Udens Co 11 e ge Samenwerkingsschool voor VMBO, HAVO, Atheneum en Gymnasium Samenwerkingsstichting voor Voortgezet Onderwijs Uden Govers OndMvijs Accountants Eindhoven ^
Inhoudsopgave S.V.O.U. A Toelichting op onderdelen van het jaarverslag Pagina A1 Bestuursverslag 1.1 Kernactiviteiten 5 1.2 Juridische structuur 5 1.3 Organisatiestructuur 5 en 6 1.4 Code goed bestuur 7 1.5 Belangrijkste elementen van het gevoerde beleid 7, 8, 9 en 10 1.6 Risicoparagraaf 10en 11 1.7 Financiële situatie op de balansdatum 11,12en 13 1.8 Kwaliteit van het resultaat 14 1.9 Analyse realisatie ten opzichte van begroting 14 en 15 1.10 Bestemmingsreserves/voorzieningen 15 en 16 1.11 Treasury management 16 1.12 Klachten 16 1.13 Toekomstige ontwikkelingen 17 en 18 1.14 Bestuur en Instelling 19 A2 Raad van Toezicht 1.1 Verslag Raad van Toezicht 20 1.2 Samenstelling Raad van Toezicht 21 B Jaarrekening B1 Grondslagen 1 Waardering van de activa en passiva 23 2 Grondslagen voor de resultaatbepaling 23 B2 Balans per 31 december 2010 1 Activa 24 2 Passiva 25 B3 Exploitatierekening 1 Baten 26 2 Lasten 26 3 Financiële baten en lasten 26 4 Bijzondere bedrijfsvoering 26 B4 Kasstroomoverzicht 1 Kasstroomoverzicht uit operationele activiteiten 27 2 Kasstroom uit investeringsactiviteiten 27 3 Kasstroom uit financieringsactiviteit 27 4 Mutatie liquide middelen 27 B5 Toelichting op de balans 1 Activa 1.1 Materiële vaste activa 28 en 29 1.2 Financiële vaste activa 29 1.3 Vorderingen 30 1.4 Liquide middelen 30 2 Passiva 2.1 Eigen vermogen 31 2.2 Voorzieningen 32 2.4 Kortlopende schulden 33 B6 Niet uit de balans blijkende verplichtingen 34-2- Govers OnqÈlwijs Accountants Eindhoven *
Inhoudsopgave S.V.O.U. 3? Toelichting op de exploitatierekening 3 Baten 3.1 (Rijks)bijdragen OC en W 35 3.2 Overige overheidsbijdragen 35 3,3 Overige baten 35 4 Lasten 4.1 Personele lasten 36 4.2 Afschrijvingen 38 4.3 Huisvestingslasten 37 4.4 Overige instellingslasten 37 5 Financiële baten en lasten 5.1 Financiële baten 38 5.2 Financiële lasten 33 6 Bijzondere bedrijfsvoering 39 6.1 Baten bijzondere bedrijfsvoering 39 6.2 Lasten bijzondere bedrijfsvoering 39 C Overige gegevens 1 Controleverklaring 41 en 42 2 Bestemming exploitatiesaldo 43 en 44 D Bijlagen 1 OC&W bijlagen 1.1 OC en W bijlagen, personele lasten naar kostendrager 46 1.1.1 OC en W bijlagen. Model G Verantwoording subsidies 47 2 Overige instellingsgegevens 2.1 Personeelsgegevens 48 2.1.1 Verdeling Fte op functiecategorie 48 2.1.2 Geslacht en leeftijdsopbouw 48 en 49 2.1.3 Deeltijdcategorie in aantallen werknemers: 49 2.1.4 Instroom en uitstroom personeel 50 2.1.5 Flexibele schil 60 2.2 Leerlinggegevens 51 2.2.1 Historie leerlingtelling 51 2.2.2 Sectorale verdeling leerlingaantallen 51 2.2.3 Overzicht leerlingen in samenwerkingsverbanden 52-3- Govers Onderwijs Accountants Eindhoven V*
s.v.o.u. A. Toelichting op onderdelen van het jaarverslag - 4 - A: Toelichting op onderdelen van het jaarverslag Govers OrJSftJ-wijs Accountants EindhovenM.
1. Bestuursverslag S.V.O.U. 1.1 Kernactiviteiten Het bestuur van de Samenwerkingsstichting voor Voortgezet Onderwijs Uden is het bevoegd gezag van het Udens College, een brede scholengemeenschap voor Iwoo, vmbo, havo, atheneum en gymnasium. Het bestuur stelt zich ten doel het doen geven en bevorderen van voortgezet onderwijs aan leerlingen uit Uden en omgeving, een en ander op grondslag van samenwerkingsonderwijs, welk onderwijs toegankelijk is voor leerlingen van alle gezindten en stromingen. 1.2 Juridische structuur De rechtspersoonlijkheid van de Samenwerkingsstichting voor Voortgezet Onderwijs Uden is een stichtingsvorm. De stichting is in 1993 opgericht door de gemeente Uden en de toenmalige Stichting voor Katholiek Voortgezet Onderwijs en Katholiek Beroepsonderwijs. Met deze oprichting werd beoogd dat de verantwoordelijkheid voor alle scholen voor voortgezet onderwijs binnen de gemeente Uden bij één Rechtspersoon zou komen te liggen, met als identiteit de confessionele en openbare signatuur. Hiermee werden alle scholen voor voortgezet onderwijs ondergebracht in één school, het Udens College. De Stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel voor Oost Brabant onder nummer 41085318. Het Udens College is als brede scholengemeenschap geregistreerd bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OC&W) onder brinnummer 06HF. 1.3 Organisatiestructuur Met ingang van 1 januari 2010 is in het kader van scheiding van verantwoordelijkheden op het terrein van bestuur en toezicht de omslag gemaakt naar een Raad van Toezichtmodel. De Raad van Toezicht bestaat uit 5 personen en het College van Bestuur (bevoegd gezag) uit één persoon, een directeur/bestuurder. Deze functie wordt ingevuld door de heer W.H. Sporken. Deze organisatiewijziging heeft zijn beslag gekregen in een aanpassing van de statuten (bij wijziging d.d. 18-12-2009), een Regeling voor bestuur en toezicht (vastgesteld 19-05-2009) een nieuw directiestatuut (vastgesteld 08-01-2010) en in het register van de Kamer van Koophandel. Het Udens College is één organisatie met twee sectoren. De sector VMBO is gevestigd op locatie Kleinveld en de sector HAVO-VWO is gevestigd op locatie Schepenhoek. De operationele directie wordt per sector gevoerd door een sectordirectie, bestaande uit telkens twee leden. Binnen iedere sector is er per afdeling een afdelingsleider aangesteld die wordt ondersteund door een of enkele coördinatoren. De schooladministratie wordt gevoerd door het bedrijfsbureau, onder leiding van een directeur bedrijfsvoering, waarbij de leerlingenadministratie op de sectoren plaats vindt. De directeur/bestuurder en het bedrijfsbureau zijn gehuisvest op het adres Schepenhoek 203, 5403 GB Uden. Aan de school is een Medezeggenschapsraad en twee deelraden verbonden voor het overleg met bestuur en directie. De MR bestaat uit 8 leden, waarvan er 4 worden gekozen uit en door de geleding personeel, 2 uit en door de geleding ouders en 2 uit en door de geleding leerlingen. Deze en andere bepalingen zijn vastgelegd in het Medezeggenschapsstatuut en reglementen van het Udens College vastgesteld d.d. 21 juni 2011. De twee deelraden, de deelraad voor HAVO-VWO en voor VMBO kennen een samenstelling uit dezelfde geledingen als de Medezeggenschapsraad. Naast de MR zijn er nog de centrale ouderraad en de ouderraden en leerling raden per sector. Op de volgende pagina is het organogram zoals dat van toepassing is per 01-01-2012 weergegeven. 5 - A: Toelichting op onderdelen van het jaarverslag Govers Ondf wijs Accountants Eindhoven '
