De VVD kiest bewust voor veelzijdig inzetbare krijgsmacht

Vergelijkbare documenten
De visie van de ChristenUnie op de Krijgsmacht

Het doet mij genoegen u allen hier te verwelkomen. Dat klinkt obligaat, maar dat is het niet. Ik zal u vertellen waarom.

van de TFU, Welkom thuis! Eindhoven.

Na afloop is er de mogelijkheid om gebruik te maken van de lunch. Voor deze lunch vragen wij een kleine bijdrage in de kosten van 12,50.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Come home or go global, stupid

Een pasklare krijgsmacht voor Nederland

Christen Unie: - Defensie: Het beschikbaar stellen van een veelzijdige krijgsmacht aan de internationale rechtsorde.

Krijgsmacht van de toekomst: politiek is nu aan zet

Flitspeiling NAVO. Opinieonderzoek naar het draagvlak voor de NAVO onder het Nederlands publiek. Ministerie van Defensie

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS

Toespraak bij de Atlantische Commissie door de Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert op 26 juni 2014 te Den Haag.

Ank Bijleveld-Schouten

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum A-brief project Vervanging mijnenbestrijdingscapaciteit

De Militaire Inlichtingenen

SAMENVATTING NOTA. Defensie Industrie Strategie

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus BA Amsterdam

Meer Europese defensiesamenwerking is bittere noodzaak

rust zetten. rust gezet) Commandant der Strijdkrachten.

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum Betreft Inzetbaarheidsrapportage eerste helft 2018


Toespraak Commandant der Strijdkrachten, Generaal T.A. Middendorp, ter gelegenheid van het reservistensymposium op 2 december 2013, te Hilversum.

AAV 3 Januari 2016 JONGE DEMOCRATEN AMSTERDAM

Datum 5 juni 2018 Betreft Reactie op het conceptrapport Inzet Nederlandse krijgsmacht voor VN-missie in Mali. Geachte heer Visser,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vervoer gevaarlijke stoffen

Moeilijke besluiten voor de Europese Raad

Den Haag voor vrede en recht in Afghanistan

De NAVO is nog net zo actueel als 60 jaar geleden

Speech van commissaris van de koningin Max van den Berg, Bevrijdingsdag, Leek, 5 mei 2010

Generaal Middendorp: we houden missies niet meer vol

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Sta mij toe om vanaf nu in het Nederlands te spreken, want mijn Friese woordenschat is helaas wat beperkt.

Samen uit, samen thuis

Programma Leiderschap in onverwachte en onvoorspelbare situaties. Leadership is the lifeblood of an organisation

Koninklijke Hoogheid, dames en heren,

Het belang van kritiek (en reflectie) op Europese waarden. Bart van Horck

Houvast en perspectief voor de krijgsmacht: keuzes maken

MINISTERIE VAN DEFENSIE WERKGROEP STAAL EERSTE DRUK, NOVEMBER 2007 VISIE LEIDINGGEVEN

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

I want it all, and I want it now

van Buitenlandse Zaken Postbus Postbus ES s-gravenhage 2500 EB s-gravenhage Telefoon Telefoon

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Spreektekst minister Ter Horst bij ontvangst Rob-advies Democratie vereist partijdigheid. Politieke partijen en formaties in beweging.

Adaptieve Krijgsmacht, samen slimmer en sterker!

Datum 18 oktober 2016 Betreft Beantwoording vragen over geheime beïnvloedingsoperaties door Rusland

3 september Onderzoek: Internationale spanningen en conflicten

De Nederlandse Defensie Doctrine Exponent van veiligheidsbeleid

Schriftelijke vragen Van Bommel over de arrestatie van een Afghaanse burger in Kamp Holland en het gebruik van particuliere beveiligingsbedrijven

Nederlandse Defensie Doctrine Instrument van buitenlands en

ESSAY ACTUELE VRAAGSTUKKEN. Sebastian Kügler VAN OORLOG EN VREDE. Vossendijk TH Nijmegen Studentnummer: Nijmegen, juni /7

Datum 5 december 2016 Betreft Kabinetsappreciatie van het Implementation plan on Security and Defence

