BIJLAGE A bij het. voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD



Vergelijkbare documenten
BIJLAGE A bij het. voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Publicatieblad van de Europese Unie RICHTSNOEREN

ANBI Publicatie Stichting DOB Ecology, Amsterdam

ANBI Publicatie Stichting DOB Ecology, Amsterdam

ANBI Publicatie Stichting De Nijensteen, Heerde

ANBI Publicatie Stichting DOB Equity, Amsterdam

(ECB/2013/23) (2014/2/EU) (PB L 2 van , blz. 12)

Stichting Vrienden van het Mauritshuis te s-gravenhage

HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

EUROPESE CENTRALE BANK

BIJLAGE A bij het. voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

3. Herziening van de methodologie met betrekking tot de sector van de verzekeringsinstellingen

DUINWEIDE I INVESTERINGEN N.V. TE ALPHEN AAN DEN RIJN. Rapport inzake jaarstukken 2014

Stichting Jazz Orchestra of the Concertgebouw gevestigd te Amsterdam. Jaarverslag 2013

Stichting Jazz Orchestra of the Concertgebouw gevestigd te Amsterdam. Jaarverslag 2014

Stichting Vrienden van het Mauritshuis te s-gravenhage

Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister

Inmaxxa BV te Naarden Halfjaarbericht juli 2010

Jaarrekening Stichting Vrije Christelijke School Westerlee Galgeweg MT 's-gravenzande

TENTAMEN. HvA-HES ALGEMENE ECONOMIE

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014

J A A R STUKKEN Pertax BV Ede

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Kingdom Ministries De heer A. van der Laak Klaproosstraat WD OMMEN Publicatiebalans 2014

BIJLAGE A bij het. voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

De Veste Vermogensbeheer B.V. te Breda. Kamer van Koophandel Inschrijfnummer JAARREKENING 2017

Stichting Vrienden van het Mauritshuis te s-gravenhage

Ophorst Van Marwijk Kooy Vermogensbeheer N.V. Gouda

BALANS PER 31 DECEMBER 2016 (na resultaatbestemming) ====================== IMMATERIËLE VASTE ACTIVA

EUROPESE CENTRALE BANK

PUBLICATIEBALANS 2017

De Veste B.V. te Breda. Kamer van Koophandel Inschrijfnummer JAARREKENING 2018

31 december Liquide middelen Saldo 31 december Totaal reserves en fondsen

Stichting Educatief en Cultureel Centrum Maaslanden Zijpendaalstraat PS Nijmegen. Jaarrekening 2016

Stichting Jai Hanuman Shree Raam Mandir Wijchen gevestigd te Wijchen. Balans per 31 december 2016 ACTIEF

Verslag afzonderlijke boekhouding verslagjaar artikel 43 lid 9 Elektriciteitswet artikel 32 lid 11 Gaswet

Financieel verslag Stichting De Nijensteen, Heerde

Stichting Openbaar Museum Modelbouw Postbus AE DE BILT. Financieel verslag (t.b.v. website) 2015

FINANCIEEL VERSLAG 2014 STG. TUIN LAAG OORSPRONG OOSTERBEEK

Stichting Jazz Orchestra of the Concertgebouw gevestigd te Amsterdam. Jaarverslag 2016

Stichting Jai Hanuman Shree Raam Mandir Wijchen gevestigd te Wijchen. Balans per 31 december 2017 ACTIEF

Stichting Openbaar Museum Modelbouw Leyenseweg BC BILTHOVEN. Financieel verslag 2014

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 1 juli 2010

BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestemming) ====================== IMMATERIËLE VASTE ACTIVA MATERIËLE VASTE ACTIVA

Financieel verslag 2015/2016 Stichting Foundation for the Advancement of the Study of International Taxation 's-gravenhage

Halfjaarbericht Bright LifeCycle Fonds

Publicatierapport 2017

Stichting Beheer Warenar Kerkstraat HE Wassenaar

ANBI Publicatie Stichting DOB Equity, Amsterdam

Rafael gemeente De Rank T.a.v. het bestuur Ringvaartweg AC ROTTERDAM. Jaarrekening 2014

Stichting Praemium Erasmianum Amsterdam. Financieel publicatieverslag 2016

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

Kingdom Ministries De heer A. van der Laak Klaproosstraat WD OMMEN Publicatiebalans 2016

Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister

Stichting Omroep Landgraaf

Xior Group NL B.V. te Antwerpen

Stichting Maryknoll Zusters van St. Dominicus

Balans per 31 december 2017

J A A R STUKKEN Pertax BV Ede

RICHTSNOEREN. Artikel 1. Wijzigingen

RICHTSNOEREN. RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 25 juli 2013 inzake statistieken betreffende overheidsfinanciën.

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2011

3 Deelnemingen in de enkelvoudige jaarrekening en de administratie

Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investering in machines / 350 Desinvestering in machines 65 Aandeel in winst C / 20 Aandeel in dividend C 30

Financieel verslag Stichting Tuin Laag Oorsprong. Oosterbeek

CONSO CONCESSIES, OCTROOIEN, LICENTIES, KNOWHOW, MERKEN EN NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR Nr. BE

FINANCIEEL VERSLAG 2015 STG. TUIN LAAG OORSPRONG OOSTERBEEK

123WatEenSite C. van de PC Teststraat ZZ Alblasserdam

Stichting Steun Sonshine

1 Toepasselijke IFRS normen 1. 2 Definities 2 3 Informatie die in de balans moet worden opgenomen 3 4 Onderscheid tussen vlottend en vast 4

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

Financieel verslag Stichting Tuin Laag Oorsprong. Oosterbeek

Stichting Sprint Schiedam Westvest BW Schiedam. Jaarrekening 2016

Stichting Twente Hart Safe t.a.v. het bestuur Theo Wolvecampstraat ZZ HENGELO. Jaarrekening 2017

Internet Publicatiebalans 2015

STICHTING MUSEUM VAN DE TWINTIGSTE EEUW KRENTENTUIN DG HOORN PUBLICATIERAPPORT 2016

Verslag afzonderlijke boekhouding verslagjaar artikel 43 lid 9 Elektriciteitswet artikel 32 lid 11 Gaswet

