EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015



Vergelijkbare documenten
Projecten geautomatiseerd updaten EPLAN Platform Version 2.5 Status: 08/2015

Voorbeelddata importeren EPLAN Platform Versie 2.5 Status: 06/2015

Projectbeheer naar SQL Server EPLAN Platform Version 2.4 Status: 05/2014

Projectbeheer naar SQL Server EPLAN Platform Version 2.6 Status: 05/2016

Omzetten van EPLAN Woordenboek naar SQL Server EPLAN Platform Version 2.4 Status: 05/2014

Voorbeelddata importeren EPLAN Platform Versie 2.7 Status: 04/2017

Artikeldatabank naar SQL Server EPLAN Platform Version 2.4 Status: 05/2014

Omzetten van EPLAN Woordenboek naar SQL Server EPLAN Platform Versie 2.6 Status: 05/2016

Artikeldatabank naar SQL Server EPLAN Platform Versie 2.6 Status: 05/2016

SQL Express Download EPLAN Electric P8 Versie 2.7 Status: 05/2017

Projectbeheer naar SQL Server EPLAN Platform Version 2.7 Status: 05/2017

Artikeldatabank naar SQL Server EPLAN Platform Versie 2.7 Status: 05/2017

Omzetten van EPLAN Woordenboek naar SQL Server EPLAN Platform Versie 2.7 Status: 05/2017

Indirecte eigenschappen met behulp van blokeigenschappen weergeven

Beginnershandboek 07 / 2013

I N H O U D S O P G A V E

EPLAN NEWS voor versie 2.4 Stand:

I N H O U D S O P G A V E

Beginnershandboek 02 / 2009

EPLAN NEWS. voor versie 2.2

Beginnershandboek 07 / 2013

Beginnershandboek 08 / 2010

Grafische elementen invoegen

Installatie EPLAN platform 2.5

Controleprocedures configureren

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave

EPLAN NEWS. voor versie 2.3

I N H O U D S O P G A V E

EPLAN Software & Service. 12 februari 2016 We starten om 14:00 uur

Elementen bewerken. Rev 00

EPLAN NEWS (EPLAN NIEUWS) voor versie 2.1

Beginnershandboek 08 / 2006

Vertalen. Ver. <<versienummer>>

I N H O U D S O P G A V E

Migreren naar Access 2010

Handleiding Nero ImageDrive

1 INLEIDING DE BELANGRIJKSTE VERTAALINSTELLINGEN... 1

Auteur boek: Vera Lukassen Titel boek: Word Gevorderd , Serasta Uitgegeven in eigen beheer Eerste druk: augustus 2012

EPLAN NEWS (EPLAN NIEUWS) voor versie 1.9

Installatie. Platform 2.2. Ver. <<versienummer>>

Handleiding Afdrukken samenvoegen

13. Symbool-, Lijnstijlbibliotheek (Resource Editor)... 1

Aan de slag. Het lint weergeven of verbergen Klik op Weergaveopties voor lint of druk op Ctrl+F1 om het lint weer te geven of te verbergen.

Installatie EPLAN Education 2.5

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave

Installatie instructies Geldig voor EPLAN Platform Versie 2.6 Status: 07 / 2016

Enkele tips voor de bediening van deze DVD Belangrijk!

Installatie EPLAN platform 2.3

Pictogrammenuitleg. Aliro IP-toegangscontrole zonder complicaties.

Powerpoint 2013 Snelstartgids

naar een SQL-server Rev 01

P-touch Transfer Manager gebruiken

Met een mailing of massaverzending kunt u een groot aantal documenten verzenden naar gebruikelijke adressen, die in een gegevensbestand staan.

ITware. Itware gebruikershandleiding

Taken automatiseren met Visual Basicmacro's

Installatie instructies Geldig voor EPLAN Platform Versie 2.7 Status: 05 / 2017

Pictogrammenuitleg. Aliro IP-toegangscontrole zonder complicaties.

EPLAN NEWS (EPLAN NIEUWS) voor versie 2.0

INHOUDSOPGAVE. Inhoudsopgave

Nero ControlCenter Handleiding

Het Wepsysteem. Het Wepsysteem wordt op maat gebouwd, gekoppeld aan de gewenste functionaliteiten en lay-out van de site. Versie september 2010

2 mei Remote Scan

P-touch Editor starten

Excel 2013 Snelstartgids

Elektronisch factureren

Algemene basis instructies

CycloAgent v2 Handleiding

De knoppen op het lint verkennen Elk tabblad op het lint bevat groepen en elke groep bevat een reeks gerelateerde opdrachten.

Calculatie tool. Handleiding. Datum Versie applicatie 01 Versie document

Startersgids. Nero BackItUp. Ahead Software AG

Installatie EPLAN platform 2.4

naar een SQL-server Rev 00

Basiskennis van PowerPoint

De knoppen op het lint verkennen Elk tabblad op het lint bevat groepen en elke groep bevat een reeks gerelateerde opdrachten.

Net2 kaarten bedrukken

Central Station. CS website

Het belang van het ontwerp en het gebruik van templates

Snel aan de slag met BasisOnline en InstapInternet

Nero DriveSpeed Handleiding

Welkom bij de Picture Package Producer 2. Picture Package Producer 2 starten en afsluiten. Stap 1: Beelden selecteren

Nero DriveSpeed Handleiding

Auteur boek: Vera Lukassen Titel boek: Excel Beginners , Serasta Uitgegeven in eigen beheer Eerste druk: mei 2013

Nero AG Nero DiscCopy

Nero AG SecurDisc Viewer

Perceptive Process Mining

HANDLEIDING DOIT BEHEER SYSTEEM

ADAPTABLE. Microsoft Dynamics TM NAV. Manufacturing Foundation 5.0 Snelzoekgidsen

Aan de slag. Zie meer opties Klik op deze pijl om meer opties te bekijken in een dialoogvenster.

Hoe download en installeer ik de software 15.2? Lees voordat u begint dit document volledig door en sluit alle programma s af.

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave

Inleiding. - Teksten aanpassen - Afbeeldingen toevoegen en verwijderen - Pagina s toevoegen en verwijderen - Pagina s publiceren

Hoofdstuk 23: Eenvoudig taken automatiseren met macro s

DATABASEBEHEER IN EXCEL

INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1: Kennismaken met Word 2010 Hoofdstuk 2: Vensters en knoppen Hoofdstuk 3: Dialoogvensters en rechtermuisknop

Inhoud van dit document

Handleiding InCD Reader

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken

NACSPORT TAG&GO HANDLEIDING Eigenschappen knop

Welkom bij de Picture Package Producer 2

Symantec Enterprise Vault

Transcriptie:

