(vertaling: nl) Europees Verdrag inzake het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (ADN)



Vergelijkbare documenten
Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3

Geleid door de wens gemeenschappelijke bepalingen vast te stellen betreffende het recht dat van toepassing is op het huwelijksvermogensregime,

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2002 Nr Europees Verdrag inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid

Hebben besloten hiertoe een Verdrag te sluiten en zijn overeengekomen als volgt:

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

Europees Handvest inzake lokale autonomie

Verdrag inzake de voltrekking en de erkenning van de geldigheid van huwelijken

Europees Verdrag ter voorkoming van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandeling of Bestraffing

Verdrag inzake de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel en bed

TRACTATENBLAD VAN HET

Dit Verdrag is van toepassing, welke ook de rechter of de autoriteit is die kennis dient te nemen van het geschil.

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1961 Nr. 74

e-cmr Protocol Vervoeradres

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1956 No. 104

Unidroit-Overeenkomst inzake de internationale factoring

PROTOCOL 3. Instelling en werkwijze van het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart CESNI. Besluit

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

TRACTATENBLAD VAN HET

Protocol van 3 juni Houdende wijziging van het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF) van 9 mei 1980 (Protocol 1999)

Reglement voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Rijn (ADNR)

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 augustus 2016 (OR. en)

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Moldavië inzake internationaal vervoer over de weg

Verdrag betreffende de bevoegdheid der autoriteiten en de toepasselijke wet inzake de bescherming van minderjarigen

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1981 Nr. 10

Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, San Francisco,

Verdrag inzake het recht dat toepasselijk is op trusts en inzake de erkenning van trusts

Verdrag inzake het Europees Bosseninstituut

Verdrag inzake de wetsconflicten betreffende de vorm van testamentaire beschikkingen

TRACTATENBLAB VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1983 Nr. 11

KAZACHSTAN BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders

Verdrag inzake de wet welke van toepassing is op verkeersongevallen op de weg. De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend,

Verdrag betreffende het toepasselijke recht op vertegenwoordiging

Luxemburg 20 mei 1980

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1964 Nr. 165

Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken

In Stichting vervoeradres, opgericht in 1946, werken samen: EVO, Ondernemersorganisatie voor logistiek en transport NBB, Nederlandsch

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1994 Nr. 168

Verdrag inzake het verhaal in het buitenland van uitkeringen tot onderhoud, New York,

CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART RV (14) 11 RV/G (14) 26 JWG (14) februari 2014 Or. en fr/de/nl/en. Uniforme technische standaarden

Vertaling FACULTATIEF PROTOCOL INZAKE KINDEREN IN GEWAPEND CONFLICT BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND De Staten die partij zijn bij dit

Verdrag inzake de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen over onderhoudsverplichtingen

TURKIJE BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders

Verdrag tot afschaffing van het vereiste van legalisatie van buitenlandse openbare akten

De Lid-Staten van de Raad van Europa die deze Overeenkomst hebben ondertekend,

Verdrag inzake de toegang tot de rechter in internationale gevallen

Zie voor actuele informatie over welke landen dit protocol getekend en geratificeerd hebben

VERTALING EUROPEES VERDRAG TOT BESCHERMING VAN HET ARCHEOLOGISCH PATRIMONIUM. De lidstaten van de Raad van Europa, de ondertekenaars van dit Verdrag.

KROATIË BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders

BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN

De lidstaten van de Raad van Europa die dit Verdrag hebben ondertekend,

PROCEDURE VOOR DE UITGIFTE VAN HET CERTIFICAAT VAN GOEDKEURING

OEKRAÏNE BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders

Europees Comité voor de opstelling van standaarden in de binnenvaart (CESNI) Huishoudelijk Reglement

Verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie

VERDRAG NOPENS DE ERKENNING EN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN OVER ONDERHOUDSVERPLICHTINGEN JEGENS KINDEREN

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1998 Nr. 247

Ten stelligste ervan overtuigd dat het belang van het kind in alle aangelegenheden betreffende het gezag over kinderen van fundamentele betekenis is,

Verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 februari 2013 (20.02) (OR en) 5826/13. Interinstitutioneel dossier: 2012/0284 (NLE) TRANS 30

VERDRAG TOT BESCHERMING VAN PERSONEN TEN OPZICHTE VAN DE GEAUTOMATISEERDE VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2003 Nr. 67

DE EUROPESE GEMEENSCHAP (hierna "de Gemeenschap" te noemen) enerzijds, en

Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2002 Nr. 137

Inhoudstafel Tekst Begin

Europees Comité voor de opstelling van standaarden in de binnenvaart (CESNI) HUISHOUDELIJK REGLEMENT INTERNE REGELS

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

MOLDAVIË BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders

BIJLAGEN. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2016 Nr. 164

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Benelux-verdrag inzake tekeningen of modellen

Verdrag nr. 181 betreffende particuliere bureaus voor arbeidsbemiddeling (B.S., 28 oktober 2004)

Inwerkingtreding van het «Afvalstoffenverdrag»

Verdrag tussen de Tsjechische Republiek en het Koninkrijk der Nederlanden inzake de export van sociale-verzekeringsuitkeringen

TRACTATENBLAD VAN HET

12 Overleg met organisaties van overheidspersoneel. Algemene bepalingen

BOSNIË-HERZEGOVINA BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. Cabotage (= vervoer tussen twee in een ander land gelegen plaatsen) is niet toegestaan.

