Ecologische Amplitude in de Regio Delft

Vergelijkbare documenten
Wat de planten in de regio Delft ons vertellen

Oeverplanten in Lelystad

Onkruid in kassen Westland

Opzet. Streefbeelden Graslanden. Fasen van ontwikkeling. Hooilanden. Tussenfase 0: Raaigras-weide KNNV afdeling Delfland. Tussenfase 1: Grassen-mix

DE VEGETATIES van NEDERLAND - Schaminée e.a. Overzicht van de Klassen van Plantengemeenschappen

SLOBKOUSNIEUWS 17 jrg7

foto inzet: Staf de Roover

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Regio Alkmaar

Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare)

veldgids Beheer van water- en oeverplanten in het gebied van Waterschap De Dommel

Respect voor schoonheid. Oog voor detail

Zuidrand Quick Scan 2011

Van G7 was het met name het subtype: - G7b Matig voedselrijke tot voedselrijke, vochtige bodem; voedselrijk tot zeer voedselrijk

SLOBKOUSNIEUWS 20 jrg2

SLOBKOUSNIEUWS 26 jrg2

SLOBKOUSNIEUWS 36 jrg6

Bos/Bosplaats Perceelsnummer LH1 Bestandsnummer

Soortensamenstelling van de Kamgrasweiden

ECOSYSTEEM (Ecotoop) VEGETATIE PLANTEN STANDPLAATS BODEM, GRONDWATER

WE ZAGEN: SLOBKOUSNIEUWS 28 jrg6. Op 27 juli gingen de slobkousje onder leiding van André plantjes zoeken in de Vennen.

Verspreiding van doelsoorten (vaatplanten) in relatie tot de Ecologische Hoofdstructuur. Samenvatting FLORON-rapport nr. 3

15 ton ds. 7,5 ton ds. Bron: Opbrengst in kg ds per ha. kg meetmelk per ha

SLOBKOUSNIEUWS 33 jrg6

Vegetatie van Nederland

Bloemenweides rijkdom aan cases

(on)kruiden kennen. Datum: woensdag 8 februari Leerjaar 1 en 2 Tuin, Park en Landschap

Polder Stein, Reeuwijk; PKN-excursie; perceel oostelijk van kade Polder Kort Roggebroek

Creëren kruidenrijkgrasland

Werkbladen landschapsstudie

SLOBKOUSNIEUWS 33 jrg2

SLOBKOUSNIEUWS 19 jrg2

SLOBKOUSNIEUWS 30 jrg3

Een nieuwe en eenvoudige inventarisatiemethode voor wegbermen bij de opmaak van bermbeheerplannen (?)

SLOBKOUSNIEUWS 32 jrg2

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Regio Alkmaar

Meer dan gras. Terreinstudie in de Bourgoyen

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

Monitoring en beheer extensief beheerde grasvlakken en oevers in de gemeente Wageningen

In deze memo worden de resultaten van het eerste groeiseizoen beschreven.

Vegetatie-ontwikkeling in bossen op rijke bodem. Patrick Hommel en Rein de Waal Alterra; Wageningen-UR

Gagel-en wilgenstruwelen

Onderstaande wilde planten waren op de wilde bloemententoonstelling IT HEIDENSKIP BLOEIT, 23 en 24 mei 2009 in It Heidenskip te zien.

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Regio Alkmaar

SLOBKOUSNIEUWS 33 jrg4

maaibeheer GRAS EN HOOILAND Maximapark

SLOBKOUSNIEUWS 28 jrg2

Screening ecologisch potentieel grasvlakken:

SLOBKOUSNIEUWS 28 jrg3

Aandachtssoorten voor de natuursurvey Dilbeek

Ecologische Atlas van paddenstoelen in Drenthe

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

Streefbeelden natte ruigten. Natte ruigten. Soorten. Riet Grote lisdodde. Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging

Kruidenrijk gras voor de veehouderij

Een vegetatieopname maken 6 Een flora-inventarisatie uitvoeren 9 Een natuurtoets uitvoeren 11

Tiny Forest; levert het iets op?