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

Draagvlak voor Defensie in de Maatschappij

ONGERUBRICEERD/ALLEEN VOOR OFFICIEEL GEBRUIK. SBIR-pitch: Defensieverkenningen. cyberspace

Dodenherdenking. Beuningen, 4 mei 2015

1red , NOS, Gesprek met de minister-president, Ned.2, uur

Dossier opdracht 12. Vakproject 2: Vakdidactiek

Afghanistan. NAVO-militair gedood in Zuid-Afghanistan

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag S Reactie op verzoek 08-DEF-B-183

DMO\DB\ Vragen VCD aangaande lucht-grondwaarnemingscapaciteit ISAF III.

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 20 december 2007 over het wapenexportbeleid.

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2018

TOETSINGSKADER 2014 Inleiding

Regeerakkoord - Defensie

NAVO-plus en Bosnië-missie Publieke opinies in vier landen

BS2eieee9i79 /

Factsheet Monuta Draaiboek

Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER,

Hoofdstuk 2. Contact maken, inlichtingen verstrekken en onderhandelen

De Voorzitter van de Adviesraad Internationale Vraagstukken De heer Mr. F. Korthals Altes Postbus EB Den Haag. Den Haag, november 2004

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Veiligheid brengen in Europees verband

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

7 november Onderzoek: Wapenindustrie

Toespraak bij de lancering van het Defensie Cyber Commando door de Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert op 25 september 2014 te Den Haag.

Een pasklare krijgsmacht voor Nederland

Op de vlucht. 1) Waarom vlucht men eigenlijk? Er zijn vele redenen; politieke vervolging, marteling, oorlog of burgeroorlog zijn enkele voorbeelden!

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over de toekomst van de krijgsmacht,

Straaljagers en politici; geen gelukkige combinatie. Hans Heerkens Faculteit Management & Bestuur

en sector onder vuur Ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties strategieën in een veranderende wereld Marieke de Wal

Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze datum

Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst?

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Folkert Buiter 2 oktober 2015

De Verkenningen. Houvast voor de krijgsmacht van de toekomst. Sebastian Reyn, Kees Turnhout et al.

Nederland. EUROBAROMETER 74 De publieke opinie in de Europese Unie. Najaar Nationaal Rapport

Henk Kamp - Minister van Defensie 4 mei 2006

Militaire gezondheidszorg

Een wetenschappelijke poster verduidelijkt resultaat van een onderzoek. Het is een combinatie van schriftelijke en mondelinge presentatie.

Examen HAVO. Nederlands

Concept uitgeefgroep Bouwstenen van Management en Organisatie

Wensdenken en illusoire politiek

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2019-I

Transcriptie:

De VVD kiest bewust voor veelzijdig inzetbare krijgsmacht De toekomst van de Nederlandse defensie André Bosman Reactie op: Van veelzijdig naar pasklaar. De toekomst van de Nederlandse krijgsmacht door Kees Homan en Dick Zandee in Atlantisch Perspectief nr. 1, 2012. De Nederlandse krijgsmacht is een zeer professionele en hoogwaardige organisatie die haar waarde in Nederland, maar ook in de rest van de wereld, talloze malen heeft bewezen. Ook onder de zwaarste omstandigheden levert Nederland een bijdrage aan de stabiliteit en vrijheid wereldwijd. De typisch Nederlandse benadering in conflictgebieden is daarnaast ook aanleiding voor andere landen geweest om de eigen manier van optreden te bezien: een geïntegreerde benadering waarbij de dialoog en samenwerking met de burgerbevolking minstens zo belangrijk zijn als het beveiligen van het gebied. Voor de VVD is een goed uitgeruste en professionele krijgsmacht van groot belang. Eén van de hoofdtaken van defensie is om wereldwijd een bijdrage te leveren aan vrede, veiligheid en stabiliteit. Daarnaast moet het leger het Nederlandse grondgebied en dat van de NAVObondgenoten verdedigen. Tot slot moeten de civiele autoriteiten worden ondersteund bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp, zowel nationaal als internationaal. Wereldwijd inzetbaar De bescherming van het Nederlandse grondgebied en dat van de NAVO-bondgenoten spreekt voor zich. Ook over de inzet voor de ondersteuning van de civiele autoriteiten is (bijna) geen discussie. Maar het wereldwijd een bijdrage leveren aan vrede, veiligheid en stabiliteit is altijd een onderwerp van debat. Al was het alleen maar omdat de Tweede Kamer moet worden ingelicht wanneer defensie voor dat doel wordt ingezet. Dit gebeurt door middel van een zogenaamde Artikel 100-brief. Artikel 100 van de Grondwet stelt namelijk: De regering verstrekt de Staten-Generaal vooraf inlichtingen over de inzet of het ter beschikking stellen van de krijgsmacht ter handhaving of bevordering van de internationale rechtsorde. Daaronder is begrepen het vooraf verstrekken van inlichtingen over de inzet of het ter beschikking stellen van de krijgsmacht voor humanitaire hulpverlening in geval van gewapend conflict. Het ter beschikking stellen van defensie ter handhaving of bevordering van de internationale rechtsorde komt weer voort uit Artikel 90 van de Grondwet: De regering bevordert de ontwikkeling van de internationale rechtsorde. Voor Nederland is die stabiele internationale rechtsorde mede zo belangrijk, omdat de internationale handel van vitaal belang is voor de welvaart van ons land. Nederland is de zestiende economie van de wereld en het zesde exportland. Nederland zal dan ook invulling

