Kwalificatiedossier MBO: Particuliere beveiliging Profiel(en):

Vergelijkbare documenten
Kerntaak 1: Houdt preventief toezicht op de veiligheid

Particuliere beveiliging

Handelen in kritieke situaties 2. Praktijkopdrachten

b gewijzigd: Controleert en vervangt (laat) kleine blusmiddelen (vervangen).

Kwalificatiedossier MBO: Administratie Profiel(en):

Vertaaldocument huidig format naar verbeterd format kwalificatiedossier Particuliere beveiliging ECABO

Kerntaak 4: Coördineert beveiligingswerkzaamheden

MBO-beroep in beeld. Coördinator beveiliging mbo-beroep, niveau 3. Bent u HR-adviseur? Bent u praktijkopleider, begeleidt u een stagiair?

Coördinator Beveiliging

Kerntaak 1: Ziet toe op orde en veiligheid in het publieke domein

Beveiliger. Mbo-kwalificaties in de sector Orde en Veiligheid. Beveiliger

Exameneisen Diploma Coördinator beveiliging (Crebonummer en 25408)

Beveiliging van gebouwen en eigendommen 3 BEVEILIGING VAN GEBOUWEN EN EIGENDOMMEN 3 (CBE08.3/CREBO:56186)

Vertaaldocument huidig format naar verbeterd format kwalificatiedossier Toezicht en veiligheid ECABO

Particuliere beveiliging

Kwalificatiedossier MBO: Aftersales Mobiliteitsbranche Profiel(en):

Assisteren bij Sport en Recreatie

Beveiliging van gebouwen en eigendommen 2 BEVEILIGING VAN GEBOUWEN EN EIGENDOMMEN 2 (CBE08.2/CREBO:55113)

Landelijke Kwalificaties MBO

Vertaaldocument huidig format naar verbeterd format kwalificatiedossier Vrede en veiligheid ECABO

MBO-beroep in beeld. Beveiliger mbo-beroep, niveau 2. Bent u HR-adviseur? Bent u praktijkopleider, begeleidt u een stagiair?

Particuliere beveiliging

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*

Informatie opleidingsstandaard voor de EVC procedure. Contactcenter teamleider

Mensen met niet-aangeboren hersenletsel

Verdieping sociale zekerheid

Exameneisen Event security

Kwalificatiedossier MBO: ICT support Profiel(en):

[naam kwalificatiedossier ] Crebonr. [..]

Kerntaak 1: Ziet toe op orde en veiligheid in het publieke domein

Informatie opleidingsstandaard voor de EVC procedure. Administratief Medewerker

Kwalificatiedossier MBO: Steigerbouw Profiel(en):

T: Instructies en procedures opvolgen. 1.2.Bereidt de uitvoering

Exameneisen Beveiliger Examenonderdeel: Beveiliging van objecten basis

Security in systemen en netwerken 1

Coördinator beveiliging Beroepscompetentieprofiel

DTP. Kwalificatiedossier mbo. Kwalificaties Medewerker DTP Allround DTP-er. Geldig vanaf 1 augustus 2015

Beveiliger Beroepscompetentieprofiel

Communicatie 2 COMMUNICATIE 2 (CBE05.2/CREBO:55111)

Wijzigingen vastgesteld mei 2012

Keuzedeel mbo. Gebouwenbeheer. behorend bij één of meerdere kwalificaties mbo

EXAMENEISEN WINKELSURVEILLANCE 2

[naam kwalificatiedossier ]

Informatie opleidingsstandaard voor de EVC procedure. Praktijkopleider

Mensen met niet-aangeboren hersenletsel

Digitale vaardigheden basis

Veiligheidsnetwerk 2 VEILIGHEIDSNETWERK 2 (CBE25.2/CREBO:55112)

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Zorginnovaties en technologie

Landelijke Kwalificaties MBO

Exameneisen Event security

Beoordelingsformulieren BPV

MBO-beroep in beeld. Medewerker toezicht en veiligheid mbo-beroep, niveau 2

Week van het zwemonderwijs

Landelijke Kwalificaties MBO

Medewerker toezicht en veiligheid

Exameneisen Event security

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Communiceren met de doelgroep voor OA en PW Kinderopvang

Servicemedewerker Crebonr

MEDEWERKER ACTIES EN EVENEMENTEN

Telefonist/receptionist

Landelijke Kwalificaties MBO

Profiel van kwalificatiedossier: Schilderen

Dak- en gevelbegroening

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk

Contactcenter teamleider

Handhaver toezicht en veiligheid

Academie voor Sportkader. Kwalificatieprofiel Wedstrijdadministratie (Official 2)

Kwalificatiedossier MBO: Assistent (ontwikkeling) Profiel(en):

Beroepspraktijkvorming op de werkvloer

Logistiek in het MKB

Opleidingsgebied ICT. Niveau Beginnend *zie omschrijving beoordelingscriteria Gevorderd* Bekwaam* Werkproces(sen) Beoordeling* 1 e 2 e eind

Mensen met licht verstandelijke beperking met moeilijk verstaanbaar gedrag

Exameneisen Beveiliger (Crebonummer 25407)

Dienstplanning en organisatie 3 DIENSTPLANNING EN ORGANISATIE 3 (CBE37.3/CREBO:56185)

Keuzedeel mbo. Triage. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0289

Exameneisen Diploma Coördinator beveiliging (Crebonummer en 25408)

Het gaat om de volgende formulieren: Beroepshouding Tussenbeoordeling. Beroepshouding Eindbeoordeling. Eindresultaat BPV. Werkprocesformulieren

Formulierenset BPV BBL niveau 2. Secretarieel medewerkster

Security in systemen en netwerken 2

[naam kwalificatiedossier] Crebonr. [..]

MBO-beroep in beeld. Telefonist /receptionist mbo-beroep, niveau 2. Bent u HR-adviseur? Bent u praktijkopleider, begeleidt u een stagiair?

Overzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten

Keuzedeel mbo. Voorbereiding hbo. behorend bij één of meerdere kwalificatiedossiers mbo. Geldig vanaf 1 augustus 2013.

Exameneisen Event security

Digitale vaardigheden basis

Klantcontact en verkoop

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Kwalificatiedossier MBO: Doktersassistent Profiel(en):

Het gaat om de volgende formulieren: Beroepshouding Tussenbeoordeling. Beroepshouding Eindbeoordeling. Eindresultaat BPV. Werkprocesformulieren

Keuzedeel mbo. Arbeidsparticipatie. behorend bij één of meerdere kwalificaties mbo

Dossiers Milieu-onderzoek en inspectie AVO

Informatie opleidingsstandaard voor de EVC procedure. Onderwijsassistent

[naam cross-over kwalificatie] Crebonr. [...]

ARBO, kwaliteitszorg en hulpverlening geschikt voor niveau 2

Portier/baliemedewerker

Kwalificatiedossier MBO: Meewerken in de toeristische branche Profiel(en):

Kerntaak 1: Inventariseren van onderzoeksbehoeften en besluiten tot het uitvoeren van nieuw onderzoek

*EXAMENPLAN 2016 Crebocode: Leerweg: bol

Transcriptie:

Kwalificatiedossier MBO: Particuliere beveiliging Profiel(en): Beveiliger Coördinator beveiliging Dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest. Opleidingsdomein: Veiligheid en sport Crebonummer(s):

Penvoerder: ECABO Ontwikkeld door: Kenniscentrum ECABO Vastgesteld door: het bestuur van ECABO op advies van de Paritaire commissie beroepsonderwijs bedrijfsleven ECABO d.d. 28-11-2012 te Amersfoort Stichting SBB 2002-2013. Gebruik van gegevens en teksten is met bronvermelding vrijelijk toegestaan. Commercieel gebruik van deze gegevens is niet toegestaan. De disclaimer van toepassing op dit document is te lezen op www.kwalificatiesmbo.nl.