EPLAN Software & Service GmbH & Co. KG Technische informatie

Copyright 2015 EPLAN Software & Service GmbH & Co. KG EPLAN Software & Service GmbH & Co. KG is niet aansprakelijk voor technische of druktechnische fouten of onvolkomenheden in deze technische informatie en is ook niet verantwoordelijk voor schade die direct of indirect terug te voeren is op de levering, de kwaliteit en het gebruik van dit materiaal. Dit document bevat eigendomsrechtelijk beschermde informatie die valt onder het auteursrecht. Alle rechten zijn beschermd. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van EPLAN Software & Service GmbH & Co. KG mag dit document noch geheel noch gedeeltelijk worden gekopieerd of vermenigvuldigd. De software die in dit document wordt beschreven, valt onder een licentiecontract. Gebruik en vermenigvuldiging van de software is alleen toegestaan in het kader van dit contract. RITTAL is een geregistreerd handelsmerk van Rittal GmbH & Co. KG. EPLAN, EPLAN Electric P8, EPLAN Fluid, EPLAN Preplanning, EPLAN PPE, EPLAN Pro Panel en EPLAN Harness prod zijn geregistreerde handelsmerken van EPLAN Software & Service GmbH & Co. KG Windows 7, Windows 8, Windows 8.1, Windows Server 2008 R2, Windows Server 2012, Microsoft Windows, Microsoft Excel, Microsoft Access en Notepad zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. PC WORX, CLIP PROJECT en INTERBUS zijn geregistreerde handelsmerken van Phoenix Contact GmbH & Co. AutoCAD en AutoCAD Inventor zijn geregistreerde handelsmerken van Autodesk, Inc. STEP 7, SIMATIC en SIMATIC HW Konfig zijn geregistreerde handelsmerken van Siemens AG. InstallShield is een geregistreerd handelsmerk van InstallShield, Inc. Adobe Reader en Adobe Acrobat zijn geregistreerde handelsmerken van Adobe Systems Inc. TwinCAT is een geregistreerd handelsmerk van Beckhoff Automation GmbH. Unity Pro is een geregistreerd handelsmerk van Schneider Electric. RSLogix 5000 en RSLogix Architect zijn geregistreerde handelsmerken van Rockwell Automation. Alle overige genoemde product- en handelsnamen zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de desbetreffende eigenaren. EPLAN gebruikt de Open-Source-Software 7-Zip (7z.dll), Copyright by Igor Pavlov. De broncode van 7- Zip valt onder de GNU Lesser General Public License (LGPL). De broncode van 7-Zip en meer informatie over deze licentie vindt u op http://www.7-zip.org EPLAN gebruikt de Open-Source-Software Open CASCADE, Copyright by Open CASCADE S.A.S. De broncode van Open CASCADE valt onder de Open CASCADE Technology Public License. De broncode van Open CASCADE en meer informatie over deze licentie vindt u op http://www.opencascade.org EPLAN biedt een importfunctie, die gebruik maakt van ecl@ss. Voor het gebruik van de ecl@ss-standaard is een licentie nodig. U kunt deze bestellen en registeren in het download portal: http://www.eclassdownload.com 2

Inhoudsopgave Voorwoord 9 Leesaanwijzingen 11 Vernieuwingen voor het hele EPLAN platform 14 Uitbreidingen bij macroprojecten 14 Nieuwe navigator voor macroprojecten 15 Definitie van macro's in een macroproject 18 Menuopdrachten voor macroprojecten 20 Nieuw EPLAN Help-systeem 22 Nieuwe interface-elementen 23 Help-systeem via een internetverbinding oproepen 27 Gebruikersinterface 28 Combineren van selectie en activering bij het filteren 28 Minder bedieningselementen voor meer gebruiksvriendelijkheid 30 Grafische editor 34 Ovale tekstkaders 34 Verbeterde positionering van teksten 36 Formatteringen voor grafische elementen overnemen 37 Correcte weergave van lijntypen 37 Onderdelen 39 Vereenvoudiging en uitbreiding van de eigenschapsgroeperingen 39 Uitgebreide automatische coördinaten voor eigenschapsgroeperingen 43 Projectbewerking 46 Actualiseren van de projectdatabanken 46 Projectgegevens corrigeren 48 Gebruik van niet normconforme structuurinstelling "Bovenliggend" 50 Apparaten 52 Modulen voor verschillende onderdeel-coderingsnormen 52 Uitbreidingen voor apparaatgroepen 54 3

Projectgegevens-navigators 55 Uniform gedrag bij het plaatsen en apparaten invoegen 55 Materiaallijst-navigator 58 Positienummers structuur- of paginaspecifiek toekennen 58 Externe bewerking 60 Uitbreiding met pad-functieteksten 60 Verwerkingen 61 Aanpassen van de gebruikersinterface 61 Artikelbeheer 62 Actualiseren van de artikeldatabank 62 Inspringing voor aansluitbeeld 62 Instellingen 64 Uniforme instellingen voor databanken 64 Instellingen overnemen 65 Hulpprogramma's 65 Optimalisatie van het systeemmeldingenbeheer 65 Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "EPLAN Multiuser Management" 68 Vereenvoudigde activering van bewerkingsbereiken 68 Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "EPLAN Revision Management" 69 Revisie van bewerkingsbereiken 70 Overname van revisiegegevens bij het invoegen sturen 73 Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "EPLAN User Rights Management" 74 Vernieuwingen voor EPLAN Electric P8 75 Klemmen 75 Nieuwe eigenschap "Apparaatpositie" 76 Apparaatgericht aanzicht in de klemmenstrook-navigator 77 Verbeteringen bij het bewerken van klemmen 78 Eenvoudiger werken met handmatige vaste bruggen 83 Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "EPLAN FieldSys" 85 4

Routeren van enkellijnige kabels 86 Rekening houden met hoogteverschillen bij het routeren 87 Automatisch genereren van topologie-functies 91 Bepalen van de bestellengte 95 Nieuwe eigenschappen voor het routeringstype 97 Vernieuwingen voor EPLAN Pro Panel 100 Gestandaardiseerd en automatisch maken van productietekeningen 101 Pagina's met aanzichten automatisch genereren 102 Automatische bemating 105 Aanzichtsnamen doorlopend nummeren 109 Overzichtelijk tabblad "Beeld" 110 Booraanzichten 180 draaien 112 Uitbreidingen bij het plaatsen van artikelen 112 Meervoudige plaatsing van schakelkasten met gedefinieerde afstandswaarden 112 Verbeterd onderhoud van 3D-macro's met de macro-navigator 113 Uitgebreide instellingen voor routeringsverbindingen 114 Orthogonaal verbindingsverloop binnen routeringsbereiken 114 Uitbreidingen bij het genereren van productiegegevens voor NC-machines 115 Instellingen voor de nulpositie van componenten met variabele lengte 115 Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "NC Perforex" 117 Overige grondstofnummers voor de NC-export Kiesling 118 Vernieuwingen voor EPLAN Preplanning 119 Koppelingen in de pre-planning 120 Configuratie van segmentdefinities 125 Schrijfbeveiliging voor de structuurcodes van structuursegmenten 125 Uitbreidingen voor PLT-systemen 127 Verbeterde weergave van PLT-systemen volgens de norm DIN EN 62424 127 Uitgebreide nummeringsinstellingen 129 5

Voorloopnullen bij het nummeren behouden 129 Schema's genereren uit de pre-planning 129 Schema's genereren uit de lijst 129 Meervoudige selectie bij het actualiseren van de detailplanning 130 Controle van de pre-planning 131 Weergave van ongeldige segmenten 131 Nieuwe controleproceduremeldingen voor de pre-planning 132 Eigenschappen voor de pre-planning 133 Afwijkende structuurcodes bij de planningsobjecten 133 Hernoemde eigenschappen 134 Vernieuwingen voor EPLAN Fluid 135 Uitbreidingen voor de EPLAN Fluid Hose Configurator 135 Vernieuwingen voor EPLAN CPM 137 Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "EPLAN API Extension" 139 Vernieuwingen in de stamgegevens 144 Stamgegevens: Symbolen 144 Stamgegevens: Formulieren en plotkaders 152 Stamgegevens: Functiedefinitiebibliotheek 154 Stamgegevens: Projecten en sjablonen 155 Stamgegevens: Macro's 155 Overige vernieuwingen en informatie 156 EPLAN Solution Center het nieuwe supportsysteem 156 Aanmelding bij het EPLAN Solution Center 157 Validatiecode 158 Validatiecode online aanvragen 158 Softwarevereisten en vrijgaven 160 Algemene voorwaarden 160 Besturingssystemen 160 6