Nationale rekeningen 2004 Revisie 2001

Financieel verslag Stichting Waga Winschoten. Fin verslag Stichting Waga 2018.xlsx

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

Eigen vermogen Geplaats aandelenkapitaal Agioreserve Herwaarderingsreserve Wettelijke en statutaire reserves Ingehouden winst uit de voorgaande jaren

1 Balans per 31 december 2013 (ná verwerking voorstel resultaatbestemming) ACTIVA

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Advies van 4 september

Stichting Focus on Vision Foundation Krijtweg TT Oss. Jaarrekening 2016

WALDO STICHTING TE ODIJK. Jaarrekening januari 2015

Rapport inzake jaarstukken 2015 van Stichting Jazz NL Leusden

Persbericht Fluxys Belgium

10 Buitenlandse deelnemingen in de (geconsolideerde) jaarrekening

SynVest Fund Management B.V. Hogehilweg CA AMSTERDAM. Publicatiebalans 2014

CTOUCH Holding B.V. Het Schakelplein GR Eindhoven. Publicatierapport 2015

Jaarrekening 2014 Stichting Museum Drachten, Drachten

Regeling waardering en afschrijving activa 2016 Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR)

Nr CONSO CONCESSIES, OCTROOIEN, LICENTIES, KNOWHOW, MERKEN EN SOORTGELIJKE RECHTEN. Codes Boekjaar Vorig boekjaar

Stichting Educatief en Cultureel Centrum Maaslanden Zijpendaalstraat PS Nijmegen. Jaarrekening 2015

Stichting Dorpscentrum Lijtweg HA Oegstgeest. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015

BIJLAGE G: Icbe-beleggingsrestricties

Jaarverslag 2010 Rhodenborg Beleggingen I BV Houten

Balans per 31 december 2017 (na resultaatbestemming)

J A A R STUKKEN Energiek BV. Permar Energiek BV Ede

RAPPORT 1 Opdracht 4 2 Algemeen 4 3 Resultaat 5 4 Financiële positie 6

Transcriptie:

NL NL NL

EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.12.2010 COM(2010) 774 definitief Bijlage A/Hoofdstuk 06 BIJLAGE A bij het voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie NL NL

BIJLAGE A HOOFDSTUK 6: OVERIGE STROMEN 1. INLEIDING Overige stromen zijn mutaties in de waarde van activa en passiva die niet het gevolg zijn van transacties. Deze stromen zijn geen transacties omdat zij niet aan een of meer van de kenmerken van transacties voldoen. Zo kan het voorkomen dat de betrokken institutionele eenheden niet met wederzijdse instemming optreden, zoals bij een niet-gecompenseerde confiscatie. Of de mutatie kan het gevolg zijn van een natuurverschijnsel, zoals een aardbeving en niet van een economisch verschijnsel. Een ander voorbeeld is wanneer de waarde van actief in vreemde valuta verandert als gevolg van een wijziging in de wisselkoers. 2. OVERIGE MUTATIES IN ACTIVA EN PASSIVA 6.01 Definitie: Overige mutaties in activa en passiva zijn economische stromen die niet het gevolg zijn van in de kapitaalrekening en in de financiële rekening geregistreerde transacties, waardoor de waarde van activa en passiva verandert. De overige mutaties kunnen worden onderscheiden in volumemutaties in activa en passiva en nominale waarderingsverschillen. 2.1 Overige volumemutaties in activa en passiva (K.1 tot en met K.6) 6.02 In de kapitaalrekening kunnen geproduceerde en niet-geproduceerde activa een sector binnenkomen of verlaten als gevolg van de aankoop of verkoop van activa, het verbruik van of toevoegingen aan vaste activa, en onttrekkingen aan en normale verliezen op in voorraad gehouden goederen. In de financiële rekening verschijnen de meeste financiële activa en passiva in het systeem wanneer een debiteur jegens een crediteur een betalingsverplichting voor de toekomst aangaat en verdwijnen zij weer uit het systeem wanneer aan die verplichting is voldaan. 6.03 Bij de overige volumemutaties in activa en passiva gaat het onder meer om stromen waardoor activa en passiva op andere wijze dan via transacties in de rekeningen verschijnen of daaruit verdwijnen; dit betreft bijvoorbeeld de ontdekking, de uitputting en het kwaliteitsverlies van natuurlijke hulpbronnen. 6.04 Tot de overige volumemutaties in activa en passiva behoren ook mutaties door uitzonderlijke, onverwachte externe gebeurtenissen die niet economisch van aard zijn, en mutaties die uit een herclassificatie of herstructurering van institutionele eenheden of van activa en passiva voortvloeien. 6.05 De overige volumemutaties in activa en passiva vallen in zes categorieën uiteen: NL 2 NL