Herziening van de indeling in ecologische soortengroepen voor Nederland en Vlaanderen

SLOBKOUSNIEUWS 19 jrg3

SLOBKOUSNIEUWS 37 jrg2

Bermenplan Assen. Definitief

Inventarisatie van het geselecteerde Floronblok met de Amersfoortcoördinaten Jaar 2008.

Soortenkennis O43. Bloemplanten

GEBIEDSBESCHRIJVING Vijf gebieden in Amersfoort Noordoost voor bestemmingsplan Bedrijventerreinen

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Regio Alkmaar

Examenlijst onkruiden open teelten. Beeldenbank

KNNV afd. Regio Delft INVENTARISATIE DELFTSE HOUT EN HERTEKAMP 2008

Een kluwen van bostypes, bosindelingen. Ecopedia wijst de weg.

Natuurbeleid vroeger, nu en straks

Contactinfo, paswoord

Flora van open moerassen,

Heeft akkerflora nog een kans in Vlaams-Brabant?

Oevers 2x maaien Oever 2

De biologische waarderingskaart en habitatkaart. Natuurmanagement: kaartmateriaal, BWK en Habitatkaart

Inventaristie van blok in 2016 door de Plantenwerkgroep van de KNNV, afdeling Gouda e.o. Blok. De leden van de Plantenwerkgroep

Achtergrondinformatie

Zijn Limburgse bermen lokale natuurgebieden?

SLOBKOUSNIEUWS 25 jrg2

SLOBKOUSNIEUWS 18 jrg2

Veldbezoeken Het gebied is op 16 juli 2014 bezocht door Menno Reemer (EIS) samen met Hendrik Baas (gemeente Zoetermeer).

Grasland en Heide. Hoofdstuk 2.2 en 2.4

Lijst van planten die geplukt mogen worden voor de herbariumwedstrijd

1. Status. 2. Kenschets. 3. Definitie. H91F0 versie 1 sept 2008.doc. Habitatrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1994).

Toelichting bij de vegetatiekaart DE BLAUWE KAMER. op basis van false-colour luchtfoto's 1993 MDGAT-GMI-R-9409

Vegetatie en grote modderkruiper in de verlandingsbiotoop. Jeroen van Zuidam

SLOBKOUSNIEUWS 30 jrg5

SLOBKOUSNIEUWS 23 jrg2

Planten in bossen: beheer en biodiversiteit

Nut en noodzaak fosfaatonderzoek natuurinrichting WaalenBurg

Orchideeën in Almere Namens de Projectgroep Rode Lijst en de Werkgroep Europese Orchideeën

Informatie over het herbarium

Onderzoek naar beschermde soorten aan de Eikenlaan in Sleeuwijk

Soortenlijst Flora faunawet. Bestendig beheer gemeentelijke groenvoorziening

Onkruidbestrijding in grasland in het najaar

7-stippelig lieveheersbeestje

Kavelpaspoort. Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk. Pilot Natuurlijk Ondernemen. 2,952 ha

Kennisdag 8 juni B Connect: meer biodiversiteit op bedrijventerreinen

Summary and future On the basis of the flora survey of 1999 and 2004 is chosen for the areas which looks promising for the development of nature.

FLORA- EN FAUNASCAN TERREIN VELDOVEN WINTERSWIJK

1.0INLEIDING. Als we over natuur hebben waar denk je dan aan? Schrijf dit hier nu eens op:

Beschrijving van lokale natuurwaarden i.f.v. geplande ruimingswerken in het Leopoldkanaal

Transcriptie:

Delft-centrum Voorhof & Buitenhof Delft recreatie oostzijde Ackerdijk vogelreservaat Polder Noord Kethel Percentage verwijzingen Ecologische Amplitude in de Regio Delft Vochthuishouding in de regio 6 5 4 3 2 1 Aquatisch Nat Vochtig Droog Gebied C.J. Nonhof KNNV afd. Regio Delft

Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging KNNV afd. Regio Delft Postbus 133 26 AC DELFT email: afd.regiodelft@knnv.nl www.knnv.nl/afd.regiodelft In memoriam Adrie Beckers; hij legde de basis voor de database. Inhoudsopgave Inleiding... 3 De database... 4 Analyse op basis van ecotopen... 8 Analyse per biotoop... 8 Analyse per gebied... 9 Analyse op basis van plantengemeenschappen... 11 Analyse per biotoop... 11 Analyse per gebied... 13 Referenties... 15 Bijlage 1: Ecologische groepen... 16 Bijlage 2: Zeven belangrijkste plantengemeenschappen in de Regio Delft... 17 Bijlage 3: Selectiecriteria voor de gebieden en biotopen... 19 Copyright: KNNV afd. Regio Delft, 21 Referentie: Ecologische Amplitude in de Regio Delft, C.J. Nonhof, KNNV afd. Regio Delft, 21 Ecologische Amplitude in de Regio Delft, C.J. Nonhof, KNNV afd. Regio Delft, 21 2

Inleiding De Regio Delft is een sterk verstedelijkt gebied in van oudsher een veenweidelandschap. Op veel plaatsen zijn daar in latere tijd ook tuinderijen onder glas bijgekomen. De laatste ontwikkelingen in de regio omvatten het uitbreiden van de recreatiemogelijkheden in aangelegde bossen rondom Delft. Verder wordt de natuur ontwikkeld in het vogelreservaat Ackerdijk, in Polder Noord Kethel en nog op een aantal andere plaatsen. In het gebied liggen de Groen Blauwe Slinger, de ecologische hoofdstructuur van de provincie Zuid-Holland, en de ecologische hoofdstructuur van de gemeente Delft. Ecologische hoofdstructuren kenmerken zich door de wens om versnipperde natuurgebieden, de kerngebieden, weer aan elkaar te koppelen door verbindingszones. Op deze wijze hoopt men de natuur te behoeden voor inteelt en robuuster te maken tegen verarming door lokale uitsterving. Bij de verwerking van de data is geprobeerd over dit onderwerp informatie te genereren. Verwerking van deze informatie tot aanbevelingen voor het inrichten van de ecologische hoofdstructuur komt uitdrukkelijk niet aan bod. Daarover komt later een rapport. Ecologische Amplitude in de Regio Delft, C.J. Nonhof, KNNV afd. Regio Delft, 21 3

De database De database van de KNNV afd. Regio Delft kent nu zo'n 45. floristische waarnemingen in de Regio Delft. De waarnemingen zijn per kilometerhok verzameld. In een aantal gevallen zijn delen van kilometerhokken geïnventariseerd en is daar ook het beheer of biotoop van bekend. Met name het project Natuur in de Tijd heeft aan dit deel van de waarnemingen veel bijgedragen. De ruwe data kan dus gesorteerd worden op plaats en biotoop of beheer. In Figuur 1 staat de Regio aangegeven en Figuur 2 en 3 geeft een indicatie van de dekking van de regio door de waarnemingen in de database. In Tabel 1 staan de unieke soorten voor een aantal gebieden. De soorten planten van de Nederlandse flora kunnen op verschillende manieren gesorteerd worden in groepen. Heukels' Flora van Nederland geeft twee manieren aan. De ene is volgens ecologische groepen of ecotopen. De andere is volgens een systematiek van plantengemeenschappen. Helaas staan in Heukels' Flora alleen Latijnse namen. Molinio- Arrhenatheretea betekent vrij vertaalt Klasse der Vochtige Graslanden. In Wetenschappelijke Mededeling nr. 134 staat het ook in gewoon Nederlands. In Bijlagen 1 en 2 staat vermeld hoe deze systematieken werken. Bij het verwerken van de gegevens is de volgende werkwijze gehanteerd. Per biotoop of per gebied werd eerst een unieke soortenlijst opgemaakt. Elke soort komt dus slechts eenmaal voor in de lijst. De selectiecriteria staan vermeld in Bijlage 3. Vervolgens werd geturfd hoeveel maal de soorten uit de lijst een ecotoop of plantengemeenschap aanwezen. Deze gegevens zijn als aantal gebruikt, maar ook als percentage van het totaal aantal verwijzingen binnen de lijst. De verdeling over de ecotopen is vervolgens gebruikt om de vochthuishouding en voedselaanbod in diverse gebieden vast te stellen. Het kilometerhok 37-16-31 is in alle overzichten overgeslagen. In dit hok liggen de Heemtuin van de gemeente Delft en Botanische Tuin van de Technische Universiteit Delft. Bovenstaande manier van werken kan op velerlei manieren worden aangepast. Omdat dit een eerste verkenning is, is daar nu van afgezien. Tabel 1. Aantal soorten per gebied Gebied Aantal Regio Delft 89 Delft Centrum 25 Buitenhof en Voorhof 298 Recreatiegebied Delft oost 347 Ackerdijkse Plassen 262 Polder Noord Kethel 72 Ecologische Amplitude in de Regio Delft, C.J. Nonhof, KNNV afd. Regio Delft, 21 4

