BESLUIT AMBTSHALVE WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING

Vergelijkbare documenten
(ONTWERP)BESLUIT AMBTSHALVE WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. DSM EP te Emmen

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

De intrekking heeft betrekking op 203 schapen ouder dan 1 jaar, inclusief lammeren tot 45 kg (B1).

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Zeeland

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

B E S C H I K K I N G Omgevingsvergunning Uitgebreide procedure Omgevingsvergunning wijzigen

Deze voorschriften tot en met worden van kracht naast de artikelen van de verleende vergunningen.

* *

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

* *

OMGEVINGSVERGUNNING nr

Besluit. (gedeeltelijke) INTREKKING OMGEVINGSVERGUNNING

Aircraft Fuel Supply B.V. Postbus ZS Luchthaven Schiphol

FUIVLb. 30 On /54. Bosma Transport en Opslag B.V. Energielaan ST Heerenveen. Grou, 30 oktober 2018

OMGEVINGSVERGUNNING. voor het flexibel kunnen opslaan van de hoeveelheid bodemasgranulaat. milieuneutraal veranderen van een inrichting

ONTWERPBESLUIT WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm

Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo.

Overige bijgevoegde documenten Onlosmakelijk onderdeel van deze vergunning zijn de bijgevoegde en als zodanig gewaarmerkte stukken.

Besluit omgevingsvergunning milieu. Aanvraagnummer: Aanvrager: Servauto Nederland B.V. Dhr. M. Haas Postbus BC Den Haag

Omgevingsdienst Brabant Noord

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Besluit Burgemeester en wethouders van Uden besluiten om vergunning te verlenen voor:

* *

* *

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

* *

WET MILIEUBEHEER BESCHIKKING

Deze wijziging is vereist voor het opslaan van waterstof en koolzuur in gasflessen.

* *

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

OMGEVINGSVERGUNNING. aanleg waterstofleiding. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Oosterhorn 4 te Farmsum. vth-nummer: Z

Met vriendelijke groet, namens burgemeester en wethouders,

DCMR milieudienst. wmmm. Rijnmond

ONTWERP-BESLUIT TOT INTREKKEN OMGEVINGSVERGUNNING GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

ONTWERP-BESLUIT TOT WIJZIGING VOORSCHRIFTEN OMGEVINGSVERGUNNING GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Overige bijgevoegde documenten Onlosmakelijk onderdeel van deze vergunning zijn de bijgevoegde en als zodanig gewaarmerkte stukken.

(Ömgevingstí ienst Midden- en West-Brabant

Ontwerpbeschikking AUG Meurs Motors en Vera's Honden opvang Weg en Bos DH BERGSCHENHOEK

Op basis van de aard en inhoud van deze aanvraag is volgens de Wet BAG het volgende gebruiksdoel vastgesteld: Logiesfunctie.

en met toepassing van artikel 3.3 lid 3 van de Wabo de aanhoudingsplicht van artikel 3.3 van de Wabo te doorbreken.

* *

:-: Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten 1) van Limburg. milieuneutraal. Rockwool B.V. te Roermond

* *

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde staten van Limburg. Verzoek wijziging milieuvoorschriften. Haven Maastricht B.V.

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

* *

* *

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

BESCHIKKING. Milieuneutrale omgevingsvergunning

ONTWERP-BESLUIT TOT WIJZIGING VOORSCHRIFTEN OMGEVINGSVERGUNNING GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Overige bijgevoegde documenten Onlosmakelijk onderdeel van deze vergunning zijn de bijgevoegde en als zodanig gewaarmerkte stukken.

Beschikking gedeeltelijke intrekking INDUSTRIEWEG 15 TE HARDERWIJK

* *

* *

Aan het einde van het besluit staat op welke wijze u in beroep kunt gaan. Daar treft u ook de digitale ondertekening.

