Bewustwording energietransitie Onderzoek naar kennis en imago omtrent energietransitie



Vergelijkbare documenten
Bewustwording energietransitie

Iedereen is manager! Managerstitels voor alledaagse beroepen

de 6 belangrijkste misvattingen op de weg naar een 100% duurzame energievoorziening

Nederlands bedrijfsleven: maak faillissementsfraude snel openbaar

Invoering WIK een goede zet!

Slim werken = slim reizen = slim werkgeverschap Resultaten onderzoek onder werknemers

Aantrekkelijke campagne enthousiasmeert

Invoering WIK een goede zet!

Nederland en de Islam: onbegrepen en moeizaam

Consumentenonderzoek

Kinderen en Energie Hoe energiebewust zijn kinderen en tieners?

Windenergie in Noord. 5 e panelmeting stadsdeel Noord. Inleiding

Campagne Het Nieuwe Werken

De bekendheid van R-net in de Randstad

Wat wil jij dat er echt verandert? onderzoek naar verandering

Hoe kijkt de Nederlander tegen het aankomende klimaat- en energieakkoord aan? Nathalie Vermeij 2 mei 2018 H5285

De hel onder vuur. Resultaten opinieonderzoek onder christenen. april De hel onder vuur B14516 / april 2012 Pag. 1

Nederlands bedrijfsleven: maak faillissementsfraude snel openbaar

Lessenserie Energietransitie

Meer toezicht op de incassobranche noodzakelijk geacht

1 van :03

Onderzoek naar houding en kennis van Nederlandse burgers ten aanzien van schaliegas

Overzicht lessenserie Energietransitie. Lessen Energietransitie - Thema s en onderwerpen per les.

Opinieonderzoek Klimaatakkoord

Superpromoters van de Veilige Publieke Taak Hoe kunnen Superpromoters de VPT ondersteunen. voor MinBZK Veilige Publieke Taak B , april 2010

Energievoorziening : Publieksonderzoek Burgerprofielen CO 2 -reducerende opties

Attitude van Nederland, Zeeland en Borsele ten aanzien van verschillende energiebronnen. Energiemonitor 2010

Kernenergie. kernenergie01 (1 min, 22 sec)

Les Energie besparen LESSENSERIE ENERGIETRANSITIE. Werkblad

Creditmanagement Trendmeter 13

Energie. 1 Conclusies. Energiebesparing en duurzame energie in de Drechtsteden

Uw imago onder uw regionale belanghouders. Resultaten imago-onderzoek Elan Wonen

1 Nederland is nog altijd voor 92 procent afhankelijk van fossiele brandstoffen

28 november Onderzoek: Klimaattop Parijs

Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren

Basisles Energietransitie

Eindrapportage verantwoord lenen Onderzoek naar houding en gedrag consumenten

Elektrisch Rijden Monitor 2018

Monitor Energie 1-meting

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING

Verwachtingen over de warmte van de toekomst

Aantal tegenstanders kernenergie toegenomen

Beleving windmolens A1. Onderzoek Deventer Digipanel en inwoners Epse

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER,

Men gebruikt steeds meer windenergie in Nederland. Er wordt steeds meer windenergie gebruikt in Nederland.

Informatie over de deelnemers

HANS ONKENHOUT MARTIJN VAN DER VEEN AMSTERDAM, MEI 2013

Meting september 2013

Sociaal maatschappelijke impact van ondernemers in Nederland

Bewonerspanel. Windenergie. Oktoberpeiling eiling 2011

1. Hoe dringend vindt u het klimaatprobleem? Helemaal niet dringend, we 1% Er is helemaal geen klimaatprobleem. Weet niet / geen mening

Flitspeiling Klimaatakkoord op hoofdlijnen

Inzicht verkrijgen in de attitude van jongeren ten aanzien van de natuur.

Change. Hoe moet het morgen met de energievoorziening? Document. magazine

Intersteno Ghent Correspondence and summary reporting

Nationale Monitor Energietransitie. Blik op de toekomst: beleving van de Energietransitie onder Nederlanders

Onderzoek TNS NIPO naar thuiswinkelgedrag en de bekendheid van het Thuiswinkel Waarborg in Nederland

Wat verstaan we onder warmtehuishouding? Jo Cox Sponsor P2

Basisles Energietransitie

100% groene energie. uit eigen land

Verduurzaming van het energieverbruik in het MKB. Marise Pronk, Dorien Boer April 2018

Opvattingen over de figuur Zwarte Piet

Groep 8 - Les 4 Duurzaamheid

Stand van zaken op de energiemarkt

Rapportage. Keurmerk Klantgericht Verzekeren

VEA - Draagvlak windenergie

INLEIDING Bovendien vervuilen diezelfde energiebronnen onze planeet!

Auteur: Job van Eijk versie

Prof. Jos Uyttenhove. E21UKort

Peiling Kerntechnologie Maart 2015

Vooraleer de leerlingen de teksten lezen, worden de belangrijkste tekststructuren overlopen (LB 265).

Naam: Thijs. Groep: 6/7. School: St.Willibrordusschool

Jongeren en de natuur

Elektrische auto stoot evenveel CO 2 uit als gewone auto

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Groen? Het is te doen! Audit.Tax.Consulting.Financial Advisory.

MENSENRECHTEN & BEDRIJFSLEVEN. ICCO Onderzoek 2015

Volop Kansen in de energiemarkt

UTS REALISEERT 75% REDUCTIE IN 11 JAAR MEDE DOOR SLIMME LOGISTIEK UTS DUURZAAMHEIDSVERSLAG UTS op weg naar een circulaire & inclusieve economie

JEUGD WERKLOOSHEID 1-METING Onderzoek naar de perceptie van jeugdwerkloosheid onder jongeren in opdracht van het Ministerie VWS - Jeugd en Gezin

QURRENT OPINIE ONDERZOEK

Duurzame energie in de gemeente Ten Boer

Rapportage Kredietreclames op TV Onderzoek naar houding en gedrag consumenten

Vereenvoudiging model waardering stroomonderbrekingen

Rapport Kor-relatie- monitor

Rapportage. PR onderzoek - Press Affairs meewind.nl. Amsterdam, Standaard rapportage. Gesloten vragen

Marktonderzoek bundels Consumentenonderzoek naar de afname van gebundelde telecomdiensten. voor OPTA

Excerpt Gemeenteraad Rotterdam VITALE VERENIGINGEN 2017

Verduurzaming van het energieverbruik in het MKB Marise Pronk, Evelien Damhuis

Stand van zaken op de energiemarkt

ENERGIE ENQUÊTE VOORJAAR 2012

Energievoorziening : publieksonderzoek naar draagvlak voor verduurzaming van energie

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

Ouders over zwemveiligheid en zwemles

Werkblad Introductieles Eneco EnergieLab

De Energiezuinige Wijk - De opdracht

Les De productie van elektriciteit

Energie Energiebesparing en duurzame energie in Zwijndrecht

Resultaten en conclusies Israël onderzoek (uitgebreid)

Transcriptie:

Bewustwording energietransitie / pag. 1 Bewustwording energietransitie Onderzoek naar kennis en imago omtrent energietransitie voor GasTerra en Quintel B13126-2, oktober 2011

Copyright 2011 Blauw Research bv Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Blauw Research. Dit rapport is geleverd onder de leveringsvoorwaarden van de MOA. All rights are reserved. Nothing from this report may be copied, saved in an authorised data bank or be made public in any form, whether it be electronically, mechanically or through photocopies without prior consent from Blauw Research. This report has been created following MOA conditions. Bewustwording energietransitie / pag. 2

