Inleidende verhalen Daan. Lessenserie prehistorie Groep 5/6



Vergelijkbare documenten
Stil blijft Lisa bij de deur staan. Ook de man staat stil. Ze kijken elkaar aan.

WERKBLADEN. Lessenserie prehistorie Groep 5/6

Help, mijn papa en mama gaan scheiden!

Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5

Inhoud. Een nacht 7. Voetstappen 27. Strijder in de schaduw 51

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1

ze terug in de la. Dan haalt ze de pannen van het fornuis en zet ze op de onderzetters. Thomas vouwt zijn handen en doet zijn ogen dicht.

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

Ze neemt nog een slok van haar rum-cola. Even lijkt het alsof de slok weer omhoogkomt.

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht.

Tornado. Maartje gaat voor het eerst logeren. s Nachts belandt ze met haar vriendinnetje Eva in een tornado en beleven ze een heel spannend avontuur.

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, jongens en meisjes,

Poekie is verdrietig. Want zijn papa en mama gaan scheiden. Geschreven door. Mariska van der Made. Illustraties van. Dick Rink

Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij?

Kinderen zullen zich graag herkennen in de grappige kleine Bever. En wie wil er niet zo n lieve, grote Beer als vriend?

Ze moet wel twee keer zo veel eten als Anne, en altijd weer die pillen vooraf.

Burny Bos. Knofje. Alle verhalen. Met illustraties van Harmen van Straaten. Leopold / Amsterdam

Muis heeft tikkertje gespeeld met Draak. Het is al donker als ze naar huis wil. Muis moet nog een heel eind door het bos.

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Ik heb een nieuw horloge, zegt papa. Kijk.

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

Vlucht AVI AVI. Ineke Kraijo Veerle Hildebrandt. Kraijo - Hildebrandt Vlucht De Vier Windstreken. De Vier Windstreken AVI

NAAM. Uil kijkt in een boek. Het is een boek over dieren. Er staan plaatjes in. Van elk dier één. Uil ziet een leeuw. En een pauw. En een bever.

Schoolreis met zwaailicht

Zwart = tekst van verhaal Rood = de vragen die de voorlezer tussendoor stelt Blauw = de antwoorden die de kinderen kunnen geven

Herman gaat met zijn dochter Lies naar de dierentuin. Joppie de hond gaat ook mee. Ze gaan gelijk naar de apen, die dicht bij de ingang zijn.

MARIAN HOEFNAGEL. De nieuwe buurt. Uitgeverij Eenvoudig Communiceren

Rivka voelt tranen in haar ogen. Vader aait over haar wang. Hij zegt: Veel plezier, prinsesje. Vergeet je nooit wie je bent? Dan draait vader zich

Charles den Tex VERDWIJNING

Schaapje Schaap woont op de weide samen met Nina en Osto.

Ria Massy. De taart van Tamid

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

Micha kijkt Ruben aan. Hij trekt een gek gezicht. Micha houdt niet van puzzelen, want de puzzels die oma maakt, zijn altijd heel erg moeilijk.

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.

Appeltje en Eitje Een postpakket uit Spanje

Inleiding. Veel plezier!

De boekenbeer Module dans groep 1-2

Oma Pleuntje en opa Joep

Keetje zucht. Wat duurt het lang! Maar wacht... Daar komt een auto de straat in rijden. Hij stopt achter de verhuiswagen en er stappen twee mensen

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

Introductie: Brom en Bram

Lekker ding. Maar Anita kijkt boos. Hersendoden zijn het!, zegt ze. Die Jeroen is de ergste. Ik kijk weer om en zie hem meteen zitten.

Rianne haalt haar hand door Jochems haar terwijl ze naar de kamer loopt. Kijk eens wie we daar hebben? roept ze als ze uit het raam kijkt.

ik heb t! Gerard van Midden Noëlle Smit

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Het speelhuis van Lotte en Nina

Het kasteel van Dracula

Lelijke griet. Dino is nog steeds te verbaasd om iets normaals te zeggen. Het enige dat hij kan bedenken is: Heet je echt Belle?

