Verkennend bodemonderzoek traject Amsterdam Rijnkanaal Utrecht Centraal, project VleuGel



Vergelijkbare documenten
Nader bodemonderzoek. Amazonedreef 110 te Utrecht

Verkennend bodemonderzoek Weideveld te Bodegraven

Verkennend bodemonderzoek centrumplan Oldebroek

Regionale ligging van de onderzoekslocatie Bijlage I AMSTERDAM Locatie Topografische Dienst Nederland, Emmen Opdrachtgever Schaal Status Gemeente Amst

Historisch onderzoek Harderwijkerweg 134a te Ermelo

Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004

Nader asbestonderzoek in bodem Wolbertsdijk 13 te Wapenveld

: NEN 5740 ONV (onverdacht), NEN 5707 VED-H (Verdachte locatie met diffuse bodembelasting heterogeen verdeeld)

Verkennend bodemonderzoek Horstweg en Eerbeekseweg te Loenen

Bodemonderzoek plangebied Ommen Oost - Noordzijde Otmansweg

Hierbij doen wij u de resultaten toekomen van het nader bodemonderzoek op het sportpark De Koepel te Vught.

Sporen in Arnhem, actualiserend bodemonderzoek

Verkennend bodem- en asbestonderzoek

Verkennend bodemonderzoek Jonasweg 6a/6 te Vaassen

Verkennend bodemonderzoek Beulakerweg 54 Giethoorn

de heer S.P. Schimmel Postbus HB Tiel Geachte heer Schimmel,

Bodemonderzoek op de voormalige stort Brandlichterweg te Denekamp

INDICATIEF BODEMONDERZOEK N857 NUISVEEN TE BORGER

bk bodem pagina 2 van 44 Inhoudsopgave

Ruimtelijke Ontwikkeling en Beheer

VERKENNEND BODEMONDERZOEK ZUIDZIJDE 31 TE ROZENBURG

Engelenweide - Cuneraweg te Rhenen

waterschap roer en overmaas

MILIEUKUNDIG BODEMONDERZOEK LANGS DE PROVINCIALE WEG N618 BOXTEL - SCHIJNDEL 12 APRIL 2017

ACTUALISEREND VOORONDERZOEK LEKDIJK 25 TE AMEIDE GEMEENTE ZEDERIK

1 INLEIDING 2 2 LOCATIEGEGEVENS 3 3 OPZET ONDERZOEK 5 4 UITVOERING ONDERZOEK 6 5 TOETSING EN INTERPRETATIE 9 6 CONCLUSIE 10

BODEMINSPECTIE OP ASBEST aan de Harskamperweg 84 te Harskamp

Rapport. wonen limburg. BP Aan de Kreppel (fase 2) te Heythuysen. Vooronderzoek conform NEN 5725

Historisch onderzoek Fazantlaan 4 te Ermelo

Oriënterend bodemonderzoek asbest demping 355 te Zaandam

2001, RAPPORT: Verkennend bodemonderzoek Dorshout (ong.) te Veghel (Plan Dorsveld) PROJECTNUMMER: B OPDRACHTGEVER: V.O.F.

Tom van Garderen Baarn B.V. te Baarn

VERKENNEND BODEMONDERZOEK. DE HOEF 2, FASE 2 en 3 TE HEESCH GEMEENTE BERNHEZE

Projectnummer: D Opgesteld door: Maurice Meuwissen. Ons kenmerk: :B. Kopieën aan:

Verkennend bodemonderzoek asbest Wissinkbrink & Veldmaat te Haaksbergen

Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn. Nabij J.C. Hoogendoornlaan

INDICATIEVE DEPOTKEURING EN (NADER) ASBESTONDERZOEK TERREIN NUISVEEN 2 TE BORGER

Aanvullend onderzoek demping Zahnstraat 19 te Angeren

2001, RAPPORT: Verkennend bodemonderzoek, Kattestraat te Eindhoven PROJECTNUMMER: B

NADER ASBEST IN GROND-/PUINONDERZOEK. Middelaarseweg 2 Hoevelaken Kenmerk: J. Opdrachtgever: Gemeente Nijkerk. Datum rapport: Status:

Verkennend bodemonderzoek Kamperstraatweg 7 te Kampen

VERKENNEND BODEMONDERZOEK BOUWPLAN AELSERHOF TE ELSLOO

Historisch bodemonderzoek conform NEN 5725

Gemeente Wijk bij Duurstede te Wijk bij Duurstede

ACTUALISATIE BODEMKWALITEITSKAART

Historisch onderzoek Landinrichting Rijssen

ASBEST-BODEMONDERZOEK SLINGELANDSEWEG 17 GIESSENBURG

: M. Scheffers en mevr. G.P.M. Scheffers - de Jong Oliviersweg achter 9A 5061 PL Oisterwijk

Notitie Historisch bodemonderzoek Binderseind te Gemert

Rapport. Nader bodemonderzoek Vennenrode te Goirle. Auteur(s) Opdrachtgever. ing. J.C.M. Lexmond. Woonstichting Leyakkers Postbus AB Rijen

Hierbij ontvangt u de resultaten van het asbestonderzoek ter plaatse van de speeltuin aan de Lunet te Deventer.

VERKENNEND BODEMONDERZOEK. Groenstrook ter hoogte van Maerlant 1 t/m 9 Lelystad Kenmerk: A. Opdrachtgever: Gemeente Lelystad

Bodeminformatie. Vaartweg 123A te Hilversum. Legenda. Wet milieubeheer bedrijven

VERKENNEND BODEMONDERZOEK MIDDENWEG 14 TE HEERHUGOWAARD

VKB 2001/2002 VERKENNEND BODEMONDERZOEK OP HET PERCEEL AAN SCHULPSTET 7, 9 EN 13 TE CASTRICUM. HB Adviesbureau bv

Vooronderzoek Laan van Westenenk 501 (TNO) te Apeldoorn

Vooronderzoek bodem. Uitbreiding Camping Somerse Vennen. Definitief. Grontmij Nederland B.V. Eindhoven, 29 juni GM , revisie c2

Het doel van het aanvullend onderzoek is het verkrijgen van aanvullende informatie over de verontreiniging.

Bodeminformatie. Naarderstraat 55 te Hilversum. Legenda. Wet milieubeheer bedrijven

Verkennend Bodemonderzoek Westluidensestraat 38 e.o. te Tiel

AANVULLEND / NADER BODEM- EN ASBEST IN GRONDONDERZOEK. Park De Waterbron Bergweg / Javalaan Zeist kenmerk PJ Milieu BV: A

Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda

A-PDF Merger DEMO : Purchase from to remove the watermark

Vervolg onderzoek locatie Bredeweg 69 te Randwijk; aanvulling verkennend bodemonderzoek.

Plangebied Lijsterberg te Rhenen. Verkennend bodemonderzoek. Opdrachtgever Gemeente Rhenen Contactpersoon De heer Nico van Dixhoorn

Verkennend bodemonderzoek N298 te Hunnecum

HISTORISCH BODEMONDERZOEK AAN HET JULIALAANTJE 28 TE RIJSWIJK

VERKENNEND BODEMONDERZOEK WESTPOORT TE HEERHUGOWAARD

Bijlage 3 Verkennend grondonderzoek asbest

Uitbreiding begraafplaats Hogeweg te Wamel

Nader asbestonderzoek

Nulsituatie bodemonderzoek Elzenbos te Brummen

Bijlage 1 Verkennend en aanvullend bodemonderzoek asbest in bodem


Verkennend waterbodemonderzoek

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 2 september S. Stoepper

Verkennend en nader bodem- en asbestonderzoek binnen Plangebied Ruitersmolen CV aan de Ruitersmolenweg te Beekbergen

A. Locatie/onderzoeksgegevens. Locatie (adres) :Klein Oord Kadastraal nummer :

VERKENNEND ASBESTONDERZOEK VERDACHTE LOCATIES REGIO IJMOND GEMEENTE HEEMSTEDE

VERKENNEND EN NADER BODEMONDERZOEK EUROPAPLEIN TE LEERDAM. Zaaknummer OZHZ:

RAPPORT VERKENNEND BODEMONDERZOEK HOGE HEILIGENWEG 17 TE AMMERZODEN Gemeente Ammerzoden, sectie M, nummer 748 PROJECT:

Schijndel, 12 oktober 2007 Betreft: verkennend bodemonderzoek aan de Planetenlaan 1 te Breugel Projectnummer: Bijlagen: rapportage in tweevoud

Prins. Milieu Consultancy. Plan van aanpak voor het deels ontgraven van een puinpad. op een bosperceel aan de Veenburgerweg te Zwartebroek

DHV B.V. Woningstichting Barneveld/Apeldoornsestraat te Voorthuizen bijlage 1 MD-DE

In bijlage 2 is de ligging van de sterke verontreiniging met vinylchloride.

