Pedagogisch kader kindercentra 4-13 jaar



Vergelijkbare documenten
Diensten van het NJi. Website

Inhoud van de ochtend

Keuzedeel mbo. BSO 8 tot 12 jaar. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0611

Kwaliteitsvisie kinderopvang voor pedagogisch medewerkers en gastouders

Pedagogisch beleid Flexkidz

Samen op ontdekkingsreis

De waarde van de buitenschoolse opvang. Hoofdstuk 9

Smart Competentiemeting BSO

Pedagogische kwaliteit. Hoofdstuk 8

Pedagogisch kader kindercentra 4-13 jaar

Samenvatting pedagogisch beleid Kinderopvang Natuurlijk. Doel Doelstelling Doelgroep

3 Interview locatiemanagement

Kennismaking op de Buitenschoolse Opvang (BSO) Kennismaking op de Buitenschoolse Opvang. Kindercentra De Roef

Een brede Kinderopvang

Inhoud en opzet in vogelvlucht

Kinderopvang 0-4 en peuteropvang

Inspectierapport IKC De Bosmark (BSO) Europastraat 10a 7091 XC DINXPERLO Registratienummer

Kids2b. Een koffer vol bagage. Kleine kinderen worden groot. REIS vormt de kern van ons handelen; RES PEC VOOR. Het pedagogisch beleid

Samen op ontdekkingsreis

Beleidsplan buitenschoolse opvang (BSO) Zo Kinderopvang

2 Algemene doelstelling en visie

Activiteitenbeleid 2013

Pedagogisch werkplan BSO Bussloo

Impressie bijeenkomst 9 maart 2015 met vertegenwoordigers uit de regionale samenwerkingsverbanden

Bijlage 1: Deelnemers Pedagogenplatform 6 Bijlage 2: Profiel deelnemers Pedagogenplatform 7

Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam

Basiskwaliteit Voorschool VVE Zaanstad CRITERIA PROFESSIONELE COMPETENTIES VOOR MEDEWERKERS, TEAM EN ORGANISATIE

Inspectierapport. BSO Mirakel Populierenlaan (BSO) Populierenlaan SN Amstelveen Registratienummer:

VERDER IN LEREN STRATEGISCH BELEIDSPLAN PUBLIEKSVERSIE

SAMEN VOOR GEZOND DE KRENTENMIK HET SPECTRUM HET SPECTRUM. Integraal kindcentrum voor onderwijs en opvang. Hofsingel Wilhelminastraat Boslaan

IKC Het Balkon. Kwaliteitsonderzoek. voorschoolse educatie

Verlengde leertijd en educatieve samenhang. OBS De Boog te Rotterdam

Inspectierapport BSO Camelot (BSO) Gedempte Gracht BA Zeewolde Registratienummer

Uw kind in vertrouwde handen. Kinderopvang van 0 t/m 12 jaar

Pedagogisch werkplan BSO Erve Hooyerinck

Het ontmoetingspunt voor groot en klein. Locatie Zwijsenstraat

Pedagogisch beleidsplan Integraal Kindcentrum de Weide

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de

SKH Zonnelicht. Pedagogisch beleid: liefde, licht, lucht

Pedagogisch beleidsplan

Stichting Kinderopvang Alkmaar. Pedagogisch Beleid. Peuterspeelzalen

Pedagogische kwaliteit in beweging

Inspectierapport SKSG Bengelhuus (KDV) (KDV) Noorderweg 61c 9804RL Noordhorn Registratienummer

Kindervergadering Zo gaat het bij ons!

Handleiding voor de Groepsmeter Sociale Contacten

Pedagogisch beleid. BSO De Kleine Planeet

Samenwerking. Betrokkenheid

Convenant Kindcentra

Pedagogisch beleid Kinderopvang Haarlem Spelend Groeien

Inspectierapport De Notedop - Beukenoot (BSO) Peppelkade AK HOUTEN Registratienummer

Appendix bij Pedagogisch Beleidsplan voor Buiten Schoolse Opvang

Handout Hoe worden wij een integraal kindcentrum?

Pedagogisch beleid Gastouderbureau Nederland

Leerdam, 17 februari Betreft: aanvraag financiële ondersteuning ontwikkeling Integraal KindCentrum van 0-13 jarigen in Leerdam.

