Veiligheidsplan SKOMeN



Vergelijkbare documenten
Arbobeleidskader Lucas

Bijlage 4 INTEGRAAL VEILIGHEIDSBELEID. Unicoz onderwijsgroep primair onderwijs

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld CvB

Beleidsplan Arbeidsomstandigheden

ARBOBELEIDSPLAN. voor Het Nuborgh College

ARBOBELEIDSPLAN. Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Gouda

ARBOBELEIDSPLAN. Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Gouda

ARBOBELEIDSPLAN. voor het primair onderwijs

ARBOBELEIDSPLAN. Delta-onderwijs: prettig, veilig en gezond. (maart 2017)

Molenstraat HP Steenwijk Tel/fax Protocol voor opvang bij ernstige incidenten. Sint Clemensschool

ARBO BELEIDSPLAN december 2009/11 janauri2010

Draaiboek bij calamiteiten

Arbobeleidsplan. De Groeiling. De Groeiling, stichting voor katholiek en interconfessioneel primair onderwijs Gouda en omstreken

Protocol voor melding (dreigen met) agressie en/of geweld (verbaal en fysiek) of seksuele intimidatie

Archipelschool De Golfslag

1. Inleiding 2. Elementen van sociale veiligheid: A. Inzicht:

SCHOOLVEILIGHEIDSPLAN MONTESSORISCHOOL ELZENEIND

versie juni 2015 VEILIGHEIDSPLAN MZH Veiligheidsplan MZH

ARBOBELEIDSPLAN 2012

Plan Sociale Veiligheid

ARBOBELEIDSPLAN. Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Zaanstad

Veiligheidsplan. De Werkschuit

Arbobeleidsplan Panta Rhei, stichting voor r.k., openbaar en algemeen bijzonder primair onderwijs

ARBOBELEID

Bijlage 3. Protocol bij ernstige incidenten

Veiligheidsplan Het Venster

11 Visie op schoolveiligheid. Clusius College Purmerend. Clusius College Purmerend Versie

INTEGRAAL PERSONEELSBELEID ROELOF VAN ECHTEN COLLEGE

Protocol opvang bij ernstige incidenten en calamiteiten

Openbaar Primair Onderwijs Almelo ARBOBELEIDSPLAN

Vastgesteld op 14 april 2004 ARBOBELEIDSPLAN

Veiligheidsplan. Versie: apr Veiligheidsplan Pagina 1 van 6

Eckartcollege / Pleincollege Nuenen

thyssenkrupp Materials Nederland B.V. Arbobeleid

Veiligheidsplan. De Werkschuit

ARBOBELEIDSPLAN VAN. Samenwerkingsbestuur Primair Onderwijs Venray en regio

Veiligheidskaart. Checklist voor een veilige school. Naam school/locatie:

Arbobeleid Als voorgenomen besluit vastgesteld in Mei 2012 GMR en hebben ingestemd in 2012 Versie Oktober 2013

Beleid agressie en geweld OPSO en SPOOR

KLACHTENREGELING BERG EN BOSCHSCHOOL

OPVANG LEERLINGEN BIJ INCIDENTEN M.B.T. AGRESSIE, GEWELD OF (SEKSUELE) INTIMIDATIE

Arbobeleid. Titus Terwisscha van Scheltinga

Melding incidenten op school protocol + formulier

Gedragscode Agressie, Geweld, Seksuele Intimidatie en Discriminatie (AGSI&D) Stichting Westelijke Tuinsteden

Pesten. Wie heeft welke rol

Arbobeleid. Als voorgenomen besluit vastgesteld in Mei 2012 GMR en hebben ingestemd in aanpassingen)

af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang

Veiligheidsplan Basisschool Rehoboth Naaldwijk

Protocol machtsmisbruik / meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Personen en instanties met specifieke taken dit is onderdeel van het Veiligheidsbeleid

Protocol Hulp aan leerling en personeel

Handleiding voor het opstellen van een bedrijfsnoodplan

Veiligheidsplan Lijn 83

Beleidsplan Sociale Veiligheid op bs. St. Caecilia

Voorstel Regiegroep aanbevelingen voor de. Opzet van een Sociaal Veiligheidsplan

Veiligheid in het primair onderwijs

Het Arbobeleids- en Schoolveiligheidsplan Scholengemeenschap Sint Ursula Horn & Heythuysen Versie (2606)2013

ARBO- en MILIEUBELEIDSPLAN. Van Hall Larenstein

ARBOBELEIDSPLAN. Auteur : Monique van Vuure Menno Schiphof Datum Directieoverleg Vastgesteld bestuur Instemming PGMR

Convenant Veiligheid in en om de school Veiligheid in en om de school

ARBOBELEIDS- EN SCHOOLVEILIGHEIDSPLAN BC BROEKHIN

Regeling Vertrouwenspersonen Leerlingen

Veiligheidsplan DKC het Parelhof

GSR Protocol Melding, Klacht of Incident 2015

Bedrijfshulpverlening: informatie voor werknemers

OPVANG PERSONEEL BIJ INCIDENTEN M.B.T. AGRESSIE, GEWELD OF (SEKSUELE) INTIMIDATIE

Pesten 30 augustus 2013

Protocol 2: het vermoeden van seksuele intimidatie tussen kinderen onderling in de schoolsituatie.

I.a Beleid klachtenregeling

VEILIGHEIDSPLAN. voor het primair onderwijs

Februari 2012 ARBOBELEIDSKADER

CONVENANT VEILIGHEID IN EN OM SCHOOL

Stroomschema: klachtenroutes bij Ongewenste Omgangsvormen

HET VOORTGEZET ONDERWIJS

Draaiboek Calamiteiten. GvS Klimmen en Ransdaal

ARBO BELEID. Krammer HE Brielle /

Ondertekening. Dit Beleid Arbeidsomstandigheden Proloog (juli 2016) is vastgesteld door het College van

Beleid BASIS-CALAMITEITENPLAN...

HANDLEIDING OPZETTEN BELEID TER VOORKOMING EN BESTRIJDING VAN ONGEWENST GEDRAG

Wij gaan er vanuit dat betrokkenen van onze school klachten en verschillen van inzicht altijd eerst

Regeling Vertrouwenspersonen. Stichting Limburgs Voortgezet Onderwijs

Schoolveiligheidsplan

1. Uitgangspunten en doelstellingen

Veel gestelde vragen 1

Veiligheidskaart. Checklist ten behoeve van het (ontwerp van een) schoolveiligheidsplan. Naam school/locatie: Ingevuld door/functie:

Arbobeleid Onderdeel van integraal personeelsbeleid

Vragenlijst themacertificaat Welbevinden en sociale veiligheid Primair onderwijs

Protocol Sociale Veiligheid. Onderwerp: agressie & geweld

Vrijwilligers en Arbeidsomstandigheden

STICHTING SCHOLENGROEP PRIMATO

Stichting Cambium College voor Openbaar Voortgezet Onderwijs. Regeling interne vertrouwensperoon Bijlage bij klachtenreglement

Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO)

Jeugd gezond heids zorg jaar

Bedrijfshulpverlening Alle regels op een rij

Inventarisatie Veiligheidskaartaspecten

GEDRAGSCODE Samuëlschool ( mei 2013)

Arbobeleidsplan Het Kompas 2019 Flevoweg KK Harderwijk

Meerjaren-Arbeidsomstandighedenplan Stichting Openbaar Primair Onderwijs. Zuid-Kennemerland

ARBOBELEIDSPLAN LAURENTIUS STICHTING. Versie: 0.6

Transcriptie:

Veiligheidsplan SKOMeN 1

Inhoudsopgave Veiligheidsplan 1. Inleiding... 4 2. Visie, doelen en uitgangspunten... 4 2.1 Algemeen... 4 2.2 Schoolspecifiek... 5 3. Huidige situatie... 6 4. Prioriteiten en plan van aanpak... 6 5. Schoolgebouw en omgeving... 6 5.1 Toegang... 6 5.2 Surveillance... 6 5.3 Beveiliging... 6 5.4 Verkeersveiligheid... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 5.5 Speeltoestellen... 7 6. Communicatie en voorlichting... 7 7. Coördinatie en organisatie... 7 8. Meten en verbeteren van de schoolveiligheid... 8 Kwaliteitshandhaving veiligheidsbeleid... 8 9. Klachtenregeling, contactpersoon en vertrouwenspersoon... 9 10. Rol van de inspectie... 9 11. Samenwerking met externe partners... 9 12. Omgang met de media... 10 13. Melding en Registratie... 11 13.1 Arbeidsongevallen... 11 13.2 Meldpunt... 11 13.3 Registratie... 12 13.4 De meld- en Aangifteplicht Zedenmisdrijf... 12 13.5 Melding en aangifte van strafbare feiten... 12 14. Crisisteam... 12 15. Evaluatie... 12 16. Protocollen / regelingen... 14 Bijlage 1. Het plan van aanpak... 15 Bijlage 2. Het Jaarverslag... 19 Bijlage 3. Ongevallenmeldingsformulier Arbeidsinspectie... 22 Bijlage 4. Ongevallenregister... 25 Bijlage 5. Incidentenregistratieformulier... 26 Bijlage 6. Calamiteitenplan... 28 Arbobeleidsplan 1. Uitgangspunten... 33 2. Hoofddoelstellingen... 33 3. Organisatie... 34 3.1. De Werkgroep Arbo... 36 2

3.2. Arbocoördinator /preventiemedewerker... 36 3.3. Bedrijfshulpverlening... 37 4. Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E)... 39 4.1. Aanpak en voortgang... 39 4.2. Voorlichting... 40 5. Arbodienst... 40 6. Ziekteverzuimbeleid... 40 6.1. Overleg... 40 6.2. Cijfers... 41 7. Speciale doelgroepen... 41 8. Arbeidstijdenbeleid... 41 9. Preventief beleid... 41 10. Beleid t.a.v. agressie, geweld, seksuele intimidatie... 42 en discriminatie... 42 11. Financiering... 45 Protocollen/draaiboeken Klachtenprocedure... 48 Draaiboek bij algemene calamiteiten... 51 Draaiboek bij crisissituaties seksuele intimidatie... 56 Protocol Ongewenst bezoek in en rond de school... 75 Protocol Opvang bij ernstige incidenten... 79 Protocol Drugs en alcohol... 86 Protocol Wapenbezit... 89 Protocol Schorsing en verwijdering... 92 Meldcode kindermishandeling... 98 Protocol bij vermoeden van: huiselijk geweld, mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbruik... 102 Pestprotocol... 115 Draaiboek omgang media... 119 Gedragscode medewerkers... 123 Protocol Leeftijdsbewust personeelsbeleid... 135 Binnen en buitenschoolse activiteiten... 142 Kledingvoorschriften... 153 Medisch handelingsprotocol... 156 Onderwijs aan langdurig zieke kinderen... 160 Schoolverzuim... 162 Omgaan met dood en rouw... 165 Internetprotocol... 170 Stageprotocol... 173 Alleen aanwezig in het schoolgebouw... 179 Informatieverstrekking gescheiden ouders... 181 Slotbepalingen... 183 Verklarende woordenlijst... 184 Sociale kaart Noord en Midden Limburg... 186 3

1. Inleiding Elke school moet beleid voeren ten aanzien van veiligheid, volgens de Wet Arbeidsomstandigheden. Bij Stichting Katholiek Onderwijs Maas en Niers is dit onderverdeeld in gebieden: 1 Veiligheid van gebouwen (gebruikersvergunning) 2 De wettelijke bepalingen uit de Arbowet (arbobeleidsplan) 3 Protocollen rondom veiligheid (calamiteitenplan, ontruimingsplan, inruimplan) 4 Protocollen rondom sociale veiligheid, bijvoorbeeld protocollen op het terrein van agressie en geweld, seksuele intimidatie, discriminatie en pesten. Voor alle gebieden geldt dat SKOMeN het kader schept, maar dat elke school het schoolspecifieke deel aanvult. Het raamplan sociale veiligheid is ter instemming aangeboden aan de GMR. Het schoolspecifieke gedeelte aan de desbetreffende medezeggenschapsraad. Het doel van deze protocollen is dat alle betrokkenen op de hoogte zijn van de afspraken rondom veiligheid. 2. Visie, doelen en uitgangspunten 2.1 Algemeen De 10 scholen van SKOMeN zijn toegankelijk voor alle kinderen en hun ouders. Wij accepteren en respecteren verschillen, wat betreft geloof, levensovertuiging of cultuur, passend binnen de democratische rechtsstaat. Kinderen, onderwijsgevend en onderwijsondersteunend personeel, directie en ouders gaan respectvol met elkaar om: zij doen elkaar geen pijn, hinderen elkaar niet en berokkenen elkaar geen schade. Iedereen wordt gelijkwaardig behandeld. Discriminatie op basis van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, (seksuele) geaardheid of op welke grond dan ook, is niet toegestaan. Racistisch of discriminerend gedrag van medewerkers, ouders/verzorgers en kinderen wordt niet geaccepteerd. We streven een veilig leef- en werkklimaat na op onze scholen. Flankerend beleid Op een aantal onderdelen is flankerend beleid aanwezig dat ondersteunend werkt aan het vergroten van de veiligheid in en om de school. Binnen de scholen zijn er coördinatoren en/of intern begeleiders aanwezig. Zij organiseren, coördineren en ondersteunen de leerkrachten bij het vormgeven van extra hulp en bewaken de leerlingenzorg. De coördinatoren en/of intern begeleiders kunnen de zorgleerlingen ook bespreken in een ZAT. Binnen het samenwerkingsverband Bergen-Gennep-Mook 4

hebben de scholen de mogelijkheid om kinderen aan te melden voor een sociale vaardigheidstraining Leerplicht Elke jongere heeft recht op een goede schoolopleiding. Daar staat ook een verplichting tegenover: leerplicht. Vanaf de leeftijd van vier jaar mag een kind naar school. Schoolbezoek wordt pas vanaf vijf jaar verplicht. Om precies te zijn: op de eerste schooldag van de maand die volgt op de maand dat het kind vijf is geworden. Voorbeeld: het kind wordt op 17 september vijf jaar. Het is dan volledig leerplichtig vanaf 1 oktober. De plicht tot het volgen van volledig dagonderwijs duurt tot en met het schooljaar waarin een jongere zestien jaar wordt. Daarna volgt een kwalificatieplicht tot 18 jaar. Leerlingen die zonder toestemming van de directeur de school verzuimen, worden gemeld aan de leerplichtambtenaar. Voor de gezinnen die in Duitsland wonen, wordt dit gemeld aan Jugendambt. 2.2 Schoolspecifiek Op De Staaij kunnen kinderen zichzelf zijn. Kinderen kunnen en durven hun emoties te tonen zonder schaamtegevoel. Ze zijn niet bang om anders te zijn en durven hun mening te uiten. Kinderen zijn zich bewust van hun eigen gevoelens en eigenwaarde en hebben zelfvertrouwen. Op De Staaij: - zorgen leerkrachten en kinderen voor een veilig klimaat waarin het mogelijk is om dingen te kunnen zeggen en gevoelens uiten. Er is een open (groeps)sfeer, waarin problemen uitgepraat worden. - zijn kinderen en leerkrachten er voor elkaar door: elkaar te helpen en te troosten zich te verplaatsen in een ander oog te hebben voor een ander elkaar complimenten geven naar elkaar te luisteren en te kijken elkaar aandacht te geven tijd te nemen voor elkaar en geduld te hebben. samen te werken - hebben kinderen en leerkrachten respect voor elkaar door te accepteren dat niet iedereen hetzelfde is, mensen mogen een andere mening/gevoel hebben. - voelen kinderen en leerkrachten zich verantwoordelijk voor hun eigen handelen en voor het welbevinden van de ander. In de lessen is aandacht voor de sociaal/emotionele vorming. Vanaf november 2015-2016 wordt de methode Rot en Water ingevoerd. Het schoolveiligheidsplan bevat een integraal veiligheidsbeleid en besteedt nadrukkelijk aandacht aan het beschermen van medewerkers, vrijwilligers, stagiaires, hierna te noemen de medewerkers en leerlingen tegen seksuele intimidatie en tegen agressie 5