Inhoudsopgave LEESWIJZER... 4 OVERZICHT VAN HET KWALIFICATIEDOSSIER... 5 BASIS... 6 1 Typering van de beroepen... 6 2 Beroepsgerichte basistaken... 7 2. 1 Kerntaak: Signaleert risico's en neemt preventieve maatregelen... 7 2. 1.1 Werkproces: Voert toegangs- en uitgangscontroles uit... 8 2. 1.2 Werkproces: Voert surveillances en controles uit... 9 2. 2 Kerntaak: Treedt repressief op... 10 2. 2.1 Werkproces: Treedt op bij ongewenst gedrag... 11 2. 2.2 Werkproces: Houdt verdachten aan... 11 2. 2.3 Werkproces: Treedt op bij incidenten... 12 2. 3 Kerntaak: Voert dienstverlenende taken uit... 14 2. 3.1 Werkproces: Biedt service en hulp... 15 2. 3.2 Werkproces: Voert (eenvoudige) baliewerkzaamheden uit... 15 3 Algemene basistaken... 17 PROFIEL... 18 1 Profiel: Beveiliger... 18 2 Profiel: Coördinator beveiliging... 19 2.1 Kerntaak: Coördineert beveiligingswerkzaamheden... 19 2.1.1 Werkproces: Plant en organiseert de dienstuitvoering... 21 2.1.2 Werkproces: Coördineert dagelijkse werkzaamheden... 21 2.1.3 Werkproces: Voert personeelsbeleid uit... 22 2.1.4 Werkproces: Coördineert bij incidenten... 23 2.2 Kerntaak: Rapporteert en draagt bij aan plannen... 24 2.2.1 Werkproces: Rapporteert aan het management... 25 2.2.2 Werkproces: Draagt bij aan (werk)instructies en stelt draaiboeken op... 25 2.2.3 Werkproces: Draagt bij aan beveiligings- en veiligheidsplannen... 26 KEUZE... 27 1 Mogelijke keuzetaken... 27 2 Criteria voor keuzetaken... 27 VERANTWOORDINGSINFORMATIE... 27 AANVULLENDE INFORMATIE... 27 Pagina 3 van 27

LEESWIJZER Dit kwalificatiedossier bevat de diploma-eisen voor één of meerdere mbo-opleidingen. Deze eisen geven samen weer wat de gediplomeerde moet kunnen als hij of zij op de arbeidsmarkt start of verder studeert. Het mbo-diploma bevat drie onderdelen: 1. De basis, die gevormd wordt door: a. De beroepsgerichte basistaken, waarvan de diploma-eisen door de paritaire commissie(s) zijn gevalideerd. Dit zijn de gemeenschappelijke kerntaken en werkprocessen voor het gehele kwalificatiedossier. Deze gemeenschappelijke taken kennen soms wel differentiaties per profiel, deze 'beheersingsvoorschriften' zijn dan uitgewerkt in de rechterkolom van de kerntaak of het werkproces. b. De algemene basistaken, waarvan de diploma-eisen door de landelijke overheid zijn geformuleerd. Dit zijn de taaltaak, rekentaak en loopbaan- & burgerschapstaak. 2. De profielen, waarvan de diploma-eisen door de paritaire commissie(s) zijn gevalideerd. Dit zijn de kerntaken en/of werkprocessen waarop de beroepen in dit kwalificatiedossier van elkaar verschillen. 3. De keuzedelen, waarvan de diploma-eisen eveneens door de paritaire commissie(s) zijn gevalideerd. Dit zijn kerntaken binnen het diploma die de arbeidsmarktrelevantie vergroten of de doorstroom naar een vervolgstudie vergemakkelijken. Dit kwalificatiedossier bevat een beschrijving van de kwalificatie-eisen voor de basis en de profielen. Het kwalificatiedossier bevat verder een verwijzing naar de mogelijke keuzes. Ook is beschreven aan welke criteria nieuw te ontwikkelen keuzes moeten voldoen. Dit kwalificatiedossier bevat ook een verwijzing naar verantwoordingsinformatie. Dit is geen onderdeel van het diploma. Het betreft informatie over: - Onderliggende beroepscompetentieprofielen en arbeidsmarktinformatie - Loopbaanperspectief en ontwikkelingen in de sector - Certificeerbare eenheden - Afspraken rondom examinering - De betrokkenen bij het kwalificatiedossier, discussiepunten en oordeel van docenten en andere gebruikers Indien beschikbaar bevat dit kwalificatiedossier ook een verwijzing naar aanvullende informatie zoals: - Publieksgerichte brochures over het kwalificatiedossier - Informatie voor leerlingen over beroepenoriëntatie en studiekeuze Pagina 4 van 27

OVERZICHT VAN HET KWALIFICATIEDOSSIER Naam profiel P1 Beveiliger Ja P2 Coördinator beveiliging Ja Wettelijke beroepsvereisten De verwantschap tussen de verschillende profielen in dit kwalificatiedossier bevindt zich op de volgende beroepsgerichte kerntaken en werkprocessen: Kerntaak 1 Signaleert risico's en neemt preventieve maatregelen 1.1 Voert toegangs- en uitgangscontroles uit 1.2 Voert surveillances en controles uit Kerntaak 2 Treedt repressief op 2.1 Treedt op bij ongewenst gedrag 2.2 Houdt verdachten aan 2.3 Treedt op bij incidenten Kerntaak 3 Voert dienstverlenende taken uit 3.1 Biedt service en hulp 3.2 Voert (eenvoudige) baliewerkzaamheden uit De profielen in dit kwalificatiedossier hebben de volgende kerntaken: Profiel 1 Beveiliger Profiel 2 Coördinator beveiliging Profielkerntaak Kerntaak 1 Coördineert beveiligingswerkzaamheden Kerntaak 2 Rapporteert en draagt bij aan plannen Werkproces 1.1 Plant en organiseert de dienstuitvoering 1.2 Coördineert dagelijkse werkzaamheden 1.3 Voert personeelsbeleid uit 1.4 Coördineert bij incidenten 2.1 Rapporteert aan het management 2.2 Draagt bij aan (werk)instructies en stelt draaiboeken op 2.3 Draagt bij aan beveiligings- en veiligheidsplannen Pagina 5 van 27