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

eurne Eijnden Hoeve V.O.F. t.a.v. de heer M. van den Eijnden Griendtsveenseweg B DEURNE

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

* * omgevingsvergunningomgevingsvergunning

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

* *

0 7 JUL 2015 OMGEVINGSDIENST FLEVOLAND & G001 EN VECHTSTREEK. Maatwerkvoorschriften. Activiteitenbesluit. Fjällräven B.V. Hefbrugweg 16 in Almere

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord- Brabant

* *

Pagina 1 van 8 Registratienummer Z.62657/D

26 NOV 2014 OMGEVINGSDIENST FLEVOLAND & GOOI EN VECHTSTREEK BESCHIKKING. Activiteit bouwen Mortelstraat 4 in Lelystad

OMGEVINGSVERGUNNING *D * D

WIJZIGING VOORSCHRIFTEN OMGEVINGSVERGUNNING

OMGEVINGSVERGUNNING. intrekking terreindeel Salt. gedeeltelijke intrekking omgevingsvergunning. Oosterhorn 4 te Farmsum

OMGEVINGSVERGUNNING (Ontwerp)

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

in in miii ii inn ii i ii

BESCHIKKING INTREKKING OMGEVINGSVERGUNNING. Smurfit Kappa Solid Board BV

eurne Maatschap Wijnen F.J.W.P. & Frawij B.V. Moorveld PN LIESSEL

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

* *

OMGEVINGSVERGUNNING. : het wijzigen van de grens van een inrichting bedoeld voor de zuivering van rioolwater

milieuvoorschriften (ontwerp). brandweer, OND/div, De Roever, publicatie (MM) Steenbergen, 22 mei 2013

Procedure De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.10 Wabo. De volgende activiteiten zijn beoordeeld aan:

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning ingevolge artikel 2.30 en 2.31 Wabo:

Uw kenmerk: Uw brief van: Datum: Ons kenmerk: Medewerker/ Telefoonnummer: Verz. D. Veen /

Onderwerp Datum

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

OMGEVINGSVERGUNNING. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Industrieweg 16 te Noordhorn. datum besluit: 13 oktober 2017

* *

OMGEVINGSVERGUNNING. het in gebruik nemen van een nieuwe voorbreker ter vervanging van de huidige. milieuneutraal veranderen van een inrichting

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Ontwerp Omgevingsvergunning

1.2 Kennisgeving activiteit 1 Milieu

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) in combinatie met een Melding Activiteitenbesluit (Wet milieubeheer)

Deze omgevingsvergunning wordt, op verzoek van de vergunninghouder, ingetrokken omdat er geen dieren meer worden gehouden.

OMGEVINGSVERGUNNING. Akzo Nobel Industrial Chemicals B.V.

OMGEVINGSVERGUNNING VOORBLAD

BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING VERLENEN

Transcriptie:

BESLUIT AMBTSHALVE WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING Onderwerp Burgemeester en wethouders van de gemeente Uden besluiten, gelet op paragraaf 2.6 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), cot het ambtshalve wijzigen van de omgevingsvergunning (revisie), die op 11 maart 214 is verleend aan Varkens- en akkerbouwbedrijf Derks, gevestigd op het adres Oosterheidestraat 6 te Volkel. Voor de inrichting, gelegen aan Oosterheidestraat 6 te Volkel, kadastraal bekend gemeente Uden, sectie O, nummers 381, 87 en 94, heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Uden op 11 maart 214 een omgevingsvergunning verleend conform artikel 2.1., eerste lid onder e, (en artikel 2.6 revisievergunning) van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). De wijziging omvat het ambtshalve toevoegen van voorschriften verbonden aan de omgevingsvergunning op de volgende onderdelen: de opslag van gevaarlijke stoffen en de opslag van gasflessen en het ambtshalve intrekken van de voorschriften genoemd onder 73 en 74 behorende bij de omgevingsvergunning van 11 maart 214. Besluit Wij besluiten om, gelet op de overwegingen die zijn opgenomen in deze beschikking en gelet op artikel 2.31 lid 2 onder b van de Wabo: * de omgevingsvergunning d.d. 11 maart 214 (zaaknummer: 592) te wijzigen; o de voorschriften mee betrekking tot de opslag van gevaarlijke stoffen en de opslag van gasflessen, te weten voorschrift 73 en voorschrift 74, te vervangen door de in bijlage I bij deze beschikking opgenomen voorschriften. Procedure De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 3.3 van de Wabo (de uitgebreide voorbereidingsprocedure). In het kader van de procedure is getoetst aan artikel 2.31, lid 2 onder b van de Wabo, dat gaat over het ambtshalve wijzigen van voorschriften "voor zover dit in het belang van de bescherming van het milieu is" van een omgevingsvergunning, voor wat betreft inrichtingen (artikel 2.1, lid 1 onder e, sub 3 Wabo). De gevolgde procedure is opgenomen in de bijlage 'Procedurele overwegingen' en de overwegingen en beoordeling zijn in de bijlage 'Inhoudelijke overwegingen' en de bijlage 'Toetsingsdocumenten' opgenomen. De aanvraag en de ontwerpbeschikking met bijbehorende stukken zijn op grond van de Algemene wet bestuursrecht met ingang van 1 juni 217 zes weken ter inzage gelegd. Naar aanleiding van de ontwerpbeschikking zijn geen zienswijzen ingediend.