Voorwoord Voor u ligt het rapport van het onderzoek naar het kennisniveau van energietransitie, dat Blauw Research in opdracht van GasTerra en Quintel heeft uitgevoerd. Met veel plezier hebben wij aan dit onderzoek gewerkt. We willen alle betrokkenen van GasTerra en Quintel bedanken voor de prettige samenwerking. Rotterdam, oktober 2011 Project team: Pascal den Hartog, Senior Project Manager Kwalitatief Marco de Groot, Senior Project Manager Kwantitatief Tamara,Vijverberg Project Manager Kwalitatief Björn Terlouw, Project Manager Kwantitatief Blauw Research Weena 125 3013 CK Rotterdam Tel: 010-4000900 www.blauw.com Contactpersonen: Pascal den Hartog, pascal.denhartog@blauw.com Björn Terlouw, bjorn.terlouw@blauw.com Leeswijzer De indeling van de hoofdstukken van de rapportage is gebaseerd op de pijlers van het Energietransitiemodel (vraag, aanbod, kosten & beleid). Hieraan zijn de hoofdstukken kennisperceptie, energietransitie en stakeholders toegevoegd. Het onderzoek kent drie verschillende doelgroepen namelijk, de Nederlandse bevolking, studenten en scholieren. Wanneer in dit rapport gesproken wordt over de Nederlanders of over algemeen publiek dan wordt hiermee de Nederlandse bevolking bedoeld van 18 jaar en ouder. Onder studenten worden 19 en 20-jarigen aan het HBO of WO verstaan. De groep scholieren zijn 15 of 16-jarigen die middelbaar onderwijs volgen op VMBO, HAVO of VWO niveau. Wanneer resultaten verschillen tussen deze of andere (sub) groepen is dit in de grafieken visueel weergegeven. Een significante stijging is weergegeven met een groen kader, een daling met een rood kader. Alleen veranderingen waarvan met 95% zekerheid gezegd kan worden dat ze niet op toeval berusten, worden omkaderd. Voor dit onderzoek is tevens een spiegelonderzoek uitgevoerd. In het kader van dit spiegelonderzoek zijn betrokkenen bij Quintel gevraagd hun verwachtingen en wensen ten aanzien van enkele resultaten uit te spreken. In het rapport wordt deze input aangeven door middel van een pictogram (zie legenda). Legenda Ter verduidelijking van de onderzoeksresultaten worden in dit rapport belangrijke of opmerkelijke resultaten toegelicht aan de hand van pictogrammen. Een pictogram geeft aan op welk onderdeel van het model de resultaten betrekking hebben. Betekenis van de pictogrammen: Positieve bevinding Resultaat naar of boven verwachting Opvallend resultaat Citaat Aanvulling Blauw Research Resultaten scholieren en studenten Input van Quintel Voor het verkrijgen van inzicht in de kennis en het imago van energietransitie en energiebronnen is gebruik gemaakt van het zogenaamde A-I-A-P onderzoeksmodel (Awareness, Image, Attitude en Preference). A Betreft onderdeel van A-I-A-P model Bewustwording energietransitie / pag. 3

Bewustwording energietransitie / pag. 4 Inhoudsopgave 1 Kort & Krachtig 5 1.1 Achtergrond & onderzoeksdoelstelling 6 1.2 Conclusies 7 - Algemeen publiek, studenten en scholieren - Politiek, energiebranche en zakelijke gebruiker 1.3 Aanbevelingen 12 2 Kennisperceptie 13 2.1 Eigen inschatting en bron kennisniveau 14 2.2 Interesse en persoonlijk belang energie en energiebronnen 15 2.3 Belang energie in onderwijs 16 3 Aanbod 17 3.1 Top-of-mind en spontane bekendheid energiebronnen 18 3.2 Geholpen bekendheid energiebronnen 19 3.3 Bijdrage energiebronnen en gaswinning 20 3.4 Energiebron ruimte 21 3.4 Energiebron ruimte algemeen publiek 22 3.4 Energiebron ruimte scholieren 23 3.4 Energiebron ruimte studenten 24 3.5 Houding energiebronnen 25 3.6 Voorkeur energiebron 26 3.7 Negatieve voorkeur energiebron 27 4 Vraag 28 4.1 Energieverbruik sectoren 29 4.2 Energielabels 30 5 Kosten & beleid 31 5.1 Verwachting prijs energiebronnen 32 5.2 Stellingen energie en milieu 33 5.3 Energiedoelstellingen Europa 34 6 Energietransitie 35 6.1 Geholpen bekendheid energietransitie 36 6.2 Aspecten energietransitie 37 6.3 Attitude, noodzaak en rollen energietransitie 38 6.4 Superpromoter 39 6.5 Energie Transitie Model 40 6.6 Geholpen bekendheid GasTerra 41 7Profiel 42 7.1 Profiel 43 8 De politiek en energietransitie 44 8.1 De discussie 45 8.2 Het energieprobleem 46 8.3 De oplossingen 47 8.4 Taakverdeling 48 8.4 Taakverdeling 49 8.4 Taakverdeling 50 8.5 Het energietransitiemodel 51 9 Energiebedrijven en zakelijke gebruiker 9.1 Inleiding 53 9.2 Bedrijfsleven 54 9.2 Bedrijfsleven 55 9.3 Energieleveranciers 56 9.4 Netwerkbedrijven 57 9.5 Het Energietransitiemodel 58 Bijlage Verantwoording kwantitatieve onderzoek 59 Bijlage Verantwoording kwalitatief onderzoek stakeholdersgroepen 60

Hoofdstuk I: Kort & Krachtig Bewustwording energietransitie / pag. 5

Bewustwording energietransitie / pag. 6 1 Kort & Krachtig 1.1 Achtergrond & onderzoeksdoelstelling De wijze waarop Nederland in haar energievoorziening voorziet, zal de komende jaren drastisch moeten veranderen. De fossiele brandstoffen worden steeds schaarser, maar de vraag naar energie zal naar verwachting blijft stijgen. Dit zal zeker niet zonder gevolgen blijven voor de samenleving. In de maatschappij bestaan echter grote groepen waarbij kennis over het belang van deze aankomende veranderingen ontbreekt. Hierdoor is er veel onduidelijk over de mogelijkheden en potentiële gevolgen van eventueel beleid. Strategiebureau Quintel heeft zich samen met haar partner GasTerra tot doel gesteld om de kennis van het energiesysteem binnen de Nederlandse samenleving te verhogen. Om de haalbaarheid hiervan meetbaar te maken is een onderzoek uitgevoerd met de volgende doelstelling: Inzicht verkrijgen in de (ontwikkeling van) het kennisniveau dat de doelgroepen hebben van energie (transitie) en de beelden die men daarbij heeft (imago). Hiervoor zijn eerst groepsdiscussies gehouden om een eerste inschatting te maken van het kennisniveau en input te genereren voor de vragenlijst welke later is voorgelegd aan het algemene publiek, de studenten en scholieren. Als aanvulling op en verrijking van het kwantitatieve onderzoek zijn diepte interviews gehouden met politici en (energie) bedrijven.

