Hotel Laan van Diepenvoorde. bestemmingsplan Gemeente Waalre 9 juni 2015



Vergelijkbare documenten
Bestemmingsplan Voetgangersverbinding. Castricum Limmen REGELS

Bestemmingsplan Kinderboerderij, Waspik. Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6

Transformatorstation Vijfhuizen. Regels

1 van :15

Bestemmingsplan Mgr. Kuijpersplein 18, Borkel en Schaft. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3

Regels bestemmingsplan "3e herziening van het bestemmingsplan Oud- en Nieuw Krispijn, locatie Laan der VN"

Inhoudsopgave. Heerde Dorp, Brede School Heerde West, 1 e herziening Vastgesteld

Inhoudsopgave. ontwerp gemeente Groningen - bestemmingsplan Gasleiding Groningen-Winschoten 2

PROJECTBESLUIT SCHONENBURGSEIND 40

Inhoudsopgave. Bestemmingsplan Bestemmingsplan Luttermolenveld, 4e partiële herziening Vastgesteld

Artikel 5 Bedrijventerrein

Ossenwaard (perceel tussen 3 en 5) - Cothen

pompstation Breehei te Leunen REGELS

Regels. Kenmerk: R05

wijzigingsplan Dr Bouwdijkstraat

Fietspad Melderslo - Broekhuizen (Tracédeel C)

Aansluiting A27 en verbindingsweg Groote Haar regels

INHOUDSOPGAVE blz. 1 Artikel 2: Wijze van meten. HOOFDSTUK 2. BESTEMMINGSREGELS 4 Artikel 3: Bedrijf - Nutsbedrijf. 4 Artikel 4: Bedrijf - Opstijgpunt

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

N307 Passage Dronten (9071)

Regels. Groene Scheg- Oldenzaalsestraat

Inhoudsopgave. Regels 3

Voorschriften aan projectbesluit "Hotel/appartementen Burgemeester Keijzerweg"

Voorthuizerstraat 5(vastgesteld) Regels 3. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 8

1.1 plan: het bestemmingsplan "Nibbelinklaan 12 Sinderen: koffieboerderij "Groot-Nibbelink" van de gemeente Oude IJsselstreek; 1.

REGELS Ontwerp bestemmingsplan Boomkwekerij nabij Akkerweg 9 Gemeente Utrechtse Heuvelrug

Regels. Eynderhoof Plan ROS Adviesbureau voor ruimtelijke plannen

Regels bestemmingsplan Camperstandplaatsen Balk. Planstatus: ontwerp Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0653.BPL ON01 Auteur: Ontwikkeling

Bestemmingsplan. Woning Hammerweg. Gemeente Ommen. Regels. Datum: 15 mei 2012 Projectnummer: ID: NL.IMRO.0175.

Delden Zuid 2015, wijzigingsplan kade Delden

Bestemmingsplan. N307 Passage Dronten (9071)

Bestemmingsplan Taxiopstelstrook Leidsebosje

R e g e l s rgl

Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg

Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

GEMEENTE HILLEGOM REGELS. onderdeel van het bestemmingsplan Fietspad Hillegom - Bennebroek van de gemeente Hillegom

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5

bestemmingsplan Bestemmingsplan appartementencomplex Bleekstraat te Goor Toelichting 3 Regels 279

Bestemmingsplan Archeologie

bestemmingsplan "Boomkwekerij nabij Akkerweg 9"

Buitengebied, partiële herziening ontsluitingsweg Oude Rijksweg 395 te Rouveen O N T W E R P

Artikel 3 WOONDOELEINDEN (W)

Van Alewijkstraat Beerzerveld

Bestemmingsplan. de Vlaas, zonnepanelenpark. Gemeente Deurne. Regels

Buitengebied, herziening gronden Junne

R e g e l s rgl

Regels Bestemmingsplan Uitbreiding zorgcentrum Dekelhem, Gieten

Toelichting 3. Regels 9

R e g e l s rgl

GEMEENTE GAASTERLAN - SLEAT / BESTEMMINGSPLAN BALK - VERBINDINGSWEG INHOUDSOPGAVE

Regels Grooterkamp-Gorssel Gemeente Lochem

Ontwerpbestemmingsplan Fietspad Riethoven - Walik Gemeente Bergeijk. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5

Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening

Balk - Verbindingsweg

HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS 9 Artikel 7 Antidubbeltelregel 9 Artikel 8 Algemene bouwregels 10 Artikel 9 Algemene ontheffingsregels 11

Regels bestemmingsplan "2e herziening van het bestemmingsplan Dubbeldam, locatie Haaswijkweg west 116"

Westsingel. Datum 22 juni 2009

wijzigingsplan Nieuwveenseweg 36a Inhoudsopgave Regels vastgesteld

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS

INHOUD 1 INLEIDENDE BEPALINGEN 1 2 BESTEMMINGSBEPALINGEN 4 3 ALGEMENE BEPALINGEN 7 4 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN 9 REGELS PLANKAART III

Artikel 1 Begrippen 2. Artikel 3 Verkeer 4. Artikel 8 Slotregel 7

Nieuw-Amsterdam, bedrijfswoning Verlengde Herendijk

plan het bestemmingsplan Stationskwartier - De Wiel 22 van de gemeente Helmond;

Langzaamverkeersbrug Moorland, Oirschot

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

Buitengebied herziening 2010, Laarstraat

Zuidelijk Molenveld, Beatrixstraat - Prins Bernhardplein

R e g e l s rgl

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3

Regels 1e herziening bestemmingsplan De Staart, locatie Zonnepark Crayestein

Bestemmingsplan Luttermolenveld, 1e partiële herziening: Regels

BCDECFFGHIDJKLH MGCEDENHHCKOPCGQCRSTKU VLDEICDECKU

Oerle 2015, herziening Sint Janstraat

bebouwingspercentage: een percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van het bouwvlak van het bouwperceel dat maximaal mag worden bebouwd.

Brandweerkazerne Halfweg

BESTEMMINGSPLAN DA COSTASTRAAT 26 VAN DE GEMEENTE VLAARDINGEN PLANREGELS

1. INLEIDENDE REGELS 2 Artikel 1 - Begrippen 2 Artikel 2 - Wijze van meten 5

Wijzigingsplan Groenedijk 1 te Ouddorp. Gemeente Goeree-Overflakkee. Planstatus: vastgesteld wijzigingsplan Datum: 27 september 2016

Bestemmingsplan Speel- en belevingsaccommodatie Hof van Eckberge te Eibergen Gemeente Berkelland

1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5. 2 Bestemmingsregels 6 Artikel 3 Verkeer 6

s-heerenberg, Zeddamseweg 13-19

Hertog Reinaldlaan 2, Horst

1.1 plan: het bestemmingsplan 'Varkenshouderij Laarstraat' van de gemeente Oude IJsselstreek; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde

Regels bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk

Fietstunnel Peizerwold O N T W E R P

Ontwerpbestemmingsplan Haven Zuid, eerste herziening Gemeente Alblasserdam

REGELS. van het bestemmingsplan. Spoorwegonderdoorgang Den Dolder. van de GEMEENTE ZEIST

R e g e l s rgl

INHOUD 1 I N L E I D E N D E R E G E L S 1 2 B E S T E M M I N G S R E G E L S 5 3 A L G E M E N E R E G E L S 7

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

Inhoudsopgave. Regels. Vaststellingsbesluit 16

bestemmingsplan Bedrijventerrein Cuijk, rotonde Beversestraat - Van Galenweg REGELS

het project het projectbesluit Loo, Husselarijstraat 46 in de gemeente Duiven.

vastgesteld wijzigingsplan Buitengebied, Zorglandgoed, Stegerveld, wijziging ex artikel 3.6 Wro, dagbesteding Gemeente Ommen Projectnummer

GEMEENTE VLAARDINGEN BESTEMMINGSPLAN. BABBERSPOLDER OOST, 1 e herziening (Deelplannen 7+8)

Regels bestemmingsplan Anne Franklaan 50 / Joop Westerweelstraat 18

Bestemmingsplan Brede school te Herwijnen Gemeente Lingewaal. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6

Hoofdstuk 1 Inleidende regels...3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels...7. Hoofdstuk 3 Algemene regels Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels...