en geweld (waaronder pesten), die binnen of in de directe omgeving van de school te voorkomen. Agressie en geweld kunnen zich op verschillende manieren manifesteren: fysiek geweld psychisch geweld seksueel geweld discriminatie verbaal geweld vernielingen 3. Huidige situatie Minimaal éénmaal per 4 jaar voeren de scholen een Risico Evaluatie en Inventarisatie (RI&E) uit. Hiermee worden de gevaren en risico s op het gebied van fysieke en sociale veiligheid in kaart gebracht. 4. Prioriteiten en plan van aanpak Naar aanleiding van de gegevens uit de RI&E, de klachtenregistratie en de incidentenregistratie maakt iedere school jaarlijks een plan van aanpak, waarin wordt aangegeven welke knelpunten worden aangepakt. (zie bijlage 1) Jaarlijks wordt op iedere school een jaarverslag gemaakt, waarin wordt opgenomen welke voornemens zijn gerealiseerd en welke incidenten, klachten er zijn geregistreerd. (zie bijlage 2) 5. Schoolgebouw en omgeving 5.1 Toegang Kinderen mogen vanaf 8.15u. (met hun ouders) de klas in. Om 8.30u. gaat de bel. Dit is het teken voor ouder om te vertrekken en voor kinderen om te gaan lezen. De school begint. Na schooltijd hebben ouders de gelegenheid om de klas in te komen om de leerkracht te spreken of om werkjes van de kinderen te bekijken. 5.2 Surveillance Er wordt tijdens de pauze toezicht gehouden op de speelplaats. 5.3 Beveiliging De school is preventief van beveiliging voorzien. Indien het alarm afgaat, ontvangt de alarmcentrale een melding, zij handelt de melding af. 6

Er is een lijst opgesteld met contactpersonen namens de school, zij worden gebeld als er actie vanuit de school nodig is. 5.4 Speeltoestellen De keuring van de speeltoestellen gebeurt in opdracht van SKOMeN door Securo. Van iedere controle wordt een rapport opgesteld. 6. Communicatie en voorlichting Het veiligheidsbeleid is de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag en de schooldirectie. Bij de uitvoering van het beleid zijn o.a. het team, onderwijsondersteunend personeel, (G)MR, ouders, leerlingen, stagiaires en vrijwilligers betrokken. We gaan er vanuit dat deze geledingen loyaal zijn aan het beleid van de school. In het kader van deze voorlichting wordt het personeel geïnformeerd over: de noodzaak en achtergronden van ons veiligheidsbeleid de bevindingen van de RI&E en andere bronnen de manier waarop we het beleid voeren alle consequenties van de meld- en aangifteplicht de gedragsregels van de school de functie van de interne veiligheidsfunctionarissen Ouders worden middels de schoolgids en de website van de school geïnformeerd over het veiligheidsbeleid. De leerlingen hebben op school- en op groepsniveau te maken met gedragsregels en/of protocollen (b.v. pestprotocol); ieder schooljaar wordt er in de 1 e schoolweek expliciet aandacht aan besteed. Na iedere vakantie wordt aandacht besteedt aan de ontruimingsoefening. Hierbij wordt kort besproken wat r van de leerlingen verwacht wordt. 7. Coördinatie en organisatie De werkgroep Arbo voert de coördinatie, de uitvoering en de voortgang van SKOMeN uit. Van iedere school is een Arbocoördinator afgevaardigd; o.v.v. een van de directeuren komt de werkgroep jaarlijks een 4-tal keer bij elkaar om invulling te geven aan het Arbobeleid. De schooldirecteuren zijn verantwoordelijk voor de schoolspecifieke invulling en uitvoering van het veiligheidsbeleid. Ook zien zij toe op de 4-jaarlijkse RI&E, het jaarlijkse plan van aanpak en jaarverslag. Op iedere school is de coördinatie van het veiligheidsbeleid in handen van de Arbocoördinator. Zij organiseren de ontruimingsoefeningen, dragen zorg voor het verkrijgen van een gebruikersvergunning, de keuring van binnen- en 7

buitenspeelmateriaal en de keuring van de brandblusapparatuur. Ook houden zij zicht op de aanwezigheid van voldoende verbandmiddelen. Bij de jaarlijkse evaluatie van het veiligheidsbeleid wordt aandacht besteed aan het aantal BHV-ers, hun aanwezigheid en de (bij-) scholing. De directeur die de werkgroep Arbo voorzit, draagt zorg voor de (bij-) scholing van de BHV-ers. De GMR moet instemming verlenen aan het veiligheidsplan van SKOMeN. 8. Meten en verbeteren van de schoolveiligheid In ouder- en leraar en leerling-vragenlijsten worden aspecten van veiligheid 2-jaarlijks in beeld gebracht. (Kwaliteitsmeter) De resultaten van de incidentenregistratie worden jaarlijks besproken in het teamoverleg en, indien nodig, met ouders, MR via de schoolraad. Aandachtspunten om het beleid te evalueren en evt. bij te stellen De uitkomsten van de incidentenregistratie van de voorgaande planperiode Uitkomsten van onderzoek naar beleving van veiligheid Klachten van leerlingen, ouders en personeel Signalen van partners die de veiligheid betreffen Eventueel nieuw beleid Kwaliteitshandhaving veiligheidsbeleid Elke school stelt een (beknopt) plan van aanpak (bijlage 1) op, waarin in ieder geval zijn opgenomen: Toetsing De risico-inventarisatie en evaluatie Doelen Doelen: De doelen van het veiligheidsbeleid hebben betrekking op: Het profiel dat de school wil uitdragen: bijvoorbeeld een open school, een strenge school, een rechtvaardige school, een school van alle betrokkenen, etcetera. De naleving en handhaving van wet- en regelgeving, zoals verplichte protocollen, incidentenregistratie. De manieren waarop de school de uitvoering van haar beleid meet en verbetert. De rol van personeel, MR, ouders, leerlingen bij de totstandkoming van visie en beleid 8

NB Formuleer niet te veel doelen, maar zorg dat een beperkt aantal doelen concreet uitgewerkt wordt en welke middelen beschikbaar zijn. 9. Klachtenregeling, contactpersoon en vertrouwenspersoon Indien zich op het gebied van agressie, geweld, seksuele intimidatie, pesten of anderszins klachten /en of bezwaren voordoen, wordt de algemene klachtenprocedure gehanteerd. Iedere school heeft de klachtenprocedure in de schoolgids opgenomen. Op iedere school zijn 2 interne contactpersonen aanwezig. SKOMeN is aangesloten bij een klachtencommissie, waar een beroep gedaan kan worden op een externe vertrouwenspersoon. Hoe te handelen in voorkomende situaties door ouders, leerlingen en medewerkers: 1. Bij klachten of een probleemstelling altijd eerst overleg plegen met de eigen leerkracht (en ) 2. Bij onbevredigend resultaat overleggen met directie of interne contactpersoon 3. Bij onbevredigend resultaat zelf de externe vertrouwenspersoon inschakelen. Dit kan dat door contact op te nemen met het secretariaat JGZ in Venlo 08811 91111 4. Bij onbevredigend resultaat zelf de klacht indienen bij de onafhankelijke klachtencommissie: Katholiek Onderwijs Postbus 82324 2508 EH Den Haag 10. Rol van de inspectie In het basisonderwijs wordt de sociale veiligheid vanaf 1 januari 2006 beoordeeld op basis van verschillende indicatoren. Tijdens het periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO) worden aspecten van veiligheid meegenomen. Beoordeeld wordt of de school zich actief op de hoogte stelt van de veiligheidsbeleving door leerlingen en personeel en van incidenten die zich voordoen. Daarnaast wordt gekeken of de school beleidsmatig zoveel mogelijk probeert incidenten te voorkomen en deze adequaat afhandelt als ze toch optreden. 11. Samenwerking met externe partners Op het gebied van veiligheid werkt SKOMeN samen met de volgende externe partners: Bovenschools: Gemeente, waaronder de ambtenaar leerplichtzaken (Mook/Middelaar en 9

