6.2.4 Deelgebied IV: Westelijk gelegen binnengebied. G1 Hoogte/bouwmassa. G2 Goothoogte en nokhoogte. G3 Pandbreedte.



Vergelijkbare documenten
Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal

Bouwstijlen van kerken in Nederland. De volgende bouwstijlen worden kort toegelicht met tekst en beeldmateriaal:

Kavelpaspoort 22 kavels Harderweide d.d

Kerngegevens gemeentelijk monument: Adres : Margarethastraat 33

Typering van het monument: Vrijstaand negentiende-eeuws woonpand van twee bouwlagen met karakteristiek dakoverstek.

Typering van het monument: Statig vrijstaand woonhuis met een vooruitspringend linkerdeel dat in de voorgevel eindigt in een topgevel met zadeldak.

Kerngegevens gemeentelijk monument: Adres : Kerkstraat 2. Kadastrale aanduiding : HOR02 sectie D nr(s) 1534 Coördinaten : x: y:

GEMEENTE OLDEBROEK gemeentelijke monumentenlijst, vastgesteld door de gemeenteraad op 14 november 2000

Kavelpaspoort 18 kavels Harderweide d.d

Deelgebied 4, Vorchten. 1. Beschrijving bestaande situatie

GEMEENTE KRIMPENERWAARD. nadere definiëring beeldkwaliteitplan Thiendenland II zuidelijk plandeel (2 e fase)

BEELDKWALITEITSPLAN. Schutboom en omgeving Gemeente Best

: Turlings, Roermond; het ontwerp van de tuin is van J. Cuypers

Kerngegevens gemeentelijk monument: Adres : Napoleonsweg 72. Kadastrale aanduiding : HLN02 sectie A nr(s) 3891 Coördinaten : x: y:

GEMEENTE OLDEBROEK gemeentelijk monument; raadsbesluit 24 juni 2003

Typering van het monument: Woonhuis uit 1896 dat deel uitmaakt van de historische bebouwingsstructuur van de dorpskern Hunsel.

beeldkwaliteitsplan Vilgert Velden

Typering van het monument: Karakteristiek woonhuis voorzien van een pleisterlaag op L-vormige plattegrond daterende uit circa 1910.

bijlagen bij de Toelichting

Donkerelaan 20. Straat en huisnummer : Donkerelaan 20 Postcode en plaats : 2061 JM Bloemendaal Kadastrale aanduiding : A9941 Complexonderdeel :

Overzicht aanpassingen bestemmingsplan Twekkelerveld 2005, Olieslagweg 1.

Kerngegevens gemeentelijk monument: Adres : Dorpstraat 16, 16a en 18

Kerngegevens gemeentelijk monument: Adres : Stationstraat 17. Kadastrale aanduiding : BXM00 sectie E nr(s) 85 Coördinaten : x: y:

Typering van het monument: Statig woonhuis met symmetrische indeling en karakteristieke trapgevels ter plaatste van de topgevels.

BEOORDELINGSCRITERIA WELSTAND. Algemeen

Uitwerking architectuurbeeld vosbeek lottum. juli 2008

Inhoudsopgave. 1 Inleiding Aanleiding Doelstelling 1. 2 Beeldkwaliteit 3. Ontwikkeling 16 woningen Tesselmansgoed te Maasbree

BLATENPLAN EWIJK BEELDKWALITEIT 10 oktober 2011 projectnummer

beeldkwaliteitsplan Meulenveld Lomm

Kerngegevens gemeentelijk monument: Adres : Beemderhoekweg 1

BEELDKWALITEITPLAN DRIELANDEN WEST FASE 1

Beeldkwaliteitplan Heerenhage Heerenveen

Centrum Haaksbergen, partiële herziening Marktplan deelgebied Oost

Kerngegevens gemeentelijk monument: Adres : Loorderstraat 2

Bijlage 6 B e g r i p p e n l i j s t

Nieuwlandsedijk 7 Woning van bescheiden formaat onder zadeldak, ca Traditioneel-ambachtelijke bouwtrant. IJsselsteen. Verkeert, op de voordeur

Kerngegevens gemeentelijk monument: Adres : Dorpstraat 45

Typering van het monument: Vrijstaand woonhuis uit 1935 met karakteristieke ronde erker met glas-in-loodramen.

WELSTANDSCRITERIA. Aanbouwen als garages, erkers en dakkapellen zijn ondergeschikt aan de woning.

Oorspronkelijke functie : paardenstalling (begane grond) en feestzaal (verdieping)

17002 NIEUWBOUW JAN VAN AVENNESSTRAAT 54

Beeldkwaliteitsplan De Poelakker, Lunteren 2 mei 2011

GEMEENTE APELDOORN Kerklaan 14/16

Beeldkwaliteitsplan Voormalige Eurobioscoop en omgeving.

Rijksmonument. St. Antoniusstraat Korte omschrijving. Redengevende omschrijving Complex

Versie behorend bij B&W besluit van Welstand-gebiedscriteria Kloosterblokje IV Willemstad

Zwiepseweg 27. Adviesnummer 210 Adres Zwiepseweg 27. Naam monument - Oorspronkelijke functie Woonhuis Datum plaatsing monumentenlijst

GEMEENTE OLDEBROEK gemeentelijke monumentenlijst, vastgesteld door de gemeenteraad op 14 november 2000

Brugstraat 35, Roosendaal

Typering van het monument: Voormalige boerderij met woongedeelte in een traditionele, negentiende-eeuwse bouwstijl.

Beeldkwaliteitsplan Kloostertuin Tienray

Quickscan Gemeente Drimmelen maart - april 2013

17. BUURTSCHAPPEN LANGBROEKERDIJK (NEDER-)LANGBROEK

De gebouwen en stijlen in chronologische volgorde

KARAKTERISTIEKE OBJECTEN WINSCHOTEN NOORD. 8 september 2017

1. Centrale entree pui met trap. 2. Bomen en 3. Haag. 4. De penanten bij de oprit. 5. De vijver

4.2 BEELDKWALITEIT. Inleiding. Deze beeldkwaliteitsparagraaf dient als leidraad voor het bereiken van een gewenste

Typering van het monument: Vrijstaande villa uit de jaren dertig in een kenmerkende baksteenarchitectuur gebouwd als burgemeesterswoning.

