Terrasverwarmers 2006 Voedsel en Waren Autoriteit Regionale dienst Zuid-West datum: April 2007
INHOUD Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding 2. Resultaten 2.1 Onderzoeksresultaten 2.2 Maatregelen 2.3 Resultaten 2004 t/m 2006 2.4 Stakeholdersoverleg 3. Discussie 4. Conclusie
SAMENVATTING Al enige jaren worden er, op gas werkende, terrasverwarmers aangeboden in de verkoopkanalen voor de consument. Het product wordt voor de consument aangeboden in o.a. bouwmarkten, tuincentra, campingzaken, recreatiebranche, gasspeciaalzaken, supermarkten, etc. Het gaat om vrijstaande en/of verplaatsbare propaan/butaan terrasverwarmers, niet gasnet gebonden, voor gebruik buiten en in goed geventileerde ruimten, beter bekend als de paddenstoelmodellen. In 2004 en 2005 zijn respectievelijk 14 en 6 verschillende merken en typen terrasverwarmers bemonsterd en onderzocht op basis van de (ontwerpnorm) NEN-EN 14543 Specificatie voor vloeibaargastoestellen Terrasverwarming LPG afvoerloze terrasverwarmers voor gebruik buiten of in een geventileerde ruimte. In beide jaren vertoonden alle terrasverwarmers tekortkomingen. In 2004 is voor circa 70% van de bemonsterde terrasverwarmers een maatregel genomen, in 2005 was dit 100%. Gelet op de resultaten van 2004 en 2005 is in 2006 het project nogmaals herhaald. 16 terrasverwarmers zijn bemonsterd en onderzocht. Het doel van het project was het zoveel mogelijk voorkomen van risico s door het weren van onveilige terrasverwarmers van de markt, het systematisch terugbrengen van het aantal tekortkomingen met een substantieel percentage en het nagaan of handhaving in de voorgaande jaren effect heeft gehad. Weliswaar zien we een terugloop in het aantal tekortkomingen (zowel technische als in instructies en gebruiksaanwijzingen), toch zien we nog geen substantiële verbetering in de vorm van meer veilige terrasverwarmers. Het resterende aantal tekortkomingen leidde nog steeds tot teveel overtredingen van de wettelijke voorschriften en maatregelen bij 12 van de 16 terrasverwarmers (75%). Op grond van artikel 7 van de GAD (Richtlijn Gastoestellen 90/396/EEG) zullen terrasverwarmers die een ernstig risico vormen worden genotificeerd. Tevens zal de consument worden geïnformeerd over de (on)veiligheid van terrasverwarmers. De stakeholders zijn over de resultaten geïnformeerd. Aangegeven is dat in 2007 opnieuw o.a. de foute terrasverwarmers worden bemonsterd teneinde te controleren of de tekortkomingen zijn opgeheven.
1. INLEIDING Al enige jaren worden er, op gas werkende, terrasverwarmers aangeboden in verkoopkanalen voor de consument. Terrasverwarmers werden eerst hoofdzakelijk in de professionele sfeer gebruikt, tegenwoordig zijn ze ook als trendy product op de consumentenmarkt te vinden. Ze worden aangeboden in o.a. bouwmarkten, tuincentra, campingzaken, recreatiebranche, gasspeciaalzaken, supermarkten, etc. Het gaat om vrijstaande en/of verplaatsbare propaan/butaan terrasverwarmers, niet gasnet gebonden, voor gebruik buiten en in goed geventileerde ruimten, beter bekend als de paddenstoelmodellen (zie fig.1). fig.1: terrasverwarmer paddenstoelmodel Bovengenoemde terrasverwarmers zijn toestellen bestemd of geschikt voor het verwarmen waarbij gas als brandstof wordt gebruikt en zijn gastoestellen in de zin van artikel 1 lid 1 onder c van het Besluit gastoestellen en artikel 1 lid 1 van de Europese Richtlijn Gastoestellen 90/396/EEG 1. Terrasverwarmers mogen alleen worden verhandeld indien ze voldoen aan het Besluit gastoestellen. In het Besluit zijn voornamelijk algemene eisen opgenomen. De technische eisen waaraan terrasverwarmers moeten voldoen zijn opgenomen in de Europese norm NEN-EN 14543. De ontwerpnorm uit 2002 is in juni 2005 definitief geworden als NEN-EN 14543:2005. Terrasverwarmers die bij