Verkennend bodemonderzoek Horstweg en Eerbeekseweg te Loenen

Transcriptie

1 Verkennend bodemonderzoek Horstweg en Eerbeekseweg te Loenen 1 april 2009

2 Verkennend bodemonderzoek Horstweg en Eerbeekseweg te Loenen Sulvada-terrein

3

4 Kenmerk R LHU-cmn-V02-NL 6\24 Verkennend bodemonderzoek Horstweg en Eerbeekseweg te Loenen

5 Kenmerk R LHU-cmn-V02-NL Inhoud Verantwoording en colofon Inleiding Vooronderzoek en onderzoeksstrategie Algemeen Huidige situatie Uitgevoerde bodemonderzoeken Beschrijving onderzoekslocatie en historie Geohydrologie Hypothese voor het onderzoek Uitgevoerde werkzaamheden Algemeen Veld- en analysewerkzaamheden Resultaten Toetsingskader Veldwaarnemingen en metingen Kwaliteit van de grond Kwaliteit van het grondwater Toetsing van de hypothese Samenvatting en conclusies Bijlage(n) 1. Regionale ligging van de onderzoekslocatie 2. Onderzoekslocatie met monsterpunten 3. Boorprofielen 4. Locatiespecifieke toetsingswaarden 5. Analysecertificaten Verkennend bodemonderzoek Horstweg en Eerbeekseweg te Loenen 7\24

7 Kenmerk R LHU-cmn-V02-NL 1 Inleiding Tauw heeft in opdracht van IDEA Vastgoed te Deventer een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd aan de Horstweg en Eerbeekseweg te Loenen. De aanleiding voor dit bodemonderzoek is de voorgenomen nieuwbouw en de daarvoor benodigde bouwvergunning en de voorgenomen bestemmingsplanwijziging. Het doel van het onderzoek is aan te tonen dat op de locatie redelijkerwijs gesproken geen verontreinigende stoffen aanwezig zijn in de grond en in het grondwater in gehalten boven de streefwaarde of het geldende achtergrondgehalte. Verkennend bodemonderzoek Horstweg en Eerbeekseweg te Loenen 9\24

9 Kenmerk R LHU-cmn-V02-NL 2 Vooronderzoek en onderzoeksstrategie 2.1 Algemeen Tauw heeft het vooronderzoek uitgevoerd volgens de Nederlandse voornorm NVN op basisniveau. In dit vooronderzoek hebben wij informatie verzameld over het historisch, huidig en toekomstig gebruik van de locatie. Daarnaast hebben wij informatie verzameld over, de bodemopbouw en geohydrologie. Ook hebben wij de omvang van de onderzoekslocatie afgebakend en een onderzoekshypothese opgesteld. Ten behoeve van dit vooronderzoek hebben wij de volgende bronnen geraadpleegd: Informatie verstrekt door de opdrachtgever Informatie verkregen bij de gemeente Apeldoorn, contactpersoon mevrouw M.H. Maan Kadaster NAGROM. NAtionaal GROndwater Model VEWIN. Provinciale overzichten win- en productiemiddelen Topografische Dienst. Hoogtecijferkaart RIVM (ed.) Kwetsbaarheid van het grondwater Toegepaste geologische kaart Atlas van Nederland 2.2 Huidige situatie Locatiegegevens Adres: Horstweg en Eerbeekseweg Postcode en plaats: 7371 BS en 7371 CB te Loenen Oppervlakte in m²: Terreinverharding: deels bebouwd, deels verhard met tegels/klinkers en deels onverhard Huidige bestemming: wonen en bedrijven De regionale ligging van de onderzoekslocatie vindt u in bijlage 1 (schaal 1:25.000). In bijlage 2 vindt u een situatieschets van de onderzoekslocatie. Hierop zijn de grenzen van de onderzoekslocatie aangegeven. 1 NVN 5725: Bodem - Leidraad bij het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend, oriënterend en nader onderzoek, oktober 1999 Verkennend bodemonderzoek Horstweg en Eerbeekseweg te Loenen 11\24