a) economisch ontstaan van activa (K.1); b) economisch verlies van niet-geproduceerde activa (K.2); c) verlies door rampen (K.3); d) niet-gecompenseerde confiscaties (K.4); e) overige volumemutaties, n.e.g. (K.5); en f) wijzigingen in classificatie (K.6). 2.1.1 Economisch ontstaan van activa (K.1) 6.06 Het economisch ontstaan van activa is de volumetoename van geproduceerde en nietgeproduceerde activa, die niet het gevolg is van productie. Hiertoe behoren: a) historische monumenten, bijvoorbeeld bouwwerken of locaties van bijzonder archeologisch, historisch of cultureel belang, op het moment dat hun waarde voor het eerst in de balans wordt onderkend; b) kostbaarheden als edelstenen, antiquiteiten en kunstobjecten op het moment dat de hoge waarde of artistieke betekenis van het niet eerder in de balans opgenomen object voor het eerst wordt onderkend; c) ontdekkingen van exploiteerbare minerale reserves, zoals aantoonbare reserves aan steenkool, aardolie, aardgas, ertsen en niet-metaalhoudende mineralen. Dit omvat ook de positieve herwaardering van reserves wanneer de exploitatie ervan als gevolg van technologische vooruitgang of relatieve prijswijzigingen economisch rendabel wordt; d) de natuurlijke aanwas van niet in cultuur gebrachte biologische hulpbronnen, zoals natuurlijke bossen en visbestanden, wanneer de aanwas van deze economische activa niet onder het rechtstreeks toezicht, de verantwoordelijkheid en het beheer van een institutionele eenheid valt en derhalve niet als productie wordt beschouwd; e) de overgang van andere natuurlijke hulpbronnen naar economische activa: natuurlijke hulpbronnen die van status veranderen en economische activa worden. Dit gebeurt onder meer bij de eerste exploitatie van oerwouden, bij de ontwikkeling van woeste gronden tot grond die voor economische doeleinden wordt gebruikt, bij landwinning en op het ogenblik dat voor gewonnen water tarieven in rekening worden gebracht. Natuurlijke hulpbronnen kunnen ook waarde krijgen door economische activiteiten in de omgeving, bijvoorbeeld wanneer grond als waardevol wordt beschouwd omdat in de nabijheid een project wordt ontwikkeld of een toegangsweg wordt gebouwd. De kosten van grondverbeteringen worden geregistreerd als bruto-investeringen in vaste activa, maar het verschil tussen de hogere waarde van de grond en de waarde van de grondverbeteringen wordt als economisch ontstaan geregistreerd; f) kwaliteitsveranderingen van natuurlijke hulpbronnen door veranderingen in het economisch gebruik ervan. Kwaliteitsveranderingen worden geregistreerd als NL 3 NL

volumemutaties. De hier geregistreerde kwaliteitsveranderingen vormen de pendant van veranderingen in economisch gebruik die als classificatiewijzigingen worden weergegeven (zie punt 6.21). Zo kan de herclassificatie van landbouwgrond als bebouwde grond tot een waardevermeerdering en tot een classificatiewijziging leiden. Er is in dit geval al sprake van een actief: het is de verandering van hoedanigheid door een ander economisch gebruik dat als ontstaan van een actief wordt beschouwd. Een ander voorbeeld is de toename van de waarde van melkvee wanneer dit eerder dan verwacht zal worden geslacht; g) ontstaan van waarde door de afsluiting resp. verlening van overdraagbare contracten, leases, licenties of vergunningen. De waarde van deze contracten, leases, licenties of vergunningen is een actief wanneer de waarde van het recht dat zij verlenen hoger is dan de te betalen vergoedingen en de houder deze door overdracht aan derden kan realiseren; en h) veranderingen in de waarde van goodwill en marketingactiva, die ontstaat wanneer institutionele eenheden worden verkocht tegen een prijs die hoger is dan hun eigen vermogen (zie punt 7.07); het verschil tussen de aankoopprijs en het eigen vermogen wordt aangeduid als aangekochte goodwill en marketingactiva. Goodwill die niet blijkt uit een aankoop/verkoop, wordt niet als een economisch actief beschouwd. 2.1.2 Economisch verlies van niet-geproduceerde activa (K.2) 6.07 Het economisch verlies van niet-geproduceerde niet-financiële activa omvat: a) uitputting van natuurlijke hulpbronnen, d.w.z. de vermindering van de waarde van minerale reserves en de uitputting van niet in cultuur gebrachte biologische hulpbronnen die tot de activa worden gerekend (zie punt 6.06e) als gevolg van het oogsten, het rooien van bossen of een niet-duurzame winning. Veel van de posten die hier mogelijk zijn, zijn het tegenovergestelde van die welke in de punten 6.06c tot en met 6.06f worden beschreven; b) overig economisch verlies van niet-geproduceerde activa, waartoe behoren: i) de afschrijving van de waarde van aangekochte goodwill en marketingactiva; en ii) het aflopen van de door overdraagbare contracten, leases, licenties en vergunningen verleende voordelen. 2.1.3. Verlies door rampen (K.3) 6.08 Verlies door rampen, dat wordt geregistreerd als overige volumemutatie, is het gevolg van afzonderlijke en herkenbare grootschalige gebeurtenissen waarbij economische activa worden verwoest. 6.09 Tot dergelijke gebeurtenissen worden gerekend grote aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, vloedgolven, uitzonderlijk zware orkanen, droogte en andere natuurrampen, oorlogshandelingen, ongeregeldheden en andere politieke NL 4 NL

gebeurtenissen, en milieurampen zoals grote giflozingen of het vrijkomen van radioactiviteit. Voorbeelden hiervan zijn: a) verslechtering van de bodemkwaliteit door abnormaal grote overstromingen of door stormschade; b) vernietiging van in cultuur gebrachte activa door droogte of ziektes; c) verwoesting van gebouwen, werktuigen of kostbaarheden door bosbranden of aardbevingen; en d) niet-voorzienbare vernietiging van chartaal geld of van schuldbewijzen aan toonder als gevolg van natuurrampen of politieke gebeurtenissen, of vernietiging van eigendomsbewijzen. 2.1.4. Niet-gecompenseerde confiscaties (K.4) 6.10 Niet-gecompenseerde confiscaties vinden plaats wanneer de overheid of andere institutionele eenheden beslag leggen op de activa van andere institutionele eenheden, met inbegrip van niet-ingezeten eenheden, zonder volledige compensatie en om andere redenen dan als betaling voor belastingen, boetes of soortgelijke heffingen. De confiscatie van eigendom in verband met criminele activiteiten wordt als boete beschouwd. Het niet-gecompenseerde deel van dergelijke eenzijdige confiscaties wordt geregistreerd als overige volumemutatie. 6.11 Gedwongen verkopen en terugnemingen van activa door crediteuren worden niet als niet-gecompenseerde confiscaties geregistreerd omdat in de overeenkomst tussen de partijen al dan niet expliciet in deze rechtsmogelijkheid is voorzien. 2.1.5. Overige volumemutaties, n.e.g. (K.5) 6.12 Bij overige volumemutaties, n.e.g. gaat het om de gevolgen die onverwachte gebeurtenissen kunnen hebben op de economische waarde van activa. 6.13 Voorbeelden van overige volumemutaties van niet-financiële activa, n.e.g. zijn: a) onvoorziene veroudering. Tot de veronderstellingen die worden gebruikt om het verbruik van vaste activa af te leiden, behoort niet de onvoorziene veroudering van vaste activa. Het is dus mogelijk dat het voor normale veroudering opgenomen bedrag de werkelijke waardevermindering onvoldoende weergeeft. Daarom moet worden voorzien in registratie van waardevermindering van vaste activa als gevolg van, bijvoorbeeld, de invoering van verbeterde technologieën; b) verschillen tussen de in het verbruik van vaste activa ingecalculeerde normale schade en het werkelijke verlies. Het verbruik van vaste activa omvat geen onvoorziene schade en het is mogelijk dat het op grond van de verwachte normale schade geschatte bedrag lager of hoger is dan de werkelijke schade. In dat geval moeten correcties worden toegepast voor de onvoorziene waardevermindering of -vermeerdering van de vaste activa. Het verlies waarvoor in dit verband wordt gecorrigeerd, is te gering om als verlies door rampen te worden beschouwd; NL 5 NL