BASIS 1. Typering van de beroepengroep Dit kwalificatiedossier bevat het pakket van eisen beschreven voor het diploma Particuliere beveiliging met de volgende profielen: Naam profiel Mbo-niveau EQF / NLQF niveau Typering opleiding Beveiliger 2 2 basisberoepsopleiding Coördinator beveiliging 3 3 vakopleiding Typerende beroepshouding Beveiliging is geen doel op zich. Beveiliging heeft als doel de belangen van organisaties te beschermen opdat zij ongehinderd hun bedrijfsactiviteiten kunnen uitvoeren. Beveiligers en coördinatoren beveiliging moeten zich bewust zijn van de ondersteunende rol die ze hebben ten aanzien van het primaire proces van een organisatie. Dit vereist een alerte en tegelijkertijd dienstverlenende houding, een interesse in wat er in een organisatie gebeurt en een oog voor de risico s en dreigingen waaraan een organisatie is blootgesteld. Beveiligingsmedewerkers moeten durven optreden, zonder te grote risico's te nemen. Ze dragen een uniform en als er iets gebeurt of als mensen een vraag hebben, wordt er actie van ze verwacht. Verder is het heel belangrijk dat beveiligingsmedewerkers bereid zijn samen te werken, zowel binnen het team als met personeel van andere afdelingen. Beveiligen kun je niet alleen, de ogen en oren van iedereen zijn daarbij nodig. Context Vaak werken beveiligers bij een particuliere beveiligingsorganisatie die hen uitplaatst bij opdrachtgevers. Dit vraagt de vaardigheid om te schakelen. Overal zijn andere instructies, de culturen verschillen, de organisaties zitten anders in elkaar en de primaire processen verschillen. Ongeveer 10% van de beveiligers werkt bij de beveiligingsdienst van een onderneming, bijvoorbeeld bij een ziekenhuis. De branche onderscheidt verschillende sectoren, zoals objectbeveiliging (kantoren, luchthavens, fabrieken etc.), mobiele surveillance, winkelbeveiliging, detentietoezicht, geld- en waardetransport en particuliere alarmcentrales. Beveiligers werken meestal in een team, maar voeren werkzaamheden vaak alleen uit, waarbij ze contact houden met een meldkamer of alarmcentrale. Vaak zien collega's elkaar alleen bij dienstoverdracht. Het werk wordt zowel overdag als 's nachts uitgevoerd. De particuliere beveiliging is een sector die geregeld is via de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus, de Wpbr. Dit betekent o.a. dat deelnemers gescreend worden op antecedenten en dat op de bpv de zogenaamde Kwaliteitsbevorderende dienstverlening van ECABO van toepassing is. Aard van de werkzaamheden De beveiliging houdt toezicht op de veiligheid binnen de kaders van een beveiligingsopdracht. Er wordt gewerkt volgens de zogenaamde 'instructies'. De werkzaamheden zijn in eerste instantie van controlerende, preventieve aard, volgens standaardprocedures. Dit gebeurt door bijvoorbeeld rondes te lopen, maar ook vanachter een balie waar de beveiliging receptietaken en beveiliging combineert. Indien nodig neemt de beveiliging maatregelen om risico's te voorkomen en/of schade te beperken. Hiervoor zijn niet altijd procedures voorhanden. De beveiliging legt verantwoordelijkheid af door te rapporteren. Er wordt van de beveiliging steeds meer verwacht dat men kan schakelen tussen gastheerschap en beveiliging. van het beroep Alle werkzaamheden zijn volgens opdracht uitgevoerd zodat optimale veiligheid is bewerkstelligd; risico's zijn zo goed mogelijk afgedekt. Pagina 6 van 27

2. Beroepsgerichte basistaken Kerntaak 1 Signaleert risico's en neemt preventieve maatregelen Complexiteit Er wordt veelal gewerkt volgens procedures. Als procedures niet voorzien, wordt van de beveiliger enige creativiteit verwacht, maar wel binnen het kader van de opdracht. Daarnaast zijn procedures niet bij alle opdrachtgevers hetzelfde en moet hij bij wisseling van werkomgeving zich steeds aanpassen. Bepaalde omstandigheden (bijv. grote drukte) vergroten de complexiteit van het werk. Ook het werken of in complexe of heel specifieke objecten of situaties maakt het werk ingewikkelder. Verder moet de beveiliger de balans bewaren tussen beveiligen en dienstverlenen, afhankelijk van de situatie. Hij wordt ingezet voor de veiligheid, maar er wordt ook dienstverlening van hem verwacht. De beveiliger beschikt over basiskennis op het gebied van wet- en regelgeving en het vak van beveiligen. Hij past deze kennis toe bij het uitvoeren van meestal routinematige werkzaamheden. Hij herkent bij het uitvoeren van zijn werk eenvoudige problemen en lost die planmatig op. Dit kan ook betekenen dat hij een probleem meldt en een ander het oplost, bijv. de technische dienst. De hulpmiddelen worden steeds geavanceerder; er wordt steeds meer gebruik gemaakt van nieuwe communicatiemiddelen zoals PDA's. De informatie die hij hodig heeft krijgt hij enerzijds aangereikt, maar moet hij anderszijds ook zelf vergaren door collega's te bevragen. Naast de basiskennis die alle beveiligers moeten hebben, heeft hij kennis nodig van de specifieke werkomgeving. Hij moet in staat zijn om die kennis op te nemen en toe te passen. Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid De beveiliger voert het werk in een uitvoerende rol uit. Hij werkt vaak alleen en is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn eigen werk. Hij schakelt anderen in als hij hulp nodig heeft of als de situatie daarom vraagt. Het uniform wekt bij derden bepaalde verwachtingen die de beveiliger moet waarmaken; hij zal eerder worden aangesproken dan andere mensen, omdat hij er in zijn uniform betrouwbaar uitziet. Hij is er verantwoordelijk voor om aan deze verwachtingen te voldoen. Vakkennis - kent de relevante wetgeving, bepalingen en begrippen t.a.v. particuliere beveiligingsorganisaties - heeft kennis van de soorten recht binnen het Nederlands rechtssysteem - kent de relevante wetgeving, bepalingen en begrippen t.a.v. Wetboek van Strafvordering en Wetboek van Strafrecht - kent de strekking van de Wet bescherming persoonsgegevens - kent de begrippen ambtsgeheim, beroepsgeheim, schending geheimen - kent het begrippenkader m.b.t. beveiligen: de hulpmiddelen, type objecten, risico-analyse, veelvoorkomende criminaliteit, houdingsaspecten - kent het belang van samenwerking in een team, informatieoverdracht, loyaliteit, gezamenlijk belang - kent diverse legitimatiebewijzen en identiteitsbewijzen - kent de verschillende vormen van beveiligen en de hulpmiddelen die daarbij worden gebruikt - kent het begrippenkader m.b.t. communicatieproces, veilige communicatie en etherdiscipline - kent de begrippen van en de risico s bij het gebruik van moderne communicatieapparatuur en (sociale) media-, ict- en internetgebruik - kent de verschillende veiligheidsorganisaties en -beroepen in Nederland en de veiligheidsketen - kent veelvoorkomende risico s waartegen gebouwen en goederen beveiligd worden in relatie tot de aard van de te beveiligen organisatie - kent het doel en de toepassing van persoonlijke beschermingsmiddelen - kent de schadecategorieën en veelvoorkomende risico s bij brand - kent het begrippenkader m.b.t. brand (brandklassen, branddriehoek, explosiegrens etc.) - kent veelvoorkomende middelen, met hun toepassing, om brand te voorkomen en bestrijden Vaardigheden - communiceert mondeling in het Engels (A2 spreken, gesprekken voeren en luisteren) - gebruikt communicatiemiddelen en past etherdiscipline toe - gebruikt bejegeningwijze die past bij de context Pagina 7 van 27