Algemeen publiek, studenten en scholieren Bewustwording energietransitie / pag. 7

Nederland erkent de noodzaak van energietransitie maar ontbeert gefundeerde kennis over het energievraagstuk wat leidt tot een zwart wit beeld. Meerderheid Nederlanders ziet noodzaak energietransitie in. De interesse in en het belang van kennis over energie (bronnen) overtreft de verwachtingen. Eén derde van de Nederlanders geeft aan geïnteresseerd te zijn in energie (bronnen). Eenzelfde aandeel ziet persoonlijk nut in van kennis over energie(bronnen). Dit resultaat mag bemoedigend genoemd worden. Naast dat Nederlanders kennis over energie(bronnen) belangrijk vinden, zien zij ook de noodzaak in van het overgaan naar meer duurzame energiebronnen en slimme energietechnieken. Negen op de tien Nederlanders vinden dat er meer gebruik gemaakt moet worden van duurzame energiebronnen. Omdat Nederlanders verwachten dat de prijzen van de fossiele energiebronnen aanzienlijk harder stijgen dan de duurzame bronnen, leidt deze overstap in hun ogen tevens tot een kostenbesparing. Nederlanders staan voornamelijk positief ten aanzien van energietransitie. Ondanks deze positieve houding, ziet men energietransitie voornamelijk als toekomstmuziek. Ze brengen het begrip het meest in verband met de toekomst, economie en de wetenschap. Het associëren van energietransitie met wetenschap kan erop wijzen dat men deze techniek nog niet klaar vindt voor de praktijk. Eigen kennis sterk overschat. Twee derde van de Nederlanders geeft aan minimaal aardig mee te kunnen praten over energie en energiebronnen. Vooral studenten verwachten veel van zichzelf als het aankomt op kennis over energie. Scholieren zijn hierover wat meer bescheiden. Wanneer de Nederlanders, studenten en scholieren echter worden getoetst op hun kennis ten aanzien van energie en energiebronnen dan blijkt de kennis veelal oppervlakkig te zijn. Zo kent men redelijk veel energiebronnen van naam, maar lukt het slechts één op de acht om de verschillende energiebronnen correct te typeren als fossiel of duurzaam. Ook wordt de huidige bijdrage van de verschillende bronnen aan het Nederlandse energieverbruik faliekant verkeerd ingeschat. De duurzame energiebronnen blijken in de praktijk veel minder bij te dragen dan de Nederlanders denken. Ook de bijdrage van kernenergie wordt sterk overschat. Verder bestaat het idee dat huishoudens vergeleken met andere sectoren de minste hoeveelheid energie vragen. In werkelijkheid gebruiken huishoudens na de industrie en transport de meeste energie in Nederland. De onbekendheid met de eigen vraag naar energie blijkt ook wanneer geïnformeerd wordt naar het energielabel van de eigen woning of auto. Slechts een klein deel geeft aan te weten welk energielabel er aan hun woning of auto kleeft. kan men moeilijk inschatten welke maatregel van de eigen woning de grootste bijdrage aan het milieu levert. 1 Kort & Krachtig 1.2 Conclusies Het Europees milieubeleid is voor de meesten vaag of onbekend. Bewustwording energietransitie / pag. 8

Bewustwording energietransitie / pag. 9 Nederland erkent de noodzaak van energietransitie maar ontbeert gefundeerde kennis over het energievraagstuk wat leidt tot een zwart wit beeld. Studenten hebben de meeste kennis van energie (bronnen), scholieren het minst. Wanneer de drie groepen van het onderzoek (algemeen publiek, studenten en scholieren) met elkaar worden vergeleken kan worden vastgesteld dat de studenten het best presteren qua kennis van energie en energiebronnen. De Nederlanders bezetten hierbij de middenmoot en de scholieren tonen de minste kennis. Er bestaat een groter draagvlak voor onderwijs op het gebied van energie dan verwacht. Daarbij lijkt het devies je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen, aangezien de meerderheid vindt het basisonderwijs het beste moment om te starten met onderwijs over energie. In het huidige onderwijs wordt aan het thema echter veel vaker aandacht gegeven dan werd voorspeld. Beeld van energiebronnen erg zwart-wit. De duurzame energiebronnen worden weinig onderscheidend gevonden van elkaar, maar wel zeer verschillend van de fossiele energiebrandstoffen. Er bestaat een duidelijke tegenstelling tussen duurzame energiebronnen en fossiele energiebronnen. Binnen de laatst genoemde groep ziet men weinig onderscheidt tussen aardolie en aardgas. Deze bronnen worden over het algemeen gezien als gevaarlijk, vervuilend en afhankelijk van het buitenland. De meest positieve houding heeft men ten opzichte van duurzame energiebronnen. Deze bronnen krijgen de meeste voorkeur, waarbij zonne-energie het meest populair is. Ondanks dat fossiele energiebronnen weinig voorkeur genieten, geniet aardgas de minst negatieve voorkeur van de fossiele bronnen en staat men negatiever tegenover kernenergie. Energietransitie en het Energietransitiemodel nog onbekende begrippen in Nederland. Eén op de vijf Nederlanders geeft aan minimaal van naam bekend te zijn met energietransitie. Ook hier blijkt sprake te zijn van het danig overschatten van de eigen kennis. Want wanneer vervolgens wordt gevraagd welke omschrijving het begrip energietransitie het beste weergeeft, blijkt de bekendheid te dalen naar 7%. De studenten doen het hierbij beter dan het algemeen publiek. Ook het Energietransitiemodel is nog erg onbekend in Nederland. Ongeveer één op de tien geeft aan de naam van het model te herkennen. Ook hier lijkt sprake van voornamelijk gepercipieerde bekendheid. Nederland lijkt een afwachtende en gelaten houding te hebben ten aanzien van het energievraagstuk. Uit de groepsdiscussies welke voorafgingen aan het kwantitatieve onderzoek bleek al dat een gelaten en afwachtende houding bestaat over een oplossing voor het energievraagstuk. Het lijkt erop dat Nederlanders als gevolg van deze houding de verantwoordelijkheid van een mogelijke oplossing, energietransitie, niet bij één partij willen leggen. Ze zien voor iedereen een rol weggelegd in energietransitie. Een gedeelde verantwoordelijkheid leidt er echter vaak toe dat niemand de verantwoordelijkheid oppakt en dat de partijen elkaar aan blijven kijken. 1 Kort & Krachtig 1.2 Conclusies

Bewustwording energietransitie / pag. 10 Politiek, energiebranche en zakelijke gebruiker Stereotype tweedeling omtrent duurzame energie en energietransitie in Nederlands politiek landschap. De energiebranche wordt geacht zijn verantwoordelijkheid te nemen in een complex umfeld. De zakelijke energiegebruiker weegt kosten af tegen duurzaamheid.