c) kwaliteitsvermindering van vaste activa waarmee geen rekening is gehouden bij het verbruik van vaste activa. Dit omvat de waardevermindering van vaste activa door, bijvoorbeeld, de onvoorziene gevolgen van verzuurde lucht en zure regen voor gebouwen of carrosserieën van voertuigen; d) voortijdig opgeven van productiefaciliteiten (vóór het einde van de economische levensduur of zelfs voordat ze economisch in gebruik zijn genomen); e) uitzonderlijke voorraadverliezen (bv. door brandschade, diefstal, aantasting van graanvoorraden door insecten) die niet als verlies door rampen worden beschouwd. 6.14 Voorbeelden van overige volumemutaties van financiële activa en passiva, n.e.g., zijn: a) incidentele verliezen van chartaal geld of van schuldbewijzen aan toonder (bv. door brand of diefstal) die niet als verlies door rampen worden beschouwd, en uit omloop genomen chartaal geld dat niet meer kan worden ingewisseld, exclusief bedragen die ten gevolge van een classificatiewijziging niet meer als chartaal geld maar als kostbaarheden worden beschouwd; b) veranderingen in vorderingen ten gevolge van een afschrijving. Deze blijven in de financiële rekening buiten beschouwing omdat hierover geen overeenstemming tussen de partijen bestaat. Een crediteur kan met name besluiten dat een vordering oninbaar is, bijvoorbeeld bij een faillissement of liquidatie, en deze uit zijn balans verwijderen. Wanneer de crediteur erkent dat de vordering oninbaar is, wordt dit als een overige volumemutatie van activa geregistreerd. Dat betekent dat ook het overeenkomstige passief uit de balans van de debiteur moet worden verwijderd, zodat de rekeningen van de gehele economie sluitend zijn. Van dit algemene beginsel wordt afgeweken bij aan de overheid verschuldigde belastingen en sociale premies (zie punt 6.15d); c) veranderingen in levensverzekerings-, lijfrente- en pensioenrechten als gevolg van veranderingen in demografische veronderstellingen; d) voorzieningen voor claims in het kader van standaardgarantieregelingen wanneer de verwachte claims groter zijn dan de verwachte ontvangen en geïnde bedragen. 6.15 Overige volumemutaties, n.e.g. omvatten niet: a) veranderingen in vorderingen ten gevolge van een waardevermindering om de werkelijke marktwaarde van verhandelbare vorderingen weer te geven: deze zijn opgenomen in de rekening voor nominale waarderingsverschillen; b) het afschrijven van een schuld in onderling overleg tussen crediteur en debiteur (kwijtschelding): dit wordt geregistreerd als een transactie tussen crediteur en debiteur (zie punt 4.165f); c) niet-erkenning van een schuld: met het eenzijdig niet-erkennen van een financieel passief door een debiteur wordt geen rekening gehouden; NL 6 NL

d) aan de overheid verschuldigde belastingen en sociale premies waarvan de overheid eenzijdig erkent dat ze waarschijnlijk niet zullen worden geïnd (zie de punten 1.57, 4.27 en 4.82). 2.1.6 Wijzigingen in classificaties (K.6) 6.16 De wijzigingen in classificatie omvatten wijzigingen in sectorclassificatie en structuur van de institutionele eenheden en wijzigingen in de classificatie van activa en passiva. 2.1.6.1 Wijzigingen in sectorclassificatie en structuur (K.61) 6.17 Wanneer een institutionele eenheid in een andere sector wordt geclassificeerd, wordt haar volledige balans naar die andere sector overgeboekt; wanneer bijvoorbeeld een institutionele eenheid in de sector huishoudens financieel gescheiden wordt van haar eigenaar, is het mogelijk dat zij als quasivennootschap kan worden aangemerkt en moet worden overgeboekt naar de sector niet-financiële vennootschappen. 6.18 Bij wijzigingen in sectorclassificatie wordt de volledige balans van een sector of subsector naar een andere sector of subsector overgeboekt. Die overboeking kan resulteren in een consolidatie of deconsolidatie van activa en passiva, die ook in deze rubriek wordt opgenomen. 6.19 Bij wijzigingen in de structuur van institutionele eenheden ontstaan en verdwijnen bepaalde financiële activa en passiva ten gevolge van deze herstructurering. Wanneer een onderneming als onafhankelijke rechtspersoon verdwijnt, omdat zij wordt overgenomen door een of meer andere ondernemingen, verdwijnen alle financiële activa en passiva, met inbegrip van aandelen en overige deelnemingen, die bestonden tussen die onderneming en de overnemende onderneming(en) uit het systeem. De verwerving van aandelen en overige deelnemingen door een onderneming in het kader van een fusie wordt echter als een financiële transactie tussen de verwerver en de vroegere eigenaren geregistreerd. De vervanging van bestaande aandelen door aandelen in de verwervende of een nieuwe onderneming wordt geregistreerd als aflossing van bestaande aandelen en de uitgifte van nieuwe aandelen. Financiële activa en passiva die bestonden tussen de overgenomen onderneming en derden, blijven onveranderd en gaan over naar de overnemende onderneming. 6.20 Financiële activa en passiva die ontstaan wanneer een onderneming juridisch wordt gesplitst in twee of meer institutionele eenheden, worden eveneens geboekt als wijzigingen in sectorclassificatie en structuur. 2.1.6.2 Wijzigingen in de classificatie van activa en passiva (K.62) 6.21 Wijzigingen in de classificatie van activa en passiva doen zich voor wanneer activa en passiva in de beginbalans onder een andere rubriek zijn opgenomen dan in de eindbalans. Voorbeelden zijn wijzigingen in de bestemming van grond of gebouwen, zoals de bestemming van een woning tot bedrijfsgebouw en omgekeerd. In het geval van grond worden beide boekingen een negatieve voor de oorspronkelijke categorie en een positieve voor de nieuwe met dezelfde waarde opgenomen. Verandering in de waarde van grond als gevolg van een wijziging in bestemming wordt geregistreerd als een volumemutatie en niet als een waarderingsverschil en NL 7 NL