Inspectierapport Christelijke Buitenschoolse opvang Joy (BSO) Beethovenlaan BW ZWOLLE Registratienummer

Inspectierapport de Paddestoel (BSO) Anthuriumsingel NZ BERKEL EN RODENRIJS Registratienummer

Dr. Ellen Luteijn GZ psycholoog en werkzaam bij Kentalis. NVA Congres 2013

Inspectierapport PSZ Reeshoeve (PSZ) Langendijk 30b 5043NE TILBURG

Kindercentrum 2Bevers is gelegen in Houtwijk en maakt onderdeel uit van de Koos Meindertsschool. 2Bevers is geheel op de parterre gelegen.

Inspectierapport. Buitenschoolse Opvang Villa Newton (BSO) Newtonstraat HE Amsterdam Registratienummer:

Pedagogisch beleidsplan buitenschoolse opvang het Zwammeke

Inspectierapport BSO Willem van Oranje (BSO) Kobaltstraat AL APELDOORN Registratienummer

Leren & Leven in het Kindcentrum

Inspectierapport Violinde (BSO) Vliepad EL HARDERWIJK Registratienummer

Pedagogisch management in de kinderopvang. Michel Vandenbroeck (red.)

Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen

Samenvatting jaarrapportage kinderopvang 2015.

1. Kinderopvang Friesland: Visie en kwaliteit. 2. Kinderopvang Friesland en Thomas Gordon. 3. Kinderopvang Friesland en opvoeden

Pedagogisch beleidsplan kort

Pedagogische Visie en Beleid

Inspectierapport de Stoere Stapjes (BSO) Händelstraat GH Utrecht Registratienummer

Pedagogisch werkplan BSO De Toermalijin het Rooster

Aandacht, affectie, waardering, respect en ondersteuning.

Inspectierapport Doomijn peuterspeelzaal Sportlaan (KDV) Sportlaan PG ZWOLLE Registratienummer

Voor een warme kindertijd en een krachtige toekomst!

Pedagogisch Beleid. Nanny Association

Inspectierapport Burgt Actief Vest (BSO) Blekersdijk LG DORDRECHT Registratienummer

kinderdagopvang peutergroep basisschool bso alles in huis voor kinderen van 0 tot 13 jaar

Het Kindcentrum Informatie voor professionals

Inspectierapport Jabadoe Kinderopvang (BSO) De Vesting GL STEENWIJK Registratienummer

Wensen en verwachtingenavond basisschool de Lage Weide

Hoe kijken wij naar kinderen? Pedagogisch beleid

Het Pedagogisch Beleidsplan

Inspectierapport Kindcentrum Impuls (KDV) Talmaplantsoen CR ZWIJNDRECHT Registratienummer

Informatiebrochure Hoera Maasbree. Locatie de Violier, peuters

Powered by: Kindercampus King Dit zijn wij. En hier staan we voor!

Ruimte om te groeien. Oranje Nassau Pedagogisch werkplan. Buitenschoolse Opvang. Ingangsdatum: April 2016.

Inspectierapport Het Buitenschoolse Net, Locatie Landkaartje (BSO) Rusheuvelstraat JH OSS Registratienummer

Inspectierapport BSO Pikobello (BSO) Acacialaan GD RHENEN Registratienummer

Aanbod Buitenschoolse Opvang SpelenderWijs IJsselgraaf. Algemeen

Inspectierapport De Hobbit (BSO) Texandrilaan HR APELDOORN Registratienummer

Pedagogisch fundament. handboek ikc leeuwarden

Uitgangspunt: De indeling van de basisgroepen, instructiegroepen en units behoort tot de bevoegdheid van de school.

Inspectierapport Noorderlicht (vrije school Mareland) (BSO) Maresingel HA LEIDEN Registratienummer

5 pedagogisch medewerkers

A. Kinderparticipatie in beleid door BSO De stal Liemeer

KLEINE MENSEN GROTE WENSEN

Pedagogisch beleid Kidscasa

1 SEPTEMBER 2015 PEDAGOGISCH BELEID KINDEROPVANG SKW

Inspectierapport KOM.MIJN (BSO) Prins Frederikstraat 67c 5951BR BELFELD Registratienummer

Transcriptie:

Pedagogisch kader kindercentra 4-13 jaar Wat zijn wij van plan? Verantwoording van inhoud en opzet door het projectteam, bestaande uit Josette Hoex en Liesbeth Schreuder, Nederlands Jeugdinstituut te Utrecht Marianne Boogaard en Ruben Fukkink, SCO-Kohnstamm Instituut/UvA te Amsterdam Deze tekst is een bewerking van het projectplan zoals dat in januari 2009 is voorgelegd aan Bureau Kwaliteit Kinderopvang. Voor de actuele stand van zaken, zie elders op deze website! 1 Onze visie op buitenschoolse opvang We staan eerst stil bij de vier functies van de buitenschoolse opvang en het aanbod dat elk centrum voor buitenschoolse opvang zou moeten doen. Vervolgens komen de profileringmogelijkheden aan de orde. Wij eindigen deze paragraaf met onze visie op de relaties tussen buitenschoolse opvang en partners en mogelijke toekomstige ontwikkelingen. Deze visie zal terug te vinden zijn in het Pedagogisch kader kindercentra 4-13 jaar N. Vier functies De buitenschoolse opvang heeft vier belangrijke functies voor kinderen en hun ouders: 1. Vervangen van de thuissituatie 2. Vrijetijdsbesteding 3. Opvoeden tot participatie 4. Samen met de ouders opvoeden De eerste functie: vervangen van de thuissituatie Ouders zijn vanwege werk of studie niet beschikbaar. De buitenschoolse opvang zorgt daarom voor een tweede thuis, met een huiselijke sfeer waarin elk kind gezien en gekend wordt en persoonlijke aandacht krijgt. Deze functie wordt vervuld in de vorm van voorschoolse opvang (vso), naschoolse opvang (nso) en opvang tijdens schoolvakanties en studiedagen. De tweede functie: vrijetijdsbeleving Buitenschoolse opvang is vrije tijd van kinderen. Het belangrijkste kenmerk van vrije tijd is dat kinderen vrije keuze hebben in en eigen initiatief kunnen nemen voor hun spel en activiteiten N Omdat niet iedere bso in een centrum zit, spreken we in dit stuk verder over het Pedagogisch kader kindercentra 4 13 jaar. 1

Vrij spelen alleen is een te mager aanbod. Georganiseerde activiteiten (sporten, samen muziek maken, etc.) en uitstapjes in de wijk (bibliotheek, speeltuin, park etc.) zijn een noodzakelijke aanvulling op het vrije spel. De derde functie: Opvoeden tot participatie Opvoeden tot maatschappelijke participatie wordt de laatste tijd weer meer onderkend. De opvoeding is in de laatste decennia te veel gericht geweest op individuele ontplooiing. Kinderen doen in de buitenschoolse opvang ervaringen op die van belang zijn voor hun deelname aan de maatschappij. Zij leren er functioneren in een groep: spelen met kinderen met verschillende achtergronden, samen overleggen en conflicten oplossen, oefenen met verschillende groepsrollen (leiden en volgen), incasseren van verlies, verantwoordelijkheid nemen, meedenken over omgangsregels, enzovoorts. De vierde functie: Samen opvoeden met de ouders Het geeft kinderen een gevoel van veiligheid als hun ouders vertrouwen hebben in de pedagogisch medewerkers. Daarvoor is formeel (vaste gespreksmomenten) en informeel contact (een praatje bij brengen en halen) nodig. Het uitwisselen van over de ontwikkeling en opvoeding van het kind is voor veel ouders bovendien een prettige steun in de rug. Omgekeerd kunnen 0uders ook hun ideeën over opvoeding meegeven aan de buitenschoolse opvang. Basisaanbod en profilering Werken aan deze vier functies leidt tot: - een vrijetijdsaanbod bestaande uit vrij spel en georganiseerde activiteiten; - in een huiselijke setting; - met aandacht voor elk individu en voor het functioneren van de groep als geheel; - in samenspraak met de ouders. Elke voorziening voor buitenschoolse opvang moet deze elementen in haar aanbod opnemen. Dit vormt het basisaanbod. De grote leeftijdsrange (4-13 jaar) in de buitenschoolse opvang vraagt daarbij om differentiatie van het basisaanbod per leeftijdsgroep. - Kinderen van 4 en 5 jaar hebben vooral behoefte aan rust en vrij spel in kleine groepjes. - Vanaf 6 jaar krijgen de kinderen meer belangstelling voor het leren van allerlei vaardigheden. Voor het aanleren van sociale regels in de omgang met leeftijdgenoten is de leeftijd van 6-9 jaar ideaal. - Vanaf een jaar of 8 komen de kinderen in de fase van het sluiten van vriendschappen en spelen zij graag met leeftijdgenoten van de eigen sekse. - En vanaf 10 jaar begint de identiteitsontwikkeling centraal te staan. Het basisaanbod met leeftijdsdifferentiatie is een gegeven in het Pedagogisch kader kindercentra 4-13 jaar. Het is mogelijk om eigen accenten te leggen in dit basisprogramma. Welke accenten dat zijn, is afhankelijk van de wijk, ligging, soort kinderen en specifieke afspraken met de basisschool, gemeente of sportvereniging. We noemen enkele voorbeelden waarbij eigen profilering mogelijk of wenselijk is: - In een achterstandswijk kan de bso meer nadruk leggen op het geven van stimulansen voor de ontwikkeling of talenten; - In een bso met veel kinderen met gedragsproblemen zal men zich toeleggen op de aanpak van de gedragsproblematiek en wellicht een plus-bso worden (naar analogie van de plus-scholen); 2