Politiek, de energiebranche en de zakelijke energiegebruiker en hun verschillende invalshoeken met betrekking tot energietransitie 1 Kort & Krachtig 1.2 Conclusies Stereotype tweedeling omtrent duurzame energie en energietransitie in Nederlands politiek landschap. Er is een duidelijke polarisatie tussen links/midden en rechts in de Nederlandse politiek en aanverwante organisaties waar het gaat om energie- en milieu-issues. Zo ook waar het gaat om het energieprobleem en de oplossingen voor de toekomst. Links/midden ziet twee duidelijke energiegerelateerde problemen ten aanzien van de toekomst: ten eerste het schaarser worden van fossiele brandstoffen en tweede klimaatverandering. De oplossing moet uiteindelijk worden gezocht in duurzame energie. De burger en het bedrijfsleven dienen volgens links/midden gestimuleerd worden om gebruik te maken van duurzame energie. Kernenergie is geen optie. Gas wordt gezien als de energiebron in de transitiefase. Links/midden dicht de centrale overheid een grote regulerende taak toe bij het stimuleren van duurzame energie. Rechts ziet de noodzaak van energietransitie in, maar om een andere reden: het is niet wenselijk om afhankelijk te zijn van landen en regio s waar fossiele brandstoffen worden gewonnen, zoals het Midden- Oosten en Rusland. Rechts ziet een andere oplossing: kernenergie. Duurzame energie wordt geassocieerd met subsidies en dat is een grote drempel voor rechts. Vanuit deze politieke hoek dient bemoeienis van de overheid minimaal te zijn. Het is een kwestie van vraag en aanbod. Met andere woorden: marktwerking. Het Energietransitiemodel wordt, door zowel de politici en politiek beleidsmedewerkers die het model kennen als de personen die het niet kennen, gezien als een tool om het bewustzijn te vergroten onder stakeholders die directe betrokkenheid hebben met energiebeleid. Het ECN geldt als kennisinstantie voor energietransitie. De energiebranche wordt geacht zijn verantwoordelijkheid te nemen in een complex umfeld. Energieleveranciers spelen een grote rol in het duurzame energie debat. Zij zijn verantwoordelijk voor de opwek en aankoop ervan. Het is moeilijk voor hen om positie te kiezen omdat zij met verschillende belangen te maken hebben. Ten eerste wordt van energieleveranciers verwacht dat zij het voortouw nemen wat betreft het opwekken van duurzame energie en het stimuleren van decentrale energieopwek. Ten tweede hebben zij te maken met een klant die nog altijd kostengericht is (met name de zakelijke markt) en duurzame energie is vooralsnog duur. Ten derde kent decentrale energieopwek twee kanten: het is duurzaam, maar kan ook ten koste gaan van de eigen omzet. De netwerkbedrijven zijn positie aan het kiezen in de slimme energie discussie. Hun rol wordt in de toekomst groter omdat veel, van bijvoorbeeld decentrale energieopwek, afhangt van de capaciteit van het netwerk. Vanuit het netwerkbedrijf wordt geopperd dat de krachten en kennis van alle relevante en betrokken partijen gebundeld moet worden. Het aangaan van de dialoog waarbij er ook begrip is voor elkaars standpunten is nu een vereiste. Vanuit die positie kan er beleid worden gemaakt om de eindklant te stimuleren gebruik te maken van duurzame energie. De energiebedrijven zien het Energietransitiemodel met name als tool om het bewustzijn te vergroten en betrokken doelgroepen aan het denken te zetten over toekomstig energiegebruik. De energiebedrijven kijken op dezelfde wijze naar het model als de politieke doelgroep. De zakelijke energiegebruiker weegt kosten af tegen duurzaamheid. Bij de zakelijke energiegebruikers uit het onderzoek behoort de inkoop van duurzame energie(nog) niet tot de duurzaamheiddoelstellingen. Een semi overheidsinstelling, als een ziekenhuis, daargelaten. Kostenbesparing gaat over het algemeen nog boven het gebruik van duurzame energie. De mogelijkheden van duurzame energie worden echter wel bekeken. Niet zozeer vanuit het oogpunt van duurzaamheid, maar vanuit de behoefte om de kosten te reduceren. Zo kan decentrale energieopwek interessant zijn voor grote energieverbruikers en voor organisaties waar veel warmte wordt gebruikt. Het zelf opwekken van energie wordt verbonden aan een kleinere afhankelijkheid van energiebedrijven. Onderwerpen als de problematiek rondom energiebronnen, energie en de toekomst en energietransitie bekijken de zakelijke gebruikers met een burgerblik. Hun meningen komen overeen met de meningen uit het burgeronderzoek. Men is bijvoorbeeld vanuit persoonlijke overtuiging voor of tegen kernenergie. Men is niet bekend met het Energietransitiemodel. Het wordt gezien als een model voor de politiek en energiebranche. Bewustwording energietransitie / pag. 11

Bewustwording energietransitie / pag. 12 Welke inzet van energie levert het meest duurzame rendement? 1 Kort & Krachtig 1.3 Aanbevelingen Binnen de Nederlandse bevolking bestaat duidelijk draagvlak voor energietransitie. Tevens ziet men duidelijk het nut in van onderwijs over het thema energie. De kennis over het energiesysteem en energietransitie is echter van dermate laag niveau dat dit het gedrag van mensen om actief te vragen naar energietransitie op korte termijn niet zal beïnvloeden. Op andere plaatsen binnen de samenleving is men veel verder. De politiek heeft het energievraagstuk inmiddels een vaste plaats op de agenda gegeven en energiebedrijven zetten hun tanden erin. Daarnaast zien de politiek en energiebedrijven, net als de consument, de nut en noodzaak in van energietransitie. Zij hebben een hoger kennisniveau met betrekking tot het energievraagstuk. Het draagvlak voor energietransitie en onderwijs hierover verdient zeker invulling. Op het gebied van onderwijs zullen de ambities moeten liggen op het wegnemen van de verkeerde beelden welke bestaan op het gebied van energie(bronnen) en het aanreiken van de juiste handvatten aan de jeugd om toekomstige gefundeerde beslissingen te nemen. Hier kan het Energietransitiemodel een nuttige rol spelen. Op het gebied van de verhoging van de bewustwording omtrent energietransitie bij het huidige algemene publiek dient te worden afgevraagd of dit leidt tot de gewenste verandering. Ons inziens is het verstandiger om de pijlen te richten op de politiek en energiebedrijven. Hierbij dient het Energietransitiemodel door deze beoogde gebruikers niet enkel te worden gezien als een bewustwordingstool (ter bevordering van discussie) maar ook als een model waarop strategische beslissingen kunnen worden genomen en beleid op kan worden gebaseerd. Om dit doel te bereiken is samenwerking met een instituut als het ECN in onze ogen aan te bevelen.

Hoofdstuk II: Kennisperceptie Bewustwording energietransitie / pag. 13

Tweederde van de Nederlanders beweert minimaal enige kennis te hebben van energie en energiebronnen. 2 Kennisperceptie 2.1 Eigen inschatting en bron kennisniveau Scholieren schatten hun kennisniveau het laagst in van de drie groepen. Studenten daarentegen denken vaker (erg) veel te weten van energie en energiebronnen. De kennis over energie(bronnen) komt voornamelijk van televisie en internet. Studenten doen vaker hun kennis over energie(bronnen) op via het internet dan het algemeen publiek en de scholieren. Logischerwijs leert deze laatste groep het meest op school. Dit onderzoek gaat over energie en energiebronnen. Welke van de onderstaande omschrijvingen past het beste bij je? Waar is je kennis over energie en energiebronnen op gebaseerd? Meerdere antwoorden mogelijk. Basis: weet iets van energiebronnen Bewustwording energietransitie / pag. 14

Interesse in en belang van kennis over energie en energiebronnen het grootst onder studenten. 2 Kennisperceptie 2.2 Interesse en persoonlijk belang energie en energiebronnen Ongeveer een derde (37%) van de Nederlanders is (zeer) geïnteresseerd in energie(bronnen). Een even groot aandeel vindt kennis over energie en energiebronnen (zeer) belangrijk. De hoogopgeleide Nederlanders zijn hierbij vaker geïnteresseerd in en belangstellend voor kennis over energie (bronnen) dan de midden en laag opgeleiden. In hoeverre ben je geïnteresseerd in energie en energiebronnen? In hoeverre is kennis over energie en energiebronnen belangrijk voor je? Bewustwording energietransitie / pag. 15

Nederlanders hechten redelijk veel belang aan onderwijs over het thema energie. De voorlichting over energie mag in het basisonderwijs al beginnen. 2 Kennisperceptie 2.3 Belang energie in onderwijs Scholieren hechten het minste belang aan onderwijs over het thema energie. Momenteel vindt 45% van de scholieren en tweederde van de studenten (68%) dat ze te weinig onderwijs krijgen over energie. Wanneer scholieren op dit moment les krijgen in energie en energiebronnen dan gebeurt dit vooral bij de vakken natuurkunde, scheikunde en aardrijkskunde (niet in grafiek). Basis: hechten belang aan energie in onderwijs In hoeverre vind je het belangrijk dat het thema energie in het onderwijs aan bod komt? Wanneer zou moeten worden begonnen met de voorlichting over energie? In hoeverre krijg je momenteel les over energie? Dit kan als apart vak zijn of als onderdeel van een vak. Bewustwording energietransitie / pag. 16