10 Kenmerk R LHU-cmn-V02-NL 2.3 Uitgevoerde bodemonderzoeken Op een gedeelte van de onderzoekslocatie (Eerbeekseweg 31 en 33) is door de Klinker in 1999 een verkennend bodemonderzoek (kenmerk EL.510) uitgevoerd. Uit de analyseresultaten blijkt dat in zowel grond als grondwater maximaal lichte verontreinigingen zijn gemeten. In 2004 is een historisch onderzoek uitgevoerd aan de Eerbeekseweg 31 en de Eerbeekseweg 33 te Apeldoorn. Hieruit blijkt dat op de Eerbeekseweg 31 een supermarkt en pannenkoekenrestaurant hebben gezeten. Daarnaast staat vermeld dat er op de locatie ondergrondse petroleum en benzine bewaarplaats hebben gezeten, de ligging in onbekend. Op het adres Eerbeekseweg 33 heeft een bakkerij en supermarkt gezeten. Uit de verkregen informatie van de gemeente Apeldoorn is naast het bovenstaande nog de volgende informatie bekend over bodemonderzoeken op en nabij de locatie: Op Horstweg 80 heeft een sanering plaatsgevonden. De provincie heeft ingestemd met de sanering in een brief met kenmerk d.d. maart 2006 Op het tankstation Het Middenpad is in augustus1996 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd, door DHV met kenmerk L De bovengrond is licht verontreinigd met PAK. De ondergrond en grondwater zijn niet verontreinigd met de onderzochte stoffen 2.4 Beschrijving onderzoekslocatie en historie Op dit moment bestaat het plangebied uit bestaande bebouwing, woningen en bedrijven. Deze worden gesloopt en vervangen door woningbouw (41 woningen, variërend van appartementen tot multiwoningen) en een commerciële ruimte van 190 m 2. In het Historisch bodembestand (Hbb) zijn de volgende gegevens bij de gemeente Apeldoorn bekend: Op Eerbeekseweg 31 zou een ondergrondse petroleum / kerosinetank van 1958 tot 1984 aanwezig zijn geweest. De tank was in gebruik door Esso. Tussen 1927 en 1984 zou door de firma Automaat een ondergrondse benzinetank in gebruik zijn genomen. De ligging van deze tanks zijn onbekend. Bij de gemeente is geen informatie over deze tanks bekend Op Eerbeekseweg 21 heeft van 1981 tot 1994 een autospuiterij gezeten. De werkzaamheden hebben in de openlucht plaatsgevonden. De exacte ligging van de spuiterij is niet bekend 12\24 Verkennend bodemonderzoek Horstweg en Eerbeekseweg te Loenen

11 Kenmerk R LHU-cmn-V02-NL 2.5 Geohydrologie In tabel 2.1 zijn de regionale geohydrologische gegevens van de onderzoekslocatie weergegeven. Tabel 2.1 Geohydrologische gegevens Grondwaterstromingsrichting Stijghoogte van het grondwater Ligging t.o.v. grondwaterbeschermingsgebied Maaiveldhoogte Diepte freatisch grondwater Geologie Dikte van de deklaag Zout of brak grondwater Oost Noord Oost 23,09 m +NAP m 24,8 m +NAP < 1,2 m -mv Grof zand 2-5 m Nee Op de onderzoekslocatie ligt de diepte van de grondwaterspiegel op ongeveer 2,6 m -mv. Lokale factoren zoals waterlopen, drainagesystemen, (lekke) rioleringen en dergelijke, kunnen de stromingsrichting van het oppervlakkig (freatisch) grondwater beïnvloeden. 2.6 Hypothese voor het onderzoek Op basis van de informatie verkregen uit het vooronderzoek wordt als hypothese gesteld dat er geen reden is om een bodemverontreiniging op het terrein te verwachten. Tauw heeft het onderzoek uitgevoerd op basis van de onderzoeksstrategie voor het verkennend onderzoek zoals is weergegeven in de norm NEN Op basis van de verkregen informatie uit het vooronderzoek is de onderzoeksintensiteit voor een onverdachte locatie (onv) gehanteerd. Vanwege de aanleg van een parkeerkelder is ter plaatse van Eerbeekseweg twee boringen tot 3,5 m -mv worden geplaatst. Tevens is één grondanalyse ingezet op de bodemlaag van 2 tot 3,5 m -mv. Vooralsnog zijn geen specifieke werkzaamheden conform de NEN 5707 uitgevoerd met betrekking tot de aanwezigheid van asbest. De ontgraven grond is visueel geïnspecteerd op de aanwezigheid van asbest. 2 NEN 5740: Bodem - Onderzoeksstrategie bij verkennend onderzoek - Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en grond, oktober 1999 Verkennend bodemonderzoek Horstweg en Eerbeekseweg te Loenen 13\24