1. Bestuursverslag S.V.O.U. Raad van Toezicht I Controller (Directeur bedrijfsvoering) CvB Directeur bestuurder (Missie, Visie, Kaders) Diro: College Van Bestuur, Directeur bedrijfsvoering Sectordirectie vmbo Sectordirectie liavo-vwo Bedrijfsbureau Directeur bedrijfsvoering - Personeel - Financiën -ICT - Gebouwen en beheer - Kwaliteitsbeheer Sector Directie VMBO Voorzitter en Plaatsvervanger Integraal verantwoordelijk Onderwijs is primaat Deelraad vmbo (Ouderraad) (leerlingenraad) Stuurgroepen -Zorg -ICT - Werving en plaatsing leerlingen -P.R. - Opleidingsschool - Kwaliteitszorg Sector Directie Havo-VWO Voorzitter en Plaatsvervanger Integraal verantwoordelijk Onderwijs is primaat f \ Deelraad H-V (Ouderraad) (Leerlingenraad) - 6 - A: Toelichting op onderdelen van het jaarverslag Govers Ontwijs Accountants Eindhoven^
1. Bestuursverslag S.V.O.U. 1.4 Code Goed Bestuur Vanuit het Ministerie van OC en W wordt voorgeschreven dat in het jaarverslag aandacht dient te zijn voor de wijze waarop invulling gegeven wordt aan de code "goed bestuur". Het UC past de code van de VO-raad onverkort toe. De uitvoering van deze code heeft er o.a. toe geleid dat met ingang van 2010 middels het Raad van Toezicht model gewerkt wordt. Met de Raad van Toezicht is een aantal documenten opgesteld m.b.t. de invulling van de diverse functies en de werkwijze binnen dit model. Hiertoe behoren zoals eerder genoemd de Statuten SVOU en de "Regeling voor bestuur en toezicht voor SVOU" maar ook het "Toezichtkader RvT", "Directiestatuut", "Treasurystatuut" en een "Klokkenluidersregeling" zijn inmiddels van toepassing. Mede door deelname aan "Vensters Voor Verantwoording" wordt op een uniforme en open wijze over de resultaten van de instelling gecommuniceerd. Ook het jaarlijks publiceren van een jaarverslag draagt bij aan het invulling geven van de zgn. "horizontale verantwoording". In 2010 is het proces afgerond om te komen tot strategische keuzes en daarmee de organisatie richting te geven. Met alle geledingen binnen het UC en een groot aantal "stakeholders" is op een constructieve wijze zaken als missie, visie en kernwaarden aan bod gekomen. Dit heeft geresulteerd in een strategisch beleidsplan 2010-2014 "Op naar de toekomst". In onderdeel A2 paragraaf 1.1 van dit verslag wordt nog verder ingegaan op de rol van de Raad van Toezicht. 1.5 Belangrijkste elementen van het gevoerde beleid Op diverse terreinen hebben onder meer de volgende zaken de nodige aandacht gekregen: Onderwijs inhoudelijk: "Ruimte voor Ambitie" is de missie van het UC, zoals geformuleerd in het Strategisch Beleidsplan 2010-2014. Pijlers van beleid vormen de thema's: kennis en kunde als basis voor ambitie, interactie als sleutel voor ontwikkeling en het UC als poort naar Europa en de rest van de wereld. In het SBP is per thema een aantal speerpunten van beleid geformuleerd, met een vertaling naar concrete acties. De speerpunten worden jaarlijks per sector uitgewerkt in sectorbeleidsplannen met acties en meetbare doelstellingen. In 2012 heeft het UC voor het eerst middelen ontvangen in het kader van de "Prestatiebox". De regeling voorziet in een bijdrage per leerling, met een extra bijdrage voor de leerlingen in de bovenbouw van het vwo De Prestatiebox is met name gericht op het verbeteren van prestaties en het versterken van de aandacht' voor excellente leerlingen. Die doelen sluiten direct aan bij de missie Ruimte voor Ambitie en bij de pijler Kennis en Kunde. Na een nulmeting in 2012 hebben beide sectoren begin 2013 mbt de Prestatiebox aanvullende acties en doelstellingen geformuleerd, onder andere ten aanzien van de examenresultaten voorde kernvakken Nederlands, Engels en Wiskunde. De examenresultaten van 2013 laten zien, dat de afdelingen havo en vwo op of (ruim) boven de gemiddelde landelijke cijfers voor de kernvakken scoren en ook boven de eigen doelstellingen voor 2015. Het vmbo geeft een wat gevarieerder beeld. De gemiddelde examencijfers van vmbo basis laten voor de kernvakken een duidelijke stijging zien. Voor Engels en wiskunde lag het gemiddelde examencijfer boven het landelijk gemiddelde. Vmbo kader scoort voor Wiskunde veel hoger dan het landelijk gemiddelde, maar voor Nederlands en Engels beduidend lager. Het gemiddeld cijfer van vmbo-t voor Nederlands ligt op het landelijk gemiddelde, voor Engels daaronder en voor wiskunde daar ruim boven. Ten aanzien van de eigen doelstellingen moet de afdeling vmbo-t nog een verbeterslag maken voor Nederlands en Engels. De resultaten in de bovenbouw vmbo basis, waar de afgelopen twee schooljaren veel verbetering is geboekt ten aanzien van het gemiddelde CE-cijfer, laten zien dat een gerichte inspanning van afdelingen en secties hier veel resultaat kan opleveren. Met het naderbij komen van de verplichte rekentoets in 2016 blijven beide sectoren investeren in het rekenonderwijs. Het vmbo doet dit via een Taal- en Rekencentrum (TRC). Het TRC verzorgt toetsing taal en rekenen voor alle leerlingen en ondersteuning en re-teaching voor leerlingen die dit nodig hebben om de door de overheid geformuleerde referentieniveaus te kunnen halen. Binnen het TRC zijn taal- en rekencoördinatoren aangesteld. Er is ook in de reguliere lessentabel meer ruimte gemaakt voor rekenen, met een uur rekenen per week voor alle leerlingen in leerjaar 2 en een extra uur rekenen voor de leerlingen in leerjaar 3 van de basisberoepsgerichte leerweg - 7 - A: Toelichting op onderdelen van het jaarverslag Tci identificatie Govers Onderis Accountants Eindhoven r\
1. Bestuursverslag S.V.O.U. Ook de sector havo vwo heeft het rekenbeleid verder bestendigd in 2013. De sector stelt het digitale rekenprogramma "Got itl?" ter beschikking van alle leerlingen. Daarnaast worden alle leerlingen getoetst op rekenvaardigheden en is er verplichte remedial teaching voor leerlingen die niet aan het vereiste niveau voldoen. De resultaten en de voortgang ten aanzien van het rekenen worden bewaakt door een rekencoördinator. Qua slaagpercentage hoorde de afdeling havo in 2013 tot de beste 15% van alle vergelijkbare scholen, de afdeling vwo zelfs bij de beste 5%. De slaagpercentages van de afdelingen in het vmbo lagen rond het landelijk gemiddelde. Ten aanzien van het gemiddelde CE cijfer hoorde de afdeling havo bij de beste 25% van alle vergelijkbare scholen, de afdeling vwo bleef daar net onder. De vmbo afdelingen hoorden bij de middelste 50%, maar scoorden daarbij wel in de bovenste helft. De gemiddelde CE score was voor vmbo basis nog net niet voldoende om uit de 'rode' inspectiescore van de afgelopen jaren te komen, maar zit daar erg dicht tegen aan. Beide sectoren van het UC hebben in 2013 verder ingezet op het verbeteren van determinatie en doorstroom van leerlingen. De afdeling vwo, die een aantal jaren door de inspectie op de indicator Rendement Bovenbouw als onvoldoende werd aangemerkt, heeft dit met een goed resultaat in 2012-2013 weer omgezet in een oordeel voldoende. De afdeling havo onderbouw (havo leerjaar 2 en 3) is een pilot gestart om leerlingen die een twijfelachtig advies vmbo-t/havo krijgen aan het eind van de brugklas, toch te behouden voor de havo door intensievere begeleiding Toetsing en het onderscheid tussen reproductie van