- gebruikt diverse (mobiele) ict-middelen, tekst- en gegevensverwerkende apparatuur, e-mail en internet en doet dat op een veilige manier - gebruikt het NAVO spelalfabet - rapporteert middels dagrapport/dienstrapport, specifiek rapport, logboek en vult formulieren in - schat risico s in - gebruikt bij situatie passende gesprekstechniek - stelt signalement op en herkent mensen a.d.h.v. signalement - voert privaatrechtelijke visitatie uit, volgens de regels, met de juiste bejegening en beveiligingstechnisch juist - werkt veilig en wijst mensen op risico's en risicovol gedrag (security awareness) - bedient toegangssystemen en gebruikt CCTV-systemen - controleert brandvoorschriften, brandvoorzieningen, blusmiddelen en vluchtwegen - fouilleert op privaatrechtelijke gronden - past conflicthanteringstechnieken toe - past draaiboek bij ongewenst gedrag uit de ARBO-catalogus Particuliere beveiliging toe - past procedures toe om schade te voorkomen - informeert bezoekers over gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen Werkproces 1.1 Voert toegangs- en uitgangscontroles uit De beveiliger spreekt bezoekers en personeel aan en controleert of ze toegelaten kunnen worden of het pand mogen verlaten. Hij weigert personen die niet aan de eisen voldoen en neemt voorwerpen in bewaring of in beslag (na aanhouding) als daar aanleiding voor is. Hij voert visitaties uit. Hij herkent hierbij ongeoorloofde voorwerpen en handelt overtredingen van de regels af. Hij gebruikt bij de toegangscontrole en uitgangscontroles verschillende technische systemen en hulpmiddelen, zoals CCTV en pasjessystemen. Indien nodig schakelt hij de hulp van anderen in. Hij rapporteert mondeling en/of schriftelijk en draagt zijn dienst over. Er zijn geen ongeoorloofde personen/voorwerpen toegelaten c.q. geen ongeoorloofde personen/goederen hebben het object verlaten. Controles zijn snel en volgens bedrijfsregels uitgevoerd waarbij zo min mogelijk onrust is ontstaan en bedrijfsprocessen zo min mogelijk zijn verstoord. De juiste hulp is op tijd ingeroepen. Gewenste bezoekers hebben de toelatingsprocedure niet als onnodig belastend ervaren De beveiliger heeft heldere rapportages opgesteld ten dienste van de eigen organisatie en derden. Relevante informatie is gedeeld met collega's. Signaleert op tijd afwijkingen op de normale situatie die risico s kunnen vormen voor de veiligheid. Neemt snel een beslissing waarbij hij rekening houdt met risico s die een rol spelen bij het weigeren of juist toelaten van een persoon of voorwerp. Bij het nemen van de beslissing toont hij uiterlijk geen twijfel. Behandelt alle bezoekers gelijkwaardig en discrimineert/selecteert niet op andere aspecten dan die in de procedures staan. Kiest een bejegening en mate van striktheid die past bij de situatie en past die op de juiste manier toe. Legt regels aan bezoekers en personeelsleden rustig en zelfverzekerd uit waarbij hij zijn formulering aanpast aan de persoon, zodat deze begrijpen wat er van hen verwacht wordt en de regels opvolgen. Zonodig in het Engels. Houdt zich aan de instructies en procedures, ook als er lange tijd geen onregelmatigheden zijn of als bezoekers weerstand bieden. Let op eigen veiligheid, stelt grenzen. (Beslissen en activiteiten initiëren, Samenwerken en overleggen, Ethisch en Pagina 8 van 27

Werkproces 1.1 Voert toegangs- en uitgangscontroles uit integer handelen, Presenteren, Vakdeskundigheid toepassen, Instructies en procedures opvolgen, Met druk en tegenslag omgaan) Werkproces 1.2 Voert surveillances en controles uit De beveiliger voert afgesproken beveiligende taken uit door te surveilleren of door op een vaste plaats toe te zien op de veiligheid. Hij signaleert onveilige, ongewenste of ongezonde situaties en neemt maatregelen om risico s of schade te beperken of weg te nemen. Hij ziet toe op naleving van huisregels en relevante andere wetgeving. Hiertoe spreekt hij mensen zonodig aan. Als hij gevoelige gegevens (bijvoorbeeld documenten) aantreft, zorgt hij ervoor dat die niet in verkeerde handen vallen. Hij bouwt relaties op met mensen van andere afdelingen/bedrijven/hulpdiensten en werkt met hen samen. Hij rapporteert mondeling en/of schriftelijk volgens instructies en draagt zijn dienst over. Hij maakt tijdens het werk gebruik van communicatieapparatuur. De orde, rust en veiligheid zijn, conform instructies, zo goed mogelijk gewaarborgd waarbij bedrijfsprocessen zo min mogelijk verstoord zijn. De beveiliger heeft adequate en passende preventieve maatregelen genomen. Signaleert risico s voor de veiligheid of voor de doorgang van bedrijfsprocessen door zijn geheugen, zintuigen en binnen het team beschikbare informatie te gebruiken. Maakt bij het constateren van risico's de keuze of hij wel of niet handelt, waarbij hij rekening houdt met de context en zijn eigen veiligheid en waarbij hij achteraf zijn keuze op een verantwoorde manier kan onderbouwen. Stemt te nemen preventieve maatregelen af opdat bedrijfsprocessen niet onnodig verstoord worden. Neemt vervolgens de maatregelen. Geeft gerichte aanwijzingen op zo'n manier dat personen zijn aanwijzingen opvolgen en past daarbij zijn aanspreekstijl aan de personen en de situatie aan. Gaat discreet om met vertrouwelijke gegevens. Volgt geldende procedures, instructies en wettelijke richtlijnen consequent op en toont daarbij discipline ook als er lange tijd niets gebeurt. Stelt heldere rapportages op ten dienste van de eigen organisatie en derden. Deelt relevante informatie met collega's. (Beslissen en activiteiten initiëren, Samenwerken en overleggen, Ethisch en integer handelen, Presenteren, Formuleren en rapporteren, Vakdeskundigheid toepassen, Instructies en procedures opvolgen) Pagina 9 van 27

Kerntaak 2 Treedt repressief op Complexiteit Vaak kan de beveiliger gebruik maken van instructies en standaardprocedures, soms moet hij zelf, liefst in overleg met de meldkamer, bepalen wat te doen. Hij moet bij een incident altijd bepalen of hij de bevoegdheid en vaardigheid heeft om zelf te handelen of dat hij een beroep op anderen moet doen. Bij incidenten is de tijdsdruk groot en is er acuut een bedreiging voor de veiligheid. Die noodzaak tot snel handelen, compliceren het werk. Het is verder belangrijk dat hij zich zakelijk opstelt en zich niet laat meeslepen door emoties en dat hij overzicht krijgt en houdt over een incident of calamiteit. De beveiliger beschikt over basiskennis op het gebied van wet- en regelgeving en het vak van beveiligen. Hij beschikt over basisvaardigheden op het gebied van conflicthantering. Hij herkent bij het uitvoeren van zijn werk eenvoudige problemen en lost die planmatig op. Dit kan ook betekenen dat hij een probleem meldt en een ander het oplost, bijv. een hulpdienst. Zelf voert hij dan handelingen uit die onder de basisvaardigheden vallen, zoals het afzetten en bewaken van een terrein. De hulpmiddelen worden steeds geavanceerder; er wordt steeds meer gebruik gemaakt van nieuwe communicatiemiddelen zoals PDA's. De informatie die hij hodig heeft krijgt hij van de coördinator en verkrijgt hij door collega's te bevragen en het logboek te lezen. Naast de basiskennis die alle beveiligers moeten hebben, heeft hij kennis nodig van de specifieke werkomgeving. Hij moet in staat zijn om die kennis op te nemen en toe te passen. Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid De beveiliger voert het werk in een uitvoerende rol uit. Hij werkt vaak alleen en is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn eigen werk. Hij schakelt anderen in als hij hulp nodig heeft of als de situatie daarom vraagt. Bij calamiteiten heeft een hulpdienst, zoals de brandweer, vaak de leiding. De beveiliger krijgt dan ondersteunende taken toebedeeld die kunnen afwijken van de normale taken. Vakkennis - kent de relevante wetgeving, bepalingen en begrippen t.a.v. particuliere beveiligingsorganisaties - heeft kennis van de soorten recht binnen het Nederlands rechtssysteem - kent de relevante wetgeving, bepalingen en begrippen t.a.v. Wetboek van Strafvordering en Wetboek van Strafrecht - kent de strekking van de Wet bescherming persoonsgegevens - kent het begrippenkader m.b.t. beveiligen: de hulpmiddelen, type objecten, risico-analyse, veelvoorkomende criminaliteit, houdingsaspecten - kent het belang van samenwerking in een team, informatieoverdracht, loyaliteit, gezamenlijk belang - kent diverse legitimatiebewijzen en identiteitsbewijzen - kent de verschillende vormen van beveiligen en de hulpmiddelen die daarbij worden gebruikt - kent het begrippenkader m.b.t. communicatieproces, veilige communicatie en etherdiscipline - kent de begrippen van en de risico s bij het gebruik van moderne communicatieapparatuur en (sociale) media-, ict- en internetgebruik - kent de verschillende veiligheidsorganisaties en -beroepen in Nederland en de veiligheidsketen - kent veelvoorkomende risico s waartegen gebouwen en goederen beveiligd worden in relatie tot de aard van de te beveiligen organisatie - kent de bepalingen en begrippen van de Arbo-catalogus particuliere beveiliging t.a.v. ongewenst gedrag, agressie en geweld - heeft basiskennis van de relatie tussen gedrag, achtergrond van gedrag en de daarvoor effectieve conflicthanteringstechniek - heeft basiskennis van de toepassing van en de bevoegdheden tot fouilleren in diverse wet- en regelgeving - heeft basiskennis van de afdoening van Wet Mulderfeiten. - kent de schadecategorieën en veelvoorkomende risico s bij brand - kent het begrippenkader m.b.t. brand (brandklassen, branddriehoek, explosiegrens etc.) - kent veelvoorkomende middelen, met hun toepassing, om brand te voorkomen en bestrijden - kent de eisen die gesteld worden aan vluchtwegen Vaardigheden - communiceert mondeling in het Engels (A2 spreken, gesprekken voeren en luisteren) - gebruikt communicatiemiddelen en past etherdiscipline toe - gebruikt bejegeningwijze die past bij de context Pagina 10 van 27

