KIJK OP BRABANT WERKEN IN DE MAAKINDUSTRIE-XL ZET DE LUIKEN VERDER OPEN KOPPELING TUSSEN CHEMIE EN LANDBOUW BRABANT HEEFT VEEL TE BIEDEN

Vergelijkbare documenten
Speech van commissaris van de koningin Max van den Berg, Symposium LifeLines, Groningen (UMCG), 1 oktober 2012

Mantelzorg, waar ligt de grens?

Van verzorgingstaat naar participatiesamenleving? Over het potentieel van Nederland en de GGZ. Maarssen, 19 november 2013 Prof.dr.

Toespraak van commissaris van de koningin en SNNvoorzitter Max van den Berg, feestelijke start CCC2- programma, Groningen, 25 maart 2011

Toespraak commissaris van de Koning Max van den Berg, seminar 'Wetenschap middenin de samenleving', Groningen, 30 mei 2013

Presentatie Tranzo Zorgsalon 29 november 2012 Christine Kliphuis

Goede zorg van groot belang. Nederlanders staan open voor private investeringen

Topsectoren. Hoe & Waarom

Bedrijven willen elkaar opzoeken, overheden faciliteren

pggm.nl Mantelzorg en dementie in de beleving van PGGM&CO-leden

Voorzitter, een mooi politiek moment, de laatste algemene beschouwingen van dit College, de opmaat naar de begroting voor het verkiezingsjaar.

Op weg naar een zorgvuldige veehouderij in 2020 Ruimte voor initiatieven? Die moet je verdienen!

VERANDERING. GroenLinks Bergen op Zoom staat voor fundamentele keuzes bij de

Argumentenkaart Deeltijdwerken 3. Samenleving. Wat zijn de voor- en nadelen voor de samenleving als vrouwen meer gaan werken?

'Maak werk van Vrije tijd in Brabant'

Lesbrief Iedereen betaalt belasting

Allereerst wil ik de organisatoren van deze dag, de Stichting Lezen en Schrijven

Tijdbom onder arbeidsmarkt financiële dienstverlening

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

Waar een wil is, is een Weg!

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie

Cluster Agro en Food Regio Zwolle

De toekomst van consultancy

Dialoog Toekomst akkerbouwonderwijs _10 april 2019

OPEN. 21 punten voor Nijkerk in

Ik heb een vraag over: Voorwoord. Ik voel me thuis niet prettig, kan ik met iemand praten?

Conclusies enquête The Future Group. November 2015

Cao Metalektro: die deal doen we samen

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 24 september 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

klaar voor een nieuwe toekomst

Welvarend Westfriesland

Samen voor een sociale stad

Gelderland Arbeidswijs

Verslag participatiedebat deel 2. Het werknemersperspectief

UIT de arbeidsmarkt

Meer met minder. Waterschaarste en grotere vraag naar voedsel. Laan van Staalduinen, Algemeen directeur LEI. 6 juni 2012

Geplaatst in het Financieele Dagblad van zaterdag 19 februari Denk niet langer in termen van gemeente- en provinciegrenzen

Business Lounge: uw klant aan de bestuurstafel!

AgriFood Capital Monitor Belangrijkste feiten en cijfers

KWARTAALMONITOR APRIL Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

Inleiding regeerakkoord Vertrouwen in de toekomst

Meer succes met je website

Samenvatting Economie H.8 / H.3

Adinda Keizer - Copyright 2013 Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van Vindjeklant.nl worden gekopieerd of gebruikt in commerciële

Onderwijs. Huisvesting die kennis in beweging brengt

Innovatie Agro & Tuinbouw via digitalisering - schets van de problematiek

PESTLE. Gebruik van de tool Template Voorbeeld

Resultaten landbouwenquête. September 2013

Familie aan tafel. Een werkvorm voor individuele coaching of intervisie.

Meer kansen, meer banen. SW-bedrijven als banenmakelaar

Verkiezingsprogramma D66 Maastricht Samen Sterker

Helmond, stad van het doen. Programmabegroting gemeente Helmond HELMOND

Duurzaamheidsfabriek: nut en noodzaak vanuit sociaaleconomisch perspectief. Ton van der Wijst, 1 mei 2015

DE INDUSTRIE: MOTOR VAN VERNIEUWING. Drie acties voor een nieuw Kabinet. Manifest 2017

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie

KWARTAALMONITOR JULI Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

werk maken van een groene economie

Wensdenken en illusoire politiek

Duurzaamheidk. Denken en doen over groente Duurzaamheidkompas meting #12 Mei 2014

Flexibel werken én een hypotheek

Ouderen op de woningmarkt: feiten en cijfers

Q en A Ouderen. Solidariteit & gemeenschap

Lezing Reumafonds, 18 november Kim Putters Directeur Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP)

Plan van aanpak Het plan van aanpak voor dit project bestaat uit drie fasen:

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

S A M E N V A T T I N G

Ondernemersmanifest Provinciale Statenverkiezingen 2019

U schrijft ook dat wij Belgen bang zijn voor elkaar. Hoezo?

De groei voorbij. Jaap van Duijn september 2007

Participatiesamenleving: retoriek of realiteit?