Regels. Bestemmingsplan Windturbines Netterden - Azewijn

Een uitbreiding van het hoofdgebouw in één bouwlaag (hieronder wordt tevens een uitbouw begrepen). 1.3 Aanduiding

Transcriptie:

bestemmingsplan Gemeente Waalre 9 juni 2015

Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk1 Artikel 1 Artikel 2 Inleidende regels Begrippen Wijze van meten 4 4 7 Hoofdstuk2 Artikel 3 Artikel 4 Bestemmingsregels Horeca Waarde - Archeologie - Hoge verwachting overige gebieden 8 8 10 Hoofdstuk3 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Algemene regels Antidubbeltelregel Algemene bouwregels Algemene aanduidingsregels Algemene gebruiksregels Algemene afwijkingsregels 13 13 14 15 16 17 Hoofdstuk4 Artikel 10 Artikel 11 Overgangsrecht en slotregel Overgangsrecht Slotregel 18 18 19 2

Regels 3

Hoofdstuk 1 Artikel 1 Inleidende regels Begrippen In deze regels wordt verstaan onder: 1.1 plan het bestemmingsplan '' met identificatienummer NL.IMRO.0866.BP00172-0301 van de gemeente Waalre. 1.2 bestemmingsplan de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels. 1.3 aanduiding een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. 1.4 aanduidingsgrens de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft. 1.5 bebouwing één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 1.6 bebouwingspercentage een in de regels of op de verbeelding aangegeven percentage dat de grootte van het gedeelte van het bouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald. 1.7 bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak. 1.8 bestemmingsvlak den geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming. 1.9 bijgebouw een gebouw behorende bij een op het zelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw. 1.10 bouwen het plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk. 1.11 bouwgrens de grens van een bouwvlak. 1.12 bouwperceel een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan. 1.13 bouwvlak een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan. 4

1.14 bouwwerk elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond. 1.15 erf een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels aan- en/of uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten. 1.16 gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. 1.17 groenvoorzieningen het geheel van voorzieningen en activiteiten t.b.v. groenaanleg zoals buurt-, wijk- en stadsparken met bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, waterpartijen, waterberging, watergangen en sloten, speelplaatsen, speel- en trapveldjes, bruggen en andere kunstwerken, straatmeubilair, etc, alsmede voorzieningen ter ondersteuning van de verkeersregulering en de verkeersveiligheid. 1.18 hoofdgebouw een gebouw, op een bouwperceel dat door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken. 1.19 hotel een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het op commerciële basis bieden van overnachtingsmogelijkheden met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse, wellness, sportvoorzieningen en recreatie. 1.20 nutsvoorzieningen voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie. 1.21 overkapping een bouwwerk met een open constructie zonder eigen wanden, op het erf van een gebouw of standplaats, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebouw of de standplaats. 1.22 peil hieronder wordt verstaan: a. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld. 1.23 perceelsgrens een grens van een bouwperceel. 1.24 plangrens een weergegeven lijn, die de grens van het plan aanduidt. 1.25 prostitutie het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding. 5

1.26 seksinrichting een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar. 1.27 uitbouw een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. 1.28 vrijstaand bijgebouw een van de woning (en haar aangebouwde bijgebouwen) vrijstaand bijgebouw, dat niet direct ten dienste staat van de woonfunctie, zoals een garage, een berging of een hobbyruimte en dat zowel wat betreft afmetingen als in functioneel opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. 1.29 water en waterhuishoudkundige voorzieningen al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen. Alsmede voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan worden gedacht aan duikers, stuwen, infiltratie voorzieningen, gemalen, inlaten etc. 6

Artikel 2 2.1 Wijze van meten De bouwhoogte van een bouwwerk Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. 2.2 De oppervlakte van een bouwwerk Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. 2.3 de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. 7