- gebruikt diverse (mobiele) ict-middelen, tekst- en gegevensverwerkende apparatuur, e-mail en internet en doet dat op een veilige manier - gebruikt het NAVO spelalfabet - rapporteert middels dagrapport/dienstrapport, specifiek rapport, logboek en vult formulieren in - gebruikt bij situatie passende gesprekstechniek - stelt signalement op en herkent mensen a.d.h.v. signalement - werkt veilig en wijst mensen op risico's en risicovol gedrag (security awareness) - past conflicthanteringstechnieken toe - past draaiboek bij ongewenst gedrag uit de ARBO-catalogus Particuliere beveiliging toe - past procedures bij (beginnende) brand uit - past procedures toe om schade te voorkomen - schat risico s in - handelt oproepen af, incl. die van bedreigende aard Werkproces 2.1 Treedt op bij ongewenst gedrag De beveiliger signaleert een overtreding van een huisregel door een persoon. Hij probeert dit ongewenste gedrag te stoppen door de persoon aan te spreken op zijn gedrag. Hij probeert zo te handelen dat er geen agressie ontstaat of dat de agressie vermindert. Als de persoon agressief wordt of blijft, roept hij hulp in. Hij werkt volgens de procedures die daarvoor gelden binnen de organisatie. Het ongewenste gedrag is gestopt. Er is zo min mogelijk onrust ontstaan. De beveiliger heeft gezorgd voor eigen veiligheid en voor die van anderen. Observeert de omgeving en schat risico's juist in. Neemt de juiste maatregelen om een zo veilig mogelijk omgeving te creëren en houdt contact met collega. Spreekt de persoon duidelijk aan met de reden van aanspreken. Reageert steeds beheerst volgens conflicthanteringmodel. Werkt volgens afspraken en procedures bijv. volgens model in Arbo-catalogus Particuliere beveiliging. Laat zich niet meeslepen door zijn gevoelens en blijft effectief presteren. (Beslissen en activiteiten initiëren, Samenwerken en overleggen, Ethisch en integer handelen, Presenteren, Formuleren en rapporteren, Instructies en procedures opvolgen, Met druk en tegenslag omgaan) Werkproces 2.2 Houdt verdachten aan De beveiliger houdt verdachten op heterdaad aan op grond van eigen waarneming of op basis van informatie van iemand anders. Hij stelt vast van welk strafbaar feit er sprake is, of er juridische grond is om aan te houden en of het volgens de huisregels wenselijk is om aan te houden. Hij informeert de back-up (collega, meldkamer) en zorgt voor de eigen veiligheid. Hij kiest een goed moment om aan te houden. Hij houdt de verdachte aan, neemt eventueel voorwerpen in beslag en draagt de verdachte onverwijld over. Hij reageert doeltreffend op agressief gedrag. Hij rapporteert mondeling/schriftelijk. De aanhouding (inclusief de eventuele inbeslagname en de overdracht)is volgens procedures uitgevoerd en is rechtmatig Er zijn geen aanhoudingen verricht buiten de afspraken met de opdrachtgever om. Pagina 11 van 27

Werkproces 2.2 Houdt verdachten aan De eigen veiligheid is gewaarborgd. Handelt doortastend en houdt rekening met mogelijke risico s van escalatie en geweld. Informeert relevante personen met to-the-point informatie zodra hij denkt dat de veiligheid in het geding is, en houdt contact. Laat persoonlijke vooroordelen geen rol spelen bij de beslissing om een verdachte aan te houden en bij de bejegening van verdachten. Informeert de opsporingsambtenaar aan wie hij de verdachte overdraagt op zo n manier dat deze je juiste vervolgstappen kan nemen. Blijft effectief presteren in de stressvolle situatie van een aanhouding. Rapporteert na afloop van de aanhouding zodanig dat juridische problemen in verband met de aanhouding worden voorkomen en het voor anderen duidelijk is hoe de situatie rond de aanhouding was. (Beslissen en activiteiten initiëren, Samenwerken en overleggen, Ethisch en integer handelen, Formuleren en rapporteren, Instructies en procedures opvolgen, Met druk en tegenslag omgaan) Werkproces 2.3 Treedt op bij incidenten De beveiliger treedt op bij verstoring van orde en rust, incidenten (zoals brand en ongevallen) en veelvoorkomende criminaliteit en hij ondersteunt bij calamiteiten. De beveiliger ontvangt een alarm of constateert zelf een incident of calamiteit. Hij neemt maatregelen om de risico's of schade te beperken, rekening houdend met eigen veiligheid. Hij draagt bij aan de veiligheid van bezoekers en personeel bijvoorbeeld door assistentie te verlenen bij (gedeeltelijke) ontruiming en door de plaats van het incident af te zetten. Bij calamiteiten krijgt de beveiliger instructies die hij uitvoert. Hij stelt eventuele slachtoffers gerust, waarschuwt hulpdiensten, houdt de weg vrij en begeleidt de hulpdiensten. Hij werkt samen met anderen en communiceert met de verschillende betrokkenen en rapporteert mondeling/schriftelijk zowel tijdens het proces als na afloop. Het alarm, het incident, of de calamiteit is adequaat afgehandeld, de juiste maatregelen zijn getroffen en er is zo min mogelijk onrust en schade ontstaan. Bij calamiteiten is de juiste assistentie verleend. Reageert alert op een alarm of oproep. Stelt door logisch denken, aflezen van apparatuur in combinatie met het gebruiken van zijn ervaring vast of het een niet-reëel of reëel alarm betreft en stelt vast wat de oorzaak van het alarm is. Handelt kordaat en met zelfvertrouwen, geeft aanwijzingen op zo'n manier dat men zijn aanwijzingen opvolgen en brengt vertrouwen in de goede afloop over op anderen waardoor er zo veel mogelijk rust ontstaat. Onderhoudt voldoende contact met de meldkamer/centrale post en informeert tijdens en na het incident hulpdiensten en andere betrokkenen snel en to-the-point. Noteert tijdens het incident punten die nodig zijn voor de rapportage en rapporteert na afloop. Handelt ook in emotionele en gevaarlijke situaties doortastend en doeltreffend waarbij hij zich niet laat meeslepen door zijn gevoelens. Houdt zich aan de procedures en volgt daarnaast de instructies op van degene die de leiding heeft bij het incident of de Pagina 12 van 27