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Facultatief protocol bij het Verdrag inzake de Rechten van het Kind inzake een mededelingsprocedure

DEEL II. - Het sluiten en in werking treden van verdragen. Afdeling 1. - Het sluiten van verdragen.

452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet

BIJLAGEN. bij het. Gezamenlijk voorstel voor een Besluit van de Raad

Herziene Rijnvaartakte. van 17 oktober 1868 in de versie van 20 november In werking getreden protocollen

Medezeggenschapsreglement van de Ondersteuningsplanraad van het Regionaal Samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs VO Zoetermeer 28-07

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

(Mededelingen) EUROPEES PARLEMENT

Internationaal Verdrag tegen het nemen van gijzelaars, New York,

Uit: VERORDENING (EG) NR. 2157/2001 VAN DE RAAD van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE):

Benelux-verdrag inzake de warenmerken

Openbaar lichaam PlusTeam. Reglement van Orde van het Algemeen Bestuur

Tweede Kamer der Staten-Generaal

CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART. CLNI/CONF (12) 4 16 juli 2012 Or : de de/fr/nl/en

Verordening Bezwarenprocedure Personele Aangelegenheden

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Publicatieblad van de Europese Unie L 151/39

De Federale Regering, De Vlaamse Regering, De Waalse Regering, De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, De Regering van de Duitstalige Gemeenschap,

Transcriptie:

[De teksten van de correcties van 30 december 2012, 28 januari 2014, 28 december 2014 en 31 december 2014 en van de wijzigingen van 1 oktober 2014 liggen ter inzage bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, afdeling Verdragen. Tevens is de Engelse tekst van de correcties en wijzigingen te raadplegen op http://www.unece.org/trans/main/dgdb/adn/adn_rep.html.] (vertaling: nl) Europees Verdrag inzake het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (ADN)

De Verdragsluitende Partijen, Geleid door de wens bij gezamenlijke overeenstemming uniforme beginselen en regels vast te stellen om: a. de veiligheid van internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren te vergroten; b. doeltreffend bij te dragen aan de bescherming van het milieu, door het voorkomen van verontreinigingen ten gevolge van ongevallen of voorvallen gedurende zulk vervoer; en c. vervoersactiviteiten te vergemakkelijken en internationale handel te bevorderen, Overwegende dat de beste wijze om dit doel te verwezenlijken is een verdrag te sluiten ter vervanging van de Europese bepalingen betreffende het internationaal vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke goederen, opgenomen in een bijlage bij resolutie nr. 223 van het Inland Transport Committee van de Economische Commissie voor Europa, zoals gewijzigd, Zijn overeengekomen als volgt: HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Toepassingsgebied 1. Dit Verdrag is van toepassing op het internationale vervoer van gevaarlijke goederen per schip over de binnenwateren. 2. Dit Verdrag is niet van toepassing op het vervoer van gevaarlijke goederen per zeeschip over maritieme waterwegen die deel uitmaken van de binnenwateren. 3. Dit Verdrag is niet van toepassing op het vervoer van gevaarlijke goederen per oorlogsschip of hulp-oorlogsschip of op andere aan een staat toebehorende of door een staat geëxploiteerde schepen, mits zulke schepen door een staat uitsluitend worden gebruikt voor overheids- en niet-commerciële doeleinden. Evenwel waarborgt elke Verdragsluitende Partij, door het nemen van passende maatregelen die geen afbreuk doen aan het vervoer met of de operationele capaciteiten van zulke aan hem toebehorende of door hem geëxploiteerde schepen, dat zulke schepen worden geëxploiteerd op een wijze die verenigbaar is met dit Verdrag, wanneer het in de praktijk redelijk is zulks te doen. Artikel 2. Voorschriften in de bijlagen bij het Verdrag De Voorschriften in de bijlagen bij dit Verdrag vormen daarvan een integrerend deel. Elke verwijzing naar dit Verdrag houdt tevens een verwijzing in naar de Voorschriften in de bijlagen daarbij. De Voorschriften in de bijlagen omvatten: a. Bepalingen inzake het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren; b. Vereisten en procedures inzake inspecties, verlening van certificaten van goedkeuring, erkenning van classificatiebureaus, afwijkingen, speciale vergunningen, toezicht, opleiding en examinering van deskundigen; c. Algemene overgangsbepalingen; d. Aanvullende overgangsbepalingen van toepassing op specifieke binnenwateren. Artikel 3. Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van dit Verdrag wordt verstaan onder:

a. schip", een binnenvaartschip of zeeschip; b. gevaarlijke goederen", stoffen en voorwerpen waarvan het internationale vervoer wordt verboden, of slechts onder bepaalde voorwaarden wordt toegestaan, in de Voorschriften in de bijlagen; c. internationaal vervoer van gevaarlijke goederen", elk per schip verricht vervoer van gevaarlijke goederen over binnenwateren op het grondgebied van ten minste twee Verdragsluitende Partijen; d. binnenwateren", de bevaarbare binnenwateren met inbegrip van maritieme waterwegen op het grondgebied van een Verdragsluitende Partij die krachtens nationaal recht openstaan voor scheepvaart; e. maritieme waterwegen", met de zee verbonden binnenwateren, voornamelijk gebruikt voor het verkeer van zeeschepen en als zodanig aangewezen krachtens nationaal recht; f. erkend classificatiebureau", een classificatiebureau dat voldoet aan de Voorschriften in de bijlagen en dat, in overeenstemming met de in deze voorschriften neergelegde procedures, wordt erkend door de bevoegde autoriteit van de Verdragsluitende Staat waar het certificaat wordt verleend; g. bevoegde autoriteit", de autoriteit of instantie die als zodanig is aangewezen of erkend in elke Verdragsluitende Staat en in elk specifiek geval met betrekking tot deze bepalingen; h. inspectie-instantie", een door de Verdragsluitende Partij benoemde of erkende instantie voor het overeenkomstig de in de Voorschriften in de bijlagen opgenomen procedures inspecteren van schepen. HOOFDSTUK II. TECHNISCHE BEPALINGEN Artikel 4. Vervoersverboden, vervoersvoorwaarden, toezicht 1. Met inachtneming van de artikelen 7 en 8 worden gevaarlijke goederen die in de Voorschriften in de bijlagen van vervoer worden uitgesloten niet aanvaard voor internationaal vervoer. 2. Onverminderd de bepalingen van artikel 6 wordt het internationale vervoer van andere gevaarlijke goederen toegestaan, mits voldaan wordt aan de bepalingen die zijn neergelegd in de Voorschriften in de bijlagen. 3. Op de naleving van de in het eerste en tweede lid bedoelde verboden en voorwaarden wordt toegezien door de Verdragsluitende Staten in overeenstemming met de bepalingen die zijn neergelegd in de Voorschriften in de bijlagen. Artikel 5. Vrijstellingen Dit Verdrag is niet van toepassing op het vervoer van gevaarlijke goederen voor zover dergelijk vervoer is vrijgesteld in overeenstemming met de Voorschriften in de bijlagen. Vrijstellingen kunnen slechts worden verleend wanneer de hoeveelheid vrijgestelde goederen, of de aard van de vrijgestelde vervoersactiviteit, of de verpakkingen, waarborgen dat het vervoer veilig wordt uitgevoerd. Artikel 6. Soeverein recht van staten Elke Verdragsluitende Partij behoudt het recht de toegang van gevaarlijke goederen tot zijn grondgebied aan regels te onderwerpen of te verbieden om andere redenen dan de veiligheid tijdens het vervoer. Artikel 7. Speciale voorschriften, afwijkingen 1. De Verdragsluitende Partijen behouden het recht, gedurende een in de Voorschriften in de bijlagen vastgesteld beperkt tijdvak, bij speciale bilaterale of multilaterale verdragen, en mits geen afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid, te regelen:

a. dat de gevaarlijke goederen die krachtens dit Verdrag zijn uitgesloten van internationaal vervoer met inachtneming van bepaalde voorwaarden voor internationaal vervoer over hun binnenwateren kunnen worden aanvaard; of b. dat gevaarlijke goederen die krachtens dit Verdrag slechts onder gespecificeerde voorwaarden worden aanvaard voor internationaal vervoer over hun binnenwateren anders kunnen worden aanvaard voor internationaal vervoer over hun waterwegen onder voorwaarden die afwijken van die welke zijn vastgelegd in de Voorschriften in de bijlagen. Van de in dit lid bedoelde speciale bilaterale of multilaterale verdragen wordt terstond mededeling gedaan aan de Uitvoerend Secretaris van de Economische Commissie voor Europa, die daarvan mededeling doet aan de Verdragsluitende Partijen die geen ondertekenaars zijn van genoemde verdragen. 2. Elke Verdragsluitende Partij behoudt het recht speciale vergunningen te verlenen voor het internationale vervoer in tankschepen van gevaarlijke stoffen waarvan het vervoer in tankschepen krachtens de bepalingen inzake vervoer in de Voorschriften in de bijlagen niet is toegestaan, mits voldaan wordt aan de procedures betreffende speciale vergunningen in de Voorschriften in de bijlagen. 3. De Verdragsluitende Partijen behouden het recht om in de volgende gevallen het internationale vervoer van gevaarlijke goederen toe te staan aan boord van schepen die niet voldoen aan de voorwaarden die zijn neergelegd in de Voorschriften in de bijlagen, mits voldaan wordt aan de in de Voorschriften in de bijlagen neergelegde procedure: a. het gebruik op een schip van materialen, installaties of uitrusting of het toepassen op een schip van bepaalde maatregelen inzake constructie of bepaalde voorzieningen anders dan die welke worden voorgeschreven in de Voorschriften in de bijlagen; b. schepen met technische innovaties die afwijken van de bepalingen in de Voorschriften in de bijlagen. Artikel 8. Overgangsbepalingen 1. Certificaten van goedkeuring en andere documenten opgesteld in overeenstemming met de vereisten van het Reglement voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Rijn (ADNR), het Reglement voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de Donau (AND- D) of nationale regelgeving gebaseerd op de Europese bepalingen betreffende het internationaal vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke goederen, opgenomen in een bijlage bij resolutie nr. 223 van het Inland Transport Committee van de Economische Commissie voor Europa of zoals gewijzigd, die van toepassing zijn op de datum waarop de in artikel 11, eerste lid, bedoelde Voorschriften in de bijlagen worden toegepast, blijven geldig tot aan hun einddatum, onder dezelfde voorwaarden als die gelden tot aan de datum van die toepassing, met inbegrip van hun erkenning door andere staten. Voorts blijven deze certificaten geldig voor een tijdvak van een jaar vanaf de datum van de toepassing van de Voorschriften in de bijlagen ingeval zij gedurende dat tijdvak zouden verstrijken. Het tijdvak van geldigheid bedraagt evenwel in geen geval meer dan vijf jaar na de datum van toepassing van de Voorschriften in de bijlagen. 2. Schepen die, op de datum van de toepassing van de in artikel 11, eerste lid, bedoelde Voorschriften in de bijlagen, worden goedgekeurd voor het vervoer van gevaarlijke goederen op het grondgebied van een Verdragsluitende Partij en die overeenkomstig de vereisten in de Voorschriften in de bijlagen, waar nodig rekening houdend met de algemene overgangsbepalingen daarin, kunnen een ADN-certificaat van goedkeuring ingevolge de in de Voorschriften in de bijlagen vastgelegde procedure verkrijgen. 3. In het geval van in het tweede lid bedoelde schepen die uitsluitend worden gebruikt op binnenwateren waar het ADNR krachtens het nationale recht niet van toepassing was voorafgaand aan de datum van toepassing van de in artikel 11, eerste lid, bedoelde voorschriften, kunnen de op specifieke waterwegen toepasselijke aanvullende overgangsbepalingen worden toegepast naast de algemene overgangsbepalingen.

Dergelijke schepen verkrijgen een ADN-certificaat van goedkeuring dat beperkt is tot de bovenbedoelde binnenwateren, of tot een gedeelte daarvan. 4. Indien nieuwe voorwaarden worden toegevoegd aan de Voorschriften in de bijlagen, kunnen de Verdragsluitende Partijen nieuwe algemene overgangsbepalingen opnemen. Deze overgangsbepalingen vermelden de desbetreffende schepen en het tijdvak waarin ze van kracht zijn. Artikel 9. Toepasselijkheid van andere voorschriften De vervoersactiviteiten waarop dit Verdrag van toepassing is blijven onderworpen aan de plaatselijke, regionale of internationale voorschriften die in het algemeen van toepassing zijn op het vervoer van goederen over binnenwateren. HOOFDSTUK III. SLOTBEPALINGEN Artikel 10. Verdragsluitende Partijen 1. Lidstaten van de Economische Commissie voor Europa wier grondgebied waterwegen omvat, anders dan die welke een kustroute vormen, welke deel uitmaken van het netwerk van binnenwateren die van internationaal belang zijn zoals omschreven in de Europese Overeenkomst inzake binnenlandse hoofdwaterwegen van internationaal belang (AGN) kunnen Verdragsluitende Partij worden bij dit Verdrag: a. door het definitief te ondertekenen; b. door een akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring neder te leggen na het te hebben ondertekend onder voorbehoud van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring; c. door een akte van toetreding neder te leggen. 2. Het Verdrag staat open voor ondertekening tot 31 mei 2001 op het bureau te Genève van de Uitvoerend Secretaris van de Economische Commissie voor Europa. Daarna staat het open voor toetreding. 3. De akten van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding dienen te worden nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties. Artikel 11. Inwerkingtreding 1. Dit Verdrag treedt in werking een maand na de datum waarop het in artikel 10, eerste lid, vermelde aantal staten die het definitief hebben ondertekend of hun akten van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding hebben nedergelegd het totaal van zeven heeft bereikt. Evenwel zijn de Voorschriften in de bijlagen, uitgezonderd bepalingen inzake de erkenning van classificatiebureaus, niet eerder van toepassing dan twaalf maanden na de inwerkingtreding van het Verdrag. 2. Voor een staat die dit Verdrag definitief ondertekent of het bekrachtigt, aanvaardt, goedkeurt of ertoe toetreedt nadat zeven van de in artikel 10, eerste lid, bedoelde staten het definitief hebben goedgekeurd of hun akten van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding hebben nedergelegd, treedt dit Verdrag in werking een maand nadat genoemde staat het definitief heeft ondertekend of zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding heeft nedergelegd. De Voorschriften in de bijlagen worden op dezelfde datum van toepassing. In het geval dat het in het eerste lid bedoelde tijdvak betreffende de toepasselijkheid van de Voorschriften in de bijlagen niet is verstreken, worden de Voorschriften in de bijlagen van toepassing na het verstrijken van genoemd tijdvak.