De transitie van stad en platteland Een nieuwe koers

FINANCIELE ZEKERHEID. GfK September GfK 2015 Achmea Financiële Zekerheid september 2015

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie

Thema s die landelijk het afgelopen jaar belangrijk waren, en in 2013 blijven spelen zijn:

STICHTING VELDLEEUWERIK

Duurzaamheid in Amersfoort: kansen en inspiratie Het Amersfoorts Afwegingskader Duurzaamheid

Persoonlijk rapport van: Marieke Adesso 29 Mei

Jong zijn zonder zorgen. Dit is Leon. tijdenveranderen.be. PNA-9985 PRODUCTIE EN MEDIA verkiezingen 2014_148x105_16pag_VERSIE SPA.

CASE STUDY JOANKNECHT & VAN ZELST DENKT VOORUIT

Inspiratie voor Nieuwe Business Modellen

Maken dat natuur tegen een stootje kan Natuur combineren met

Leiden is een typische studentenstad en heeft dus veel kamerbewoners.

Werken in een andere sector of branche: iets voor u?

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

Medischwetenschappelijk. onderzoek. Algemene informatie voor de proefpersoon

Boeren hebben. oplossing! een. Meerjarenplan 2020 van ZLTO

Relaties. HDYO heeft meer informatie beschikbaar over de Ziekte van Huntington voor jongeren, ouders en professionals op onze website:

Zuivelperspectief 2030: samen duurzaam en economisch gezond. Toekomstvisie van de Nederlandse Zuivel Organisatie

Excellenties, Dames en heren,

Positieve verpleegkunde: op weg naar een bloeiende samenleving!

Personeelsvoorziening van de toekomst

Atlas van ZZP ers nieuw zelfstandig ondernemerschap in beeld

Vooruit naar de oorsprong

Hoe voeden we 9 mrd mensen optimaal: lokaal of mondiaal? Aalt Dijkhuizen MVO

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Leiderschap in Turbulente Tijden

solidariteit van jong met oud, of ook omgekeerd?

Transcriptie:

KIJK OP BRABANT

KIJK OP BRABANT WERKEN IN DE MAAKINDUSTRIE-XL TON WILTHAGEN ZET DE LUIKEN VERDER OPEN KIM SPINDER KOPPELING TUSSEN CHEMIE EN LANDBOUW RUDY RABBINGE BRABANT HEEFT VEEL TE BIEDEN KRIJN POPPE KENNIS SLEUTELROL IN TRANSITIE MARC POMP BELANG SOCIALE VERBONDENHEID JENNY GIERVELD 4 10 16 22 28 34

2 VERHALEN LATEN CIJFERS SPREKEN De Kijk op Brabant schetst een beeld van de huidige positie en performance van Brabant in Europees perspectief. Nuchtere cijfers en harde gegevens staan daarbij centraal; de Kijk op Brabant is data-gedreven. Zonder verhaal zijn cijfers echter sprakeloos. Dit boekje geeft, in aanvulling op alle cijfers, een meer kwalitatief beeld van trends en ontwikkelingen die in de Kijk op Brabant aan bod komen. Drie thema s worden uitgelicht: economische innovatie, vergroening van de agrofoodsector en verduurzaming van de sociale verhoudingen. Dit zijn thema s die niet voor niets prominent figureren in de Agenda van Brabant. Ze zijn van cruciaal belang voor de toekomst van onze regio. Via interviews met zes experts gaan we na hoe we de trends en ontwikkelingen op deze terreinen moeten duiden. Wat betekenen ze concreet voor Brabant en de Brabanders? Welke kansen en mogelijkheden bieden ze onze regio?

KIJK OP BRABANT 3 Kansen verzilveren Cijfers worden op verschillende manieren geïnterpreteerd en gewaardeerd. Iedere expert kijkt, afhankelijk van zijn of haar drijfveren, anders naar de toekomst van Brabant. Hoe verschillend de gesprekken en hoe uiteenlopend de kijkrichtingen echter ook zijn, er zijn ook duidelijke raakvlakken. Zo deed elke geïnterviewde een appèl op de veer - kracht van Brabant en de Brabanders. De huidige omstandigheden vragen om een resistente regio. Europa verkeert in economisch zwaar weer en ook aan Brabant gaat deze storm niet ongemerkt voorbij. Op de langere termijn staat de regio voor nog veel grotere uitdagingen: onze mondiale concurrentiepositie, demografische ontwikkelingen, grondstoffenschaarste, klimaatverandering, energiezekerheid, enzovoort. Dat mag niet leiden tot gepieker of gesomber; Brabant is een wereldeconomie met potentie. Het is in het licht van dit toekomstbeeld dat de experts oproepen de kansen te verzilveren die in de crisis besloten liggen en de uitdagingen te grijpen. Brabant wordt gezien als lichtend voorbeeld voor Nederland en Europa, vanwege het vermogen van partijen in de regio om slim te verbinden. Opvallend is dat de regionale schaal door alle experts als een nadrukkelijk voordeel wordt gezien. De regio lijkt voor steeds meer vraagstukken het 2020 oplossingsrijke schaalniveau. Dat wordt enerzijds versterkt doordat de Nederlandse verzorgingsstaat steeds meer taken en bevoegdheden decentraliseert. Zorg, arbeid, onderwijs, huisvesting en welzijn liggen steeds nadrukkelijker op het bordje van (samenwerkende) gemeenten en provincies. Anderzijds zet Europa in op het versterken van de regionale dimensie. Niet alleen via het Cohesiebeleid, maar ook in het Europese onderzoeks- en innovatiebeleid Horizon 2020 speelt de regio een steeds grote rol. Instrumenten als de Smart Specialisation Strategy slaan de brug tussen regio en innovatie. Het is de plaats waar veel samen komt en waar slimme verbindingen kunnen worden gesmeed tussen economische sectoren, tussen stad en land, tussen bestuur en burgers. Juist in crossovers en verbindingen tussen sectoren gebeurt het. Daar vindt daadwerkelijke economische, sociale en ecologische vernieuwing plaats. Ontmoeten, wederzijds verbinden, dat is waar het op aan komt. Veel verbindingen naar elkaar maken, daar komt innovatie vandaan. Daar ligt niet toe valligerwijs ook de kracht van Brabant. We moeten ons niet laten opsluiten in één werkelijkheid, maar de regio voldoende dynamisch en beweeglijk houden. En vooruit blijven kijken om ons goed op de komende decennia, op de toekomst, voor te bereiden. Omdat we weten dat we die toekomst hier in Brabant zelf samen zullen moeten maken. Dit is misschien wel het belangrijkste dat de zes experts ons willen meegeven: cijfers zijn belangrijk en veelzeggend, maar Brabanders in verbinding met hun (internationale) omgeving zijn met hun innovatiekracht en verbindend vermogen zelf de schrijvers van hun verhaal. Kijk mee! Wij wensen u veel inspiratie bij het lezen van de interviews en zijn benieuwd naar uw bijdrage aan de Kijk op Brabant.

