Hoofdlijnennotitie Tijdelijke werkorganisatie (organisatiebeschrijving) 1.1 Over deze organisatiebeschrijving Met de decentralisaties binnen het sociale domein komen er verschillende extra zorgtaken (jeugdzorg, WMO en arbeidsparticipatie) naar de gemeente toe. De ambities en voornemens van de gemeente, - en projectplannen, moeten onder andere voor het einde van het jaar hun beslag krijgen in een tijdelijke werkorganisatie. De kaders voor deze organisatie zijn beschreven in de notitie Lokale Structuur 3 decentralisaties gemeente Brummen, die in juni is vastgesteld in het college. Op 1 januari 2015 moet de gemeente Brummen gereed zijn om de nieuwe taken rond hulp en ondersteuning uit te voeren. Deze notitie bevat de beschrijving van de tijdelijke werkorganisatie: van de doelen voor de organisatie en de werkprocessen en bemensing van de organisatie tot de samenwerking met partners in de organisatie. Het gaat om versie 1.0: de uitwerking is 1.2 Invulling van de tijdelijke werkorganisatie De tijdelijke werkorganisatie is de organisatie waarin vragen van inwoners binnenkomen, geadresseerd worden en waar cliëntregie plaatsvindt. De organisatie is tijdelijk, omdat na een periode van twee jaar wordt bekeken welke organisatorische onderbrenging het beste past gegeven de ervaringen. De verschillende vormen van onderbrenging zijn opgenomen in de notitie Lokale structuur 3D. De werkorganisatie is wat in het land (sociaal) wijkteam wordt genoemd, waarvan de invulling per gemeente kan verschillen. De gemeente Brummen kiest voor de volgende invulling van het wijkteam. 1.3 Waar staat het team voor? - Het team zorgt dat inwoners waar nodig worden ondersteund in hun behoefte om te participeren in de samenleving (zowel arbeidsmatig als maatschappelijk), om (langer) zelfstandig te kunnen blijven wonen, om zelf sturing en regie te (blijven) behouden over hun leven, om te zorgen dat vragen over opvoeden en opgroeien adequaat worden opgepakt en draagt bij aan het veilig opgroeien van jongeren. - Het team realiseert de doelen van de gemeente die voortkomen uit de verantwoordelijkheid van de gemeente vanuit de Wmo 2015, Wet op de Jeugdzorg en de Participatiewet en die zijn opgedragen aan het team. - Het team is niet verantwoordelijk voor het financiën en heeft geen budgetverantwoordelijkheid voor de gemeentelijke middelen voor het sociale domein. Het team voert ook niet het 1
contractbeheer en accountmanagement uit voor de organisaties die door de gemeenten zijn gecontracteerd of gesubsidieerd. - Het team is wel verantwoordelijk voor het afgeven van een beschikking voor elke vorm van individuele ondersteuning, zowel in de vorm van een Zorg In Natura voorziening (ZIN) als een Persoonsgebonden budget (PGB). Een beschikking is ook nodig als de verwijzing via de (huis)arts verloopt. 1.4 Wat doet het team? - Het team beantwoordt vragen van inwoners en geeft advies en informatie, verheldert samen met inwoners hulpvragen, kijkt naar mogelijkheden om eigen kracht van inwoners te versterken, sociaal netwerk en informele netwerken te betrekken en in te zetten, bespreekt met inwoners de mogelijkheden voor (tijdelijke) ondersteuning en legt afspraken hierover zo nodig vast in een ondersteuningsplan/gezinsplan, verzorgt indien nodig de toegang tot niet-vrij toegankelijke voorzieningen (de beschikking voor zorg in natura of een persoonsgebonden budget), helpt inwoners bij de organisatie van deze ondersteuning, houdt gedurende de ondersteuning desgewenst een vinger aan de pols (conform afspraken in het plan) en evalueert met inwoners de resultaten van de ondersteuning. - Het team staat ook open voor signalen en verwijzingen van anderen die namens en/of voor een inwoner/gezin contact leggen met het team, zoals familieleden, betrokkenen, professionals (denk bijv. aan zorgverleners, artsen, leerplichtambtenaar, etc.). Vraag bij anderen Verwijzer II Evt. extern advies III Inwo ner Vraag bij loket /team Plan Keukentafelgesprek Organiseren van