Gennep) Politie, m.n. de wijkagent (Mook/Middelaar en Gennep) BCO Venlo Centrum voor Jeugd en Gezin (Gennep) GG&GD (Venlo/Nijmegen) Nederlands Jeugd Instituut (NJI) Op schoolniveau: Bureau Jeugdzorg (GGZ) Synthese / Schoolmaatschappelijk Werk Bureau HALT ZAT 12. Omgang met de media Inleiding. Een schokkende gebeurtenis op school trekt vaak de aandacht van de media. Het is dus van belang een plan of draaiboek klaar te hebben liggen voor het geval de school ermee te maken krijgt. Zie draaiboek omgang met media. Journalisten hebben hun werk te doen en zullen dat doen met of zonder de medewerking van de school. Daarom is het van belang om met hen samen te werken en te zorgen dat ze een verhaal vertellen waarvan de feiten kloppen. Ze vertrekken nooit zonder een verhaal. Wat dat verhaal inhoudt, hangt mede af van de reactie van de school. De school kan niet bepalen wat de media gaat zeggen, filmen en fotograferen. De school kan echter wel kaders stellen voor wat ze kunnen en mogen doen op school en op het schoolterrein. De belangrijkste aanbevelingen bij perscontacten zijn: Laat alle contacten met de pers lopen via één woordvoerder. Dit is in ons geval de directeur van de school. Informeer iedereen op school dat alleen de perswoordvoerder de pers te woord staat. Zorg voor openheid en duidelijkheid (voor zover de direct betrokkenen hiervoor toestemming geven). Zorg dat de school een veilige plek is of weer wordt. Vaak is het verstandig om geen media toe te laten in de school, maar hen op persconferenties te woord te staan in een locatie buiten de school, bijvoorbeeld het gemeenschapshuis. Geef nooit namen door van verdachten of slachtoffers. Verstrek geen foto s of persoonlijke informatie over hen. Instrueer ook de leerlingen hoe ze met de media om moeten gaan. Zorg er zo nodig voor dat ze via een zijuitgang de school kunnen verlaten om hen te beschermen tegen de pers. Voorbereiding op een persconferentie 10

Sta geen pers toe bij bijeenkomsten met ouders of andere belanghebbenden. Houd er rekening mee dat iedere journalist het liefst persoonlijk informatie krijgt. Geef iedereen echter dezelfde informatie. Journalisten willen het liefst bij bijeenkomsten van ouders en de buurt zijn. Sta dat niet toe, maar plan na zo n bijeenkomst een korte persbijeenkomst. Maak plaats en tijd van een persbijeenkomst zo spoedig mogelijk bekend. Herhaal de persconferentie zonodig enkele keren in de daarop volgende dagen. Wanneer u het nodig vindt om op enig moment in de media dieper in te gaan op de gebeurtenis of er achteraf op terug wilt kijken, informeer dan goed welk programma hiervoor geschikt is. U kunt dan zelf het heft in handen houden en eisen stellen. Zoals het vooraf bespreken hoe het programma eruit gaat zien en voor uitzending de montage mogen zien en nog inspraak hebben. 13. Melding en Registratie 13.1 Arbeidsongevallen Scholen zijn wettelijk verplicht om bepaalde ongevallen te melden bij de Arbeidsinspectie. Alle personeelsleden hebben de verantwoordelijkheid aan de directie door te geven indien er zich een ongeval heeft plaatsgevonden. Artikel 9, lid 1 van de Arbeidsomstandighedenwet luidt in dit kader als volgt: De werkgever meldt arbeidsongevallen die leiden tot de dood, blijvend letsel of een ziekenhuisopname direct bij de arbeidsinspectie. De directie maakt hiervoor gebruik van het Ongevallenmeldingsformulier Arbeidsinspectie (zie bijlage 3). Incidentenregistratie: Hiervoor kan gebruikt gemaakt worden van het formulier incidentenregistratie (zie bijlage 5). 13.2 Meldpunt Personeel, leerlingen en ouders kunnen incidenten melden bij de interne contactpersoon of de externe vertrouwenspersoon. Het bevoegd gezag ontvangt jaarlijks een overzicht van het aantal meldingen per school in het jaarverslag. Dit overzicht bevat algemene (dit wil zeggen: geen individuele) gegevens, die als daartoe aanleiding is, in de diverse gremia (MT-overleg, MR-overleg en teamoverleg) van de school kunnen worden besproken. 11

13.3 Registratie De directie houdt een lijst bij van de gemelde arbeidsongevallen en van de arbeidsongevallen die hebben geleid tot een verzuim van meer dan drie werkdagen. De directie noteert ook de aard en datum van het ongeval. Ook hierbij wordt gebruik gemaakt van het formulier Ongevallen/incidentenregistratie (zie bijlage 4). 13.4 De meld- en Aangifteplicht Zedenmisdrijf Volgens artikel 4a WPO / WEC zijn we verplicht om een vermoeden van een zedenmisdrijf tegen een minderjarige leerling in de onderwijssituatie te melden bij ons bestuur of diens gemandateerde, dat op zijn beurt met de vertrouwensinspecteur moet overleggen over aangifte bij politie/justitie. 13.5 Melding en aangifte van strafbare feiten Bij ontdekking van strafbare feiten zal in alle gevallen melding gedaan worden bij het bestuur en de politie. In overleg met het bestuur en de politie wordt vastgesteld of de melding zal leiden tot een officiële aangifte. In het geval een aangifte betreft van een minderjarige, zullen de ouders hierover worden geïnformeerd. 14. Crisisteam Voor ernstige incidenten is op iedere school een crisisteam. Het opvangteam bestaat in elk geval uit: de directeur en de MT-leden aangevuld met, op afroep, een BHV-er, de leraar, als het om leerlingen gaat en een delegatie van het College van Bestuur, als het om personeel gaat. De leden van het opvangteam en andere interne hulpverleners krijgen de mogelijkheid om aan cursussen deel te nemen (bijvoorbeeld door Slachtofferhulp ). Een protocol Opvang bij ernstige incidenten is als bijlage opgenomen. Indien een incident leidt tot ziekteverzuim, wordt gehandeld conform het algemeen geldende ziekteverzuimbeleid van onze onderwijsinstelling. 15. Evaluatie Het veiligheidsbeleid en de voortgang van het veiligheidsplan worden jaarlijks geëvalueerd. Om een goede evaluatie mogelijk te maken, is het van belang dat bij aanvang de doelen goed duidelijk zijn. Daarom wordt bij opstelling van het plan van aanpak duidelijk omschreven wat het probleem is en welk doel met de te ondernemen actie wordt nagestreefd. 12

Indien een protocol is ingezet, wordt dit na afloop geëvalueerd. We stellen ons de volgende vragen; - Hoe hebben we het geregeld? - Wat zijn onze praktijkervaringen? - Wat hebben we gedaan om de schade te beperken? - Moet het protocol worden aangepast/aangescherpt? Jaarlijks wordt door iedere school opnieuw het plan van aanpak vastgesteld (op basis van aandachtspunten uit de RI&E). In het jaarverslag staat aan welke is gewerkt. Zo nodig worden zaken opnieuw opgenomen/uitgevoerd. Veiligheid is een verantwoordelijkheid van het hele team. Het reguliere teamoverleg is een goede gelegenheid om het beleid met betrekking tot veiligheid geregeld aan de orde te laten komen, dit kan in de vorm van casusbesprekingen. Hierin kan het gevoerde beleid worden geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. 13

16. Protocollen / regelingen Bijlage 1. Bijlage 2. Bijlage 3. Bijlage 4. Bijlage 5. Plan van aanpak Jaarverslag Ongevallen meldingsformulier arbeidsinspectie Ongevallen / incidentenregistratie Calamiteitenplan 14