Microsoft-producten 161 SQL-Server (64 bit) 162 Autodesk-producten (64 bit) 162 PDF-redlining 162 PLC-systemen (PLC & Bus Extension) 162 64 bit-versie van het EPLAN platform 163 7

8

Voorwoord Geachte EPLAN-gebruiker, Op de Hannover Messe 2015 stond voor EPLAN de engineering in het kader van Industrie 4.0, en in het bijzonder de toegevoegde waardeketen, op de voorgrond. Op de stands van SmartFactory KL en Smart Engineering and Production 4.0 werden innovatieve toepassingsmogelijkheden van een uniforme engineeringsbenadering gepresenteerd. De nieuwe versie van het EPLAN platform beheert engineeringsgegevens van de basic engineering, via de detail engineering tot aan productie en service. Snelle bewerking en eenvoudig beheer staan daarbij centraal laat u verrassen door de nieuwe mogelijkheden van het EPLAN platform 2.5. De laatste jaren heeft de klemmentechnologie zich steeds verder ontwikkeld. Tegenwoordig zijn klemmen complexe componenten, die worden ingezet in tal van toepassingsgebieden. In versie 2.5 is nu een uitgebreid bewerkingsdialoogvenster voor klemmen beschikbaar. Een grafische weergave van klemmen en verschillende bewerkingsfuncties maken een snelle bewerking en validatie van de klemmenstrook mogelijk. Met de nieuwe macro-navigator kunt u uw schemasjablonen in het macroproject nu nog overzichtelijker beheren. Een hoogwaardige sjabloonbibliotheek staat garant voor kwaliteit in de engineering en zorgt ervoor dat u schema's nog sneller kunt maken. 9

Tot dusver was een gedetailleerde planning een basisvoorwaarde voor de routering van kabels. In combinatie met de enkellijnige engineering kunt u de kabelplanning nu ook in een enkellijnige weergave realiseren. De clou: deze informatie kan worden overgedragen aan de EPLAN FieldSys-uitbreidingsmodule om kabeltrajecten en de benodigde kabellengtes te berekenen. In fluid- en elektrotechnische projecten met 3D-montageopbouwconstructies kunt u in versie 2.5 de vereiste tekeningen en documentatie voor de productie gestandaardiseerd en vrijwel volledig geautomatiseerd genereren. Samen met de nieuwe automatische bemating van onderdeelposities, boringen of uitsparingen binnen modelaanzichten zorgt EPLAN Pro Panel-versie 2.5 voor een gestandaardiseerde, geautomatiseerde en daarmee tijdbesparende vervaardiging van productiedocumenten. EPLAN Experience Steeds dezelfde weg biedt zekerheid. Waarom zou u een andere weg kiezen als de bekende weg u naar het gewenste doel leidt? "Omdat het loont", zeggen wij en daarom hebben wij EPLAN Experience in het leven geroepen. Aan de hand van acht werkterreinen tonen wij nieuwe mogelijkheden in het engineeringsproces. Vraag bij EPLAN hoe EPLAN Experience u kan helpen om uw proces nog efficiënter te maken. Begin direct en ontdek de talrijke functies en verbeteringen in het EPLAN platform versie 2.5. Meer informatie over de nieuwe versie vindt u op onze homepage www.eplan.nl. Wij wensen u veel succes met het EPLAN platform 2.5. Het team van EPLAN Software & Service 10

Leesaanwijzingen Belangrijke informatie: Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" (vanaf pagina "156"). Lees hier met name de paragraaf "Softwarevereisten en vrijgaven" (zie pagina "160"). Het EPLAN platform wordt vanaf versie 2.5 uitsluitend in een 64 bit-versie geleverd. Raadpleeg daarom in het hoofdstuk "Softwarevereisten en vrijgaven" de paragraaf "64 bit-versie van het EPLAN platform" (zie pagina "163"). Wanneer u oude projecten die met vorige EPLAN-versies zijn gemaakt in EPLAN-versie 2.5 wilt gebruiken, moeten deze projecten worden geactualiseerd. Lees hiertoe de paragraaf "Projectbewerking" (zie pagina "46"). Als u een "oude" artikeldatabank wilt gebruiken, moet die artikeldatabank eerst worden geactualiseerd. Lees hiertoe de paragraaf "Artikelbeheer" (zie paragraaf "62"). Voor het maken van afbeeldingen ten behoeve van dit document hebben wij gebruik gemaakt van "EPLAN Electric P8". Wanneer u een ander programma van het EPLAN platform gebruikt, wordt in het dialoogvenster van uw programma een ander programmasymbool weergegeven. Voordat u begint te lezen, wijzen wij u op de volgende symbolen en schrijfwijzen die in dit document worden gehanteerd: 11

Let op: Teksten die worden voorafgegaan door dit symbool zijn waarschuwingen. Lees voordat u verder gaat deze waarschuwingen altijd goed door! Opmerking: Teksten die worden voorafgegaan door dit symbool bevatten aanvullende opmerkingen. Tip: Na dit symbool volgen nuttige tips, die het werken met het programma vereenvoudigen. Voorbeeld: Voorbeelden worden voorafgegaan door dit symbool. Elementen van de gebruikersinterface worden vet (en blauw) aangegeven en kunnen zo direct in de tekst worden herkend. Cursieve teksten geven aan wat belangrijk is en waar u beslist op moet letten. Codevoorbeelden, directorynamen, directe invoer etc. worden weergegeven in niet-proportioneel lettertype. Functietoetsen, toetsen van het toetsenbord en knoppen in het programma worden tussen rechte haken weergegeven (bijvoorbeeld [F1] voor de functietoets "F1"). 12

Om de overzichtelijkheid tijdens het lezen te verbeteren, wordt in dit document gebruik gemaakt van een zogeheten "menupad" (bijvoorbeeld Help > Inhoud). De menu's en opties die in het menupad worden genoemd, moeten in de aangegeven volgorde worden gekozen om een bepaalde programmafunctie te kunnen bereiken. Via het hier genoemde menupad opent u bijvoorbeeld het Help-systeem van EPLAN. Bij instellingen of velden (zoals selectievakjes) die alleen kunnen worden in- of uitgeschakeld, worden in dit document vaak de termen "inschakelen" (de instelling is dan actief ) en "uitschakelen" (de instelling is dan niet actief ) gebruikt. 13

Vernieuwingen voor het hele EPLAN platform Uitbreidingen bij macroprojecten Hoogwaardige schemasjablonen vormen de basis voor een efficiënte engineering. De macrotechnologie van EPLAN biedt met het maken en beheren van dergelijke schemasjablonen uitgebreide mogelijkheden. Om deze mogelijkheden consequent te kunnen gebruiken, raden wij u aan om de macrostamgegevens uitsluitend in een macroproject voor te bereiden. Om u bij een dergelijke werkwijze voortaan beter te kunnen ondersteunen, hebben wij macro- en schemaprojecten duidelijker dan voorbeen van elkaar onderscheiden (speciale menuopdrachten alleen voor macroprojecten). Bovendien hebben wij nieuwe functies voor de voorbereiding van macro's ingebouwd zo kunnen macro's door de nieuwe macro-navigator eenvoudiger worden weergegeven. Om voorbereide macrovakken, pagina's of layoutruimtes meerdere keren te kunnen gebruiken, bieden wij u een nieuwe mogelijkheid om macro's te definiëren en samen te stellen. In de onderstaande paragrafen worden de volgende onderwerpen behandeld: "Nieuwe navigator voor macroprojecten" op pagina "15" "Definitie van macro's in een macroproject" op pagina "18" "Menuopdrachten voor macroprojecten" op pagina "20". Stel u via http://www.eplanexperience.com op de hoogte van de "EPLAN Experience" uw weg naar meer efficiëntie. Een methodische, stapsgewijze werkwijze voor het optimaliseren van uw engineering-efficiëntie. 14