Quickscan Gemeente Drimmelen maart - april 2013

Donkerelaan Datum foto :

Hoofdstuk 6 Veel voorkomende kleine bouwplannen Gevelwijzigingen 4

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN G O U D A ;

Historische Winkelpuien Leiden. Analyse Steenstraat 12 te Leiden. Voorwoord

Beeldkwaliteitplan Koppelenburg Zuid te Brummen

BIJGEBOUW OF OVERKAPPING OP ZIJ OF ACHTER ERF

Kerngegevens gemeentelijk monument: Monumentnummer : GM013

Kerngegevens gemeentelijk monument: Adres : Eindstraat 11

Complexnummer: Smallepad MG Amersfoort Postbus BP Amersfoort

Gevels: Het pand is opgetrokken in bruine baksteen, gemetseld in kruisverband en platvol gevoegd. De gevels hebben een gepleisterde plint.

Kerkplein 2. : Neorenaissancetrant Oorspronkelijke functie : Pastorie. Datum foto :

Complexnummer: Smallepad MG Amersfoort Postbus BP Amersfoort

Typering van het monument: Vrijstaande, witgeschilderde villa in eclecticistische bouwstijl met kantelen, rondbogen en een erker.

Lookwatering 1, 2635 CJ Den Hoorn


Centrumgebieden, kernen, lintbebouwing

Complexnummer: Smallepad MG Amersfoort Postbus BP Amersfoort

Complexnummer:

Complexnummer: Smallepad MG Amersfoort Postbus BP Amersfoort

Achtergrondinformatie bij de Welstandsnota van de gemeente Den Haag. Omschrijvingen van de architectuurstijlen

Monumentnummer*:

Bennebroekerlaan 10. Bouwjaar : Circa 1890 Architect : : Neorenaissance-trant met invloed van de Chaletstijl Oorspronkelijke functie : Woonhuis

Kaart met bescherming

Beeldatlas. Stap 1: Stedebouwkundige plattegrond (deel van de ) buurt. Stap 2: architectonische basistypes. Stap 3: Analyse per straat

Complexnummer:

Bijlage 1.1 Redengevende omschrijving beeldbepalende panden orde 2. Emmalaan 1 Hoekwoning genaamd 'Blokhuis' uit omstreeks 1915 in

aanwijzing tot gemeentelijk monument van het object Achter de Kerk 7a

foutje in de verbeelding / onderlegger BAG; Zijlweg 316 komt 2x voor. T.p.v. nr 314a en achter nr. 334 en 340.

RICHTLIJNEN BEELDKWALITEIT S-HEER ABTSKERKE, GEDEELTE COLENSHOEK II, 3e fase, 2013

Beeldkwaliteitplan Wolfsheide

Betondorp is daarentegen de architectuur deels afwijkend.

aanwijzing tot gemeentelijk monument van het object Karnemelksloot

STATIONSKWARTIER KAMPEN BEBOUWINGSRICHTLIJNEN NOORDELIJK DEEL 29 AUGUSTUS 2016

Complexnummer:

Beeldkwaliteitplan Heerenveen-Midden Tellegebied Herontwikkeling scholenlocatie Tussen Meineszstraat en Coehoorn van Scheltingaweg

Deelgebied 3, Veessen. 1. Beschrijving bestaande situatie

Typering van het monument: Voormalige directeurswoning en het smeedijzeren hekwerk van de voormalige Huyben s Bierbrouwerij De Kroon.

Gebied 12 Elst Centrum

Complexnummer: Smallepad MG Amersfoort Postbus BP Amersfoort

Welstandsnota e Aanvulling. Gemeente Dronten

Besluit aanwijzing gemeentelijk monument

Transcriptie:

Gemeente Rijswijk 6.2.4 Deelgebied IV: Westelijk gelegen binnengebied G1 Hoogte/bouwmassa 1. Als richtlijn geldt twee lagen met/zonder kap of een opgetrokken gevel. Incidenteel zijn drie bouwlagen met/zonder kap toegestaan. 2. In de Oranjelaan en Regentesselaan dient het verschil in massa en vorm behouden te blijven. G2 Goothoogte en nokhoogte 1. De bestaande goot- en nokhoogten dienen te worden gehandhaafd. 2. De uitzonderingen op 1 zijn in figuur 5.1 in hoofdstuk 5 weergegeven. 3. Dakopbouwen alleen toegestaan op bebouwing in twee lagen met plat dak 4. Dakopbouwen dienen aan te sluiten op de architectuurstijl van de bebouwing en op dakopbouwen van aangrenzende bebouwing, mits dit goede dakopbouwen zijn (zie voorbeelden). 5. De minimaal toegestane goothoogte voor nieuwbouw bedraagt 6,00 meter. 6. Als richtlijn voor nieuwbouw geldt een nokhoogte tussen de 6,00 en 15,00 meter. G3 Pandbreedte 1. De breedte van het individuele pand is variabel, tussen de 5,00 en 13,00 meter. 2. Bij nieuwbouw van een rijtjeswoning mag de pandbreedte niet meer zijn dan 7,00 meter. Een uitzondering hierop vormt een hoekwoning. Een hoekwoning mag de maximale pandbreedte van 13,00 meter niet overschrijden. 3. Bij nieuwbouw van vrijstaande woningen en 2/1-kapwoningen mag de pandbreedte de maximale maat van 13,00 meter niet overschrijden. G2.4 Vormgeving kap gewenst G2.4 Vormgeving kap ongewenst G2.4 Vormgeving kap gewenst G2.4 Vormgeving kap ongewenst G4 Kap(richting) 1. De richtlijn is een rechte langskap of een opgetrokken voorgevel bij aaneengesloten gevels. 2. Bij vrijstaande bebouwing en 2/1-kapwoningen zijn andere kappen toegestaan. Samengestelde daken verdienen bij deze woningen de voorkeur. 3. Incidenteel is een dwarskap toegestaan. G2.4 Vormgeving kap gewenst G2.4 Vormgeving kap ongewenst 71

Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal G6.2 Openingen dichtbouwen ongewenst G6.3 Repetitie gevelelementen gewenst G5 Rooilijn 1. In het gebied is zowel een rechte (gebogen) voorgevelrooilijn als een verspringende rooilijn toegestaan. 2. Verspringingen dienen niet meer dan 3,00 meter te zijn. G6 Gevelbeeld 1. Het richtbeeld is aaneengesloten gevels waarin het individuele pand herkenbaar is. 2. Uitzondering op 1: In de Oranjelaan en de Regentesselaan zijn vrijstaande panden en 2/1-kapwoningen toegestaan. Deze bebouwing dient in stand te worden gehouden. De openingen tussen de bebouwing dienen niet dichtgebouwd te worden. 3. In de gevelcompositie moet de repetitie van gevelelementen (ramen, balkons, etc.) als beeldkenmerk behouden blijven. 4. De 2/1-kapwoningen dienen een samenhangend geheel te vormen. 5. Bij een functionele tweedeling van een pand (winkel op de begane grond, wonen op verdieping) moet de verticale eenheid van het pand behouden blijven. 6. De voormalige winkelpanden dienen een woninguitstraling te krijgen en niet de uitstraling van een bewoonde winkel. 7. De zijgevels van hoekpanden dienen als voorgevels behandeld te worden. G6.4 Samenhangend geheel gewenst G6.6 Winkeluitstraling ongewenst G6.7 Goed voorbeeld zijgevel G6.7 Verwijdering ramen zijgevel ongewenst 72

