S C I E N C E C E N T E R



Vergelijkbare documenten
S C I E N C E C E N T E R

S C I E N C E C E N T E R

S C I E N C E C E N T E R

S C I E N C E C E N T E R

S C I E N C E C E N T E R

S C I E N C E C E N T E R

S C I E N C E C E N T E R

S C I E N C E C E N T E R

S C I E N C E C E N T E R

S C I E N C E C E N T E R

S C I E N C E C E N T E R

S C I E N C E C E N T E R

S C I E N C E C E N T E R

S C I E N C E C E N T E R

S C I E N C E C E N T E R

ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS

S C I E N C E C E N T E R

Lesmateriaal bovenbouw

S C I E N C E C E N T E R

S C I E N C E C E N T E R

S C I E N C E C E N T E R

S C I E N C E C E N T E R

STERREN DANSEN OP DE MUUR WAT HEB JE NODIG? BOUWTEKENING

S C I E N C E C E N T E R

hoge stroming Fase Ontdek en onderzoek

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS

Hoe werkt het antwoordblad?

Werkbladen Webquest Pret met een ballonraket

S C I E N C E C E N T E R

Ontwerp je eigen prefabhuis

Team 5: Natuur. Onderzoek naar de natuurlijke zonnecel

Maak je eigen vlieger

Presenteren. Oriëntatie

Competentie: Leergebied: Zuid Nederland. Toepassen

Bijlagen Projectenboek Groen

Bouw je eigen fabriek. procestechniek. Praktijkopdrachten voor vmbo, leerjaar: 2/en 3. Vul hier je gegevens in Naam Klas Datum

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

De lamp. Copyright Vakcollege Groep B.V Alle rechten voorbehouden.

Voorbereidend gesprek Vragen die de leerkracht kan stellen: Introductielessen Primair Onderwijs Introductieles 1: Schetsen voor het schoolplein

Team 6: Zonnepanelen. Onderzoek naar het gebruik van zonnepanelen

We wensen jullie veel succes en een leuke en leerzame Eureka Cup!

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn.

Brug van papier. Lesblad voor de leerling. Materiaal dat nodig is 200 velletjes papier (A4, 80 grams) Plakband Meetlat of meetlint

Project Verwenmorgen voor ouderen organiseren Groepen van 5 leerlingen Totaal: 560 minuten

Montessori High School Minor

Hoe schrijf ik een artikel?

MAATSCHAPPELIJKE STAGE HAARLEM UITGEWERKTE PROJECTEN 30 UUR

Plant in de klas Instructieblad leerkracht Groep 6/7/8

O&O cyclus. Onderzoeken en ontwerpen

2.4 Tekstopbouw In deze paragraaf oefen je in het schrijven van een tekst met een indeling in inleiding, kern en slot.

Spelend leren, leren spelen

inhoudsopgave voorwoord Blz. 2 inleiding Blz. 3 hoofdstukken Blz. 4 nawoord Blz. 11 bibliografie Blz. 12

Groep 6 - Les 3 Kan deze stroomkring ook?

Mijn Mokum is een project voor NT2 cursisten. Het is gemaakt door het Amsterdam Museum.

2.4 Tekstopbouw In deze paragraaf oefen je in het schrijven van een tekst met een indeling in inleiding, kern en slot.

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Voorbeeld: Ik werk het liefst met een tweetal.

Iglo s bouwen. Uitdager van de maand. Natuur & Techniek, Groep 6. Algemeen

Competentie: Leergebied: Zuid Nederland. Constructies

LEVENDE BOTTEN, STERKE BOTTEN

Nu nog beter... Toegepaste kunst Kunst BV

Minidisco Thema: Wat is er?

Voorkennis: Je hebt de opdracht Introductie AV media afgerond. Je hebt de opdracht De invloed en kracht van AV media afgerond.

Zon, aarde en maan. Expertgroep 3: De seizoenen. Naam leerling:... Leden expertgroep:...