kennis en inzicht blijven aandachtspunten in beide sectoren. Daarnaast worden analyses van resultaten van leerlingen meer en meer ingezet binnen het team- en sectieoverleg. Als instrument voor die analyses is het UC in 2013 overgestapt van het programma MMP (Magister Management Platform ) naar CumLaude van Magnaview. Reden hiervoor was dat CumLaude de informatie grafisch beter inzichtelijk maakt. Een ander argument is dat binnen het samenwerkingsverband ORION een voorkeur werd uitgesproken voor CumLaude. De ORION scholen hebben afgesproken, gezamenlijk stappen te nemen om met behulp van CumLaude leerling resultaten onderling te kunnen benchmarken. Om secties op beide sectoren beter te kunnen begeleiden en ondersteunen bij het opbrengstgericht werken, heeft het UC in 2013 professionele ondersteuning ingekocht bij KPC groep. Dit betekent dat er met secties gesproken wordt over resultaten per leerjaar, per klas en zelfs per docent. Daar waar de uitkomsten daartoe aanleiding geven wordt KPC ingezet. In het kader van het stimuleren van excellentie heeft de sector vwo in het schooljaar 2013-2014 extra middelen ingezet voor het versterken van het gymnasium. Het vmbo heeft na een ontwikkelperiode met ingang van het schooljaar 2013-2014 een T-excellent stroom ingevoerd, gericht op excellente vmbo-t leerlingen die willen doorstromen naar havo, en een stroom T-science, gericht op doorstroom naar technische richtingen binnen het MBO. In het schooljaar 2013-2014 is verder een ontwikkeling in gang gezet van het vak ZOOM, een combinatie van het vak Verzorging, Techniek en Mens en Vormgeving, gericht op 21st century skills. ZOOM wordt geïntroduceerd in het schooljaar 2014-2015 Ten aanzien van scholing en professionalisering voert het UC een actief beleid om onbevoegde docenten te ondersteunen om hun bevoegdheid te halen en om bevoegde docenten te stimuleren om zich verder te ontwikkelen. In 2013 hebben vier docenten van het vmbo het Leraar Plus Traject van de ORION Academie afgesloten, een traject van anderhalfjaar gericht op ontwikkeling van LB naar LC. Voor de tweede keer werd de ORION Onderzoeksaward daarbij uitgereikt aan een deelnemer van het UC. Voor de vernieuwde professionaliseringstrajecten van ORION voor 2013-2014, het Leraar Plus Traject (smal) en het Meesterschapstraject, hebben zich opnieuw drie docenten van het UC aangemeld, één van havo vwo en twee van het vmbo. Eén docent van de sector havo/vwo neemt deel aan een bijzonder professionaliseringstraject, de masteropleiding Evidence Based Innovation in Teaching aan de universiteit van Maastricht. Zij voert in dat kader een onderzoek uit, gericht op verbetering van de resultaten in het vak wiskunde op havo 4. Op beide sectoren wordt jaarlijks 200 uur gereserveerd voor praktijkonderzoek door docenten, deels gefinancierd uit de middelen die het UC ontvangt als partner in de Academische Opleidingsschool "Passie voor leren". In dat kader stelt het UC ook jaarlijks stageplaatsen, met de bijbehorende deskundige begeleiding beschikbaar voor minimaal 60 studenten van de lerarenopleidingen van ILS HAN en RU. Hiervoor ontvangt het UC een bijdrage uit subsidiemiddelen. In 2013 is in de onderbouw vmbo T verder uitvoering gegeven aan een coaching- en intervisie traject gericht op het versterken van activerende didactiek binnen de school, waarin eigen docenten samenwerken met het Van Maerlant in 's-hertogenbosch. - 8 - A: Toelichting op onderdelen van het jaan/erslag Ier identificatie! Govers OndefiWjjs Accountants Eindhoven
1. Bestuursverslag S.V.O.U. Ten aanzien van de pijler Interactie als sleutel tot ontwikkeling blijft het UC in 2013 inzetten op versterking van de samenwerking in ORION verband. Beide sectoren hebben deelgenomen aan een onderlinge ORION visitatie, begin 2013, waarbij docenten eikaars scholen bezoeken en een groot aantal lessen observeren. De deelnemers werden op de visitatie voorbereid via een scholing door een oud-inspecteur van het onderwijs. De ervaringen met deze visitaties waren zo positief, dat het UC door diezelfde oud-onderwijsinspecteur in company een training lesobservaties heeft laten uitvoeren in december 2013. De bedoeling was om docenten te trainen om ook intern bij elkaar lesobservaties te kunnen gaan doen. Op elk van de sectoren heeft een twintigtal docenten deelgenomen aan deze training. Daarnaast hebben docenten van het UC workshops gegeven en deelgenomen aan de ORION inspiratiemiddag in april 2013. Samenwerking staat ook centraal bij de voorbereiding van het invoeren van het Passend Onderwijs in 2014. Het UC heeft daarvoor in 2013 actief deelgenomen aan het overleg binnen het Samenwerkingsverband vo/svo. Het UC vmbo voert in samenwerking met het mbo en het vmbo in de regio het project PIE (Produceren. Installeren en Energie) uit in het kader van de subsidieregeling Toptechniek, het samensmelten van de opleiding Metaal-, Electro- en Installatietechniek. Het project is gericht op het inbouwen van het kernkeuzeprogramma van vmbo basis in een vakmanschapsroute naar mbo niveau 2. In het schooljaar 2013 2014 is een pilot gestart in de beroepsrichting Metalektro en Instalektro. Het is de bedoeling dat deze de komende jaren wordt uitgebouwd naar de andere beroepsrichtingen. Tenslotte is in een samenwerking tussen beide sectoren, de vo-scholen in de regio en de gemeenten een traject ingezet waarbij de Maatschappelijke Stage wordt omgezet/geïntegreerd in activiteiten gericht op burgerschapsvorming. Op de laatste pijler "het UC als poort naar Europa en de rest van de wereld" is met name binnen de sector havo/vwo inspanning gepleegd door activiteiten als ELOS school, onder meer via uitwisselingen met andere Europese scholen. In 2013 heeft onder meer een uitwisseling plaatsgevonden met de Gazprom school in Rusland. Verder is er extra aandacht voor versterking van het Vreemde Talen Onderwijs. Naast Cambridge Engels en Goethe Duits is in 2013 ook DELF Scolaire geïntroduceerd voor Frans. Moderne communicatiemiddelen en social media spelen een belangrijke (instrumentele) rol in interactie en in het binnenhalen van de wereld. In 2013 heeft het UC een UC Facebook pagina ingericht, die wordt gevuld door een social media team van beide sectoren van leerlingen en docenten. In 2013 is ook veel aandacht besteed aan de ontwikkeling van een elektronische leeromgeving in een facebook-achtige setting, maar deze is vanwege technische problemen m.b.t. de software en het acceptatieniveau van de docenten nog niet praktisch toepasbaar gebleken. Als spin-off van deze ontwikkeling zijn wel contactengelegd met het Kenniscentrum ICT van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. In een samenwerking met het Kenniscentrum is een onderzoek uitgezet binnen het UC naar differentiatie in de klas en de inzet van ICT.De uitkomsten daarvan worden meegenomen in de sectorplannen voor 2013 2014. Huisvesting en beheer: In 2010 zijn de besprekingen met de gemeente Uden opgestart over de doordecentralisatie van de middelen met betrekking tot huisvesting. Deze gesprekken hebben niet tot een overeenkomst geleid. Los van deze besprekingen heeft het Udens College in 2013 een tweetal aanvragen voor (gedeeltelijke) nieuwbouw bij de gemeente ingediend. In de begroting voor 2014 heeft de gemeente middelen vrijgemaakt voor nieuwbouw van de onderbouw van het havo vwo, ter vervanging van de 'rode school'. Onderhouds- en servicekosten maken dit gebouw volgens bouwkundig onderzoek op korte en middellange termijn onrendabel. Ten gevolge van eerdere investeringen (tot 2011) worden er jaarlijks afschrijvingslasten ten laste van de exploitatie gebracht. Een deei van deze middelen zijn door het besluit van de gemeente versneld (in één keer) afgeschreven. ICT: ln het verslagjaar heeft de focus wederom gelegen op het invullen van de vervangingsvraag van afgeschreven apparatuur. Op beide sectoren heeft ook in 2013 weer uitbreiding van iet inventaris middels plaatsing van enkele smartboards plaatsgevonden. Het verkennen van de mogelijkheden van het gebruik van digitale leermiddelen, hetgeen in 2011 is opgestart, heeft ertoe geleid dat in 2012 een geavanceerd draadloos netwerk is aangelegd. Dit netwerk dient deze ontwikkelingen te ondersteunen en bevorderen. Tevens is het personeel toegerust met een draadloos device in bruikleen, om ontwikkelingen op dit gebied te stimuleren en mogelijkheden van dit soort toepassing in de dagelijkse praktijk van het onderwijs te verkennen. -9- A: Toelichting op onderdelen van het jaarverslag Govers OndeJf^ijs Accountants Eindhoven
1. Bestuursverslag s.v.o.u. Als vervolg hierop is in 2013 onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om een breedbandaansluiting te realiseren die van voldoende omvang is om alle gebruikers binnen het UC voldoende toegang en snelheid te bieden. Begin 2014 zijn de overeenkomsten hiervoor getekend zodat de aanleg gerealiseerd kan worden. Organisatie De in 2011 opgezette benchmark jaarrekeningen binnen ORION heeft in 2012 een verdere ontwikkeling doorgemaakt. Met name definities zijn verder uitgewerkt en de bruikbaarheid van een aantal kengetallen en de relatie daartussen is onder de loep genomen. Het resultaat is een benchmark die nog meer dan de eerste inzicht geeft in hoe het Udens College er voorstaat ten opzichte van collega (ORION) scholen. In 2013 zijn de resultaten met de deelnemende scholen besproken. Het beoogde lerend effect voor de deelnemers heeft daarmee concreet invulling gekregen. Het nieuwe HRM-pakket dat in 2011 is aangeschaft is met betrekking tot de basismodulen geïmplementeerd en operationeel. De in begin 2013 in gebruik genomen verzuimmodule heeft er toe geleid dat de dienstverlening van de arbodienst aanzienlijk is beperkt. De afdeling personeelszaken heeft samen met de "eigen" arbeidsdeskundige partner dit aandeel van het verzuimbeleid voor haar rekening genomen. De volgende stap in de implementatie is de module "medewerkerontwikkeling" hiermee is in 2013 een begin gemaakt en zal in 2014 verder uitgerold worden. Personeel Naast hetgeen reeds benoemd is onder Onderwijsontwikkelingen bij "scholing en professionalisering" en "interactie als sleutel tot ontwikkeling" zijn er op personeelsgebied nog een aantal praktische zaken in 2013 aan de orde geweest. In het kader van het "convenant leerkracht" zijn met betrekking tot de functiemix nog wel enkele vervolgstappen gezet maar is in verband met onduidelijkheid omtrent de financiering door het Udens College terughoudend geopereerd. Inmiddels is in 2014 een rekentool beschikbaar om de financiële haalbaarheid per brinnummer te berekenen. In 2013 is een begin gemaakt met een strategische verkenning op personeelsgebied waarbij duurzame inzetbaarheid een belangrijk issue is. Het Udens College voert inzake het doen van uitkeringen bij of na ontslag een zeer terughoudend beleid. Andere relevante ontwikkelingen binnen het UC in 2013 waren: In 2013 zijn er tevredenheidonderzoeken uitgevoerd onder alle leerlingen van het UC, met uitzondering van de brugklassen. Daarnaast zijn de ouders van alle leerlingen van het derde jaar digitaal uitgenodigd voor deelname aan een tevredenheidonderzoek in het kader van Vensters voor Verantwoording. De resultaten van de derdejaarsleerlingen en hun ouders zijn in mei gepubliceerd op de Vensters, de overige resultaten op de website van het UC. Een goede communicatie met ouders blijft een aandachtspunt van directie en medewerkers door overleg met ouders in de ouderjaargroepen, de deelraden en de ouderraden. Twee maal per jaar is er een overleg tussen de gezamenlijke ouderraden en het bestuur en de schooldirectie om de ouders te informeren over belangrijke ontwikkelingen binnen het UC, onderwijskundig en anderszins. In november 2013 is er verder door de Centrale ouderraad van het UC een avond voor alle ouders georganiseerd rond het thema Pubers en Geld, met ondersteuning van het NIBUD. 1.6 Risicoparagraaf Eind 2012 is een meerjarenbegroting 2014-2018 opgesteld. Met de gegevens van dit meerjarenperspectief is een inventarisatie over welke risico's er te identificeren zijn en in welke omvang zij zich kunnen voordoen opgesteld. Hierbij zijn diverse geledingen in de organisatie bevraagd over mogelijke risico's, de kans dat een risico zich voordoet en de kwantificering hiervan in euro's. De bevraagde geledingen zijn de MR, de sectorleidingen, het directieoverleg, het bestuur en de Raad van Toezicht. Deze inventarisatie is in 2013 afgerond. Hieruit is naar voren gekomen dat om alle geïnventariseerde risico's af te kunnen dekken de reserves een minimale omvang van ruim 3.400.000 dienen te bedragen. Bij een huidig eigen vermogen (reserves) van ongeveer 6.500.000 betekent het dat het Udens College de komende jaren over voldoende middelen beschikt om mogelijke risico's financieel op te kunnen vangen. Afgesproken is om deze inventarisatie tweejaarlijks te herhalen op de op dat moment meest recente meerjarenbegroting. Jaarlijks wordt de meerjarenbegroting geactualiseerd zodat steeds een vijfjaars perspectief beschikbaar is. In 2013 heeft de accountant (Govers) de risicoanalyse c.q. het risicomanagement beoordeeld, de adviezen die hieruit voortgekomen zijn zullen meegenomen worden in het verder ontwikkelen van deze materie. Behalve het financieel afdekken van de risico's middels het aanhouden van een bepaald niveau aan reserves, wordt er ook ingezet op het nemen van maatregelen teneinde de kans dat een risico daadwerkelijk een verliespost gaat worden, maximaal wordt beperkt. -10- A: Toelichting op onderdelen van het jaarverslag 1 er identificatie Govers OndjMvijs Accountants Eindhoven r^