moeten geven aan die rol van economische macht. Het risico om door de rest van de wereld als freerider en veiligheidsconsument te worden gezien ligt op de loer: wel de vruchten plukken van de wereldhandel, maar niet bereid zijn om verantwoordelijkheid te nemen om die wereldhandel te beveiligen. Het risico dat landen dan minder belangstelling hebben voor Nederland is aanwezig. De wereld kan prima zonder Nederland, maar Nederland kan niet zonder de wereld. Transformatie Om die inzet in de toekomst te garanderen is er onder oud-minister van Defensie Henk Kamp een transformatie van de krijgsmacht ingezet. Van een staand leger wachtend op de Russen op de Duitse laagvlakte, naar een defensie die snel en flexibel expeditionair ingezet kan worden. De Luchtmobiele Brigade, de aanschaf van de Chinook-helikopters en het aankopen van twee KDC10-vliegtuigen horen bij de gedachte van een expeditionaire krijgsmacht. Deze krijgsmacht is vanaf 2002 ingezet in Afghanistan, met als zwaartepunt de invulling van de Task Force Uruzgan. Vijftienhonderd tot tweeduizend mannen en vrouwen hebben daar zeer belangrijk werk geleverd. Deze missie heeft duidelijk gemaakt dat Nederland in staat is een dergelijke operatie te kunnen leiden en goed uit te kunnen voeren. Kamp heeft met een heldere toekomstvisie een lijn uitgezet waarlangs de krijgsmacht is veranderd. De transformatie van defensie was dan ook echt nodig, enerzijds onder druk van de bezuinigingen op de krijgsmacht, maar ook vanuit het idee dat de Nederlandse belastingbetaler waar voor zijn geld wilde hebben. Deze kabinetsperiode staat defensie opnieuw financieel onder druk en ook nu moet er naar de toekomst worden gekeken. De VVD is van mening dat we op de goede weg zijn met de expeditionaire krijgsmacht. Tevens is er een uitstekend onderzoek gedaan, samengevat in het rapport Verkenningen. 1 Daarin is een analyse gemaakt van de risico s en dreigingen in de wereld. Gekoppeld aan die uitkomsten zijn vier beleidsopties geformuleerd die een langetermijnperspectief voor defensie bieden. Zowel de VVD als het kabinet heeft gekozen voor de beleidsoptie veelzijdig inzetbaar. Over die keuze is veel discussie geweest in de Tweede Kamer met de leden van de oppositie. Ook de heren Homan en Zandee stellen in hun artikel Van veelzijdig naar pasklaar, in de vorige editie van dit tijdschrift, dat een veelzijdig inzetbare krijgsmacht een illusie is. Ik ben dat niet met ze eens. De kern van deze beleidsoptie is de onzekerheid over de toekomstige veiligheidssituatie en het daaruit voortvloeiende beroep op de krijgsmacht. 2 Hieruit blijkt juist de noodzakelijkheid voor een expeditionaire krijgsmacht. In het rapport Verkenningen wordt een onzekerheid geschetst. De onzekerheid over mondiale vrede en veiligheid in de toekomst hangt samen met veel variabelen. Een groeiende wereldbevolking die in toenemende mate met schaarste te maken krijgt. Denk hierbij aan olie en andere grondstoffen. Ook schoon en genoeg (drink)water is straks niet meer vanzelfsprekend. Daarnaast zijn de opkomende machten, zoals de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China), een niet te onderschatten factor. Landen die economisch enorm groeien hebben ook steeds meer energie nodig. In deze landen stijgen de defensiebudgetten. Dit in tegenstelling tot de budgetten van de westerse landen. 3 Door de bezuinigingen en de daarbij behorende reorganisatie is het wel duidelijk dat het ambitieniveau van de gekozen beleidsoptie nu niet haalbaar is. Maar als de reorganisatie