Gemeente Rijswijk G7 Gevelindeling 1. Bij een functionele tweedeling van een pand (kantoor op begane grond, wonen op verdieping) moet de gevelindeling op begane grondniveau en verdieping op elkaar worden afgestemd. 2. De vensters moeten worden vormgegeven als gaten in de gevel. 3. Deur en raam dienen niet tot pui te worden gecombineerd. Een voordeur moet dus een zelfstandige opening zijn in een gesloten gevelwand. 4. De voorkeur gaat uit naar gevels met verticale raamopeningen. 5. Grote venstervakken dienen onderverdeeld te worden in kleinere raampartijen. 6. Indien kleinere ramen worden vergroot, zijn grote glasvakken ongewenst. Een onderverdeling waarbij weer verticale raamopeningen ontstaan, heeft de voorkeur. Door toevoeging van een kalf kan een verdere onderverdeling gemaakt worden. G7.3 Combineren deur en raam ongewenst G7.5 Grote venstervakken ongewenst G7.6 Grote glasvlakken ongewenst 73

Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal G8 Dakkapellen/dakramen G8.1 Breedte dakkapel ongewenst G8.3 Vormgeving dakkapel ongewenst 1. Dakkapellen dienen een ondergeschikte toevoeging te zijn aan een dakvlak. 2. Meerdere dakkapellen in hetzelfde bouwblok dienen in regelmatige rangschikking op horizontale lijn te worden geplaatst, dus in beginsel niet boven elkaar. 3. Dakkapellen dienen aan te sluiten op de architectonische kenmerken van de bebouwing. 4. Dakramen zijn niet gewenst. 5. Het kleurgebruik dient eenvoudig en bescheiden te zijn en niet te opvallend en/of contrasterend. G9 Materiaalgebruik 1. Als richtlijn geldt de toepassing van baksteen in diverse kleuren, bij voorkeur in rode of bruine tinten. Speklagen en sierranden zijn toegestaan in afwijkende kleuren. Incidenteel zijn andere kleuren toegestaan. 2. Het verven van gevels is niet toegestaan. 3. Het toepassen van kunststof kozijnen is niet toegestaan. 4. Kappen bestaan bij voorkeur uit rode dakpannen of blauw/grijze dakpannen of leien. 5. Metalen kappen (aluminium, koper en zink) zijn niet toegestaan. G8.3 Goed voorbeeld dakkapel G8.4 Dakramen ongewenst G9.2 Verven van gevels ongewenst G9.3 Kunststof ongewenst 74

Gemeente Rijswijk G10 Kleurgebruik 1. Veel voorkomende kleuren zijn wit en donkergroen. Gestreefd moet worden deze kleuren zoveel mogelijk te handhaven. 2. In het gevelbeeld mogen geen primaire of felle kleuren worden toegepast. G11 Reclame 1. Reclameborden op de gevel zijn niet gewenst. 2. Terughoudendheid in de toepassing van primaire of felle kleuren is gewenst. 3. Reclame in de vorm van lichtbakken en de toepassing van neonletters moet zoveel mogelijk voorkomen worden. 4. Reclameborden in de voortuin zijn toegestaan, mits zij bescheiden vormgegeven zijn en passen bij de stijl van de bebouwing. G12 Bijzondere details 1. Bijzondere (historische) details (gevelstenen, klokgevels, glas-in-lood-ramen, etc.) moeten behouden blijven. 2. Bij sloop-nieuwbouw moet gestreefd worden naar het terugbrengen van voorkomende details in de gevel. 3. Bij nieuwbouw worden eigentijdse details in de gevel gewaardeerd. G11.2 Toepassing rood ongewenst G11.2 Terughoudendheid in vorm en kleur gewenst G12.2 G12.1 Behoud details gewenst G12.2 Nieuwbouw zonder voorkomende details ongewenst 75

Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal 3 Figuur 6.6: Deelgebied V 76

Gemeente Rijswijk 6.2.5 Deelgebied V: Oostelijk gelegen binnengebied G1 Hoogte/bouwmassa 1. Als richtlijn geldt twee lagen met/zonder kap of een opgetrokken gevel of drie bouwlagen. 2. Uitzondering hierop vormt het appartementencomplex aan de Koninginnelaan met drie bouwlagen. G2 Goothoogte en nokhoogte 1. De bestaande goot- en nokhoogten dienen te worden gehandhaafd. 2. Uitzonderingen op 1 zijn in figuur 5.1 in hoofdstuk 5 aangegeven. 3. Dakopbouwen alleen toegestaan op bebouwing in twee lagen met plat dak 4. Dakopbouwen dienen aan te sluiten op de architectuurstijl van de bebouwing en op dakopbouwen van aangrenzende bebouwing, mits dit goede dakopbouwen zijn (zie voorbeelden). 5. De minimale toegestane goothoogte voor nieuwbouw bedraagt 7,00 meter. 6. Als richtlijn voor nieuwbouw geldt een nokhoogte tussen de 7,00 en 10,00 meter. G2.4 Vormgeving kap gewenst G2.4 Vormgeving kap ongewenst G3 Pandbreedte 1. De breedte van het individuele pand ligt tussen de 5,00 en 12,00 meter. 2. Bij nieuwbouw mag de pandbreedte niet meer zijn dan 7,00 meter. G2.4 Vormgeving kap gewenst G2.4 Vormgeving kap ongewenst G4 Kap(richting) 1. Als richtlijn geldt een kap in langsrichting. 2. Dwarskappen zijn niet toegestaan. G2.4 Vormgeving kap gewenst G2.4 Vormgeving kap ongewenst 77

Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal G5 Rooilijn 1. Als richtlijn geldt dat gebouwen in een rechte voorgevelrooilijn staan. G6 Gevelbeeld G5.1 Rechte voorgevelrooilijn is uitgangspunt 1. Er wordt gestreefd naar aaneengesloten gevels waarin het individuele pand herkenbaar is. Het appartementencomplex vormt hier een uitzondering op. Het complex dient een samenhangend geheel te vormen. 2. Bij stedebouwkundige blokken met een identiek gevelbeeld dient de repetitie van gevelelementen (balkons, erkers etc.) behouden te blijven. 3. 2/1-kapwoningen en vrijstaande woningen zijn niet toegestaan. 4. Bij een functionele tweedeling van een pand (bijv. kantoor op begane grond, wonen op verdieping), moet de verticale eenheid van het pand behouden blijven. 5. De voormalige winkelpanden dienen een woninguitstraling te krijgen en niet de uitstraling van een bewoonde winkel. 6. Zijgevels van hoekpanden dienen als voorgevels behandeld te worden 7. Erkers mogen niet doorgetrokken worden naar de 1 e verdieping. G6.2 Behoud repetitie van gevelelementen gewenst G6.6 Goed voorbeeld van zijgevel 78