Verkennend bodemonderzoek De Chalmotweg 3A te Kampen

Verkennend bodemonderzoek en indicatief asbestonderzoek

Nader asbestonderzoek in bodem Hoogriebroekseweg 7

Verkennend bodemonderzoek

Aanvullend bodemonderzoek en asbestonderzoek

Eindsituatie onderzoek en verkennend onderzoek

Bodemonderzoeken Noordzijde te Bodegraven

Bureau Schmidt T.a.v. de heer R. Schmidt Westersingel CK LEEUWARDEN

25 juni 2009 B

Milieukundig, indicatief Bodemonderzoek

Verkennend bodemonderzoek Naast Kortveldsesteeg 1-3 te Hank

SAMENVATTING INLEIDING AANLEIDING EN DOEL REFERENTIEKADER BETROUWBAARHEID OPBOUW RAPPORT...

Notitie. Vooronderzoek Raalte Wetering Fase II. 1.1 Aanleiding en doel. 1.2 Archiefonderzoek

omgevingsdienst HAAGLANDEN Beschikking Wet bodembesclierming - geval van bodemverontreiniging

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ VOLLEDIG ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Transcriptie:

Verkennend bodemonderzoek traject Amsterdam Rijnkanaal Utrecht Centraal, project VleuGel 24 januari 204

Verkennend bodemonderzoek traject Amsterdam Rijnkanaal Utrecht Centraal, project VleuGel Projectnaam: Utrecht CS, VBO Vleugel Utrecht-Amsterdam Rijnkanaal, OO Projectnummer: 4065 Geocode: 00 en 53 Kilometrering: 2,0 t/m 2,9 (geocode 00) en 00,9 t/m 02,0 (geocode 53)

Kenmerk R00-2097VEV-hgm-V02-NL Verantwoording Titel Verkennend bodemonderzoek traject Amsterdam Rijnkanaal Utrecht Centraal, project VleuGel Opdrachtgever Stichting Bodemsanering NS Projectleider Suzan Vaessen Auteur(s) Eveline Boos-Vermeer Uitvoering veldwerk Tauw bv (certificaatnummer K5493/0): Maarten Meijer, Laye Dieme, Willem Nell, Roderick Diekstra, Jeroen Brandes en Lennert Eijke Projectnummer 2097 Aantal pagina's 40 (exclusief bijlagen) Datum 24 januari 204 Handtekening Ontbreekt in verband met digitale verwerking. Dit rapport is aantoonbaar vrijgegeven. Colofon Tauw bv BU Ruimtelijke Kwaliteit Dr. Holtroplaan 5 Postbus 680 5602 BR Eindhoven Telefoon +3 40 23 25 55 0 Fax +3 40 23 25 57 5 Dit document is eigendom van de opdrachtgever en mag door hem worden gebruikt voor het doel waarvoor het is vervaardigd met inachtneming van de rechten die voortvloeien uit de wetgeving op het gebied van het intellectuele eigendom. De auteursrechten van dit document blijven berusten bij Tauw. Kwaliteit en verbetering van product en proces hebben bij Tauw hoge prioriteit. Tauw hanteert daartoe een managementsysteem dat is gecertificeerd dan wel geaccrediteerd volgens: - NEN-EN-ISO 900 - VCA**-certificering voor veilig werken bij meet- en inspectieactiviteiten en bodemsaneringen, ook in risicogebieden railinfra - Er zijn analyses uitgevoerd door het NEN-EN-ISO/IEC 7025 geaccrediteerde milieulaboratorium van AL-West - Tauw bv is erkend voor het uitvoeren van veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek conform de VKB-protocollen 200, 2002, 2003 en 208 Verkennend bodemonderzoek traject VleuGel, ARK-UTCS 5\40

Kenmerk R00-2097VEV-hgm-V02-NL 6\40 Verkennend bodemonderzoek traject VleuGel, ARK-UTCS

Kenmerk R00-2097VEV-hgm-V02-NL Inhoud Verantwoording en colofon... 5 Inleiding... 9 2 Vooronderzoek en onderzoeksstrategie... 0 2. Locatiegegevens... 0 2.2 Vooronderzoek... 2 2.3 Uitgevoerde bodemonderzoeken... 3 2.3. Website met historisch informatie... 9 2.3.2 Conclusies vooronderzoek... 9 2.4 Geohydrologie... 23 2.5 Bodemkwaliteitskaart... 23 2.6 Onderzoeksstrategie en hypothese... 24 3 Uitgevoerde werkzaamheden... 25 3. Algemeen... 25 3.2 Veiligheid en Kwaliteit... 25 3.3 Veld- en analysewerkzaamheden bodemonderzoek... 27 4 Resultaten... 29 4. Toetsingskaders... 29 4.. Wet Bodembescherming... 29 4..2 Asbest in bodem... 29 4.2 Onderzoeksresultaten... 3 4.3 Relatie bodemverontreiniging en bodemvreemde bijmengingen... 35 5 Samenvatting en conclusies... 36 5. Conclusies... 36 5.2 Aanbevelingen... 39 Verkennend bodemonderzoek traject VleuGel, ARK-UTCS 7\40

Kenmerk R00-2097VEV-hgm-V02-NL Bijlage(n) Regionale ligging van de onderzoekslocatie 2 Overzichtstekening met deellocaties 3 Tekeningen met kadastrale gegevens 4 Notities deellocaties 5 Locatiespecifieke toetsingswaarden 6 Foto s van de locatie 7 Historische kaarten 902 tot 992 8 Kaart met NGE-verdachte gebieden 8\40 Verkennend bodemonderzoek traject VleuGel, ARK-UTCS

Kenmerk R00-2097VEV-hgm-V02-NL Inleiding In opdracht van de Stichting Bodemsanering Nederlandse Spoorwegen (hierna te noemen SBNS) uit Utrecht heeft Tauw een verkennend bodem- en asbestonderzoek uitgevoerd op het traject tussen het Amsterdam-Rijnkanaal en Utrecht Centraal Station (ARK-UTCS) in het kader van het spoorwegproject VleuGel. In dit kader worden tevens een ballastonderzoek op hetzelfde traject en een nader bodemonderzoek naar NS-geval 406.SG235 uitgevoerd. De resultaten hiervan worden in twee separate rapportages behandeld. ProRail is sinds 2000 bezig met spoorwegtraject VleuGel voor de verdubbeling van het spoor op het traject Vleuten - Utrecht - Geldermalsen. Het terrein is bezit van RIT (Rail-Infra-Trust, gebruiker ProRail) en van NSV (NS-Vastgoed, gebruiker NS-Stations). ProRail zal naar aanleiding van dit onderzoek en de ontwerptekeningen stukken grond aankopen van NSV voor de realisatie van de spoorverdubbeling in het kader van VleuGel. In dit kader dient de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem ter plaatse van het gehele traject (inclusief aangrenzende terreinen) onderzocht te worden. Binnen het huidig onderzoek wordt grofweg het gedeelte van het traject tussen Utrecht Centraal Station en het Amsterdam Rijnkanaal onderzocht. De onderzoekslocatie ligt ten noordwesten van het Utrecht Centraal Station (geocode 53; km 00,9-02,0 en geocode 00; km 2,0-2,9). Doelstelling Het bodem- en asbestonderzoek heeft als hoofddoelstelling het vaststellen van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem ter plaatse van de volgende deellocaties: De te realiseren spoorbaan over het gehele traject (km 00,9-02,0 en 2,0-2,9) De te vernieuwen kunstwerken (brug over Amsterdam Rijnkanaal en brug over Cartesiusweg) De te realiseren werkterreinen Met het vooronderzoek zal gericht aandacht worden besteed aan de aanwezigheid van eventuele asbestverdachte bronnen. Indien nodig is een verkennend asbest-in-bodem worden uitgevoerd. De onderzoeksopzet is gemaakt op basis van de methodiek beschreven in de NEN 5740, de NEN 5707 en het onderzoeksprotocol van de SBNS (versie 8 d.d. december 2006). Verkennend bodemonderzoek traject VleuGel, ARK-UTCS 9\40

Kenmerk R00-2097VEV-hgm-V02-NL Leeswijzer De onderzoekslocatie is onderverdeeld in drie deellocaties, die verder zijn onderverdeeld in sublocaties. Deze rapportage biedt een samenvattend overzicht van de totale uitgevoerde werkzaamheden en resultaten. In bijlage 4 zijn twaalf notities opgenomen waarin per deel- of sublocatie de bevindingen van het vooronderzoek en de onderzoeksresultaten zijn weergegeven. Daarnaast zijn addenda opgenomen waarin aanvullende veld- en analysewerkzaamheden zijn gerapporteerd. In hoofdstuk 2 worden de resultaten van het vooronderzoek en de onderzoeksstrategie beschreven. De uitgevoerde werkzaamheden zijn besproken in hoofdstuk 3. Hoofdstuk 4 bevat het toetsingskader en de onderzoeksresultaten. Ten slotte wordt in hoofdstuk 5 een samenvatting met conclusies weergegeven. Bijlage bevat een regionale liggingskaart van de onderzoekslocatie. De situering van de locatie en de deel- en sublocaties is weergegeven in bijlage 2. Bijlage 3 bevat een overzichtstekening met de kadastrale gegevens van de locatie. In bijlage 4 zijn voor elke deel- of sublocatie de bevindingen van het vooronderzoek en de onderzoeksresultaten weergegeven. Bijlage 5 bevat de locatiespecifieke toetsingswaarden. In de bijlagen 6 en 7 zijn respectievelijk foto s van de locatie en historische kaarten van de omgeving tussen 902 en 992 opgenomen. Tot slot is in bijlage 8 een kaart opgenomen waarop de NGE-verdachte gebieden zijn weergegeven. 2 Vooronderzoek en onderzoeksstrategie 2. Locatiegegevens In tabel 2. is een overzicht gegeven van de algemene gegevens van de onderzoekslocatie. 0\40 Verkennend bodemonderzoek traject VleuGel, ARK-UTCS