Monsterfilm. De illustratie en het lesidee bij dit verhaal staan ook op

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Schrijver: KAT Coverontwerp: MTH ISBN: <Katelyne>

sarie, mijn vriend kaspar en ik

BINNENSUIS Jehudi van Dijk

Niet eerlijk. Kyara Blaak


AMIGA4LIFE. Hooggevoelig, wat is dat? T VLAARDINGEN

Brandweerman. 1 Brandweerman, brandweerman. Red die kat, als je kan. Zet je ladder neer en draag snel die kat omlaag.

Op reis naar Bethlehem

Ties en Trijntje in december

Stan. Geschreven door. Eline Willemse. Illustraties van. Dick Rink

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor

Spekkoek. Op de terugweg praat zijn oma de hele tijd. Ze is blij omdat Igor maandag mag komen werken.

Wat is hij nou onhandig! Eindelijk krijgt hij een lucifer aan.

Miauw! Miauw!

gelukkig, maar er was eens een dag dat dat anders was...

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

GAVE Kerk: werkblad Bijbelklassen en Spoorzoekers

Lesbrief. Bij ons in het dorp Jan Terlouw

Exodus 17,1-7 - Water uit de rots voor mensen met een kort lontje

1 Kussen over mijn hoofd

Dino en het ei. Duur activiteit: 30 minuten Lesdoelen: De kleuters: kunnen een prent linken aan een tekst; kunnen het verhaal navertellen.

OPDRACHT 1 : SCRIPT EN INTERACTIEVE VERSIE VAK : SCHRIJVEN --LOIS VEHOF--

Lotte is er erg blij mee. Ik wilde altijd al een huisdier voor mezelf, zegt ze tegen opa. En nu heb ik er opeens een heleboel.

Water Egypte. In elk land hebben mensen hun eigen gewoontes. Dat merk je als je veel reist. Ik zal een voorbeeld geven.

Het is herfst in de poppenkast. door Nellie de Kok

Jan Klaassen en Katrijn in Afrika door Nellie de Kok. Samenvatting

Dat kreeg ik van mijn opa. Ik werd toen negen jaar. Hij gaf het op mijn verjaardag. Ik lees in een sprookjesboek.

Lieveling. Kim van Kooten. in makkelijke taal. naar het verhaal van Pauline Barendregt

Stomme trutten. Qatar, Qatar!, giechelen de meisjes voor het huis aan de overkant. Kelly heeft gelijk. Nu zijn ze op de fiets.

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

En rijke mensen werken niet. Die kunnen de hele dag doen wat ze leuk vinden.


3 Bijna ruzie. Maar die Marokkanen en Turken horen hier niet. Ze moeten het land uit, vindt Jacco.

Alleen in een groot spookhuis. Duncan Neijenhuis Groep 7

Werkboekje. Naam:

Sammie is kwijt Sascha Duif Groep 3C van OBS t Hout in Helmond

Het nachtmerrieneefje

MARIAN HOEFNAGEL. Met alle geweld. in één klap alleen. Uitgeverij Eenvoudig Communiceren

De bijen. De bijen prikken de leeuwen. De leeuwen gaan in een rondje rondom Izzi zitten. Bzzz Bzzz Bzzz BZZZ

Een van de agenten komt naar hem toe. Nou, het is me het dagje wel, zegt hij. Nu zijn er toch rellen in de stad.

1. Naar het erf van dominee Visky

Een knipoog van tante Wilma

Storm in het bos. Storm in het bos. Isabel Versteeg Storm in het bos

7.5 Script en plaatjes post-test

Golf van Biskaje, zegt Amy. Pieter kijkt op de kaart. Hoe was het ook weer? Biskaje lijkt op biscuitje en die golf heeft een beetje een vierkante

rijm By fightgirl91 Submitted: October 17, 2005 Updated: October 17, 2005

In de hal wacht de mentor van 2a haar op. Hij geeft Nederlands. Voor de pauze heeft ze twee uur les van hem. Samen lopen ze naar het lokaal van 2a toe

Transcriptie:

Inleidende verhalen Daan Lessenserie prehistorie Groep 5/6

Inhoudsopgave Het avontuur van Daan... 4 Verhalen voor de lessen in de klas...6 Verhaal 1:... 6 Vakgebied handvaardigheid Kleding maken van vroeger en nu Verhaal 2:... 6 Vakgebied handvaardigheid Trechters maken van klei Verhaal 3:... 6 Vakgebied tekenen Tekenen met houtskool Verhaal 4:... 7 Vakgebied drama Communiceren zonder woorden Verhaal 5:... 7 Vakgebied muziek Muziek maken van materialen uit de natuur Verhaal 6:... 8 Vakgebied geschiedenis/taal Stripverhaal maken Verhaal 7:... 9 Vakgebied tekenen Muurtekening op behangrol Verhalen voor de lessen op locatie...9 Verhaal 8:... 9 Vakgebied natuur Hoe maakten ze vroeger vuur? Verhaal 9:... 9 Vakgebied koken Hoe maakten ze vroeger hun eten klaar? Verhaal 10:... 10 Vakgebied drama Het avontuur van Daan naspelen 2

Verhaal 11:... 10 Speurtocht hunebedcentrum Verhaal 12:... 11 Vakgebied handvaardigheid Voorwerpen van vroeger maken Verhaal 13:... 11 Vakgebied aardrijkskunde Grondsoorten 3

Het avontuur van Daan MAMMM! Mag ik een koekje? Daan gooit zijn tas op tafel en ploft op de bank. Hij heeft een drukke dag op school gehad. Hij zet de tv aan en wil zijn favoriete programma gaan kijken. Maar de afstandsbediening doet het niet. Mam, heb je nog steeds geen nieuwe batterijen in de afstandsbediening gedaan? Daan is een beetje chagrijnig. Het wilde vandaag niet echt lukken op school. Zijn meester had een nieuw onderwerp bij geschiedenis, de prehistorie. Daan vond het maar een moeilijk woord en eigenlijk snapt hij nog steeds niet helemaal wat de meester bedoelt met de prehistorie. Mama komt naar beneden lopen. Natuurlijk mag je een koekje Daan, en ze geeft Daan een koekje. Hoe was je schooldag? Nou mam, de meester heeft iets uitgelegd, maar ik snap er helemaal niks van. Iets met de pre, prehisto ofzo. Je bedoelt de prehistorie zegt moeder. Ja, dat bedoel ik, zegt Daan. Zijn moeder wil net gaan uitleggen wat de prehistorie is, maar Daan is alweer verdwenen. Ik ga spelen met Rachid! Ik ben voor het eten weer thuis. Tot straks mam! En weg is Daan. Daan loopt buiten op straat. Hij heeft afgesproken met Rachid. Ze hebben afgesproken om te gaan spelen in het bos. Als hij Rachid ziet begint hij te rennen. Rachid rent achter hem aan en samen rennen ze naar het bos. Daan, vang! Rachid gooit een kastanje naar Daan. Hij kan hem nog maar net vangen. Daan gooit terug en er ontstaat een kastanje gevecht. Daan bukt voorover om een kastanje te pakken. Als hij naar rechts kijkt, ziet hij ineens iets glinsteren. Hij roept Rachid. Rachid, kom eens kijken, hier ligt iets! Rachid komt er aan gelopen en ze lopen naar het voorwerp. Ze bukken voorover en Daan pakt het voorwerp op. Het lijkt wel een afstandsbediening. Rachid kijkt Daan aan. Hé, zegt Daan, die neem ik mee naar huis. Mijn afstandsbediening doet het toch al niet meer. Misschien dat deze het nog doet, denkt Daan. Denk je nou echt dat die afstandsbediening het nog doet? Zegt Rachid. Het heeft vannacht nog geregend. Misschien ligt het hier al wel een week. Daan stopt de afstandsbediening in zijn zak. Ik neem hem toch mee naar huis, ik kan altijd proberen. Als ik niet probeer weet ik het ook niet, zegt Daan. Ik moet trouwens naar huis om te eten! Daan rent naar huis. Halverwege valt de afstandsbediening uit zijn zak. Hij stopt en wil het op pakken. Hij drukt per ongeluk op een knopje en hij hoort een raar geluid. Hij kijkt om zich heen. Waar komt dat geluid ineens vandaan? Het geluid wordt steeds luider. Het geluid komt van de afstandsbediening. 4