Figuur 1. Het gebied waarvoor de KNNV afd. Regio Delft zich verantwoordelijk voelt. Ecologische Amplitude in de Regio Delft, C.J. Nonhof, KNNV afd. Regio Delft, 21 5

Figuur 2. Het voorkomen van algemene soorten volgens de database van de KNNV afd. Regio Delft. Het gaat hierbij om de volgende soorten: Akkerdistel Grote brandnetel Rode klaver Smalle weegbree Grote weegbree s.s. Gewone paardebloem Kruipende boterbloem Gewoon herderstasje Klein kruiskruid Vogelmuur Witte klaver Ridderzuring Straatgras Ecologische Amplitude in de Regio Delft, C.J. Nonhof, KNNV afd. Regio Delft, 21 6

Figuur 3. Het voorkomen van Attractieve Aandachtsoorten volgens de database van de KNNV afd. Regio Delft. Zie Vijf jaar Floron, Gorteria, deel 21, nummer 4/5 pag. 142, 1995 voor een lijst van alle AA-soorten. Ecologische Amplitude in de Regio Delft, C.J. Nonhof, KNNV afd. Regio Delft, 21 7

Aantal verwijzingen Percentage verwij zingen Analyse op basis van ecotopen Analyse per biotoop De data hangen nauw samen met de data die verzameld zijn in het project Natuur in de Tijd. In 1994, '95 en '96 is door de KNNV afd. Regio Delft een groot aantal bermen, bosplantsoenen en oevers geïnventariseerd. De oevers waren er in twee categorieën. De oever en water inventarisaties vonden meestal plaats aan de steile oevers die in Delft gebruikelijk waren. Daarnaast zijn ook een aantal poelen met brede plasbermen onderzocht. 4 3 2 1 c G H P R V W Ecotoop Figuur 4a. Regio Delft Berm Bos Poel Oever en water In Figuur 4a staat de verdeling van de vegetatiestructuren en successiestadia over de gebieden in de regio. Het totaal over de regio kan daarbij als referentie dienen. De bermen kennen iets meer graslandindicatoren en minder houtige indicatoren. De bosplantsoenen en bossen geven sterker de omgekeerde trend aan. Meer houtige indicatoren en minder graslandindicatoren. De oever-en-water-lijn wijkt niet veel af van die van de bermen. Er is een meter uit de waterlijn in het water en op het land geïnventariseerd. Door de steile oevers is er weinig ruimte voor echte verlandingsvegetatie. De grafiek laat dit netjes zien. De poel-lijn laat met name een toename van ruigte-indicatoren zien. Misschien is dit een indicatie dat de onderhoudsmensen liever droge voeten houden? Ruigtekruiden grijpen hun kans met name als er weinig gemaaid wordt. De verlandingsindicatoren zijn weinig in aantal, maar komen ook duidelijk meer voor dan in het gemiddelde over de regio. 6 5 4 3 2 1 G H P R V W Ecotoop Regio Delft Berm Bos Poel Oever en water Figuur 4b Ecologische Amplitude in de Regio Delft, C.J. Nonhof, KNNV afd. Regio Delft, 21 8