Hoofdstuk 2 Artikel 3 3.1 Bestemmingsregels Horeca Bestemmingsomschrijving De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. hotel; met de daarbij behorende: b. c. d. e. f. g. terrassen; wegen en paden; groenvoorzieningen; water en waterhuishoudkundige voorzieningen; parkeervoorzieningen; gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde. 3.2 Bouwregels 3.2.1 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. gebouwen zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan; b. de maximale bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' op de verbeelding mag niet worden overschreden; c. het maximale bebouwingspercentage ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' op de verbeelding mag niet worden overschreden; d. het aantal hotelkamers bedraagt maximaal 160. 3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 4 meter, met uitzondering van erfafscheidingen waarvan de hoogte maximaal 2 meter mag bedragen; b. de bouwhoogte van een overkapping mag niet meer bedragen dan 4 meter, met dien verstande dat er slechts 1 overkapping per bouwperceel gerealiseerd mag worden en tot maximaal 30 m²; c. de bouwhoogte van vlaggenmasten en lichtmasten bedraagt maximaal 10 meter. 3.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan plaats, afmetingen en toe te passen verlichting bij bouwplannen die voorzien in het aanbrengen van reclame- en terreinverlichting en het aanlichten van de realiseren bebouwing: a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken; b. ter voorkoming van negatieve lichthinder voor nabij het plangebied aanwezige flora en fauna; c. ten behoeve van de verkeersveiligheid. 3.4 Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van artikel 3.2.1 voor het bouwen buiten het bouwvlak, voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen, mits: a. de bouwhoogte maximaal 6 meter bedraagt; b. de oppervlakte per vrijstaand bijgebouw maximaal 50 m² bedraagt; c. de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen niet meer dan 100 m² bedraagt. 8

3.5 Specifieke gebruiksregels 3.5.1 Parkeernorm Voor de als `Horeca` aangewezen gronden dient te worden voorzien in voldoende parkeerplaatsen waarbij de volgende voorwaarden gelden: a. de parkeerplaatsen dienen te worden gerealiseerd op eigen terrein; b. het minimaal benodigde aantal parkeerplaatsen bedraagt 0,8 per hotelkamer. 3.5.2 Strijdig gebruik Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a. discotheken, dancing, nachtclub of partycentrum; b. seksinrichtingen; c. prostitutie. 9

Artikel 4 4.1 Waarde - Archeologie - Hoge verwachting overige gebieden Bestemmingsomschrijving De voor 'Waarde - Archeologie - Hoge verwachting overige gebieden' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond verwachte archeologische waarden, waarbij de bestemming 'Waarde - Archeologie Hoge verwachting overige gebieden' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemming(en). 4.2 Bouwregels Voor het bouwen gelden de volgende regels. 4.2.1 Verbod Het is verboden om te bouwen of te laten bouwen op de voor 'Waarde - Archeologie - Hoge verwachting overige gebieden' mede bestemde gronden. 4.2.2 Uitzonderingen Het onder artikel 4.2.1 genoemde verbod is niet van toepassing wanneer aan tenminste één van de onderstaande voorwaarden wordt voldaan: a. bebouwing waarbij de bodem niet dieper dan 18 meter +NAP én niet meer dan 500 m2 wordt geroerd en die kan worden gebouwd krachtens de andere daar voorkomende bestemming(en); b. de verbouwing en/of sloop-en nieuwbouw van bestaande bebouwing krachtens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits: 1. de bestaande fundering wordt gebruikt; 2. de bestaande oppervlakte niet wordt uitgebreid; 3. gebouwen tot maximaal 2,5 m uit bestaande fundering worden opgericht; c. bebouwing ten behoeve van archeologisch onderzoek met een bouwhoogte van maximaal 3 meter. 4.3 Nadere eisen Het bevoegd gezag is bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de afmetingen en situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden. 4.4 Afwijken van de bouwregels 4.4.1 Afwijken Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in artikel 4.2.1 voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits: a. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn, of; b. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden niet worden verstoord, of; c. op basis van archeologische onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden afdoende kunnen worden beschermd middels het verbinden van voorschriften als bedoeld in artikel 4.4.2 aan de vergunning. 4.4.2 Beperkingen Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning als bedoeld in 4.4.1 onder beperkingen verlenen en de volgende voorschriften aan de vergunning verbinden: a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; b. de verplichting tot het doen van opgravingen; c. de verplichting de activiteit, die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een archeologische deskundige. 10