Werkproces 2.3 Treedt op bij incidenten calamiteit. (Beslissen en activiteiten initiëren, Samenwerken en overleggen, Formuleren en rapporteren, Vakdeskundigheid toepassen, Instructies en procedures opvolgen, Met druk en tegenslag omgaan) Pagina 13 van 27

Kerntaak 3 Voert dienstverlenende taken uit Complexiteit Bij het dienstverlenen geldt dat de beveiliger steeds een balans moet vinden tussen beveiligen en dienstverlenen; hij is beveiliger maar ook gastheer. Hij werkt volgens procedures, maar niet voor alle situaties zijn er procedures en dan moet hij meer handelen vanuit gezond verstand. De beveiliger bezit basiskennis en past basisvaardigheden toe op het gebied van het ontvangen van bezoekers, het informeren en verwijzen en het uitvoeren van baliewerkzaamheden. Hij begrijpt wat het primaire proces van de organisatie is en kan op basis daarvan bepalen welke (extra) dienstverlening passend is en welke niet. Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid De beveiliger voert het werk in een uitvoerende rol uit. Hij werkt vaak alleen en is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn eigen werk. Hij schakelt anderen in als hij hulp nodig heeft of als de situatie daarom vraagt. Het uniform wekt bij derden bepaalde verwachtingen die de beveiliger moet waarmaken; mensen richten zich op mensen met een uniform als ze hulp nodig hebben. Vaak is de beveiliger de eerste persoon die een bezoeker ziet en hij is dan het visitekaartje van het bedrijf. Vakkennis - kent de relevante wetgeving, bepalingen en begrippen t.a.v. particuliere beveiligingsorganisaties - heeft kennis van de soorten recht binnen het Nederlands rechtssysteem - kent de relevante wetgeving, bepalingen en begrippen t.a.v. Wetboek van Strafvordering en Wetboek van Strafrecht - kent de strekking van de Wet bescherming persoonsgegevens - kent de begrippen ambtsgeheim, beroepsgeheim, schending geheimen - kent het begrippenkader m.b.t. beveiligen: de hulpmiddelen, type objecten, risico-analyse, veelvoorkomende criminaliteit, houdingsaspecten - kent het belang van samenwerking in een team, informatieoverdracht, loyaliteit, gezamenlijk belang - kent diverse legitimatiebewijzen en identiteitsbewijzen - kent de verschillende vormen van beveiligen en de hulpmiddelen die daarbij worden gebruikt - kent het begrippenkader m.b.t. communicatieproces, veilige communicatie en etherdiscipline - kent de begrippen van en de risico s bij het gebruik van moderne communicatieapparatuur en (sociale) media-, ict- en internetgebruik - kent de verschillende veiligheidsorganisaties en -beroepen in Nederland en de veiligheidsketen - kent het doel en de toepassing van persoonlijke beschermingsmiddelen - kent de bepalingen en begrippen van de Arbo-catalogus particuliere beveiliging t.a.v. ongewenst gedrag, agressie en geweld - heeft basiskennis van de relatie tussen gedrag, achtergrond van gedrag en de daarvoor effectieve conflicthanteringstechniek - kent het begrippenkader rondom dienstverlening Vaardigheden - communiceert mondeling in het Engels (A2 spreken, gesprekken voeren en luisteren) - gebruikt communicatiemiddelen en past etherdiscipline toe - gebruikt bejegeningwijze die past bij de context - gebruikt diverse (mobiele) ict-middelen, tekst- en gegevensverwerkende apparatuur, e-mail en internet en doet dat op een veilige manier - gebruikt het NAVO spelalfabet - rapporteert middels dagrapport/dienstrapport, specifiek rapport, logboek en vult formulieren in - gebruikt bij situatie passende gesprekstechniek - handelt klachten, incidenten, kleine ongenoegens en conflicten af - handelt oproepen af, incl. die van bedreigende aard - zorgt voor afgifte, beheer en ontvangst van goederen en post - beantwoordt telefoon, ook in het Engels (A2) - voert ceremoniële taken uit - informeert bezoekers over gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen - schat risico s in Pagina 14 van 27

- bedient toegangssystemen en gebruikt CCTV-systemen Werkproces 3.1 Biedt service en hulp De beveiliger treedt mensen hulpvaardig tegemoet. Hij beantwoordt hun vragen en verwijst ze indien nodig door naar andere personen. Hij wijst hen de weg en zorgt ervoor dat zij hun doel kunnen bereiken, bijvoorbeeld door advies te geven over waar ze kunnen parkeren. Hij helpt mensen die hulpbehoevend zijn. De beveiliger ziet mogelijkheden om extra diensten aan te bieden aan het (klant)bedrijf en voert die uit. Op deze manier toont hij meerwaarde boven de normale opdracht. Hij rapporteert deze extra dienstverlening. Er is op tijd passende dienstverlening geboden waarbij de veiligheid gewaarborgd is. Extra dienstverlening is herkend, uitgevoerd en gerapporteerd. Gaat discreet om met vertrouwelijke gegevens zodat hij geen informatie geeft die schade kan berokkenen aan het (klant)bedrijf. Geeft duidelijke en doeltreffende routeaanwijzingen door zijn richtingsgevoel te gebruiken, tijd en afstand goed in te schatten en plattegronden te gebruiken. Weegt af hoe ver hij kan gaan in de dienstverlening en zorgt ervoor dat de veiligheid nooit in het geding komt. Toont zich hulpvaardig, dienstverlenend en betrouwbaar door een open houding aan te nemen, zich onkreukbaar te gedragen en mensen, indien nodig, hulp te bieden en vragen te beantwoorden. (Beslissen en activiteiten initiëren, Ethisch en integer handelen, Presenteren, Vakdeskundigheid toepassen, Samenwerken en overleggen) Werkproces 3.2 Voert (eenvoudige) baliewerkzaamheden uit De beveiliger ontvangt bezoekers op klantvriendelijke wijze en registreert ze. Hij bedient de telefooncentrale en handelt binnenkomende telefoongesprekken correct af. Hij beheert bepaalde goederen (zoals sleutels en beschermingsmiddelen) en geeft ze uit. Hij handelt verzoeken, meldingen over onregelmatigheden en klachten af. Hij voert eenvoudige administratieve, registrerende handelingen uit. Hij maakt gebruik van de beschikbare (ICT- )hulpmiddelen. Een volledige en juiste administratie en (bezoekers)registratie. Verzoeken, meldingen, klachten en vragen zijn correct en op tijd afgehandeld waarbij indien nodig anderen zijn ingeschakeld en de veiligheid steeds gewaarborgd is. Informeert relevante personen zodra hij denkt dat de veiligheid in het geding is, zodat vroegtijdig maatregelen kunnen worden genomen. Raadpleegt anderen indien nodig zodat hij mensen aan zijn balie juist helpt. Schakelt de hulp van anderen in als maatregelen moeten worden getroffen die hij niet zelf kan of mag uitvoeren. Weegt af hoe ver hij kan gaan in de dienstverlening en zorgt ervoor dat de veiligheid nooit in het geding komt. Geeft duidelijk, vriendelijk, professioneel en zelfverzekerd uitleg aan personen naar aanleiding van gestelde vragen en controleert of zij begrijpen wat hij heeft gezegd. Pagina 15 van 27

Werkproces 3.2 Voert (eenvoudige) baliewerkzaamheden uit Kan veelvoorkomende vragen ook in het Engels beantwoorden (Beslissen en activiteiten initiëren, Samenwerken en overleggen, Presenteren, Instructies en procedures opvolgen) Pagina 16 van 27