Hoofdstuk III: Aanbod Bewustwording energietransitie / pag. 17

Studenten zijn vaker spontaan bekend met vooral duurzame energiebronnen dan scholieren en de gemiddelde Nederlander. 3 Aanbod 3.1 Top-of-mind en spontane bekendheid energiebronnen De spontane bekendheid met energiebronnen is sterk afhankelijk van het opleidingsniveau; hoe hoger het opleidingsniveau hoe meer bronnen worden genoemd. Opvallend is dat aardgas relatief vaak als eerste wordt genoemd door de Nederlanders maar in totaal minder vaak wordt genoemd dan de duurzame energiebronnen. Scholieren noemen de top 3 energiebronnen even vaak als het algemeen publiek. Top 3 spontane bekendheid scholieren % windenergie 65% zonne-energie 60% waterkracht 47% Studenten en scholieren noemen aardgas, aardolie en steenkool minder vaak dan het algemene publiek. A Resultaten hebben betrekking op de Awareness component uit het A-I-A-P model. Welke energiebron komt als eerste bij je op? Welke energiebronnen ken je nog meer? Bewustwording energietransitie / pag. 18

Nederlanders geven aan redelijk goed bekend te zijn met energiebronnen. Echter, slechts één op de acht kent de bronnen toe aan de juiste categorieën. 3 Aanbod 3.2 Geholpen bekendheid energiebronnen Net als de spontane bekendheid hangt de kwaliteit van bekendheid met de verschillende bronnen sterk af van het opleidingsniveau. Afgezien van biomassa/biogas zijn alle bronnen alom bekend. Ondanks dat men vaak aangeeft minimaal van naam bekend te zijn met de energiebronnen, lukt het slechts 13% de bronnen toe te kennen aan de juiste categorie (fossiel of duurzaam). Studenten zijn het best in het plaatsen van de bronnen in de verschillende categorieën. Nederlanders lijken hun eigen kennisniveau van energie en energiebronnen te overschatten: 83% van de Nederlanders die aangeven veel of enige kennis te hebben van energie(bronnen) ( 2.1) lukt het niet deze allemaal toe te kennen aan de juiste categorie. A Resultaten hebben betrekking op de Awareness component uit het A-I-A-P model. Vraagstellingen: In welke mate ben je bekend met de volgende energiebronnen? Welke van de onderstaande energiebronnen zijn volgens jou fossiele energiebronnen? Welke van de onderstaande energiebronnen zijn Bewustwording energietransitie / pag. 19 volgens jou duurzame energiebronnen?

De bijdrage van aardolie en aardgas aan het Nederlandse energieverbruik wordt sterk onderschat, terwijl de bijdrage de duurzame energiebronnen sterk wordt overschat. 3 Aanbod 3.3 Bijdrage energiebronnen en gaswinning Let op! De getoonde percentages geven de gemiddelde bijdrage per energiebron aan en niet het aandeel respondenten. De werkelijke relatieve bijdrages per energiebron aan de totale energieverbruik zijn geleverd door Quintel. Rond een derde van de Nederlanders (30%) en een derde van de studenten (32%) denken dat het gas dat in Nederland wordt gebruikt, wordt gewonnen in Groningen. Onder scholieren is dit een kwart (26%). Een deel van het algemeen publiek koppelt de gaswinning expliciet aan Slochteren Een ruime meerderheid van de Nederlanders verwacht dat het gas dat in Nederland wordt gebruik ook in Nederland wordt gewonnen. Rusland is de bekendste buitenlandse leverancier. Ongeveer een kwart van de studenten en Nederlanders (27%) weet niet waar het Nederlandse gas wordt gewonnen (scholieren 37%). Zou je hieronder kunnen aangeven hoeveel procent een energiebron volgens jou momenteel bijdraagt aan het totale energieverbruik in Nederland? In welk(e) gebied(en) denk je dat het gas wordt gewonnen, dat wij in Nederland gebruiken? Bewustwording energietransitie / pag. 20

Bewustwording energietransitie / pag. 21 Een helder beeld van de energiebronnen. 3 Aanbod 3.4 Energiebron ruimte Uitleg De energiebron ruimte wordt aan de hand van een multivariate analyse vastgesteld. Het principe van deze analyse komt op het volgende neer: stel je geeft mensen een stapel kaartjes met verschillende energiebronnen. Daarnaast geef je ze ook een stapel kaarten met imagoaspecten die bij een energiebron kunnen passen. Vervolgens vraag je ze om de energiebronnen die ze op elkaar vinden lijken dicht bij elkaar te leggen op een tafel en de bronnen die ze echt anders vinden van de rest ver weg te leggen. Dan vraag je ze om de imagoaspecten ook op tafel neer te leggen bij de energiebronnen waar ze het aspect het meest bij vinden passen. De ruimte op de volgende pagina is de optelsom van hoe alle mensen de kaartjes zouden neerleggen. De ruimte geeft een kijkje in de hoofden van mensen, hoe sterk zijn de associaties per energiebron? Waar associëren ze een energiebron het meest mee en welke energiebronnen vinden ze op elkaar lijken (energiebronnen die het dichtst bij elkaar staan)? Het kruispunt van de rode stippellijnen geeft de oorsprong weer. Aspecten en energiebronnen die dicht bij de oorsprong liggen hebben een minder onderscheidend karakter dan aspecten en energiebronnen die er ver vanaf liggen.

Bewustwording energietransitie / pag. 22 Nederlanders vinden windenergie, waterkracht en zonne-energie weinig onderscheidend van elkaar. Aardgas wordt volgens Nederlanders vooral gekenmerkt door de afhankelijkheid van het buitenland. Energiebron ruimte algemeen publiek 3 Aanbod 3.4 Energiebron ruimte algemeen publiek Windenergie is volgens de Nederlanders een goedkope energiebron. Waterkracht wordt gezien als schoon en zonneenergie als veilig en duurzaam. Biomassa/biogas is de meest onderscheidende duurzame energiebron en wordt door de Nederlanders vooral gekenmerkt als modern. De fossiele energiebronnen verschillen volgens de Nederlanders duidelijk van de duurzame energiebronnen. Steenkool wordt als verouderd gezien, aardolie als vervuilend en bij aardgas wordt vooral gedacht aan de afhankelijkheid hiervan met het buitenland. zonneenergie Opvallend is dat ondanks de vermeende afhankelijkheid met het buitenland, Nederlanders wel aangeven dat het gas dat wij hier gebruiken vooral in Nederland wordt gewonnen (zie 3.4). I Resultaten hebben betrekking op de Image component uit het A-I-A-P model. Kun je per aspect aangeven bij welke energiebron dit past? Je kunt een aspect aan meerdere energiebronnen toekennen. Er zijn geen goede of foute antwoorden, het gaat om de indruk die je hebt van de energiebronnen.

Bewustwording energietransitie / pag. 23 Scholieren kijken anders tegen veel energiebronnen aan dan de gemiddelde Nederlander. 3 Aanbod 3.4 Energiebron ruimte scholieren Energiebron ruimte scholieren Scholieren vinden net als het algemene publiek dat de duurzame en fossiele energiebronnen van elkaar verschillen. Zonne-energie heeft volgens scholieren een duurzaam karakter, windenergie wordt gezien als veilig en schoon en waterkracht als goedkoop. Biomassa/biogas krijgt van de scholieren de labels duur en modern. Scholieren zien, net als de Nederlanders, steenkool als een verouderde energiebron. Ze vinden verder kernenergie lelijk, aardgas gevaarlijk en vervuilend en bij aardolie wordt gedacht aan de afhankelijkheid van het buitenland en schaarste. I Resultaten hebben betrekking op de Image component uit het A-I-A-P model. Kun je per aspect aangeven bij welke energiebron dit past? Je kunt een aspect aan meerdere energiebronnen toekennen. Er zijn geen goede of foute antwoorden, het gaat om de indruk die je hebt van de energiebronnen.