13 Kenmerk R LHU-cmn-V02-NL 3 Uitgevoerde werkzaamheden 3.1 Algemeen De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd volgens BRL SIKB 2000 inclusief de van toepassing zijnde onderliggende protocollen (2001 en/of 2002 en/of 2018) voor het veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek. De analyses zijn conform AS3000 uitgevoerd door het NEN-EN-ISO/IEC geaccrediteerde milieulaboratorium van AL-West. In bijlage 2 vindt u de locaties waar wij de monsters hebben genomen. Wij hebben de monsterpunten aangegeven in een situatieschets. 3.2 Veld- en analysewerkzaamheden Het veldwerk is uitgevoerd op 3 december Tabel 3.1 biedt u een overzicht van de werkzaamheden. Tabel 3.1 Uitgevoerde veld- en analysewerkzaamheden Omschrijving Oppervlakte onderzoekslocatie in m 2 Circa m 2 Veldwerk Aantal (monsterpunten) Boring tot 0,5 m -mv 12 (5 t/m 16) Boring tot 2,0 m -mv 1 (2) Boring tot 3,5 m -mv (ter plaatse van fase 2 i.v.m. kelders) 2 (3 en 4) Boring met peilbuis (4,0 m -mv) 1 (1) Chemische analyses Aantal bovengrond 3 Aantal ondergrond 3 Totaal grondmengmonsters 1) 6 Totaal grondwater 2) 1 1) lutum, organische stof, metalen (barium, kobalt, molybdeen, lood, zink, cadmium, koper, nikkel, kwik), PAK(10), PCB som 7 en minerale olie (GC) 2) metalen (barium, kobalt, molybdeen, lood, zink, cadmium, koper, nikkel, kwik), BTEXN, CKW en minerale olie (GC) * de samenstelling van de mengmonsters is weergegeven in tabel 3.2 Verkennend bodemonderzoek Horstweg en Eerbeekseweg te Loenen 15\24

14 Kenmerk R LHU-cmn-V02-NL Tabel 3.2 Samenstelling mengmonsters Omschrijving Deelmonsters opgenomen Diepte (m -mv) Samenstelling en bijzonderheden mengmonster * in mengmonster Bovengrond 1, 3, 4, 5, 7, 3 0,5 tot 1,0 Puindelen 8 en 9 (ca. 0,0-1,0) 1, 4, 5 en 9 7 en 8 0,0 tot 0,5 0,35 tot 0,85 2, 12, 13, 14, 2 (0,08-0,5) Puindelen 15 en 16 (ca. 0,08-0,8) 12, 13, 14, 15 en 16 (0,3-0,8) 6, 10 en 11 6 (0,15-0,65) Geen bijzonderheden (ca. 0,0-0,65) 10 en 11 (0,0-0,5) Ondergrond 1 en 3 1 (1,0-2,0) Geen bijzonderheden (ca. 1,0-2,0) 3 (1,5-2,0) 2 en 4 (0,5-2,0) 2 en 4 (0,5-2,0) Geen bijzonderheden 3 en 4 (2,0-3,5) 3 en 4 (2,0-3,5) Geen bijzonderheden * de samenstelling van de mengmonsters heeft plaatsgevonden in het laboratorium De lutumfractie en het gehalte aan organische stof zijn bepaald in het laboratorium. Het opgeboorde materiaal is in het veld beoordeeld op textuur, kleur en bijzonderheden. De bemonstering van de grond heeft plaatsgevonden per zintuiglijk afwijkende bodemlaag met een maximumtraject van 50 cm. Tijdens de veldwerkzaamheden is visueel aandacht besteed aan de aanwezigheid van asbest. Het grondwater is bemonsterd op 10 december De zuurgraad (ph), de elektrische geleidbaarheid (EC) en de grondwaterstand van het grondwater zijn gemeten tijdens de monsterneming in het veld. 16\24 Verkennend bodemonderzoek Horstweg en Eerbeekseweg te Loenen