normaal gebruik een ernstig veiligheidsrisico vormen en niet meer mogen worden verhandeld, moeten op grond van artikel 7 van de GAD (Richtlijn Gastoestellen 90/396/EEG) worden genotificeerd. Hierbij wordt de Europese Commissie in kennis gesteld over de onveilige producten en de redenen van de handelsbelemmering. Indien de Commissie, na overleg met de betrokken partijen, vaststelt dat de maatregelen gerechtvaardigd zijn, stelt zij de overige lidstaten hiervan in kennis. In 2004 en 2005 zijn respectievelijk 14 en 6 verschillende merken en typen terrasverwarmers bemonsterd en onderzocht op basis van de norm NEN-EN 14543 Specificatie voor vloeibaargastoestellen Terrasverwarming LPG afvoerloze terrasverwarmers voor gebruik buiten of in een geventileerde ruimte. In beide jaren vertoonden alle terrasverwarmers tekortkomingen. In 2004 is voor circa 70% van de terrasverwarmers een maatregel genomen, in 2005 was dit 100%. 1 Iedere lidstaat binnen de EU is verplicht om de Europese richtlijn ( = wetgeving) op te nemen in de nationale wetgeving. Door middel van het Besluit gastoestellen heeft Nederland hieraan gevolg gegeven.
Gelet op de resultaten van 2004 en 2005 was het noodzakelijk het project nogmaals te herhalen. Het doel van het project was: Het zoveel mogelijk voorkomen van risico s door het weren van onveilige terrasverwarmers van de markt. Hierbij lag het accent op de technische veiligheid. Het definitief terugbrengen van het aantal afwijkingen met een substantieel percentage. Het nagegaan of handhaving in 2004/2005 effect heeft gehad. 2. RESULTATEN Op dit moment zijn circa 25 importeurs/distributeurs binnen Nederland bekend. Geconstateerd is dat het aantal verschillende merken en typen dat één importeur/distributeur verhandeld beperkt is. De typen terrasverwarmers die in één jaar worden verhandeld, worden het volgende jaar meestal niet meer aangetroffen. De voor het oog gelijk gebleven typen zijn vaak voorzien van andere typeaanduidingen. Of het dan om geheel nieuwe of gemodificeerde terrasverwarmers gaat, is onduidelijk. Opvallend is de onderlinge gelijkenis tussen de verschillende merken en typen. Mogelijk wordt er veel gekopieerd en dus (mogelijk) ook de tekortkomingen. In totaal zijn 16 terrasverwarmers bemonsterd en onderzocht. 5 terrasverwarmers zijn bij eerder bezochte importeurs/distributeurs bemonsterd. De overige 11 zijn bij nieuwe importeurs/distributeurs bemonsterd. Door de verschuiving naar de nieuwe importeurs/distributeurs zal circa 50% marktbreed zijn bemonsterd. Opvallend is dat o.a. (food)supermarkten eenmalig een partij terrasverwarmers aanbieden. In hoeverre zij structureel terrasverwarmers blijven verhandelen is niet bekend. Behalve de verschuiving naar nieuwe importeurs/distributeurs vindt er dus ook marktvervaging op. Het onderzoeksprogramma voor de terrasverwarmers op basis van de norm NEN-EN 14543:2005 is gebaseerd op de belangrijkste veiligheidsrisico s. De nummering, zoals hieronder is aangegeven, verwijst naar de betreffende paragrafen in de norm NEN-EN 14543 en is ook opgenomen in tabel 1: Technische eisen: 5.1 Warmte afgifte in relatie met de hoogte 5.2 Geschiktheid gassoorten 5.5.2 Omvallen op hellend vlak 5.5.3 Omvalbeveiliging 5.5.4 Blokkering wielen 5.6 Gascircuit 5.7.1 Positie brander gefixeerd 5.7.4 Ontsteken met lucifer 5kW 5.7.5 Branden brander waarneembaar 5.8.1 Markering toestel kraan 5.8.2 Vlambeveiliging 5.9 Gascilinder behuizing 6.3.2.1 Temperatuur onderdelen toestel 6.3.3 Ontsteking, vlamverloop en vlamstabiliteit 6.3.8 Werking van de vlambeveiliging 6.4 Verbrandingsgassen (CO) Veiligheidsrelevante instructi es en gebruiksaanwijzingen: 8.1.8.8.2 Opschriften 8.1.8.8.4 Taal en inhoud handleiding Tabel 1 geeft een gedetailleerd overzicht van de onderzochte items en de resultaten.