Artikel 12. Opzegging 1. Elke Verdragsluitende Partij kan dit Verdrag opzeggen door daarvan schriftelijk kennis te geven aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties. 2. De opzegging wordt van kracht twaalf maanden na de datum van ontvangst door de Secretaris-Generaal van de schriftelijke kennisgeving van opzegging. Artikel 13. Beëindiging 1. Indien, na de inwerkingtreding van dit Verdrag, het aantal Verdragsluitende Partijen gedurende twaalf opeenvolgende maanden minder dan vijf bedraagt, houdt dit Verdrag op van kracht te zijn aan het einde van genoemd tijdvak van twaalf maanden. 2. In het geval van het sluiten van een mondiaal verdrag voor de regeling van het multimodale vervoer van gevaarlijke goederen houdt elke bepaling van dit Verdrag, uitgezonderd die welke uitsluitend betrekking hebben op binnenwateren, de bouw en uitrusting van schepen, bulk- of tankertransport, die in strijd is met enige bepaling van genoemd mondiaal verdrag vanaf de datum waarop laatstbedoeld verdrag in werking treedt, automatisch op van toepassing te zijn op betrekkingen tussen de Partijen bij dit Verdrag die partij worden bij het mondiale verdrag en wordt zij automatisch vervangen door de desbetreffende bepaling van genoemd mondiaal verdrag. Artikel 14. Verklaringen 1. Elke staat kan, op het tijdstip waarop hij dit Verdrag definitief ondertekent of zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding nederlegt, of op elk later tijdstip, bij een aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties gerichte schriftelijke kennisgeving, verklaren dat dit Verdrag zich uitstrekt tot alle grondgebieden of een deel daarvan, voor de internationale betrekkingen waarvan hij verantwoordelijk is. Het Verdrag strekt zich uit tot het grondgebied of de grondgebieden genoemd in deze kennisgeving vanaf een maand nadat deze is ontvangen door de Secretaris-Generaal. 2. Elke staat die een verklaring als bedoeld in het eerste lid van dit artikel heeft afgelegd waardoor dit Verdrag zich uitstrekt tot een grondgebied voor de internationale betrekkingen waarvan hij verantwoordelijk is, kan het Verdrag overeenkomstig het bepaalde in artikel 12 ten aanzien van genoemd gebied opzeggen. 3. a. Voorts kan elke staat, op het tijdstip waarop hij dit Verdrag definitief ondertekent of zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding nederlegt of op elk tijdstip daarna, bij een aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties gerichte schriftelijke kennisgeving verklaren dat dit Verdrag zich niet uitstrekt tot bepaalde binnenwateren op zijn grondgebied, mits de betrokken waterwegen geen deel uitmaken van het netwerk van binnenwateren die van internationaal belang zijn, zoals omschreven in het AGN. Indien deze verklaring wordt afgelegd na het tijdstip waarop de staat dit Verdrag definitief ondertekent of waarop hij zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding nederlegt, houdt het Verdrag een maand nadat deze kennisgeving is ontvangen door de Secretaris-Generaal op voor de betrokken binnenwateren van kracht te zijn. b. Evenwel kan elke staat op wiens grondgebied er binnenwateren zijn die vallen onder het AGN en die, op de datum van aanvaarding van dit Verdrag, onderworpen zijn aan een verplicht regime krachtens internationaal recht inzake het vervoer van gevaarlijke goederen, verklaren dat de uitvoering van dit Verdrag afhankelijk is van het voldoen aan de procedures vermeld in de geschreven regels van genoemd regime. Een verklaring van deze aard wordt afgelegd op het tijdstip van definitieve ondertekening van dit Verdrag of van nederlegging van een akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding. 4. Elke Staat die een verklaring als bedoeld in het derde lid, onder a of b, van dit artikel