Bijlage 1. Het plan van aanpak Doel: Nadat een prioriteitsstelling van de knelpunten in de RI&E heeft plaatsgevonden, wordt een plan van aanpak opgesteld. In dit plan wordt dus duidelijk welke knelpunten daadwerkelijk voor de werkgever c.q. de school worden aangepakt. Hoe te gebruiken? Het document bevat alle geconstateerde knelpunten. Na prioriteitsstelling wordt duidelijk welke knelpunten met voorrang opgelost moeten worden. Er moet dus een keuze gemaakt worden. Financiële motieven, belangrijke toekomstige ontwikkelingen maar ook beschikbare menskracht spelen hierbij een rol. Wie gebruikt het? College van Bestuur, directie, preventiemedewerker, arbocoördinator en/of arbowerkgroep, Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad en/of afzonderlijke medezeggenschapsraden. Wat moet er in het plan van aanpak staan? 1 Nummer van prioriteitsstelling 2 Het onderwerp 3 De activiteiten 4 Wie er verantwoordelijk is. 5 Wie het uitvoert. 6 Een raming van de kosten. 7 Een tijdsfasering 8 Hoe en met wie geëvalueerd wordt. 9 Wanneer het af is. Bovenstaand kan ook in een schema worden weergegeven. Prioriteitsstelling. Wanneer er veel knelpunten zijn, is het nodig om prioriteiten te stellen in de aanpak. Het is voor de meeste scholen immers niet mogelijk om alles tegelijk op te lossen. Welke punten laten we in onze prioriteitsstelling meewegen? 1 De grootte van het risico op de gezondheidsschade. 2 Het voldoen aan wetten en normen. 3 Het aantal mensen, inclusief de leerlingen, die zijn blootgesteld aan het risico. 4 De kosten / baten verhouding. 5 Het draagvlak bij de medewerkers voor de te nemen maatregelen. 15

Plan van aanpak basisschool Datum:. De gedetailleerde informatie is te vinden in de rapportage van de RI&E d.d.. Risico-klasse: zeer hoog: werk stoppen, direct actie noodzakelijk. hoog: belangrijk risico, actie noodzakelijk binnen 3 maanden. midden: mogelijk risico, actie gewenst binnen 12 maanden. laag: risico wellicht aanvaardbaar, actie overwegen. Nr Onderwerp / Aandachtspunt Activiteiten / Maatregelen Risico Priorit eit Arbobeleid 1 Plan van aanpak. Uitvoerder Kosten/tij d Gereed Evaluatie 2 Medezeggenschap. 3 (Bijna)ongevallen. 4 PAGO. 5 Bijzondere groepen medewerkers. 6 Werk- en rusttijden. 7 etc. Ziekteverzuim 8 Verzuimstatistieken en verzuimanalyse. 16

9 Verzuimbeleid: preventie en reïntegratie. 10 etc. Veiligheid 11 Veiligheid van gebouw, lokalen, terrein. 12 Inrichting lokalen en werkruimten. 13 Bedrijfshulpverlening. 14 Arbeidsmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen. 15 etc. Gezondheid 16 Gevaarlijke stoffen 17 Biologische agentia 18 Fysieke belasting 19 Beeldschermwerk 20 Klimaat 21 Verlichting. 22 Geluid. 17

23 etc. Welzijn 24 Functie-inhoud. 25 Werkdruk en werkstress. 26 Taakbeleid. 27 Agressie, geweld, seksuele intimidatie. 28 etc. 29 30 18

Bijlage 2. Het Jaarverslag Inleiding. Voor u ligt de rapportage over de uitvoering van het plan van aanpak van het jaar.... Deze rapportage geeft een overzicht van de voorgestelde maatregelen in het plan van aanpak, de uitvoering van deze maatregelen en de resultaten van de maatregelen. Indien nodig: een aparte paragraaf is gewijd aan de evaluatie van de gevolgde werkwijze, de ervaringen hiermee en een aantal voorstellen om de werkwijze aan te passen. Het voorgestelde plan van aanpak Bij de vaststelling van het plan van aanpak van het jaar. hebben we de volgende doelstellingen geformuleerd: We spraken af ons met name te richten op: Uitvoering van de maatregelen. De volgende maatregelen uit het actieplan zijn volgens planning uitgevoerd: De volgende maatregelen zijn met vertraging uitgevoerd en de redenen daarvoor waren: De volgende maatregelen zijn niet uitgevoerd en de redenen daarvoor waren: 19

De volgende redenen waren niet in het actieplan opgenomen, maar zijn wel uitgevoerd. De redenen om deze maatregelen op korte termijn uit te voeren waren: Resultaten van de maatregelen. Doel van de maatregelen in het actieplan was: De volgende activiteiten zijn verricht om vast te stellen of deze doelstelling is gehaald: In onderstaande tabel treft u een overzicht aan van de resultaten van deze metingen: Doelen Situatie bij de start Situatie na uitvoering Ongevallen. In het verslagjaar hebben zich de volgende ongevallen voorgedaan: De volgende maatregelen zijn getroffen naar aanleiding van deze ongevallen: 20

Verzuimgetallen. Middels de directie zijn de volgende verzuimgetallen doorgegeven op: Opleiding bedrijfshulpverleners. Dit jaar zijn personen opgeleid voor bedrijfshulpverlener en hebben personen deelgenomen aan de jaarlijkse herhalingscursus. Klachten betreffende ongewenste intimiteiten. Dit jaar hebben.. personen zich tot de directie, de interne contactpersonen en/of vertrouwens-persoon gewend betreffende ongewenste intimidatie. Evaluatie. Bij alle medewerkers die betrokken waren bij de uitvoering van de maatregelen is op geëvalueerd of de verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden duidelijk en werkbaar waren. Ook is geëvalueerd of de wijze van overleg en aansturing efficiënt en effectief is verlopen. Uit de evaluatie over de gevolgde werkwijze zijn de volgende voorstellen voor een effectievere werkwijze naar voren gekomen: 21

Bijlage 3. Ongevallenmeldingsformulier Arbeidsinspectie Gegevens ten behoeve van de schriftelijke mededeling van een ongeval, bedoeld in artikel 9 lid 1 Arbeidsomstandighedenwet. 1. Werkgever (bevoegd gezag) Naam: SKOMeN Adres: Postbus 184 Postcode en plaats: 6590 AD Gennep Inzake Basisschool:..te. Aantal werkzame personen:. Naam melder: Telefoon: 2. Getroffene(n) Naam:. Adres:.. Postcode en woonplaats: Geboortedatum en geslacht: 22

Nationaliteit: De getroffene is: werknemer/stagiair/uitzendkracht/leerling/overig * Datum indiensttreding: Soort letsel:. Plaats van het letsel:. Noodzaak ziekenhuisopname: Dodelijke afloop: ja/nee* ja/nee* Vermoedelijke verzuimduur:. 3. Omstandigheden van het ongeval Plaats van het ongeval: Naam school:.. Adres:..... Postcode en plaats:. Datum en tijdstip ongeval:. Direct voorafgaand aan het ongeval door getroffene verrichte werkzaamheden: 23

... Aard van het ongeval:. Eventueel betrokken arbeidsmiddelen of stoffen:.. Plaats: Datum: Handtekening melder: Arbeidsinspectie Centraal Kantoor, afdeling Handhaving Postbus 90801 2509 LV Den Haag 24

Bijlage 4. Ongevallenregister Dit register bevat (in elk geval) de gemelde arbeidsongevallen en de arbeidsongevallen die hebben geleid tot een verzuim van meer dan drie werkdagen en de aard en datum van het ongeval. (conform artikel 9 lid 2 Arbeidsomstandighedenwet) Datum Getroffene en Functie School Toedracht Letsel/Schade Verzuim Nr. ongevalrapport 25