2.1 Onderzoeksresultaten 8.1 & 8.2 8.1 & 8.4 6.4 6.3.8 6.3.3 6.3.2.1 5.9 5.8.2 5.8.1 5.7.5 5.7.4 5.7.1 5.6 5.5.4 5.5.3 5.5.2 5.2 5.1 Monsternummer Opschriften Taal en inhoud handleiding Verbrandingsgassen (CO) Werking van de vlambeveiliging Ontsteking, vlamverloop en vlamstabiliteit Temperatuur onderdelen toestel Gascilinder behuizing Vlambeveiliging Markering toestel kraan Branden brander waarneembaar Ontsteken met lucifer / 5kW Positie brander gefixeerd Gascircuit Blokkering wielen Omvalbeveiliging Omvallen op hellend vlak Geschiktheid gassoorten Warmte afgifte in relatie met de hoogte 44034042 O X nvt X X X 44477408 X 44632667 X X X 44632675 X O 1 X 45071413 X O 2 56017119 56018956 X X X X 56022627 X nvt X X X X 57162651 X X X X 57148799 O X X 58018597 58018619 O 3 58368563 O X X 58368598 X 58368601 nvt 58368628 X X X X X X = afwijkend met maatregel. = niet afwijkend. O = Opmerking (afwijkend zonder maatregel). O 1 = De gebruiksbeperking Voor gebruik buitenshuis en in goed geventileerde ruimten ontbreekt. O 2 = Toestelcategorie ontbreekt. O 3 = Typen gasflessen welke toegepast mogen worden zijn niet genoemd. nvt = Niet van toepassing (wielen niet aanwezig). Tabel 1: Testresultaten Het niet voldoen aan een veiligheidsgerelateerde normeis betekent dat de terrasverwarmer op dat punt een risico oplevert voor de gebruikers, dieren en omgeving. Op basis van het onderzoeksprogramma zijn onderstaand de risico s per normparagraaf vermeld (alleen de technische eisen): Par. 5.1: Afhankelijk van de hoogte van de de working surface (brandergedeelte) van de terrasverwarmer mag het maximaal toegestane nominale warmtevermogen niet worden overschreden. Hoe hoger de working surface, hoe hoger het vermogen mag zijn. Deze normeis voorkomt dat t.g.v. directe stralingswarmte gebruikers brandwonden oplopen doordat ze de working surface onbewust te dicht naderen. Par. 5.2: De terrasverwarmer mag alleen worden geleverd indien geschikt voor 1 gassoort en gasdruk. Op de terrasverwarmer mogen geen voorzieningen aanwezig zijn waarmee de gebruiker de door de
fabrikant vooringestelde instellingen kan wijzigen. In twee gevallen zijn afstelmogelijkheden aangetroffen om de min./max. gastoevoer te veranderen. Door de keuzes voor de gebruiker te beperken, loopt men minder risico dat de terrasverwarmer wordt aangesloten op een verkeerde gassoort en/of gasdruk. Ook moet men voorkomen dat de gebruiker zelf instellingen, zoals bijvoorbeeld gas-lucht verhouding, kan inregelen. Hierdoor kan een situatie ontstaan waarbij er geen optimale verbranding is met als gevolg een teveel aan koolmonoxide in de verbrandingsgassen. Par. 5.5.2: Indien er sprake is van verplaatsbare terrasverwarmers, bedoeld om op de grond of tafel te worden geplaatst, dan moeten deze voldoende stabiel blijven staan ook al worden ze niet op een geheel vlakke of horizontale ondergrond geplaatst. 