afgerond is, moet er weer een organisatie staan die op alle fronten inzetbaar is. Dat een operatie zoals Task Force Uruzgan niet meer tot de mogelijkheden behoort moge duidelijk zijn, maar Nederland is dan wel in staat om op verschillende plekken in verschillende operaties, op hoogwaardig niveau, deel te nemen. Luchtcapaciteit Op basis van het voorgaande zal een strategie ontwikkeld moeten worden. Het is alleen moeilijk uit te leggen aan de kiezer dat je je nu al zorgen gaat maken over de toekomstige ontwikkelingen in landen als China en Rusland. Als ik bijvoorbeeld kijk naar de ontwikkelingen op het gebied van jachtvliegtuigen in die beide landen met hun respectievelijke J-20 en PakFa T-50, beide tegenhangers van de Amerikaanse F-22 Raptor, is het een illusie om te denken dat zij geen groter doel voor ogen hebben. Economische macht is pas echte macht als dit samenvalt met een militaire macht. Uiteindelijk, als je praat over de mogelijkheid van het bedrijven van internationale politiek, moeten landen zich kunnen wapenen tegen machtspolitiek. En dan maakt het niet uit of het economische machtspolitiek is of militaire machtspolitiek. Homan en Zandee stellen dat Nederland het aantal luchtoperaties kan beperken omdat er voldoende capaciteit zou zijn. Echter als ik dan het rapport lees van de heer F. Osinga uit 2005 van het Clingendael Center for Strategic Studies 4, wil ik een deel daarvan met hen delen: in de periode van 1990-2010 zal het totale bestand (in de Europese NAVO-landen) aan moderne jachtvliegtuigen met minstens vijftig procent zijn afgenomen. Zeker in de periode van 2000-2010 lijkt zich een versnelde afbouw te voltrekken blijkens de totalen van 2.248 in 2000 versus 1.298 in 2010. Verder stelt Osinga dat een lineaire extrapolatie voor de periode 2010 tot 2020 niet geheel correct lijkt, omdat overwegingen zoals efficiency en kritische massa een rol zullen spelen. Anderzijds kan worden verwacht dat sommige landen (die nu al niet beschikken over grote aantallen moderne jachtvliegtuigen) in de context van Europese defensiesamenwerking wellicht kiezen voor verregaande taakspecialisatie. Bovendien zullen kostenstijgingen of de ontwikkeling van alternatieve technologieën in sommige landen leiden tot een onvermijdelijke reductie. Indien echter gemakshalve een lineaire reductie wordt verondersteld van 25% dan luidt de verwachting dat Europa rond 2020 over ongeveer 975 moderne jachtvliegtuigen zal beschikken. Gezien huidige Europese ontwikkelingen mag dit als een optimistische inschatting worden beschouwd. Anders dan in de VS (waar het merendeel zal bestaan uit de F-22 en de F-35) zullen er vele typen zijn die rond 2020 niet meer tot de modernste categorie kunnen worden gerekend. 5 Als ik die laatste zin lees en besef dat Nederland in 2020 nog steeds met de F-16 vliegt, dan ben ik niet zo zeker van de bewering van Homan en Zandee dat er voldoende jachtvliegercapaciteit in Europa zal zijn. Als je daarnaast ook nog eens in beschouwing neemt dat dit stuk in 2005 is geschreven, ver voor de economische en financiële crisis, hecht ik meer waarde aan de zorgen van Osinga dan aan de makkelijke conclusie van Homan en Zandee op jachtvlieggebied.