vandaar als het economisch ontstaan van activa dan wel als het economisch verlies van niet-geproduceerde activa. 6.22 Monetair goud dat in de vorm van ongemunt goud wordt bewaard, kan niet door middel van een financiële transactie worden geboekt of afgeboekt, maar verschijnt of verdwijnt via een overige volumemutatie in activa in resp. uit het systeem. 6.23 Bij ongemunt goud doet zich een bijzonder geval van wijziging in de classificatie voor. Ongemunt goud kan een financieel actief monetair goud genoemd of een kostbaarheid niet-monetair goud genoemd zijn, afhankelijk van de houder en de reden waarom het goud wordt gehouden. Monetisatie is de wijziging in de classificatie van ongemunt goud van niet-monetair naar monetair. Demonetisatie is de wijziging in de classificatie van ongemunt goud van monetair naar niet-monetair. 6.24 Verrichtingen met betrekking tot ongemunt goud worden als volgt geregistreerd: a) wanneer een monetaire autoriteit ongemunt goud uit haar reserves verkoopt aan een niet-ingezeten institutionele eenheid die geen monetaire autoriteit is of aan een ingezeten institutionele eenheid, wordt een transactie in niet-monetair goud geregistreerd. Bij de wijziging in de classificatie van ongemunt goud van monetair naar niet-monetair vindt de demonetisatie onmiddellijk voor de transactie plaats; de demonetisatie wordt als overige volumemutatie van de activa van de monetaire autoriteit geregistreerd; b) wanneer een monetaire autoriteit van een niet-ingezeten of ingezeten institutionele eenheid ongemunt goud koopt voor haar reserves en dat goud niet al een reserveactief is, wordt een transactie in niet-monetair goud geregistreerd. Bij de wijziging in de classificatie van ongemunt goud van niet-monetair naar monetair vindt de monetisatie onmiddellijk na de transactie plaats; de monetisatie wordt als overige volumemutatie van de activa van de monetaire autoriteit geregistreerd; c) wanneer koper en verkoper monetaire autoriteiten van verschillende economieën zijn die allebei het ongemunte goud in hun reserves houden, is er sprake van een transactie in ongemunt goud, die in de financiële rekening wordt geregistreerd; d) in andere gevallen is ongemunt goud steeds niet-monetair en worden transacties in niet-monetair goud geregistreerd. Bovengenoemde gevallen met betrekking tot monetaire autoriteiten gelden ook voor internationale financiële organisaties. 6.25 Wijzigingen in de classificatie van activa en passiva omvatten niet de conversie van schuldbewijzen in aandelen, die als twee financiële transacties wordt geregistreerd. 2.2 Nominale waarderingsverschillen (K.7) 6.26 In de rekening voor nominale waarderingsverschillen worden de nominale waarderingsverschillen voor eigenaars van activa en passiva gedurende de verslagperiode geregistreerd die het resultaat zijn van veranderingen in het prijsniveau en de prijsstructuur van die activa en passiva. De nominale NL 8 NL

waarderingsverschillen (K.7) omvatten neutrale waarderingsverschillen (K.71) en reële waarderingsverschillen (K.72). 6.27 Definitie: Nominale waarderingsverschillen (K.7) op een actief zijn de waardevermeerderingen of verminderingen van dat actief voor de economische eigenaar als gevolg van prijsverhogingen of verlagingen. Bij een passief komen de nominale waarderingsverschillen overeen met de mate waarin de waarde van het passief als gevolg van prijsverlagingen of prijsverhogingen is afgenomen resp. toegenomen. 6.28 Positieve waarderingsverschillen zijn het gevolg van een waardevermeerdering van een actief of een waardevermindering van een passief. Negatieve waarderingsverschillen zijn het gevolg van een waardevermindering van een actief of een waardevermeerdering van een passief. 6.29 De in de rekening voor nominale waarderingsverschillen opgenomen waarderingsverschillen betreffen zowel activa als passiva; zij worden ook geregistreerd wanneer ze niet worden gerealiseerd. Een waarderingsverschil wordt geacht te zijn gerealiseerd wanneer het betreffende actief wordt verkocht, geruild, verbruikt of op andere wijze afgestoten, of wanneer het passief wordt terugbetaald. Een niet-gerealiseerd waarderingsverschil ontstaat derhalve bij een actief dat aan het eind van de verslagperiode nog in het bezit van de betrokken eenheid is of een passief dat op dat moment nog uitstaat. Onder een gerealiseerd waarderingsverschil wordt gewoonlijk verstaan het waarderingsverschil over de gehele periode dat de eenheid het actief in eigendom had of dat het passief uitstond, of deze periode nu samenvalt met de verslagperiode of niet. Omdat waarderingsverschillen op batenbasis worden geregistreerd, komt het onderscheid tussen gerealiseerde en nietgerealiseerde waarderingsverschillen niet tot uiting in de classificaties en rekeningen, hoewel dat voor bepaalde doeleinden wel nuttig zou zijn. 6.30 Waarderingsverschillen komen voor bij alle soorten niet-financiële activa en bij alle soorten financiële activa en passiva. Waarderingsverschillen op voorraden van allerlei goederen bij producenten, met inbegrip van onderhanden werk, zijn derhalve inbegrepen. 6.31 Nominale waarderingsverschillen zijn niet alleen mogelijk bij activa of passiva die in de begin- en/of eindbalans voorkomen, maar ook bij activa of passiva die tijdens de verslagperiode slechts enige tijd in de balans waren opgenomen. Het nominale waarderingsverschil voor de eigenaar van een bepaald actief of passief, of van een bepaalde hoeveelheid van een specifiek soort actief of passief, tussen twee tijdstippen wordt bepaald als de actuele waarde van het betreffende actief of passief op het latere tijdstip minus de actuele waarde van het betreffende actief of passief op het eerdere tijdstip, ervan uitgaande dat het actief of passief zelf intussen kwalitatief noch kwantitatief verandert. 6.32 Het nominale waarderingsverschil (W) op een bepaalde hoeveelheid h van een actief tussen de tijdstippen o en t kan als volgt worden uitgedrukt: W = (p t - p o ) h, 6.33 waarbij p o en p t de prijzen van het actief op respectievelijk de tijdstippen o en t zijn. Voor financiële activa en passiva met een vaste nominale waarde in de nationale NL 9 NL

