Deel 5: PowerPoint Scannend De mogelijkheden van PowerPoint als ondersteunend middel voor een gedifferentieerde begeleiding van leerlingen met beperkingen. CNO Universiteit Antwerpen 1
Deel 5 PowerPoint Scannend Scanning in PowerPoint is een methode waarbij verschillende keuzemogelijkheden één voor één worden aangeduid, door ze afwisselend te omkaderen. Wanneer de juiste oplossing omkaderd wordt, kan de gebruiker deze selecteren door een simpele klik op de muis. De gebruiker moet dus wachten terwijl alle keuzemogelijkheden één voor één omkaderd worden totdat de juiste oplossing aan de beurt is. Deze methode is geschikt voor personen met een zware motorische handicap, aangezien het hen in staat stelt om met slechts één druk op een knop een keuze te maken. Het opmaken van deze scanning-oefeningen in PowerPoint is een complexe aangelegenheid, u dient dit deel van de handleiding met extra aandacht te lezen. 1. Downloaden & Openen sjabloon, het bestand een naam geven Om scanning in PowerPoint te gebruiken heeft u eerst en vooral een sjabloon nodig, dit is een soort standaardmodel waarbinnen de presentatie opgemaakt zal worden. U vindt dit sjabloon terug op de bijgevoegde CD-rom (open hiervoor de map Scannend en vervolgens Sjablonen om uw eigen scannende presentatie te maken ). Als u niet over deze CD-rom beschikt, kunt u het sjabloon gratis bekomen bij MODEM (neem hiervoor contact op met MODEM 1 ) of u kunt het downloaden via de modem website: www.modemadvies.be. Hoe download ik een scanning sjabloon? 1. Open de website, de startpagina ziet er als volgt uit: 1 Doornstraat 331, 2610 Wilrijk Tel.: 03/820 63 50 Fax: 03/828 69 64 Email: modem@stichtingkinsbergen.be 2
2. Klik op de link OC-& PC-DOOS (gratis materiaal en informatie). U komt op de volgende webpagina terecht: 3. Klik vervolgens op de link PC-DOOS. 3
4. Klik dan op de link doe-het-zelf oefeningen. Hier vindt u onder de titel PowerPoint de link http://www22.brinkster.com/jimluther/access.htm waarop men materiaal voor het scannen kan verzamelen: 5. Klik op de link. U krijgt nu de volgende pagina te zien: 4
6. Ongeveer in het midden van de pagina ziet u de titel PowerPoint for Special Needs. Klik op het pijltje rechtsonder totdat u de link genaamd Version 2 Templates, Examples and Explanation ziet, dit is de derde link onder deze titel. 7. Klik op deze link, u krijgt nu het volgende scherm te zien: 5
8. Klik weer op het pijltje rechtsonder totdat u de link A (Windows Only) Blank Scanning Shapes Template (Improved) ziet, dit is de derde laatste link op de pagina. 6
9. Klik met de rechtermuisknop op deze link, u krijgt een lijst met verschillende opties: 10. Kies hier de optie doel opslaan als (of save target as als uw computer in het Engels ingesteld staat). U krijgt nu het Opslaan als -menu te zien: 11. Kies een map waarin u het sjabloon zal opslaan en geef het sjabloon een naam. Klik vervolgens op Opslaan. Het sjabloon wordt nu opgeslagen op uw computer. 7
Het openen van dit sjabloon is identiek aan het openen van elke andere PowerPointpresentatie (zoals beschreven in Deel 1 PowerPoint basis, 8. Een presentatie bewaren en openen ). Als u, bij het openen van het sjabloon, een waarschuwing krijgt over het openen van macro s, moet u Ja of OK kiezen opdat de scanning zou werken. Let op, maak uw eigen presentatie niet in het originele sjabloon, maar sla het eerst op onder een andere naam! Dan kunt u het originele sjabloon een volgende keer opnieuw gebruiken, zonder het weer te moeten downloaden van het internet. Hoe sla ik het scanning sjabloon op onder een andere naam? 1. Klik, nadat u het sjabloon geopend hebt, in de menubalk op Bestand : Kies daarna Opslaan als : 8