Op basis van dit soort tegenstrijdige informatie moet de politiek met een besluit voor de toekomst van defensie gaan komen. Voor de VVD is de optie veelzijdig inzetbaar de meest veilige, reële en dus logische keuze. Smart defence, samenwerking en soevereiniteit Wil dat zeggen dat Nederland alles zelf zal moeten kunnen? Nee, ik ben van mening dat er veel meer kan worden samengewerkt, meer dan dat er nu gebeurt. Daarin deel ik de mening van Homan en Zandee. Die ontwikkeling zet zich nu versterkt voort. Binnen de NAVO worden nu bijvoorbeeld verschillende opties uitgedacht in het kader van de zogenaamde smart defence : Smart defence is a concept that encourages Allies to cooperate in developing, acquiring and maintaining military capabilities to meet current security problems in accordance with the new NATO strategic concept. That means pooling and sharing capabilities, setting priorities and coordinating efforts better. 6 In de discussie over het afstoten van materieel en de mogelijke samenwerkingsverbanden komt iedere keer de zorg over de soevereiniteit naar boven. De kernvraag over soevereiniteit gaat, naar mijn mening, over de mogelijkheid van een nationaal parlement om zelf te beslissen over de inzet van eigen troepen en materieel. Daarbij is een aantal zaken wel essentieel: de mogelijkheid om troepen naar, maar vooral uit het inzetgebied te krijgen; de garantie om eigen troepen te beveiligen; en de mogelijkheid om de operatie een bepaalde periode vol te houden. In het rapport van januari 2012 van de Adviesraad Internationale Vraagstukken staat het volgende over de soevereiniteit: De zorg om verlies van nationale soevereiniteit in de traditionele zin en derhalve van beschikkingsmacht over de eigen krijgsmacht is een belangrijke reden, zo niet de hoofdreden, dat afspraken over geïntegreerde operationele samenwerking voorshands meer uitzondering zijn dan regel. De paradox doet zich voor dat Europese krijgsmachten weliswaar gezamenlijk optreden in internationaal verband, maar dat ieder land zich veelal zelfstandig voorbereidt op dit optreden. Wanneer men soevereiniteit opvat als het vermogen om via extern handelen nationale belangen optimaal te dienen dan is nauwere samenwerking in Europees en breder internationaal verband meer dan ooit essentieel ter verzekering van onze belangen en de verwerving van invloed. 7 Je kunt dus zeggen dat soevereiniteit juist gebaat is bij verregaande samenwerking. Dat is ook te verklaren omdat, wanneer je als land niet gaat samenwerken, de kans bestaat dat er capaciteit in zijn geheel verloren gaat. En zeker met dat laatste is soevereiniteit niet gebaat. Zeker niet in het licht van mijn eerder gemaakte opmerking over het wapenen tegen machtspolitiek. De vraag wanneer soevereiniteitsoverdracht plaatsvindt of kan vinden, moet beantwoord worden. Want als je een nooit capaciteit hebt gehad, kan er dan sprake zijn van soevereiniteitsoverdracht? Nederland heeft geen satellieten, geen U-2-vliegtuigen, geen ballistische raketten. Tast dit onze soevereiniteit aan? Ook bij het afstoten van materiaal kan men zich afvragen of er sprake is van een soevereiniteitsoverdracht. Van 1958 tot 1968 had Nederland een vliegdekschip, de Karel Doorman. Van 1977 tot 2005 hebben we Maritieme