Nieuwe navigator voor macroprojecten In een macroproject kunnen macro's naar gelang het venster-, symbool-, pagina- of 3D-macro's zijn in verschillende weergavetypen en per weergavetype in meerdere varianten op verschillende pagina's of in verschillende layoutruimtes worden gedefinieerd. Om de voorbereide macro's die in een macroproject zijn opgeslagen overzichtelijk weer te geven en te beheren, is nu de nieuwe macro-navigator beschikbaar. Voordeel: Met de nieuwe macro-navigator kunt u snel en eenvoudig een speciale macrovariant in een macroproject selecteren. De hiërarchische boomstructuur biedt een eenvoudig overzicht over de te genereren macro's en de macrodirectory's die daarbij ontstaan. Paginamacro's hoeven hierdoor niet meer via paginastructuren te worden beheerd. Opmerking: Houd er rekening mee dat de weergave van voorbereide, automatisch te genereren macro's in de macro-navigator alleen in een macroproject mogelijk is. In een schemaproject blijft de macro-navigator leeg. Om de macro-navigator te openen, kiest u de menuopdrachten Projectgegevens > Macro's > Navigator. 15

Boomweergave Op het tabblad Boom worden de te genereren macro's in een hiërarchische structuur weergegeven. Het bovenste hiërarchieniveau is het project, daaronder wordt de directorystructuur weergegeven waarin de macro's binnen de ingestelde macrodirectory worden opgeslagen. Onder de te genereren macro's worden hun weergavetypen en varianten weergegeven. Daarbij worden voor de verschillende macrotypen verschillende pictogrammen en voor de weergavetypen dezelfde pictogrammen als voor paginatypen gebruikt. De te genereren macrobestanden worden door de volgende pictogrammen aangeduid: Venstermacro: Paginamacro: Symboolmacro:. Opmerking: Uit de voorbereide 3D-macro's, die in de layoutruimtes van een macroproject zijn opgeslagen, worden later eveneens 3D-venstermacro's (*.ema) of 3D-symboolmacro's (*.ems) gegenereerd. Daarom worden voor deze voorbereide 3D-macro's dezelfde pictogrammen weergegeven als voor de 2D-venster- of 2D-symboolmacro's. Lijstweergave Op het tabblad Lijst worden standaard de macronaam, het weergavetype, de variant, de beschrijving en de bestandsnaam van de te genereren macro weergegeven. Via het snelmenu kunnen de weergegeven eigenschappen worden geconfigureerd. 16

Bewerkingsmogelijkheden Wanneer u in de macro-navigator een voorbereide macro selecteert, wordt de bijbehorende pagina / layoutruimte van het macroproject in het grafisch voorbeeld weergegeven. Via het snelmenu kunt u de eigenschappen van de te genereren macro's bekijken en bewerken. Daarbij wordt het desbetreffende eigenschappendialoogvenster geopend (bijvoorbeeld voor een te genereren venstermacro het eigenschappendialoogvenster van een macrovak). Met de snelmenuopdracht Ga naar (tekening) springt u naar de grafische editor of naar een layoutruimte, waarin u bijvoorbeeld het betreffende schemagedeelte of de betreffende 3D-objecten kunt bewerken. Via filters kan de weergave van de te genereren macro's worden beperkt tot die macro's die aan bepaalde filtercriteria voldoen. Zo kunt u bijvoorbeeld alleen macro's met een bepaald weergavetype laten weergeven en vervolgens automatisch genereren. U kunt de geselecteerde objecten voor macro's in de grafische editor / layoutruimte en die in macro-navigator synchroniseren. U kunt uit de voorbereide macro's van het macroproject die in de macronavigator worden weergegeven, automatisch macro's genereren. 17

Definitie van macro's in een macroproject Bij de voorbereiding van macro's in een macroproject is voor het definiëren van namen en beschrijvingen van macro's nu het tabblad Macrodefinitie beschikbaar. In een macroproject wordt dit tabblad in de eigenschappendialoogvensters van macrovakken, pagina's of layoutruimtes weergegeven. In een schemaproject wordt dit tabblad niet weergegeven. Bij het automatisch genereren van macro's uit een macroproject worden de hier aangebrachte definities voor de te genereren macrobestanden gebruikt. Voordeel: Met behulp van het tabblad Macrodefinitie kunt u de voorbereide macrovakken, layoutruimtes of pagina's van een macroproject meerdere keren gebruiken en in verschillende macrobestanden opslaan. Uit een voorbereide macro in het macroproject kunnen dus meerdere macrobestanden worden gegenereerd. Er is hierdoor minder tijd nodig voor het beheer. 18

Werkwijze: Wanneer u een voorbereide macrovak, layoutruimte of pagina slechts in één macro gebruikt, kunt u uw gegevens ook invoeren op het tabblad Macrovak of in de eigenschappen Macro: Naam en Macro: Beschrijving op het tabblad Layoutruimte of Pagina. Wanneer u een voorbereide macrovak, layoutruimte of pagina aan meerdere macro's wilt toewijzen, gebruikt u het tabblad Macrodefinitie. Voer in de rijen de betreffende naam en de beschrijving van de macro's in. Bij het automatisch genereren wordt dan dezelfde inhoud (hetzelfde macrovak, dezelfde pagina of dezelfde layoutruimte) in meerdere macro's opgeslagen. Opmerking: De waarden die in de eerste rij zijn opgegeven, dienen voor het definiëren van de eerste macro. Zodra u de eerste rij hebt ingevuld, worden deze waarden met de waarden van de eigenschappen voor de macronaam en de macrobeschrijving gesynchroniseerd. Zo worden bij een macrovak de waarden in de velden Naam en Beschrijving op het tabblad Macrovak met de invoeren in de eerste rij op het tabblad Macrodefinitie gesynchroniseerd. Het gebruik van een macrovak of layoutruimte in meerdere macrobestanden is van belang wanneer per apparaat een macro moet worden gemaakt. In dat geval is vaak één weergavetype altijd gelijk, terwijl een ander weergavetype altijd anders is. Dat is bijvoorbeeld het geval bij PLC-kaarten, waarbij de enkellijnige weergave vaak gelijk is terwijl in de meerlijnige weergave afhankelijk van het apparaat verschillende PLC-aansluitingen worden gebruikt. Met behulp van de macrodefinitie kunt u het macrovak / de layoutruimte met steeds hetzelfde weergavetype aan meerdere macronamen toewijzen. 19

Geïndexeerde pagina-eigenschappen voor macro's In het EPLAN platform is het al langer mogelijk om een pagina aan meerdere paginamacro's toe te wijzen. Deze toewijzing en het definiëren van de beschrijving vond in de vorige versies in de pagina-eigenschappen met behulp van de geïndexeerde eigenschappen Macro: Naam [1-100] (ID 11008) en Macro: Beschrijving [1-100] (ID 11014) plaats. Deze eigenschappen zijn in een macroproject in de eigenschappendialoogvensters van pagina's niet meer beschikbaar het definiëren van macronamen voor pagina's gebeurt nu eveneens met behulp van het tabblad Macrodefinitie. Wanneer u oude macroprojecten (uit versie 2.4 en daarvoor), waarin paginamacro's met behulp van geïndexeerde eigenschappen waren gedefinieerd, opent en actualiseert, worden de gedefinieerde macronamen en -beschrijvingen op het tabblad Macrodefinitie weergegeven. Menuopdrachten voor macroprojecten Om macro- en schemaprojecten duidelijker dan voorheen van elkaar te onderscheiden, zijn twee menuopdrachten uit het menupad Hulpprogramma's > Macro's genereren naar het menu Projectgegevens onder de nieuwe menuopdracht Macro's verplaatst. Deze menuopdrachten zijn net als in de vorige versies alleen in macroprojecten actief. 20