Aantal verwijzingen Percentage verwijzingen De Regio Delft bestrijkt een veel groter gebied en kent veel meer waarnemingen dan de datasets van de biotopen. Het is duidelijk dat zeldzamere soorten in de lijn van de Regio Delft veel meer voorkomen. Analyse per gebied De relatieve verdeling van indicatorsoorten over Delft centrum, de buitenwijken Voorhof en Buitenhof en het recreatiegebied ten oosten van Delft kennen maar weinig verschillen, zie Figuur 5a. Het veenweidegebied in de Polder Noord Kethel laat duidelijk andere vegetatieve opbouw zien. Het vogelreservaat Ackerdijk neemt een middenpositie in. 4 35 3 25 2 15 1 5 G H P R V W Ecotoop Delft-centrum Voorhof & Buitenhof Delft-recreatie Ackerdijk Polder Noord Kethel Figuur 5a De absolute verdeling van indicatorsoorten laat zien dat Polder Noord Kethel een groot aantal soorten mist die in het stedelijk gebied wel voorkomen. De aantallen verlandings- en watersoorten verschillen niet zoveel van die in de stad. 35 3 25 2 15 1 5 G H P R V W Ecotoop Delft-centrum Voorhof & Buitenhof Delft-recreatie Ackerdijk Polder Noord Kethel Figuur 5b Met de soortenlijst met bijbehorende ecotoopaanduiding te analyseren is het mogelijk de vochthuishouding in de regio vast te stellen, zie Bijlage 1. In Figuur 6a is te zien dat vanaf het centrum van Delft, via de buitenwijken en het recreatiegebied ten oosten van Delft en Ackerdijk het in Polder Noord Kethel het vochtigst is. Het is duidelijk dat mensen de voeten graag droog houden. Ecologische Amplitude in de Regio Delft, C.J. Nonhof, KNNV afd. Regio Delft, 21 9

Delft-centrum Voorhof & Buitenhof Delft recreatie oostzijde Ackerdijk vogelreservaat Polder Noord Kethel Percentage verwijzigingen Delft-centrum Voorhof & Buitenhof Delft recreatie oostzijde Ackerdijk vogelreservaat Polder Noord Kethel Percentage verwijzingen Vochthuishouding in de regio 6 5 4 3 2 1 Aquatisch Nat Vochtig Droog Gebied Figuur 6a Ook de voedselrijkdom in de regio kan met de ecotopen zichtbaar worden gemaakt. In Figuur 6b is het resultaat van de intensieve veehouderij te zien. In het veenweidegebied is de bemesting het sterkst. Het centrum van Delft is licht voedselrijker dan het overige stedelijke gebied en het recreatiegebied. Voor hondenhaters is duidelijk wat daar de oorzaak van is, maar misschien is toch wel de grotere concentratie mensen in de binnenstad. Voedselrijkdom in de Regio 6 5 4 3 2 1 Voedselarm Matig voedselrijk Zeer voedselrijk Matig tot zeer voedselrijk Overige Gebied Figuur 6b Ecologische Amplitude in de Regio Delft, C.J. Nonhof, KNNV afd. Regio Delft, 21 1

1 5 9 13 17 21 25 29 33 37 Percentage verwijzingen Analyse op basis van plantengemeenschappen Analyse per biotoop In Figuur 7a is de verdeling te zien van de soorten over de klassen waarin de plantengemeenschappen zijn verdeeld. Acht klassen komen met meer dan 1% voor, waarbij klasse 34 ook door veel kensoorten van klasse 38 geïndiceerd wordt. Naar de zeven klassen, zoals vermeld in Bijlage 2, is een nader onderzoek gedaan. De klassen 12, 16 en 17 indiceren meer of minder verstoorde grond, waarbij klasse 25 als uitontwikkeld vochtig grasland een eindresultaat is. Klassen 11 en 19 geven oever en verlandingsvegetaties aan. Klasse 38 indiceert een bosomgeving. 25 2 15 1 5 Westhoff & Den Held Regio Delft RD-berm RD-bos RD-poel RD-oever en water Vegetatietype Figuur 7a Ecologische Amplitude in de Regio Delft, C.J. Nonhof, KNNV afd. Regio Delft, 21 11