- In een wijk met spanningen tussen verschillende etnische groepen, kan de buitenschoolse opvang een programma voor conflicthantering invoeren; - Een bso in een landelijke omgeving kan het buitenspel en natuurbeleving als spil van het aanbod nemen: de boerderij-bso. En de bso bij de sportvereniging kan zich specialiseren tot sport-bso. Diverse profileringmogelijkheden maken onderdeel uit van het Pedagogisch kader kindercentra 4-13 jaar. De positie van de basisschool en andere samenwerkingspartners De buitenschoolse opvang deelt de zorg voor het kind overdag met de school, ieder vanuit de eigen opdracht/functie. Wij beschouwen de basisschool als de belangrijkste partner van de buitenschoolse opvang. Kinderen en hun ouders hebben belang bij goede afspraken tussen school en bso, omdat dat bijdraagt aan een pedagogische doorgaande lijn. Die afspraken kunnen van heel verschillend niveau zijn: van een samenhangend dagprogramma tot alleen wederzijdse duidelijkheid over pedagogische doelen. Wat mogelijk is, hangt mede af van het aantal scholen waarvoor de bso werkt. - De bso die met één school samenwerkt, kan uitkomen op een samenhangend aanbod en taakverdeling op pedagogisch-didactisch terrein. - De bso die voor meer dan één school werkt kan intensieve samenwerking niet waarmaken. Wel kunnen dan per school bijvoorbeeld afspraken over de aanpak van zorgkinderen gemaakt worden. Gezien de toename van het aantal kinderen dat van buitenschoolse opvang gebruik maakt, ontstaan er steeds meer vaste combinaties tussen één à twee basisscholen en één centrum voor buitenschoolse opvang. In een brede school moet ons inziens de buitenschoolse opvang de belangrijkste partner zijn voor de vormgeving van het naschoolse aanbod voor alle kinderen van de school. Zij kunnen samen met de bredeschoolcoördinator de afspraken maken met welzijns- en vrijetijdsorganisaties. De inhoudelijke samenwerking met de basisschool is onderdeel van het Pedagogisch kader kindercentra 4-13 jaar. Buitenschoolse opvang speelt zich allang niet meer af tussen vier muren. Kinderen maken ook gebruik van andere voorzieningen in de buurt. Het welzijnswerk, vrijetijdsorganisaties (waaronder sportorganisaties) en jeugdzorg zijn partners van de buitenschoolse opvang, waarmee afspraken gemaakt kunnen worden over het programma of de begeleiding van de kinderen. Samenwerken met deze partners is onderdeel van het Pedagogisch kader kindercentra 4-13 jaar. Toekomstige ontwikkelingen Wij schetsen nog enkele t0ekomstbeelden voor de buitenschoolse opvang. Hierbij hebben we ook de ontwikkelingen in Zweden en Engeland bestudeerd. Wij voorzien zes relevante ontwikkelingen in de eerstkomende tien jaar: - Buitenschoolse opvang wordt een normaal onderdeel van de dag voor het merendeel van de kinderen, maar wel op parttime basis (2 à 3 keer per week); - Basisscholen vragen van de bso niet alleen een opvangaanbod, maar ook inhoudelijke samenwerking in pedagogisch-, educatief-, gezondheidsbeleid en de aanpak van zorgkinderen; - Op scholen ontstaan teams (leerkrachten en pedagogisch medewerkers) die samen de schooldag vormgeven; - De scheiding tussen buitenschoolse opvang en buitenschoolse activiteiten vervaagt. Brede scholen doen steeds meer één aanbod voor alle kinderen; - Er komt een sterker onderscheid tussen het aanbod voor 4 10 jarigen en het aanbod voor 10+; 3