15 Kenmerk R LHU-cmn-V02-NL 4 Resultaten 4.1 Toetsingskader De circulaire bodemsanering 2006 (Staatscourant 1 mei 2006 nummer 83) is van toepassing bij de uitvoering van bodemonderzoek. De analyseresultaten van de grond en het grondwater zijn getoetst aan de STI-waarden uit de Wet bodembescherming (de circulaire Bodemsanering 2006, Staatscourant, d.d. 10 juli 2008, nummer 131). Dit toetsingskader bestaat uit Streefwaarden (voor grondwater), Tussenwaarden (voor grond en grondwater) en Interventiewaarden (voor grond en grondwater). Vanaf 1 oktober 2008 vervangt de achtergrondwaarde uit het Besluit bodemkwaliteit de Streefwaarde voor grond. Hieronder leest u een beschrijving van de waarden. Streefwaarde / achtergrondwaarde De streefwaarden / achtergrondwaarden hebben betrekking op achtergrondgehalten die in de natuur voorkomen, of detectiegrenzen bij stoffen die niet in natuurlijke milieus voorkomen. In principe is er sprake van een onbeïnvloede bodemkwaliteit. Tussenwaarde De tussenwaarde (0,5 x (streefwaarde / achtergrondwaarde + interventiewaarde)). Interventiewaarde De interventiewaarden geven het concentratieniveau voor verontreinigende stoffen aan, waarboven sprake is van ernstige bodemverontreiniging. Indien de interventiewaarde voor grond een bodemvolume van 25 m 3 en/of voor grondwater een bodemvolume van 100 m 3 overschrijdt dan is er sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Bij overschrijding van de interventiewaarden zijn mogelijk risico s aanwezig. Dan kan het noodzakelijk zijn om maatregelen te treffen om de risico s te beperken of weg te nemen. De STI-waarden voor grond zijn afhankelijk van het bodemtype, hetgeen wordt bepaald door het gehalte aan Humus (organische stof) en/of Lutum (kleifractie). De berekende locatiespecifieke waarden en verdere bijzonderheden zijn weergegeven in een STI-toetsingstabel. Deze tabel vindt u in bijlage 4. De analyseresultaten zijn opgenomen in bijlage 5. De weergaven in de tabellen is als volgt: - het gehalte is kleiner dan of gelijk aan de streefwaarde / achtergrondwaarde + het gehalte is groter dan de streefwaarde / achtergrondwaarde ++ het gehalte is groter dan de tussenwaarde +++ het gehalte is groter dan de interventiewaarde Verkennend bodemonderzoek Horstweg en Eerbeekseweg te Loenen 17\24