Ondertekening Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van de gemeente Uden namens dezen, De heer J.A.J. Lenssen, Directeur Omgevingsdienst Brabant Noord Datum besluit: 11 augustus 217 Verzending Verzonden op: 11 augustus 217 Een exemplaar van deze beschikking is gezonden aan:» rlû mr'i/'kfmŗruai i/ja»-* ~ KA C llll luiuiigliuuuci, * gemeente Uden;» Omgevingsdienst Brabant Noord, t.a.v. dhr. T. Kaat. Zienswijzen en adviezen De aanvraag en de ontwerpbeschikking met bijbehorende stukken zijn op grond van de Algemene wet bestuursrecht met ingang van 1 juni 217 zes weken ter inzage gelegd. Naar aanleiding van de ontwerpbeschikking zijn geen zienswijzen ingediend. Beroep Belanghebbenden kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen 6 weken na de dag dat het besluit ter inzage is gelegd, na publicatie van de kennisgeving, beroep aantekenen bij de Rechtbank Oost-Brabant. Het beroepschrift moet uw naam en adres bevatten, en gemotiveerd, gedateerd en ondertekend zijn. Het beroepschrift moet in tweevoud ingediend worden bij de Sector Bestuursrechtspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, Postbus 9125, 52 MS 's-hertogenbosch. Voorlopige voorzieningen De dag nadat de beroepstermijn is verstreken, treedt de beschikking in werking. Het indienen van een beroepschrift stelt de werking van de beschikking niet uit. Als u of belanghebbenden niet willen dat deze beschikking in werking treedt na afloop van de beroepstermijn, kan tijdens die termijn om een voorlopige voorziening worden verzocht bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost- Brabant, Postbus 9125, 52 MS 's-hertogenbosch.

INHOUDSOPGAVE BIJLAGE I. VOORSCHRIFTEN MILIEU...5 1. ALGEMEEN...5 1.1 Eerdere vergunningen... 5 2. OPSLAG VERPAKTE (GEVAARLIJKE) STOFFEN...5 2.1 Opslag van gevaarlijke stoffen in emballage...5 2.2 Gasflessen...6 2.3 Voorzieningen, opslag verpakte gevaarlijke stoffen...7 BIJLAGE II. BIJLAGE III. PROCEDURELE OVERWEGINGEN...8 INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN...9 BIJLAGE IV. TOETSINGSDOCUMENTEN...1 1 BESTE BESCHIKBARE TECHNIEKEN... 1 2. veiligheid... 1 BIJLAGE V. BEGRIPPEN...11