In de nieuwe versie kunnen bepaalde functies nu eveneens alleen in macroprojecten worden uitgevoerd. Het gaat daarbij om de volgende menuopdrachten: Bewerken > Overig > Apparaat groeperen Invoegen > Kast / aansluiting / montageplaat > Macrovak. Het genereren van niet-geplaatste functies heeft in macroprojecten geen zin. Daarom is de volgende menuopdracht alleen nog actief in schemaprojecten: Bewerken > Plaatsing verwijderen. 21

Nieuw EPLAN Help-systeem Het EPLAN Help-systeem is in deze nieuwe versie opnieuw vormgegeven. Het in eerdere programmaversies gebruikte HTML Help-formaat (*.chm) is vervangen door het nieuwe HTML5-formaat. Dit formaat heeft in vergelijking met het oude Help-formaat belangrijke voordelen: Weergave in de standaard ingestelde internetbrowser Nieuwe, moderne vormgeving van de gebruikersinterface Uitgebreide tekstzoekfunctie met synoniemen Resultatenlijst van de tekstzoekfunctie met aanvullende informatie over de vindplaats Oproepbaar in alle beschikbare Help-talen, rechtstreeks via internet of via een lokaal opslagmedium. Voordeel: Naast een actuele gebruikersinterface kan het nieuwe Help-systeem nu vanuit verschillende bronnen worden opgeroepen (lokaal opslagmedium / internet). Daarbij biedt het oproepen van de Help via een internetverbinding ook de mogelijkheid om het Help-systeem steeds actueel te houden. Enkele belangrijke en nuttige voordelen van het vorige Help-formaat zijn behouden gebleven en zijn ook nu nog steeds beschikbaar: Doelgroepengerichte opbouw van de Help-onderwerpen Context-Help die kan worden opgeroepen met [F1] Zoekmogelijkheden via inhoudsopgave, index, woordenlijst en tekstzoekfunctie 22

Gebruik van de EPLAN Download Manager voor het installeren van beschikbare Help-talen op lokale opslagmedia en in het netwerk. In de onderstaande paragrafen worden de volgende onderwerpen behandeld: "Nieuwe interface-elementen" op pagina "23" "Help-systeem via een internetverbinding oproepen" op pagina "27". Nieuwe interface-elementen Enkele functies, zoals het verder bladeren en terug bladeren en de favorietenlijst, zijn door de standaardfuncties van de internetbrowser overgenomen. Andere interface-elementen zoals de werkbalk van het Helpsysteem zijn aangepast. Hierna worden deze gewijzigde en nieuwe elementen aangegeven. 23

Voorbeeld: De volgende afbeelding toont het in Internet Explorer geopende EPLAN Help-systeem: De cijfers hebben de volgende betekenis: (1) navigatiebereik, (2) werkbalk, (3) tekst zoeken, (4) knop voor het verbergen van het navigatiebereik, (5) Help-onderwerp met tekstbereik. Navigatiebereik Aan de linkerzijde van het Help-venster wordt het "navigatiebereik" van het Help-venster weergegeven. De tabbladen van dit bereik Inhoud, Index en Woordenlijst bieden verschillende toegangsmogelijkheden tot de informatie in het Help-systeem. 24

Dialoogvensterelement Betekenis (Navigatiebereik verbergen) (Navigatiebereik weergeven) Om het navigatiebereik te verbergen, klikt u op deze knop aan de rechter rand van het navigatiebereik. Om het navigatiebereik weer te geven, klikt u op deze knop aan de linker rand van het Helpvenster. Werkbalk De werkbalk van het Help-systeem bevindt zich boven het tekstbereik. Knop (Alles weergeven) (Vorig onderwerp) (Volgend onderwerp) Betekenis Met deze knop opent en sluit u alle teksten en afbeeldingen die zich op een Help-pagina bevinden en die door het klikken op een koptekst (bijvoorbeeld Dialoogvenster openen, Voorbeeld) kunnen worden uitgevouwen. Springt naar de vorige pagina in de inhoudsopgave. Om naar de laatst opgeroepen Help-pagina terug te keren, gebruikt u de knop [Vorige] van de internetbrowser. Springt naar de volgende pagina in de inhoudsopgave. Met deze knop kunt u heel eenvoudig door de Help-pagina's bladeren, in de volgorde zoals ze in de inhoudsopgave voorkomen, zonder dat u op elke invoer in de inhoudsopgave hoeft te klikken. (Onderwerp afdrukken) Klik op deze knop om het huidige Help-onderwerp af te drukken. Het afdrukdialoogvenster van de internetbrowser wordt geopend, waarin u overige instellingen kunt aanbrengen. 25

Tekst zoeken De tekstzoekfunctie bevindt zich aan de rechter bovenrand van het Help-venster boven de werkbalk. Hiermee kunt u in alle pagina's van het Help-systeem zoeken naar opgegeven zoektermen. Het zoekresultaat van de tekstzoekactie herkent u van de zoekmachines die voor internet worden gebruikt: als resultaat wordt een lijst met vindplaatsen samengesteld, die u kunt openen door hierop te klikken.. Als aanvullende informatie wordt onder de koptekst van de vindplaats een kort tekstfragment aangegeven. Zo kunt u vooraf al herkennen welke vindplaatsen aan uw verwachtingen voldoen. Dialoogvensterelement Betekenis Invoerveld "Zoeken" (Zoeken) In dit veld geeft u één of meerdere zoektermen op. Klik op deze knop om het zoeken naar een opgegeven zoekterm te starten. Met het nieuwe format van het Help-systeem kunt u met behulp van synoniemen uitgebreid naar teksten zoeken. ook wanneer u vergelijkbare of ongeldige zoektermen opgeeft of zoektermen die niet meer worden gebruikt, wordt in veel gevallen een passend zoekresultaat weergegeven. 26

Help-systeem via een internetverbinding oproepen Het nieuwe Help-systeem wordt nu ook op een EPLAN-webserver ter beschikking gesteld. Hierdoor kunt u het EPLAN Help-systeem ook via een internetverbinding oproepen. Wanneer u dit niet wilt (omdat er bijvoorbeeld geen internetverbinding is) kunt u het Help-systeem ook gewoon op een lokaal opslagmedium installeren. De instellingen hiervoor brengt u aan in het nieuwe instellingsdialoogvenster Instellingen: Talen met behulp van het nieuwe groepsveld Help-systeem (menupad: Opties > Instellingen > Gebruiker > Weergave > Talen.). Als het Help-systeem via de internetverbinding moet worden gestart, schakelt u het selectievakje Online in. In het kader van deze uitbreiding zijn de instellingen Dialoogtaal, Alternatieve taal en Taal van het Help-systeem (nu Taal), die zich tot dusver in het dialoogvenster Instellingen: Gebruikersinterface bevonden, naar dit nieuwe instellingsdialoogvenster verplaatst. 27