Hij kijkt er naar en ziet rook uit de afstandsbediening komen. De rook prikt in zijn ogen. Daan doet zijn ogen dicht en wrijft erin. De rook blijft in zijn ogen prikken en hij wrijft nog even wat harder. Hij hoort het geluid nog luider worden. Daan voelt zich licht worden en het voelt alsof hij zweeft. Daan opent zijn ogen. Als hij zijn ogen opent staat hij niet meer op de plek waar hij net stond. Alles om hem heen is veranderd. De huizen zien er heel anders uit dan zo net. Ook dragen de mensen hele rare kleren. Daan heeft die kleren nog nooit gezien. Het lijken wel dierenvellen. Als hij nog verder om zich heen kijkt ziet hij allemaal dieren om zich heen lopen. Hij snapt er niks van. Waar is hij? Hoe komt hij hier? Waarom lopen de mensen in rare kleren en zijn de huizen heel anders? Daan voelt in zijn jaszak en voelt zijn telefoon. Hij pakt zijn telefoon en kijkt meteen hoe laat het is. Hij ziet dat het al lang 5 uur is geweest. Hij moet eten! Hij probeert zijn moeder te bellen, maar het lukt niet. Hij probeert nog een keer, maar zijn telefoon geeft geen gehoor. Daan kijkt om zich heen en ziet een meneer naar hem toe lopen. Meneer, mag ik u wat vragen? zegt Daan. Kunt u mij vertellen waar mijn huis is? Ik woon aan de Tuinstraat. Waar is dat? Hmmfgrp zegt de meneer. Hij gebaart dat Daan mee moet komen. Daan loopt met de meneer mee. Als ze bij zijn huis aankomen pakt de meneer Daan vast. Auw! Laat me los! Je doet me pijn! Daan schreeuwt. De man tilt hem op en zet hem in een schuur. De schuur is donker en vochtig. Hij voelt om zich heen en hij zoekt naar een lichtknopje. De muren voelen heel anders dan thuis. Hij gaat zitten en begint te huilen. Waar is hij? Waarom zien de mensen er zo raar uit? Zijn tranen stromen over zijn wangen. Hij voelt zich heel eenzaam en alleen. Hij is bang. Opeens hoort hij een geluid. Hij springt op en loopt naar de deur. Hallo?? Is daar iemand? Kan iemand me helpen? De meneer die hem heeft opgesloten doet de deur open. Hij zet een bakje met eten neer. Nete Nete, mompelt de man. Hij draait zich om en loopt weg. Hij doet de deur dicht, maar de deur zit niet goed dicht. De deur staat op een kier. Daan kijkt voorzichtig en duwt de deur open. Hij ziet niemand en begint te rennen. De meneer ziet hem rennen en begint te schreeuwen. Oem oem oem, schreeuwt de man, en rent achter Daan aan. Daan begint nog harder te rennen, totdat hij wordt gegrepen door een beer. De beer duwt hem achter een boom en rent naar de man. De beer begint hard te brullen. De man schrikt hier van en rent weer terug naar huis. De beer loopt terug naar Daan. De beer blijkt heel aardig te zijn en Daan is hem erg dankbaar voor wat hij heeft gedaan. Waarom heb je me gered van die vreselijke man, zegt Daan? 5