3. Algemene basistaken De kwalificatie-eisen voor de algemene basistaken zijn vastgelegd in het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen. Ze zijn te vinden op www.kwalificatiesmbo.nl. Taaltaak Nederlands Het referentieniveau 2F is van toepassing op de entréekwalificatie en de niveaus 2 en 3. Het referentieniveau 3F is van toepassing op niveau 4. Rekentaak Het referentieniveau 2F is van toepassing op de entréekwalificatie en de niveaus 2 en 3. Het referentieniveau 3F is van toepassing op niveau 4. Loopbaan- en burgerschapstaak Deze is beschreven in het document Loopbaan en Burgerschap. Pagina 17 van 27

PROFIEL(EN) Profiel 1 Beveiliger Mbo-Niveau 2 Typering van het beroep Beveiligers durven zichzelf te laten zien en mensen aan te spreken, zijn oplettend en alert, gedisciplineerd, zijn loyaal jegens hun teamleden, zijn integer, representatief, sociaal en communicatief vaardig, moedig maar niet overmoedig. Kritische beroepssituatie(s): Een beveiliger signaleert risico's en neemt maatregelen om schade en onrust te voorkomen. Hij probeert incidenten voor te zijn. Enerzijds door controles uit te voeren en de omgeving in de gaten te houden, maar anderszijds door zichtbaar aanwezig te zijn en zich dienstverlenend op te stellen. is een veilige omgeving. Mocht er toch een incident ontstaan, dan alarmeert hij, neemt hij maatregelen om (vervolg)schade te voorkomen en rapporteert hij. Die incidenten kunnen van verschillende aard zijn. Een veelvoorkomende situatie is een persoon die ongewenst gedrag vertoont. De beveiliger probeert het gedrag dan verbaal te stoppen. Bij andere typen incidenten (zoals brand, stroomstoring, wateroverlast etc.) alarmeert hij en neemt tot er hulp komt maatregelen die binnen zijn macht liggen en die erger voorkomen. Dienstverlening is een andere kritische beroepssituatie. De beveiliger ontvangt bezoekers, beantwoordt vragen en verwijst. Cruciaal hierbij is dat hij dit doet vanuit het oogpunt van beveiliging; hij blijft dus alert op verstoringen van de veiligheid. is een veilige omgeving met tevreden bezoekers. Wettelijke beroepsvereisten Ja Toelichting wettelijke beroepsvereisten Beveiligers die werken bij een beveiligingsorganisatie die valt onder de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wpbr) moeten voldoen aan de opleidingseisen die worden genoemd in art. 5 van de Regeling particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Rpbr). Vereist is het diploma Beveiliger van de Stichting Vakexamens voor de Particuliere Beveiligingsorganisaties en de Stichting ECABO. (Bron: Wpbr en Rpbr). In de Rpbr staat dat de opleiding Beveiliger is gepositioneerd in het MBO. Dit houdt in dat het MBO-diploma Beveiliger dat wordt afgegeven door de onderwijsinstelling en het SVPB/ECABO-diploma Beveiliger onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en dus niet apart van elkaar mogen worden uitgereikt. In de Rpbr staat dat beveiligers en beveiligers-in-opleiding betrouwbaar moeten zijn. Dit houdt in dat er gescreend wordt op antecedenten zoals benoemd in de Rpbr. Zie verder het hoofdstuk 'Verantwoording'. Bron wettelijke beroepsvereisten V&J Branchevereisten Nee Pagina 18 van 27

Profiel 2 Coördinator beveiliging Mbo-Niveau 3 Typering van het beroep De coördinator beveiliging is besluitvaardig, heeft inzicht in de arbeidsorganisatie, is representatief, zelfstandig, klantvriendelijk, kan goed samenwerken, is flexibel, kan goed omgaan met kritiek, heeft verantwoordelijkheidsgevoel, kan planmatig werken en heeft improvisatievermogen. Hij heeft overwicht op zijn medewerkers. De coördinator beveiliging is er verantwoordelijk voor dat de dagelijkse werkzaamheden volgens afspraak worden uitgevoerd. Hij is hiervoor verantwoording verschuldigd aan zijn leidinggevende. Deze leidinggevende werkt vrijwel altijd op afstand van de coördinator, en de coördinator moet dus zelfstandig werken. Coördinatoren voeren naast hun coördinerende ook uitvoerende beveiligingstaken uit. Als er grote teams zijn is er een coördinator/teamleider aanwezig, maar het komt ook voor dat een coördinator verschillende objecten onder zijn hoede heeft. De coordinator heeft stuurt een team beveiligers en voedt zijn leidinggevende met informatie over het object waar hij werkt. Zo controleert hij veiligheidsplannen op actualiteit en meldt hij veranderingen in het object die een andere werkwijze vereisen. is dat een object optimaal beveiligd is. Kritische beroepssituatie(s): De coördinator beveiliging stuurt een team van beveiligers aan en coördineert de werkzaamheden. Daartoe zorgt hij ervoor dat zijn team is voorbereid op de taken en voldoende is gefaciliteerd en gemotiveerd. Hij stelt werkroosters op en zorgt voor de nodige hulpmiddelen. Hij stemt zijn acties af met verschillende afdelingen en de opdrachtgever en fungeert als spin in het web. Hij registreert uitgevoerde werkzaamheden en gemaakte uren van zijn medewerkers. is dat het werk volgens opdracht wordt uitgevoerd. De coördinator beveiliging is degene die het object kent. Hij signaleert veranderingen waarop ingespeeld moet worden. Hij informeert zijn leidinggevende over veranderingen in het object die vereisen dat beveiligings- en veiligheidsplannen worden aangepast en past zelf werkinstructies aan. Hij toetst plannen die hem worden voorgelegd op uitvoerbaarheid en actualiteit. Hij stelt zelf plannen op voor evenementen. is dat het object steeds optimaal beveiligd is. Wettelijke beroepsvereisten Ja Toelichting wettelijke beroepsvereisten Coördinatoren beveiliging voeren beveiligingswerkzaamheden uit. Daarom gelden dezelfde eisen als voor beveiligers: ze dienen te beschikken over het SVPB/ECABO diploma Beveiliger zoals beschreven in de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wpbr). Dit houdt in dat pas met de opleiding Coördinator beveiliging kan worden gestart als het SVPB/ECABO-diploma Beveiliger (of een daaraan in de Wpbr gelijkgesteld diploma) is behaald. Bron wettelijke beroepsvereisten V&J Branchevereisten Ja Toelichting branchevereisten In de CAO Particuliere Beveiliging wordt voor een aantal functies het SVPB/ECABO-diploma Coördinator beveiliging geëist. (Bron: CAO Particuliere Beveiliging) Kerntaak 1 Coördineert beveiligingswerkzaamheden Complexiteit De coördinator heeft een diversiteit aan werkzaamheden. Voor een deel van het werk gelden standaardwerkwijzen, voor een ander deel geldt dat de coördinator naar eigen inzicht handelt. De mate waarin onverwachte situaties voorkomen en de wensen/eisen van opdrachtgever/leidinggevende veranderen, vergroten de complexiteit. Met name Pagina 19 van 27