BIJLAGE I. VOORSCHRIFTEN MILIEU 1. ALGEMEEN 1.1 Eerdere vergunningen 1.1.1 De voorschriften 73 en 74 behorende bij vergunning van 11 maart 214 zijn niet meer van toepassing op de inrichting en worden vervangen door de voorschriften 2.1.1 tot en met 2.3.6 opgenomen in deze vergunning. 2. OPSLAG VERPAKTE (GEVAARLIJKE) STOFFEN 2.1 Opslag van gevaarlijke stoffen in emballage 2.1.1 Gevaarlijke stoffen moeten worden bewaard in goed gesloten emballage. 2.1.2 De verpakking van gevaarlijke stoffen en andere vloeibare bodembedreigende stoffen is zodanig, dat de verpakking tegen de normale behandeling bestand is en dat niets van de Ínhoud uit de verpakking onvoorzien kan ontsnappen. 2.1.3 Lege, niet gereinigde emballage moet worden behandeld als volle. 2.1.4 De emballage moet zijn opgeslagen in een vloeistofdichte lekbak. De ínhoud van de lekbak moet tenminste gelijk zijn aan de Ínhoud van de grootste in de lekbak opgeslagen emballage, vermeerderd met 196 van de overige emballage. De lekbak moet bestemd zijn tegen de inwerking van de opgeslagen stoffen. Toelichting: Voor de bepaling van de opslagcapaciteit van een vloeistofdichte bak hoeft de opslagcapaciteit van de niet gereinigde emballage niet meegerekend te worden. Een lekbak kan onder meer worden gevormd door een vloeistofdichte vloer met opstaande randen. Het is mogelijk om emballage met brandbare vloeistoffen in een lekbak op te slaan die reeds voor andere opslagen van (licht) ontvlambare of brandbare vloeistoffen is gerealiseerd, zoals de lekbak van een dieselolietank. Voorwaarde hiervoor is dat de stoffen die bij elkaar worden opgeslagen geen gevaarlijke chemische reacties kunnen veroorzaken zal zij met elkaar in aanraking komen. 2.1.5 In de inrichting moet nabij de opslag van vloeistoffen in emballage, voor de aard van de opgeslagen stoffen geschikt materiaal aanwezig zijn om gemorste of gelekte stoffen te neutraliseren, indien nodig te absorberen en op te nemen. 2.1.6 Gemorste vloeistoffen moeten zo nodig worden geneutraliseerd. Zij moeten onmiddellijk worden opgenomen en behandeld als omschreven onder het hoofdstuk gevaarlijke stoffen. De opgenomen

gemorste (vloei)stof moet worden opgeslagen in daarvoor bestemde, voor de aard van de stof geschikte, gesloten emballage. Toelichting: Als absorberend materiaal kan worden gebruikt perlite ofvermiculite. 2.2 Gasflessen 2.2.1 Indien de uitwendige toestand van een gasfles zodanig js dat aan de deugdelijkheid moet worden getwijfeld, moet de gasfles ter herkeuring worden aangeboden aan een door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangewezen keuringsinstelling. 2.2.2 ' Beschadigde of lekke gasflessen moeten onmiddellijk in de buitenlucht worden gebracht en worden gemerkt met het woord 'DEFECT', respectievelijk 'LEK'. Ook moeten direct maatregelen worden getroffen om brand-, explosie-, verstikkings- of vergiftigingsgevaarte voorkomen. De desbetreffende gasflessen moeten aan de leverancier worden teruggezonden. 2.2.3 Gasflessen mogen niet in de nabijheid van vuur en van brandgevaarlijke stoffen staan. 2.2.4 Gasflessen moeten steeds bereikbaar zijn en er moeten voorzieningen zijn getroffen dat ze niet kunnen omvallen. 2.2.5 De opslag van gasflessen (ADR klasse 2) moet in de speciaal daarvoor bestemde ruimte plaats vinden en moet, voor zover niet anders geregeld in de hierna volgende voorschriften, voldoen aan de voorschriften van de paragrafen 6.1.2, 6.1.3, 6.2 en 6.3 van de richtlijn PGS15: 211. 2.2.6 F.en indandige opslagvoorziening voor gasflessen moet zijn geconstrueerd, uitgevoerd en worden gebruikt overeenkomstig paragraaf 3.2 van PGS 15:211. 2.2.7 Een uitpandige opslagvoorziening voor gasflessen moet zijn geconstrueerd, uitgevoerd en worden gebruikt overeenkomstig paragraaf 3.2 en voorschriften 6.2.4 en 6.2.5 van PGS 15:211. 2.2.8 Lege gasflessen moeten worden opgeslagen overeenkomstig de voorschriften voor volle gasflessen van deze vergunning. 2.2.9 Voor elke 2 m2 vloeroppervlakte van een opslagvoorziening, of een gedeelte hiervan, moet ten minste één draagbaar blustoestel aanwezig zijn met een vulling van ten minste 6 kg of liter blusstof. Het blustoestel moet tegen weersinvloeden zijn beschermd. Het gekozen type blustoestel moet geschikt zijn om een beginnende brand van de opgeslagen stoffen te blussen.