heeft afgelegd kan nadien bij een aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties gerichte kennisgeving verklaren dat dit Verdrag van toepassing is op al zijn binnenwateren, of een deel daarvan, die vallen onder de ingevolge het derde lid, onder a of b, afgelegde verklaring. Het Verdrag wordt een maand nadat de kennisgeving is ontvangen door de Secretaris-Generaal van toepassing op de daarin genoemde binnenwateren. Artikel 15. Geschillen 1. Elk geschil tussen twee of meer Verdragsluitende Staten dat betrekking heeft op de uitlegging of toepassing van dit Verdrag wordt zoveel mogelijk opgelost door onderhandeling tussen de bij het geschil betrokken partijen. 2. Elk geschil dat niet wordt opgelost door rechtstreekse onderhandeling kan door de bij het geschil betrokken Verdragsluitende Partijen worden voorgelegd aan het Administratief Comité dat het bestudeert en aanbevelingen doet voor de oplossing ervan. 3. Elk geschil dat niet wordt opgelost in overeenstemming met het eerste of tweede lid wordt onderworpen aan arbitrage indien een van de bij het geschil betrokken Verdragsluitende Partijen daarom verzoekt en wordt dienovereenkomstig voorgelegd aan een of meer scheidsmannen die bij overeenstemming tussen de partijen bij het geschil worden gekozen. Indien de bij het geschil betrokken partijen niet binnen drie maanden na de datum van het verzoek om arbitrage tot overeenstemming kunnen komen over de keuze van een scheidsman of scheidsmannen, kan elk van die partijen de Secretaris- Generaal van de Verenigde Naties verzoeken een scheidsman te benoemen aan wie het geschil ter beslissing zal worden voorgelegd. 4. De beslissing van de overeenkomstig het derde lid van dit artikel benoemde scheidsman of scheidsmannen is bindend voor de bij het geschil betrokken Verdragsluitende Partijen. Artikel 16. Voorbehouden 1. Elke staat kan bij de definitieve ondertekening van dit Verdrag of bij de nederlegging van zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding, verklaren dat hij zich niet gebonden acht door artikel 15. Andere Verdragsluitende Partijen worden niet gebonden door artikel 15 ten aanzien van een Verdragsluitende Partij die een dergelijk voorbehoud heeft gemaakt. 2. Elke Verdragsluitende Staat die een voorbehoud heeft gemaakt als voorzien in het eerste lid van dit artikel kan een dergelijk voorbehoud te allen tijde intrekken bij schriftelijke kennisgeving aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties. 3. Andere voorbehouden dan die welke waarin dit Verdrag voorziet zijn niet toegestaan. Artikel 17. Administratief Comité 1. Er wordt een Administratief Comité ingesteld dat zich beraadt over de uitvoering van dit Verdrag, de voorgestelde wijzigingen ervan bestudeert en maatregelen bestudeert om de eenvormigheid in de uitlegging en toepassing ervan te waarborgen. 2. De Verdragsluitende Partijen zijn lid van het Administratief Comité. Het Comité kan besluiten dat de in artikel 10, eerste lid, van dit Verdrag bedoelde staten die geen Verdragsluitende Partijen zijn, andere lidstaten van de Economische Commissie voor Europa of van de Verenigde Naties of vertegenwoordigers van internationale intergouvernementele of niet-gouvernementele organisaties voor aangelegenheden die voor hen van belang zijn, de zittingen van het Comité mogen bijwonen als waarnemer. 3. De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties en de Secretaris-Generaal van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart dragen zorg voor de secretariaatswerkzaamheden voor het Administratief Comité.