inzet Vinger aan pols Evalueren resultaat 0 Vragen op leefdomeinen Informati e/advies I eigen kracht sociaal netwerk algemene voorz. informele ond. Maatwerkvoorziening/ specialistische zorg ZIN PGB Bijstellen Monitoren Participatie, zelfredz., langer zelfstandig wonen - Het team werkt samen en overlegt met partners binnen en buiten de gemeente die inwoners op dezelfde of aanpalende levensvraagstukken ondersteunen om te zorgen dat de ondersteuning van de inwoners in de breedte gericht is op de behoefte van de inwoner en op (kosten)efficiënte wijze plaatsvindt. Denk aan algemene voorzieningen, (vrijwilligers)verenigingen, levensbeschouwelijke organisaties, buurtinitiatieven en vele anderen. - Het team zorgt voor administratieve afhandeling die voortvloeit uit de inzet van niet-vrij toegankelijke ondersteuning, zoals het opstellen van beschikkingen. De financiële en verdere administratieve afhandeling vindt plaats in de backoffice van de gemeente en/of buiten de gemeente (denk aan CAK en SVB). 2
1.5 Hoe is het team georganiseerd? - Het team werkt vanuit twee locaties met werkplekken, spreekkamers en ontvangstruimte in Eerbeek en Brummen. De teamleden gebruiken deze locaties als thuis- en uitvalsbasis en zijn daarnaast werkzaam op vindplekken, zoals bijvoorbeeld scholen. Het team deelt deze locaties met Stichting Welzijn Brummen en in Eerbeek ook met de (voorziene) gemeentewinkel. Gesprekken worden in principe bij inwoners thuis gevoerd. - Het team bestaat uit generalisten, al dan niet met een specialisme, die allemaal aanspreekpunt zijn voor de inwoners en voor degenen die namens of voor een inwoner contact leggen. De benoemde specialismen op basis van de opgave in de gemeente zijn: o Psychiatrische aandoeningen, verstandelijke handicap, somatische aandoeningen, psychogeriatrie (AWBZ). o In combinatie met bovenstaande: huishoudelijke hulp (Wmo 2014). o Jeugd-GGZ, huidige geïndiceerde jeugdzorg (Jeugdzorg). o Participatie (WWB). o Schulden/schuldhulpverlening (Wet op gemeentelijke schuldhulpverlening). - Het competentieprofiel van de generalist is toegevoegd als bijlage 12.5. Een van de teamleden is verantwoordelijk voor de coördinatie van de werkzaamheden en de aansturing van het team. Het team werkt na een initiële periode met een stevige aansturing zoveel mogelijk op basis van zelfsturing door de teamleden. - Het team heeft een startformatie van 8,5 FTE; de formatie wordt bijgesteld op het moment dat een verder inzicht bestaat in de werklast van het team. Gegeven een gemiddeld dienstverband van 0,8 FTE bestaat het team uit 10 leden, die gelijkelijk verdeeld zijn over beide locaties en geen vaste standplaats/locatie hebben. De volgende partners wordt gevraagd om een bijdrage in de bemensing van het team: gemeente, MEE, BJZ, CJG, SWB. 1.6 Wat is de werkwijze van het team? - De werkwijze moet in elk geval bijdragen aan de uitgangspunten die zijn beschreven in de notitie Lokale structuur. In steekwoorden: hulp en ondersteuning beter laten aansluiten op behoeften van kwetsbare inwoners, aansluiten bij leefwereld van mensen, vragen van de inwoners centraal stellen, sturen op outcome/effecten, laagdrempeligheid van informatie, advies en toegang, hulpvragen vroegtijdig signaleren, werken volgens 1 gezin - 1 plan - 1 regisseur. - Het team werkt met kennis van zaken op de verschillende leefdomeinen, binnen de eisen die de wet stelt aan deskundigheid en werkwijze (zoals bijvoorbeeld vastgelegd in de Jeugdwet) en laat zich waar nodig ondersteunen door externe kennis en ervaring (expert/adviespool), waarover afspraken zijn vastgelegd met externe partijen. - Het team werkt in nauwe afstemming met andere organisaties en beroepsbeoefenaren die zich met toeleiding naar (jeugd)zorg en participatie bezighouden, zoals (zonder uitputtend te zijn) zorgverzekeraars, huisartsen, wijkverpleegkundigen, maatschappelijke opvang, beschermd wonen, verzorgingstehuizen, Activerium en Delta. - De instrumenten van het team bestaan onder andere uit het leefringenmodel in combinatie met de sociale kaart van Brummen, de zelfredzaamheidsmatrix als onderlegger voor het gesprek, een afwegingskader voor de toewijzing van maatwerk- en individuele voorzieningen (zoals de richtlijn passend hulp), het ondersteuningsplan/gezinsplan voor onder andere meervoudige vragen, de verordeningen en beleidsregels van de gemeente als kader voor het afgeven van beschikkingen, een goede ICT-ondersteuning voor het vastleggen en delen van afspraken met de inwoners. 3