2.3 Voorzieningen, opslag verpakte gevaarlijke stoffen 2.3.1 Een brandveiligheidsopslagkast dient te voldoen aan de eisen uit paragraaf 3.3 van de PGS 15:216 en te worden opgesteld, ingericht en gebruikt overeenkomstig bijlage ff van de PGS 15:216. 2.3.2 Een inpandige opslagvoorziening voor verpakte gevaarlijke stoffen moet zijn geconstrueerd, uitgevoerd en worden gebruikt overeenkomstig paragrafen 3.2 en 3.17 van de PGS 15:216. 2.3.3 Een uitpandige opslagvoorziening voorverpakte gevaarlijke stoffen moet zijn geconstrueerd, uitgevoerd en worden gebruikt overeenkomstig paragrafen 3.2, 3.8, 3.2 en 3.21 van de PGS 15:216. 2.3.4 Lege, ongereinigde verpakkingen van gevaarlijke stoffen moeten worden opgeslagen overeenkomstig de voorschriften voor voile verpakkingen van gevaarlijke stoffen van deze vergunning. 2.3.5 Een opslagvoorziening moet voorzien zijn van een bliksembeveiligingsinstallatie die voldoet aan de norm NEN-EN-IEC 6235-1:211/11:216-11. 2.3.6 Voor elke 2 r 2 vloeroppervlakte van een opslagvoorziening, of een gedeelte hiervan, moet ten minste één draagbaar blustoestel aanwezig zijn met een vulling van ten minste 6 kg of liter blusstof. Het blus+oestel moet tegen weersinvloeden zijn beschermd. Het gekozen type blustoestel moet geschikt zijn om een beginnende brand van de opgeslagen stoffen te blussen.

BIJLAGE II. PROCEDURELE OVERWEGINGEN PROCEDURE Aanleiding wijziging Op 26 juni 215 is bij Varkens-en akkerbouwbedrijf Derks aan Oosterheidestraat 6 te Volkel een controle uitgevoerd. Tijdens deze controle is geconstateerd dat de voorschriften met betrekking tot de aspecten "opslag van gevaarlijke stoffen" en "opslag van gasflessen" behorende bij de omgevingsvergunning d.d. 11 maart 214 niet actueel zijn. Projectbeschrijving In de vigerende vergunning van 11 maart 214 wordt in de voorschriften 73 en 74 verwezen naar verschillende voorschriften uit de PGS 15:211 versie 1.1. Inmiddels is de PGS 15:216 versie 1. gepubliceerd. Hierdoor zijn de voorschriften met betrekking tot de aspecten "opslag van gevaarlijke stoffen" en "opslag van gasflessen" niet meer actueel. Vergunde situ3tie Op 11 maart 214 hebben wij voor de inrichting een omgevingsvergunning verleend (revisievergunning). De vergunning is onherroepelijk en in werking getreden. Bevoegd gezag Gelet op artikel 2.4 lid 1 van de Wabo zijn wij bevoegd voor deze actualisatie. De activiteiten van de inrichting zijn genoemd in de categorieën 4, 5, 7, 8, 9 en 1 uit onderdeel C van de bijlage I van het Bor. Daarbij dienen wij ervoor zorg te dragen dat de aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften op elkaar zijn afgestemd. Procedure De vigerende omgevingsvergunning is voorbereid met de uitgebreide voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.3 van de Wabo. Gelet hierop dient de wijziging eveneens te worden voorbereid met deze uitgebreide voorbereidingsprocedure.