- Traditionele schooltijden komen ter discussie te staan. Dit gaat met name over de lengte tussen de middag. Die kan verkort een integraal onderdeel van de schooldag worden, of verlengd en daardoor een integraal onderdeel van de buitenschoolse opvang zijn. Het Pedagogisch kader kindercentra 4-13 jaar houdt rekening met deze ontwikkelingen. 2 De functie van het Pedagogisch kader kindercentra 4-13 jaar De drie belangrijkste functies van het Pedagogisch kader zijn: 1. Houvast voor pedagogisch medewerkers; 2. Presentatie naar de basisscholen en andere partners; 3. Een basisdocument voor gebruik in MBO/HBO-opleidingen. - Houvast Het Pedagogisch kadermoet in de eerste plaats een houvast bieden voor het invullen en uitvoeren van het aanbod van de buitenschoolse opvang. Beleidskeuzes kunnen worden gebaseerd op informatie uit het Pedagogisch kader; ideeën voor het concrete handelen van de pedagogisch medewerkers zijn te vinden in inspirerende praktijkbeschrijvingen en voorbeelden. Het Pedagogisch kader schrijft niet voor wat er moet gebeuren, maar laat zien wat er mogelijk is. Het verheldert de doelen van het werk, biedt inspiratie, geeft richtlijnen en voorbeelden. Het biedt mogelijkheden voor (gezamenlijke) reflectie op en verbetering van het eigen handelen. - Visitekaartje Het Pedagogisch kader laat zien wat de buitenschoolse opvang te bieden heeft. Dat is vooral belangrijk voor de basisscholen, waarmee de buitenschoolse opvang een intensieve samenwerkingsrelatie moet opbouwen. Het Pedagogisch kader kan uitgangspunt worden voor samenwerking en afstemming met diverse partners en het brede schooloverleg in gemeenten. - Basisdocument voor opleidingen Het is voor het werkveld belangrijk als in de initiële opleidingen al aandacht is besteed aan het Pedagogisch kader. De pedagogisch medewerkers komen dan al met basale kennis binnen. Het Pedagogisch kader moet dus geschikt zijn als input voor lessen/lesmateriaal. Andere uitgangspunten bij het schrijven van het Pedagogisch kader: - Het biedt keuzemogelijkheden (profielen) en biedt aanknopingspunten voor pedagogisch beleidsplan per organisatie voor buitenschoolse opvang; - Het biedt mogelijkheden voor een doorgaande lijn in het pedagogisch beleidsplan 0-12 jaar: van belang voor de organisaties voor kinderopvang die zowel 0-4 jarigen als 4-13 jarigen opvang bieden; - Het sluit aan bij de huidige situatie van de buitenschoolse opvang, maar biedt ook perspectieven voor de toekomstige situatie; - Het sluit aan bij grootschalige voorzieningen (meer dan 80 kinderen per dag), maar ook op de reguliere ( 2 a 3 groepen) en kleinschalige (1 groep) bso; - Het kan in het dagelijkse werk gebruikt worden door de pedagogisch medewerkers en de locatiemanagers. Voor het hogere management is het bruikbaar bij het opstellen van het pedagogisch beleidsplan, het aangaan van samenwerkingsverbanden of het opstellen van scholingsplannen/ implementatieplannen; 4