Bijlage 5. Incidentenregistratieformulier De politie vindt het noodzakelijk dat de school een incidentenregistratie bijhoudt met voorvallen in en om de school die leerlingen of medewerkers van de school aangaan. Voorvallen betreffen meer dan alleen strafbare feiten. Je zou in het veiligheidsplan een incidentenprotocol kunnen opnemen waarbij wordt vastgelegd hoe door de school gehandeld wordt in geval van verschillende incidenten. Ook wordt daar dan in vermeld bij welke incidenten de politie kan worden benaderd. OVERZICHT REGISTRATIE VAN INCIDENTEN Naam school :. Locatie :.. NB. Niet alle incidenttypes zijn erg voor de hand liggend voor het basisonderwijs. Toch zou ik het overzicht wel zo laten gezien de uniformiteit voor de politie met het voortgezet onderwijs. Daarnaast komt het op landelijk niveau steeds vaker voor dat ook in de laatste groepen van het basisonderwijs incidenten met bijvoorbeeld alcohol of drugs plaatsvinden. Type incident fysieke agressie verbale agressie discriminatie drugsbezit en -handel vernieling wapenbezit diefstal vuurwerkbezit en -handel seksuele intimidatie ongewenst bezoek in en rond school pesten Een ander type incident TOTAAL Totaal aantal incidente n Aantal incidenten, waarbij in het spel: digitale alcohol drugs middelen Dagdelen waarop incident plaatsvond s nachts tussen 00.00-05.59 s ochtends tussen 06.00-11.59 Totaal aantal incidenten Arbobeleidsplan 2012 2016 26

s middags tussen 12.00-17.59 s avonds tussen 18.00-23.59 tijdstip onbekend TOTAAL Locatie van het incident bij de kluisjes/garderobe in de school in de aula van de school in een klaslokaal van de school in de lerarenruimte van de school op een andere plaats in de school op het schoolplein buiten het schoolplein op een andere locatie locatie onbekend TOTAAL Totaal aantal incidenten 27

Bijlage 6. Calamiteitenplan Definitie Bij een ramp of calamiteit is er sprake van een onverwachte en acute situatie, waarbij een grote groep personen betrokken is, waarbij de dagelijkse gang van zaken ontwricht wordt en die een meer dan buitengewone inspanning van docenten en schoolleiding vraagt. Het calamiteitenplan is met 4 exemplaren en digitaal in school aanwezig. Iedere medewerker is op de hoogte van het bestaan van het draaiboek en weet waar de draaiboeken worden bewaard. Het calamiteitenplan wordt eenmaal per jaar geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Controle op namen, adressen en telefoonnummers is van essentieel belang. Dit geldt ook voor de gegevens van de externe hulpverleners. De controle en het up to date houden van het draaiboek wordt opgedragen aan de veiligheidscoördinator. Leiding bij calamiteiten en het opvangteam NAAM TELEFOON MOBIEL PRIVÉ Heleen Tonn 024-6961202 06-12954989 024-3587475 Het opvangteam In geval van calamiteit is het team of één van de teamleden bereikbaar, ook buiten schooltijd. Het opvangteam bestaat in ieder geval uit de volgende personen NAAM TELEFOON MOBIEL PRIVÉ Heleen Tonn (Directeur) 024-6961202 06-12954989 024-3587475 Renate Bult (MT) 0246961202 06-27129251 024-3232441 Taken van het opvangteam zorgt voor een goede bereikbaarheid van haar teamleden; verzamelt informatie; controleert bericht / melding; neemt snelle en slagvaardige beslissingen; onderhoudt externe contacten, zoals politie, justitie en hulpverlening; instrueert het personeel; informeert personeel; communiceert en/of regelt communicatie met leerlingen en ouders; is alert op psychische gevolgen en adequaat doorverwijzen; delegeert taken aan de juiste mensen. Externe deskundigen ORGANISATIE TELEFOON Politie 112 of 0900-8844 Slachtofferhulp 0900-0101 Gemeente 0485-494141 CJG 075351700 28

Handelen na het eerste bericht: interne afstemming team; geheimhouding tot nader orde en paniek proberen te voorkomen; snel informatie verzamelen en controleren; opvangteam en persvoorlichter inschakelen; draaiboek erbij nemen. Draaiboek bij Calamiteiten het bericht komt binnen, de directeur maakt een inschatting van de ernst en de omvang van de calamiteit; zo nodig mensen in veiligheid brengen; geheimhouding tot nader order om dingen te kunnen verifiëren en eerste acties te plannen; opvangteam wordt ingelicht; eventueel politie en/of hulpverlening waarschuwen; opvang van melder en getuigen; afspreken wie ingelicht moet worden en in welke volgorde; hoe gaat de boodschap naar buiten: persoonlijk, per telefoon, per brief; geheimhouding opheffen. Communicatie met medewerkers Aandachtspunten ter voorbereiding van een bijeenkomst met personeel: wie zit voor, wie geeft de informatie; wat wordt exact verteld; nagaan wie direct betrokken is (ouders/broers/zussen/naaste vrienden) en worden zij geïnformeerd en opgevangen en door wie; nagaan voor wie het bericht extra zwaar kan zijn en wat voor hen te ondernemen en door wie; inventariseren afwezige personeelsleden en wie informeert hen; wie informeert de leerlingen, waar, wanneer en op welke manier; welke leerlingen zijn afwezig en hoe en door wie worden zij geïnformeerd; stel een tekst op ter ondersteuning van informatie aan leerlingen; maak afspraken over de wijze waarop leerlingen verder worden opgevangen wanneer, waar en op welke wijze worden ouders geïnformeerd en door wie; welke mensen buiten de school moeten geïnformeerd worden en wie doet dat; stel de persvoorlichter voor en benadruk dat uitsluitend hij/zij degene is die de contacten met de pers onderhoudt; zorg voor een persbericht; wie organiseert eventuele vervolgbijeenkomsten, eventueel met deskundigen / hulpverleners / politie; zorg dat een lijst met mogelijke namen en telefoonnummers van externe deskundigen aanwezig is; maak een brief voor de ouders van de leerlingen. 29

Bijeenkomst personeel geef de informatie zonder omtrekkende bewegingen: ik moet u iets zeer ernstigs vertellen geef de belangrijkste informatie, niet verliezen in details; geef ruimte voor emotionele reacties en informatieve vragen; maak afspraken hoe de leerlingen worden ingelicht en door wie; deel een communiqué uit waarop essentiële informatie staat; vertel over mogelijk te verwachten reacties van leerlingen en hoe deze zijn op te vangen; geef informatie over opvang voor de meest betrokken leerlingen; plan een vervolgbijeenkomst voor het personeel of een dagelijkse briefing op een vast moment. Communicatie met leerlingen en ouders direct na de bijeenkomst met het personeel worden leerlingen ingelicht; directe betrokkenen worden apart geïnformeerd door de leerkracht/mentor of iemand van de directie; voor de leerlingen naar huis gaan, wordt een brief voor de ouders uitgedeeld; geef informatie over opvangmogelijkheden van leerlingen (individueel, in de groep, in een aparte ruimte); leerlingen moeten geïnstrueerd worden om niet met de pers te praten; op de website van de school wordt zo nodig de laatste informatie gezet. Ondersteuning bieden bij verwerking leerkracht/mentor en docenten ondersteunen leerlingen in de klas; ook in een eventuele nazorgruimte zijn ondersteuners beschikbaar; afhankelijk van de behoefte van de leerlingen worden verschillende werkvormen gebruikt. Dit kan uiteenlopen van samen praten in grote of kleine groepjes, creatieve werkvormen, uitrazen in de gymzaal, een boswandeling of muziek draaien. Samen naar nieuwsuitzendingen kijken of informatie opzoeken op het internet, informatieve vragenronden of een deskundige (bijvoorbeeld politie) in de klas om vragen te kunnen stellen; als leerlingen naar huis zijn, met collega s napraten en kijken welke ideeën er zijn voor werkvormen voor de volgende dag. Nazorg van medewerkers en leerlingen wat kan er in de klas nog gedaan worden na een bepaalde gebeurtenis; extra zorg voor risicoleerlingen; eventueel een ouderavond waarin de gebeurtenis centraal staat, informatie gegeven wordt over de achtergronden en de school de ouders informeert over hoe er gehandeld is en waarom; nagesprek met betrokken ouders; nagesprek met medewerkers. Nazorg lange termijn Opvang medewerkers: in een periode van drie maanden ongeveer vier gesprekken volgens een bepaalde structuur; collegiale steun; 30

zo nodig inschakelen van een bedrijfsarts voor (preventieve) gesprekken; supervisietraject aanbieden; extra scholing of ondersteuning aanbieden aan medewerkers die leerlingen of collega s opvangen. Begeleiding van leerlingen met problemen: individuele opvang door leerkracht/mentor; groepsopvang creëren waarbij leerlingen onder begeleiding een aantal bijeenkomsten bijwonen. 31