13 van de 16 terrasverwarmers zijn getest met een gascilinder van 7 kg (lege 5 kg propaan cilinder). Voor de risico s van instabiele terrasverwarmers, zie par. 5.5.3. Par. 5.5.3: Alle toestellen, m.u.v. toestellen die ergens vast aan bevestigd moeten worden, moeten zijn voorzien van een automatische gasafsluiter welke in werking treedt als het toestel kantelt. Dit om te voorkomen dat als toestellen worden omgestoten, of instabiel worden geplaatst en t.g.v. hiervan omvallen (niet vlakke ondergrond), blijven doorbranden of een steekvlam geven (verbranding vloeibaar gas) Par. 5.5.4: Indien er sprake is van verrijdbare terrasverwarmers op wielen dan moeten er voorzieningen zijn getroffen om het per ongeluk verrijden tijdens normaal gebruik te voorkomen. Dit betekent veelal een blokkering op de wielen. Het spontaan verrijden kan resulteren in omvallen, ergens tegenaan rijden/ - staan, met als gevolg verbranding, brand, steekvlammen, etc.. Par. 5.6: Het gascircuit moet voldoen aan o.a. de volgende zaken: Gasdichtheid ter voorkoming van lekkage van onverbrand gas (explosiegevaar) Beveiligingen en bedieningsknoppen als onderdeel van het gascircuit moeten juist functioneren. Beveiligingen mogen niet overbrugd kunnen worden door bedieningsinstellingen waardoor de terrasverwarmer niet veilig kan uitschakelen bij technische problemen. Fabrikantinstellingen (sproeierdiameter, gas-lucht verhouding, etc.) moeten zijn geborgd om te voorkomen dat de gebruiker de instellingen negatief beïnvloedt. In Nederland moet het uiteinde van de gasleiding, waarop de gasslang moet worden aangesloten, zijn voorzien van een schroefdraad volgens ISO 7-1:1994. Dit betekent dat de gasslang ook een (contra)schroefdraad moet hebben. In één geval was een gasslang zonder schroefdraad (open uiteinde) bij de terrasverwarmer geleverd. Dit om te voorkomen dat de gasslang van de gasleiding afschiet bij onvoldoende bevestiging waardoor onverbrand gas uitstroomt. Par. 5.7.1: De brander moet in de terrasverwarmer zijn gefixeerd om te voorkomen dat deze verkeerd wordt teruggeplaatst. Ook moet de brander bestand zijn tegen vervorming, smelten of beschadigen waardoor het brandgedrag negatief wordt beïnvloed. Hierdoor ontstaat mogelijk geen optimale verbranding waardoor de brander giftig kan gaan branden (productie van teveel CO). Par. 5.7.4: Gedurende het ontsteken mag de warmteafgifte (uitgaande vermogen) niet meer dan 5kW bedragen. Voordat er ontsteking plaatsvindt zal er gedurende een tijd onverbrand gas uit de brander stromen. Door het uitgaande vermogen tijdens de ontsteking te limiteren voorkomt men dat teveel onverbrand gas in één keer wordt ontstoken (explosief ontsteken). Zeven terrasverwarmers konden worden ontstoken bij een te hoog vermogen. Par. 5.7.4: De brander, of indien aanwezig de waakvlam, moet eenvoudig bereikbaar zijn met een lucifer (ook in het geval dat het toestel is uitgevoerd met een automatische ontsteekinrichting). Bij het niet (goed) functioneren van de automatische ontsteekinrichting en het ontbreken van de mogelijkheid om het toestel met een lucifer aan te steken, moet de gebruiker niet in de verleiding worden gebracht