Kenmerk R00-2097VEV-hgm-V02-NL Tabel 2. Gegevens onderzoeksgebied NS-locatie SBNS-projectomschrijving: Projectnummer 4065 Projectnaam Utrecht CS, VBO Vleugel Utrecht-Amsterdam Rijnkanaal, OO Locatieadres Utrecht, noordelijke ter hoogte van de Galjoenstraat en zuidelijke ter hoogte van Cremerstraat. Oostelijk ter hoogte van de van Lennepdwarsstraat en westelijke ter hoogte van de Wolfgang Pauliweg Geocode 53 en 00 Kilometrering locatie 00,9-02,0 (53) en 2,0-2,9 (00) X/Y-coördinaten locatie X: 3442 en Y: 456584 Kadastrale aanduiding: Gemeente Sectienummers Betrokken partijen: Grondeigenaren Gebruikers Bevoegd gezag Wbb Utrecht Sectie B, nrs. 6602, 6603, 6604, 68, 7833, 7834, 7929, 7930, 793, 7995, 843, 8432, 8453, 8454, 8455, 8456, 8457, 8483, 859, 860, 862, 863, 870, 8702, 8703 Sectie E, nrs. 39, 523, 524, 525, 780, 78, 84 Sectie F, nr. 76 RIT (Railinfratrust) en NSV (NS-Vastgoed) ProRail en NS-Stations Gemeente Utrecht De locatie is gelegen in de gemeente Utrecht en betreft kilometrering 00,9-02,0 (geocode 53) en 2,0-2,9 (geocode 00). Het oppervlak van de locatie is circa 8,5 hectare en betreft terreindelen welke parallel liggen aan de spoorlijn tussen Utrecht Centraal Station en Vleuten. De locatie is onderverdeeld in drie deellocaties, die verder zijn onderverdeeld in sublocaties. De drie deellocaties zijn onderscheiden op basis van het toekomstig gebruik van het terrein (nieuwe spoorbaan, kunstwerk of werkterrein). De verdere onderverdeling in sublocaties is gedaan op basis van geografische grenzen. In onderstaande tabel 2.2 is een totaaloverzicht gegeven van de verschillende deel- en sublocaties met geocode en kilometrering. Verkennend bodemonderzoek traject VleuGel, ARK-UTCS \40

Kenmerk R00-2097VEV-hgm-V02-NL Tabel 2.2 Overzicht deel- en sublocaties Deel- / Sublocatie Geocode Kilometrering Deellocatie : Te realiseren spoorbaan Sublocatie a: Traject ten westen van ARK 00 2,6-2,9 Sublocatie b: Traject tussen ARK en brug over Cartesiusweg 00 / 53 2,00-2,45 / 0,9-02,0 Sublocatie c: Traject ten oosten van brug over Cartesiusweg 53 0,35-0,90 Deellocatie 2: Kunstwerken Sublocatie 2a: Pijler westzijde ARK 00 2,57 Sublocatie 2b: Pijler oostzijde ARK 00 2,47 Sublocatie 2c: Brug Cartesiusweg 53 0,9 Deellocatie 3: Werkterreinen Sublocatie 3a: Noordstrook westzijde ARK 00 2,6-2,9 Sublocatie 3b: Zuidstrook westzijde ARK 00 2,6-2,9 Sublocatie 3c: Noordstrook tussen ARK en Cartesiusweg 00 / 53 2,00-2,45 / 0,9-02,0 Sublocatie 3d: Zuidstrook tussen ARK en Cartesiusweg 00 / 53 2,00-2,45 / 0,9-02,0 Sublocatie 3e: Park langs Cremerstraat 53 0,35-0,90 Sublocatie 3f: Volkstuinen Cremerstraat 53 0,55-0,65 Sublocatie 3g: Perceel tegenover Cremerplein 53 0,25-0,35 Sublocatie 3h: Gebied achter de gebouwen Cremerstraat 53 0,05-0,25 Sublocatie 3i: Onderstation Cremerstraat 53 00,90-0,05 Sublocatie 3j: Opstelterrein Cartesiusdriehoek 53 33,45-33,65 De regionale ligging van de onderzoekslocatie is opgenomen in bijlage (schaal :25.000). In bijlage 2 is een situatieschets van de onderzoekslocatie met bovengenoemde deel- en sublocaties opgenomen. De kadastrale gegevens van de locatie zijn weergegeven op een overzichtstekening in bijlage 3. 2.2 Vooronderzoek Tauw heeft het vooronderzoek uitgevoerd volgens de Nederlandse norm NEN 5725. Gezien de aanleiding van dit onderzoek is een standaard vooronderzoek uitgevoerd. In dit vooronderzoek is informatie verzameld over het historisch, huidig en toekomstig gebruik van de locatie. Daarnaast is informatie verzameld over de bodemopbouw en geohydrologie. Ook is de omvang van de onderzoekslocatie afgebakend en een onderzoekshypothese opgesteld. NEN 5725: Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader onderzoek, NEN, januari 2009 2\40 Verkennend bodemonderzoek traject VleuGel, ARK-UTCS

Kenmerk R00-2097VEV-hgm-V02-NL Ten behoeve van dit vooronderzoek zijn de volgende bronnen geraadpleegd: Door de SBNS zijn alle bij het Bodemarchief Stichting Bodemsanering NS te Utrecht bekende bodemonderzoeksrapporten beschikbaar gesteld. Het archief van ProRail en NS Vastgoed is niet geraadpleegd aangezien ervan uitgegaan is dat SBNS in het bezit is van alle bodemonderzoeksgegevens van de NS SBNS-notitie Invloed diffuse spoorgebonden processen op de bodemkwaliteit van spoorgronden Archief gemeente Utrecht Terreininspectie door Tauw voorafgaand aan het veldwerk Overige informatie ten behoeve van vaststellen geohydrologie (zie tabel 2.4) Website met historische informatie: www.watwaswaar.nl 2.3 Uitgevoerde bodemonderzoeken Van de volgende vijf locaties zijn onderzoeken ingezien:. Diverse onderzoeken spoorbaan en omgeving traject Vleuten - Utrecht - Geldermalsen (SBNS-nummers 29905, 29907 en 299009) 2. Diverse onderzoeken Cartesiusdriehoek (SBNS-nummers 406005, 406008, 406008B en 406038) 3. Verkennend bodemonderzoek braakliggend perceel Cremerstraat (SBNS-nummer 406059) 4. Diverse onderzoeken autobedrijf Cremerstraat 259 (SBNS-nummers 40608 en 406095) 5. Diverse onderzoeken Cremerstraat 299+30 (SBNS-nummers 406067) Ad Lit [] Op het traject Vleuten Utrecht Geldermalsen zijn diverse onderzoeken uitgevoerd: I. Historisch bodemonderzoek, Ingenieursbureau NS adviesgroep geotechniek en milieu, november 995, kenmerk IB GMB/94 22/00 II. Vleugel/RSS: werkpakket 304, Holland Railconsult, 27 maart 200, kenmerk GMV-MDO- 000047976/004 versie 2.0 III. Technische onderbouwing bodemkwaliteitskaart project Vleugel/RSS, deelproject Vleuten- Amsterdam Rijnkanaal, Holland Railconsult, oktober 200, kenmerk GMV-FU- 00070096/004 versie.0 IV. Inventariserend milieukundig asbestonderzoek, Holland Railinfraconsult, 9 april 2002, kenmerk GMV-FU-020026880 versie.0 V. Nader bodemonderzoek naar koper NS-baanvak tussen gemeentegrens Woerden en de aansluiting op de lijn Utrecht Amsterdam, Chemielinco, 24 februari 2003, kenmerk 2002004359 VI. Eindevaluatie bodemsanering VleuGel-AAV spoortracé Vleuten-Utrecht, geocode 00, km 2.6-9.5, Cauberg-Huygen, 9 december 2009, kenmerk 2008253-05 Verkennend bodemonderzoek traject VleuGel, ARK-UTCS 3\40