Gebruikersinterface Combineren van selectie en activering bij het filteren In het EPLAN platform bestond er in veel dialoogvenster (bijvoorbeeld in de navigators) een combinatie van een vervolgkeuzelijst voor een filter en een bijbehorend selectievakje om het filter te activeren. In versie 2.5 zijn deze beide interface-elementen gecombineerd om de bediening eenvoudiger te maken. Voordeel: Door het combineren van beide interface-elementen voor filters, is er minder ruimte voor dialoogvensters nodig en worden deze overzichtelijker. Een geselecteerd filter hoeft niet langer te worden geactiveerd en dat vereenvoudigt de algemene bediening van filters in het dagelijks gebruik. Wanneer u nu in de vervolgkeuzelijst Filter een invoer selecteert, is dit filter automatisch geactiveerd. Om een filter te deactiveren, kunt u in de lijst de nieuwe invoer "-Niet geactiveerd-" selecteren. Dit is vrijwel overal de standaardinstelling voor het veld Filter, dat wordt weergegeven wanneer u het betreffende dialoogvenster opent. (Uitzonderingen: pagina-navigator, dialoogvensters voor de artikelsynchronisatie en de stamgegevenssynchroni- 28

satie. Hier wordt een geactiveerd filter opgeslagen en weergegeven wanneer de navigator opnieuw wordt geopend.) Snel schakelen via het snelmenu In de navigatorvensters is voor de vervolgkeuzelijst Filter bovendien een snelmenu met de volgende invoeren beschikbaar: Uitschakelen: zet de filterinstelling terug naar de invoer "- Niet geactiveerd -". <Filternaam> activeren: activeert het laatste actieve filter opnieuw. Met dit snelmenu kunt u snel tussen ongefilterde en een door u gewenste gefilterde weergave schakelen. 29

Minder bedieningselementen voor meer gebruiksvriendelijkheid Ook in versie 2.5 zijn er meerdere instellingen, menuopdrachten en functies uit het programma verwijderd. Sommige van deze functies kunnen op een andere manier eenvoudiger worden uitgevoerd. Andere elementen van de gebruikersinterface zijn volledig verwijderd, omdat deze functies zelden door gebruikers werden gebruikt of omdat ze het EPLAN platform onnodig ingewikkeld maakten. Bij de beslissing of een menuopdracht al dan niet moest worden verwijderd, zijn ook de inzichten uit ons "klantgericht verbeterprogramma" meegenomen. Dankzij uw medewerking kunnen wij de gebruiksvriendelijkheid en doelmatigheid van het EPLAN platform steeds verder verbeteren! Menuopdrachten In het menu Pagina is de volgende menuopdracht verwijderd: Extra velden nummeren Deze functie voor het nummeren van extra velden werd zelden gebruikt en is vanaf nu vervallen. Om een doorlopend paginanummer weer te geven, bijvoorbeeld in de pagina-eigenschappen, in de grafische editor of op verwerkingspagina's, gebruikt u in plaats hiervan de nieuwe paginaeigenschap Teller aantal pagina's (ID 25020). Deze eigenschap telt de pagina's in het project overeenkomstig de volgorde in de paginastructuur automatisch door. In de editors kunt u deze eigenschap als speciale tekst invoegen. Verschillende plotkaders in de beschikbare stamgegevens zijn met de eigenschap Teller aantal pagina's uitgebreid (zie paragraaf "Stamgegevens: Formulieren en plotkaders" (vanaf pagina "152")). 30

In het menu Projectgegevens zijn de volgende menuopdrachten verwijderd: Klemmenstroken > Corrigeren Stekers > Corrigeren Kabels > Corrigeren. Deze verschillende menuopdrachten voor het corrigeren van projectgegevens zijn in één menuopdracht gecombineerd. Via de menuopdrachten Project > Organiseren > Corrigeren opent u het dialoogvenster Project corrigeren, waarin u voor het corrigeren van het project een schema met instellingen kunt selecteren. Lees hiertoe ook de paragraaf "Projectgegevens corrigeren" (zie pagina "48"). In het menu Hulpprogramma's > Automatisch verwerken zijn de volgende menuopdrachten verwijderd: Actief script uitvoeren Vanaf versie 2.1 SP 1 vindt de automatische bewerking van projecten met behulp van de EPLAN-schematechniek plaats. De verouderde techniek van de automatische bewerking met projectspecifieke scripts werd aanvankelijk nog steeds ondersteund maar is in versie 2.5 definitief verwijderd. Daarom is ook deze menuopdracht verwijderd. Uitvoeren Met de menuopdrachten Hulpprogramma's > Automatisch verwerken opent u nu direct het dialoogvenster Uitvoeren: Automatisch verwerken waarin u een schema voor de automatische bewerking selecteert. 31

Dialoogvensters In de automatische bewerking zijn de volgende twee dialoogvensters verwijderd: Instellingen: Automatisch verwerken (projecten) Zoals reeds genoemd is in deze versie de verouderde techniek van de automatische bewerking met projectspecifieke scripts verwijderd. Daarom is ook het bijbehorende projectspecifieke instellingsdialoogvenster verwijderd. Automatisch verwerken Voor dit dialoogvenster van de automatische bewerking, dat u tot dusver vanuit het projectbeheer met de menuopdrachten [Organiseren] > Automatisch verwerken kon openen, wordt nu direct het selectiedialoogvenster Uitvoeren: Automatisch verwerken weergegeven waarin u een schema selecteert. Wanneer u daarvoor meerdere projecten in de boomweergave van het projectbeheer hebt geselecteerd, kunnen ook nu meerdere projecten automatisch worden bewerkt. Tip: Om "oude" scripts uit vorige EPLAN-versies (versie 2.1 of ouder) verder te kunnen gebruiken, is in het dialoogvenster Instellingen: Automatisch verwerken de knop (Script importeren) beschikbaar. Met behulp van een vervolgdialoogvenster kunt u een scriptbestand (*.cs) in de projectdirectory van het geselecteerde project selecteren en als nieuw schema opslaan. 32

Daarnaast is nog het volgende dialoogvenster verwijderd: Tip van de dag De weergave van afzonderlijke "Tips van de dag" bij het opstarten van het programma is niet meer van deze tijd. Veel gebruikers stoorden zich aan dit venster en schakelden het uit. Daarom is het dialoogvenster Tip van de dag verwijderd. Wij willen u echter nog steeds graag voorzien van tips over het werken met het EPLAN platform. Wanneer u in het menu Help de hernoemde menuopdracht EPLAN tips kiest, verschijnt er een Help-pagina met alle tips. De tips zijn bedoeld om het werken met nieuwe functies en bedieningsmethoden te vereenvoudigen. 33

Grafische editor Ovale tekstkaders Wanneer voor langere teksten of weergegeven onderdeelcodes ellipsvormige tekstkaders worden gebruikt, kan dit tot weergaveproblemen leiden (overlapping van ellips en tekst) omdat de ellips in de omsluitende rechthoek wordt getekend. In dat geval kunt u nu een ovaal tekstkader instellen. Voordeel: Met de instelmogelijkheid "Ovaal" kunt u tekstkaders nog beter vormgeven. Wanneer u deze instelling kiest, wordt de tekst door een ovaal kader omsloten. Daarbij wordt de ovaal als een rechthoek getekend, dat door twee halve cirkels wordt uitgebreid. Net als bij de andere opties voor tekstkaders kunt u de instellingen zowel projectoverkoepelend als individueel bij de betreffende tekst aanbrengen. Voor het gehele project via een instelling in het layerbeheer: Hiertoe is de vervolgkeuzelijst van de kolom Tekstkader met de optie "Ovaal" uitgebreid. Alle teksten of onderdeelcodes die op het betreffende niveau liggen, worden projectoverkoepelend met een ovaal kader omsloten. 34

Individueel via het betreffende eigenschappendialoogvenster: Om voor een individuele onderdeelcode of tekst een ovaal tekstkader te maken, is in het eigenschappendialoogvenster op het tabblad Weergave / Formaat onder het hiërarchieniveau Tekstkader voor de weergaveeigenschap Tekstkader tekenen de nieuwe optie "Ovaal" beschikbaar. 35