om het toestel eerst gedeeltelijk te demonteren en het vervolgens met een lucifer aan te steken. Bij vier terrasverwarmers was de brander niet bereikbaar met een lucifer. Bij één terrasverwarmer was een luciferverlenger meegeleverd waardoor de brander wel bereikbaar was. Par. 5.7.5: Het ontsteken en het branden van het branderbed moet makkelijk verifieerbaar zijn zonder onderdelen te moeten verwijderen. Het is belangrijk dat de gebruiker een terugkoppeling krijgt of de terrasverwarmer wel/niet werkt. Dit om te voorkomen dat herhalingen van handelingen onnodig worden verricht of dat onderdelen blijvend worden verwijderd wat het veilig functioneren van de terrasverwarmer negatief kan beïnvloeden. Par. 5.8.1: Bij een terrasverwarmer moet op de toestelkraan de uitpositie duidelijk aangegeven zijn middels een markering. De betekenis van de markeringen moet omschreven zijn in de handleiding. Het niet duidelijk aanbrengen van de markeringen kan leiden tot een onverwachte grote warmte afgifte. Par. 5.8.2: Terrasverwarmers moeten een vlambeveiliging hebben op de hoofdbrander en de waakvlambrander (indien aanwezig). Bij het doven van de vlammen t.g.v. bijvoorbeeld teveel wind, componentdefecten die essentieel zijn voor de werking van de terrasverwarmer, moet de vlambeveiliging de toevoer van onverbrand gas naar de brander(s) afsluiten. Dit om te voorkomen dat ongelimiteerd onverbrand gas blijft uitstromen en mogelijk explosief ontsteekt. Par. 5.9: Wanneer de terrasverwarmer een gascilinderbehuizing heeft, moet deze zo ontworpen zijn dat deze o.a. Geen grotere cilinders dan 15 kg kan herbergen. Grotere gashoeveelheden leveren extra risico s met zich mee. In voldoende mate is voorzien van ventilatieopeningen ter voorkoming van opeenhoping van onverbrand gas en hierdoor explosiegevaar. Par. 6.3.2.1: De temperatuur van onderdelen die door de gebruiker moeten worden bediend mogen, afhankelijk van het soort toegepaste materialen, niet te hoog worden. Dit ter voorkoming van verbranding van lichaamsdelen die in contact komen met de betreffende onderdelen. Par. 6.3.3: Branders moeten stabiel en rustig branden (lichte flamelift, dit is het afblazen van de vlammen van het branderbed, is toegestaan bij ontsteking). Instabiel branden kan worden veroorzaakt door een verkeerd ingestelde branderdruk, verkeerde mengverhouding lucht/gas, waardoor er mogelijk geen optimale verbranding plaatsvindt. Hierdoor kan er een teveel aan koolmonoxide in de verbrandingsgassen aanwezig zijn. Par. 6.3.8: Bij het doven van de vlammen, bijvoorbeeld door uitwaaien, moet de vlambeveiliging binnen de vereiste afvaltijd de gastoevoer naar de branders afsluiten. Indien de afvaltijd te lang is kan er opeenhoping van onverbrand gas in de terrasverwarmer plaatsvinden. Dit kan explosief ontsteken. Bij twee terrasverwarmers was de afvaltijd te lang. Par 6.4: In de verbrandingsgassen van terrasverwarmers mag maar een zeer beperkte hoeveelheid koolmonoxide (CO) voorkomen (max. 0,2%). Koolmonoxide verdringt zuurstof van het hemoglobine in het bloed. Dit wordt veroorzaakt doordat koolmonoxide zich veel sneller bindt aan hemoglobine dan zuurstof (factor 200-300). Hierdoor kan er een langdurig tekort aan zuurstof in het bloed ontstaan wat een levensbedreigende situatie kan opleveren.