Gemeente Rijswijk G7 Gevelindeling 1. Bij een functionele tweedeling van een pand (kantoor op begane grond, wonen op verdieping) moet de gevelindeling op begane grondniveau en verdieping op elkaar worden afgestemd. 2. De vensters moeten worden vormgegeven als gaten in de gevel. 3. Deur en raam dienen niet tot pui te worden gecombineerd. Een voordeur moet dus een zelfstandige opening zijn in een gesloten gevelwand. 4. De voorkeur gaat uit naar gevels met verticale raamopeningen. 5. Grote venstervlakken dienen onderverdeeld te worden in kleinere raampartijen. 6. Indien kleinere ramen worden vergroot, zijn grote glasvlakken ongewenst. Een onderverdeling waarbij weer verticale raamopeningen ontstaan, heeft de voorkeur. Door toevoeging van een kalf kan een verdere onderverdeling gemaakt worden. G7.3 Combineren deur en raam ongewenst G7.5 Grote venstervakken ongewenst G7.6 Grote glasvlakken ongewenst 79

Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal G8 Dakkapellen/dakramen 1. Dakkapellen dienen een ondergeschikte toevoeging te zijn aan een dakvlak. 2. Meerdere dakkapellen in hetzelfde bouwblok dienen in regelmatige rangschikking op horizontale lijn te worden geplaatst, dus in beginsel niet boven elkaar. 3. Dakkapellen dienen aan te sluiten op de architectonische kenmerken van de bebouwing. 4. Dakramen zijn niet gewenst. G9.1 Pleisteren ongewenst G9.1 Hout ongewenst G9.2 Wit pleisterwerk gewenst G9.3 Richtlijn is gele en rode baksteen G9 Materiaalgebruik 1. Als richtlijn geldt de toepassing van baksteen in diverse kleuren, bij voorkeur in rode of bruine tinten. Speklagen en sierranden zijn toegestaan in afwijkende kleuren. Incidenteel zijn andere kleuren toegestaan. 2. Uitzondering op 1 vormt het bouwblok A. Voor dit bouwblok geldt als richtlijn wit pleisterwerk. 3. Uitzondering op 1 vormt het bouwblok B. Voor dit bouwblok geldt als richtlijn rode en gele baksteen, waarbij de ritmiek van geel en rood behouden dient te blijven. 4. Uitzondering op 1 vormt het bouwblok C. Voor dit bouwblok geldt als richtlijn rode baksteen met gele sierranden. 5. Het verven van gevels is niet toegestaan. 6. Kappen bestaan bij voorkeur uit leien in de kleuren grijs en blauw. 7. Metalen kappen zijn niet toegestaan. G10 Kleurgebruik 1. Veel voorkomende kleuren zijn wit, donkergroen en donkerblauw. Gestreefd moet worden deze kleuren zoveel mogelijk te handhaven. 2. In het gevelbeeld mogen geen primaire of felle kleuren worden toegepast. 3. Het kleurgebruik dient eenvoudig en bescheiden te zijn en niet te opvallend en/of contrasterend. G9.4 Richtlijn is rode baksteen G9.5 Lichtgele kozijnen ongewenst 80

Gemeente Rijswijk G11 Reclame 1. Reclameborden op de gevel zijn niet gewenst, uitzondering hierop zijn naambordjes in bescheiden omvang. 2. Terughoudendheid in de toepassing van primaire of felle kleuren is gewenst. 3. Reclame in de vorm van lichtbakken en de toepassing van neonletters moet zoveel mogelijk voorkomen worden. 4. Reclameborden in de voortuin zijn toegestaan, mits zij bescheiden vormgegeven zijn en passen bij de stijl van de bebouwing. G12 Bijzondere details 1. Bijzondere (historische) details (gevelstenen, klokgevels, glas-in-lood-ramen etc.) moeten behouden blijven. 2. Bij sloop-nieuwbouw moet gestreefd worden naar het terugbrengen van voorkomende details in de gevel. 3. Bij nieuwbouw worden eigentijdse details in de gevel gewaardeerd. G12.1 Behoud details gewenst G12.1 Behoud details gewenst 81

Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal 3 Figuur 6.7: Deelgebied VI 82

Gemeente Rijswijk 6.2.6 Deelgebied VI: Dillenburglaan G1 Hoogte/bouwmassa 1. Als richtlijn geldt twee bouwlagen met een kap. G2 Goothoogte/nokhoogte 1. De bestaande goot- en nokhoogten dienen te worden gehandhaafd. 2. Als richtlijn voor nieuwbouw geldt een nokhoogte tussen de 8,00 en 10,00 meter. G1.1 Richtlijn is twee bouwlagen met kap G3 Pandbreedte 1. De breedte van het individuele pand ligt tussen de 5,00 en 7,00 meter. 2. Bij nieuwbouw mag de pandbreedte de maximale maat van 7,00 meter niet overschrijden. G4 Kap(richting) 1. Als richtlijn geldt een rechte langskap. 2. Een zadeldak verdient de voorkeur. 3. Dwarskappen zijn niet toegestaan. G5 Rooilijn 1. Als richtlijn geldt dat gebouwen in één rechte voorgevelrooilijn staan. G6.2 Behoud repetitie van gevelelementen gewenst G6 Gevelbeeld 1. Er wordt gestreefd naar aaneengesloten gevelwanden. 2. Bij stedebouwkundige blokken met een identiek gevelbeeld dient de repetitie van gevelelementen (balkons, erkers etc.) behouden te blijven. 83

Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal G7 Gevelindeling 1. De vensters moeten worden vormgegeven als gaten in de gevel. 2. Deur en raam dienen niet tot pui te worden gecombineerd. Een voordeur moet dus een zelfstandige opening zijn in een gesloten gevelwand. G8 Dakkapellen/dakramen G7.2 Combineren deur en raam ongewenst 1. Dakkapellen dienen een ondergeschikte toevoeging te zijn aan een dakvlak. 2. Meerdere dakkapellen of dakramen in hetzelfde bouwblok dienen in regelmatige rangschikking op horizontale lijn te worden geplaatst, dus in beginsel niet boven elkaar. 3. Bij meerdere dakkapellen of dakramen dient een identieke maatvoering te worden aangehouden. 4. Dakkapellen dienen eenvoudig te worden vormgegeven zonder een overmaat aan detailleringen. 5. Het kleurgebruik dient eenvoudig en bescheiden te zijn en niet te opvallend en/of contrasterend. G9 Materiaalgebruik 10.1 Handhaving voorkomende kleuren 1. Als richtlijn geldt de toepassing van (licht)gele baksteen. 2. Het verven van gevels is niet toegestaan. 3. Kappen bestaan bij voorkeur uit dakpannen in grijs of blauw. 4. Metalen kappen zijn niet toegestaan. G10 Kleurgebruik 1. De meest voorkomende kleuren zijn wit en donkerblauw. Gestreefd moet worden deze kleuren zoveel mogelijk te handhaven. 2. In het gevelbeeld mogen geen primaire of felle kleuren worden toegepast. 84

Gemeente Rijswijk G11 Reclame 1. Reclameborden op de gevel zijn niet gewenst. 2. Terughoudendheid in de toepassing van primaire of felle kleuren is gewenst. 3. Reclame in de vorm van lichtbakken en de toepassing van neonletters moet zoveel mogelijk voorkomen worden. 4. Reclameborden in de voortuin zijn toegestaan, mits zij bescheiden vormgegeven zijn en passen bij de stijl van de bebouwing. De omvang, vormgeving en plaats op de gevel van reclameborden moet passen in het gevelbeeld van het gehele pand. G12 Bijzondere details 1. Dit beeldkwaliteitsaspect is niet op dit gebied van toepassing. 85

86 Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal

Gemeente Rijswijk BIJLAGEN 87

88 Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal

Gemeente Rijswijk Bijlage 1 Plattegrond van Leeuwendaal 89

90 Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal

Gemeente Rijswijk Bijlage 2 Omschrijving architectuurstijlen Neoclassicisme (1805-1870) Neoclassicisme oriënteert zich op de bouwkunst van de klassieke oudheid. Deze bouwstijl heeft de volgende algemene kenmerken: blokvormige bouwvolumes, symmetrie op de middenas en gevels die doorgaans bestaan uit een basement, beletage en een verdieping onder een kroonlijst, en een flauwhellend dak. Er is vaak een lage zolderverdieping tussen verdieping en kroonlijst of boven op de kroonlijst een borstwering die het flauwhellende dak aan het oog onttrekt. De schuifvensters zijn teruggebracht tot vier, zes of acht ruiten en gevat in een geprofileerde omlijsting, soms met halfronde bovenlichten en later, tussen 1860 en 1880, eleganter gemaakt met afgeronde bovenhoeken. De verdiepingen worden vaak met kordonbanden visueel van elkaar gescheiden en pilasters of halfzuilen zorgen voor een verticale gevelgeleding. Het tempelfront is het voornaamste motief en wordt vooral bij openbare gebouwen toegepast vanwege het voorname karakter. Bij deze bouwstijl bestaat een grote voorkeur voor het bepleisteren van de bakstenen muren om het geheel een Frans aanzien te geven. Meestal is de pleisterlaag wit. Ook schoon metselwerk is bij deze stijl toegepast, vaak in combinatie met gestucte vensteromlijstingen en pilasters. Soms worden de zuilen in echt natuursteen uitgevoerd, maar vaker bestaan ze vanwege de hoge kosten uit gestuct baksteen of een enkele keer zelfs uit hout, vooral bij landhuizen. Linkerpand Neoclassicisme en rechterpand Ecleticisme Eclecticisme (1860-1900) Het Eclecticisme is een verzamelterm voor een groot scala aan historische stijlen die in de tweede helft van de 19 e eeuw naast elkaar, maar vooral door elkaar heen worden toegepast bij praktisch alle soorten van gebouwen. Er is bij deze stijl gezocht naar een eigentijds uiterlijk door het beste uit de vroegere stijlen te kiezen en deze motieven op een vaak originele wijze te verwerken. Het neoclassicisme is nog het uitgangspunt, maar al naar gelang het type gebouw kan men voor de decoratie kiezen uit verschillende historische stijlen. Tussen 1840 en 1860 is er sprake van betrekkelijk sober Eclecticisme, dat bepaald wordt door de uit Duitsland afkomstige rondboogstijl. Na 1870 wordt het Eclecticisme overdadiger. Er worden luxe woonbuurten gebouwd met geheel of gedeeltelijke gepleisterde, deftige herenhuizen met allerlei historische motieven. De uitbundige vormen uit het laatste kwart van de 19 e eeuw leidden tot een internationaal Eclecticisme, dat vooral geliefd is voor de bouw van nieuwe hotels, schouwburgen, winkels en villa s. Na 1870 wordt de nadruk gelegd op asymmetrische gevels en hogere, vaak gecompliceerde dakpartijen, vooral bij de villabouw. Hoektorentjes, erkers, serres en allerlei topgevels verschijnen. Ook een sterke 91

Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal afwisseling in kleur en materiaal moet de verlangde schilderachtigheid verhogen. Deze derde variant, het schilderachtige Eclecticisme, uit zich doorgaans in een combinatie van neorenaissance en houten chaletkappen, soms vermengd met neogotische en, na 1900, met Jugendstil-elementen. Na 1900 is deze variant over zijn hoogtepunt heen en na 1910 bijna geheel verdwenen. Typerend voor het Eclecticisme is het gebruik van allerlei nieuwe materialen die de opkomende industrie vanaf het midden van de 19 e eeuw vaak nog experimenteel toepaste. Gietijzer vindt bijvoorbeeld na 1850 zijn weg in de bouw, in decoratieve zin voor deurpanelen, ventilatieroosters en roedenvensters en in constructieve zin voor kappen en vloeren. Vanaf 1844 wordt portlandcement geïmporteerd en in 1863 ook zelf in ons land gemaakt. Cement gaat men als kunststeen gebruiken voor allerlei prefab pinakels, consoles, lijsten en andere ornamenten. Neorenaissance Jugendstil/Art Nouveau Neorenaissance (1875-1915) De behoefte aan gebouwen die onze eigen historie weerspiegelden groeide door de economische bloei als gevolg van de industrialisatie en de handel met Indië. De architectuur uit het begin van onze Gouden Eeuw, die nu als maniërisme bekendstaat, werd als voorbeeld genomen. Het was een drukke en levendige stijl. Bij deze bouwstijl werd gebruik gemaakt van baksteen, architectonisch geleed door langgerekte horizontale banden in wit pleisterwerk of natuursteen. Delen van de gevel kregen boven de daklijn een verticaal accent door het gebruik van trapgevels. Tevens werden ook andere maniëristische elementen toegepast zoals de vijf klassieke orden, maar ook medaillons, cartouches en diamantkoppen. Ontlastingsbogen boven de vensters waren voorzien van natuurstenen aanzet- en sluitstenen, soms voorzien van sierkopdecoratie, terwijl de boogvullingen uit gekleurde tegeltjes of siermetselwerk bestonden. Jugendstil of Art Nouveau (1895-1915) Rond de eeuwwisseling werd de blik op de toekomst gericht, zodat historische stijlen niet meer pasten. Er ontstond een eigen stijl, met vormen bestaande uit gestileerde plantaardige motieven. Art Nouveau kent een wat zwieriger en de Jugendstil een meer geometrische vormgeving, die in Nederland beter aansloeg. De toepassing van harde en lichtgekleurde bouwmaterialen speelt een belangrijke rol, terwijl de stijl veel te vinden is in winkels en nieuwe bouwtypen als apotheken, verzekeringskantoren en warenhuizen. Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog verstoorde het positieve geloof in de vooruitgang en markeerde tevens het einde van de Jugendstil. Zowel Jugendstil als Art Nouveau worden gekenmerkt door gestileerde vormen teruggaand op plantaardige motieven als bloemen, bladeren en stengels. Typerend is de uitbundige, sierlijke en asymmetrische lijnvoering. In de meer geometrische variant 92