Ik ben mijn vriendje kwijt geraakt en ik zag dat hij je mee nam naar de schuur. Je leek me een aardige jongen en geschikt om mee te helpen met het vinden van mijn vriendje. Ik heet Olivier, zegt de beer. Wat is jouw naam? Ik ben Daan, maar ik hoor hier niet. Ik weet niet waar ik ben. Kun jij mij dat vertellen? Als jij mij helpt met het vinden van mijn vriendje, dan zal ik jou helpen om je huis terug te vinden. En zo gaan Daan en Olivier samen op pad. IN DE KLAS Verhaal 1 Vakgebied handvaardigheid Kleding maken van vroeger en nu Daan en Olivier lopen verder en komen bij een dorpje aan. Daan kijkt heel gek naar de mensen die daar rondlopen. Het was hem ook al opgevallen bij die man die hem opgesloten had. Die man had hele andere kleren aan dan hij. Hij vraagt aan Olivier, waarom deze mensen niet gewoon een spijkerbroek en een shirt aan hebben zoals hij. Verhaal 2 Vakgebied handvaardigheid Trechters maken van klei Als Daan en Olivier even aan het uitrusten zijn, krijgt Daan dorst. Hij is op zoek naar iets waar hij water in kan doen. Olivier, waar kan ik water in doen, zodat ik iets kan drinken? Daan kijkt om zich heen. Olivier wijst naar iets wat verderop ligt. Daan loopt er naar toe. Bedoel je dit? Daan houdt een soort beker omhoog. Olivier knikt. Daan kijkt er naar. Het lijkt eigenlijk best wel op een beker. Maar dan iets hoger en een iets andere vorm. Verhaal 3 Vakgebied tekenen Tekenen met houtskool Olivier en Daan lopen samen door het bos. Het is koud. Daan slaat een warm dierenvel om zich heen. Hij hoopt het zo toch nog een beetje warm te krijgen. Olivier is uitgeput en wil eigenlijk wel slapen, maar hij wil de moed niet opgeven. Ze zijn nog steeds op zoek naar zijn vriend. Het begint al donker te worden, dus Olivier en Daan zijn op zoek naar een geschikte locatie om te slapen. Olivier kijkt om zich heen en ziet een geschikte plek. Een eind verderop staat een hunebed. Hij tikt Daan aan en loopt er naar toe. O, eindelijk, zegt Daan. Daan rent naar de hunebed, maar stopt plots met rennen als hij een raar geluid hoort. Hij kijkt naar de hunebed en ziet twee ogen naar hem kijken. Hij gilt en verstopt zich achter Olivier. Olivier begint met brullen en gaat op zijn achterpoten staan. Het dier in het hunebed schrikt en rent hard weg. 6

Zo, dat is ook weer geregeld, zegt Daan. Olivier en Daan lopen verder en gaan naast het hunebed lekker op de grond liggen. Daan loopt met een paar takjes te friemelen, totdat hij in slaap valt. Als hij wakker wordt zijn Daan zijn handen zwart. Hij kijkt naar de takjes in zijn hand. De takjes geven zwart af op zijn handen. Hij vraagt aan Olivier wat dit voor takjes zijn. Olivier antwoordt: dat zijn takjes die ze gebruiken om op de muren te schrijven. Kijk, zo doen ze dat. Olivier maakt een tekeningetje op de zijkant van de hunebed. Hé, dat is handig!, zegt Daan. Het is net een potlood. Huh, een potlood?, zegt Olivier. Daar heb ik nog nooit van gehoord. Daan pakt de takjes op en stopt ze in zijn zak. Die kunnen nog van pas komen denkt hij. Verhaal 4 Vakgebied drama Communiceren zonder woorden. Daan helpt Olivier mee met het vinden van zijn vriendje. Ze zoeken overal, achter iedere boom, maar nergens vinden ze zijn vriendje. Ze lopen rustig door en kijken goed om zich heen. Na een eind gelopen te hebben worden ze al aardig moe. Olivier zie jij dat ook? Vraagt Daan aan Olivier. Wat bedoel je? vraagt Olivier aan Daan. Kijk, daar rechts. Ze zien een uitgestrekt landschap zonder hoge bomen. Er staan een aantal hutten en struiken. Zal daar jou vriendje zijn Olivier? Ze lopen er samen naar toe. Ze lopen naar het dorpje. Daan vind het er anders uitzien dan bij hem thuis, in zijn eigen dorp. Er lopen mensen om hem heen die andere kleding dragen. Daan, wil jij vragen aan een van de mensen of ze mijn vriendje hebben gezien? Daan is een stoere jongen, maar nu vind hij het toch wel een beetje eng. Daan zet zijn beste beentje voor en stapt op een man af die een lang kleed draagt. Meneer mag ik u wat vragen? De meneer kijkt niet op of om. Daan tikt de meneer op zijn schouder. Hij kijkt verschrikt op. Meteen vraagt Daan of hij het vriendje van Olivier heeft gezien. De man schud zijn hoofd en haalt zijn schouders op. Hij maakt een paar geluiden.. Daan kan de man niet verstaan, maar aan zijn gebaren kan hij zien dat de man niet weet waar het vriendje van Olivier is. Daan loopt terug naar de Beer. Sorry Olivier, ik kan de man niet verstaan. Olivier begint te vertellen. Daan het is hier in de tijd van de hunebedbouwers anders dan in jouw tijd. Hier kunnen ze nog niet schrijven en kennen ze de Nederlandse taal niet. Oh, zegt Daan. Dat is raar. Verhaal 5 Vakgebied muziek Muziek maken van materialen uit de natuur Daan en Olivier horen veel geluidjes. Ze horen mensen klappen, maar ook horen ze geluiden die de mensen met hun mond maken. 7