Bestuursverslag S.V.O.U. Een aantal van deze onderwerpen en maatregelen zijn slechts beperkt gewijzigd ten opzichte van voorgaande jaren: Onderwerp Leerling ontwikkeling Gekwalificeerd personeel Exploitatie en voorfinanciering Huisvesting Invoering functiemix Ziekteverzuim Kwaliteit Maatregel Intensiveren samenwerking basisscholen Deelname aan Opleidingsschool en opstellen scholingsplan Meerjarenbestuursformatieplan/meerjarenbegroting Aanpassen taakbeleid Aanvragen vervangende nieuwbouw voor een tweetal gebouwen en continueren gesprekken over doordecentralisatie met gemeente Uden Opstellen en uitvoeren plan van aanpak en rekenmodel Intensieve begeleiding o.a. middels Inzet arbeidsdeskundige Zie hiervoor paragraaf 1.5 van dit verslag Inmiddels heeft één van de maatregelen, "aanpassen taakbeleid", er toe geleid dat de meerjarenbegroting is bijgesteld en een aanzienlijk positiever beeld te zien geeft dan de eerdere versie..7 Financiële situatie op de balansdatum Liquide middelen De stand van de beleggingsportefeuille per balansdatum bedraagt 709.000 aan obligaties In dit verslagjaar heeft een waarde toename van ruim 25.000 plaats gevonden. Ruim 3,8 miljoen is op een "bedrijfsbonusrekening geplaatst, 0,5 miljoen op een "bedrijfsspaarrekening" en 2 miljoen op een "beleggersrekening", ongeveer 700.000 wordt in rekening courant aangehouden. Liquiditeit Liquiditeit is het vermogen om op korte termijn aan de kortlopende betalingsverplichtingen te voldoen. Indien dit kengetal groter of gelijk is aan 1, is er sprake van een liquide organisatie. Ter bepaling van de liquiditeit wordt de quick ratio gehanteerd: (vlottende activa-voorradenj/kortlopende schulden 2010 2011 2012 2013 Vlottende activa Vlottende passiva Quick ratio Grenswaarde 5.177.438 2.258.899 2,29 1 3.487.370 2.408.047 1,45 1 4.627.450 2.644.627 1,75 1 7.526.898 2.730.129 2,76 1 Verloop quick ratio 3,00 Quick ratio Grenswaarde 2010 2011 2012 2013 Verslagjaar - 11 - A: Toelichting op onderdelen van het jaarverslag Govers Ond^/ijs Accountants Eindhoven n
. Bestuursverslag S.V.O.U. Solvabiliteit Een organisatie wordt solvabel geacht als het voldoende eigen kapitaal heeft om financiële risico's op te vangen. De solvabiliteitspositie is een momentopname op balansdatum. Ter bepaling van de solvabiliteit wordt een verhoudingspercentage berekend tussen het Eigen Vermogen (EV) en het Totale Vermogen (TV). 2010 2011 2012 2013 Eigen Vermogen Totaal Vermogen Solvabiliteit 3.737.077 9.267.933 0,40 4.157.398 8.756.520 0,47 5.313.961 10.219.742 0,52 6.618.232 11.895.416 0,56 Verloop solvabiliteit 0,58 0,54 0,50 0,46 0,42 0,38 0,34 0,30 2010 2011 2012 Verslagjaar 2013 Solvabiliteit Weerstandsvermogen Het eigen vermogen uitgedrukt in een percentage van alle baten in een jaar inclusief de financiële baten en exclusief de buitengewone baten. Voor 2013 geldt een percentage van: 27,1% Op basis van een op de jaargegevens van 2007 uitgevoerde risico-inventarisatie heeft het bestuur in 2009 bepaald dat het weerstandsvermogen in de komende jaren naar ruim 22% dient te groeien. Inmiddels is op grond van een geactualiseerde risico-inventarisatie dit streefcijfer losgelaten en gekozen voor andere kengetallen ter vaststelling of risico's voldoende zijn afgedekt, zie hiervoor de risicoparagraaf. Financieel beoordelingskader Naar aanleiding van het rapport "Financieel beleid van onderwijsinstellingen" opgesteld door commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen heeft een aantal andere dan de hierboven besproken kengetallen hun intrede gedaan. Vermogensbeheer Solvabiliteit (nieuw) Ter bepaling van dit kengetal van solvabiliteit wordt een verhoudingspercentage berekend tussen het Eigen Vermogen (EV) + Voorzieningen (VZ) en het Totale Vermogen (TV). 2010 2011 2012 2013 Eigen Vermogen 3.737.077 4.157.398 5.313.961 6.618.232 Voorzieningen 3.271.957 2.191.076 2.261.154 2.547.055 Totaal Vermogen 9.267.933 8.756.520 10.219.742 11.895.416 Solvabiliteit 0,76 0,72 0,74 0,77 Grenswaarden 0,20 0,20 0,20 0,20 ondergrens 12 - A: Toelichting op onderdelen van het jaarverslag Govers OndMwijs Accountants Eindhoven '
1. Bestuursverslag S.V.O.U. Kapitalisatiefactor Ter bepaling van dit kengetal wordt een verhoudingspercentage berekend tussen het Totale Vermogen (TV) -/- Gebouwen en Terreinen (GT) en de Totale Baten (TB) 2010 2011 2012 20*13 Totaal Vermogen 9.267.933 8.756.520 10.219.742 11.895.416 Gebouw en Terrein 993.227 1.580.203 1.469.028 917.607 Totale Baten 21.380.915 22.553.562 23.577.408 24.384.142 Kapitalisatiefactor 0,39 0,32 0,37 0,45 Grenswaarden 0,35-0,60 0,35-0,60 0,35-0,60 0,35-0,60 bovengrens Buffercapaciteit Dit kengetal geeft aan hoeveel liquiditeit beschikbaar is voor het afdekken van (rest-) risico's. Berekening: Kapitalisatiefactor in -/- liquiditeit voor vervangingsinvesteringen en kortlopende schulden delen door de totale baten. 2010 2011 2012 2013 Kapitalisatiefactor 8.274.706 7.176.317 8.750.714 10.977.809 Liquiditeit vervangin 4.143.360 4.370.940 4.389.815 4.832.270 Kortlopend schulden 2.408.046 2.308.346 2.644.627 2.730.129 Totale Baten 21.380.915 22.553.562 23.577.408 24.384.142 Buffercapaciteit 8% 2,2% 7,3% 14,0% Ondergrens 5% 5% 5% 5% Budgetbeheer Liquiditeit Ter bepaling hiervan wordt geen gebruik gemaakt van de quick ratio maar van de current ratio, daarbij wordt gebruik gemaakt van de verhouding tussen Vlottende Activa (VA) en Vlottende Passiva (VP). Aangezien het Udens College geen voorraden heeft, is de uitkomst hiervan dezelfde als bij de quick ratio. Vlottende Activa Vlottende Passiva Current Ratio Grenswaard, onderresp. bovengrens 2010 2011 2012 2013 5.177.438 3.487.370 4.627.450 7.526.898 2.258.899 2.408.047 2.644.627 2.730.129 2,29 1,45 1,75 2,76 0,5-1,5 0,5-1,5 0,5-1,5 0,5-1,5 Rentabiliteit Dit kengetal geeft de verhouding weer tussen het Exploitatieresultaat en de Totale Baten Exploitatieresultaat Totale baten Rentabiliteit Grenswaard, onderresp. bovengrens 2010 2011 2012 2013 834.341 571.880 398.644 1.304.271 19.901.782 21.239.974 23.577.408 24.384.142 4,19 2,69 1,69 5,35 0,0-5,1 0,0-5,0 0,0-5,0 0,0-5,0 Noot: Uit bovenstaande blijkt dat het Udens College in 2013 met betrekking tot het vermogensbeheer binnen de signaleringsgrenzen blijft. Met betrekking tot het budgetbeheer, met name op de liquiditeit valt een duidelijke overschrijding te constateren. M.b.t. tot de rentabiliteit komt het UC boven de bovengrens, deze overschrijding valt volledig toe te schrijven aan de extra toekenning van middelen als gevolg van het hèrfstakkoord, van ongeveer 900.000, door het Ministerie van OC&W in december (ook in december ontvangen) waarop de verplichting rust om die in 2013 te verantwoorden in de baten terwijl de uitgaven pas in 2014 gerealiseerd kunnen worden. Op de meeste van hiervoor genoemde kengetallen heeft het in 2010, in opdracht van het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, afboeken van de vordering van het Udens College op het ministerie welke is ontstaan bij de invoering van de lumpsum, een grote impact. Tevens is het activeren van gebouwelijke aanpassingen in 2010 en 2011 van invloed op een aantal van de genoemde kengetallen. - 13 - A: Toelichting op onderdelen van het jaarverslag I Govers Ondefl) ijs Accountants Eindhoven