4 WERKEN IN DE MAAK- INDUSTRIE-XL BEELD VAN EEN AUDIO VISUELE PERFORMANCE VAN COLLIDER OP HET 5000 M 2 PLAFOND VAN HET EVOLUON TIJDENS TEDxBRAINPORT 2012. HET GROOTSTE INDOOR-PROJECTIE PROJECT OOIT IN EUROPA GEMAAKT.

KIJK OP BRABANT 5 Ton Wilthagen De werkloosheid loopt in Brabant al zes jaar op en er gaapt een kloof tussen hightech-vacatures en werkloze doeners. Hoe denkt hoogleraar Ton Wilthagen, bekend van de Startersbeurs, over de toekomst van de Brabantse arbeidsmarkt?

6 maakindustrie- XL

KIJK OP BRABANT 7 CO-MAKERSHIP Hij is tegenwoordig overal, Ton Wilthagen. In de krant, op radio en televisie en bij regionale debatten. Voor een academicus is hij opvallend concreet in de oplossingen zoals de Startersbeurs die hij aandraagt voor knelpunten op de arbeidsmarkt. Maar toch: bij de vraag hoe hij zich de arbeidsmarkt in 2020 voorstelt, neemt hij ons eerst mee in een les over arbeidsgeschiedenis. Na de industriële revolutie gingen vakmensen ineens bij een bedrijf werken. Tot 1880 werkten Brabantse vakmensen niet in dienst van een ander. Een arbeidsovereenkomst sluiten, dat deed je alleen als je niet anders kon. Want dan ging iemand anders de hele week over jouw arbeid beschikken en vertellen wat je moest doen. Een vakman maakte en verkocht dingen zelf. En dat model keert nu weer terug. Collectieve denkfout Brabant gaat dus lijken op wat Brabant al eerder was, in een nieuwe vorm en op een hoger technologisch niveau, zo betoogt de hoogleraar. Het in dienst nemen van mensen zal een kort intermezzo blijken te zijn in de geschiedenis. Met de opkomst van de standaardproductie werd werken in loondienst de norm. Tegenwoordig groeit het aantal zelfstandige professionals juist weer snel. Vakmanschap en meesterschap krijgen opnieuw de waardering die ze verdienen. Wilthagen betreurt het dat de industrie zo verwaarloosd is in Brabant, dat de leerindustrie uit Waalwijk en de textielindustrie uit Tilburg is verdwenen. Hij wijt dat aan een collectieve denkfout, die hij ook terugvindt in de aardrijkskundeboeken van zijn dochter. We zouden als maatschappij evolueren van een primaire agrarische economie naar secundaire industriële economie en uit eindelijk naar een tertiaire diensteneconomie. We moeten de schoolboeken veranderen, want het klopt niet, zeker niet in Brabant! Bovendien weten we inmiddels dat een diensteneconomie laagproductief is. Volgens Wilthagen gaat de maatschappij van standaardproductie naar Prof.dr. Ton Wilthagen is hoogleraar institutionele en juridische aspecten van de arbeidsmarkt en directeur van ReflecT, Research Institute for Flexicurity, Labour Market Dynamics and Social Cohesion at Tilburg University. Wilthagen studeerde sociologie en promoveerde aan de Universiteit van Amsterdam op het proefschrift Het overheidstoezicht op de arbeidsomstandigheden. Tot zijn hoogleraarschap werkte hij als universitair hoofdonderzoeker bij het juridische Hugo Sinzheimer Instituut van de UvA en bij het Amsterdamse Instituut voor ArbeidsStudies. Verder was hij hoofd van een beleidsgericht onderzoeksprogramma aan de Organisatie voor Strategisch Arbeidsmarktonderzoek. Wilthagen richt zich in zijn onderzoek vooral op transitionele arbeidsmarkten, flexicurity, werkzekerheid, levensloop, risicomanagement en reguleringsvraagstukken. herwaardering van vakmanschap en meesterschap. En via open innovatie naar specialiseren. Ook daar helpt de geschiedenis ons een handje. Samen werken en elkaar opzoeken zit in de Brabantse genen. Het is wereldwijd een enorm voordeel als je begrijpt dat coöperatie en concurrentie geen verschillende zaken zijn. Integendeel: door coöperatie kun je beter concurreren. Daarbij ziet hij zowel samenwerking als concurrentie duidelijk over de landgrenzen heen gaan. De Nationale Bosatlas-grenzen kunnen we maar beter loslaten. Het type activiteiten in Brabant past bij Aken en Vlaanderen, meer dan bij de Randstad.