Bewustwording energietransitie / pag. 24 Studenten hebben bij de energiebronnen voornamelijk hetzelfde beeld als de scholieren. 3 Aanbod 3.4 Energiebron ruimte studenten Energiebron ruimte studenten Studenten vinden net als het algemene publiek en de sholieren dat de duurzame en fossiele energiebronnen van elkaar verschillen. Studenten vinden, net als de Nederlanders en scholieren, steenkool een verouderde energiebron. Ook vinden ze kernenergie lelijk. Studenten vinden aardgas vooral gevaarlijk en bij aardolie denken ze aan de afhankelijkheid van het buitenland en schaarste. Zonne-energie heeft volgens studenten een duurzaam karakter, windenergie wordt gezien als schoon en waterkracht als efficiënt. Studenten geven biomassa/biogas de labels duur en modern. I Resultaten hebben betrekking op de Image component uit het A-I-A-P model. Kun je per aspect aangeven bij welke energiebron dit past? Je kunt een aspect aan meerdere energiebronnen toekennen. Er zijn geen goede of foute antwoorden, het gaat om de indruk die je hebt van de energiebronnen.

Bewustwording energietransitie / pag. 25 Meest positieve houding ten aanzien van duurzame energiebronnen. 3 Aanbod 3.5 Houding energiebronnen De houding van Nederlanders, studenten en scholieren ten opzichte energiebronnen wisselt vaak. Het algemeen publiek heeft bijvoorbeeld vaker een positieve houding ten opzichte van aardgas en biomassa/biogas dan scholieren en studenten. Studenten hebben een positievere attitude ten opzichte van kernenergie dan scholieren. A Resultaten hebben betrekking op de Attitude component uit het A-I-A-P model. Hieronder staan de energiebronnen waarmee je bekend bent. Kun je per energiebron aangeven hoe positief of negatief je hier tegenover staat?

Zonne-energie geniet de meest voorkeur als energiebron. Kernenergie heeft de meeste negatieve voorkeur als energiebron. 3 Aanbod 3.6 Voorkeur energiebron Voordelen zonne-energie Slechts een zeer klein deel van de Nederlanders, studenten en scholieren geeft de voorkeur aan een fossiele energiebron. De meest genoemde voordelen van zonne-energie zijn dat het een duurzame energiebron is, goedkoop of gratis en goed voor het milieu is. Er worden vaak geen nadelen genoemd van zonne-energie. Wanneer er wel een nadeel wordt genoemd vindt men zonneenergie duur. Nadelen zonne-energie P Resultaten hebben betrekking op de Preference component uit het A-I-A-P model. Aan welke van deze bronnen zou je de voorkeur geven voor energieopwekking? Wat zijn volgens jou de belangrijkste voor- en nadelen van <energiebron van voorkeur>? U kunt per tekstvak maximaal 80 tekens ingeven. Bewustwording energietransitie / pag. 26

Bewustwording energietransitie / pag. 27 Kernenergie heeft de meeste negatieve voorkeur als energiebron. Van de fossiele brandstoffen heeft aardgas de minste negatieve voorkeur. 3 Aanbod 3.7 Negatieve voorkeur energiebron Studenten spreken minder vaak de negatieve voorkeur uit over kernenergie dan de scholieren of het algemeen publiek. Het algemeen publiek geeft minder vaak aan geen negatieve voorkeur te hebben voor een energiebron. P Resultaten hebben betrekking op de Preference component uit het A-I-A-P model. En welke van deze bronnen moeten volgens jou zeker niet worden gebruikt voor energieopwekking? Meerdere antwoorden mogelijk.

Hoofdstuk IV: Vraag Bewustwording energietransitie / pag. 28

Bewustwording energietransitie / pag. 29 Nederlanders onderschatten het aandeel dat huishoudens hebben in het totale Nederlandse energieverbruik. 4 Vraag 4.1 Energieverbruik sectoren Ranking sectoren algemeen publiek Werkelijk De werkelijke volgorde van bijdrage aan de totale energieverbruik door sectoren is geleverd door Quintel. Scholieren: Studenten: 1 e 1 e 1. Scholieren lijken beter op de hoogte te zijn van wat de Nederlandse huishoudens verbruiken aan energie. Zij zetten de huishoudens vaker op de vierde plaats dan het algemeen publiek. Scholieren: Studenten: 2 e 2 e 2. Scholieren: Studenten: 3 e 3 e 4. Scholieren: Studenten: 4 e /5 e 4 e /5 e 5. Scholieren: Studenten: 4 e /5 e 4 e /5 e 3. Zou je onderstaande sectoren op volgorde van energieverbruik kunnen zetten?

Een meerderheid van de Nederlanders weet niet welk energielabel hun woning of auto heeft. 4 Vraag 4.2 Energielabels Bijna de helft van de huizenbezitters in Nederland (45%) denkt dat het aanbrengen van zonnepanelen het meeste bijdraagt aan het milieu. Bijna één derde (29%) denkt dat het (beter) laten isoleren van hun woning het meest bijdraagt, terwijl dit in veel gevallen meer effect zal hebben dan het aanbrengen van zonnepanelen. Huizenbezitters denken dat de HRcombiketel (44%) en de HRE ketel (24%) de beste manieren zijn om de woning te verwarmen (niet in grafiek). Weet je welk energielabel je woning heeft? Hieronder staan een aantal aanpassingen genoemd voor in en op je huis. Welke denk je dat, per euro, de meest positieve bijdrage levert aan het milieu? Wat is volgens jou de beste techniek om je woning te verwarmen? Basis: huurt of bezit woning en/of auto Basis: bezit woning Bewustwording energietransitie / pag. 30

Hoofdstuk V: Kosten & beleid Bewustwording energietransitie / pag. 31

Bewustwording energietransitie / pag. 32 Aardolie, aardgas en steenkool zullen het meest in prijs stijgen volgens de Nederlanders. 5 Kosten & beleid 5.1 Verwachting prijs energiebronnen Over het algemeen kan worden gesteld dat Nederlanders verwachten dat de duurzame energiebronnen goedkoper worden en de fossiele bronnen duurder. Studenten denken vaker dan de scholieren en de Nederlanders dat aardgas en steenkool duurder zullen worden. Verwacht je dat energie van onderstaande bronnen in 2030 duurder, even duur of goedkoper zal zijn dan vandaag de dag?

Meerderheid van het algemeen publiek vindt dat meer gebruik gemaakt moet worden van duurzame energiebronnen. 5 Kosten & beleid 5.2 Stellingen energie en milieu Scholieren vinden minder vaak dat er meer gebruik gemaakt moet worden van duurzame energiebronnen dan de student en het algemeen publiek. Ook denken scholieren minder vaak dat Nederland meer energie zal gebruiken in 2030 dan de Nederlanders en studenten. Nederlanders vinden vaker dan de scholieren en studenten dat het klimaat veranderd door toedoen van de mens. Een groter aandeel Nederlanders vindt dat olie binnen 50 jaar onbetaalbaar zal zijn ten opzichte van de studenten en scholieren. Nederlanders vinden vaker dan de scholieren en studenten dat de recente milieurampen een gevolg zijn van het veranderende klimaat. De studenten hebben meer vertrouwen in het voldoende beschikbaar zijn van energie over 50 jaar dan de Nederlanders en scholieren. Studenten vinden het milieu vaker een zaak van de politiek dan de scholieren en het algemeen publiek. Hieronder staat een aantal stellingen. Kun je aangeven in welke mate je het eens of oneens bent met de stellingen? Bewustwording energietransitie / pag. 33