valuta zijn p o en p t per definitie gelijk en is het nominale waarderingsverschil altijd nul. 6.34 Om de nominale waarderingsverschillen te berekenen, dienen de aan- en verkopen van activa op dezelfde wijze te worden gewaardeerd als in de kapitaal- en de financiële rekening, terwijl de voorraden aan activa op dezelfde wijze moeten worden gewaardeerd als in de balans. In het geval van vaste activa is de waarde van een aankoop gelijk aan het bedrag dat de koper heeft betaald aan de producent of de verkoper, plus de overdrachtskosten in verband met de aankoop die ten laste van de koper komen. De verkoopwaarde van bestaande vaste activa is gelijk aan het bedrag dat de verkoper van de koper ontvangt, minus de overdrachtskosten die ten laste van de verkoper komen. 6.35 Een uitzondering op de in punt 6.34 beschreven situatie doet zich voor wanneer de betaalde prijs afwijkt van de marktwaarde van het actief. In dat geval wordt een kapitaaloverdracht toegerekend voor het verschil tussen de betaalde prijs en de marktwaarde en wordt de aankoop tegen marktwaarde geregistreerd. Dit doet zich met name voor bij transacties waarbij niet-marktsectoren betrokken zijn. 6.36 Er zijn vier situaties die aanleiding geven tot nominale waarderingsverschillen: a) een actief dat in de gehele verslagperiode aanwezig was: het nominale waarderingsverschil gedurende de verslagperiode is gelijk aan de waarde in de eindbalans minus de waarde in de beginbalans, minus eventueel verbruik van vaste activa in de verslagperiode. Deze waarden zijn de geraamde waarden van het actief als dat zou worden verworven op het moment dat de balansen worden opgemaakt. Het nominale waarderingsverschil wordt niet gerealiseerd; b) een actief dat in de beginbalans is opgenomen en tijdens de verslagperiode wordt verkocht: het nominale waarderingsverschil is gelijk aan de waarde bij de verkoop minus de waarde in de beginbalans minus eventueel verbruik van vaste activa in de verslagperiode tot het moment van verkoop. Het nominale waarderingsverschil wordt gerealiseerd; c) een actief dat tijdens de verslagperiode wordt aangeschaft en in de eindbalans is opgenomen: het nominale waarderingsverschil is gelijk aan de waarde op de eindbalans minus de waarde bij aankoop minus eventueel verbruik van vaste activa in de verslagperiode. Het nominale waarderingsverschil wordt niet gerealiseerd; en d) een actief dat tijdens de verslagperiode wordt verworven en verkocht: het nominale waarderingsverschil is gelijk aan de waarde bij verkoop minus de waarde bij aankoop minus eventueel verbruik van vaste activa dat in de verslagperiode tussen de aankoop en de verkoop plaatsvindt. Het nominale waarderingsverschil wordt gerealiseerd. 6.37 Nominale waarderingsverschillen betreffen zowel activa als passiva en worden ook geregistreerd wanneer ze niet worden gerealiseerd. Zij worden opgenomen in de rekening voor nominale waarderingsverschillen van de verschillende sectoren, de gehele economie en het buitenland. NL 10 NL

2.2.1 Neutrale waarderingsverschillen (K.71) 6.38 Definitie: Een neutraal waarderingsverschil (K.71) op een actief of een passief is de waarde van het waarderingsverschil dat ontstaat als de prijs van het actief of passief in de loop van de tijd in dezelfde mate verandert als het algemene prijspeil. 6.39 Neutrale waarderingsverschillen worden vastgesteld teneinde de afleiding van reële waarderingsverschillen mogelijk te maken; laatstgenoemde waarderingsverschillen beïnvloeden de (her)verdeling van de werkelijke koopkracht over de verschillende sectoren. 6.40 Stel het algemene prijsindexcijfer is r. Dan is het neutrale waarderingsverschil (NW) op een bepaalde hoeveelheid h van een actief tussen de tijdstippen o en t: NW = p o h (r t /r o 1), waarbij p o h de actuele waarde van het actief is op tijdstip o, en r t /r o de factor waarmee het algemene prijsindexcijfer tussen de tijdstippen o en t is veranderd. Voor alle activa en passiva geldt dezelfde r t /r o. 6.41 Voor de berekening van neutrale waarderingsverschillen wordt gebruikgemaakt van het prijsindexcijfer van de finale bestedingen. 6.42 Neutrale waarderingsverschillen worden geregistreerd in de rekening voor neutrale waarderingsverschillen, een subrekening van de rekening voor nominale waarderingsverschillen, van de verschillende sectoren, de gehele economie en het buitenland. 2.2.2 Reële waarderingsverschillen (K.72) 6.43 Definitie: Een reëel waarderingsverschil (K.72) op een actief of een passief is het verschil tussen het nominale en het neutrale waarderingsverschil op dat actief. 6.44 Het reële waarderingsverschil (RW) op een bepaalde hoeveelheid h van een actief tussen de tijdstippen o en t wordt uitgedrukt als: RW = W NW of RW = (p t /p o r t /r o ) p o h. 6.45 De waarde van reële waarderingsverschillen op activa en passiva hangt dus af van de prijsontwikkeling van deze activa en passiva gedurende de betrokken periode ten opzichte van de gemiddelde ontwikkeling van andere prijzen, zoals gemeten met behulp van het algemene prijsindexcijfer. 6.46 Reële waarderingsverschillen worden geregistreerd in de rekening voor reële waarderingsverschillen, een subrekening van de rekening voor nominale waarderingsverschillen. NL 11 NL