- De rol van het projectteam is die van: ordenaar, verdieper, penvoerder en coördinator. - De inhoud weerspiegelt de consensus over de kwaliteit die geboden moet worden. Bij gebrek aan consensus wordt aangegeven dat er verschillende visies leven. - Gedurende het hele proces wordt er gelegenheid gegeven voor input voor en commentaar op de teksten door de sector op diverse niveaus. Het Pedagogisch kader moet een goed ingedeeld en tamelijk beknopt document zijn, dat gebruikt kan worden voor het opzoeken van bepaalde onderwerpen, maar ook als geheel gelezen kan worden. Teksten worden afgewisseld met kaders met tips. Door indelingen consequent te hanteren in de verschillende delen streven we naar een duidelijke structuur. De tekst wordt geschreven in een toegankelijke stijl, toegesneden op de doelgroep. Foto s, tekeningen en ander illustratiemateriaal worden eventueel door Bureau Kwaliteit Kinderopvang in een volgend stadium toegevoegd. 3 Relatie met het Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar Het Pedagogisch kader kindercentra 4-13 jaar zal in opzet aansluiten bij het Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar. Wel zal zullen er inhoudelijke verschillen zijn, omdat het om een andere leeftijdsgroep en een ander soort aanbod gaat. Een gedeeld uitgangspunt zijn de vier pedagogische doelen uit de Wet Kinderopvang. Ook het kwaliteitsmodel van Riksen-Walraven dat de kwaliteitscriteria in kaart brengt om aan deze vier doelen te werken, is een gemeenschappelijk kader voor de beide documenten. De ordening van het Pedagogische kader kindercentra 0-4 jaar in twee vragen - wat willen we bereiken bij kinderen en wat moeten we daarvoor doen- wordt overgenomen. De basisfilosofie van het Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar (een keuze voor open stimulering, aansluitend bij het individuele kind, zonder strakke formele invulling en vooropgezette leerdoelen, invloed van de Russische pedagoog Vijgotsky) zal ook in het Pedagogisch kader kindercentra 4-13 jaar gebruikt worden. Deze basisfilosofie komt overeen met de opinie van ouders, kinderen en deskundigen over goede buitenschoolse opvang zoals die in recent onderzoek naar voren is gekomen (Chillen, gamen, skaten, Boogaard, Fukkink & Felix, 2007). Naast Bureau Kwaliteit Kinderopvang als opdrachtgever, zal ook het Landelijk Pedagogenplatform Kinderopvang in alle fasen van het project betrokken worden als informant, discussiepartner en commentator. Wij beschouwen het Pedagogenplatform als gezaghebbend op pedagogisch terrein, maar ook als vertegenwoordiging van werkers in de sector. Organisaties waaronder JSO en andere CMO s met relevante expertise zullen via opdrachten meewerken aan het Pedagogisch kader. 4 Theoretisch kader Belangrijk uitgangspunt is de Wet Kinderopvang met vier belangrijke pedagogische doelen: - Emotionele veiligheid: ook gezelligheid en sfeer; - Persoonlijke competentie: ontwikkeling van het kind door een uitdagend en gevarieerd vrijetijdsaanbod met vrije keuze; 5