8 Samenwerken en elkaar opzoeken zit in de Brabantse genen. Het is wereldwijd een enorm voordeel als je begrijpt dat coöperatie en concurrentie elkaar versterken. Co-creatie in de keten Hoe ziet Brabant er dan uit in 2020? Wilthagen ziet ons allemaal werken in wat hij de maak industrie-xl noemt. De maaksector, creatieve sector, landbouw en hightech zijn geen gescheiden werelden meer. De MRI-scanner van Philips is beter dan die van de concurrent dankzij het goede design. Onze agrosector is dankzij IT en hightech-toepassingen wereldwijd leidend in teeltmethoden en zaadveredeling. De nieuwste Voice of Holland zullen we hier in Brabant niet gaan maken; dat doen ze in Amsterdam. Maar hier maken we precisieapparatuur en ontwikkelen we productiemethoden die voor de wereldmarkt interessant zijn. Co-makership is al de trend, het biedt grote voordelen als we de hele keten in de regio houden in plaats van de productie te outsourcen naar lageloonlanden. Een bedrijf als ASML maakt nog maar 25% zelf, de rest doen de afnemers er omheen. Samen zorgen we ervoor dat Brabant betere dingen kan maken. Kunnen alle Brabanders straks mee in die innovatieve

KIJK OP BRABANT 9 maakindustrie-xl of vallen er (nog) meer outsiders te betreuren dan we nu al hebben? Ons lage opleidingsniveau is de achilleshiel van onze economie, erkent Wilthagen. Als we mensen geen toegang geven tot opleidingen, dan krijgen we laagwaardige productiviteit. Daar winnen we de wereldwijde concurrentie niet mee. Ook al beseft hij dat een regionale overheid er niet over gaat, toch adviseert hij ook de provincie om te investeren in onderwijs. Het gemiddelde opleidings niveau van Brabant kan alleen omhoog als overheden, bedrijven en onderwijsinstellingen samen kiezen voor drie strategieën: het hoogwaardig opleiden van Brabanders van jongs af aan, het faciliteren van zij-instromers en het werven van talent uit het buitenland. Kansen in de regio Scholing zou voor iedereen toegankelijk moeten zijn, wel of geen contract. Het is belangrijk dat iedereen kan beschikken over faciliteiten voor scholing en ontwikkeling. Uiteindelijk is dat je belangrijkste zekerheid. Nu ligt scholing nog vast in CAO s. Je hebt alleen toegang, als je een arbeidscontract hebt. Wilthagen schetst opnieuw drie oplossingen. De eerste is het landelijk fiscaliseren van scholing: iedereen betaalt mee en iedereen heeft via een trekkingsrecht toegang tot de middelen. De tweede is het openstellen van CAO s voor anderswerkenden, zoals zzp-ers, waarmee ook het draagvlak van meebetalenden groter wordt. Zijn derde oplossing is interessant voor Brabant, want daarbij blazen werk - gevers en overheid samen de regionale opleidingsfondsen van weleer nieuw leven in (denk aan het Van der Willigenfonds van Philips) en worden ROC s omgeturnd tot bedrijfsscholen voor de hele regio. Je kunt niet technologisch innoveren als je niet ook sociaal innoveert. De nationale overheid treedt terug. Deels omdat Europa aan belang wint, deels omdat het Rijk regelingen wil afstoten vanuit financieel oogpunt. Het zwaartepunt komt te liggen bij regio s en provincies. De regio wordt steeds meer het niveau om zaken zoals arbeid en scholing gezamenlijk te regelen. Lessen van nu: de terugkeer van het ambacht Waar de werkloosheid in Nederland sterk oploopt, groeit de Duitse economie nog steeds door. Daar zijn verschillende oorzaken voor aan te wijzen, zoals sturend overheidsbeleid. Maar Duitsland heeft ook een echte ambachtscultuur. Om uit de crisis te komen, moet Nederland meer aandacht geven aan technisch werk en ambacht. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gaf opdracht aan de SER om een advies te schrijven over ondernemerschap in de ambachtseconomie. In juni 2013 verscheen het rapport Handmade in Holland: vakmanschap en ondernemerschap in de ambachtseconomie. De portee van het rapport is dat Nederland zich meer moet gaan interesseren voor het ambacht. De komende jaren ontstaan oplopende tekorten aan ambachtelijke vakmensen, mede door uitstroom vanwege de vergrijzing. Tegelijkertijd kiezen steeds minder jongeren voor een specialistische vakopleiding in ambacht of handwerk. Het is dus nodig om de ambachtssector nieuw leven in te blazen. Hoe? De SER doet meerdere aanbevelingen aan de rijksoverheid, waaronder een imagocampagne, een vaardigheidstoets op basisscholen en een meebekostiging van kleine ambachtsopleidingen. Een mooi ouderwets deeladvies betreft het invoeren van de meestertitel om hoogstaand vakmanschap te profileren. Brabantse werkgevers kunnen bijdragen aan de terugkeer van het ambacht in de regio door sterker in te zetten op re-shoring van maak activiteiten en mee te werken aan het gezamenlijk profileren van de Brabantse ambachtseconomie, door Wilthagen Maakindustrie-XL genoemd.