1. Bestuursverslag S.V.O.U. 1.8 Kwaliteit van het resultaat Exploitatieresultaat 1.304.271 Saldo financiële baten en lasten 169.791 Exploitatieresultaat exclusief saldo financiële baten en lasten 1.134.480 Extra middelen OC&W december 2013 895.200 Saldo gratis leermiddelen 229.018 Versnelde afschrijving gebouwen 440.246- Genormaliseerd resultaat 450.508 1.9 Analyse realisatie ten opzichte van begroting De exploitatierekening in paragraaf B3 laat de realisatie over 2013 ten opzichte van de begroting 2013 zien. In deze paragraaf worden de verschillen op onderdelen toegelicht. Normatieve Rijksbijdrage OC en W De toename van de normatieve rijksbijdrage bestaat uiteen aanpassing in de gemiddelde personeelslast t.b.v. de bepaling van de personele vergoeding en ook in de materiële component. Aanvullende subsidies OC&W Begroting 2013 Realisatie 2013 Leerlinggebonden budget 100.000 216.697 Aanvullende subsidie lumpsum - 683.301 Prestatiesubsidie VSV - 18.000 Subsidie prestatiebox 355.000 472.076 Subsidie gratis lesmateriaal 1.040.000 1.009.174 Subsidie visueel gehandicapte leerling - 9.450 Subsidie studieverlof/eduminor - 39.252 Maatschappelijke stage - 159.865 Subsidie jonge leerkracht - 211.899 1.495.000 2.819.714 In verband met een hoger aantal LGF geïndiceerde leerlingen dan verwacht overstijgen de gerealiseerde baten de begroting. Met de subsidie voor maatschappelijke stage is in de begroting geen rekening gehouden aangezien daar eind 2012 nog onduidelijkheid over bestond. De subsidie i.v.m. de prestatiebox is aanzienlijk hoger dan geraamd. De subsidie voor studieverlof, o.a. lerarenbeurs was niet begroot i.v.m. individuele aanvragen. Dit is ook van toepassing op de subsidie voor visueel gehandicapte leerlingen. De aanvullende subsidie lumpsum evenals de subsidie jonge leerkracht zijn op grond van het najaars-/onderwijsaccoord pas in december toegekend met de verplichiting deze nog in 2013 in de exploitatie te verantwoorden. Overige baten De realisatie van deze baten blijven achter in verband met niet gerealiseerde onttrekkingen uit reserves die in de begroting wel als zodanig zijn opgenomen. Personele lasten De personele formatie is in 2013, gemiddeld 280 fte, ten opzichte van de formatie in 2012 licht gedaald. De gerealiseerde kosten kennen ten opzichte van de begroting een relatief kleine onderschrijding. Overige personele lasten De post personeel niet in loondienst komt wederom iets hoger uit dan begroot L.v.m. een groter aantal VAVO leerlingen dan begroot en er is een enkele keer gebruik gemaakt van een zgn payroll constructie. Aan nascholingskosten is minder uitgegeven dan geraamd. De geraamde dotatie aan het personeelsrisicofonds is niet geëffectueerd. Investeringen in 2013 sector vwo/havo sector vmbo centraal Totaal Computer 81.100 72.995 37.271 191.366 Audio/video 32.137 3.207-35.344 Overige inventaris 30.358 54.176-84.534 Meubilair 8.769 217.882 687 227.338 Machines 6.728 6.728 152.364 354.988 37.958 545.310 14 - A: Toelichting op onderdelen van het jaarverslag Govers Onnajwijs Accountants Eindhoven *~
1. Bestuursverslag S.V.O.U. Huisvestingslasten Binnen de huisvestingslasten is de belangrijkste oorzaak van de overschrijding toe te schrijven aan het afboeken van de geactiveerde investering van de aanpassingskosten van het onderbouw gebouw van HAVO/VWO. Deze afboeking heeft plaatsgevonden naar aanleiding van het besluit van de gemeente Uden om geld beschikbaar te stellen voor vervangende nieuwbouw, in het verlengde hiervan is het besluit genomen om het huidige (onderbouw-)gebouw te gaan slopen. Twee andere posten waarbij de begroting is overschreden zijn energie en extra onderhoudskosten buiten de meerjarenonderhoudsplanning. Overige instellingslasten De belangrijkste reden van het lagere kostenpatroon van de middelen wordt veroorzaakt door de post gratis lesmateriaal in verband met het activeren van de leerboeken. De post "gratis lesmateriaal" is budgettair neutraal in de begroting opgenomen. De administratie en beheerskosten zijn hoger dan begroot in verband met extra advieskosten inzake huisvesting en de ontwikkelkosten voor de nieuwe website. De extra gereserveerde middelen voor onderwijsvernieuwingen zijn niet ingezet. Deze zijn binnen de personele lasten gerealiseerd. 1.10 Bestemmingsreserves/voorzieningen Binnen de interne beleidscyclus worden de beleidsontwikkelingen en de hiermee samenhangende financiële sturing op elkaar afgestemd en transparant gemaakt. Er wordt waar mogelijk en gewenst gewerkt met meerjarige onderwijsinnovaties. Ten gevolge van de opheffing van het vervangingsfonds, het opheffen van het participatiefonds en het aangaan van het eigen risicodragerschap in het kader van de WGA zijn de risico's in beeld gebracht. Mede hierdoor wordt er intern met een aantal reserves gewerkt, die parallel lopen met de bedrijfsvoering, maar uiteindelijk wordt gesaldeerd volgens de richtlijnen voor de verslaggeving en aldus terecht komen in het financieel verslag. In het kader van "Good Governance" wordt op deze plaats hierin inzage gegeven. Enerzijds zijn onderdelen van de reserves te verklaren als vastliggende verplichtingen, anderzijds geven ze een waarborg naar de diverse onderdelen van de organisatie, zodat ingezet en gepland beleid, ook over meerdere jaren, van voldoende waarborgen is voorzien. Met name in het kader van de recente risico-inventarisatie wordt het opvangen van risico's en dus de continuïteit van de organisatie gekoppeld aan de omvang van de (bestemmings)reserves. De bestemming van de reserves wordt vastgesteld door het bevoegd gezag. Gewerkt wordt met de volgende voorzieningen en reserves: Het onderwijsinnovatiefonds. (bestemmingsreserve) Hierin worden de gelden ondergebracht voor de meerjarige onderwijsinnovaties. Jaarlijks vindt via een begrotingstoewijzing c.q. resultaatbestemming aanvulling plaats. De verwachte bestedingstermijn is 2 jaar. De onderhoudsvoorziening, gericht op gebouwen en onderhoud. Deze bestaat allereerst uit de zgn. onderhoudsvoorziening. Deze voorziening voor klein groot-onderhoud wordt gepland vanuit het zgn. meerjaren onderhoudsplan dat is opgezet door adviesbureau Asset. De voorziening is conform de planning. In 2013 is door adviesbureau v.d. Kruijs-Looijen een geactualiseerd meerjarenonderhoudsplan opgesteld waarmee vanaf 2014 gewerkt gaat worden. De voorziening jubiieumgratificaties. De voorziening is opgebouwd door, op basis van het huidige personeelsbestand tot aan de op dit moment voor hen bekende pensioengerechtigde leeftijd, de opgebouwde rechten op balansdatum gerelateerd aan de toekomstige uitkeringen voor 25- en 40-jarige jubilea vermenigvuldigd met de factor 0,8 (correctie i.v.m. waarschijnlijkheid) op te nemen. Uit deze voorziening worden de kosten van de daadwerkelijke uitkeringen bestreden. De voorziening spaarverlof. Deze voorziening wordt gebruikt om in het verleden gespaard verlof te bekostigen op het moment van opname. De opbouw wordt gevormd door het gespaarde verlof per individuele medewerker te kwantificeren tegen de gemiddelde personeelslast (GPL). De bestemmingsreserve personeel/materieel opgebouwd door de sectoren. Uitkomst van de jaarlijkse onder- en overbesteding op het bestuursformatieplan per schooljaar van de sectoren. Met name ook om de bekostiging van leerlingen in de pas te laten lopen met de schooljaarplanning. Tevens kan deze bestemmingsreserve worden aangewend om fluctuaties in de schooljaarplanning op te kunnen vangen. -15- A: Toelichting op onderdelen van het jaarverslag ijs Accountants