Gemeente Rijswijk zijn hoefijzerbogen, parabool- en cirkelvormige motieven belangrijk. Gestreefd werd naar een Gesamtkunstwerk, waarin bouwkunst en kunstnijverheid samengingen. De constructieve elementen werden onverhuld getoond en er werd met grote glasoppervlakken gewerkt. Grote plasticiteit van de gevels werd bereikt door gebruik van loggia s, erkers en torentjes, maar ook door details als flessehalsvormen, muursleuven en opstaande dakstukken als afsluiting van de lijstgevel. IJzer in de vorm van de voor winkelpanden zo belangrijke stalen puibalken, kwamen onverbloemd in het zicht. Tevens werd er veel gebruik gemaakt van smeedijzeren hekwerken. Belangrijk was het gebruik van harder en gladder materiaal. Wanneer men het kon betalen, paste men natuursteen toe. Men koos naast zandsteen in toenemende mate voor hardsteen, waarin scherp omlijnde decoraties beter in verdiept reliëf konden worden uitgehakt. Nieuw was de toepassing van graniet. Het werd met name gebruikt als bekleding van plinten en muurdammen. Het gebruik van gekleurde baksteen en zelfs het omkeren van het kleurgebruik, waarbij gevels geheel in witte of gele baksteen opgetrokken werden, is zeer kenmerkend voor de Jugendstil, evenals de vanaf 1898 in Nederland geproduceerde kalkzandsteen met zijn lichte kleur. De kleurige afwerking werd nog eens versterkt door het veelvuldig gebruik van glas-inlood, terwijl de kozijnen van ramen en deuren in blank geverniste teakhout of Amerikaans grenen uitgevoerd konden worden. Chaletstijl Chaletstijl (ca.1900-1914) Deze bouwstijl is ingevoerd onder invloed van buitenlanders uit het Alpengebied en Beieren. De bebouwing in deze stijl wordt gekenmerkt door overstekende kappen met veel houtsnijwerk en vaak houten veranda s en vakwerk. Een ander kenmerk van deze stijl is de lange balkons aan de gevel met sierlijke hekwerken. Deze bouwstijl werd vaak toegepast op villa s en andere gebouwen in een bosrijke omgeving. Voorkeursstijl (ca 1900-1920) Dit is geen zuivere bouwstijl. De toenmalige opdrachtgever gaf zijn persoonlijke voorkeuren met betrekking tot de uiterlijke vormgeving van het gebouw. Vaak werd de architect vrij gelaten om een aantrekkelijk ontwerp van het gebouw te maken. Versierende elementen uit diverse andere stijlen werden toegepast, zoals gemetselde bogen boven de vensters, waartussen een figuratie werd geschilderd of in gekleurde stenen. Voorkeursstijl 93

Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal Overgangsstijl (1910-1920) Deze stijl is vooral een mix van de late Renaissance, de Chalet- en de Romaanse architectuur. De nadruk ligt op de verticale belijning en versieringen. Vaak werden gaaf gebleven ensembles ontworpen met uitgebouwde torens en onderlinge gevelafwisselingen, uitspringende woontraveeën, erkers en balkons. In latere tijd vindt er een versobering plaats. In de ornamentiek worden de stijlvormen door elkaar heen toegepast. Overgangsstijl Amsterdamse School (1915-1925) De architectuur van de Amsterdamse School is verwant met het expressionisme. Bij deze baksteenarchitectuur werd het bouwblok of groep woningen in zijn totaliteit ontworpen. Uitgangspunt waren de expressieve vormen die overigens daarna vaak moeizaam in de constructie opgelost moesten worden. De architecten zochten bij deze stijl het nieuwe in de decoratieve versiering van de gevels. Uitbundig metselwerk langs schoorstenen, daklijsten, kozijnen en vooral de vormgeving van de hoeken moesten de gevels reliëf geven. Ook de accenten die gegeven werden bij de deuren, portieken en doorgangen zijn opvallend voor het werk van de Amsterdamse School. Decoratieve en expressieve bouwstijl waarbij gebruik wordt gemaakt van golvende baksteen, gebeeldhoude ornamenten, parabool- en trapeziumvormen en details als siermetselwerk en laddervensters. De daken zijn veelal steil en soms met torentjes versierd. De Amsterdamse School is te beschouwen als een uiting van het impressionisme in de bouwkunst en als zodanig als een reactie op de door Berlage streng doorgevoerde rationalistische ideeën over het bouwen. Naast de baksteenverering kwam ook sculptuur in natuursteen en hout, siersmeedwerk en glasin-lood voor. De eerste bouwwerken van de Amsterdamse School hebben nog sterke verticale accenten, tot dan zo bepalend voor de Nederlandse architectuur. De horizontale lijn zal hierna echter één van de meest karakteristieke eigenschappen van de Amsterdamse School worden; door nieuwe constructies van gewapend beton of staal was het nu mogelijk een raam in bakstenen muur breder te maken dan de hoogte. Amsterdamse School 94