2. Geef het bestand een andere naam en kies Opslaan : 1 2 9
2. De verschillende dia s van het sjabloon De verschillende dia s van het lege sjabloon zien er als volgt uit: Bekijk deze dia s even van naderbij: Dia 1: Scaninstellingen Let op! U kunt in deze dia enkel tijdens de diavoorstelling veranderingen aanbrengen, niet tijdens het aanmaken van het voorbeeld. Zie *. Zie **. Stel in hoelang de computer 1 keuzemogelijkheid aanduidt (in seconden). Typ hier de naam van de gebruiker. Klik om naar de volgende dia te gaan. Klik op één van de vraagtekens voor meer uitleg. 10
* Scan Type Biep: Wanneer de computer een keuzemogelijkheid aanduidt, geeft hij al dan niet een biep. Vink dit vakje uit om het geluid uit te schakelen. Schakel geluiden in presentatie uit: Vink dit vakje aan om alle geluiden verbonden met acties en animaties uit te schakelen. Twee Schakelaars: Vink dit vakje aan wanneer u gebruik wilt maken van eenstapsscanning. De computer overloopt dan niet automatisch de verschillende mogelijkheden. In plaats daarvan moet de gebruiker de ene schakelaar (linkermuisknop) gebruiken om de keuzemogelijkheden te overlopen en de andere schakelaar (rechtermuisknop) om zijn keuze te bevestigen. ** Scan Vorm Kies één van de 6 vormen als zogenaamde scanvorm. Deze vorm voegt u toe in de dia s van de PowerPoint presentatie. Indien u bijvoorbeeld kiest voor het gebruik van ovalen, moet u rond elke keuzemogelijkheid een ovaal tekenen. De computer zal deze dan één voor één laten oplichten tijdens de presentatie. U dient dus wel degelijk zélf deze scanvormen aan te brengen. De computer weet immers niet uit zichzelf welke figuren/vlakken/ als keuzemogelijkheden gelden. Maak scanvormen zichtbaar: Wanneer u dit vakje uitvinkt, worden de scanvormen onzichtbaar gemaakt. Als u dit niet doet, worden de verschillende vormen tijdens de oefening niet één voor één opgelicht, maar zijn ze allemaal zichtbaar, wat niet de bedoeling is. (zie ook Deel 5 PowerPoint scannend, 7. Voorbeeld achteraf aanpassen ) Dia 2 : Dit is de basisdia waarin u zelf uw voorbeeld kunt maken. Plaats hier uw materiaal Plaats tijdens de presentatie de cursor in het groene vlakje om scanning mogelijk te maken. 11
Kopieer vervolgens de tweede dia zo vaak als nodig.: 1. Selecteer de dia in de linkerkolom: 2. Klik in de bovenste menubalk op Invoegen en kies hier Dia dupliceren. Er zal een kopie in de diareeks verschijnen. Doe dit zo vaak als nodig is. Origineel Kopie 12
3. Figuren, tekst invoegen Net als in vorige delen, voegt u nu figuren, vormen en/of tekst in om een voorbeeld te maken. Als voorbeeld wordt hier een oefening voor vormherkenning opgemaakt. De gebruiker moet de aangegeven vorm herkennen in de drie volgende tekeningetjes. Men dient er nu voor te zorgen dat deze drie afbeeldingen gescand worden zodat de gebruiker ze kan selecteren met een druk op de knop. 13
4. Scanvormen tekenen Zoals in Deel 5 PowerPoint scannend, 2. De verschillende dia s van het sjabloon werd aangehaald, dient u nu de scanvormen op de dia s tekenen. Kies hiervoor ovalen. 1. In Deel 1 PowerPoint basis, 5. Tekenen in PowerPoint werd getoond hoe u een rechthoek en andere vormen tekent. Het icoon om een ovaal te tekenen bevindt zich naast de rechthoek: 2. Teken de ovaal over de eerste figuur. U krijgt volgend resultaat: 3. Wijzig de opmaak van de ovaal zodat deze geen opvulling heeft en een goed zichtbare rand: 14