1. Bestuursverslag S.V.O.U. De algemene bestuurlijke reserve. Deze reserve bestaat uit een viertal deelreserves: - Het Personele Risicofonds. Bedoeld om een buffer te creëren voor het eigen risicodragerschap en het dragen van wachtgeldverplichtingen. Met de MR is afgesproken te streven naar een fonds van maximaal 500.000, jaarlijks te vullen van de gefixeerde premies wachtgeld en participatiefonds en incidentele afrekeningen met OC&W. Nadat dit plafond is bereikt worden geen toevoegingen meer gedaan maar gaan de vrijkomende middelen naar het primaire proces. Verwachte bestedingstermijn is < 5 jaar. Personeel flexibele Bapo - De bestemmingsreserve Personeel flexibele Bapo is ontstaan door het per 01-01-2010 opheffen van de gelijknamige voorziening. De reserve kan worden ingezet om negatieve exploitatie effecten in verband met de opname van deze Bapo op te kunnen vangen. Reserve gratis lesmateriaal. - De reserve is gevormd uit de overname van het externe boekenfonds (activa) en de invoering van de gratis lesmaterialen waarbij het Udens College er voor heeft gekozen om de leerboeken in vier jaar af te schrijven. De reserve kan worden ingezet voor, noodzakelijke vroegtijdige, korter dan vier jaar, vervangingen van leermethoden of het financieren van andere vormen van het beschikbaar stellen van lesmateriaal. Verwachte bestedingstermijn is < 5 jaar. Bestuurs reserve - De algemene reserve aan welke geen vooraf bepaalde doelen en risico's zijn verbonden. De omvang hiervan hangt samen met de omschreven doelbestemmingen op de andere reserves. Verwachte bestedingstermijn is >5 jaar. Bestemmingsfonds (Reserve boekenfonds). In het verleden is een Stg. Boekenfonds in het leven geroepen om aan leerlingen in de onderbouw van het Udens College jaarlijks een boekenpakket te verhuren. Met de invoering van de subsidie voor "gratis leermiddelen" door het ministerie van OC&W zijn deze activiteiten stopgezet. De inmiddels door de stichting opgebouwde reserve is onder bepaalde bestedingsvoorwaarden geschonken aan het Udens College. Deze voorwaarden zijn overgenomen in de bestedingsdoelen van deze reserve. Tot 2014 kunnen de middelen bij stopzetting door het ministerie van de subsidie "gratis leermiddelen" ingezet worden voor het opnieuw oppakken van de activiteiten van het boekenfonds, daarna kunnen de middelen worden ingezet voor infrastructurele investeringen om het gebruik van (draadloze) digitale leermiddelen te bevorderen. Inmiddels is duidelijk dat van stopzetting van deze middelen in de nabije toekomst geen sprake zal zijn. Hierdoor is inzet voor infrastructurele (ICT) middelen mogelijk gemaakt. 1.11 Treasury management Het Udens College belegt en/of beleent publieke middelen dan wel overige middelen alleen met inachtneming van de regelgeving voor beleggen en belenen van het CFI. Deze regelgeving is opgenomen in het aangescherpte treasurystatuut, dat in 2010 is vastgesteld. In 2013 zijn in dit kader een aantal fondsen afgestoten en wordt in 2014 de samenstelling van de portefeuille opnieuw tegen het licht gehouden. De beleggingsportefeuille op 31-12 2013 bestaat uit: Obligaties met een looptijd van 0 tot 5 jaar ter waarde van 459.000 Obligaties met een looptijd van 5 tot 10 jaar ter waarde van 250.000 Obligaties met een looptijd van 10 tot 25 jaar ter waarde van Obligaties met een looptijd langer dan 25 jaar ter waarde van 1.12 Klachten Het Udens College beschikt over een Centraal meldpunt incidenten waar leerlingen en personeel gebruik van kunnen maken om incidenten, ongevallen of klachten onder de aandacht te brengen. In 2013 zijn in totaal 2 incidenten en 13 ongevallen gemeld. In 2011 is een geactualiseerde klachtenregeling vastgesteld. Dit jaar is er 1 klacht ingediend en deze is in 2013 afgewikkeld. 16 - A: Toelichting op onderdelen van het jaarverslag Govers Ond^Wijs Accountants Eindhoven
1. Bestuursverslag S.V.O.U. 1.13 Toekomstige ontwikkelingen en continuïteit Eind 2012 is een meerjarenbegroting opgesteld voorde jaren 2014-2018. Op de inhoud en de uitkomsten hiervan heeft een risico inventarisatie plaatsgevonden. De uitkomst hiervan komt aan bod in de risicoparagraaf. 2013 2014 2015 2016 Exploitatiebegroting x 1.000 x 1.000 x 1.000 x 1.000 Baten (Rijks)bijdragen OC en W 23.851 22.995 22.101 21.751 Overige overheidsbijdragen 0 Overige baten 357 554 554 554 24.208 23.549 22.655 22.305 Lasten Personele lasten 18.665 19.280 18.323 18.104 Afschrijvingen 452 638 658 673 Huisvestingslasten 2.227 1.499 1.499 1.499 Overige instellingslasten 1.730 2.246 2.222 2.197 23.074 23.663 22.702 22.473 Saldo baten en lasten 1.134-114 -47-168 Financiële baten/lasten 170 95 70 60 Resultaat 1.304-19 23-108 Balans 2013 2014 2015 2016 Activa x 1.000 x 1.000 x 1.000 x 1.000 Vaste activa Materiële vaste activa 3.660 3.550 3.850 3.600 Financiële vaste activa 709 1.510 1.500 1.500 Totaal vaste activa 4.369 5.060 5.350 5.100 Vlottende activa Vorderingen 162 175 175 170 Liquide middelen 7.365 7.009 6.245 5.113 Totaal Vlottende activa 7.527 7.184 6.420 5.283 Totaal Activa 11.895 12.243 11.769 10.382 Passiva Eigen vermogen 6.618 6.599 6.622 6.514 Voorzieningen 2.547 2.400 1.360 1.310 Langlopende schulden 0 0 0 0 Kortlopende schulden 2.730 3.244 3.787 2.558 Totaal passiva 11.895 12.243 11.769 10.382 Prognose 2013 2014 2015 2016 Aantal leerlingen 2999 2952 2903 2838 Aantal FTE totaal 279 275 266 252 Aantal FTE management 17 17 16 15 Aantal FTE OP 202 199 192 182 Aantal FTE OOP 60 59 57 54 Toelichting op de meerjarenexploitatie. De eind 2012 opgestelde meerjarenbegroting, die een aanzienlijk slechter resultaat liet ziet dan de hiervoor gepresenteerde, is aanleiding geweest om over het vigerende taakbeleid met de mr. en het OP in gesprek te gaan. Dit heeft begin 2014 geresulteerd in een aangepast taakbeleid waar met ingang van het schooljaar 2014-2015 mee gewerkt zal worden. De in deze paragraaf opgenomen meerjaren prognoses zijn aangepast aan de effecten van het aangepaste taakbeleid. De leerlingaantallen zullen ten gevolge van demografische ontwikkelingen de komende jaren langzaam afnemen. Deze ontwikkelingen zullen naar het zich laat aanzien volledig kunnen worden opgevangen door de flexibele schil/ natuurlijk verloop mits dit op werkgeversniveau (niet op sectorniveau) wordt gerealiseerd. De extra subsidie 'jonge leerkrachten" zal hierbij ter overbrugging worden ingezet. - 17 - A: Toelichting op onderdelen van het jaarverslag Govers Ondmvijs Accountants Eindhoven
