandeling van de watertoets is hetvan belang om het waterschap te blijven betrekken en rekening tehouden met de in dit document aangegeven adviezen. In dewaterparagraaf van het plan moet aangegeven worden op welke wijzeomgegaan wordt met de gegeven adviezen. Natuurlijk kunt u hetwaterschap altijd raadplegen voor overleg en nadere uitleg. Deuitgewerkte waterparagraaf moet voorgelegd worden aan debeleidsmedewerker planvorming. LINKS Waterschap Hunze en Aa's: Keur + WVO(watervergunning): http://www.hunzeenaas.nl/vergunningen,keur-wvo-schouw.html#de_keur http://www.hunzeenaas.nl/vergunningen,lozen-van-afvalwater Beleid beheerplan-2010-2015 Notastedelijk water Watersysteemplannen Natuur en waterkwaliteit Factsheets Kader richtlijn Water Noodberging: http://www.hunzeenaas.nl/binaries/website/documenten/waterbergingsgebieden.pdf