10 ZET DE LUIKEN VERDER OPEN IEDER JAAR STAAT HET STADSBEELD VAN EINDHOVEN GEDURENDE 8 DAGEN IN HET TEKEN VAN LICHTKUNST. HET GLOW FESTIVAL BIEDT EEN VOORUITBLIK OP DE INVLOED VAN LICHT IN DE OPENBARE RUIMTE.

KIJK OP BRABANT 11 Kim Spinder Ze predikt resultaatgericht werken, hekelt de Brabantse clubjescultuur en heeft uiteraard geen pensioenvoorziening. Innovator Kim Spinder noemt zich een piraat en heeft wel wat advies aan Brabantse overheden en ondernemers: Geef kansrijke plannen de ruimte. The future is now.

12 NIEUWE VORMEN VAN WERK- NEMERS IN 2020 Het is onmogelijk om na een ontmoeting met Kim Spinder gewoon door te gaan met wat je normaal denkt en doet. Je perspectief kantelen, daar houdt ze van. Zo ook bij ons gesprek. Ze laat ons onbedoeld wachten, want denkt dat wij verderop zitten en stelt zich enthousiast voor aan andere mensen. De meesten excuseren zich als ze hun vergissing opmerken en lopen snel verder. Zo niet Kim Spinder. Die vraagt juist door: waar zijn jullie over aan het praten?, wat direct tot een boeiend gesprek leidt. De verpersoonlijking van de netwerksamenleving, zo zou je Spinder kunnen betitelen. Als je haar naam intikt op Google, dan zie je haar zwaaien met een piratenvlag tijdens haar TED-talk, vurig pleiten voor een Skype-box in ieder kantoorgebouw en surfen op de golven van alle denkbare social media (de teller staat op zes). Niet verwonderlijk dus dat juist zij pleit voor sterke vernieuwing op de arbeidsmarkt. Mensen zullen de komende jaren sneller wisselen van functie en dat is maar goed ook. Onderzoek leert ons dat mensen na vijf jaar wel zijn uitgeleerd. Dan kan je dus beter iets anders gaan doen. Vernieuwing op de arbeidsmarkt Spinder voorziet vier nieuwe vormen van werk - nemers in 2020: een groep in vaste dienst die steeds hetzelfde werk doet; een groep in vaste dienst die meerdere opdrachten doet, binnen en buiten de organisatie; een groep die 2 tot 3 dagen in vaste dienst is en verder flexibel werkt en een groep die helemaal flexibel werkt. Ze realiseert zich dat dit een omslag in denken vergt. Neem niet de baan of functie, maar de individuele medewerker als uitgangspunt. Kijk samen naar kansen voor werk. In traditionele constructies raken mensen te snel van de arbeidsmarkt af, omdat we werk teveel opdelen in banen van 40 uur. Het geeft ook nieuw bloed en nieuwe ideeën aan een organisatie. Stagnatie en vergrijzing is alleen een probleem als je er vanuit gaat dat iedereen 40 uur voor

KIJK OP BRABANT 13 KIJK Drs. Kim Spinder is adviseur, expert in 2.0 communicatie en innovator op het gebied van resultaatgericht werken. Ze doceert Business Model Innovation aan de Hogeschool Rotterdam en is directeur van Kim Spinder BV. Ze is adviseur bij Pink Roccade en Difrax en bestuurder bij de Civil Servant 2.0 Foundation. Bedrijven en overheden, zoals het Ministerie van Binnenlandse Zaken, huren haar in om de organisatie eens stevig op te schudden. Spinder is grondlegger van het e-mailloos werken, de deelstoel en de Skypebox. Voorheen werkte ze in kennis- en communi catiefuncties bij de gemeente Amsterdam, het Open Innovation Festival, Deloitte en bij diverse overheidsorganisaties. één opdrachtgever werkt. Als je die tijd over drie organisaties verdeelt, verdwijnt het vergrijzingsprobleem. Wat haar betreft gaat de vernieuwing op de arbeidsmarkt uit van bedrijven, overheid en werknemers samen en nadrukkelijk buiten de vakbonden om. Vakbonden denken teveel in wij-zij. Als vakbonden, werkgevers en bedrijven hier nu eens constructief samen over nadenken. Hoe gaan we de crisis te lijf? Hoe betrekken we alle mensen erbij om wie het gaat? Brabant is de slimste regio, met veel kennisintensief werk. Oplossingen kunnen niet altijd voor iedereen hetzelfde zijn. Juist hier zou vernieuwing op de arbeidsmarkt moeten ontstaan. Wat haar betreft gaat de vernieuwing ook over pensioen en verzekeren. Ik heb niet eens een pensioen. Die pensioenpot is toch leeg als ik 67 ben. Werkers van nu regelen dat anders, onderling. SAMEN NAAR KANSEN VOOR WERK

14 Negen van de tien plannen mislukken, maar de tiende is wel een klapper. Je moet als regio besluiten: wij willen deze bedrijven, deze slimme mensen aantrekken. Kim Spinder vertrok na haar studie in Groningen naar Amsterdam. Daar ontwikkelde ze zich tot informatieen communicatieprofessional, voornamelijk bij de overheid. Ze maakte deel uit van de jonge digifiele generatie voor wie de verbinding tussen de online en offline wereld vanzelfsprekend is. In Amsterdam maakte ik veel gebruik van online klussendiensten: wie heeft er vanmiddag voor mij een bootje voor een zakenlunch? In Brabant komen dat soort diensten nog niet van de grond. Dat acht zij niet toevallig. Inmiddels woont Spinder in s-hertogenbosch. Het lukt haar niet goed om professioneel en sociaal aansluiting te vinden bij de Brabanders. Ik mis hier de laagdrempelige en hoogwaardige open ondernemersnetwerken. Ik hoor wel dat er allerlei informele Brabantse netwerken zijn, maar die zijn gesloten voor buitenstaanders. Hier is het meer