- Sociale competentie: ontwikkeling van de sociale vaardigheden door sociale contacten met andere kinderen en pedagogisch medewerkers, samenspel, vriendschappen en participatie; - Overdracht van normen en waarden: structuur, regels, opvoeding, kinderparticipatie. Het kwaliteitsmodel van Riksen-Walraven (NCKO) heeft op basis van wetenschappelijk onderzoek de kwaliteitscriteria in kaart gebracht om aan deze vier doelen te werken. Deze criteria zijn onderscheiden in randvoorwaarden (ruimte enzovoort) en procesvariabelen (interactievaardigheden enzovoort). De belangrijkste kwaliteitsfactor zijn zes ondersteunende interactievaardigheden van de pedagogisch medewerkers : emotionele ondersteuning geven, respect tonen voor autonomie van kinderen, structuur aanbrengen, uitleg geven, ontwikkeling stimuleren en begeleiden van sociale contacten in de groep. Maar ook organisatietalent, overzicht en overwicht houden behoren tot de onmisbare vaardigheden om het aanbod voor schoolkinderen vorm te geven. Het belang van deze doelen voor de buitenschoolse opvang is recent onderstreept in een brede inventarisatie onder ouders, kinderen, leidinggevenden, pedagogisch medewerkers en deskundigen. Diverse betrokkenen onderstreepten het belang van de sociale ontwikkeling. Persoonlijke ontwikkeling op andere vlakken is eveneens belangrijk, maar moet geen schoolse invulling krijgen. Een interessante uitkomst van het onderzoek is dat de invulling van de doelen verschuift naarmate de kinderen ouder worden. Zo moet voor de jongste kinderen vooral emotionele veiligheid worden geboden, liefst in een rustige omgeving zoals thuis. Hier ligt een belangrijk raakvlak met de dagopvang voor 0-4 jaar. Voor de oudere kinderen zijn de sociale ontwikkeling en een uitdagend activiteitenaanbod van belang. De uitkomsten uit dit rapport bieden aanknopingspunten voor het Pedagogisch kader kindercentra 4-13 jaar. Het SCO-Kohnstamm Instituut werkt (deels in samenwerking met het Nederlands Jeugdinstituut; in opdracht van het ministerie van OCW) aan de ontwikkeling en eerste validering van een meetinstrument van de kwaliteit in de buitenschoolse opvang. De kwaliteitsaspecten worden beoordeeld op een aantal niveaus. Andere recente bronnen Theorievorming heeft ook plaatsgevonden in de volgende publicaties: - Rechten van kinderen in de BSO (Pedagogenplatform, 2005). Het Landelijk Pedagogenplatform Kinderopvang heeft acht pedagogische uitgangspunten geformuleerd die als kenmerkend worden beschouwd voor vorm en inhoud van het aanbod. - School met vijf O s (Schreuder, Valkestijn, Mewissen. SWP/NJi 2008). Op basis van interviews met sleutelfiguren, praktijkonderzoek en studies uit Nederland, Engeland en Zweden wordt de pedagogisch-didactische samenhang beschreven tussen buitenschoolse opvang en (brede) school. - Groepsleidster buitenschoolse opvang. Hattum, M. van & Haterd, J. van de (NIZW 2006). In een beroepsprofiel worden competenties onderscheiden voor het werken in de buitenschoolse opvang (mbo-niveau). Dit document is door Calibris ook vertaald naar het initiële beroepsonderwijs. - Tis knap lastig. Hoex en Kunseler (SWP/NJi, 2008). Hoe kan groepsleiding in de buitenschoolse opvang omgaan met kinderen met lastig gedrag. Dit was een samenwerkingsproject met oudervereniging Balans. Alle genoemde bronnen zijn leidend voor de invulling van het Pedagogisch kader kindercentra 4-13 jaar. Daarnaast wordt theorie bestudeerd op het gebied van de groepsdynamica in relatie tot schoolkinderen en pedagogische methoden en deze kennis invoegen. Curricula uit Scandinavische landen, Frankrijk, Engeland en Amerika leiden wellicht nog tot uitbreiding van het theoretisch kader. 6

5 Opzet en inhoud van het Pedagogisch kader kindercentra 4-13 jaar Het Pedagogisch kader zal gaan bestaan uit de volgende onderdelen: - Inleiding Hierin schetsen we het doel van dit Pedagogisch kader en de relatie met het Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar. Daarnaast komen aan bod: o De functies en positie BSO; o De huidige situatie en toekomstvisie op BSO. We eindigen met een schema ter ondersteuning van de lezer, zoals dat ook gebeurde in het Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar. - Basiskennis / theorie In het theoretische gedeelte onderscheiden we pedagogische doelen (Wat moet de bso bereiken?) en pedagogische middelen (Wat kun je daarvoor gebruiken?). Een samenvattend schema dient als aanknopingspunt voor het maken van het pedagogische beleidsplan van de organisatie. Het doel van dit eerste deel is om de lezer theoretische kennis mee te geven die hij/zij nodig heeft om te reflecteren op het werk in de buitenschoolse opvang. Een deel van deze basiskennis is tijdloos (bv ontwikkelingspsychologie), terwijl andere kennisgebieden worden ingevuld door de ideeën van dit moment. (bv. het wettelijk kader). - Basisaanbod / praktijk In het tweede deel beschrijven we thema s die elk centrum voor buitenschoolse opvang tegenkomt bij een aanbod om de vier pedagogische doelen te bereiken. Bij het uitwerken van alle onderwerpen wordt specifieke aandacht besteed aan kwetsbare kinderen (inclusief achterstand), verschillen tussen jongens en meisjes, omgaan met diversiteit en verschillende leeftijdsgroepen. Dit principe geldt overigens voor alle onderdelen van het document. Het doel van dit deel is de beschrijving van de inhoud van het werk op de buitenschoolse opvang. De pedagogisch medewerker en locatiemanager dienen houvast en inspiratie te krijgen voor hun dagelijkse handelen en aanknopingspunten te zien voor een methodische verbetering van onderdelen van hun werk. De samenwerkingspartner (i.c. de basisschool) kan nalezen hoe er gewerkt wordt en daardoor gemakkelijker afspraken maken over afstemming. - Profilering / praktijk In dit deel worden de diverse vormen van specialisatie besproken. Nu steeds meer centra voor buitenschoolse opvang samenwerking zoeken met en aansluiten op de mogelijkheden die in de wijk of directe omgeving aanwezig zijn, zullen er meer profielen ontstaan. Afhankelijk van de inbreng van de diverse experts, zullen nieuwe onderwerpen worden toegevoegd. Doel van dit deel is om de centra voor buitenschoolse opvang te steunen bij het inrichten van hun eigen profiel. - Mogelijke aanvullingen Wegwijzer voor verdere verdieping met verwijzingen naar methoden. In een uitgebreide lijst wordt relevante literatuur genoemd en kort getypeerd zodat lezers die meer informatie zoeken, op weg worden geholpen. Checklist voor praktisch gebruik van het in de eigen kinderopvangorganisatie. De checklist volgt 7