BIJLAGE III. INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN 1 AMBTSHALVE WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING 1.1 Algemeen De ambtshalve wijziging heeft betrekking op het verbinden van voorschriften aan de omgevingsvergunning van 11 maart 214 als bedoeld in artikel 2.31, lid 2 onder b van de Wabo voor de inrichting gelegen aan Oosterheidestraat 6 te Volkel. Over de ínhoud van de ambtshalve wijziging merken wij samenvattend het volgende op: * de wijziging van de omgevingsvergunningen betreft een ambtshalve wijziging op grond van artikel 2.31, lid 2 onder b van de Wabo; * de wijziging richt zich op het toevoegen van voorschriften met betrekking tot de opslag van gevaarlijke stoffen en de opslag van gasflessen; * en het ambtshalve intrekken van de voorschriften onder 73 en voorschrift 74 uit de omgevingsvergunning van 11 maart 214. 2.1 Toetsingskader Overeenkomstig artikel 2.31 lid 2 van de Wabo kan het bevoegd gezag een omgevingsvergunning wijzigen. De omstandigheden waaronder dit kan gebeuren zijn eveneens vermeld in dit artikel. In dit geval is er sprake van een omstandigheid als bedoeld in artikel 2.31 lid 2 onder b van de Wabo. Volgens artikel 2.3 van de Wabo moeten wij bezien of de milieuvoorschriften die aan die omgevingsvergunning zijn verbonden, nog toereikend zijn, gezien de ontwikkelingen op het gebied van de technische mogelijkheden tot bescherming van het milieu en de ontwikkelingen met betrekking tot de kwaliteit van het milieu. Wij hebben vastgesteld dat er inmiddels ontwikkelingen op het gebied van de technische mogelijkheden tot bescherming van het milieu hebben plaatsgevonden die actualisatie van de vergunning noodzakelijk maken. 3.1 Conclusie Volgens artikel 2.31, lid 2 onder b van de Wabo moeten voorschriften behorende bij een omgevingsvergunning (artikel 2.1, lid 1 onder e, sub 3 Wabo) ambtshalve worden gewijzigd "voor zover dit in het belang van de bescherming van het milieu is". Wij hebben vastgesteld dat met het vervangen van de genoemde voorschriften aan de vigerende omgevingsvergunning, de gevolgen die de inrichting voor het milieu veroorzaakt, leiden tot een betere bescherming van de omgeving.

BÎJLAGE IV. TOETSINGSDOCUMENTEN 1 BESTE BESCHIKBARE TECHNIEKEN 1.1 Algemeen In het belang van het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu moeten aan de vergunning voorschriften worden verbonden, die nodig zijn om de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk - bij voorkeur bij de bron - te beperken en ongedaan te maken. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken (BBT) worden toegepast. Vanaf 1 januari 213 moet bij het bepalen van beste beschikbare technieken (BBT) rekening worden gehouden met BBT-conclusies en bij ministeriële regeling aangewezen informatiedocumenten over BBT. 1.2 Bijlage Nederlandse Informatiedocumenten over BBT in de Regeling omgevingsrecht Voor het bepalen van de BBT zijn de volgende BBT-documenten geraadpleegd:» Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 15. Wij achten het niet noodzakelijk andere documenten voor het betreffende onderwerp te raadplegen. 2 VEILIGHEID 2.1 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen Voor het opslaan van verpakte gevaarlijke stoffen is de PGS 15 "Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen" opgesteld. Binnen de inrichting worden gevaarlijke stoffen in verpakking opgeslagen. In de voorschriften bij deze vergunning is vastgelegd aan welke onderdelen van de PGS 15 moet worden voldaan. 2.2 Opslag gasflessen De PGS 15 is ook van toepassing op het opslaan van gasflessen. Binnen de inrichting worden gasflessen opgeslagen. In de voorschriften bij deze vergunning is vastgelegd aan welke onderdelen van de PGS 15 moet worden voldaan.