Kenmerk R00-2097VEV-hgm-V02-NL Rapport I In het historische onderzoek is het emplacement van Utrecht Centraal Station en de directe omgeving onderzocht. Onderhavige locatie valt onder deellocatie B binnen het historisch onderzoek. Binnen de deellocatie B worden vijf locaties onderscheiden waar bodembedreigende activiteiten (hebben) plaatsgevonden, waarvan zich er twee binnen de onderhavige locatie bevinden: Lasinrichting (B4): nader omschreven in de diverse onderzoeken die ter plaatse van de Cartesiusdriehoek na 995 zijn uitgevoerd (zie ook Lit [2]) Garagebedrijf en tankstation Presti (B5), hier bevinden zich ook diverse tanks: nader omschreven in de diverse onderzoeken die ter plaatse zijn uitgevoerd in de periode na 995 (zie ook Lit [4]) Rapport II In 200 zijn de historisch verdachte locaties op het traject tussen Vleuten en Utrecht CS milieukundig onderzocht: Voormalig Esso-tankstation aan de Vleutenseweg: in 996 heeft op de locatie een bodemsanering plaatsgevonden, hierbij is een restverontreiniging achtergebleven. Het tankstation is momenteel niet meer aanwezig Wisselbouwbedrijf in de Cartesiusdriehoek (zie ook Lit [2]) Voormalig Shell-tankstation, nu garagebedrijf Presti (zie ook Lit [4]) Daarnaast zijn ter plaatse van drie scholencomplexen ondergrondse hbo-tanks aangetroffen. Dit betreffen de Fred. Van Eerdenstraat 5, Cremerstraat 378 en Louis Couperstraat 85. Het Esso-tankstation en de drie scholencomplexen zijn weergegeven op tekening in bijlage 2. Rapport III In 200 is van een bodemkwaliteitskaart opgesteld van de grond ter plaatse van de spoorbaan en directe omgeving tussen Vleuten en het Amsterdam Rijnkanaal. De bovengrond ter plaatse van het talud van de spoorbaan ter hoogte van km 2,6-2,9 (geocode 00) valt in de bodemkwaliteitszone spoorbaan. De bodem in deze bodemkwaliteitszone is niet tot licht verontreinigd. Uitzondering hierop vormt het gehalte koper, deze overschrijdt de tussenwaarde. De ondergrond ter plaatse van het talud van de spoorbaan ter hoogte van km 2,6-2,9 (geocode 00) valt in de bodemkwaliteitszone ondergrond. De bodem in deze bodemkwaliteitszone is niet verontreinigd. Uitzondering hierop vormt het gehalte PAK (som 0), deze overschrijdt de streefwaarde. 4\40 Verkennend bodemonderzoek traject VleuGel, ARK-UTCS

Kenmerk R00-2097VEV-hgm-V02-NL Rapport IV In 2002 is een inventariserend milieukundig vooronderzoek uitgevoerd naar asbest. Hierbij zijn op onderhavig onderzoekstraject (geocode 53 km 00,9 02,0 en geocode 00 km 2,0-2,9) de volgende verdachte locaties gedefinieerd: Volkstuintjes (km 0,6): in de bodem zijn lichte tot matige bijmeningen met puin aangetroffen Scouting groep (km 0,05): uit de asbestinventarisatie blijkt dat de dakbedekking en het schuurtje asbestverdachte materialen bevatten De locaties zijn weergegeven op tekening in bijlage 2. Rapport V Op basis van de resultaten van het onderzoek ten behoeve van het opstellen van de bodemkwaliteitskaart (rapport III) is in 2003 een nader bodemonderzoek naar de aanwezigheid van koper uitgevoerd. Het vermoeden bestaat dat het verhoogde gehalte koper in de bodem veroorzaakt worden door slijtage van de bovenleidingen. Geconcludeerd wordt dat over het gehele traject (Vleuten - Amsterdam Rijnkanaal) sterk verhoogde gehalten zijn aangetoond. De verontreiniging wordt gezien als één geval, diffuus heterogeen van aard en voorkomend op het spoortalud en circa 0 meter daarnaast. De verontreiniging is in 2003 beschikt. Rapport VI Uit de diverse onderzoeken die op het deeltraject tussen Vleuten - Utrecht Amsterdam-Rijnkanaal (geocode 00, km 2,5-9,5) zijn uitgevoerd blijkt dat de bekledingsgrond (halve meter dikke humusrijke grondlaag op het talud) sterk verontreinigd is met diverse metalen (met name koper) en PAK (som 0). In het kader van de spoorwegverdubbeling is op ter hoogte van km 2,5-9,5 (geocode 00) een bodemsanering uitgevoerd, waarbij de verontreinigde grond is herschikt op het nieuw gerealiseerd talud. Daarnaast zijn in de archieven van SBNS en de gemeente Utrecht onderzoeken aanwezig, die zijn uitgevoerd op het traject Vleuten Utrecht Geldermalsen ter plaatse van locaties buiten onderhavige onderzoekslocatie. Deze onderzoeken worden daarom in dit kader niet verder beschouwd. Verkennend bodemonderzoek traject VleuGel, ARK-UTCS 5\40

Kenmerk R00-2097VEV-hgm-V02-NL Ad Lit [2] Ter plaatse van de Cartesiusdriehoek zijn in het verleden veel onderzoeken uitgevoerd. In dit kader worden slechts de onderzoeken beschouwd die zijn uitgevoerd aan de zuidzijde van de Cartesiusdriehoek, grenzend aan onderhavige onderzoekslocatie: I. Oriënterend onderzoek Deellocatie E Cartesiusdriehoek NS-emplacement Utrecht, Railbodem-advies vof, kenmerk V00/0sui, SBNS-projectnummer 406.005 d.d. juni 2000 II. Nader onderzoek Spooratlasbedrijf Cartesiusdriehoek te Utrecht, CSO, kenmerk 0L030.20, SBNS-projectnummer 406.008 d.d. 4 september 200 III. Bodemkwaliteitskaart Cartesiusdriehoek te Utrecht, CSO, kenmerk 00K069.20, d.d. 5 oktober 200 IV. Verkennend en nader onderzoek SITA-terrein, Cartesiusdriehoek te Utrecht, CSO, kenmerk 02L09.0, 8 juni 2002 V. Aanvullend bodemonderzoek opstelterrein Cartesiusweg, CSO, kenmerk 03.L97.20, SBNS-projectnummer 406.038 d.d. 6 februari 2004 VI. Evaluatierapport bouwrijp maken opstelterrein Cartesiusweg Utrecht, CSO, kenmerk 04.L73.60, SBNS-projectnummer 406.038 d.d. 3 maart 2005 Rapport I en II In het oriënterend onderzoek (rapport I) zijn 30 sublocaties onderzocht, waarbij acht mogelijke NS-gevallen zijn gedefinieerd. Deze acht mogelijke NS-gevallen zijn tijdens het nader onderzoek (rapport II) verder onderzocht, samen met een gedempt slotenstelsel dat de locatie doorkruist en tijdens het OO niet is meegenomen. Uit het onderzoek blijkt dat de in het OO aangetroffen verontreinigingen niet zijn bevestigd of teruggevonden. Alleen op de sublocaties 98 (gloeigebouw) en 70 (opslag machines) worden gehalten gemeten die boven de P90-waarde liggen (x minerale olie en x PAK) en derhalve als uitbijter worden beschouwd (zoals gedefinieerd in de bodemkwaliteitskaart). De omvang van de verontreinigingen is echter dermate gering dat geen sprake is van Wbb-gevallen. De aangetroffen verontreinigingen maken deel uit van de diffuse verontreiniging van zone (zoals gedefinieerd in de bodemkwaliteitskaart) van de Cartesiusdriehoek. Wat betreft het stelsel van spoorsloten zijn gehalten geconstateerd die hoger liggen de achtergrondwaarden (P90) en boven de P95-waarde van het gebied. Het stelsel wordt formeel als een geval van ernstige bodemverontreiniging gekenmerkt. Er is geen sprake van actuele risico s (niet urgent). 6\40 Verkennend bodemonderzoek traject VleuGel, ARK-UTCS

Kenmerk R00-2097VEV-hgm-V02-NL Rapport III Van de boven- en ondergrond ter plaatse van de Cartesiusdriehoek is in 200 een bodemkwaliteitskaart opgesteld. De zuidzijde valt binnen bovengrond zone en ondergrond zone. De 90-percentielwaarde wordt gezien als het achtergrondgehalte. In de bovengrond zone overschrijdt het achtergrondgehalte koper de tussenwaarde en de achtergrondgehalten arseen, cadmium, kwik, lood, nikkel, zink, PAK (som 0), EOX en minerale olie de streefwaarden. In de ondergrond zone overschrijden de achtergrondgehalten koper, lood, nikkel, zink, PAK (som 0), EOX en minerale olie de streefwaarden. Rapport IV In 2002 is de zuidwesthoek van de Cartesiusdriehoek onderzocht in het kader van de uitbreiding van SITA. Hierbij zijn verontreinigingen aangetroffen ter plaatse van de gedempte sloot, waarbij geconcludeerd wordt dat deze toebehoren aan het geval van ernstige bodemverontreiniging van de spoorsloten. Tevens is plaatselijk een verontreiniging met minerale olie aangetoond, welke wordt toegeschreven aan het voormalige reprofileergebouw (een van de sublocaties uit het OO, rapport I). Het SITA-terrein ligt buiten onderhavige onderzoekslocatie. Rapport V In het nader onderzoek (rapport II) wordt gesteld dat het stelsel van spoorsloten gezien als een geval van ernstige bodemverontreiniging, waarbij geen sprake is van een actueel risico (niet urgent). Uit onderhavig aanvullend onderzoek blijkt dat de voormalige spoorsloten nauwelijks terug te vinden zijn. De in het nader onderzoek aangetroffen verontreinigingen ter plaatse van de spoorsloten blijken te zijn te relateren aan het puin- en sintelhoudende materiaal dat integraal op de gehele locatie aanwezig is. Er is geen sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Algemeen geldt voor het opstelterrein (zuidelijk gedeelte Cartesiusdriehoek) dat in de bovengrond sterke bijmengingen met puin, ballast, sintels en kool voorkomen. De dikte van deze laag is circa 0,5 m. De bovengrond is verontreinigd met zware metalen en PAK. Deze resultaten passen in het beeld van zone van de bodemkwaliteitskaart. Op de locatie kan tevens asbest op en in de bodem aanwezig zijn, maar de concentraties blijven onder de interventiewaarde. Het voorkomen van asbest is gerelateerd aan de sloop van de opstallen en de rioleringen van de spoorstaaflasinrichting. Rapport VI In 2004 en 2005 is het zuidelijke gedeelte van het terrein Cartesiusdriehoek bouwrijp gemaakt. Hierbij zijn bomen, verhardingen, ondergrondse infrastructuur, sporen en een olie/waterafscheider verwijderd en afgevoerd. Er heeft geen bodemsanering plaatsgevonden. Verkennend bodemonderzoek traject VleuGel, ARK-UTCS 7\40