Percentage verwijzingen 1 6 11 16 21 26 31 36 Aantal verwijzingen Westhoff & Den Held 1 8 6 Regio Delft RD-berm 4 c RD-bos 2 Vegetatietype RD-poel RD-oever en water Figuur 7b In Figuur 8a is aangegeven hoe de indicatorsoorten percentueel zijn verdeeld over de zeven klassen. Met name de verschillen tussen berm, bos en poel zijn interessant. In Figuur 8b is de verdeling is absolute aantallen te zien. Westhoff & Den Held 25 2 15 1 5 Regio Delft RDberm RDbos RDpoel RDoever en water Reeks11 Reeks12 Reeks16 Reeks17 Reeks19 Reeks25 Reeks38 Biotoop Figuur 8a Ecologische Amplitude in de Regio Delft, C.J. Nonhof, KNNV afd. Regio Delft, 21 12

Aantal verwijzingen Westhoff & Den Held 1 9 8 7 6 5 4 3 2 1 Regio Delft RDberm RDbos RDpoel RDoever en water Reeks11 Reeks12 Reeks16 Reeks17 Reeks19 Reeks25 Reeks38 Biotoop Figuur 8b Analyse per gebied Uit Figuur 9a en b blijkt dat er een trendbreuk is tussen het stedelijk gebied en de daarbijbehorende recreatiegebieden met het veenweidegebied. Ackerdijk neemt een middenpositie in. (Let op dat de aantallen wat vertekend kunnen zijn door het beschouwde oppervlak. Delft centrum is één vierkante kilometer, Voorhof en Buitenhof twee, het recreatiegebied vier, Ackerdijk twee en het Polder Noord Kethel één.) Misschien de belangrijkste kromme is die van Klasse 25 van de weinig gestoorde vochtige graslanden. Gaande vanuit het centrum van de stad naar het veenweidegebied ziet men deze klasse in percentage en aantallen toenemen totdat men echt in de polder staat. Daar wordt deze klasse de nek omgedraaid door de vermesting. Ecologische Amplitude in de Regio Delft, C.J. Nonhof, KNNV afd. Regio Delft, 21 13

Aantal verwijzingen Percentage verwijzingen Westhoff & Den Held 35 3 25 2 15 1 5 Delft-centrum Voorhof & Buitenhof Delft-recreatie Ackerdijk Polder Noord Kethel Reeks11 Reeks12 Reeks16 Reeks17 Reeks19 Reeks25 Reeks38 Gebied Figuur 9a Westhoff & Den Held 45 4 35 3 25 2 15 1 5 Delft-centrum Voorhof & Buitenhof Delft-recreatie Ackerdijk Polder Noord Kethel Gebied Reeks11 Reeks12 Reeks16 Reeks17 Reeks19 Reeks25 Reeks38 Figuur 9b Ecologische Amplitude in de Regio Delft, C.J. Nonhof, KNNV afd. Regio Delft, 21 14

Bibliografie R. van der Meijden, 1996, Heukels' Flora van Nederland, Wolters-Noordhoff. Runhaar, H., C.L.G. Groen, R. van der Meijden & R.A.M. Stevers, 1987. Een nieuwe indeling in ecologische groepen binnen de Nederlandse flora. Gorteria 12 (11/12), 276-359. Westhoff, V. & A.J. den Held, 1975. Plantengemeenschappen in Nederland. Zutphen. J.J. Den Held, 1991, Beknopt Overzicht van Nederlandse Plantengemeenschappen van, Wetenschappelijke Mededeling nr. 134, KNNV Uitgeverij Vijf jaar Floron, 1995, Gorteria 21 (4/5), 142 Ecologische Amplitude in de Regio Delft, C.J. Nonhof, KNNV afd. Regio Delft, 21 15