4. Het Administratief Comité kiest, tijdens de eerste zitting van het jaar, een voorzitter en een vice-voorzitter. 5. De Uitvoerend Secretaris van de Economische Commissie voor Europa roept het Administratief Comité jaarlijks bijeen, dan wel met andere door het Comité vastgestelde tussenpozen, en tevens op verzoek van ten minste vijf Verdragsluitende Partijen. 6. Voor het nemen van besluiten is een quorum van ten minste de helft van de Verdragsluitende Partijen vereist. 7. Voorstellen worden onderworpen aan stemming. Elke bij de zitting vertegenwoordigde Verdragsluitende Partij heeft een stem. De volgende regels zijn van toepassing: a. Voorgestelde wijzigingen van het Verdrag en besluiten die daarop betrekking hebben worden aangenomen in overeenstemming met de bepalingen van artikel 19, tweede lid; b. Voorgestelde wijzigingen van de Voorschriften in de bijlagen en besluiten die daarop betrekking hebben worden aangenomen in overeenstemming met de bepalingen van artikel 20, vierde lid; c. Voorstellen en besluiten betreffende de aanbeveling van overeengekomen classificatiebureaus, of betreffende het intrekken van die aanbeveling, worden aangenomen in overeenstemming met de procedure van de bepalingen van artikel 20, vierde lid; d. Elk ander voorstel of besluit dan hiervoor bedoeld onder a tot en met c wordt aangenomen door een meerderheid van de leden van het Administratief Comité die aanwezig zijn en hun stem uitbrengen. 8. Het Administratief Comité kan zodanige werkgroepen instellen als het noodzakelijk acht om het bij te staan bij het uitvoeren van zijn taken. 9. Bij het ontbreken van relevante bepalingen in dit Verdrag is het reglement van orde van de Economische Commissie voor Europa van toepassing, tenzij het Administratief Comité anders besluit. Artikel 18. Veiligheidscomité Er wordt een Veiligheidscomité ingesteld om alle voorstellen tot wijziging van de Voorschriften in de bijlagen bij dit Verdrag te bestuderen, in het bijzonder ten aanzien van de veiligheid van de scheepvaart met betrekking tot de bouw, uitrusting en bemanning van schepen. Het Veiligheidscomité functioneert binnen het kader van de activiteiten van de organen van de Economische Commissie voor Europa, van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart en van de Donau-Commissie, die bevoegd zijn inzake het vervoer van gevaarlijke goederen over binnenwateren. Artikel 19. Procedure voor wijziging van het Verdrag, uitgezonderd de Voorschriften in de bijlagen 1. Dit Verdrag, uitgezonderd de Voorschriften in de bijlagen, kan worden gewijzigd op voorstel van een Verdragsluitende Partij volgens de in dit artikel beschreven procedure. 2. Elke voorgestelde wijziging van dit Verdrag, uitgezonderd de Voorschriften in de bijlagen, wordt bestudeerd door het Administratief Comité. Elke wijziging die tijdens de vergadering van het Administratief Comité wordt bestudeerd of voorbereid en door het Comité bij tweederde meerderheid van de aanwezige leden die hun stem uitbrengen wordt aangenomen wordt door de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties meegedeeld aan de Verdragsluitende Partijen ten behoeve van aanvaarding. 3. Elke voorgestelde, in overeenstemming met het tweede lid voor aanvaarding meegedeelde wijziging wordt ten aanzien van alle Verdragsluitende Partijen zes maanden na het verstrijken van een tijdvak van vierentwintig maanden volgend op de mededeling

van de voorgestelde wijziging van kracht indien, gedurende dat tijdvak, geen schriftelijk bezwaar tegen de betrokken wijziging door een Verdragsluitende Partij is meegedeeld aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties. Artikel 20. Procedure voor wijziging van de Voorschriften in de bijlagen 1. De Voorschriften in de bijlagen kunnen worden gewijzigd op voorstel van een Verdragsluitende Partij. De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties kan eveneens wijzigingen voorstellen teneinde de Voorschriften in de bijlagen in overeenstemming te brengen met andere internationale verdragen inzake het vervoer van gevaarlijke goederen en de Aanbevelingen van de Verenigde Naties betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen, alsmede wijzigingen voorgesteld door een op het gebied van het vervoer van gevaarlijke goederen bevoegd hulporgaan van de Economische Commissie voor Europa. 2. Elke voorgestelde wijziging van de Voorschriften in de bijlagen wordt in beginsel voorgelegd aan het Veiligheidscomité, dat de ontwerp-wijzigingen die het aanneemt voorlegt aan het Administratief Comité. 3. Op het specifieke verzoek van een Verdragsluitende Partij, of indien het secretariaat van het Administratief Comité dat passend acht, kunnen wijzigingen ook rechtstreeks worden voorgesteld aan het Administratief Comité. Zij worden onderzocht op de eerste zitting en indien zij aanvaardbaar geacht worden, worden zij tegelijkertijd met elk hiermee verband houdend voorstel getoetst op de volgende zitting van het Comité, tenzij het Comité anders besluit. 4. Besluiten over in overeenstemming met het tweede en derde lid aan het Administratief Comité voorgestelde wijzigingen en voorgestelde ontwerp-wijzigingen worden genomen bij meerderheid van de aanwezige leden die hun stem uitbrengen. Een ontwerp-wijziging wordt echter geacht niet te zijn aangenomen indien, onmiddellijk na de stemming, vijf aanwezige leden verklaren hiertegen bezwaar te maken. Aangenomen ontwerpwijzigingen worden door de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties meegedeeld aan de Verdragsluitende Partijen voor aanvaarding. 5. Elke in overeenstemming met het vierde lid voor aanvaarding meegedeelde ontwerpwijziging wordt geacht te zijn aangenomen tenzij, binnen drie maanden na de datum waarop de Secretaris-Generaal het verzendt, ten minste eenderde van de Verdragsluitende Partijen, of vijf van hen indien eenderde dat aantal te boven gaat, de Secretaris-Generaal schriftelijk kennisgeeft van hun bezwaar tegen de voorgestelde wijziging. Indien de wijziging geacht wordt te zijn aangenomen wordt zij bij het verstrijken van een volgend tijdvak van drie maanden van kracht voor alle Verdragsluitende Partijen, uitgezonderd in de volgende gevallen: a. In gevallen waarin vergelijkbare wijzigingen van andere internationale verdragen betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen reeds van kracht zijn geworden, of op een andere datum van kracht zullen worden, kan de Secretaris-Generaal, op schriftelijk verzoek van de Uitvoerend Secretaris van de Economische Commissie voor Europa, besluiten dat de wijziging van kracht wordt bij het verstrijken van een ander tijdvak, om te bewerkstelligen dat deze wijziging gelijktijdig van kracht wordt met wijzigingen die zullen worden aangebracht in die andere verdragen of, indien dit niet mogelijk is, het zo spoedig mogelijk van kracht worden van deze wijziging na het van kracht worden van de wijzigingen in andere verdragen; dit tijdvak bedraagt echter niet minder dan een maand. b. Het Administratief Comité kan, bij het aannemen van een ontwerp-wijziging, voor het van kracht worden van de wijziging ingeval deze wordt aangenomen, een tijdvak van langer dan drie maanden aangeven. Artikel 21. Verzoeken, mededelingen en bezwaren