Kenmerk R00-2097VEV-hgm-V02-NL Ad Lit [3] De locatie betreft een braakliggend perceel aan de Cremerstraat, welke zich direct langs het spoor bevindt (geocode 53, km,05 -,75). Uit het bodemonderzoek (verkennend milieukundig bodemonderzoek Cremerstraat te Utrecht, kenmerk BOD-MV-0600932, SBNSprojectnummer 999254 / 406059, Movares d.d. 5 mei 2006) blijkt dat op de locatie lichte verontreinigingen met metalen, PAK en minerale olie zijn aangetoond in de grond. Het grondwater is licht verontreinigd met zink. Op de locatie bevinden zich tevens hopen met grond / puin. Eén van deze hopen bevat een matige tot sterke verontreiniging met zink. De locatie grenst aan onderhavige onderzoekslocatie. Ad Lit [4] Ter plaatse van de Cremerstraat 259 zijn in 200 en 20 twee aanvullende onderzoeken uitgevoerd naar een olieverontreiniging welke aangetoond was in een SUBAT-traject. Op de locatie is een tankstation gevestigd geweest; momenteel is er een autobedrijf gevestigd. In de periode van 200 tot en met 2003 heeft een grondwatersanering plaatsgevonden, waarbij op het voorterrein een restverontreiniging is achtergebleven in de grond. In 200 is een verificatieonderzoek uitgevoerd (Verificatieonderzoek Cremerstraat 259 te Utrecht, Movares, SBNS-projectnummer 99950/40608 d.d. 26 maart 200) om de restverontreiniging in kaart te brengen. Hierbij zijn slechts lichte verontreinigingen aan minerale olie en aromaten aangetoond. Door het bevoegd gezag is echter geoordeeld dat het onderzoek te beperkt van opzet was, waarna in 20 een tweede onderzoek is uitgevoerd (Aanvullend verificatieonderzoek olievlek Cremerstraat 259 te Utrecht, Tauw, kenmerk 4759698, SBNS-projectnummer 406095 d.d. 6 april 20). Hieruit is gebleken dat de gehalten in de grond zijn afgenomen ten opzichte van 2005. Bij het kabeltracé is nog een matige verontreiniging met minerale olie aanwezig in het grondwater. De resultaten duiden niet op verspreiding van de verontreiniging, er is sprake van een stabiele eindsituatie. De restverontreiniging bevindt zich nabij de Cremerstraat en daarmee op een afstand van circa 30 m van onderhavige onderzoekslocatie (werkterreinen). Ad Lit [5] Uit het onderzoek (Nader en milieukundig bodemonderzoek Cremerstraat 299-30 te Utrecht d.d. 3 maart 2008, SBNS-projectnummer 999257/406067, Movares) blijkt dat op het westelijke terreindeel de grond maximaal licht verontreinigd is met diverse parameters. Ter plaatse van het oostelijke terreindeel is een sterke verontreiniging met lood in de ondergrond aanwezig. De verontreiniging is horizontaal en verticaal afgeperkt, het betreft geen geval van ernstige bodemverontreiniging. Het terrein is voldoende onderzocht. De onderzochte locatie valt gedeeltelijk binnen de te onderzoeken werkterreinen, in de tekeningen in bijlage 2 is dit gebied weergegeven. 8\40 Verkennend bodemonderzoek traject VleuGel, ARK-UTCS

Kenmerk R00-2097VEV-hgm-V02-NL 2.3. Website met historisch informatie Vanuit de historische kaarten van de website www.watwaswaar.nl zijn diverse locaties geïdentificeerd waar bebouwing aanwezig is (geweest): Aan de oostelijke over van het Amsterdam-Rijnkanaal is tussen 922 en 948 een gebouw aanwezig geweest Aan de westelijke zijde van de Cartesiusweg ter hoogte van de brug onder het spoor is tussen 970 en in ieder geval 992 een gebouw aanwezig geweest. Op dit moment is hier geen bebouwing aanwezig Aan de oostelijke zijde van de Cartesiusweg ter hoogte van de brug onder het spoor is tussen 988 en in ieder geval 992 een gebouw aanwezig geweest. Momenteel bevindt zich hier een electriciteitshuisje, de verwachting is dan ook dat dit hetzelfde gebouw betreft Sinds 988 bevinden zich in het park langs de Cremerstraat volkstuintjes Net ten oosten van de volkstuintjes is sinds 948 bebouwing aanwezig geweest. Dit betreft dezelfde locatie als Lit [5] uit het vooronderzoek In het gebied tussen de Cremerstraat en het spoor ter hoogte van het Cremerplein zijn tussen 959 en heden diverse gebouwen aanwezig geweest Sinds 948 is ten oosten van bovengenoemde bebouwing een onderstation aanwezig De locaties zijn weergegeven op tekening in bijlage 2. In bijlage 7 zijn de historische kaarten van de omgeving tussen 902 en 992 weergegeven. 2.3.2 Conclusies vooronderzoek In onderstaande tabel zijn de resultaten van het historische onderzoek samengevat. Verkennend bodemonderzoek traject VleuGel, ARK-UTCS 9\40

Kenmerk R00-2097VEV-hgm-V02-NL 20\40 Verkennend bodemonderzoek traject VleuGel, ARK-UTCS

Kenmerk R00-2097VEV-hgm-V02-NL Tabel 2.3 Resultaten historisch onderzoek Locatie Geocode Km Ligging ten opzichte van Kadastraal Conclusie Vervolg de spoorbaan perceel Opstelterrein Cartesiusdriehoek 53 33,45-33,65 Ten noorden v/d spoorbaan B 8594, B 859 Asbest aangetoond < Interventiewaarde Verkennend asbestonderzoek uitvoeren Sublocatie 98 Cartesiusdriehoek 53 33,57 Ten noorden v/d spoorbaan B 8594 Minerale olie > Interventiewaarde Geen, verontreiniging afgeperkt en maakt deel uit van diffuse verontreiniging zone Sublocatie 70 Cartesiusdriehoek 53 33,56 Ten noorden v/d spoorbaan B 8594 PAK (som 0) > tussenwaarde Geen, verontreiniging afgeperkt en maakt deel uit van diffuse verontreiniging zone Onderstation Cremerstraat 53 0,0 Ten zuiden v/d spoorbaan B 862, B 863 Asbestverdacht, sinds 948 bebouwing aanwezig Verkennend asbestonderzoek uitvoeren B 8703, B 859 Gebied achter bebouwing tussen Cremerstraat 53 0,05-0,25 Ten zuiden v/d spoorbaan B 8703, B 859 Asbestverdachte locatie vanuit vooronderzoek 2002, tussen Verkennend asbestonderzoek uitvoeren en spoorbaan 959-heden bebouwd (geweest) Autobedrijf Cremerstraat 259 53 0,24 Ten zuiden v/d spoorbaan B 8703 Gesaneerd, restverontreiniging aanwezig, stabiel Geen, locatie bevindt zich buiten onderzoekslocatie Perceel Cremerstraat 299+30 53 0,35-0,5 Ten zuiden v/d spoorbaan B 870, B 8702 Lood > interventiewaarde Bebouwing aanwezig sinds 948 Geen, verontreiniging afgeperkt, bodemkwaliteit bekend Geen, uit onderzoek blijkt dat de locatie niet asbestverdacht is School Louis Couperstraat 85 53 0,55 Ten zuiden v/d spoorbaan B 585 HBO-tank aanwezig (geweest) Geen, locatie bevindt zich buiten onderzoekslocatie. In eerder onderzoek geen verontreinigingen aangetoond. Volkstuintjes 53 0,6 Ten zuiden v/d spoorbaan B 870, B 860 Asbestverdachte locatie vanuit vooronderzoek 2002 Verkennend asbestonderzoek uitvoeren School Cremerstraat 378 53 0,65 Ten zuiden v/d spoorbaan B 7053 HBO-tank aanwezig (geweest) Geen, locatie bevindt zich buiten onderzoekslocatie. In eerder onderzoek geen verontreinigingen aangetoond. School Fred van Eerdenstraat 5 53 0,73 Ten zuiden v/d spoorbaan B 7788 HBO-tank aanwezig (geweest) Geen, locatie bevindt zich buiten onderzoekslocatie. In eerder onderzoek geen verontreinigingen aangetoond. Electriciteitshuisje oostzijde Cartesiusweg 53 0,9 Ten zuiden v/d spoorbaan B 7930 Asbestverdacht, vanaf 988 bebouwing aanwezig Verkennend asbestonderzoek uitvoeren Voormalig bebouwing westzijde Cartesiusweg 53 0,95 Ten zuiden v/d spoorbaan B 68 Asbestverdacht, tussen 970-992 bebouwing aanwezig Verkennend asbestonderzoek uitvoeren geweest Esso-tankstation Vleutenseweg 00 2,08 Ten zuiden v/d spoorbaan B 68, B 7766 Gesaneerd, restverontreiniging aanwezig Geen, locatie bevindt zich buiten onderzoekslocatie B 843 Voormalige bebouwing oostoever Amsterdam 00 2,45 Ten noorden v/d spoorbaan B 7833, B 8454 Asbestverdacht, tussen 922-948 bebouwing aanwezig Verkennend asbestonderzoek uitvoeren Rijnkanaal geweest Te realiseren spoorbaan ten westen van ARK 00 2,5-2,9 Ten zuiden v/d spoorbaan E 523, E 525 Nieuw talud gecreëerd met schone grond, met daarover herschikte verontreinigde toplaag Controleren kwaliteit toplaag Verkennend bodemonderzoek traject VleuGel, ARK-UTCS 2\40