Olivier vertelt aan Daan dat de mensen muziek aan het maken zijn. De mensen maken muziek om de boze (geesten) gedachtes te verdrijven. Deze mensen geloven in goden. Als het regent, komt dit door een god. Hetzelfde geldt voor onweer of zonneschijn. Het is al een aantal dagen slecht weer geweest. In tegenstelling tot vandaag. Daan vindt het een heerlijke dag, hij houdt van lekker weer en gaat lekker in het zonnetje liggen. Olivier ploft naast hem neer in het gras. Samen luisteren ze naar de muziek van de mensen. Daan probeert instrumenten te herkennen Hij hoort veel geluiden maar kan het geluid die zijn blokfluit maakt en de andere geluiden niet herkennen. Hij herinnert zich het geluid van de piano. Mama kon altijd zo goed piano voor hem spelen. Uren kon hij daar naar luisteren. Daan loopt voorzichtig naar de mensen toe. Hij verstopt zich achter een struik. Tussen de takken door kan hij de mensen zien. Ze hebben hele maal geen instrumenten. Niet de instrumenten die Daan kent De mensen maken muziek met hun handen, voeten, stem en takken. Verhaal 6 Vakgebied geschiedenis/taal Stripverhaal maken Daan en Olivier liggen samen in het gras, ze zijn moe geworden van het wandelen. Ugg, er schraapt een jongen met zijn keel. Daan en Olivier staan meteen op, Daan klimt op de rug van Olivier. Ze staren de jongen aan. Ineens geeft Olivier hem een dikke knuffel. Ja! Roept hij blij, eindelijk heb ik je terug gevonden! Daan begint het te begrijpen. De jongen is vast het vriendje van de beer. De jongen lijkt ook wel een beetje op hem vindt hij. De jongen is blond, net als Daan. Hij is ongeveer even groot en ze hebben dezelfde kleur ogen. Alleen zijn kleding is anders, heel anders. De jongen pakt Daan bij zijn hand en neemt hem mee naar zijn dorpje. Olivier loopt achter hem aan. Daan vindt de jongen erg aardig. Hij laat het hele dorp aan Daan zien. Nu ziet hij waar de huizen van zijn gemaakt. Hij ziet ook dat het geen echte huizen zijn, maar een soort hutjes. Hij ziet een bekend schuurtje. Het is het schuurtje waar hij in werd gestopt door de man. De man wilde voor hem zorgen, maar Daan was toen erg bang geworden. Olivier knipoogt naar Daan. Achter het schuurtje ziet hij de man staan. Even schrikt Daan, maar daarna beseft hij dat het normaal is voor die tijd wat de man draagt en hoe hij praat. Hij loopt verder, achter de jongen aan. Ze lopen langs een aantal vrouwen. De vrouwen zijn het eten aan het voorbereiden. Ze gebruiken allerlei gereedschappen. Daan herkent een trechter met allerlei figuurtjes. De trechters zijn gevuld met verschillende soorten vruchten en bessen. Daan weet dat de vrouwen die met hun kinderen in het bos zoeken. Toen hij samen met Olivier in het gras lag, heeft hij de vrouwen horen lachen. Daan vind het dorpje erg klein hij begint zijn eigen straat te missen. Zijn Tuinstraat, met zijn huis, en zijn eigen gezinnetje. 8