de onderwerpen die in het Pedagogisch kader kindercentra 4-13 jaar behandeld zijn, vraagt na of dit onderwerp naar tevredenheid wordt uitgevoerd en nodigt uit tot reflectie in het team. 6 Samenwerken met het werkveld en overige stakeholders Het werkveld wordt betrokken bij de totstandkoming van het Pedagogisch kader kindercentra 4-13 jaar. Aangezien de pedagogisch medewerkers en het locatiemanagement onze belangrijkste doelgroepen zijn, krijgen zij prioriteit in onze overleggen. We zullen hierbij dankbaar gebruik maken van ons netwerk in de buitenschoolse opvang. Openstaan voor ideeën van organisaties die we nog niet kennen, is echter ook de bedoeling. Daarnaast wordt in de eerste fase van het project overlegd met diverse stakeholders, waarvan de basisscholen en de MBO-opleidingen het belangrijkste zijn. Een divers samengestelde klankbordgroep zal het hele project begeleiden. Voor een aantal belangrijke onderwerpen worden speciale werkgroepen (expertisegroepen) ingesteld in een vroege fase van het project. De werkgroepen komen verschillende keren bijeen om alle expertise bijeen te voegen en als huiswerk verschillende aanwijzingen uit te proberen in de eigen groep. De conceptteksten worden voorgelegd aan diverse gremia met het verzoek om inhoudelijk commentaar. Wij zullen niet werken met schrijfgroepen zodat we de schrijfstijl en de afstemming met andere onderdelen kunnen bewaken. 7. Taakverdeling en planning Het Nederlands Jeugdinstituut is opdrachtnemer, coördinator, en eindverantwoordelijk voor het project in alle fasen. Zij zijn de belangrijkste schrijver bij deel 2 en 3. Het SCO-Kohnstamm Instituut is de belangrijkste schrijver van deel 1. Alle onderdelen worden in gezamenlijk overleg geschreven. Het overleg met werkveld en stakeholders wordt verdeeld. Beide instituten zijn in elke fase van het project betrokken. Door deze verdeling vullen zij elkaars expertise aan. De planning ziet er als volgt uit: - 01 april 2009 tot 01 januari 2010 Bestuderen van materialen, publicaties (binnen en buitenland) en reeds beschreven good practice. Ook het uitvoeren van secundaire analyses op onderzoeksmateriaal hoort hiertoe, evenals de consultatie van wetenschappers. - 01 mei 2009 tot 01 augustus 2009 Opzetten en aan externen voorleggen van het schema waarlangs we het Pedagogisch kader gaan opzetten. De hier voorgestelde opzet is het uitgangspunt, maar waarschijnlijk nog niet het eindplaatje. - 01 mei 2009 tot 01 maart 2010 In gang zetten van de raadpleging van het werkveld, opstellen van vraagstellingen voor de expertisegroepen, consulteren van leesgroepen, organiseren van panelbijeenkomsten. 8

- 01 augustus 2009 tot 01 juni 2010 Schrijven en bespreken van conceptteksten. Wij zullen tegelijkertijd werken aan deel 1 en 2. Deel 3 komt in 2010 aan de beurt. Bewerking JH/ 100909 9