Kenmerk R00-2097VEV-hgm-V02-NL 22\40 Verkennend bodemonderzoek traject VleuGel, ARK-UTCS

Kenmerk R00-2097VEV-hgm-V02-NL 2.4 Geohydrologie In tabel 2.4 is overzicht van de regionale geohydrologische situatie ter plaatse van de onderzoekslocatie opgenomen. Tabel 2.4 Regionale geohydrologische gegevens Onderdeel Westzijde locatie Oostzijde locatie Grondwaterstromingsrichting ) Noord Oost West Stijghoogte van het grondwater ) 0,90 meter +NAP 0,56 meter +NAP Ligging ten opzichte van grondwaterbeschermingsgebied 2) 3.862 meter 3.537 meter Maaiveldhoogte 3),5 meter +NAP 2,2 meter +NAP Diepte freatisch grondwater 4) <,2 m -mv <,2 m -mv Geologie 5) Klei op grof zand Klei op grof zand Dikte van de deklaag 4) 5-0 meter 5-0 meter Zout of brak grondwater 6) Nee Nee *) NAGROM. NAtionaal GROndwater Model *2) VEWIN. Provinciale overzichten win- en productiemiddelen *3) Topografische Dienst. Hoogtecijferkaart *4) RIVM (ed.) 987. Kwetsbaarheid van het grondwater *5) Toegepaste Geologische kaart *6) Atlas van Nederland Lokale factoren zoals lokaal hoogteverschil (spoortalud), waterlopen, drainagesystemen, (lekke) rioleringen en dergelijke, kunnen de diepte en stromingsrichting van het oppervlakkig (freatisch) grondwater beïnvloeden. 2.5 Bodemkwaliteitskaart Door de gemeente Utrecht is in 20/202 een hernieuwde bodemkwaliteitskaart van de gehele gemeente vastgesteld. De spoorgronden (gronden tot meter vanaf het hart van het spoor) zijn hierbij buiten beschouwing gelaten. De gebieden die zich buiten de meter vanaf het hart van het spoor bevinden, liggen in diverse bodemkwaliteitszones: De boven- en ondergrond (tot 2,5 m -mv) ten westen van het Amsterdam Rijnkanaal valt binnen zone Buitengebied Leidsche Rijn. Voor deze zone geldt dat de achtergrondgehalten (P90-waarden) van koper, kwik, lood en molybdeen de achtergrondwaarden (AW) overschrijden. De gehalten nikkel en PCB s overschrijden de maximale waarde voor de klasse wonen Verkennend bodemonderzoek traject VleuGel, ARK-UTCS 23\40

Kenmerk R00-2097VEV-hgm-V02-NL De bovengrond tot,0 m -mv ten zuiden van het spoor tussen het Amsterdam Rijnkanaal en de Cartesiusweg valt binnen zone Industrie (zwaar). De ondergrond (,0-3,0 m -mv) valt binnen dezelfde zone. Voor deze zone geldt dat in de bovengrond de achtergrondgehalten (P90-waarden) van cadmium, kobalt, chroom, kwik en lood de achtergrondwaarden (AW) overschrijden. De gehalten koper, nikkel, zink, PAK, minerale olie en PCB s overschrijden de maximale waarde voor de klasse wonen. In de ondergrond overschrijden de achtergrondgehalten (P90-waarden) van cadmium, chroom, lood en zink de achtergrondwaarden (AW). De gehalten nikkel en PCB s overschrijden de maximale waarde voor de klasse wonen De bovengrond (tot 0,5 m -mv) ten noorden van het spoor tussen het Amsterdam Rijnkanaal en de Cartesiusweg en de bovengrond (tot 0,5 m -mv) ten zuiden van het spoor en ten oosten van de Cartesiusweg vallen binnen zone Woonbebouwing (middeloud). De ondergrond (0,5-3,5 m -mv) valt binnen dezelfde zone. Voor deze zone geldt dat in de bovengrond de achtergrondgehalten (P90-waarden) van cadmium, kobalt, kwik, lood, molybdeen en PAK de achtergrondwaarden (AW) overschrijden. De gehalten koper, nikkel, zink, minerale olie en PCB s overschrijden de maximale waarde voor de klasse wonen. In de ondergrond overschrijden de achtergrondgehalten (P90-waarden) van cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, zink en PAK de achtergrondwaarden (AW). De gehalten nikkel en PCB s overschrijden de maximale waarde voor de klasse wonen Daarnaast is voor het terrein binnen de Cartesiusdriehoek een aparte bodemkwaliteitskaart opgesteld (zie paragraaf 2.3, Ad Lit [2], rapport III) 2.6 Onderzoeksstrategie en hypothese Tauw heeft het onderzoek uitgevoerd op basis van de NEN 5740 2. Op basis van voorgaande bodemonderzoeksgegevens en spoorgebonden processen, is het mogelijk dat op de onderzoekslocatie bijmengingen met bodemvreemd materiaal zoals puin en kooldelen kunnen voorkomen. De locatie wordt dan ook als verdacht en is de onderzoeksstrategie voor een verdachte locatie met een diffuse bodembelasting, heterogeen verdeeld gehanteerd (VED-HE). De onderzoeksintensiteit (aantallen boringen en analyses) is gebaseerd op de NEN 5740. Bij aanwezigheid van bodemvreemd materiaal, zijn waar nodig extra analyses ingezet. Tevens is rekening gehouden met inzet van de ramguts in verband met mogelijke puinlagen die in het naastgelegen onderzoek zijn aangetroffen. In het onderzoek is ook aandacht besteed aan de aanwezigheid van asbest. Het verkennend asbestonderzoek is volgens de NEN 5707 3 uitgevoerd. De zeven verdachte locaties uit het vooronderzoek zijn onderzocht volgens de onderzoeksstrategie voor een verdachte locatie met diffuse bodembelasting, heterogeen verdeeld. 2 NEN 5740: Bodem - Strategie voor het uitvoeren van verkennend bodemonderzoek. NNI, januari 2009 3 NEN 5707 Bodem - Inspectie, monsterneming en analyse van asbest in bodem en partijen grond. NNI, mei 2003 24\40 Verkennend bodemonderzoek traject VleuGel, ARK-UTCS

Kenmerk R00-2097VEV-hgm-V02-NL Als hypothese wordt gesteld dat er in de grond licht verhoogde gehalten kunnen voorkomen als gevolg van spoorgebonden processen en dat de grond op bepaalde deellocaties verdacht is voor de aanwezigheid van asbest. 3 Uitgevoerde werkzaamheden 3. Algemeen Het veldwerk betreffende het verkennend bodem- en asbestonderzoek is gefaseerd uitgevoerd op 4 t/m 20 september, 8 oktober, 5 t/m 9 november, 6, 20 en 23 november 202, 3 maart, 9 april en en 9 november 203. Het opgeboorde materiaal is in het veld beoordeeld op textuur, kleur en bijzonderheden. De bemonstering van de grond heeft plaatsgevonden per zintuiglijk afwijkende bodemlaag met een maximumtraject van 50 cm. De lutumfractie en het gehalte aan organische stof zijn bepaald in het laboratorium. 3.2 Veiligheid en Kwaliteit Het keurmerk kwaliteitswaarborg Bodembeheer geeft aan dat de activiteiten in het kader bodembeheer, waaronder veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek goed en betrouwbaar volgens door de overheid opgestelde protocollen en programma s zijn uitgevoerd. Tauw bv is erkend voor het uitvoeren van veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek conform de VKB-protocollen 200, 2002, 2003 en 208. Tauw bv verklaart dat het veldwerk onafhankelijk van de opdrachtgever is uitgevoerd conform de eisen van BRL SIKB 2000. Bij interne opdrachtverlening is/wordt gebruik gemaakt van interne functiescheiding onder de voorwaarden die het Besluit bodemkwaliteit hieraan stelt. De werkzaamheden zijn uitgevoerd conform BRL SIKB 2000: Beoordelingsrichtlijn voor het SIKB procescertificaat Veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek: VKB-protocol 200: Plaatsen van handboringen en peilbuizen, maken van boorbeschrijvingen, nemen van grondmonsters en waterpassen VKB-protocol 2002: Het nemen van grondwatermonsters VKB-protocol 208: Locatie-inspectie en monsterneming van asbest in bodem Verkennend bodemonderzoek traject VleuGel, ARK-UTCS 25\40