1.7 Wat betekent teamstart voor CJG, SWB en bestaande zorgnetwerken? - In termen van de opdrachten van Stichting Welzijn Brummen (jaarrapportage 2013): onderbrengen in de tijdelijke werkorganisatie van Informatie en advies loket Wegwijs/CJG. - In termen van de functies/prioriteiten van het CJG (werkplan 2014): Informatie en advies, Toeleiden (CJG4Kracht) en Coördinatie van zorg worden ondergebracht binnen de tijdelijke werkorganisatie. - De binnen CJG4Kracht verleende hulpverlening wordt deels ondergebracht in de lokale structuur en wordt deels een individuele voorziening waar een beschikking voor nodig is via het team en/of verwijzing door (huis)artsen. De overige CJG-taken worden onderdeel van de lokale structuur, denk aan voorlichting, preventieve activiteiten, jeugdgezondheidszorg. - De bestaande zorgnetwerken, zoals Zorgoverleg Risicojongeren (ZOR), Sociaal team 0-100 en Analyseteam blijven in 2015 functioneren op de huidige wijze, vanzelfsprekend in afstemming met de tijdelijke werkorganisatie. In de loop van 2015 wordt bekeken of aanpassingen nodig zijn. 1.8 Communicatie in het laatste kwartaal 2014 - De communicatie van de tijdelijke werkorganisatie maakt onderdeel uit van de bredere (integrale) communicatieaanpak, S De website van S - Individuele communicatie vindt in het laatste kwartaal van 2014 plaats met individuele inwoners die in 2014 ondersteuning ontvangen in het kader van de AWBZ, de Jeugdzorg en op het gebied van (arbeids)participatie en schuldhulpverlening. - Daarnaast vindt collectieve informatievoorziening plaats voor alle inwoners, partners en binnen de gemeente zelf over de invulling van de lokale structuur en de rol, positie en invulling van de tijdelijke werkorganisatie. En aanvullend naar specifieke doelgroepen van (kwetsbare) inwoners. 1.9 Begroting - In de tijdelijke werkorganisatie gaan naar verwachting 8,5 Fte (circa 10 mensen) werken. De kosten die hiermee gepaard gaan betreffen naast de salariskosten ook de kosten van onder andere huisvesting, kantoormiddelen, ICT en communicatie. Bij een groot deel van deze kosten gaat het om een herschikking van bestaande kosten. Zo zal de personele inbreng vanuit de gemeente bestaan uit de huidige werknemers binnen de eenheid WMO. Bij ICT zal er een beroep worden gedaan op de investering die daarvoor in de programmabegroting 2015 is opgenomen. Dit laatste zal wel betekenen dat deze ICT-kosten al vooruitlopend op de begroting 2015 in 2014 worden gemaakt. Een deel van de kosten voor de tijdelijke werkorganisatie zal bovenop de bestaande budgetten komen. De omvang hiervan is nog niet precies aan te geven, maar zal naar verwachting binnen de ruimte die hiervoor voorzien is binnen de nieuwe 3D budgetten kunnen worden opgevangen. 1.10 Risico s - De voorliggende notitie vraagt om een verdere invulling en uitwerking: van doelen die de gemeente stelt, van de opdrachtgever-opdrachtnemer-relatie, van de toepassing van (wettelijke) protocollen, van de werkprocessen en specifieke aandachtspunten als privacy, kwaliteit en ICT, van de 4
organisatie en bemensing van de tijdelijke werkorganisatie, van de huisvesting en ICT-facilitering, van de communicatie. - O D kwartaal van 2014 liggen op het vlak van de bemensing (lukt het om de goede teamleden aan te trekken), van de communicatie (kunnen we inwoners en partners voldoende duidelijk en handvatten bieden), van de ICT (hebben we de beschikking over de juiste gegevens in toegesneden 5