Bijlage 1: Ecologische groepen Runhaar, H., C.L.G. Groen, R. van der Meijden & R.A.M. Stevers, 1987. Een nieuwe indeling in ecologische groepen binnen de Nederlandse flora. Gorteria 12 (11/12), 276-359. Saliniteit - Zoet b Brak z Zilt Vegetatiestructuur en successiestadium G Grasland H Bos en struweel P Pioniervegetatie R Ruigte V Verlanding W Watervegetatie Vochttoestand (eerste cijfer) 1 Aquatisch 2 Nat 3 Vochtig 4 Droog Trofietoestand en zuurgraad (tweede cijfer) 1 Voedselarm zuur 2 Voedselarm zwak zuur 3 Voedselarm basisch 4 Matig voedselrijk 5 Zeer voedselrijk 6 Matig tot zeer voedselrijk Additionele kenmerken Binnen pioniervegetaties st Stuivend ro Geroerd tr Betreden mu Stenig substraat (muurvegetaties) Binnen graslanden kr Kalkrijk Binnen aquatische groepen sa Polysaproop Soorten kunnen meerdere ecotopen indiceren of maar één of geen: Soort Rood zwenkgras s.s. P63 bp6 bg2 zg2 G43 G47 bg4 G62 G63 G67 Gewone braam R44 R47 R64 R67 H41 H42 H47 H61 H62 H69 Grote vossestaart G48 Echte heemst br4 Echt en Engels lepelblad Ecologische Amplitude in de Regio Delft, C.J. Nonhof, KNNV afd. Regio Delft, 21 16

Bijlage 2: Zeven belangrijkste plantengemeenschappen in de Regio Delft Westhoff, V. & A.J. den Held, 1975. Plantengemeenschappen in Nederland. Zutphen. J.J. Den Held, 1991, Beknopt Overzicht van Nederlandse Plantengemeenschappen van, Wetenschappelijke Mededeling nr. 134, KNNV Uitgeverij 11 Tandzaad-klasse (Bidentetea tripartiti) Kensoorten van orden en klasse: knopige duizendknoop, driedelig tandzaad, moeraskers, moeraszuring, watergras, waterpeper en zachte duizendknoop Voorkomen: op stikstofrijke vochtige grond langs ondiepe wateren met wisselende waterstand, in de uiterwaarden van rivieren, langs vervuilde sloten, in en langs vervuilde vennen, enz. Algemeen. 12 Ganzevoet-klasse (Chenopodietea) Kensoorten: melganzevoet, vogelmuur (ssp. media), kleine ooievaarsbek, zwarte nachtschade, klein kruiskruid, gewone melkdistel, gekroesde melkdistel, herderstasje. Voorkomen: uit een- en tweejarige soorten bestaande gemeenschapen op pas bewerkte of vergraven grond; in hakvrucht- en zomergraanakkers (de grondbewerking vindt hier ook nog plaats in het voorjaar, in tegenstelling tot de wintergraanakkers, zie klasse 13), op wegbermen, industrieterreinen, puinvelden, enz.; vooral op droge zand-, leem-, en kalkgronden. Algemeen. 16 Weegbree-klasse (Plantatinetea) Kensoorten van orde en klassen: grote weegbree, zilverschoon, engels raaigras, trosraaigras, platte rus, behaarde boterbloem, straatgras, vertakte leeuwetand, fioringras. Voorkomen: op plaatsen waar sterke veranderingen (storingen) optreden, die echter niet zo groot zijn dat de vegetatie grotendeels of geheel wordt vernietigd (hierin ligt het belangrijkste verschil met het milieu in de klassen 8 t/m 13); ook vindt geen opslibbing of ophoging met zand plaats (zoals bij de klassen 14 en 15). Zeer algemeen. 17 Bijvoet-klasse (Artemisietea vulgaris) Kensoorten: grote brandnetel, ridderzuring (ssp. obtusifolius), Rumes x acutus, kruldistel, wilde kaardebol, kleefkruid, mierikswortel Voorkomen: op voedselrijke plaatsen die minder vaak gestoord worden dan bij klasse 16 (waaruit klasse 17 zich dikwijls ontwikkeld heeft.); op allerlei grondsoorten, maar meestal op humeuze en vochthoudende grond. Vaak op overgangen tussen twee milieutypen, bijv. op wegbermen, aan oevers van rivieren en plassen, langs bemeste bosranden; ook in verwaarloosde tuinen, op braakliggende terreinen enz. Algemeen. 19 Riet-klasse (Phragmitetea) Kensoorten: riet, grote waterweegbree, waterzuring, wolfspoot, liesgras, kleine watereppe, gele waterkers, holpijp, gele lis, grote egelskop (ssp. microcarpum), moerasvergeetmenietje (ssp. palustris), grote watereppe Voorkomen: in en langs zoete tot matig brakke, voedselrijke, stilstaande of stromende wateren; vaak het hele jaar met de voet in het water staand, maar ook op korte tijd droogvallende plaatsen en in de getijdenzone. Algemeen in H en F; elders plaatselijk en vaak minder goed ontwikkeld. Ecologische Amplitude in de Regio Delft, C.J. Nonhof, KNNV afd. Regio Delft, 21 17