Kerntaak 1 Coördineert beveiligingswerkzaamheden de flexibiliteit, stressbestendigheid en organisatievaardigheden worden op de proef gesteld. Het werken in de rol van meewerkend voorman brengt met zich mee dat de coördinator zich steeds moet afvragen of hij zelf moet gaan meewerken of coördinerende taken moet uitvoeren. Verder is zijn rol ten opzichte van de collega s complex: hij heeft een zogenaamde sandwichpositie, waarbij hij zowel de belangen van de medewerkers als die van het management moet behartigen. Daarnaast moet hij rekening houden met de belangen van de opdrachtgever. De benodigde kennis en vaardigheden zijn specialistisch van aard, hij past bijvoorbeeld de CAO toe en dient bij het verdelen van taken rekening te houden met kenmerken van de medewerkers en kenmerken van de werkomgeving en de opdracht. Hij beschikt ook over algemene kennis en vaardigheden op het gebied van bedrijfsvoering, zoals kennis van organisatiestructuren, evaluatiemethoden en conflicthanteringstechnieken. Hij is in staat om in nieuwe situaties een oplossing te bedenken gebruik makend van de tot zijn beschikking staande methoden, materialen en hulpmiddelen. Hij probeert daarbij binnen de kaders van de opdracht te blijven die met de opdrachtgever is overeengekomen. Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid De coördinator beveiliging is er verantwoordelijk voor dat de dagelijkse werkzaamheden volgens afspraak worden uitgevoerd. Hij is hiervoor verantwoording verschuldigd aan zijn leidinggevende die op zijn beurt verantwoording aflegt aan de opdrachtgever/klant. Hij werkt samen met gelijken, leidinggevenden en de opdrachtgever/klant. De meeste coördinatoren voeren naast hun coördinerende ook uitvoerende beveiligingstaken uit. Vakkennis - kent de vormen van beveiliging en de hulpmiddelen die daarbij gebruikt worden - kent het begrippenkader m.b.t. de veiligheidsketen en het Stelsel bewaken en Beveiligen - kent de soorten recht binnen het Nederlands rechtssysteem - kent de relevante wetgeving, bepalingen en begrippen t.a.v. Burgerlijk wetboek, Wetboek van Strafrecht, Wetboek van Strafvordering, Wet op de economische delicten, Wet vervoer gevaarlijke stoffen, Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus, Wet op de rechterlijke organisatie, Arbeidsomstandighedenwet, Wet wapens en munitie, Opiumwet, Wegenverkeerswet 1994 en RVV 1990, Wet bescherming persoonsgegevens - kent de relevante wetgeving, bepalingen en begrippen m.b.t. werknemers en Arbo - kent leiderschapsstijlen en valkuilen bij coaching en het houden van functioneringsgesprekken - kent veranderingsstrategieën - kent de methodieken en het belang van tijdsregistratie en planning van eigen werkzaamheden - kennis van het voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken en het begrip conflict - kent beveiligingsjargon in het Engels - kent risico s m.b.t. het gebruik van ICT/communicatie apparatuur in relatie tot de diverse registratie- en beheerssystemen Vaardigheden - past de regels m.b.t. veilig werken toe - signaleert risico s en gebreken aan beveiligingsmaatregelen - instrueert medewerkers, controleert ze en stuurt bij - kiest bij een situatie passende beveiligingsmaatregel(en) - herkent risicovol gedrag en bevordert security awareness - past een evaluatiemethode toe op het werk - controleert rapportages van medewerkers inhoudelijk en taaltechnisch - coacht beveiligers bij het opstellen/verbeteren van rapportages - herkent de meest voorkomende verdovende middelen - plant de dagelijkse werkzaamheden voor het team; ontwikkelt werkschema s en roosters - voert werktijdenregistratie middels een systeem - past reflectiemethode toe op het geven van instructies - verzorgt de administratieve afhandeling van, alle voor de dienst noodzakelijke, documenten - herkent gevaarlijke en ongezonde situaties vanuit de Arbo- en Milieuwetgeving en situaties die de gezondheid en/of veiligheid in gevaar brengen - herkent psychologische effecten van en op het werk bij zichzelf en zijn medewerkers - hanteert conflicten, zowel in het team als erbuiten - coacht medewerkers effectief in het omgaan met personen die zich ongewenst gedragen - hanteert de juiste CAO (bedoeld wordt: CAO Particuliere Beveiliging en/of de CAO van het bedrijf, waar de kandidaat werkt) - hanteert de relevante wetgeving, bepalingen en begrippen t.a.v. Arbo- en milieuwetgeving; Arbo-catalogus Particuliere beveiliging - communiceert in het Engels (A2 lezen, spreken, luisteren en schrijven, B1 gesprekken voeren) Pagina 20 van 27

Kerntaak 1 Coördineert beveiligingswerkzaamheden - maakt en geeft een eenvoudige presentatie met behulp van software Werkproces 1.1 Plant en organiseert de dienstuitvoering De coördinator beveiliging plant de dagelijkse werkzaamheden voor het team. Hij controleert roosters die de afdeling planning hem aanlevert en verdeelt taken. Hierbij houdt hij rekening met mensen die nog in opleiding zijn of ingewerkt moeten worden. Hij maakt voor nieuwe mensen een inwerkprogramma. Hij administreert de werktijden volgens bedrijfsrichtlijnen. Bij onderbezetting regelt hij extra personeel of zoekt hij een andere oplossing. Hij onderhoudt hierover contact met de afdeling planning. Bij structurele onderbezetting of als er extra hulpmiddelen (bv. portofoons) nodig zijn, informeert hij zijn leidinggevende hierover en doet hij voorstellen. Hij organiseert werkoverleg/briefings met de medewerkers. De medewerkers beschikken steeds over de juiste hulpmiddelen zodat zij hun werk naar behoren kunnen uitvoeren en gemotiveerd blijven. Diensten zijn volgens de afspraak uitgevoerd, conform wettelijke en CAO-eisen en de gewerkte uren van de beveiligingsmedewerkers zijn volgens bedrijfsrichtlijnen geadministreerd. Er zijn op reguliere basis werkoverleggen en briefings georganiseerd die volgens bedrijfsrichtlijnen zijn uitgevoerd. Controleert aangeleverde roosters op eisen van de opdrachtgever, de CAO en de Regeling particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus en neemt zonodig contact op met de afdeling planning. Verdeelt taken, rekening houdend met Arbo-eisen, de CAO, deskundigheid en inzetbaarheid van de medewerkers en streeft naar voldoende afwisseling voor de medewerkers. Zoekt bij onderbezetting, in overleg met de afdeling planning, een oplossing zodat de dienst toch volgens afspraak kan worden uitgevoerd. Bereidt inwerkprogramma s voor nieuwe medewerkers voor. Doet bij structurele tekorten op het juiste moment goed beargumenteerde voorstellen aan zijn leidinggevende m.b.t. benodigde mensen en hulpmiddelen. Zorgt ervoor dat er iets gebeurt met de voorstellen en bewaakt dat toezeggingen worden waargemaakt. (Beslissen en activiteiten initiëren, Samenwerken en overleggen, Analyseren, Plannen en organiseren, Instructies en procedures opvolgen) Werkproces 1.2 Coördineert dagelijkse werkzaamheden De coördinator beveiliging bewaakt de uitvoering van alle beveiligingstaken en het werken volgens (veiligheids)procedures. Hij bevordert security awareness door mensen te wijzen op risicovol gedrag en door voorlichting te geven over de richtlijnen van safety en security. De coördinator beveiliging onderhoudt ten behoeve van de operationele gang van zaken dagelijks contact met de beveiligingsmedewerkers, de afdeling planning en zijn leidinggevende. Hij bewaakt de voortgang van inwerk- en opleidingstrajecten en stuurt de mentor/praktijkopleider/inwerker aan. Hij fungeert als aanspreekpunt voor de opdrachtgever/klant met betrekking tot de operationele uitvoering van de werkzaamheden. Voor de medewerkers fungeert hij als vraagbaak en hij treedt op als een medewerker daartoe niet de bevoegdheid/bekwaamheid tot handelen heeft en hij wel. Hij onderhoudt contacten met medewerkers van relevante organisaties en/of afdelingen van het (klant)bedrijf, zodat hij bij incidenten snel op mensen kan terugvallen. De coördinator controleert rapportages van medewerkers en zorgt voor opvolging van geconstateerde onregelmatigheden. Hij controleert of de medewerkers administratieve taken goed hebben uitgevoerd, zoals het Pagina 21 van 27