4.4.3 Advies Alvorens het bevoegd gezag besluit om af te wijken met een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 4.4.1, wint zij schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning de archeologische waarden (kunnen) worden aangetast, en welke voorschriften aan de vergunning moeten worden verbonden. 4.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden 4.5.1 Verbod Het is verboden om op de voor 'Waarde - Archeologie - Hoge verwachting overige gebieden' aangewezen gronden de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of laten voeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag: a. het ophogen en ontgraven van de bodem; b. het uitvoeren van grondwerkzaamheden, waartoe wordt gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het aanleggen van drainage; c. het scheuren van grasland; d. het aanleggen, dempen, dan wel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, vijvers, sloten, greppels en andere wateren; e. het verlagen of verhogen van het waterpeil, tenzij dit een maatregel is van het bevoegde waterschap; f. het aanleggen of uitbreiden van oppervlakteverhardingen, zoals wegen, paden, banen of parkeergelegenheden; g. het aanleggen of verwijderen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatie- of andere leidingen en de daarmee verband houdende constructies; h. het aanbrengen van diepwortelende bomen en/of beplantingen; i. het rooien van diepwortelende bomen en/of beplanting, waarbij de stobben worden verwijderd. 4.5.2 Uitzonderingen Het onder 4.5.1 genoemde verbod is niet van toepassing als aan tenminste één van de onderstaande voorwaarden is voldaan: a. het werken en/of werkzaamheden betreft waarbij de bodem niet dieper dan 18 meter +NAP én niet meer dan 500 m2 wordt geroerd; b. de werken en/of werkzaamheden het normale onderhoud en beheer betreffen; c. de werken en/of werkzaamheden reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan; d. de werken en/of werkzaamheden mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning; e. de werken en/of werkzaamheden het archeologisch onderzoek betreffen; f. voor zover het werkzaamheden in de bodem betreft binnen een afstand van maximaal 2,5 m uit een bestaande fundering van een bestaand bouwwerk; 4.5.3 Toetsingscriteria De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 4.5.1 wordt slechts verleend indien: a. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn, of; b. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden als gevolg van de werken en/of werkzaamheden niet worden verstoord, of; c. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden afdoende kunnen worden beschermd middels het verbinden van voorschriften als bedoeld in artikel 4.5.4 aan de vergunning. 4.5.4 Voorwaarden Het bevoegd gezag dan de vergunning als bedoeld in artikel 4.5.1 onder beperkingen verlenen en de volgende voorschriften aan de vergunning verbinden: a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; b. de verplichting tot het doen van opgravingen; 11

c. de verplichting de activiteit, die leidt tot de bodemverstoring te laten begeleiden door een archeologisch deskundige. 4.5.5 Advies Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 4.5.1 wint zij schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige, omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast, en welke voorschriften aan de vergunning moeten worden verbonden. 4.6 Slopen van een bouwwerk 4.6.1 Verbod Het is verboden om op de voor 'Waarde - Archeologie - Hoge verwachting overige gebieden' aangewezen gronden, de aanwezige bouwwerken te slopen zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag. 4.6.2 Uitzonderingen Het onder 4.6.1 genoemde verbod is niet van toepassing als aan tenminste één van de onderstaande voorwaarden is voldaan: a. het werkzaamheden betreft waarbij de bodem niet dieper dan 18 meter +NAP wordt geroerd; b. de werkzaamheden een oppervlakte hebben van niet meer dan 500 m2; c. voor zover het werkzaamheden in de bodem betreft binnen een afstand van maximaal 2,5 m uit een bestaande fundering van een bestaand bouwwerk. 4.6.3 Nadere eisen Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning als bedoeld in 4.6.1 onder beperkingen verlenen en de volgende voorschriften aan de vergunning verbinden: a. de verplichting de activiteit, die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een archeologische deskundige; b. de verplichting om indien tijdens de sloopwerken vondsten van zeer hoge waarden worden aangetroffen, hiervan terstond melding te maken bij het bevoegd gezag, zodat in het belang van de archeologische monumentenzorg aanvullende voorschriften aan de omgevingsvergunning kunnen worden verbonden. 4.6.4 Sloopverbod De omgevingsvergunning kan niet worden verleend indien blijkt dat de sloop een onevenredige aantasting van de archeologische waarden van de gronden tot gevolg heeft. 4.7 Wijzigingsbevoegdheid 4.7.1 Wijzigen Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de voor 'Waarde - Archeologie - Hoge verwachting overige gebieden' aangewezen gronden te wijzigen of geheel of gedeeltelijk van de verbeelding te verwijderen mits: a. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn, of; b. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse de noodzaak tot bescherming en instandhouding van archeologische waarden niet langer bestaat; c. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse de noodzaak tot bescherming en instandhouding van archeologische waarden groter is. 4.7.2 Advies Alvorens de wijzigingen als bedoeld onder 4.7.1 worden uitgevoerd, wordt advies ingewonnen bij een archeologisch deskundige. 12