Tabel 2 geeft het aantal terrasverwarmers met technische tekortkomingen en tekortkomingen m.b.t. veiligheidsrelevante instructies en de gebruiksaanwijzingen weer (samenvatting van tabel 1). paragraaf Onderzoeksitem Technische tekortkomingen: (18) Aantal terrasverwarmers 5.5.3 Omvalbeveiliging 3 5.7.4 Ontsteken met lucifer / 5kW 11 5.8.1 Markering toestel kraan 1 6.3.3 Ontsteking, vlamverloop, vlamstabiliteit 1 6.3.8 Werking van de vlambeveiliging 2 Veiligheidsrelevante instructies en gebruiksaanwijzingen: (26) 8.1 en 8.4 Taal en inhoud handleiding 8 8.1 en 8.2 Opschriften 8 Tabel 2: Aantal terrasverwarmers met veiligheidsrelevante tekortkomingen. 2.2 Maatregelen Van de 16 onderzochte terrasverwarmers is in 12 gevallen geconstateerd dat zij niet aan de wettelijke eisen van het Besluit Gastoestellen voldeden. Vijf keer is een schriftelijke waarschuwing (SW) opgemaakt en zeven keer een boeterapport (BR). De 12 importeurs/distributeurs, waarvan de terrasverwarmers niet aan de wettelijke eisen voldeden, is gesommeerd het verhandelen van deze producten per direct te staken. Bij een SW is er sprake van een overtreding (gering noch ernstig) waarbij letsel kan ontstaan waarvoor geen medische behandeling noodzakelijk is. Bij een boeterapport is er sprake van een overtreding waarbij direct gevaar voor ernstig letsel ontstaat. Met direct wordt bedoeld dat het risico in volle omvang vanaf het eerste gebruik aanwezig was. Met ernstig letsel wordt bedoeld (zwaar) lichamelijk letsel waarvoor medische behandeling noodzakelijk is. 2.3 Resultaten 2004 t/m 2006 Op basis van de onderzoeken uit 2004, 2005 en 2006 is bekend welke tekortkomingen hardnekkig zijn en is beoordeeld of er sprake is van een risicoreductie (effectmeting). Met betrekking tot het aantal technische tekortkomingen zie we dat er algemeen een lichte daling is. Uitschieter is de aanwezigheid/werking van de omvalbeveiliging, het aantal terrasverwarmers dat op dit punt niet voldeed aan de eisen is met circa 30% gereduceerd. Uitzondering hierop is de eis dat terrasverwarmers ook met een lucifer moeten kunnen worden aangestoken ondanks de aanwezigheid van een piëzo-elekrische ontsteking. Het aantal terrasverwarmers dat niet voldeed is met circa 30% gestegen. Met betrekking tot de veiligheidsrelevante instructies en gebruiksaanwijzingen zien we in het algemeen ook een daling van het aantal tekortkomingen. Het aantal terrasverwarmers waarvan de handleiding niet in de Nederlandse taal was gesteld en de inhoud niet volledig was, is met circa 50% gereduceerd. Daarentegen zien we een lichte toename (circa 7%) van het aantal terrasverwarmers waarvan de opschriften op de terrasverwarmers niet voldeden aan de eisen. Algemeen kunnen we stellen dat er nog geen sprake is van een risicoreductie. Behalve de eerder genoemde lichte daling van het aantal tekortkomingen, zijn de resterende tekortkomingen nog steeds
zodanig dat de meeste terrasverwarmers niet voldoen aan een aantal essentiële technische veiligheidseisen: omvalbeveiliging (3), ontsteken bij een te hoog vermogen of ontsteken met een lucifer niet mogelijk (11), Ontsteking, vlamverloop, vlamstabiliteit (1) Werking vlambeveiliging (2) In 2004 voldeed circa 70% van de terrasverwarmers nog niet aan de essentiële veiligheidseisen, in 2005 en 2006 bedroeg dit respectievelijk 100% en 75%. In de afgelopen drie jaren is bij 25 importeurs/distributeurs een terrasverwarmer voor onderzoek bemonsterd. Tabel 3 geeft een overzicht hoe vaak een zelfde importeur/distributeur in deze periode voor het verhandelen van terrasverwarmers in overtreding is geweest. Importeurs Overtredingen distributeurs 13 1x 6 2x 1 3x Tabel 3 : Aantal overtredingen 2.4 Stakeholdersoverleg Gelet op het feit dat in drie jaar tijd van onderzoek geen structurele verbeteringen zijn geconstateerd in het veiligheidsniveau van de terrasverwarmers, is een stakeholdersoverleg georganiseerd. Voor het stakeholdersoverleg waren importeurs/distributeurs van terrasverwarmers, bouwmarkten, tuincentra, campingzaken, supermarkten en de Nederlandse notified Body 2 (NOBO) uitgenodigd. 