Verbeterde positionering van teksten In het eigenschappendialoogvenster van teksten is het tabblad Formaat met het hiërarchieniveau Positie uitgebreid. Voordeel: De weergave-eigenschappen van het hiërarchieniveau Positie vereenvoudigen het nauwkeurig positioneren van teksten (bijvoorbeeld tijdelijke aanduiding-teksten in formulieren) en maken het mogelijk om gedetailleerde instellingen voor het docken van teksten aan te brengen. De op dit hiërarchieniveau aangegeven weergave-eigenschappen zijn dezelfde als die op het tabblad Weergave van schemasymbolen. De weergave-eigenschap Basispunt, die bij schemasymbolen eveneens op het hiërarchieniveau Positie voorkomt, is voor teksten niet nodig. X-coördinaat / Y-coördinaat: Met deze beide weergave-eigenschappen kunt u de positie van een tekst op een projectpagina nauwkeurig vastleggen. Daarbij heeft de opgegeven coördinaat betrekking op het invoegpunt van een tekst ten opzichte van het oorsprongpunt van het grafische coördinatensysteem. Dockinstelling / Gecentreerd: Met deze weergave-eigenschappen kunt u instellingen voor aan elkaar gedockte teksten aanbrengen. Degelijke teksten gedragen zich bijvoorbeeld bij het verplaatsen als een blok. Via de weergave-eigenschap Dockinstelling definieert u bij een hoofdtekst de standaardinstelling voor het dockgedrag van gedockte teksten. Via de eigenschap Gecentreerd definieert u bij een hoofdtekst of het blok (dus de hoofdtekst + de gedockte teksten) moeten worden gecentreerd. 36

Opmerking: Teksten kunnen in het EPLAN platform via de menuopdrachten Bewerken > Tekst > Docken /... > Undocken gedockt en afgedockt worden. Meer informatie over dit onderwerp vindt u in het Help-systeem, bijvoorbeeld in de paragraaf "Teksten docken / undocken" en in de contextafhankelijke Help bij het tabblad Formaat. Formatteringen voor grafische elementen overnemen In de nieuwe versie is nu ook in de eigenschappendialoogvensters en op het tabblad Formaat van grafische elementen en teksten de knop [Toepassen] beschikbaar. Hiermee kunt u de formattering van deze elementen bij een geopend eigenschappendialoogvenster aanpassen terwijl u wijzigingen in de grafische editor aanbrengt. Correcte weergave van lijntypen Er zijn bepaalde lijntypen die aanvullende grafische informatie (symbolen) bevatten. Deze lijntypen zijn met name bestemd voor toepassing in P&I-schema's. Alle lijntypen met aanvullende grafische informatie worden nu ook bij schuine lijnen correct weergegeven. De uitlijning van de aanvullende grafische informatie ten opzichte van de lijn blijft behouden. Bij verschillende schalen van de pagina worden de lijntypen normconform weergegeven, zodat ook bij grotere schalen het patroon van de lijn kan worden herkend. 37

Voorbeeld: Voorbeeld van een lijntype met aanvullende grafische informatie bij schuine weergave. 38

Onderdelen Vereenvoudiging en uitbreiding van de eigenschapsgroeperingen De eigenschapsgroepering definieert de indeling van de geplaatste eigenschapsteksten bij een functie en de bijbehorende weergave-instellingen. U kunt eigen, gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen maken. De gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen worden projectspecifiek opgeslagen en zijn toegekend aan de symboolvariant waarvoor ze zijn gemaakt. In deze versie zijn de bewerkingsmogelijkheden van de gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen vereenvoudigd en uitgebreid. Voordeel: Het werken met gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen is nu eenvoudiger en transparanter. Gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen kunnen sneller en comfortabeler worden toegewezen, bijvoorbeeld door een meervoudige selectie bij de tabelbewerking of bij de externe bewerking. Ook bij het werken met macro's wordt nu beter rekening gehouden met gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen. Gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen bieden uitgebreide mogelijkheden om de weergave van informatie in het schema individueel in te delen en uw documentatie op die manier overzichtelijk en doeltreffend vorm te geven. Vereenvoudigd gedrag bij het wijzigen en importeren Het gedrag bij het wijzigen en importeren van eigenschapsgroeperingen is vereenvoudigd: 39

Wanneer u een gebruikergedefinieerde eigenschapsgroepering onder een bestaande naam opslaat, worden de wijzigingen nu automatisch overdragen aan alle functies die deze eigenschapsgroepering gebruiken. Daarbij blijft de naam van de gebruikergedefinieerde eigenschapsgroepering bij alle betreffende functies behouden. De mogelijkheid om aan te geven dat wijzigingen alleen aan de actuele functie moeten worden overgedragen, is vervallen. Dit gedrag geldt ook bij het importeren van eigenschapsgroeperingen. Wanneer u bij het importeren een of meerdere eigenschapsgroeperingen overschrijft, worden de gewijzigde weergave-instellingen eveneens overgedragen aan alle functies die deze eigenschapsgroeperingen gebruiken. In de layoutruimte geldt het hierboven voor functies beschreven gedrag ook voor de artikelplaatsingen. Uitgebreide bewerkingsmogelijkheden U kunt gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen nu op de volgende plaatsen in het programma toewijzen: Bij de tabelbewerking van functies kunt u de kolom Eigenschapsgroepering weergeven en een eigenschapsgroepering uit de vervolgkeuzelijst selecteren. De lijst bevat alle eigenschapsgroeperingen die voor de betreffende symboolvariant beschikbaar zijn. Wanneer u schema's voor de externe bewerking maakt, kunt u de eigenschapsgroepering in het dialoogvenster Instellingen: Externe bewerking als formaatelement selecteren en zo bij het exporteren en importeren rekening houden met de betreffende gegevens. In het eigenschappendialoogvenster van tijdelijke aanduiding-objecten kunt u de eigenschap Eigenschapsgroepering (ID 19307) gebruiken en 40

via een variabele de gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen als waardensets toewijzen. De betreffende eigenschapsgroeperingen moeten daarvoor in het project voorkomen. U kunt bestaande eigenschapsgroeperingen ook via een gebruikergedefinieerde knop op de werkbalk toewijzen. Daartoe kiest u in het dialoogvenster Aanpassen de actie XEsSetPropertyAction en gebruikt u als waarde van de parameter PropertyId de ID 19307 van de eigenschap Eigenschapsgroepering. Gewijzigde gedrag bij het kopiëren en invoegen van macro's Bij het kopiëren en invoegen van pagina's of functies en bij het invoegen van macro's bleven de namen van de eigenschapsgroeperingen tot dusver niet behouden en werden de ingevoegde eigenschapsgroeperingen gewijzigd in "Gebruikergedefinieerd". In deze nieuwe versie is dit gedrag als volgt gewijzigd: Bij het kopiëren en invoegen van pagina's of functies in een ander project of bij het invoegen van macro's worden de gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen vergeleken. De naam van de eigenschapsgroepering bij de functie blijft behouden wanneer de eigenschapsgroeperingen identiek zijn of wanneer de eigenschapsgroepering nog niet in het project voorkomt. In dat geval wordt de eigenschapsgroepering gegenereerd. 41

Indien er reeds een gelijknamige eigenschapsgroepering in het project voorkomt die niet identiek is aan de eigenschapsgroepering bij de functie, is nu de nieuwe projectinstelling Eigenschapsgroeperingen uit het project overnemen beschikbaar. (Het menupad voor het instellingsdialoogvenster is: Opties > Instellingen > Projecten > "Projectnaam" > Grafische bewerking > Algemeen.) Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de eigenschapsgroepering uit het project aan de ingevoegde functie overgedragen en blijft de naam van de eigenschapsgroepering bij de functie behouden. Als het selectievakje is uitgeschakeld, blijft de eigenschapsgroepering bij de ingevoegde functie behouden en wordt de naam gewijzigd in "Gebruikergedefinieerd". Eigenschapsgroeperingen terugzetten Indien gewenst kunt u de gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen - ook voor meerdere functies tegelijkertijd - eenvoudig op de standaardinstelling terugzetten. Hiervoor is in het menu Bewerken > Tekst de nieuwe menuopdracht Eigenschapsgroepering terugzetten beschikbaar. 42