OPZOEKEN IN HET WOORDENBOEK (1)

Voorspellen en tekst lezen

Practicum: Het ontkiemen van zaadjes

Het houden van een spreekbeurt

De laatste wens van Maarten Ouwehand

Klimaat is (g)een spel. De opdracht

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Hoe maak ik... Naam: Groep:

Proefjes. Jouw werkbladen in de klas. In de klas. versie A. Ontdek zélf hoe de wereld werkt! Mijn naam:

REKENEN MET AFLATOUN HOEVEEL MUNTJES? (15 MINUTEN) MUNTJES!! (15 MINUTEN) MEL & JOL OP DE MARKT (30 MINUTEN) VAN GROOT NAAR KLEIN (15 MINUTEN)

Inhoudsopgave. Inhoud van de leskist

Ga je mee op watersafari?

Een gebouw ontwerpen en dan.

Fenomena. Jouw werkbladen. In NEMO. Ontdek zélf hoe de wereld werkt! Mijn naam: Fenomena Groep 7-8 Leerlingen In NEMO versie

Persoonlijk opleiding plan

MAAK JE EIGEN ZWEEFVLIEGTUIG

Workshop A Hoe werkt de gemeenteraad?

Vincent-stripverhaal MAKEN VOELEN SAMENWERKEN KIJKEN. Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs

Hoe bereid ik een spreekbeurt voor?

Stappenplan voor je spreekbeurt in groep 3/4

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen?

China Pagina 1. - Wie nodig jij uit voor een Chinese maaltijd? -

HANDLEIDING TALENTENQUIZ

DOMINO DAY 2014 PROJECT. Antoniuscollege Gouda. Informatie voor de leerlingen. Inhoud

Het Amsterdam Museum gaat over Amsterdam. In het museum hangen schilderijen.

Zintuigen. Expertgroep 5: Sterretjes zien. Naam leerling:... Leden expertgroep:...

Onderzoeken. Jouw werkbladen. In de klas. Ontdek zélf hoe de wereld werkt! Mijn naam: Onderzoeken Groep 5-6 Leerlingen In de klas versie

Werkbladen In de klas. Proefjes. Naam. groep 7-8. School. Klas. Versie A

Team 2: Wolken Onderzoek naar de invloed van wolken op zonnepanelen

Planning en organisatie

Dit stappenplan is ingevuld door:

Hoe maak je een werkstuk?

4 Gedrag. 4.2 Aapt een aap echt na? 4.4 Hoe leven dieren samen in een groep? 4.1 Opdrachten Opdrachten

Teken een architect. Lees het volgende verhaal:

Transcriptie:

HOE KUN JE EEN PINGPONGBALLETJE LATEN ZWEVEN IN DE LUCHT? Jullie gaan een exhibit ontwerpen waarbij jullie de bezoekers kennis laten maken met de eigenschappen van luchtstromen en luchtdruk. Met de exhibit kunnen de bezoekers een pingpongballetje laten zweven in een luchtstroom. Ook als zij de luchtstroom schuin richten, valt het balletje niet naar beneden.. Voordat je bezoekers aan de slag kunnen met een exhibit, moet er goed nagedacht worden over hoe je de exhibit wilt bouwen. De exhibits in science center NEMO moeten aan bepaalde eisen voldoen. De constructie moet stevig zijn. Daarnaast wil je niet alleen dat de bezoekers met een zwevende pingpongbal kunnen spelen, ze moeten er ook iets van leren. Daarvoor moet eerst onderzoek gedaan worden, dit noemen we research. Verder moet het een veilige exhibit zijn. Jullie exhibit in je eigen science center moet aan bijna dezelfde eisen voldoen als de exhibits in NEMO. Hieronder staan de eisen. EISEN 1. Constructie van de exhibit De constructie is stevig en kan niet gemakkelijk omvallen. De constructie is maximaal 100 centimeter hoog en 40 centimeter breed. Het materiaal, waarvan je de exhibit maakt, moet gemakkelijk te krijgen zijn en is niet al te duur. De Bernoulli blower in science center NEMO 2. Bezoekers De bezoekers kunnen met de exhibit een pingpongballetje laten zweven in een luchtstroom. De constructie is beweegbaar waardoor de luchtstroom schuin kan worden gericht in verschillende standen. De bezoekers kunnen iets leren van de exhibit. 1