15 importeurs/distributeurs, vertegenwoordigd door 21 personen waren op het overleg aanwezig. De volgende zaken zijn aan de orde gekomen: De risico s van terrasverwarmers, Wettelijke normen: De Warenwet, het Besluit gastoestellen (Gastoestellenrichtlijn 90/396/EG), Het Warenwetbesluit algemene productveiligheid (Richtlijn algemene productveiligheid 2001/95/EG), Technische norm, NEN-EN 14543:2005, Onderzoeksitems en resultaten, afwijkingen en overtredingen Verantwoordelijkheden producenten, EU importeurs en distributeurs, Geplande acties VWA in 2007. Reacties van importeurs/distributeurs: De importeurs/distributeurs gaven aan dat NOBO s die door hen waren ingeschakeld met tegenstrijdige testresultaten kwamen, De interpretatie van de norm door de NOBO s was soms niet eenduidig/verkeerd, Soms werd er getoetst op verkeerde normen, Een aantal importeurs/distributeurs gaf aan dat ze per direct geïnspecteerde containers met terrasverwarmers terug zullen sturen. Adviezen die aan de importeurs/distributeurs zijn gegeven: Bij tegenstrijdige onderzoeksresultaten van de NOBO en de VWA, kan de importeur/distributeur er voor zorgen dat de NOBO in contact treedt met de VWA, 2 Notified Body = de wettelijk aangewezen keuringsinstantie
Importeurs/distributeurs kunnen als collectief ook richting de NOBO s en Europese kanalen reageren, In de wet zijn de verantwoordelijkheden en verplichtingen geregeld, de importeur/distributeur moet nagaan wat zij moet doen en wat de VWA eventueel kan doen om daarbij te helpen. Afspraken die zijn gemaakt met de importeurs/distributeurs: De VWA zal de eindrapportage van terrasverwarmers toesturen aan de deelnemers van het overleg (downloaden kan ook via www.vwa.nl), De VWA zal de resultaten communiceren met de NOBO s en dit inbrengen in de Europese kanalen (notificeren en Europees overleg), In 2007 zal de VWA opnieuw inspecteren/handhaven om te beoordelen of er sprake is van een structurele verbetering in het veiligheidsniveau van terrasverwarmers. Communicatie aan consumenten aan het begin van het verkoopseizoen 2007 3. DISCUSSIE Eind 2006 zijn de importeurs/distributeurs van terrasverwarmers door middel van een stakeholdersoverleg op de hoogte gesteld van de onderzoeksresultaten. Tot op heden is het voor de VWA nog onduidelijk wat de oorzaken zijn van het niet voldoen aan de wetgeving ondanks de verplichte typegoedkeuring. Deze moeten gezocht worden in de gehele lijn fabrikant NOBO importeurs/distributeurs. Indien de fabrikant NOBO importeurs/distributeurs gezamenlijk de verantwoordelijkheid nemen en actief bijsturen daar waar er problemen zijn, kunnen veilige producten op de markt gezet worden. 4. CONCLUSIE Weliswaar zien we een terugloop in het aantal tekortkomingen (zowel technische als in instructies en gebruiksaanwijzingen), toch zien we nog geen substantiële verbetering in de vorm van meer veilige terrasverwarmers. Het aantal onveilige terrasverwarmers was in 2004 circa 70%, in 2005 100% en in 2006 is dit nog steeds 75%. Op dit moment is het veiligheidsniveau van terrasverwarmers nog onacceptabel. In het stakeholdersoverleg is aangekondigd dat in 2007 opnieuw wordt bemonsterd en aangegeven dat, daar waar nodig, gehandhaafd gaat worden. Onveilige terrasverwarmers worden binnen de EU genotificeerd, de verantwoordelijke NOBO en de consument zullen over de resultaten worden geïnformeerd. Dan zal ook duidelijk worden of de verstrekte informatie en adviezen en de gemaakte afspraken met de stakeholders een waarneembaar effect in 2007 hebben gehad. 5. LITERATUUR Geen