Geef de lijn van de ovaal een duidelijke kleur, bijvoorbeeld rood. 15
Maak de grenslijn van de ovaal een beetje dikker, dan ziet men de ovaal duidelijker. 4. Kopieer de ovaal die u net tekende en plak hem ook rond de andere figuren. U krijgt volgend (tussentijds) resultaat: De scanvormen zijn getekend. Nu moet aan deze vormen een actie-instelling toegevoegd worden, zodat bij het klikken ofwel feedback wordt gegeven, ofwel wordt verdergegaan naar de volgende dia. 16
5. Actie-instellingen op scanvormen Let op, om het scannen zinvol te maken, dient u de actie-instellingen aan de scanvormen te koppelen en niét aan de figuren in de dia zelf. Bij scanning in PowerPoint selecteert men immers de scanvorm en niet wat eronder ligt. Volg de stappen die beschreven werden in Deel 3 PowerPoint klikoefeningen : 1. Klik rechts op de ovaal en kies Actie-instellingen. 2. Duid Hyperlink naar: Volgende dia aan, en eventueel een bevestigend geluid bij het juiste antwoord. Bij een foute keuze duidt u enkel een afkeurend geluid aan. Tip: In het venster Actie-instellingen vindt u ook het tabblad Muisaanwijzer op object, dat er verder geheel hetzelfde uitziet als het tabblad Muisklik. Als u hier een geluid instelt op een scanvorm, wordt dit geluid telkens afgespeeld als de scanvorm oplicht. Dit kan bijvoorbeeld gebruikt worden in een oefening met auditieve scanning. Klik op dit pijltje en selecteer een geluid. 17
6. Diavoorstelling weergeven en instellen op het eerste scherm Het voorbeeld is nu klaar om bekeken te worden. Stel de voorstelling in als Bekeken in een kiosk via diavoorstelling instellen in het menu Diavoorstelling (zoals beschreven in Deel 3 Klikoefeningen, 5. Diavoorstelling als een klikoefening ). Vervolgens gaat u over tot het weergeven van de diavoorstelling. De twee verschillende manieren waarop u dit kunt doen worden hier beschreven: Methode 1: Druk F5 in om de voorstelling te starten. Methode 2: 1. Ga naar Diavoorstelling in de menubalk: 2. Kies Voorstelling weergeven : 3. Let op: Kijk op de eerste dia na of alles juist ingesteld staat: Zorg er zeker voor dat: - Maak scanvormen zichtbaar niet aangevinkt staat. Zoniet wordt er niet gescand, dan ziet de gebruiker gewoon de ovalen rond alle figuren staan. - Bij de scanvormen de ovalen geselecteerd staan. Normaal is dit standaard het geval. Verander eventueel (dit is niet noodzakelijk): - Het aantal seconden dat elke keuzemogelijkheid aangeduid wordt. - De naam van de gebruiker. 4. Om de voorstelling te beëindigen drukt u op de Escape toets (Esc). Deze bevindt zich linksboven op het toetsenbord. 18
7. Voorbeeld achteraf aanpassen Wanneer u het voorbeeld doorlopen heeft, zult u achteraf zien dat de scanvormen niet meer zichtbaar zijn op de dia s van het PowerPoint bestand. U vinkte, toen u de diavoorstelling startte, immers de optie Maak scanvormen zichtbaar uit. Indien u de scanvormen achteraf dus nog wenst te bewerken, maakt u ze als volgt weer zichtbaar: 1. Ga naar de diavoorstelling in de menubalk en kies Voorstelling weergeven. 2. Vink in dia 1 het vakje Maak scanvormen zichtbaar opnieuw aan. Samengevat: De optie Maak scanvormen zichtbaar moet uit staan als de gebruiker daadwerkelijk met de oefening gaat werken. De optie moet aan staan als u iets in de opmaak van de presentatie wilt veranderen. 19