KIJK OP BRABANT 15 ons-kent-ons. Bijna uit arren moede is Spinder lid geworden van de Ledenraad van de Rabobank, omdat die vacature wel open en toegankelijk was. Het zou voor mij aantrekkelijk zijn als ik weet: dáár gebeurt veel. Uiteindelijk kom je daar wel achter, maar je moet er veel moeite voor doen. Amsterdam staat veel meer open voor nieuwe impulsen en mensen. Hier heerst een andere mentaliteit; wie is dat? Strategische boost Die gesloten mentaliteit staat Brabant in de weg bij het binden en boeien van mensen van buitenaf, zo betoogt ze. Voor een gezonde arbeidsmarkt moet Brabant de luiken opengooien en veel internationaler worden. Hoe? Begin met het tweetalig maken van het openbaar vervoer: de stations, de treinen, de bussen. En ook de wegwijzers naar de universiteit, de culturele centra en de overheidsgebouwen. Buitenlanders voelen zich dan meteen veel meer welkom. Chinees erbij zou nog leuker zijn. Ze pleit ook voor het actief aantrekken van start-ups, zoals dat in Duitsland en Engeland gebeurt. Geef een strategische boost aan wat je wilt laten groeien en wat je leuk en kansrijk vindt. Kijk naar wat het de regio concreet kan opleveren. Zoek en vergelijk best practices. Wat kan je leren van de keuze van Tesla voor Tilburg? Daarmee kan je de regio promoten. Negen van de tien plannen mislukken, maar de tiende is wel een klapper. Je moet als regio besluiten: wij willen deze bedrijven, deze slimme mensen aantrekken. Lessen van nu: is Brabant tolerant? Innovatie floreert bij een open en onderzoekende houding. De Amerikaanse econoom Richard Florida is van mening dat regio s die openstaan voor nieuwe mensen en die een levendig cultureel klimaat hebben, hoger scoren op innovatie en groei. Een sterke regionale economie en een goed vestigingsklimaat voor bedrijven draait om de drie T s: talent, technologie en tolerantie. Kenniswerkers wonen graag in een regio met veel openheid, cultuur en diversiteit. Onderzoekers van de Universiteit van Utrecht onderzochten of de theorie van Florida ook geldt voor Nederland. Uit dit onderzoek blijkt dat vooral de stellingen op het gebied van tolerantie opgaan voor de Nederlandse situatie. De analyse laat zien dat sociale factoren zoals openheid tegenover nieuwkomers en tolerantie ten opzichte van vrije en creatieve activiteiten van groot belang zijn voor de ruimtelijke spreiding van de creatieve (innovatieve) klasse in een regio. Wil Brabant standhouden als Europese topkennis- en innovatieregio, dan is het zaak om ook de informele netwerken open te gooien voor buitenstaanders, zoals Kim Spinder betoogt. Nu Spinder Brabant beter heeft leren kennen, groeit haar waardering voor het innovatief vermogen van de regio. Het combineren van verschillende sterke Brabantse sectoren werkt: food, agro, hightech, design. Dan heb je heel veel te bieden. Zorg dus dat die cross-overs ontstaan. Dat gaat niet vanzelf, daar moet je in investeren. Het succes van de toekomst hangt af van je keuzes nu, zo besluit ze. Als je maar blijft doen wat je doet, dan mis je de boot. The future is now.

16 Rudy Rabbinge Begin bij hem niet over biologische landbouw, want daar zal Brabant echt zijn geld niet mee verdienen. Rudy Rabbinge reist de wereld over om te adviseren over voedselproblematiek en agro. Zijn visie op de landbouw van de toekomst is helder, ook hier in Brabant: kies voor hoogwaardigheid en cross-overs.

KIJK OP BRABANT 17 KOPPELING TUSSEN CHEMIE EN LANDBOUW LANDBOUW EN CHEMIE VLOEIEN IN ELKAAR OVER. OOK BIJ DE HAS IN S-HERTOGENBOSCH IS DEZE TREND AL GOED TE ZIEN.

18 productieve landbouw Wie de Verenigde Naties adviseert over het wereldvoedselprobleem, heeft niet zoveel op met het groen idealisme. Rudy Rabbinge verwerpt wensdenken. Zoals dat van Balie-directeur Yoeri Albrecht, onlangs nog op de radio met zijn droom over bloeiende landschappen die in Nederland verdwenen zouden zijn door de landbouwindustrie. Grachtengordelpraat van iemand die nog geen kamerplant kan laten groeien, zo oordeelt de hoogleraar streng. Hij begrijpt het idealisme van biologisch telen en het daaraan ontleende geluk, maar waarschuwt als wetenschapper voor onterechte claims. Toch ontkent hij niet dat er problemen zijn. De intensieve veehouderij is in de huidige vorm niet houdbaar, zo erkent Rabbinge. Hij betoogt wel dat sector en overheid de problemen eerst volledig onder ogen moeten zien om ze vervolgens zo goed mogelijk op te lossen. Hij kan uit rijke ervaring putten. De mestproblematiek werd eerst ontkend in de jaren zeventig, daarna gebagatelliseerd, vervolgens gerelativeerd en daarna toen het echt niet anders kon kwamen er draconische maatregelen. Hij verwijst naar de Interimwet uit 1984,met een verregaande beperking voor varkensen pluimveehouderijen. Minister Gerrit Braks vroeg aan mij destijds: Rudy, waarom heb je me niet gewaarschuwd? Dat had ik wel. Maar het was niet een kwestie van early warning, maar van early listening. Je moet als overheid willen luisteren, dan kun je maatschappelijke problemen tijdig aanpakken.