16 Kenmerk R LHU-cmn-V02-NL 4.2 Veldwaarnemingen en metingen De voor het onderzoek van belang zijnde zintuiglijke waarnemingen zijn weergegeven in tabel 4.1. Op het maaiveld en in het opgeboorde bodemmateriaal is visueel geen asbest waargenomen. U vindt in bijlage 3 in de boorprofielen een overzicht van alle zintuiglijke waarnemingen. Tabel 4.1 Zintuiglijke waarnemingen Boring Einddiepte Dieptetraject Bijzonderheid (m -mv) (m -mv) 1 4,0 0,0-1,0 puin 4/matig grof 2 2,0 0,1-0,5 puin 3/matig grof 3 0,0-0,5 puinlaag 3,5 0,5-1,5 puin 2/fijn 4 3,5 0,0-0,5 puin 2/matig grof 5 0,5 0,0-0,5 puin 2/fijn 7 0,8 0,3-0,8 puin 1/fijn 8 0,8 0,3-0,8 puin 1/fijn 9 0,5 0,0-0,5 puin 2/fijn 12 0,8 0,3-0,8 puin 2/matig grof 13 0,8 0,3-0,8 puin 2/matig grof 14 0,8 0,3-0,8 puin 2/matig grof 15 0,8 0,3-0,8 puin 2/matig grof 16 0,8 0,3-0,8 puin 2/matig grof 1 = zeer weinig / zeer licht, 2 = weinig / licht, 3 = matig, 4 = veel / sterk, 5 = zeer veel / sterk Wij hebben tijdens de bemonstering van het grondwater de ph, geleidbaarheid (EC) en de grondwaterstand gemeten. Tabel 4.2 geeft een overzicht van deze gegevens. Tabel 4.2 Grondwaterbemonsteringsgegevens Peilbuis Filterdiepte (m -mv) Datum GWS (m-bp) ph (-) EC (µs/cm) 1 3,00-4, ,61 5, De gemeten waarden voor de zuurgraad (ph) en geleidbaarheid (EC) zijn normaal voor deze regio. 18\24 Verkennend bodemonderzoek Horstweg en Eerbeekseweg te Loenen

17 Kenmerk R LHU-cmn-V02-NL 4.3 Kwaliteit van de grond Tabellen 4.3 tot en met 4.5 bieden een overzicht van de analyseresultaten van de grond en de interpretatie. Tabel 4.3 Analyseresultaten grond (mg/kg d.s.) en interpretatie Monsteromschrijving 1, 3, 4, 5, 7, 8 en 9 2, 12, 13, 14, 15 en 16 6, 10 en en 4 Diepte (m -mv) ca. (0,0-1,0) ca. (0,08-0,8) ca. (0,0-0,65) ca. (1,0-2,0) (0,5-2,0) Lutum (%) 2,0 2,0 2,0 2,0 2,0 Humus (%) 2,9 2,0 2,0 2,0 2,0 METALEN barium (Ba) <15 - <15 - cadmium (Cd) <0,17 - <0,17-0,20 - <0,17 - <0,17 - kobalt (Co) 3,1-7,8 + 6,5 + 4,4 + 7,0 + koper (Cu) 11-6, <5,0 - <5,0 - kwik (Hg) 0,08-0,08-0,07 - <0,05 - <0,05 - lood (Pb) <13 - <13 - molybdeen (Mo) <1,5 - <1,5 - <1,5 - <1,5 - <1,5 - nikkel (Ni) 4,3-4,8-3,6 - <3,0 - <3,0 - zink (Zn) <17 - <17 - POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN PAK (som 10) 1,0-2,1 + 3,2 + 0,078-0,97 - GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN PCB's (som 7) n.a. - 0,26* +++ n.a. - n.a. - n.a. - MINERALE OLIE fracties (C10-C40) < n.a. niet aantoonbaar * om te verifiëren of het om een heterogene of homogene verontreiniging gaat is het mengmonster uitgesplitst en zijn de deelmonsters separaat geanalyseerd op PCB s; de resultaten zijn weergegeven in tabel 4.5 Verkennend bodemonderzoek Horstweg en Eerbeekseweg te Loenen 19\24