Kenmerk R00-2097VEV-hgm-V02-NL Tauw verklaart hierbij dat het een onafhankelijke positie heeft (en kan behouden) ten opzichte van de opdrachtgever. Dat wil zeggen dat er geen organisatorische relatie bestaat met de opdrachtgever (zuster- of moederbedrijf) of diens eigenaar, maar ook dat er geen belangenverstrengeling is of kan optreden in relatie tot andere Tauw-projecten of andere opdrachtgevers. De chemische analyses zijn conform AS3000 uitgevoerd door het NEN-EN-ISO/IEC 7025 geaccrediteerde milieulaboratorium van AlControl. Veiligheid Voor deze locatie zijn een werkinstructie (WVI) en veiligheidsplannen (SRO en SRU) door Hollandspoorveiligheid (HSV) opgesteld, voor de uitvoering van het veldwerk. De plannen zijn tot stand gekomen in opdracht van Tauw, en op basis van het NVW (Normenkader Veilig Werken). Uitgangspunt voor het veldwerk is dat de boringen buiten de PVR + 3 meter zijn geplaatst. Om inzicht te krijgen in de ondergrondse infrastructuur heeft Tauw contact gelegd met Volkerrail (procescontractaannemer) en een KLIC-melding verzorgd. Gedurende het nader bodemonderzoek heeft kabelaanwijzing door Strukton Oost plaatsgevonden. Tijdens de veldwerkzaamheden is gebruik gemaakt van een kabel- en leidingdetector. In verband met de aanwezigheid van kabels en leidingen moest bij diverse boringen worden voorgegraven. Vanwege de NGE-verdachtheid van een deel van de locatie zijn de monsterpunten op dat betreffende deel voorafgaande aan het veldwerk vrijgegeven door het BRL-OCE bevoegd bedrijf Armaex uit Rijssen. ARMAEX heeft voorafgaand aan het bodem- en asbestonderzoek een projectplan opgesteld en deze ter goedkeuring aan bevoegd gezag (gemeente Utrecht) voorgelegd. In bijlage 8 is een tekening opgenomen waarop is weergegeven welke delen van de locatie verdacht zijn op de aanwezigheid van NGE. 26\40 Verkennend bodemonderzoek traject VleuGel, ARK-UTCS

Kenmerk R00-2097VEV-hgm-V02-NL 3.3 Veld- en analysewerkzaamheden bodemonderzoek Tabel 3. biedt een overzicht van de uitgevoerde veld- en analysewerkzaamheden. In bijlage 4 is per deel- of sublocatie opgenomen welke werkzaamheden zijn uitgevoerd. Tabel 3. Uitgevoerde veldwerkzaamheden bodemonderzoek per deellocatie Veldwerk Deellocatie : Te realiseren spoorbaan Boring tot 0,5 m -mv Boring tot 2,0 m -mv Boring tot 3,0 m -mv met peilbuis Analyses grond Analyses grondwater Deellocatie 2: Kunstwerken Boring tot 0,5 m -mv Boring tot 2,0 m -mv Boring tot 3,0 m -mv met peilbuis Aanvullende boringen tot circa,0 m -m Analyses grond Analyses grondwater Deellocatie 3: Werkterreinen Boring tot 0,5 m -mv Gat (0,3mx0,3m) tot 0,5 m -mv Boring tot 2,0 m mv Gat (0,3mx0,3m) tot 0,5 m -mv en boring tot 2,0 m -mv Boring tot 3,0 m mv met peilbuis Sleuven Analyses grond Analyses asbest in grond Analyses grondwater Aantal 4 x 9 x 2 x 23 x 2 x 0 x 4 x 4 x 20 x 3 x 4 x 80 x 50 x 4 x 9 x 7 x 5 x 76 x 9 x 7 x In het laboratorium zijn mengmonsters van de grond ter plaatse van de deellocaties samengesteld, de samenstelling is per deellocatie opgenomen in de notitie in bijlage 4. De lutumfractie en het gehalte aan organische stof zijn per monster bepaald in het laboratorium. Verkennend bodemonderzoek traject VleuGel, ARK-UTCS 27\40

Kenmerk R00-2097VEV-hgm-V02-NL Het opgeboorde materiaal is in het veld beoordeeld op textuur, kleur en bijzonderheden. De bemonstering van de grond heeft plaatsgevonden per zintuiglijk afwijkende bodemlaag met een maximumtraject van 50 cm. Tijdens de veldwerkzaamheden is visueel aandacht besteed aan de aanwezigheid van asbest. Verkennend bodemonderzoek asbest Ten behoeve van het verkennend bodemonderzoek naar asbest zijn op zeven sublocaties met behulp van een schop gaten gegraven. De gaten hebben een minimale grootte van 30x30 cm en een diepte van 50 cm -mv. De uitgegraven grond is door een veldmedewerker van Tauw zorgvuldig visueel beoordeeld op de aanwezigheid van asbest of puin. Om de zekerheid te vergroten of de locatie wel of niet asbestverdacht is, is in aanvulling op de NEN5707 van de bovengrond per verdachte locatie minimaal één mengmonster samengesteld en geanalyseerd op asbest. Hiermee wordt naast de visuele waarnemingen eveneens een indruk verkregen of er niet zichtbare asbestdelen in de grond aanwezig zijn. Daarnaast zijn ter plaatse van de zeven verdachte locaties maaiveldinspecties uitgevoerd. Nader bodemonderzoek asbest Ten behoeve van het nader bodemonderzoek naar asbest zijn op één sublocatie twee ruimtelijke eenheden gedefinieerd waar met behulp van een mobiele kraan sleuven zijn gegraven. De sleuven hebben een minimale grootte van 2 meter en 50 cm breed. De grond is met behulp van een hark uitgespreid en visueel beoordeeld op de aanwezigheid van asbesthoudende materialen. Bij de bemonstering is onderscheid gemaakt tussen twee soorten deelmonsters, namelijk: Deelmonster (Asbestverzamelmonster): visueel waargenomen asbestverdacht materiaal dat uit de opgegraven grond is geraapt en apart verzameld (verzamelde materiaalmonsters, fractie > 6 mm). Asbestverdachte materialen worden verzameld en per type asbestverdacht materiaal gewogen en geanalyseerd door middel van lichtmicroscopie conform NEN 5896. Het gewicht van het asbest is gerelateerd aan de onderzochte hoeveelheid grond uit de sleuven Deelmonster 2 (Asbest in grond): een uit 20 grepen samengesteld gezeefd grondmonster van de uitgegraven grond (fractie < 6 mm). Hiermee wordt de eventuele aanwezigheid van de in het veld niet zichtbare delen vastgesteld. Het samengestelde grondmonster is geanalyseerd conform NEN 5707. In het laboratorium wordt het grondmonster voor de analyse gezeefd in verschillende fracties. De gebruikte zeefdiameters zijn 6, 8, 4, 2, en 0,5 mm. De analyse vindt plaats door middel van lichtmicroscopie Het totale asbestgehalte per RE/sleuf is de som van beide gehalten van bovengenoemde deelmonsters. 28\40 Verkennend bodemonderzoek traject VleuGel, ARK-UTCS

Kenmerk R00-2097VEV-hgm-V02-NL 4 Resultaten 4. Toetsingskaders 4.. Wet Bodembescherming De analyseresultaten zijn getoetst aan de toetsingswaarden uit de Circulaire bodemsanering 2009, zoals gewijzigd per 3 april 202 en het Besluit bodemkwaliteit ingegaan per juli 2008. Dit toetsingskader bestaat uit Achtergrondwaarden (AW) voor grond, Streefwaarden voor grondwater en Interventiewaarden voor grond en grondwater. De Tussenwaarden zijn gedefinieerd als T = ½(AW + I) voor grond en T = ½(S + I) voor grondwater. De wijze van weergave in de navolgende tabellen staat vermeld in het onderstaande overzicht. Tabel 4. Overzicht toetsingskader Concentratieniveau voor een stof Weergave in tabellen AW/S-waarde (of < rapportagegrens) - > AW/S-waarde T-waarde + > T-waarde I-waarde ++ > I-waarde +++ Bij de beoordeling van de kwaliteit van de bodem worden de toetsingswaarden voor standaardbodem omgerekend naar de toetsingswaarden voor het locatiespecifieke bodemtype. Hierbij is gebruik gemaakt van de gemeten gehalten aan organische stof (humus) en lutum (kleifractie). De berekende locatiespecifieke toetsingswaarden en verdere bijzonderheden zijn weergegeven in een locatiespecifieke toetsingstabel. Deze tabel vindt u in bijlage 4. De analyseresultaten zijn opgenomen in bijlage 5. 4..2 Asbest in bodem De toetsing van asbest is beschreven in bijlage 3 van de Circulaire bodembescherming 2009. Er is sprake van een bodemverontreiniging met asbest, waarbij asbest aanwezig is in een gehalte boven de interventiewaarde van 00 mg/kg d.s. gewogen (gehalte serpentijn asbest + 0x gehalte amfibool asbest). De berekening voor de toetsing aan deze norm dient op de volgende wijze te worden uitgevoerd: (0x gehalte amfibool asbest) + (gehalte serpentijn asbest) = < 00 mg/kg d.s. Verkennend bodemonderzoek traject VleuGel, ARK-UTCS 29\40