De Europese energiedoelstellingen zijn nog inhoudelijk weinig bekend bij de Nederlanders. Over de reductie van de CO2 uitstoot heeft men het vaakst iets gehoord. 5 Kosten & beleid 5.3 Energiedoelstellingen Europa Studenten zijn relatief vaker bekend met de doelstelling dat alle nieuwbouwhuizen in 2050 in Europa klimaat neutraal zijn. Scholieren zijn relatief vaker bekend met de doelstellingen dat er in 2050 geen benzine of diesel auto's meer in stedelijke gebieden mogen rijden. Nederlanders denken dat het het makkelijkst haalbaar is om alle nieuwbouwhuizen in 2020 energie neutraal te krijgen. Verder verwachten ze dat het terugdringen van de CO2 uitstoot en het verbannen van auto s uit stadscentra de meeste gevolgen zal hebben voor hen persoonlijk. Hoe bekender men is met de energiedoelstellingen hoe gemakkelijker men acht dat deze haalbaar zijn. A Resultaten hebben betrekking op de Awareness component uit het A-I-A-P model. Kun je aangeven in welke mate je bekend met deze doelstellingen? In hoeverre denk je dat deze doelstellingen haalbaar zijn? Basis: algemeen publiek In hoeverre denk je dat deze doelstellingen gevolgen hebben voor jou persoonlijk? Bewustwording energietransitie / pag. 34

Hoofdstuk VI: Energietransitie Bewustwording energietransitie / pag. 35

Nederland nog erg onbekend met het begrip energietransitie. 6 Energietransitie 6.1 Geholpen bekendheid energietransitie Scholieren zijn het minst bekend met het begrip energietransitie. 7% is bekend met en geeft zelf juiste omschrijving van energietransitie 3% is bekend met en geeft zelf juiste omschrijving van energietransitie 14% is bekend met en geeft zelf juiste omschrijving van energietransitie A Ook wanneer gekozen moet worden welke omschrijving het begrip energietransitie het beste weergeeft blijkt het lastig om de juiste beschrijving te kiezen. Van de Nederlanders en scholieren die minimaal van naam bekend zijn met energietransitie lukt het ongeveer de helft om de juiste omschrijving te kiezen. Studenten kiezen vaker de juiste omschrijving, namelijk 70%. De verwachting omtrent de bekendheid van het begrip energietransitie (4% bekend) komt redelijk overeen met de werkelijkheid (tussen de 3% en 14%). De gewenste bekendheid (100%) ligt nog ver verwijderd van de werkelijkheid. Resultaten hebben betrekking op de Awareness component uit het A-I-A-P model. In hoeverre ben je bekend met het begrip energietransitie? Kun je in eigen woorden uitleggen wat energietransitie inhoudt? Basis: bekend met energietransitie Welke van de onderstaande beschrijvingen geeft volgens jou het begrip energietransitie het beste weer? Bewustwording energietransitie / pag. 36

Energietransitie wordt vooral gezien als de toekomst. 6 Energietransitie 6.2 Aspecten energietransitie t=0,9 3 t=1,1 3 t=1,0 2 t=1,0 5 t=1,0 4 t=1,0 9 t=1,1 3 t=1,1 1 t=1,2 1 t=1,0 9 t=1,2 4 t=1,3 2 t=1,3 7 t=1,2 0 I Het begrip energietransitie wordt vooral in verband gebracht met de toekomst. Deze associatie heeft ook de kortste reactietijd wat betekent dat het de sterkste verbinding is. Energietransitie wordt verder vaak geassocieerd met economie en wetenschap. De verbinding met economie is echter minder sterk (lange reactietijd). Ook wordt de noodzaak van energietransitie ingezien. Resultaten hebben betrekking op de Image component uit het A-I-A-P model. Basis: algemeen publiek bekend met energietransitie Bewustwording energietransitie / pag. 37

Slechts een enkeling ziet geen noodzaak in van energietransitie. De houding ten opzichte van energietransitie is voornamelijk positief. 6 Energietransitie 6.3 Attitude, noodzaak en rollen energietransitie Scholieren zijn minder positief ten aanzien van energietransitie en zien er minder de noodzaak van in dan de Nederlanders en studenten. De overstap van fossiele brandstoffen naar meer duurzame of slimme energietechnieken wordt gezien als een gezamenlijke bijdrage van alle betrokkenen. Studenten zien een grotere rol voor de overheid dan de Nederlanders en scholieren. De gemiddelde Nederlander geeft zichzelf een minder grote rol hierbij en de scholieren vinden dat het bedrijfsleven minder hoeft bij te dragen. A Resultaten hebben betrekking op de Attitude component uit het A-I-A-P model. Hoe positief of negatief sta je ten aanzien van energietransitie? In hoeverre is het volgens jou noodzakelijk om over te stappen van fossiele brandstoffen naar meer duurzame energiebronnen of slimme energietechnieken? Basis: hecht belang aan energietransitie Welke partijen zouden een rol moeten vervullen bij de overstap van fossiele brandstoffen naar duurzame energiebronnen of slimme energietechnieken? Bewustwording energietransitie / pag. 38

Ondanks dat het begrip energietransitie beter bekend is onder Superpromoters, is de bekendheid onder deze groep ook nog niet erg hoog. 6 Energietransitie 6.4 Superpromoter 19% is bekend met en geeft zelf juiste omschrijving van energietransitie A De Superpromoter is iemand die (zeer) enthousiast is over het begrip energietransitie en verwacht als enthousiast persoon te worden gezien. Verder geeft deze persoon aan vaak het aanspreekpunt te zijn in een groep, deelt hij of zij graag zijn mening met anderen en komt hij naar eigen zeggen overtuigend over. Nagenoeg alle Superpromoters staan positief ten opzichte van energietransitie en zien de noodzaak ervan in. Resultaten hebben betrekking op de Awareness component uit het A-I-A-P model. 5% is bekend met en geeft zelf juiste omschrijving van energietransitie In hoeverre ben je bekend met het begrip energietransitie? Kun je in eigen woorden uitleggen wat energietransitie inhoudt? Hoe positief of negatief sta je ten aanzien van energietransitie? In hoeverre is het volgens jou noodzakelijk om over te stappen van fossiele brandstoffen naar meer duurzame energiebronnen of slimme energietechnieken? Bewustwording energietransitie / pag. 39

Het Energietransitiemodel is onbekend. Wanneer bekend met het Energietransitiemodel, wordt het model nog weinig gebruikt. 6 Energietransitie 6.5 Energietransitiemodel Ongeveer één op de tien (13%) Nederlanders, scholieren en studenten geeft aan in enige mate bekend te zijn met het Energietransitiemodel. Deze bekendheid betreft een bovengrens want een aanzienlijk deel (56%) van hen is niet bekend het met begrip energietransitie. Het lijkt onwaarschijnlijk dat wanneer je onbekend bent met het begrip energietransitie je wel bekend bent met het Energietransitiemodel. De bekendheid met het Energietransitiemodel lijkt boven de verwachting uit te stijgen (rond de 10% vs. 0,2%). Hierbij dient te worden opgemerkt dat waarschijnlijk een deel van de bekendheid gepercipieerde bekendheid is. De gewenste bekendheid is 38%. A Resultaten hebben betrekking op de Awareness component uit het A-I-A-P model. Blauw Research beschouwt resultaten gebaseerd op minder dan 60 waarnemingen (n<60) als indicatief. In hoeverre ben je bekend met het Energietransitiemodel? Basis: bekend met Energietransitiemodel Heb je al eens gebruik gemaakt van het Energietransitiemodel? Bewustwording energietransitie / pag. 40

Bewustwording energietransitie / pag. 41 Eén op de vijf Nederlanders bekend met GasTerra. 6 Energietransitie 6.6 Geholpen bekendheid GasTerra GasTerra staat voornamelijk bekend om gas. Daarnaast worden basketbal en Groningen ook relatief vaak genoemd. Spontane typering GasTerra GasTerra is bekender in Nederland dan vooraf verwacht (20% vs. 3%). De gewenste bekendheid is 38%. Basis: bekend met GasTerra In hoeverre ben je bekend met GasTerra? Kun je hieronder GasTerra met steekwoorden typeren?