BIJLAGE V. BEGRIPPEN Voor zover in een voorschrift verwezen wordt naar een DIN-, DIN-ISO, NEN-, NEN-EN-, NEN-ISO-, NVN-norm, Al-blad, BRL, CPR, PGS of NPR, wordt de uitgave bedoeld die voor de datum waarop de vergunning is verleend het laatst is uitgegeven met tot die datum uitgegeven aanvullingen of correctiebladen. Indien er sprake is van reeds bestaande constructies, toestellen, werktuigen en installaties is -de norm, BRL, CPR, PGS, NPR of het Al-blad van toepassing die bij de aanleg of installatie van die constructies, toestellen, werktuigen en installaties is toegepast, tenzij in het voorschrift anders is bepaald. Alle onderstaande verklaringen en definities zijn van toepassing op de in de voorschriften gebruikte benamingen en termen, aangevuld met, dan wel in afwijking van de in NEN 588 (Afval en afvalverwijdering, Algemene termen en definities) en de NEN 5884 (Afval en afvalverwerking, termen en definities voor bouw- en sloopafval) gegeven verklaringen en definities. BESTELADRESSEN: publicaties zijn in ieder geval verkrijgbaar bij de onderstaande instanties:» PGS-richtlijnen zijn digitaal verkrijgbaar via www.publicatiereeksgevaarliikestoffen.nl * InfoMil is het informatiecentrum in Nederland over milieu wet- en regelgeving. www.infomil.nl BESTE BESCHIKBARE TECHNIEKEN (BBT): Voor het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu meest doeltreffende technieken om de emissies en andere nadelige gevolgen voor het milieu, die een inrichting kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk te beperken, die - kosten en baten in aanmerking genomen - economisch en technisch haalbaar jn de bedrijfstak waartoe de inrichting behoort, kunnen worden toegepast, en die voor degene die de inrichting drijft, redelijkerwijs in Nederland of daarbuiten te verkrijgen zijn; daarbij wordt onder technieken mede begrepen het ontwerp van de inrichting, de wijze waarop zij wordt gebouwd en onderhouden, alsmede de wijze van bedrijfsvoering en de wijze waarop de inrichting buiten gebruik wordt gesteld. BREF: Referentiedocument waarin over een onderwerp o.a. de beste beschikbare technieken zijn beschreven.

BIJLAGE V. BEGRIPPEN Voor zover in een voorschrift verwezen wordt naar een DIN-, DIN-ISO, NEN-, NEN-EN-, NEN-ISO-, NVN-norm, Al-blad, BRL, CPR, PGS of NPR, wordt de uitgave bedoeld die voor de datum waarop de vergunning is verleend het laatst is uitgegeven met tot die datum uitgegeven aanvullingen of correctiebladen. Indien er sprake is van reeds bestaande constructies, toestellen, werktuigen en installaties is -de norm, BRL, CPR, PGS, NPR of het Al-blad van toepassing die bij de aanleg of installatie van die constructies, toestellen, werktuigen en installaties is toegepast, tenzij in het voorschrift anders is bepaald. Alle onderstaande verklaringen en definities zijn van toepassing op de in de voorschriften gebruikte benamingen en termen, aangevuld met, dan wel in afwijking van de in NEN 588 (Afval en afvalverwijdering, Algemene termen en definities) en de NEN 5884 (Afval en afvalverwerking, termen en definities voor bouw- en sloopafval) gegeven verklaringen en definities. BESTELADRESSEN: publicaties zijn in ieder geval verkrijgbaar bij de onderstaande instanties:» PGS-richtlijnen zijn digitaal verkrijgbaar via www.publicatiereeksgevaarliikestoffen.nl * InfoMil is het informatiecentrum in Nederland over milieu wet- en regelgeving. www.infomil.nl BESTE BESCHIKBARE TECHNIEKEN (BBT): Voor het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu meest doeltreffende technieken om de emissies en andere nadelige gevolgen voor het milieu, die een inrichting kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk te beperken, die - kosten en baten in aanmerking genomen - economisch en technisch haalbaar jn de bedrijfstak waartoe de inrichting behoort, kunnen worden toegepast, en die voor degene die de inrichting drijft, redelijkerwijs in Nederland of daarbuiten te verkrijgen zijn; daarbij wordt onder technieken mede begrepen het ontwerp van de inrichting, de wijze waarop zij wordt gebouwd en onderhouden, alsmede de wijze van bedrijfsvoering en de wijze waarop de inrichting buiten gebruik wordt gesteld. BREF: Referentiedocument waarin over een onderwerp o.a. de beste beschikbare technieken zijn beschreven.