Kenmerk R00-2097VEV-hgm-V02-NL Chrysotiel (wit asbest) is serpentijn asbest, de overige asbestsoorten zijn amfibolen (met name amosiet en crocidoliet). Indien deze norm op een plaats wordt overschreden, dan is sprake van een geval van ernstige asbestverontreiniging. Deze normering heeft de volgende consequenties: Wanneer de interventiewaarde wordt overschreden, zijn de voorschriften van het Arbeidsomstandighedenbesluit en het Productenbesluit asbest van toepassing (de werkzaamheden dienen onder asbestcondities (3T-condities) te worden uitgevoerd) Ernst (en spoedeisendheid) van een geval volgens de richtlijnen van de Wet bodembescherming kunnen worden vastgesteld De resultaten van een verkennend asbestonderzoek worden indicatief getoetst aan de hergebruikwaarde c.q. restconcentratienorm. 30\40 Verkennend bodemonderzoek traject VleuGel, ARK-UTCS

Kenmerk R00-2097VEV-hgm-V02-NL 4.2 Onderzoeksresultaten Op verzoek van de opdrachtgever zijn de resultaten van de grond en grondwater per deel- en/of sublocatie weergegeven in separate notities in bijlage 4. Bij deze notities zijn tevens de volgende gegevens bijgevoegd: tekeningen met de situering van de monsterpunten en de verontreinigingssituatie van de grond en het grondwater een overzicht van de zintuiglijke waarnemingen in de boorprofielen tabellen met de resultaten van de grond en het grondwater met interpretatie formulieren met de resultaten van de maaiveldinspectie analysecertificaten In onderstaande tabel is een samenvatting van de onderzoeksresultaten gegeven van alle deelen sublocaties. Verkennend bodemonderzoek traject VleuGel, ARK-UTCS 3\40

Kenmerk R00-2097VEV-hgm-V02-NL 32\40 Verkennend bodemonderzoek traject VleuGel, ARK-UTCS

Kenmerk R00-2097VEV-hgm-V02-NL Tabel 4.2 Samenvatting onderzoeksresultaten per deel- en sublocatie Deellocaties Grond - Toetsing Wbb Grond - toetsing Grondwater Asbest > AW-waarde > T-waarde > I-waarde Bodemkwaliteitskaart > S-waarde > T-waarde > I-waarde Mg/kg d.s. Maaiveld Deellocatie : Te realiseren spoorbaan a: Traject westzijde ARK - - - - n.g. n.g. n.g. n.v.t. n.v.t. b: Traject tussen ARK en Cartesiusweg Hg, Zn, pak, pcb, m.o. Cu, Pb - Cu > Achtergrondgehalte (P90) Ba - - n.v.t. n.v.t. Pb > Achtergrondgehalte (P90) c: Traject oosten van Cartesiusweg Cu, Hg, Ni, pak, pcb - - - Ba - - n.v.t. n.v.t. Deellocatie 2: Kunstwerken - 2a: Westelijke pijler brug over ARK Co, pak, pcb, m.o. - Cu, Pb, Zn * Geen bodemkwaliteitskaart Ba - - n.v.t. n.v.t. 2b: Oostelijke pijler brug over ARK Hg, pcb, m.o. - Cu, Pb, Zn, Geen bodemkwaliteitskaart Ba - - n.v.t. n.v.t. pak * 2c: Brug over Cartesiusweg Co, Zn, Ni, pak - - - Ba - - n.v.t. n.v.t. Deellocatie 3: Werkterreinen 3a: Noordstrook westzijde ARK Hg, Pb, Zn, pak, pcb - - - Ba - - n.v.t. n.v.t. 3b: Zuidstrook westzijde ARK Co, Hg, Pb, Mo, Ni, Zn, - - - n.g. n.g. n.g. n.v.t. n.v.t. pak, pcb 3c: Noordstrook tussen ARK en Cd, Cu, Hg, Pb, Zn, pak - - - Ba - - <,0 mg/kg - Cartesiusweg 3d: Zuidstrook tussen ARK en Cd, Hg, Ni, Zn, pak, pcb, - Cu, Pb Cu > Achtergrondgehalte (P90) n.g. n.g. n.g. <,0 mg/kg - Cartesiusweg m.o. Pb > Achtergrondgehalte (P90) 3e: Park langs Cremerstraat Cu, Co, Hg, Pb, Ni, pcb, - pak pak > Achtergrondgehalte (P90) Ba - - <,0 mg/kg - m.o. 3f: Volkstuinen Hg, Pb - - - Ba - - <,0 mg/kg stukje 3g: Perceel tegenover Cremerplein Co, Hg, Ni, Zn, pcb, m.o. pak - pak > Achtergrondgehalte (P90) Ba - - n.v.t. n.v.t. 3h: Gebied achter gebouwen Cremerstraat Co, Cu, Hg, Ni, Zn, pak, - - - n.g. n.g. n.g. <,0 mg/kg - pcb, m.o. 3i: Onderstation Cremerstraat Hg, Pb, Ni, Zn, pak, pcb, - - - n.g. n.g. n.g. <,0 mg/kg - m.o. 3j: Opstelterrein Cartesiusdriehoek Hg, Pb, Mo, Zn, pak Ni, pcb - Ni < Achtergrondgehalte (P90) n.g. n.g. n.g. 50 mg/kg * stukje pcb niet opgenomen in BKK n.g.: niet geanalyseerd n.v.t.: niet van toepassing omdat het gebied niet verdacht is op de aanwezigheid van asbest Parameters: Ba = barium, Cd = cadmium, Co = kobalt, Hg = kwik, Cu = koper, Pb = lood, Ni = nikkel, Mo = molybdeen, Zn = zink, pak = PAK (som 0), pcb = PCB s (som 7) en m.o. = minerale olie * De addenda waarin de aanvullende werkzaamheden zijn beschreven die hebben geleid tot deze resultaten zijn niet opgenomoen in onderhavig rapport, maar apart verkrijgbaar Verkennend bodemonderzoek traject VleuGel, ARK-UTCS 33\40

Kenmerk R00-2097VEV-hgm-V02-NL 34\40 Verkennend bodemonderzoek traject VleuGel, ARK-UTCS

Kenmerk R00-2097VEV-hgm-V02-NL 4.3 Relatie bodemverontreiniging en bodemvreemde bijmengingen In de grond zijn zintuiglijk diverse bodemvreemde materialen waargenomen (puin- en kooldeeltjes, bakstenen, ballastmateriaal en slakken) in variërende gradaties. In onderstaande tabel zijn de verbanden tussen de aanwezigheid van bodemvreemde bijmengingen en bodemverontreiniging weergegeven. De linkerzijde is een weergave van de relatie tussen de aanwezigheid van bepaalde bodemvreemde bijmengingen en de mate van bodemverontreiniging ( soort bodemvreemd materiaal ). Aan de rechterzijde is tevens de relatie weergegeven tussen de mate van bijmenging van de bodemvreemde materialen en bodemverontreiniging ( mate van bijmenging ). In de tabel zijn aantallen monsters weergegeven. Tabel 4.2 Relatie tussen aanwezigheid bodemvreemde materialen en de mate van bodemverontreiniging Soort bodemvreemd materiaal Mate van bijmenging Schoon Baksteen Puin Kool Ballast Slakken Licht Matig Sterk < AW 8 5 2 8 - > AW 28 8 20 3-2 27 3 - > T - - 5 - - - 3 2 - > I - 2 - - - - 2 Uit de tabel blijkt dat in alle zintuiglijk schone grondmonsters maximaal lichte verontreinigingen zijn aangetoond. Er is dus een verband tussen de afwezigheid van zintuiglijke verontreiniging en de afwezigheid van matig tot sterk verhoogde gehalten. Verder blijkt dat alle grondmonsters waarin geen verontreiniging is aangetoond, veelal zintuiglijk schone grond betreffen of in mindere mate grond met lichte bijmengingen van diverse bodemvreemde materialen. Incidenteel is in de niet verontreinigde grond een matige bijmenging van bodemvreemde materialen aangetroffen. In de grondmonsters met lichte bijmengingen van bodemvreemde materialen zijn in de meeste gevallen lichte verontreinigingen aangetoond. De aanwezigheid van lichte bijmengingen heeft in mindere mate geleid tot de afwezigheid van verontreinigingen, incidenteel is een matige verontreiniging aangetroffen. De grondmonsters met matige tot sterke bijmengingen betreffen maar een paar monsters, waardoor daar geen duidelijk beeld ontstaat. Algemeen zou gesteld kunnen worden dat een matige aanwezigheid van bodemvreemde materialen leidt tot licht tot sterke verontreinigingen. Een sterke aanwezigheid van bodemvreemde materialen veroorzaakt een sterke verontreiniging. Verkennend bodemonderzoek traject VleuGel, ARK-UTCS 35\40