25 Klasse der vochtige graslanden (Molino-arrhenatheretea) Kensoorten: gestreepte witbol, veldzuring, gewone hoornbloem, pinksterbloem (ssp. tratensis), smalle weegbree, rode klaver, vogelwikke, gewone brunel, gewoon knoopkruid, echte koekoeksbloem, herfsttijloos, kievitsbloem, gewoon haakmos, boompjesmos Voorkomen: graslanden en ruigtkruidengemeenschappen op vochtige tot natte, vaak 's zomers enigszins uitdrogende bodems, die matig tot zeer voedselrijk en matig zuur tot basisch zijn. Op verschillende grondsoorten. Al dan niet bemest. Algemeen. 38 Eiken-beukenklasse (Querco-fagetea) Kensoorten: boskortsteel*, schaduwgras*, lelietje der dalen*, breedbladige wespenorchis, hazelaar*, drienerfmuur*, bosanemoon*, gewone es, speenkruid*, tweestijlige meidoorn*, geel nagelkruid*, klimop*, ruig klokje, muursla, muurhavikskruid* (* komen ook min of meer regelmatig voor in klasse 34). Differentiërende soorten van klassen 37 en 38 tezamen ten opzichte alle ander klassen: zomereik, beuk. Voorkomen: op voedselrijke, zwak zure tot basische, droge tot vochtige minerale gronden of gemineraliseerde veengronden. Plaatselijk vrij algemeen. Ecologische Amplitude in de Regio Delft, C.J. Nonhof, KNNV afd. Regio Delft, 21 18

Bijlage 3: Selectiecriteria voor de gebieden en biotopen Onderstaande gegevens zijn te gebruiken om in de database de selecties te herhalen. Biotopen Regio Delft: Tabel hoknummers.gebied = RD; Hoknummer.hoknr = <> 371631 (in verband met de heemtuin en botanische tuin) Berm: Tabel hoknummers.gebied = RD; Tabel inventarisaties.projectnaam = *berm* Bos: Tabel hoknummers.gebied = RD; Tabel inventarisaties.projectnaam = *bos* Poel: Water: Tabel hoknummers.gebied = RD; Tabel inventarisaties.projectnaam = *poel* Tabel hoknummers.gebied = RD; Tabel inventarisaties.projectnaam = *water* (*water* betekent effectief oever & water) Gebieden Delft-centrum: Tabel hoknummers.hoknr = 371535 Delft-Voorhof & Buitenhof: Tabel hoknummers.hoknr = 371554 of 55 Delft-recreatiegebied: Tabel hoknummers.hoknr = 371611 of 21 of 22 of 32 Ackerdijk: Tabel hoknummers.hoknr = 372623 of 24 Polder Noord Kethel: Tabel inventarisaties.projectnaam = *kethel* Ecologische Amplitude in de Regio Delft, C.J. Nonhof, KNNV afd. Regio Delft, 21 19

In deze brochure laat de KNNV afd. Regio Delft zien hoe plantensoorten verschillende biotopen aanduiden. Ook de voedselrijkdom en vochthuishouding in de regio Delft kan aan de planten worden afgelezen. De jarenlange inventarisaties van deze actieve natuurvereniging liggen daaraan ten grondslag.