Arbobeleidsplan 32

1. Uitgangspunten Het College van Bestuur van de Stichting Katholiek Onderwijs Maas en Niers en de directie van de aangesloten scholen zijn verantwoordelijk voor het schoolbeleid. Het arbobeleid is een onderdeel van dit schoolbeleid. Bij het voorbereiden en uitvoeren van het arbobeleid hebben we ons laten leiden door de volgende algemene uitgangspunten: de beleidsuitgangspunten en afspraken in andere beleidsdocumenten zoals het personeelsbeleidsplan; het belang van een ongestoorde voortgang van het onderwijsproces; het voldoen aan kwaliteitseisen voor het onderwijs; de wettelijke vereisten zoals deze zijn opgenomen in Arbowet, Arbobesluit, Arbocatalogus PO en andere relevante arbo- en regelgeving; de zorg voor de veiligheid en gezondheid van het personeel; het voorkomen en beheersen van psychosociale arbeidsbelasting 1 bij personeel. 2. Hoofddoelstellingen Het College van Bestuur van SKOMeN streeft naar optimale arbeidsomstandigheden voor haar personeel. Het arbobeleid is gericht op waarborging van de veiligheid en gezondheid van medewerkers en op het voorkomen en beheersen van psychosociale arbeidsbelasting. Om dit te bereiken, organiseert het College van Bestuur de school op een zodanige wijze dat onaanvaardbare risico s in principe zijn uitgesloten. Vermijdbaar verzuim door ziekte en arbeidsongeschiktheid wordt zo veel mogelijk tegengegaan. Per school worden hiervoor jaarlijks realistische doelen en streefcijfers vastgesteld en geëvalueerd. Seksuele intimidatie, agressie, geweld, pesten en discriminatie worden actief bestreden. Verder is het streven om personeelsleden zo goed en breed mogelijk in te zetten. Speciale aandacht gaat uit naar de inzet van nieuw personeel, ouderen, herintreders en arbeidsgehandicapten. De doelstellingen van het arbobeleid worden in samenhang met de schooldoelstellingen geformuleerd. Dit gebeurt in nauw overleg met de medezeggenschapsraad (MR/GMR). De vastgestelde doelstellingen zijn onderwerp van het reguliere schooloverleg en worden opgenomen in het arbobeleidsplan. De doelstellingen worden eveneens vermeld in het plan van aanpak op basis van de RI&E (Risico-Inventarisatie en Evaluatie). Het beleid van het College van Bestuur en de scholen is er op gericht de hierboven genoemde uitgangspunten en doelstellingen te realiseren. In het Arbobeleidsplan worden de beleidselementen die worden gehanteerd ter realisatie van de hoofddoelstellingen beschreven en worden in hoofdlijnen de arbo-activiteiten voor een 1 Onder psychosociale arbeidsbelasting worden verstaan de factoren seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten en werkdruk in de arbeidssituatie die stress teweeg brengen 33

periode van vier jaar beschreven. Van elk beleidselement wordt voor zover van toepassing aangegeven: wie verantwoordelijk is; welke procedures worden gevolgd; welke instrumenten worden gebruikt; welke vorm van interne of externe ondersteuning nodig is; hoe de kwaliteitsborging is geregeld. 3. Organisatie Aan de hand van het onderstaande organogram wordt de plaats van de diverse arbofuncties binnen ons bestuur op een overzichtelijke wijze weergegeven. Verdeling taken en verantwoordelijkheden Bij SKOMeN is de Raad van Toezicht als werkgever verantwoordelijk voor de uitvoering van het algehele arbobeleid. In de praktijk vervult de directie (zie het directiestatuut) deze rol waar het gaat om een aantal belangrijke verplichtingen. Het bestuur ziet erop toe dat de verplichtingen worden uitgevoerd. Om uitvoering te geven aan het arbobeleid is het noodzakelijk om de taken en verantwoordelijkheden te benoemen en te verdelen. De wijze waarop dit gebeurt hangt voor een belangrijk deel samen met de aard en omvang van de onderwijsinstelling, een standaard is niet voorhanden. De volgende lijst is dan ook als handvat bedoeld. Raad van Toezicht (gedelegeerd aan het College van Bestuur) vaststellen arbobeleidsplan; vaststellen van een arbobudget; delegeren taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, waaronder het aanstellen van arbocoördinator(en); toekennen middelen; overleg voeren met (G)MR c.q. personeelsvertegenwoordiging; contract sluiten met de Arbodienst of gecertificeerde arbodeskundige(n); organiseren van scholing en training; informeren en adviseren over arbozaken. Schooldirecteur (laten) uitvoeren van de RI&E en vaststellen van het plan van aanpak; verdelen van arbotaken; maken van taakomschrijving preventiemedewerker en bedrijfshulpverlener; aanstellen van preventiemedewerkers en bedrijfshulpverleners; maken taakomschrijving arbowerkgroep en aanstellen arbowerkgroep; overleg met team; contact onderhouden met Arbodienst of gecertificeerde arbodeskundige(n); overleggen met en informatie verstrekken aan bestuur en vertrouwenspersoon; 34

verzuimbegeleiding. Personeelsgeleding (G)MR overleg en advies m.b.t. regels inzake arbeidsomstandigheden en arbeids- en rusttijden; instemmingsrecht t.a.v. voorgenomen besluiten inzake o.a.: o contract Arbodienst of arbodeskundige; o arbobeleid; o plan van aanpak; o organisatie van preventietaken. Voorzitter van de werkgroep Arbo leiden en stimuleren arbowerkgroep; overleggen met en adviseren aan schoolleiding, MR en vertrouwenspersonen; signaleren risico's; toezien op het schrijven en uitvoeren van het plan van aanpak en het jaarverslag; begeleiden bij uitvoering RI&E; coördineren bedrijfshulpverlening. organiseren van scholing en training; informeren en adviseren over arbozaken. Arbocoördinator op schoolniveau verrichten en opstellen van RI&E; invullen van bedrijfshulpverlening; personeel van informatie voorzien; signaleren van risico s en bespreken in arbo-overleg; overleggen met en adviseren van de MR; uitvoeren van arbomaatregelen: het schrijven en uitvoeren van het plan van aanpak en het jaarverslag.. Team- en werkoverleg meningsvorming; bespreken van arboknelpunten; creëren van draagvlak voor maatregelen. Contactpersoon/vertrouwenspersoon aanspreekpunt voor medewerkers dan wel leerlingen; informatievoorziening; begeleiding in klachtenprocedure. Bij de uitvoering van het arbobeleid zijn de volgende externe instanties betrokken: Arbodienst : Human Capital Care ziekteverzuim- en re-integratiebegeleiding; toetsen van RI&E; uitvoeren van periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek. Arbeidsinspectie 35