Gemeente Rijswijk De Stijl (Bauhaus) (1915-1925) Deze stijl is ontstaan uit een kunstenaarsgezelschap rond het Leidse tijdschrijft De Stijl, waarbij ook kunstschilders betrokken waren. Zij hadden tegengestelde opvattingen t.o.v. de Amsterdamse school. Het gezelschap verwierp stijlnabootsing. Tevens vond de groep dat architectuur economisch en functioneel moet zijn en zich moet ontwikkelen uit de praktische eisen. De stijlgroep streefde naar een weergave van de universele waarden van de natuur, zonder toevoeging van extra franje en overtollige ornamenten. Kenmerkend voor deze stijl zijn de zuiver abstracte, meetkundige grondvormen, die door een samenstel van lijnen en vlakken met vooral rechthoeken en vierkanten ontstaan. Bij de herontdekking van de ruimte werd de ruwe oppervlakte structuur van bak- en natuursteen als hinderlijk ervaren. Men zocht optimaal effect in gladde, vaak wit, gekleurde wanden in andere materialen, waarbij uitstekende bouwonderdelen een afwijkende primaire kleur kregen. Deze stijl vertoont sterke verwantschappen met het Kubisme in de schilderkunst. Traditionalisme (1920-1940) Deze bouwstijl interpreteerde de traditionele waarden en vormen uit het verleden opnieuw als reactie op de moderne architectuur van het Nieuwe Bouwen. Het Traditionalisme is een anti-stedelijke stijl die tot uiting is gekomen in de woningbouw, landhuizen en boerderijen. Kenmerkend voor deze bouwstijl is de geslotenheid van de bakstenen gevels, de steil hellende pannen zadeldaken met kleine overstekken, de toepassing van eenvoudige, traditionele hoofdvormen en het gebruik van natuurlijke materialen. Doorlopende topgevels, die het zadeldak eenvoudig afsluiten en bij voorkeur voorzien worden van 18-eeuwse tuiten en schouderstukken, zijn steeds terugkerende motieven. Om orde en rust in het gebouw te brengen wordt weer teruggegrepen naar symmetrie en regelmaat, echter niet letterlijk, maar als uitgangspunt, gelijk de vormen in de natuur. De gebouwen staan zelfstandig of in groepen en hebben een fantasierijke vormgeving, waarbij de accenten op alle gevels liggen. Bij de woningen in groepen blijft de eenheid behouden. Gelijkmatig gebruik van kleuren en materiaal draagt er toe bij, dat er een rustig en harmonieus beeld ontstaat. De voorkeur van traditionalisten ging uit naar natuurlijke materialen zoals baksteen, hout en steen. De Stijl Traditionele architectuur 95

Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal Haagse- en Nieuwe Haagse School (1925-1940) Een aan de Amsterdamse School verwante ontwikkeling vormde de Haagse School, ook wel Nieuwe Haagse School genoemd. Deze stijl kenmerkt zich door gevels met naar voren komende blokvormige bouwdelen of erkers en door horizontale accenten in baksteenarchitectuur. Deze architecten streefden naar een esthetisch en evenwichtig gerichte compositie van gevelvlakken. Opvallend zijn de in de beton uitgevoerde lateien, cordonbanden, dorpels, afdekplaten en luifels. Tevens wordt deze stijl gekenmerkt door overstekende pannendaken en hoge schoorstenen. De portieken geven de straat een bijzonder accent door de bijzondere vormgeving en detaillering. De deuren met omlijsting zijn een speciaal onderdeel van het architectonisch ontwerp. De woningen in deze stijl zijn onderdeel van ensembles in één stedebouwkundige structuur, waardoor er een grote samenhang wordt bereikt. De afzonderlijke woning is wel te herkennen, maar blijft ondergeschikt aan het geheel van de straatwand. De ornamentiek bestaat vaak uit verschillende kleuren baksteen en een verdiept uitgevoerde voeg. In bovenlichten zijn vaak glas-in-lood ramen aangebracht in abstracte stijl. Haagse en Nieuwe Haagse School Functionalisme (1945-1980) Deze stroming kan worden gezien als een herleving van de Stijl van vóór de Tweede Wereldoorlog. Uitgangspunt van functionalisme is namelijk ook snel en efficiënt bouwen door toepassing van beton of staalskeletconstructies, waaromheen de gevels werden opgetrokken. Deze stijl wordt gekenmerkt door lineaire gevelindelingen en ramen meestal in lange rijen op dezelfde hoogte. De ornamentiek ontbreekt of is beperkt tot iets opvallends bij de entree. Meestal zijn platte daken toegepast. Deze stijl is vooral te zien in de kantoor- en bedrijfsbebouwing. Recente architectuur (vanaf ca 1980) In de laatste decennia bestaat er geen belangrijke architectuurstroming die de boventoon voert. Er wordt naar gestreefd een gebouw te ontwerpen, dat harmonieert met de bestaande omgeving of dat met een geheel eigen karakter daarmee contrasteert. Meningen zijn hier vaak over verdeeld. De laatste tijd hebben de architect en opdrachtgever grote vormvrijheid door de toename van nieuwe (kunst)bouwstoffen, bouwmethoden, technieken en geld. Functionalisme 96

Gemeente Rijswijk 97

Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal Rijksmonument Gemeentelijk monument Voormalige MIP-panden 98

Gemeente Rijswijk Bijlage 3 Overzicht van monumenten In de wijk Leeuwendaal staan veel cultuurhistorisch waardevolle gebouwen. Deze gebouwen kunnen onderscheiden worden in rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten en de voormalige MIP-panden (Monumenten Inventarisatie Project). De rijksmonumenten zijn van nationale waarde en zijn in het officiële rijksmonumentenregister opgenomen. Gemeentelijke monumenten zijn van regionaal of lokaal belang en staan op de gemeentelijke monumentenlijst. Deze lijst is aan de hand van een aantal criteria samengesteld door de gemeentelijke Monumentencommissie. Vastgestelde monumenten worden beschermd door respectievelijk de Monumentenwet en de Gemeentelijke Monumentenverordening. Het Monumenten Inventarisatie Project (MIP) is opgezet, omdat er weinig aandacht was voor de jongere bouwkunst uit de periode 1850-1940. Het is een inventarisatie van panden die in aanmerking komen om als rijksmonument te worden aangewezen. De Rijksdienst voor Monumentenzorg heeft een aantal panden uit Leeuwendaal op de MIP-lijst gezet. Deze lijst heeft echter geen enkele status meer, omdat de MIP-panden niet als rijksmonumenten zijn aangewezen. De rijksdienst heeft echter wel aanbevolen om de voormalige MIP-panden als gemeentelijke monumenten aan te wijzen. Rijksmonument Geestbrugweg 66 Rijksmonumenten Geestbrugkade 18-18a-19, 20 Geestbrugweg 66 Gemeentelijke monumenten Geestbrugkade 21, 22, 22a, 23, 24, 25, 26, 27 Geestbrugweg 2, 4, 6, 8, 64, 68-70 Koninginnelaan 1 Oranjelaan 39 (Voormalige) MIP-panden Geestbrug Geestbrugkade 21-26 Geestbrugweg 2-10, 16-32, 42-70 Haagweg 123-135, 171-175 Prins Hendriklaan 5-15, 25, 26-36 Koninginnelaan 1, 2-6, 10, 5-19, 33-77 Leeuwendaallaan 4-30, 19, 25, 36 Oranjelaan 3-15, 31-35, 39, 47-61, 56-62, 68-78, 118 Princesselaan 3-5, 6 Regentesselaan 3-5, 6, 15 Wilhelminalaan 9, 10-18 Gemeentelijke monumenten Geestbrugweg 99