KIJK OP BRABANT 19 AGRO EN HIGHTECH STEEDS MEER SAMEN Uitwassen voorkomen Een goed voorbeeld vindt hij de kalverenmesterij, die begin deze eeuw in het verdomhoekje terecht kwam door uitwassen met kistkalveren. De sector heeft de signalen vanuit de samenleving destijds goed opgepikt. De kalverenhouders gingen destijds gezamenlijk over naar een nieuw systeem van hoogwaardige productie, kwaliteitszorg, tracking & tracing en meer dierenwelzijn. Dat heeft alles met leiderschap te maken. De kalverenmesterij nam maatregelen in de hele keten. Alle actoren waren betrokken bij het nieuwe systeem. Wat betreft varkens, kippen en geiten, vindt hij dat de sector te lang gericht is geweest op kostenreductie. Ik heb dat vaak genoeg gezegd tegen de leiding van de varkenshouderij, maar het werd volstrekt ontkend. Problemen moet je niet negeren, maar vertalen naar een goede wijze van bedrijfsvoering. Belangrijk is de maatschappelijke wens dat het diervriendelijk is. Daar moet je aan tegemoet komen; dat is een kwestie van beschaving en dat moet je accepteren. Stikstof Rabbinge adviseert hetzelfde ten aanzien van de stikstofproblematiek, die vooral speelt in Oost-Brabant. Als je het verstandig aanpakt, dan kun je de problemen goed te lijf. Ondernemers moeten daarin het voortouw nemen, de overheid kan alleen de goede instrumenten aanreiken. Hij is niet positief over de PAS, de Programmatische Aanpak Stikstof. Dat is een enorme overregulatie. Wij hebben destijds een mineralenaangiftesysteem geïntroduceerd, MINAS, dat werkt als een belasting systeem. Wie teveel mineralen afvoert, moet betalen. Als je zorgt dat je mineralen op een goede manier recirculeert, betaal je minder. Je moet zorgen voor regels in samenspraak met de sector, die eenvoudig, handhaafbaar en toetsbaar zijn. Sancties kun je anders niet handhaven; je moet als overheid heel sober zijn. Zo n systeem heeft grote effecten en geeft een impuls aan vernieuwing in de sector. Prof.dr.ir. Rudy Rabbinge was lid van de Provinciale Staten in Gelderland en de Eerste Kamer en de Wetenschappelijke Raad voor het Regerings beleid (WRR). Hij is universiteitshoogleraar aan de Wageningen UR en is sinds november 2011 met emeritaat. Zijn onderzoeksgebied is duurzame ontwikkeling en voedsel zekerheid. Tot 2006 was hij decaan van de Wageningen Graduate Schools. Rabbinge adviseert onder meer de Verenigde Naties, het RIVM en het Planbureau voor de Leefomgeving. Tevens was hij lid van de Eerste Kamer met Landbouw, Innovatie, Financiën, Ontwikkelings samen werking en Milieu in zijn portefeuille. Inmiddels heeft hij meer dan 300 wetenschappelijke publicaties op zijn naam staan.

20 Kennisintensieve activiteiten leveren veel op. Een kilo tomatenzaad is twee keer zoveel waard als een kilo goud. Geen nostalgie, maar kennis Terugkijkend op de ontwikkeling van de landbouw in Nederland, concludeert Rabbinge dat de snelle ontwikkelingen in de sector ons veel welvaart hebben gebracht. In plaats van terug naar vroegerdenken, dat hij de pleitbezorgers van de biologische landbouw verwijt, gelooft hij zelf vooral in een kennisintensievere agro-industrie. Juist daardoor zal volgens hem ook ruimte ontstaan voor het in stand houden van cultuurhistorische en natuurhistorische waarden in belangrijke natuurgebieden. Intensieve en extensieve agro bestaan dan naast elkaar. Om dat op microniveau te illustreren: ik woon op de boerderij waar mijn grootouders 400 jaar geleden zijn begonnen. De straat heet naar mijn familie. Ik woon op Rabbinge 1, nu bezit van Drents Landschap. Daar zijn de cultuur- en natuurhistorische waarden van belang. Toeristen lopen over de zandpaden. Als de korenbloemen in bloei staan, roepen ze: Och, zo zou het overal moeten zijn. Godzijdank is het niet overal zo. Mijn buurman is melkveehouder en is net van 300.000 naar 1,3 miljoen liter melk gegaan in een zeer geavanceerd systeem: vrijwel geen medicijngebruik en geen emissie van ammoniak en broeikasgassen. Dáár ligt de toekomst. Hoogproductieve landbouw het hele scala van bloembollen tot voedsel en materialen acht Rabbinge het beste voor het milieu en voor de gezondheid. Evenals voor het inkomen van boeren: Een kilo tomatenzaad is twee keer zoveel waard als een kilo goud. De hoogleraar ziet vooral kansen in cross-overs. Binnen 20 jaar is er veel meer koppeling tussen de chemie en de landbouw. Hightech en biotech gaan samen. Van oorsprong bioloog, is hij enthousiast over de efficiënte eerste stap van fotosynthese in de biotech. We weten steeds meer van de chemische, fysische en fysio logische basisprocessen en kunnen deze beïnvloeden. Koppel je de mogelijkheden van hightech en biotech, dan liggen er heel veel mogelijkheden.