2.2.3 Waarderingsverschillen per type financieel actief of passief Monetair goud en bijzondere trekkingsrechten (SDR's) (AF.1) 6.47 Aangezien de prijs van monetair goud gewoonlijk in US-dollars wordt genoteerd, is de waarde van monetair goud niet alleen onderhevig aan nominale waarderingsverschillen door veranderingen in de goudprijs, maar ook aan die door veranderingen van de wisselkoers. 6.48 Daar de SDR's een valutamand vertegenwoordigen, varieert de waarde ervan in nationale valuta en variëren dus ook de waarderingsverschillen in overeenstemming met de wisselkoersen van de valuta's in de mand ten opzichte van de nationale valuta. Chartaal geld en deposito's (AF.2) 6.49 De nominale waarde van chartaal geld en deposito's die in nationale valuta luiden, blijft in de loop van de tijd gelijk. De "prijs" van dergelijke activa verandert niet, terwijl de hoeveelheid wordt bepaald door het aantal eenheden van de valuta waarin zij luiden. De nominale waarderingsverschillen voor dergelijke activa zijn altijd nul. Het verschil in waarde tussen de begin- en de eindstand van deze activa komt daarom, afgezien van overige volumemutaties, volledig overeen met de waarde van de transacties in deze activa. Dit is een van de zeldzame gevallen waarin de transacties gewoonlijk kunnen worden afgeleid uit de mutatie van de balanscijfers. 6.50 De ontvangen rente op deposito's wordt in de financiële rekening geregistreerd alsof zij op hetzelfde tijdstip weer in deposito's wordt belegd. 6.51 Bij vreemde valuta en deposito's in andere valuta zullen zich nominale waarderingsverschillen voordoen als gevolg van veranderingen van de wisselkoersen. 6.52 Om de neutrale en reële waarderingsverschillen op activa met een vaste nominale waarde te kunnen berekenen, is behalve gegevens over het tijdstip en de waarde van de transacties ook de waarde in de begin- en de eindbalans nodig. Stel bijvoorbeeld dat een deposito binnen dezelfde verslagperiode wordt ingelegd en opgenomen terwijl het algemene prijspeil stijgt. Het neutrale waarderingsverschil op het deposito is dan positief en het reële waarderingsverschil negatief, waarbij de omvang van de verschillen afhankelijk is van de looptijd van het deposito en van het inflatietempo. Het is onmogelijk om dergelijke negatieve reële waarderingsverschillen vast te stellen zonder informatie over de waarde van de transacties tijdens de verslagperiode en over de tijdstippen waarop deze werden verricht. 6.53 In het algemeen kan men stellen dat wanneer de totale absolute waarde van de positieve en negatieve transacties groot is in verhouding tot de waarde volgens de begin- en eindbalans, benaderende ramingen van de neutrale en reële waarderingsverschillen op financiële activa en passiva met een vaste nominale waarde op basis van de balansgegevens alleen doorgaans niet erg bevredigend zijn. Zelfs een brutoregistratie van de waarde van financiële transacties d.w.z. het registreren van de ingelegde en opgenomen deposito's afzonderlijk in plaats van het saldo van de inleggingen en opnames kan ontoereikend zijn indien informatie over de looptijd van de deposito's ontbreekt. NL 12 NL

Schuldbewijzen (AF.3) 6.54 Wanneer langlopende schuldbewijzen, zoals obligaties, worden uitgegeven met agio of disagio en ook in het geval van "deep-discounted"- en "zero-coupon"-obligaties is het verschil tussen de prijs van uitgifte en de nominale of aflossingswaarde na afloop van de looptijd onderdeel van de rente die de emittent over de looptijd van het schuldbewijs moet betalen. Deze rente wordt geregistreerd als inkomen uit vermogen, te betalen door de emittent van het schuldbewijs en te ontvangen door de houder ervan, naast eventuele werkelijk door de emittent betaalde couponrente op bepaalde tijdstippen tijdens de looptijd van het schuldbewijs. 6.55 De opgebouwde rente wordt in de financiële rekening geregistreerd alsof zij op hetzelfde tijdstip weer door de houder van het schuldbewijs in het schuldbewijs wordt belegd. Zij wordt derhalve in de financiële rekening geregistreerd als de verwerving van een actief dat aan het bestaande actief wordt toegevoegd. De geleidelijke toename van de marktwaarde van een langlopend schuldbewijs ten gevolge van het cumuleren van opgebouwde en opnieuw belegde rente weerspiegelt derhalve een toename van de uitstaande hoofdsom d.w.z. van de omvang van het actief. In wezen gaat het om een kwantitatieve of volumestijging en niet om een prijsstijging. Er ontstaan geen waarderingsverschillen voor de houder of de emittent van het langlopende schuldbewijs. Naarmate de looptijd verstrijkt, verandert de "kwaliteit" van het schuldbewijs en het is van essentieel belang in te zien dat waardestijgingen als gevolg van de accumulatie van opgebouwde rente geen prijsveranderingen zijn en niet leiden tot waarderingsverschillen. 6.56 De prijzen van vastrentende langlopende schuldbewijzen veranderen echter ook wanneer de marktrente verandert. Deze prijsmutaties zijn tegengesteld aan de rentebewegingen. De gevolgen van een rentewijziging voor de prijs van een langlopend schuldbewijs is geringer naarmate de resterende looptijd van het schuldbewijs korter is. Veranderingen in de prijs van langlopende schuldbewijzen als gevolg van veranderingen in de marktrente zijn prijs- en geen volumemutaties. Hierdoor ontstaan derhalve nominale waarderingsverschillen voor zowel de emittenten als de houders van de schuldbewijzen. Een rentestijging leidt tot een positief nominaal waarderingsverschil voor de emittent van het schuldbewijs en een even groot negatief nominaal waarderingsverschil voor de houder ervan. Bij een rentedaling geldt het omgekeerde. 6.57 Bij niet-vastrentende schuldbewijzen zijn de couponbetalingen of de aflossingen van de hoofdsom gekoppeld aan een algemeen prijsindexcijfer voor goederen en diensten (zoals het indexcijfer van de consumptieprijzen), aan een rentevoet (zoals de Euribor, de Libor of het rendement van een obligatie) of aan de prijs van activa. Wanneer de bedragen van de couponbetalingen en/of de uitstaande hoofdsom zijn gekoppeld aan een algemeen of breed prijsindexcijfer, wordt een wijziging van de waarde van de uitstaande hoofdsom tussen begin en eind van een bepaalde verslagperiode als gevolg van de ontwikkeling van het indexcijfer beschouwd als in die periode opgebouwde rente, naast de verschuldigde rente voor diezelfde periode. Wanneer de bedragen die op de vervaldag moeten worden betaald mede zijn geïndexeerd om van een waarderingsverschil te profiteren, gewoonlijk bij indexering op basis van één nauwkeurig omschreven artikel, is er, wanneer de ontwikkeling van NL 13 NL