3. Veiligheid De exhibit is zo gemaakt dat kinderen zich er niet aan kunnen verwonden. Als er bijvoorbeeld met hout gewerkt wordt, moeten de ruwe oppervlakken worden geschuurd. En er mogen bijvoorbeeld geen punten van spijkers of schroeven uitsteken. 4. Vormgeving De exhibit ziet er mooi uit. Gebruik kleuren om de exhibit aantrekkelijk te maken. Je kunt hem bijvoorbeeld verven. De exhibit nodigt uit om iets te gaan doen. De exhibit kan op een tafel staan. 5. Presentatie Jullie kunnen uitleggen aan bezoekers hoe je exhibit werkt. Wat je allemaal moet doen voor een goede presentatie staat in je werkboek. WERKPLAN Samen met je projectteam maak je eerst een werkplan. Je gebruikt hiervoor de planningsformulieren in je werkboek. In je werkplan neem je alle activiteiten op die gedaan moeten worden. Dit zijn: de research; het maken van een bouwtekening; het maken van een materialen- en gereedschappenlijst; het verzamelen van de materialen en gereedschappen; het bouwen van de exhibit; het experimenteren met de exhibit; het voorbereiden van de presentatie; het geven van de presentatie; Als het werkplan af is, laat je het lezen aan je docent. Je mag pas beginnen aan de volgende fase (de research) als het werkplan goedgekeurd is. 2

TEAMROLLEN In je projectteam heb je vier teamrollen. Deze staan ook beschreven in je werkboek. Bepaal met je teamleden wie wat gaat doen. Bij het maken van het werkplan en het bewaken van de gemaakte afspraken neemt de manager het voortouw. Hij/zij is er voor verantwoordelijk dat alles op tijd af is en zorgt ervoor dat de benodigde materialen op tijd aanwezig zijn. De researcher bewaakt de kwaliteit van het onderzoek. De builder neemt de leiding bij het bouwen van de exhibit. De set dresser is eindverantwoordelijk voor de vormgeving van de exhibit en de eindpresentatie. Iedereen in je team heeft een eigen taak, maar dat is niet strikt gescheiden. Het hele team maakt samen een exhibit, dat betekent dat je bij alle fasen van het project betrokken bent. De rollen geven aan wie in principe verantwoordelijk is voor een bepaald onderdeel. RESEARCH Vóórdat jullie een definitief ontwerp gaan maken van de exhibit, ga je eerst uitgebreide research doen naar het onderwerp. De researcher zorgt ervoor dat iedereen informatie opzoekt en dat alle vragen goed beantwoord worden door jullie team. Jullie kunnen informatie opzoeken op internet, in de schoolmediatheek of in de bibliotheek. De volgende aspecten ga je onderzoeken: 1. Hoe kun je een luchtstroom maken? Op internet kun je vele manieren vinden om een pingpongbal en andere voorwerpen te laten zweven in een luchtstroom. Wat voor apparaten worden gebruikt om een luchtstroom te maken? Neem niet zomaar aan dat de proefjes die je vindt ook goed werken! Probeer een aantal proefopstellingen uit om zelf te ontdekken wat het beste werkt. Een goede bron is www.encyclopedoe.nl. Kijk onder de categorie vliegen. Zoek ook eens via de zoekmachine op Bernoulli. 3

2. Wat is lucht en wat is luchtdruk? Goede bronnen zijn http://nl.wikipedia.org/wiki/lucht en http://nl.wikipedia.org/wiki/ Luchtdruk en www.schooltv.nl/beeldbank/. Zoek op luchtdruk. 3. Waarom blijft het pingpongballetje in de luchtstroom? De bal blijft zweven doordat de bal in de luchtstroom wordt geduwd. Dit heeft te maken met de wet van Bernoulli. Leg in je eigen woorden uit hoe deze natuurkundige wet werkt. Leg ook uit hoe de luchtstroom een drukverschil veroorzaakt en wat voor invloed dat heeft op de krachten op de bal. Goede bronnen zijn: www.encyclopedoe.nl. Zoek op Bernoulli en luchtstroom. www.technopolis.be/nl/, (ga naar leerkrachten > opstellingen > lucht > waarom een vliegtuig vliegt) www.schooltv.nl/beeldbank/. Zoek op lucht. 4. Het ontwerp van de exhibit Na je research onder 1 heb je waarschijnlijk een idee welk apparaat je wilt gebruiken om een luchtstroom op te wekken. Nu ga je uitzoeken hoe je de constructie van je exhibit zó kunt maken dat je de luchtstroom kunt richten. De luchtstroom moet schuin kunnen worden gericht in verschillende standen. Om ideeën op te doen voor de constructie kun je verschillende soorten apparaten bekijken met een beweegbaar onderstel. Hoe zijn zij gemaakt? Kun je dit ontwerp gebruiken voor je exhibit? Maak in je werkboek een verslag van maximaal twee A4-tjes waarin je de uitkomsten van je research opschrijft. Laat dit verslag lezen door je docent. 4