Verhaal 7 Vakgebied tekenen Muurtekening op behangrol Daan en Olivier zijn in een dorpje beland. Als Daan om zich heen kijkt ziet hij dat er eigenlijk niemand op straat loopt. De mensen zullen wel slapen, denkt Daan. Olivier en Daan lopen wat rond, totdat Daan iets grappigs ziet. Hij kijkt naar een muur die midden in het dorp staat. Er staan allemaal tekeningetjes op. Waar is dat voor, Olivier? vraagt Daan. Zo communiceren de mensen met elkaar, zegt Olivier. O, echt waar? Hebben ze dan geen taal waarmee ze met elkaar praten? Zoals wij doen? Nee, de mensen hebben nog geen echte taal zoals jij gewend bent, zegt Olivier. De mensen maken elkaar dingen duidelijk, door tekeningetjes te maken. Daan bekijkt de muur eens goed. Hij ziet een paar dingen die hij wel kent. Hij ziet een huisje, en een meer en hij ziet een soort beker. Misschien willen ze elkaar wel laten weten dat ze water aan het halen zijn bij het meer? Denkt Daan. OP LOCATIE Verhaal 8 Vakgebied natuur Hoe maakten ze vroeger vuur? Daan zit bij een hunebed. En hij begint eigenlijk wel een beetje honger te krijgen. Hij heeft de hele dag nog niet gegeten. Olivier is al op zoek naar eten. Als hij terug komt heeft hij een stuk vlees gevonden. Dit kunnen we natuurlijk niet meteen opeten, denkt Daan. Ze moeten een manier vinden om vuur te maken. Had Daan maar lucifers bij zich, dan was het een stuk makkelijker geweest. Daan denkt diep na. Hoe moet hij vuur maken zonder lucifers? Zonder een vuuraansteker? Zijn moeder had hier moeten zijn. Die wist overal een antwoord op te vinden. Olivier ziet dat Daan aan het nadenken is. Hij staat op en gooit 2 stenen naar Daan. He Olivier, wat doe je nu? Ik gooi toch ook geen stenen op jou? Olivier geeft een brul en schuift de stenen naar Daan. Daan pakt de stenen op en kijkt ernaar. Dit zijn wel hele mooie stenen. Deze heeft hij nog nooit gezien. Maar wat wil Olivier nou precies? Verhaal 9 Vakgebied koken Hoe maakten ze vroeger hun eten klaar? Daan en Olivier hebben water in een trechterbeker gedaan. Olivier kwam met 2 stenen aanzetten. Olivier heeft Daan duidelijk gemaakt dat dit vuurstenen zijn. 9

Met deze stenen moet Daan vuur maken, anders kunnen ze het water nog niet warm maken. Daan wil zijn water warm, omdat hij het steeds koud heeft. Olivier pakt de twee stenen tussen zijn poten en ketst ze tegen elkaar. Er komen een aantal vonkjes vanaf. Daan pakt gauw een stapeltje droge bladeren en takjes en legt dit voor Olivier neer. Probeer het nu nog eens.. zegt Daan. Olivier ketst de stenen nog een keer tegen elkaar. Ja, het lukt! Daan maakt een vreugdesprongetje als het vonkje overslaat naar de blaadjes. De blaadjes vliegen in brand en er ontstaat een vuurtje. Nu kunnen Daan en Olivier het water eindelijk warm maken. Daan heeft twee stokken in de grond gezet en daar een stok overheen geplaatst zodat de trechterbeker daar aan kan hangen. Zo kan het water warm worden, zonder dat Daan zich verbrand. Verhaal 10 Vakgebied drama Het avontuur van Daan naspelen Er wordt niks voorgelezen. Deze les gaat namelijk over het verhaal dat al eens is voorgelezen. Wel belangrijk is om samen met de leerlingen eerst terug te blikken op het verhaal, (karakters, voorwerpen, onderwerp, gebeurtenissen etc.) voordat er wordt begonnen met spelen. Verhaal 11 Speurtocht hunebedcentrum Daan en beer hebben het gezellig samen. Ze kunnen heel goed kletsen over van alles. Daan heeft ook vooral heel veel vragen. Vragen over wie er allemaal leven in de prehistorie, waar de mensen wonen, of kinderen ook naar school gaan, of de papa s en mama s werken en nog veeeeel meer. Beer probeert alle vragen te beantwoorden. Maar Daan, ik vind jou er ook gek uit zien hoor. Ik ken hier niemand die zulke kleren aan heeft. En wat heb je eigenlijk in je haar? Dat is gel. Zegt Daan. Zonder gel vind ik mijn haar niet mooi. Dan ligt het maar zo plat op mijn hoofd. Daar moet beer wel een beetje om lachen. Haar hoort toch ook niet omhoog te staan, gekke Daan! Mijn haar is toch ook plat. Haha! lacht Daan. Hij ziet het al helemaal voor zich; een beer met gel in zijn haar. Maar ho! Wacht eens even! Zegt beer dan plotseling. Ik denk dat ik niet meer weet waar we nu zijn. Ik heb door al dat gezellige geklets helemaal niet opgelet waar we allemaal langs zijn gelopen. Daan kijkt om zich heen. Alles lijkt hier ook zo op elkaar. In mijn tijd staan er overal wel borden op de weg. En er zijn nu ook telefoons met een navigatiesysteem erop. Dat is pas handig! Zo kan je noooooiiit verdwalen. Een navi wat? Vraagt beer. oh, nee, laat maar zitten, dat is voor jou moeilijk te begrijpen. Zegt Daan. 10