KIJK OP BRABANT 21 Lessen van nu: Brabantse landbouw innovatief? De roep om innovatie in de landbouw komt van vele kanten. Als tweede pijler onder de Brabantse economie is vernieuwing binnen de sector voor onze regio nog urgenter dan voor Nederland als geheel. Tegelijkertijd concludeert het provinciale bestuur, in navolging van het advies van de Commissie Van Doorn, dat Brabant in de toekomst minder zal moeten gaan produceren. Recent nog bepleitte Gedeputeerde Bert Pauli in het Brabants Dagblad dat Brabant met agro&food de slimste regio ter wereld moet durven zijn. Een efficiënte, hoogwaardige en innovatieve landbouw heeft in ogen van het provinciebestuur de toekomst, precies in lijn met het betoog van Rudy Rabbinge. Maar er is nog een lange weg te gaan. In het visiedocument Brabant Agrofood 2020 schetst Agro & Co een traditioneel beeld van de Brabantse landbouw. De boer zou niet naar de markt kijken, maar alleen of hij het beter doet dan de buurman. Een toekomstvisie ontbreekt en er wordt te weinig geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling van de sector, zeker in vergelijking met de R&D van de Brabantse industrie. Hoewel de sector de laatste jaren volop in beweging is (het visiedocument dateert van enkele jaren geleden), staat de belangrijkste aanbeveling nog recht overeind: Niet alleen binnen Brabant en de agrofood, maar ook in de aanpalende provincies en wellicht ook België en Duitsland en bij sectoren die raakvlakken hebben met food. Het activeren van zulke dwarsverbanden (cross-overs) wordt de komende jaren steeds bepalender voor de kwaliteit van onze innovaties en de waardecreatie die dat oplevert.

22 BRABANT HEEFT VEEL TE BIEDEN HET LANDSCHAP VAN BRABANT IS IN PERMANENTE ONTWIKKELING. DE VAN OUDSHER AANWEZIGE LANDBOUW KRIJGT GEZELSCHAP VAN NIEUWE VORMEN VAN ENERGIE-OPWEKKING.

KIJK OP BRABANT 23 Krijn Poppe Hij is onderzoeksmanager in Den Haag en Brussel en reist voor LEI Wageningen naar Saoedi-Arabië en Turkije om agrosystemen op te zetten. Krijn Poppe ziet grote kansen voor de voedsel- en kennisregio Brabant: Big Data geven ons de regie over kennis en processen. Dat levert welvaart op en werkgelegenheid.

24 GROEI mogelijkheden zijn er genoeg

KIJK OP BRABANT 25 PRACHTIG EXPORTPRODUCT Krijn Poppe combineert de grondigheid van een gammawetenschapper met het enthousiasme van een consultant. Wie met hem praat over de landbouw van de toekomst, krijgt eerst een gedegen analyse van de huidige situatie. Als je de toeleveranciers en de industrie optelt bij de primaire sector, kom je landelijk uit op circa 10% van de totale economie. Groeimogelijkheden zijn er genoeg. Wij zien de melkproductie met 20% stijgen in 5 jaar tijd. Brabant heeft een mooi gediversifieerd agri-palet van akkerbouw tot melkveehouderij en van glas - tuinbouw tot boomteelt. Voedselproductie hoort bij de regio. De Brabantse agrarische opleidingen, kennis, organisatie, systemen en processen zijn een prachtig exportproduct. Er zijn landen die er een moord voor zouden doen om dit in huis te hebben. Maar meteen legt Poppe ook de vinger op de zere plek. Het zijn de kippen, varkens en geiten die de laatste jaren problemen veroorzaken. En dat is niet verwonderlijk. Overal rond de Europese havens zie je intensieve veehouderij. De EU heeft dat onbewust gestimuleerd door de granen in Europa heel duur te maken en de graanvervangers soja, schroot, tapioca niet te belasten met invoerrechten. Dat is economisch niet logisch, want je kunt vlees vier keer goedkoper vervoeren dan graan. Het Gat van Rotterdam ontstond, net als het Gat van Cherbourg, le Havre, Bremen, Barcelona etcetera. Ook de Nederlandse overheid gaat niet vrijuit in het stimuleren van de bio-industrie. In de jaren 50 van de vorige eeuw heerste er armoede op de zandgronden. Voor de boeren was er niet genoeg werk, de Rotterdamse haven was ver weg. Emigreren was ook niet voor iedereen een optie. Landbouwministers als Mansholt en Lardinois stimuleerden de intensieve veehouderij. Drs. Krijn Poppe is onderzoeksmanager bij LEI Wageningen UR, een internationaal sociaaleconomisch onderzoeksinstituut. LEI adviseert overheden en bedrijven in binnen- en buitenland op het gebied van landbouw, beleid en bestuur. Het instituut heeft een begroting van 30 miljoen, waarvan er 20 miljoen uit Den Haag komt. Deels betreft het wettelijke taken, zoals data verzameling. Regeringen van landen zoals Saoedi-Arabië en Turkije vragen hulp aan LEI om landbouwinformatiesysteem op te zetten. Voorheen werkte Krijn Poppe onder meer voor het Ministerie van Landbouw/EZ en was secretaris van de European Association of Agricultural Economists.