18 Kenmerk R LHU-cmn-V02-NL Tabel 4.4 Analyseresultaten grond (mg/kg d.s.) en interpretatie Monsteromschrijving 3 en 4 Diepte (m -mv) (2,0-3,5) Lutum (%) 2,0 Humus (%) 2,0 METALEN barium (Ba) <15 - cadmium (Cd) <0,17 - kobalt (Co) 2,1 - koper (Cu) <5,0 - kwik (Hg) <0,05 - lood (Pb) <13 - molybdeen (Mo) <1,5 - nikkel (Ni) <3,0 - zink (Zn) <17 - POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN PAK (som 10) n.a. - GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN PCB's (som 7) n.a. - MINERALE OLIE fracties (C10-C40) <20 - n.a. niet aantoonbaar Tabel 4.5 Analyseresultaten grond (mg/kg d.s.) en interpretatie Monsteromschrijving PCB's (som 7) Diepte (m -mv) 2 (0,08-0,5) 0, (0,3-0,8) n.a (0,3-0,8) n.a (0,3-0,8) n.a (0,3-0,8) 0, (0,3-0,8) 0, n.a. niet aantoonbaar 20\24 Verkennend bodemonderzoek Horstweg en Eerbeekseweg te Loenen

19 Kenmerk R LHU-cmn-V02-NL 4.4 Kwaliteit van het grondwater Tabel 4.6 biedt een overzicht van de analyseresultaten van het grondwater en de interpretatie. Tabel 4.6 Analyseresultaten grondwater (µg/l) en interpretatie Peilbuis 1 Filterdiepte (m -mv) (3,0-4,0) METALEN barium (Ba) 22 - cadmium (Cd) <0,80 - kobalt (Co) <5,0 - koper (Cu) 12 - kwik (Hg) <0,05 - lood (Pb) <10 - molybdeen (Mo) 5,6 + nikkel (Ni) <10 - zink (Zn) AROMATISCHE VERBINDINGEN benzeen <0,20 - ethylbenzeen <0,30 - tolueen <0,30 - xylenen (som) n.a. - styreen <0,30 - naftaleen <0,050 - GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN vinylchloride <0,10 - dichloormethaan <0,20-1,1-dichloorethaan <0,60-1,2-dichloorethaan <0,60-1,1-dichlooretheen <0,10-1,2-dichl.etheen (cis+trans) n.a. - dichloorpropaan n.a. - trichloormethaan <0,60-1,1,1-trichloorethaan <0,10-1,1,2-trichloorethaan <0,10 - tri(chlooretheen) <0,60 - tetra(chloormethaan) <0,10 - tetrachl.etheen (per) <0,10 - OVERIGE STOFFEN minerale olie (C10-C40) <100 - tribroommethaan <0,60 << (bromoform) n.a. niet aantoonbaar << concentratie is kleiner dan de rapportagegrens en/of T-waarde Verkennend bodemonderzoek Horstweg en Eerbeekseweg te Loenen 21\24

20 Kenmerk R LHU-cmn-V02-NL 4.5 Toetsing van de hypothese Op basis van de onderzoeksresultaten wordt de hypothese dat er geen reden is om een bodemverontreiniging op het terrein te verwachten, verworpen. 22\24 Verkennend bodemonderzoek Horstweg en Eerbeekseweg te Loenen