Maar beer, hoe vinden jullie de weg dan terug? Wij onthouden het aan dingen die we hebben gezien onderweg. Of we volgen onze eigen voetsporen weer terug. Beer kijkt eens even goed om zich heen. Ah, ik zie het al! roept hij opgelucht. Daar in de verte zie ik een hunebed. Daar zijn er hier natuurlijk wel meer van, maar dit is de grootste van alle hunebedden die ik tot nu toe al heb gezien. Dus ik weet gelukkig weer waar we zijn! Gelukkig maar. Zucht Daan opgelucht. Verhaal 12 Vakgebied handvaardigheid Voorwerpen van vroeger maken. Toen Daan met Olivier in het dorp was zag Daan dat de mensen hier helemaal geen messen, vorken, lepels en bekers zoals in Daans wereld hebben. Ook hebben ze hier geen pannen die op de pannen van Daans moeder lijken. Hij zag wel dat de mensen hier ook een soort van ketting dragen. De kettingen zagen er wel iets anders uit, maar het waren wel versiersels. Hoe zullen de mensen dit maken, denkt Daan. Olivier vraagt waar Daan over aan het nadenken is. Waar maken de mensen hier hun kettingen en bekers en vorken van? Olivier moet lachen om de vraag van Daan. Het is toch logisch dat de mensen dat van dingen om hun heen maken. Zoals klei, steen en hout, zegt Olivier. Daan vindt het eigenlijk helemaal niet logisch, want waar hij woont wordt ook niet alles van klei en hout gemaakt. Daar zijn fabrieken die andere materialen maken, maar die heeft hij hier nog niet gezien. Daan kijkt nog een keer goed om zich heen. Wat gek, ze hebben hier helemaal niet iets wat op een fabriek lijkt. Zullen ze dan echt alles met de hand maken? Denkt Daan. Verhaal 13 Vakgebied aardrijkskunde Grondsoorten Daan en beer hebben al een heel eind samen gewandeld, als Daan iets ziet verschijnen aan de horizon. Wat is dat nou beer? Wat? Vraagt beer en hij kijkt om zich heen. Daar! In de verte, dat lijkt wel een huis! Roept Daan verrast. Dat klopt. Zegt beer. Dat is een huis. Daan denkt eens na. Maar, wonen mensen hier dan in gewone huizen? Ik dacht in hutjes of grotten misschien. Kom, we lopen er even naar toe. Zegt beer. Dan kan je het wat beter bekijken. Als ze bij het huis aankomen bekijken ze het goed en lopen ze er samen een rondje omheen. En? Vraagt beer. Hebben ze bij jullie ook zulke huizen staan? Daan schudt zijn hoofd. Nee. De huizen die bij mij in de straat staan zijn kleiner en zijn allemaal van steen. Ze hebben een mooie tuinen met hekjes er omheen en daarnaast is er ook nog een plekje voor de auto. Er zitten ramen in met glas. En daar staan er dan een heleboel dezelfde van dicht bij elkaar. 11

Wouw! Zegt beer. Dat klinkt wel heel mooi zeg! De huizen hier moeten wel groot zijn, want de dieren van de mensen wonen er ook in. Dieren? Vraagt Daan. Ja, dieren. Mensen hebben hier hun eigen vee. Die hebben ze voor de melk en het vlees. Ah, dat is net zoals bij ons op de boerderij! Weet Daan. En kijk eens Daan, het huis is gemaakt van klei en riet. En het is heel stevig door de grote zware balken in de grond. Die balken zijn heel sterk en hebben ze heel diep in de grond gezet. Zo is het een huis geworden, waar de mensen heel lang in kunnen blijven wonen. 12