Hoofdstuk VII: Profiel Bewustwording energietransitie / pag. 42

7 Profiel 7.1 Profiel Bewustwording energietransitie / pag. 43

Bewustwording energietransitie / pag. 44 Hoofdstuk VIII: De politiek en energietransitie Links Rechts

Bewustwording energietransitie / pag. 45 Links en rechts loodrecht tegenover elkaar in de discussie omtrent duurzame energie en energietransitie. 8 De politiek en energietransitie 8.1 De discussie Parallel aan het kwantitatieve onderzoek onder burgers, studenten en scholieren hebben enkele kwalitatieve diepte-interviews plaatsgevonden met politici en met medewerkers van aan de politiek gelieerde organisaties. In het huidige Nederlands politiek klimaat is er een duidelijke polarisatie tussen links en rechts. Deze is ook zichtbaar bij de discussie over het gebruik van duurzame energiebronnen. Deze discussie staat in het onderhavige hoofdstuk centraal. Hierbij worden de volgende onderwerpen besproken: Het energieprobleem; De oplossingen; Taakverdeling; Het Energietransitiemodel. Links Rechts

Bewustwording energietransitie / pag. 46 Links en rechts hebben hun eigen redenen om alternatieven te zoeken voor de fossiele energiebronnen. 8 De politiek en energietransitie 8.2 Het energieprobleem Er is een duidelijke scheiding tussen een linkse en een rechtse stroming wat de energie- en duurzaamheiddiscussie aangaat. Dit wordt reeds duidelijk als de belangrijkste issues benoemd worden met betrekking tot energiegebruik in de toekomst. Links ziet twee duidelijke issues en redenen om het gebruik van duurzame energie te stimuleren: 1. Het opraken van de fossiele brandstoffen. De veronderstelling overheerst dat olie, gas en steenkoolreserves binnen 100 jaar uitgeput zullen zijn. 2. De klimaatverandering. De mening overheerst dat de mens mede verantwoordelijk is voor de klimaatverandering en dat het handelen van de mens impact heeft op het milieu. Rechts ziet de noodzaak van energietransitie ook in maar om een andere redenen. Zij zien noodzaak om afhankelijkheid van fossiele brandstoffen beperken, omdat: het vanuit deze optiek niet wenselijk is om afhankelijk te zijn van niet-westerse landen en regio s (Midden-Oosten, Rusland), door de mogelijkheid (of het idee ervan) om afgesloten te worden of om (tijdelijk) niet geleverd te krijgen. de verwachting is dat de kosten voor fossiele energiebronnen zullen stijgen. We zullen wel moeten. De fossiele brandstoffen raken op. We hebben de mogelijkheden om naar 100% duurzame energie te streven. Het gaat ons niet zo zeer om het opraken van de fossiele energiebronnen. We kunnen echt nog wel een tijd vooruit. We moeten echter niet teveel afhankelijk worden van bijvoorbeeld het Midden- Oosten. Rechts ziet in de zorgen die links uitspreekt nauwelijks een probleem. De wereld heeft volgens rechts nog een behoorlijke fossiele voorraad. Daarnaast is de rol van de mens op de klimaatverandering marginaal. Hierbij wordt verwezen naar ijstijden die in het verleden hebben plaatsgevonden.

Bewustwording energietransitie / pag. 47 Links zet in op duurzame energie, rechts op kernenergie. 8 De politiek en energietransitie 8.3 De oplossingen Links zet vol in op duurzame energie: energie opgewekt door wind, zon en water. Het streven is om uiteindelijk 100% gebruik te maken van deze duurzame energiebronnen. De voornaamste reden is dat duurzame energie schoon en onuitputtelijk is. Links is van mening dat de burger en het bedrijfsleven gestimuleerd moeten worden om gebruik te maken van duurzame energie. Kernenergie is voor links geen optie. Enerzijds door het radioactieve afval waar vooralsnog geen oplossing voor is gevonden. Anderzijds door het mogelijke gevaar van straling die vrij kan komen. Er wordt gerealiseerd dat het niet mogelijk is om in korte tijd een energietransitie van fossiele naar duurzame bronnen te bewerkstelligen. In de overgangsfase zullen fossiele en duurzame energiebronnen naast elkaar worden gebruikt. Hierbij wordt een grote rol toegedicht aan gas. De Nederlandse gasvoorraad is nog relatief groot en de CO2-uitstoot bij verbranding is in vergelijking met olie en steenkool klein. Rechts wil inzetten op kernenergie. Kernenergie wordt gezien als goedkoop, efficiënt en schoon. Er wordt daarom gepleit voor meer kerncentrales. Men is van mening dat het kabinet daar toestemming voor moet geven. Rechts ziet weinig in duurzame energie. Het opwekken ervan is volgens hen duur en levert in verhouding relatief weinig energie op. Met name de kosten zullen volgens rechts een drempel zijn voor huishoudens en bedrijfsleven om vanuit eigen beweging te kiezen voor duurzame energie of om zelf duurzame energie op te wekken. De enige stimulans is volgens rechts om subsidies te verlenen. Echter, rechts is in principe tegen het verlenen van subsidies. Zon, wind en water, schone energie. Met de stand van de wetenschap moet het over 50 jaar mogelijk zijn om in ieder geval 80% op te wekken met duurzame energie. De oplossing is kernenergie. Het is efficiënt en goedkoop. En ook bij kernenergie wordt er geen CO2 uitgestoten.

Bewustwording energietransitie / pag. 48 Volgens links dient het gebruik van duurzame energie actief gestimuleerd te worden. Overheid en de energiebranche spelen daar een grote rol in. 8 De politiek en energietransitie 8.4 Taakverdeling De energietransitie naar 100% gebruik van duurzame energie wordt vanuit links ervaren als een zeer belangrijk proces. Vanuit hun optiek dienen alle marktpartijen die te maken hebben met energielevering en opwekking een actieve rol te spelen bij het stimuleren van het gebruik van duurzame energiebronnen. De volgende taakverdeling wordt voor ogen gezien: De overheid heeft een regulerende en stimulerende taak. De overheid dient te zorgen voor wet- en regelgeving die het implementeren van maatregelen om de duurzaamheids- en energietransitiedoelstellingen te halen vergemakkelijken. Bijvoorbeeld door duurzaamheidsdoelstellingen op te leggen aan bedrijven en het gebruik van duurzame energie deels te verplichten. De overheid dient het gebruik van duurzame energiebronnen actief te stimuleren. Enerzijds door het bewustzijn en de kennis bij burgers en het bedrijfsleven te vergroten. Anderzijds door de opwekmiddelen voor duurzame energie deels te financieren. Bijvoorbeeld door subsidies te verstrekken voor het installeren van opwekmiddelen als zonnepanelen, windmolens en warmtekrachtkoppelingen. De energiebranche dient te investeren en te stimuleren. De energieleveranciers dienen nadrukkelijk te investeren in kennis, technologie en middelen om duurzame energie op te wekken. Het is ook de taak van de energiebranche om de vraag naar duurzame energie te stimuleren door het aanbod te vergroten. De energiebedrijven dienen hun verantwoordelijkheid te nemen voor het uitputten van de fossiele energiebronnen en voor de CO2- uitstoot. Daarnaast heeft ook de energiebranche de taak om burgers en bedrijfsleven te stimuleren om te investeren in duurzame energie. Bijvoorbeeld over maatregelen die zij zelf kunnen nemen. De overheid heeft wel degelijk een taak. Maar er zal altijd een klassieke tweedeling zijn in de politiek. Klassiek liberaal versus de grote overheid. Een taak van de overheid is onder andere om bewustzijn te creëren. Dat valt niet mee want mensen zijn slecht in veranderen. Je ziet nu ook een behoorlijke sceptische houding ten aanzien van de klimaatverandering ).