21 Kenmerk R LHU-cmn-V02-NL 5 Samenvatting en conclusies Tauw heeft in opdracht van IDEA Vastgoed te Deventer een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd aan de Horstweg en Eerbeekseweg te Loenen. De aanleiding voor dit bodemonderzoek is de voorgenomen nieuwbouw en de daarvoor benodigde bouwvergunning en de voorgenomen bestemmingsplanwijziging. Het doel van het onderzoek is aan te tonen dat op de locatie redelijkerwijs gesproken geen verontreinigende stoffen aanwezig zijn in de grond en in het grondwater in gehalten boven de streefwaarde of het geldende achtergrondgehalte. Vooronderzoek Op delen van de locatie zijn reeds bodemonderzoeken of historisch onderzoeken uitgevoerd. Op Horstweg 80 heeft een sanering plaatsgevonden. Op dit moment bestaat het plangebied uit bestaande bebouwing, woningen en bedrijven. Deze worden gesloopt en vervangen door woningbouw en een commerciële ruimte. In het Historisch bodembestand (Hbb) zijn de volgende gegevens bij de gemeente Apeldoorn bekend: Op Eerbeekseweg 31 waren twee ondergrondse tanks aanwezig. De ligging van deze tanks zijn onbekend. Omdat er bij de gemeente verder geen gegevens bekend zijn is er een vermoeden dat de tanks al gesaneerd zijn Op Eerbeekseweg 21 heeft een autospuiterij gezeten waarvan eveneens de exacte ligging onbekend is Zintuiglijke waarnemingen Verdeeld over de locatie zijn puindelen waargenomen tot maximaal 1,0 m -mv. Op het maaiveld en in het opgeboorde bodemmateriaal is visueel geen asbest waargenomen. Grond In de mengmonsters van de bovengrond overschrijden de gehalten van enkele zware metalen, PAK en/of minerale olie de achtergrondwaarden. In één mengmonster is een sterk verhoogd gehalte aan PCB s gemeten. Dit mengmonster is uitgesplitst en de deelmonsters zijn separaat geanalyseerd op PCB s. Ter plaatse van monsterpunt 16 overschrijdt het gehalte van PCB s de interventiewaarde. De overig geanalyseerde parameters in de deelmonsters en overige mengmonsters zijn gemeten in gehalten beneden de achtergrondwaarde en/of rapportagegrens. Verkennend bodemonderzoek Horstweg en Eerbeekseweg te Loenen 23\24

22 Kenmerk R LHU-cmn-V02-NL In de twee mengmonsters van de ondergrond van bodemlaag 1,0 tot 2,0 m -mv overschrijden de gehalten van kobalt de achtergrondwaarden. De overig geanalyseerde parameters zijn gemeten in gehalten beneden de achtergrondwaarde en/of rapportagegrens. In het mengmonster van de ondergrond van bodemlaag 2,0 tot 3,5 m -mv zijn geen van de geanalyseerde parameters aangetoond in gehalten boven de achtergrondwaarde en/of rapportagegrens. Grondwater In het grondwater ter plaatse van peilbuis 1 overschrijden de concentraties van molybdeen en zink de streefwaarden. De overig geanalyseerde parameters zijn gemeten in concentraties beneden de streefwaarde en/of rapportagegrens. Conclusies en aanbevelingen Op basis van de onderzoeksresultaten kan worden gesteld dat het grootste gedeelte van de locatie nagenoeg vrij is van verontreinigingen, met uitzondering van licht verhoogde gehalten / concentraties (> achtergrondwaarde of streefwaarde). Deze licht verhoogde gehalten / concentraties leveren voor de voorgenomen woningbouw geen belemmering op. Indien deze grond bij eventuele graafwerkzaamheden vrijkomt, mag deze grond zonder beperkingen op de locatie worden hergebruikt. Indien de grond wordt afgevoerd naar een locatie buiten de onderzoekslocatie dan dient alsnog een partijkeuring conform het Besluit bodemkwaliteit te worden uitgevoerd. Een uitzondering op bovenstaand betreft de bovengrond ter plaatse van monsterpunt 16. Hier is in de bovengrond een sterk verhoogd gehalte aan PCB s gemeten (> interventiewaarde) met vooralsnog een onbekende omvang. Sterk verhoogde gehalten kunnen risico s met zich meebrengen voor mens en milieu. Voorafgaand aan de afgifte van een bouwvergunning voor de voorgenomen woningbouw dienen de omvang en risico s vastgesteld te worden. Om de (eventuele) risico s vast te stellen dient nader onderzoek plaats te vinden door middel van het verrichten van aanvullende boringen en analyses. Op basis van de resultaten van het nader onderzoek kan eveneens een kostenraming worden gemaakt voor een eventuele sanering. 24\24 Verkennend bodemonderzoek Horstweg en Eerbeekseweg te Loenen

23

24

25

26

27

28

29

30

31

32

33

34

35

36

37

38

39

40

41

42

43

44

45

46

47

48

49

50

51

52

53

54

55