BOUWTEKENING Je hebt nu een idee hoe je exhibit er ongeveer uit moet gaan zien. Om goed in te kunnen schatten wat je allemaal nodig hebt om de exhibit te maken en de maten van de verschillende onderdelen goed op elkaar af te stemmen, ga je nu een bouwtekening maken in je werkboek. Gebruik daarvoor een potlood en een liniaal. Schrijf de precieze maten van de verschillende onderdelen erbij. Je maakt de tekening op schaal 1:2 of 1:4. Vóórdat je gaat tekenen, overleg je met je team over de aanpak. Dit gesprek wordt geleid door de builder. Dit betekent dat de builder ervoor zorgt dat iedereen aan het woord komt en kan vertellen wat de beste aanpak volgens hem of haar is. Je mag pas beginnen met bouwen als je docent de tekening heeft goedgekeurd. MATERIALEN- EN GEREEDSCHAPPENLIJST Op basis van de bouwtekening maak je nu een materialen- en gereedschappenlijst in je werkboek. Wees daarbij zo volledig mogelijk. Geef aan hoeveel je van het materiaal nodig hebt en wat de maten zijn. Je schrijft ook op welke gereedschappen je nodig hebt om het een en ander in elkaar te zetten. Denk ook aan de veiligheid van het productieproces. Hebben jullie speciale materialen en/of gereedschappen nodig om veilig te kunnen werken? De manager is er voor verantwoordelijk dat de benodigde materialen en gereedschappen op tijd beschikbaar zijn. Hij/zij overlegt hiervoor met de docent. Sommige materialen en gereedschappen kunnen de teamleden zelf van huis meenemen of kopen. 5

HET PRODUCTIEPROCES Je gaat de exhibit met het hele projectteam bouwen, waarbij de builder het voortouw neemt. Het is daarom belangrijk dat je veel met elkaar overlegt over hoe je het gaat aanpakken. Het is de bedoeling dat je allemaal een bijdrage levert aan het eindproduct. Als de exhibit af is, kun je hem nog niet meteen aan je bezoekers laten zien! Je gaat eerst testen of hij wel werkt. Wat is goed en wat is minder goed? Wat kun je aanpassen om hem nog beter te laten werken? DE EXHIBIT IN BEDRIJF Laat een pingpongballetje zweven in de luchtstroom. Hou het pingpongballetje een beetje links of rechts van het midden van de luchtstroom. Wat voel je? Laat het balletje los. Wat zie je? Richt de luchtstroom nu een beetje schuin. Blijft het balletje zweven? Probeer uit hoe schuin de luchtstroom maximaal kan zijn voordat het balletje valt. Kun je je waarnemingen verklaren met behulp van de informatie die je hebt opgezocht in het begin? Maak een verslag van je waarnemingen in je werkboek. Maak eventueel een tekening. 6

PRESENTATIE VAN DE EXHIBIT Je kunt nu gaan nadenken over de vormgeving van de exhibit. Hiervoor is de set dresser verantwoordelijk. Welke foto s en tekeningen gebruiken jullie bij de presentatie? Wat hebben jullie verder nodig voor de presentatie? En hoe gaan jullie het aankleden? Meer aanwijzingen voor je presentatie vind je in je werkboek. NEMO is erg benieuwd naar het eindresultaat! 7