Patrouillevliegtuigen gehad. Vanaf de jaren vijftig waren het tanks, die nu worden verkocht. Mist Nederland dan nu soevereiniteit? Zoals eerder aangegeven roept smart defence op om vooral gezamenlijk op te trekken in het aanschaffen, onderhouden en inzetten van militair materieel. Een aantal goede voorbeelden zijn natuurlijk de gezamenlijke Belgisch-Nederlandse admiraliteit (Admiraliteit Benelux), het European Air Transport Command (EATC) op het gebied van vliegende transportcapaciteit te Eindhoven en de gezamenlijke aanschaf en gebruik van de drie C-17- vliegtuigen die op Papa (Hongarije) zijn gestationeerd. Het lijkt mij zonneklaar dat er in bovenstaande voorbeelden geen sprake is van soevereiniteitsoverdracht of een beperking van de soevereiniteit. Alle deelnemende landen zijn nog steeds in staat om te beslissen over hun eigen mensen en de inzet van hun eigen middelen. Om samen te werken is vertrouwen nodig. De samenwerking tussen de marines van Nederland en België kan niet bestaan als er geen wederzijds vertrouwen is. Dat geldt voor scholing, training en gezamenlijke inzet. Als België besluit om zijn mijnenbestrijdingsschool in Oostende te sluiten, heeft Nederland een probleem, omdat ook Nederlands personeel daar wordt opgeleid. Omdat samenwerken op basis van vertrouwen werkt, is het goed om dit soort initiatieven met een beperkte groep landen te starten. Eerst iets neerzetten en dan pas verder uitbreiden. Om eerst alle landen binnen de NAVO op één lijn te krijgen kost te veel tijd en werkt bureaucratie in de hand. Nu al zijn er binnen de NAVO verschillende regio s met elkaar aan het spreken over samenwerking. De nabijheid van de landen in de regio maakt ook dat er meer sprake kan zijn van een gedeeld of gemeenschappelijk belang, wat de samenwerking ook weer natuurlijker maakt. Zo maakt bijvoorbeeld Nederland nu deel uit van de Northern Group met de Scandinavische NAVO-landen. Conclusie De VVD is van mening dat dit kabinet met de keuze voor veelzijdig inzetbaar de juiste keuze heeft gemaakt. Dat daar een aangepast ambitieniveau bij hoort moge voor een ieder duidelijk zijn. Maar in een wereld die zo veel onzekerheden heeft, is een veelzijdig inzetbare krijgsmacht de beste garantie voor de bescherming van de internationale rechtsorde en daarmee de belangen van Nederland in die wereld. Door nu afscheid te nemen van militaire middelen waar we later spijt van krijgen, lopen we een risico. Taakspecialisatie op krijgsmachtdeelniveau is daarom voor de VVD een brug te ver. Samenwerking op het gebied van aanschaf, instandhouding en training zijn essentieel voor de toekomst. Niet alleen vanuit kostenoverweging, maar zeker ook vanuit operationele inzetbaarheid en de handhaving van de soevereiniteit. De VVD steunt het kabinet in de verdere uitwerking van smart defence en het zogenaamde pooling and sharing. Op die manier is de Nederlandse defensie in staat om haar taken op elk gewenst niveau uit te voeren. André Bosman is lid van de Tweede Kamerfractie van de VVD en woord voerder defensie voor die partij.

1. Ministerie van Defensie, Verkenningen. Houvast voor de krijgsmacht van de toekomst (Den Haag 2010). 2. Ministerie van Defensie, Verkenningen (2010) 267. 3. In 2012 zullen landen in Azië gezamenlijk meer geld uitgeven aan defensie dan de Europese landen. Dit komt vooral door de stijging van defensiebudgetten in landen als China en India. http://www.iiss.org/publications/military-balance/the-military-balance- 2012/press-statement/ (ingezien op 8-3-2012). 4. F. Osinga, Een verkenning van militaire en veiligheidspolitieke trends in relatie tot airpower (Den Haag 2005). 5. F. Osinga, Een verkenning van militaire en veiligheidspolitieke trends (2005) 81. 6. NAVO website, http://www.nato.int/cps/en/sid-8dbfdc95-9ba5aafb/natolive/topics_84268.htm, ingezien op 7-3-2012. 7. Adviesraad Internationale Vraagstukken, Europese Defensiesamenwerking. Soevereiniteits en handelsvermogen (Den Haag 2012) 30.