controle arbeidsomstandighedenbeleid en de uitvoering van dit beleid. 3.1. De Werkgroep Arbo SKOMeN heeft een werkgroep Arbo die bestaat uit één van de directeuren (voorzitter van de werkgroep) en één vertegenwoordiger van iedere school aangesloten bij de Stichting.(de arbocoördinatoren). De Werkgroep Arbo kan voorstellen doen om het arbobeleidsplan aan te passen of gevraagd en ongevraagd te adviseren over Arbozaken. Zonodig kan er ook vanuit de respectievelijke scholen gevraagd worden om thema s aan de orde te stellen danwel in het Arbobeleidsplan c.q. Veiligheidsplan op te nemen. De leden van de Werkgroep Arbo worden per school afgevaardigd; e.e.a. wordt in de jaarlijkse taakverdeling opgenomen. Voor het einde van ieder schooljaar evalueert de Arbocoördinator het gevoerde Arbobeleid op schoolniveau aan de hand van het plan van aanpak en legt deze evaluatie vast in het jaarverslag. 3.2. Arbocoördinator /preventiemedewerker Op school is de directeur verantwoordelijk voor het Arbobeleid. De directeur draagt zorg voor het uitvoeren van de Arbotaken door de Arbocoördinator. Hij/zij ziet toe op het schrijven van het plan van aanpak en het jaarverslag door de Arbocoördinator. De Arbocoördinator woont de bijeenkomsten op Stichtingsniveau bij. Daarnaast is iedere school verplicht iedere 4 jaar de RI&E af te nemen. Op iedere school moeten voldoende BHVers zijn (één per 50 leerlingen). Er moet ieder dagdeel één BHV-er aanwezig zijn. Taken van de Arbocoördinator volgens uitwerking taakbeleid. 1 Vakliteratuur bijhouden. 2 Informatieverstrekking naar alle geledingen 3 Deelnemen aan de Arboprojectgroep 4 Overleg met en informatievoorziening naar directie, team en medezeggenschapsraad 5 Signaleren van risico s 6 Opstellen, uitvoeren en bewaken van plan van aanpak 7 Evalueren plan van aanpak 8 Opstellen Arbojaarverslag 9 Inventariseren toxische stoffen 10 Toezien op naleving van onderhoudscontracten 11 Registreren van ongevallen en indien nodig arbeidsinspectie in kennis stellen. 12 Begeleiden van risico-inventarisatie 13 Evaluatie van algemene schoolverkenningslijst 14 Afstemming met bedrijfshulpverleners 15 Indien van toepassing, coördineren en stimuleren van de Arbowerkgroep 16 Ontwikkelen, implementeren en evalueren van het Arbobeleid. 36

Kennis en vaardigheden. 1 Kennis van de verschillende Arbo-onderdelen. 2 Het kunnen functioneren in een Arbo-werkgroep. 3 Het kunnen opstellen van een bedrijfshulpverleningsplan. 4 Het kunnen opstellen van een calamiteitenplan. 5 Vaardigheid hebben in het voeren van consultatiegesprekken. 6 Mede leiding kunnen geven aan visie ontwikkeling. 7 Mede leiding kunnen geven aan veranderingsprocessen. 8 Omgaan met de door de directie gedelegeerde taken. 9 Omgaan met externe instanties en hulpverleningsorganisaties. 10 Schriftelijke communicatieve vaardigheid. Scholing Arbocoördinator. 1 Hoe om te gaan met de verschillende Arbo-onderdelen. 2 Het uitvoeren van een RisicoInventarisatie & Evaluatie (RI&E). 3 Het maken van een plan van aanpak n.a.v. de afgenomen RI&E. 4 Het maken van een calamiteitenplan. 5 Het opstellen van een bedrijfshulpverleningsplan. 3.3. Bedrijfshulpverlening De schoolleiding is verantwoordelijk voor de organisatie van de bedrijfshulpverlening (BHV). De Arbo coördinator/preventiemedewerker regelt de uitvoering hiervan. De noodzakelijke opleiding voor BHV ers (die met scholingsgelden wordt bekostigd) wordt door van Doesburg BHV uit Geldermalsen gegeven. Minstens eenmaal per jaar wordt, zo mogelijk met medewerking van de brandweer, het ontruimingsplan geoefend. Doel. Doorlichten van de BHV-organisatie of inventariseren van het onderdeel BHV bij de RI&E. Wanneer te gebruiken? Bij het opzetten van de BHV-organisatie of als onderdeel van de RI&E. Hoe te gebruiken? Inventariseer de stand van de bedrijfshulpverlening binnen de school aan de hand van onderstaande controlelijst. Geef van elk controlepunt aan of het wel of niet in orde is. Een controlepunt kan pas in orde worden beschouwd wanneer dit geldt voor alle ruimten, personen en geledingen van de school. Bij twijfel over oordeelkundigheid of wijze van interpretatie, informeer bij de Arbodienst. Wie gebruikt het? Arbocoördinator, bedrijfhulpverleners en de Arbowerkgroep. 37

Aandachtspunt In orde Aandacht nodig De school beschikt over een noodplan x In het noodplan worden procedures bij ontruiming, vluchtwegen, verzamelplaatsen, blusmiddelen e.d. beschreven. De school beschikt over het juiste aantal gekwalificeerde bedrijfshulpverleners. x Per school dient minimaal één bedrijfshulpverlener per 50 personen aanwezig te zijn. Er vinden ontruimingsoefeningen plaats. x Minimaal jaarlijks. Leerlingen, ouders en personeel van de school zijn op de hoogte van de afspraken bij mogelijke calamiteiten. Doe deze evaluatie vooral vlak na een ontruimingsoefening. Vluchtroutes en nooduitgangen binnen de school zijn duidelijk aangegeven. Er zijn voldoende blusmiddelen aanwezig. De blusmiddelen zijn zichtbaar en bereikbaar voor iedereen. Vrij van obstakels. Er zijn voldoende verbandtrommels aanwezig. De verbandtrommels zijn zichtbaar en bereikbaar voor iedereen. De blusmiddelen en verbandtrommels worden regelmatig gecontroleerd en onderhouden. x x x x x x x Ouders informeren Taken van de bedrijfshulpverlener. 1 Zij hebben de opleiding tot bedrijfshulpverlener gevolgd en nemen jaarlijks deel aan de verplichte herhalingscursus. 2 Hun taken zijn o.a. alarmeren en leiding geven aan de evacuatie van leerlingen, werknemers en andere aanwezigen in noodsituaties. 3 Samenwerken met brandweer of andere hulpverleningsinstanties. 4 Het voorkomen en beperken van ongelukken. 38

5 Het verlenen van eerste hulp bij ongelukken. 6 Het bestrijden van brand. Kennis en vaardigheden. Kennis van de verschillende Arbo-onderdelen. Het kunnen functioneren in een Arbo-werkgroep. Het mede kunnen opstellen van een bedrijfshulpverleningsplan. Het mede kunnen opstellen van een calamiteitenplan. Het uitoefenen van BHV-taken. Omgaan met externe instanties en hulpverleningsorganisaties. Schriftelijke communicatieve vaardigheid. Scholing. 1 Bedrijfshulpverlening bij brand (ook praktisch blussen). 2 Organisatie van de bedrijfshulpverlening (communicatie, ontruiming en nazorg). 3 Levensreddend handelen. 4. Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) De RI&E wordt door de Arbocoördinator van de betreffende school uitgevoerd. De schoolleiding is eindverantwoordelijk voor de RI&E. Resultaten worden aan de MR voorgelegd. De Arbocoördinator bepaalt jaarlijks of gewijzigde omstandigheden een (gedeeltelijke) herhaling van de RI&E vereisen. (zier plan van aanpak). 4.1. Aanpak en voortgang Conform de Arbowet stelt een school naar aanleiding van de RI&E een plan van aanpak op. Hierin staat welke knelpunten en risico s in welke volgorde aan bod moeten komen, welke werkzaamheden hiermee gepaard gaan, wie daarvoor verantwoordelijk is en welk budget in termen van tijd en geld daarmee gemoeid zijn. Ook is terug te lezen welke activiteiten al zijn uitgevoerd. Het plan van aanpak wordt aan de MR voorgelegd. Aan het eind van het schooljaar wordt het plan van aanpak geëvalueerd en aangepast voor het volgende jaar. Dit gebeurt aan de hand van een door de Arbocoördinator opgesteld jaarverslag (een overzicht van al dan niet gerealiseerde Arboactiviteiten). De bevindingen worden door de bovenschoolser coördinator voorgelegd aan het College van Bestuur. 39