1. Bestuursverslag S.V.O.U. Toelichting meerjarenbalans. De kengetallen laten ook in een meerjarenperspectief een gezonde financiële-/financieringsstructuurzien. Het uit de risico-inventarisatie voortgekomen minimaal aan te houden niveau van reserves is ruimschoots aanwezig. De door de gemeente in 2013 toegekende middelen ter realisatie van gedeeltelijke nieuwbouw voor de sector HAVO/VWO zullen door het UC worden aangevuld ten behoeve van investeringen in duurzaamheidsmaatregelen die de komende jaren worden terugverdiend door besparingen op energie en onderhoud. Deze investeringen zullen vooralsnog niet tot activering leiden. Afhankelijk van het soort maatregelen kan bij de realisatie alsnog voor activering gekozen worden. Tevens zal deze nieuwbouw in het verleden uitgestelde investeringen in inventaris vergen. Deze liquiditeit is in voldoende mate aanwezig en ook in de exploitatie is hier rekening mee gehouden. In 2013 is een nieuw meejarenonderhoudsplan opgesteld, met de jaarlijkse dotatie en de onttrekkingen is rekening gehouden zodat de kwaliteit van de gebouwen(behoudens het te vervangen gebouw) op voldoende niveau gehouden kan worden. -18- A: Toelichting op onderdelen van het jaarverslag
1. Bestuursverslag S.V.O.U. 1.14 Bestuur en Instelling De Samenwerkingsstichting stelt zich ten doel het doen geven van voortgezet onderwijs één en ander op grondslag van samenwerkingsonderwijs, welk onderwijs toegankelijk is voor leerlingen van alle gezindten en stromingen. Onder de stichting ressorteert het Udens College een brede scholengemeenschap bestaande uit de sectoren havo/vwo en vmbo. Het Bestuur De samenstelling van het bestuur per 31 december 2013 is als volgt: Directeur/Bestuurder Nevenfuncties De Instelling Naam Adres Postcode/plaats Postadres Postcode/plaats Brinnummer Telefoonnummer Faxnummer E-mail adres Website Directeur/Bestuurder Directeur Bedrijfsvoering (Contactpersoon) Telefoonnummer contactpersoon E-mailadres contactpersoon De heer W.H. Sporken, MME Voorzitter dorpsraad Olland Udens College Schepenhoek 203 5403 GB UDEN Postbus 108 5400 AC Uden 06 HF 0413-283000 0413-331829 info@udenscolleqe.nl www.udenscolleqe.nl De heer W.H. Sporken De heer M.H.W. Spierings 0413-283000 infotsjudenscolleqe.nl -19- A: Toelichting op onderdelen van het jaarverslag Govers Ondöftvijs Accountants Eindhoven
A2. Raad van Toezicht S.V.O.U 1.1 Verslag toezichthouder Vanaf 1 januari 2010 heeft het Udens College een bestuursstructuur met een Raad van Toezicht. In deze structuur is de directeur bestuurder (bestuurder) belast met het besturen van de stichting en de school en houdt een Raad van Toezicht (RvT) daar toezicht op. Bij de uitoefening van de goedkeuringsfunctie en de toezichtsfunctie heeft het vastgestelde toezichtskader daadwerkelijk als referentiekader gediend. Verder is het toezichtskader functioneel gebleken voor de jaarplanning van het overleg tussen de RvT en de bestuurder. Het informatieverkeer tussen de bestuurder en de RvT is verlopen volgens de daarvoor vastgestelde afspraken. "Vensters voor Verantwoording" en de benchmark Voortgezet Onderwijs ORION-scholen zijn hierbij zeer functioneel gebleken. De RvT heeft verder in zijn informatiebehoefte voorzien door een jaarlijks gesprek met de sectordirecties en de MR. Ook laat de RvT zich jaarlijks, vooraf aan de bespreking van de jaarrekening, informeren door de accountant. De vergaderingen van de RvT zijn volgens de vooraf geplande agenda verlopen. Er is voldoende ruimte voor gedachtenwisseling. Bij deze vergaderingen is de bestuurder vrijwel steeds aanwezig geweest, hetgeen als functioneel is ervaren. Twee vergaderingen hebben deels plaatsgevonden zonder de aanwezigheid van de bestuurder, waarvan één keer in aanwezigheid van de accountant. De belangrijkste thema's die tijdens de vergaderingen aan de orde zijn geweest, waren: - Voortgang in de uitvoering van het strategisch beleidsplan. - Financiële stukken, waaronder jaarverslag, begroting en periodieke rapportages. - De benchmark die binnen Orion in samenwerking met de accountant is opgesteld. Deze heeft een bijdrage geleverd aan de toezichthoudende rol door vergelijkingen tussen scholen/besturen mogelijk te maken en het Udens College te positioneren in het onderwijsveld. - Samenstelling van de Raad van Toezicht in verband opvolging van een lid en herbenoeming van twee leden, waaronder de voorzitter. - De voortgang van het onderwijs, waarbij ondermeer aan bod kwamen de doorstroom van leerlingen, analyses aan de hand van gegevens uit Vensters voor Verantwoording en Inspectierapportages en de resultaten uit het binnen het UC ontwikkelde cohortenonderzoek. - De voortgang in besprekingen met de gemeente Uden in het kader van adequate huisvesting voor de locaties waaronder de nieuwbouw aan de Schepenhoek. - Bepaling van de kaders en uitgangspunten alsmede het in gang zetten van de wervingsprocedure voor een nieuwe bestuurder in verband met de aanstaande pensionering van de huidige bestuurder. De Raad van Toezicht heeft in 2013 vijf maal tezamen met de directeur bestuurder vergaderd. aan de vergadering heeft agendaoverleg plaatsgehad tussen de voorzitter van de RvT en de directeur bestuurder. De voorzitter en een lid van de RvT hebben als werkgever een functioneringsgesprek met de directeur bestuurder gevoerd, waarvan een terugrapportage in de Raad heeft plaatsgevonden. De Raad van Toezicht heeft in 2013 onderstaande besluiten genomen: Nummer Omschrijving B2013 febr De RvT stelt vast dat bij ongewijzigd beleid de meerjarenbegroting een structureel tekort laat zien en geeft bestuur opdracht aanpassing hierop door te voeren. B2013 april De Raad van Toezicht stemt in met het in stand houden van de bestemmingsreserve van 3,5 min. Uit hoofde van gedefinieerde risico's. B2013 april Dhr. T. van Kleef wordt benoemd tot vice-voorzitter van de Raad van Toezicht. B2013 juni De Raad van Toezicht keurt de jaarrekening 2012 en daarmee ook de resultaatbestemming goed. De voorzitter verleent decharge aan de bestuurder. B2013 sept Dhr. Van Gulick wordt benoemd als lid van de Raad van Toezicht B2013 sept De RvT gaat akkoord met het besluit van het directieoverleg om naar een éénhoofdige sectordirectie toe te werken. B2013 nov De Raad van Toezicht stemt in met de verkoop van de in memo beleggingen d.d. 5-11-13 genoemde beleggingsportefeuille. B2013 dec De Raad van Toezicht keurt de begroting 2014 goed. 20 - B: Jaarrekening Govers Ond( Lijs Accountants Eindhoven