Hoofdstuk 3 Artikel 5 Algemene regels Antidubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. 13

Artikel 6 6.1 Algemene bouwregels Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening De voorschriften van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen: a. b. c. d. e. 6.2 de richtlijnen voor het verlenen van ontheffing van de stedenbouwkundige bepalingen; de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer; de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten; het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen; de ruimte tussen bouwwerken. Ondergeschikte bouwdelen Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt. 14

Artikel 7 7.1 Algemene aanduidingsregels Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' geldt dat deze gronden zijn aangewezen voor de bescherming en veiligstelling van de kwaliteit van het grondwater. 7.1.1 Bouwregels a. Binnen deze gebiedsaanduiding mag niet worden gebouwd; b. In afwijking van het vorenstaande mag er op basis van de onderliggende bestemming worden gebouwd, mits de kwaliteit van het grondwater daardoor niet wordt geschaad of in gevaar wordt gebracht. 7.1.2 Specifieke gebruiksregels Het is niet toegestaan wijzigingen aan te brengen in het toegestane gebruik van de gronden, uitgezonderd indien het vormen van extensieve recreatie, landschaps-, natuurontwikkeling betreft. 7.1.3 Afwijken van gebruiksregels Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 7.1.2, mits: a. vooraf advies wordt ingewonnen bij de provincie Noord-Brabant, voor een verruiming van het toegestane gebruik ten behoeve van grote en grootschalige risicovolle activiteiten/functies waaronder begrepen zoals woningbouw (minimaal 10 woningen), bedrijventerreinen, stedenbouw (winkelcentra, bedrijven voor horeca, handel en dienstverlening), autowegen, parkeerterreinen; b. deze functie voldoet aan de eis van een goede ruimtelijke ordening; c. de risico's op de verontreiniging van het grondwater niet worden vergroot en de grondwaterkwaliteit niet verminderd. 7.1.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde in de bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen: 1. het indrijven van voorwerpen in de bodem zoals damwanden, diepwanden of schermen, alsmede het verwijderen van deze voorwerpen; 2. het maken en/of het buiten gebruik stellen van boorputten; 3. het realiseren van ondergrondse bouwwerken; 4. het realiseren van funderingswerken dieper dan 1 m beneden peil, zoals het aanbrengen van palen in de grond; 5. het draineren, afgraven of vergraven van gronden; 6. het graven, vergraven of dempen van sloten. b. Het onder a vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden: 1. die het normale onderhoud en/of beheer betreffen; 2. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan; 3. waarvoor op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan een omgevingsvergunning is verleend. c. De onder a genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de kwaliteit van het grondwater niet onevenredig wordt aangetast. 15

Artikel 8 8.1 Algemene gebruiksregels Strijdig gebruik Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval begrepen: a. het gebruik van gronden en opstallen voor een seksinrichting; b. het gebruik van gronden als opslag-, stort- en of lozingsplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken goederen, grond, stoffen en materialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond. 16

Artikel 9 9.1 Algemene afwijkingsregels Algemeen Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van: a. in het plan genoemde aantallen, goothoogten, bouwhoogten (met uitzondering van goot- en bouwhoogten van bijgebouwen), oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10%; b. de bouwhoogte voor bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van kunstwerken en zend-, ontvang- en/of sirenemasten, tot een hoogte van 40 m. 9.2 Voorwaarden Een afwijking als bedoeld in artikel 9.1 kan slechts worden verleend, mits: a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad; b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad. 17

Hoofdstuk 4 Artikel 10 10.1 Overgangsrecht en slotregel Overgangsrecht Overgangsrecht bouwwerken a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan; b. Het bevoegd gezag kan eenmalig omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van het bepaalde onder a. voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a. met maximaal 10%; c. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen het overgangsrecht van dat plan. 10.2 Overgangsrecht gebruik a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet; b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. c. Indien het gebruik, bedoeld onder a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten; d. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen het overgangsrecht van dat plan. 18

Artikel 11 Slotregel Deze regels worden aangehaald als Regels van het bestemmingsplan. Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 9 juni 2015. De voorzitter, De griffier, 19