het onderliggende indexcijfer anders verloopt dan verwacht, sprake van waarderingsverschillen die normaliter niet tijdens de looptijd van het instrument worden geneutraliseerd. 6.58 Bij kortlopende schuldbewijzen kunnen de nominale waarderingsverschillen op dezelfde wijze toenemen als bij langlopende schuldbewijzen. Door de veel kortere looptijd zijn de waarderingsverschillen door rentebewegingen doorgaans echter ook veel kleiner dan bij langlopende schuldbewijzen met dezelfde nominale waarde. Leningen (AF.4) 6.59 Wat geldt voor chartaal geld en deposito's, geldt ook voor leningen die niet worden verhandeld. Als een bestaande lening echter aan een andere institutionele eenheid wordt verkocht, wordt de afschrijving van de lening, die overeenkomt met het verschil tussen de aflossingsprijs en de transactieprijs, op het moment van de transactie in de rekening voor nominale waarderingsverschillen van de verkoper en de koper geregistreerd. Deelnemingen en aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen (AF.5) 6.60 Door de uitgifte van bonusaandelen nemen het aantal aandelen en de nominale waarde van het uitstaande aandelenkapitaal toe; de marktwaarde op zich van alle aandelen samen verandert hierdoor echter niet. Hetzelfde geldt voor stockdividend: een evenredige verdeling van extra aandelen van een onderneming onder de houders van het gewone aandelenkapitaal. Bonusaandelen en stockdividend worden niet in de rekeningen opgenomen. Omdat dergelijke emissies bedoeld zijn om de liquiditeit van de aandelen op de markt te verhogen, kan daardoor de totale marktwaarde van de uitgegeven aandelen toenemen; dergelijke veranderingen worden geregistreerd als nominale waarderingsverschillen. Verzekerings-, pensioen- en standaardgarantieregelingen (AF.6) 6.61 Wanneer de reserves en rechten in verband met verzekerings-, pensioen- en standaardgarantieregelingen in nationale valuta luiden, zijn er net als bij chartaal geld, deposito's en leningen geen nominale waarderingsverschillen. Bij de activa die financiële instellingen gebruiken om aan hun betalingsverplichtingen te voldoen, kunnen waarderingsverschillen optreden. 6.62 De verplichtingen aan polishouders en begunstigden veranderen als gevolg van transacties, overige volumemutaties en waarderingsverschillen. Waarderingsverschillen zijn het gevolg van veranderingen van belangrijke modelaannamen bij actuariële berekeningen. Deze aannamen betreffen het discontopercentage, het loontarief en het inflatietempo. Financiële derivaten en aandelenopties voor werknemers (AF.7) 6.63 De waarde van financiële derivaten kan variëren naar gelang van veranderingen in de waarde of in de volatiliteit van de prijs van het onderliggende instrument, dan wel naarmate het moment van uitvoering of de vervaldatum nadert. Al die waardeveranderingen bij financiële derivaten en aandelenopties voor werknemers moeten als prijsverschillen worden beschouwd en worden als waarderingsverschil geregistreerd. NL 14 NL

Handelskredieten en transitorische posten (AF.8) 6.64 Wat geldt voor binnenlands chartaal geld en binnenlandse deposito's en leningen, geldt ook voor handelskredieten en transitorische posten die niet worden verhandeld. Als een bestaand handelskrediet echter aan een andere institutionele eenheid wordt verkocht, wordt het verschil tussen de aflossingsprijs en de transactieprijs op het moment van de transactie als waarderingsverschil geregistreerd. Daar een handelskrediet echter meestal een korte looptijd heeft, kan de verkoop ervan de totstandkoming van een nieuw financieel instrument meebrengen. Activa in vreemde valuta 6.65 De waarde van activa en passiva in vreemde valuta wordt vastgesteld op basis van de marktwaarde in vreemde valuta, tegen de actuele wisselkoers omgerekend in nationale valuta. Zowel uit veranderingen in de prijs van de activa als uit die van de wisselkoers kunnen derhalve nominale waarderingsverschillen voortvloeien. De totale waarde van de in de loop van de verslagperiode ontstane nominale waarderingsverschillen wordt berekend door de waarde van de transacties en overige volumemutaties af te trekken van het verschil tussen de waarde in de beginbalans en die in de eindbalans. Hiertoe worden de transacties in activa en passiva in vreemde valuta omgerekend in nationale valuta tegen de wisselkoers die op het moment van de transactie van kracht is, terwijl de waarde in de begin- en eindbalans wordt omgerekend tegen de wisselkoers op de datum waarop de balansen betrekking hebben. Dit betekent dat de totale waarde van de transacties als nettotoename saldo van aan- en verkopen, uitgedrukt in de vreemde valuta, in feite wordt omgerekend tegen een gewogen gemiddelde wisselkoers waarbij de gewichten gelijk zijn aan de waarde van de op verschillende tijdstippen uitgevoerde transacties. NL 15 NL