100 Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal

Gemeente Rijswijk Bijlage 4 Overzicht van bouwlagen 101

102 Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal

Gemeente Rijswijk Bijlage 5 iteratuurlijst Blijdenstijn R.K.M. en Bouwstijlen in Nederland [1040-1940]. Utrecht, 1994. R. Stenvert, Breugel, A.M. van, Gemeente Rijswijk, Gemeente Rijswijk, Gemeente Rijswijk, Het dorp voorbij; Honderd jaar stedebouw en architectuur in Rijswijk (Rijswijkse historische reeks; dl.10). Een uitgave van de Gemeente Rijswijk in samenwerking met de Historische Vereniging Rijswijk. Rijswijk, 1993. Toekomstarrangement Rijswijk; Verrassend Veelzijdig Rijswijk. In samenwerking met Gerrichhauzen & Partners. Rijswijk, mei 2001. Concept Verkeers- en Vervoersplan Rijswijk 2000-2010. Rijswijk, februari 2002. Gemeente Rijswijk, Dienst Grondgebiedzaken, Afdeling Inrichting Openbare ruimte, Sectie Verkeer Per blad-wijzer; Groenbeleidsplan. Rijswijk, oktober 1993. Gemeente Rijswijk, Dienst Openbare Werken, afdeling Plantsoenen Hans Ebberink, stede- Beeldkwaliteitplan Verbindingslaan/Kruislaan. In opdracht van de Gemeente Bussum. [z.p.], december 1995. bouwkundig bureau, Heuvel, W.J. van en Geschiedenis van de bouwkunst; Overzicht van het bouwen in de westerse wereld. Leiden, 1996. B.D. Verbrugge, Kuiper Compagnons, Bestemmingsplan Leeuwendaal. In opdracht van de Gemeente Rijswijk. Rotterdam/Arnhem, juni 1986. Kuiper Compagnons, Concept bestemmingsplan Leeuwendaal. In opdracht van de Gemeente Rijswijk. Rotterdam/Arnhem, april 2003. Kuiper Compagnons, Het beeldkwaliteitplan: Instrument voor kwaliteitsbeleid. Gezamenlijke uitgave van het ministerie van VROM en WVC. Rotterdam/Arnhem. OD 205, Concept Beeldkwaliteitplan Oud Rijswijk. In opdracht van de Gemeente Rijswijk. Delft, december 2002. Provincie Zuid-Holland, Streekplan Zuid-Holland West; Beschrijving. Den Haag, januari 1997. Stadsgewest Haaglanden, Regionaal Structuurplan Haaglanden; Haaglanden, groene schakel in de randstad. Den Haag, februari 2002. Zandvoort Ordening Beeldkwaliteitplan in beeld; rapport. In opdracht van de & Advies, Ministeries VROM, OCW, VNG en Federatie Welstandstoezicht. Februari 1997. 103

104 Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal

Gemeente Rijswijk Bijlage 6 Verklarende woordenlijst Basement voetstuk van een zuil, kolom of pilaster voetstuk voor beelden en zuilen Bel-etage Borstwering hoofdverdieping van een aanzienlijk huis, meestal boven een souterrain het deel van de buitenmuren dat boven de zolder- of dakvloer uitsteekt. Ook: een tot borsthoogte opgetrokken muur of open hekwerk van een balkon, loggia of dakterras Bovenlicht raam boven een deur of het bovenste raam van een venster Console kraagsteen, dienend om een uitstekend deel van een gebouw te dragen Dorpel de horizontale delen van een deur of raamkozijn Kalf dwarshout Kolom vrijstaande verticale ondersteuning voor horizontale liggers Kraagsteen uit de muur stekende steen die de geboorte van een boog draagt of, gelijk een console, een balk ondersteund. Kroonlijst bovenste lijst van een gebouw of kast enzovoorts Laddervensters venstertype, veel toegepast in de Amsterdamse School architectuur, waarbij de roedenverdeling doet denken aan de sporten van een ladder Latei draagbalk boven gevelopeningen Loggia Luchtboog Neogotiek Ontlastingsboog Pilaster nisvormige overdekte ruimte op de verdieping, voorzien van balustrade of borstwering stenen boog, die de zijdelingse gewelfdruk van de buitenmuur van het middenschip over het zijschip heen op de steunbeer overbrengt navolging van de Gotiek, voornamelijk in de bouwkunst, die in het midden van de 18 e eeuw in Engeland is ontstaan, Heimwee naar de Middeleeuwen, ambachtelijke eerlijkheid en materiaalechtheid boog boven venster- of deuropening om bovenliggend metselwerk te dragen ornament dat als een vierkante, platte zuil uit een wand of uit de hoek van twee wanden naar voren komt 105

Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal Pinakel Portaal Risaliet Steunbeer SWOT-analyse Topgevel Travee Vakwerk Zadeldak uit de gotische bouwkunst afkomstig verticaal decoratief ornament, boven en naast vensters en portalen, op steunberen (ter verzwaring) en op borstweringen onmiddellijk aan een ingang grenzende ruimte, waardoor men een gebouw binnentreedt een over de gehele hoogte van een gebouw licht uitspringend gedeelte verticale gemetselde muurverzwaring om zijwaartse druk van de kap en eventuele gewelven op te vangen analyse waarbij de sterke punten, zwakke punten, kansen en bedreigingen in kaart worden gebracht, SWOT staat voor Strengths, Weaknesses, Opportunities en Threats gevel met een in een punt uitlopend geveldeel, een topgevel staat meestal aan de korte zijde van een gebouw of vormt de hoofdgevel van een risaliet begrip bij de vlakverdeling van gevels, de afstand tussen twee opeenvolgende steunpuntassen in de lengterichting van een gebouw of bouwonderdeel; vaak de breedte van een deur of venster constructie waarbij balken en staven een stelsel van rechthoeken en/of driehoeken vormen en aan de uiteinden en/of kruiselings verbonden worden tot een onwrikbaar geheel, zowel toegepast voor wanden (vakwerkbouw) als voor draagconstructies dakvorm bestaande uit twee hellende vlakken die elkaar in de horizontale nok snijden 106