De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties bericht alle Verdragsluitende Partijen en alle in artikel 10, eerste lid, van dit Verdrag bedoelde staten over elk verzoek, elke mededeling of elk bezwaar ingevolge de voorgaande artikelen 19 en 20 en van de datum waarop een wijziging van kracht wordt. Artikel 22. Toetsingsconferentie 1. Niettegenstaande de procedure waarin wordt voorzien in de artikelen 19 en 20 kan elke Verdragsluitende Partij, bij schriftelijke kennisgeving aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, verzoeken om het bijeenroepen van een conferentie ten behoeve van toetsing van dit Verdrag. Een toetsingsconferentie waarvoor alle Verdragsluitende Partijen en alle in artikel 10, eerste lid, bedoelde staten worden uitgenodigd wordt bijeengeroepen door de Uitvoerend Secretaris van de Economische Commissie voor Europa indien, binnen een periode van zes maanden volgend op de datum van kennisgeving door de Secretaris-Generaal, niet minder dan eenvierde van de Verdragsluitende Partijen hem kennis geeft van hun instemming met het verzoek. 2. Niettegenstaande de procedure waarin wordt voorzien in de artikelen 19 en 20 wordt een toetsingsconferentie waarvoor alle Verdragsluitende Partijen en alle in artikel 10, eerste lid, bedoelde staten worden uitgenodigd eveneens bijeengeroepen door de Uitvoerend Secretaris van de Economische Commissie voor Europa na schriftelijke kennisgeving door het Administratief Comité. Het Administratief Comité dient een verzoek in indien dit wordt goedgekeurd door een meerderheid van de aanwezige leden van het Comité die hun stem uitbrengen. 3. Indien een conferentie wordt bijeengeroepen uit hoofde van het eerste of tweede lid van dit artikel, nodigt de Uitvoerend Secretaris van het Economisch Comité voor Europa de Verdragsluitende Partijen uit om, binnen een tijdvak van drie maanden, de voorstellen in te dienen waarvan zij wensen dat de conferentie die bestudeert. 4. Ten minste zes maanden voorafgaand aan de datum waarop de conferentie bijeen moet komen zendt de Uitvoerend Secretaris van de Economische Commissie voor Europa aan alle Verdragsluitende Partijen en aan alle in artikel 10, eerste lid, bedoelde staten de voorlopige agenda voor de conferentie toe, tezamen met de teksten van de voorstellen. Artikel 23. Depositaris De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties is de Depositaris van dit Verdrag. TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, dit Verdrag hebben ondertekend. GEDAAN te Genève, op 26 mei 2000, in één exemplaar, in de Engelse, de Franse, de Duitse en de Russische taal voor de tekst van het Verdrag zelf, en in de Franse taal voor de Voorschriften in de bijlagen, zijnde alle teksten voor het Verdrag zelf gelijkelijk authentiek. De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties wordt verzocht een vertaling in de Engelse en de Russische taal te verzorgen van de Voorschriften in de bijlagen. De Secretaris-Generaal van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart wordt verzocht een vertaling in de Duitse taal te verzorgen van de Voorschriften in de bijlagen. Bijlagen

[De teksten van de correcties van 30 december 2012, 28 januari 2014, 28 december 2014 en 31 december 2014 en van de wijzigingen van 1 oktober 2014 liggen ter inzage bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, afdeling Verdragen. Tevens is de Engelse tekst van de correcties en wijzigingen te raadplegen op http://www.unece.org/trans/main/dgdb/adn/adn_rep.html.]