U kunt deze menuopdracht gebruiken nadat u een of meerdere functies met gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen in de grafische editor of in een projectgegevens-navigator hebt geselecteerd. Of nadat u een of meerdere artikelplaatsingen in een layoutruimte hebt geselecteerd. Voor de geselecteerde functies / artikelplaatsingen wordt de eigenschapsgroepering op de standaardinstelling teruggezet. Dit is de instelling "Standaardinstelling" of de eigenschapsgroepering die u als standaard hebt gedefinieerd. Meer informatie over dit onderwerp vindt u in het Help-systeem in de paragraaf "Gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen gebruiken". Uitgebreide automatische coördinaten voor eigenschapsgroeperingen Aan versie 2.4 is voor de weergave-eigenschap Basispunt de instelling "Ycoördinaat automatisch (pad)" toegevoegd. Met behulp van deze instelling kunnen de geplaatste eigenschappen van een schemasymbool als pad onder de tekening worden weergegeven (Y-coördinaat vast, alleen X-coördinaat kan worden gewijzigd). Om rekening te houden met andere normen (NFPA, JIC), is deze functie nu ook beschikbaar voor de X-coördinaat en voor een groot aantal andere schemasymbolen. Ook deze instelling kan voor de grafische weergave van automation schema's in de gebouwenautomatisering worden gebruikt. Voordeel: Het werken met automatische coördinaten is nu uniform voor alle relevante schemasymbolen in het platform en dat vereenvoudigt de weergave van teksten op basis van verschillende normen. 43

De instelling in de weergave-eigenschappen verloopt nu niet meer via het basispunt, maar met behulp van twee nieuwe weergave-eigenschappen Y- coördinaat automatisch (pad) en X-coördinaat automatisch (pad). Om ervoor te zorgen dat de geplaatste eigenschappen rekening houden met een in de pagina- of plotkadereigenschappen ingevoerde automatische coördinaat, moet het betreffende selectievakje zijn ingeschakeld. 44

Via de instelling Y-coördinaat automatisch (pad) kunnen de geplaatste eigenschappen van een schemasymbool als pad onder de tekening worden weergegeven. Als het selectievakje is ingeschakeld, wordt bij het plaatsen van een eigenschapstekst alleen nog rekening gehouden met de X-coördinaat van het basispunt terwijl de Y-coördinaat automatisch is gedefinieerd. De waarde voor de Y-coördinaat (t.o.v. het nulpunt van de pagina) definieert u in de eigenschap Eigenschapsgroepering: Y-coördinaat automatisch (pad) (ID 12062). Deze eigenschap is bij plotkaders en pagina's beschikbaar. Via de instelling X-coördinaat automatisch (pad) kunnen de geplaatste eigenschappen van een schemasymbool als rij naast de tekening worden weergegeven. Dit is bijvoorbeeld voor projecten volgens de NFPA-norm van belang. Als het selectievakje is ingeschakeld, wordt bij het plaatsen van een eigenschapstekst alleen nog rekening gehouden met de Y-coördinaat van het basispunt terwijl de X-coördinaat automatisch is gedefinieerd. De waarde voor de X-coördinaat (t.o.v. het nulpunt van de pagina) definieert u in de eigenschap Eigenschapsgroepering: X-coördinaat automatisch (pad) (ID 12063). Deze eigenschap is bij plotkaders en pagina's beschikbaar. Ook bij het gebruik van automatische coördinaten kunt u de positie van een geplaatste hoofdeigenschap ten opzichte van het basispunt verplaatsen. Als u een van de instellingen (of beide) X-coördinaat automatisch (pad) of Y- coördinaat automatisch (pad) hebt ingeschakeld, hebben de invoeren in de velden X-coördinaat en Y-coördinaat betrekking op het door de automatische coördinaat verschoven basispunt. 45

Tip: Om meerdere eigenschapsteksten met automatische Y-coördinaat in de vorm van een lijst in een schemapad te rangschikken, voert u voor elke eigenschap een verschillende waarde in het veld Y-coördinaat in. De eigenschapsteksten worden dan ten opzichte van de automatische Y-coördinaat verschoven. Om in de vorm van een tabel te kunnen rangschikken, geeft u in de velden X-coördinaat en Y-coördinaat verschillende waarden op. Meer informatie over de weergave-eigenschappen vindt u in het Help-systeem in de paragraaf "Weergave-eigenschappen: Geplaatste eigenschap". Projectbewerking Actualiseren van de projectdatabanken In het kader van diverse uitbreidingen en optimaliseringen zijn de projectdatabanken in versie 2.5 gewijzigd. Deze wijzigingen en optimaliseringen hebben tot gevolg dat nieuwe projecten altijd met nieuwe projectdatabanken worden gemaakt. Invloed op oude projecten Om ervoor te zorgen dat oude projecten met de nieuwe EPLAN-versie kunnen worden bewerkt, is het absoluut noodzakelijk dat de projectdatabanken van die projecten worden geactualiseerd. De oude projecten worden geactualiseerd zodra deze voor het eerst met de huidige EPLAN-versie worden geopend. Hierbij wordt gevraagd of het project in de actuele versie moet worden overgenomen. 46

Als u deze vraag met [Ja] bevestigt, wordt het project eerst geactualiseerd en vervolgens geopend. Daarbij wordt van uw project in de projectdirectory een reservekopie gemaakt met de nog niet geactualiseerde projectdatabank. Als u een oud project niet actualiseert, kan dat project wel met versie 2.5 worden geopend, maar niet worden bewerkt; het kan uitsluitend worden bekeken. Let op: Nieuwe projecten en oude projecten die zijn geactualiseerd en bewerkt, kunnen worden geopend met EPLAN-versie 2.4. Vanwege wijzigingen in versie 2.5 is het mogelijk dat bepaalde gegevens niet correct worden weergegeven. Met oudere EPLAN-versies (vóór versie 2.4) kunnen de geactualiseerde projecten niet meer worden geopend! Nieuw bestandsformaat voor backups Bij het actualiseren van een project wordt ook een backup gemaakt, met projectdatabanken die nog niet zijn geactualiseerd. Tot dusver werden deze backups als bewerkbare projecten (*.elk) opgeslagen. Dat kon ertoe leiden dat een actuele projectdirectory onoverzichtelijk werd. In de nieuwe versie worden de backups nu als backup-bestanden (*.zw1) opgeslagen. Deze bestanden worden ingepakt (met het programma 7-Zip) en bij het openen van projecten niet meer in de projectdirectory weergegeven. De projecten kunnen zoals dat bij backup-bestanden gebruikelijk is via de backup-functie weer worden teruggezet. 47

Projectgegevens corrigeren In deze versie zijn een aantal bestaande functies voor het corrigeren van projectgegevens (klemmenstroken, stekers, kabels) in een nieuw instellingsdialoogvenster gecombineerd. Voordeel: Door verschillende correctiefuncties te combineren, kunt u verschillende projectgegevens in één correctieprocedure automatisch corrigeren. Om de correctieprocedure uit te voeren, kiest u in het menupad Project Organiseren de nieuwe menuopdracht Corrigeren. In het dialoogvenster Project corrigeren definieert u aan de hand van schema's welke projectgegevens moeten worden gecorrigeerd. Selecteer het gewenste schema in het dialoogvenster Project corrigeren of open met de knop [ ] het nieuwe dialoogvenster Instellingen:Corrigeren. 48