Veiligheidscentrum Zeeland: Verkenningen voor een haalbaarheidsstudie



Vergelijkbare documenten
Addendum Beleidsplan Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland

Veilig omgaan met waterstof

Ontwikkelingen HSL-zuid en Betuweroute op naar een blauwdruk spoor

Landelijk Expertisecentrum Transportveiligheid. Hans Spobeck Hoofd Programmabureau Platform Transportveiligheid

Onderzoeksprogramma van het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen voor

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Samenvatting. Het antwoord op vraag 4 is niet in deze samenvatting opgenomen. We verwijzen naar bijlage 3 van dit rapport.

DORDRECHT. Aan. de gemeenteraad

Onderwerp: Onderzoek naar de overschrijding van de raming Brandweerkazerne Cothen-Langbroek

Smart Industry. KvK Ondernemerspanel onderzoek

Onderzoeksprogramma van het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen voor

Samenvatting. Verkenning Prioriteiten e Justitie

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail

Leren brandweer. Over hoe mensen leren ook binnen de brandweer. De Brandweeracademie is onderdeel van het Instituut Fysieke Veiligheid.

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu

Calamiteitenbestrijding en zelfredzaamheid binnenvaart. Nils Rosmuller Lector transportveiligheid

Inkoop en contractmanagement

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit

Plan van aanpak. Project : Let s Drop. Bedrijf : DropCo BV

Datum 13 juni 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'Vrijwillige brandweer onder druk: ' Geluk als we met zes man uitrukken

Benodigde capaciteit, middelen, faciliteiten en infrastructuur

Plan van aanpak. nulmeting brandweerzorg Caribisch Nederland

EN WIE NODIGT NU DE GASTEN UIT?

Ruimte voor Hernieuwbare Energie Bijeenkomst in het kader van project Tijdelijk Anders Bestemmen

VEILIGE LEEFOMGEVING

1. Is de standaard duidelijk over de werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd.? Zo nee, graag toelichten waarom niet.

VOORSTEL. Algemeen Bestuur. Besluit. Voorstel. Samenvatting. Aan het algemeen bestuur. Hofland,Arco. [Toelichting]

In samenwerking met. White paper. grafieken. interim index 9. samen voor ons eigen. Your business technologists. Powering progress

Advies Lelystad Airport

Veiligheidsregio Zeeland: kennismaking en stand van zaken. Informatiebijeenkomsten najaar 2012

Amsterdam Ymond Mutual Aid System (AYMA) nieuwsbrief juli 2011

Antwoord 1 Ja. Schiedam Centrum is een van de regionale knooppunten, vergelijkbaar met stations als Rotterdam Blaak en Rotterdam Alexander:

Review op uitgevoerde risico-inventarisatie implementatie resultaatgerichte bekostiging

Analyse ontwikkeling van vraag en aanbod logistiek terreinen in de regio Schiphol

Datum 22 mei 2015 Onderwerp Antwoorden kamervragen over de uitzending Ongelukkige Spoed

Onderzoeksvoorstel Techniek het jaar rond! Onderzoek naar techniekbevorderende activiteiten in het basisonderwijs van Rivierenland

Uitruk op Maat. In deze uitgave. Project Uitruk op Maat van start in veiligheidsregio Zuidoost-Brabant. Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Postadres Provincie Overijssel Colleges van Burgemeester en wethouders van de gemeenten in Overijssel Postbus 10078

Communicatieplan. Energie- & CO 2 beleid. Van Gelder Groep

OPLEIDEN, TRAINEN, OEFENEN

De LvC-gemeenten en het Platform onderkennen binnen het bestek van deze uitvoeringsagenda vijf taakvelden.

Onderzoek onder Raadsleden naar regionale samenwerking, gemeenschappelijke regelingen en herindeling

Stichting Empowerment centre EVC

OV SAAL MLT. Openbaar Vervoer Schiphol- Amsterdam Almere Lelystad Middellange Termijn

Vastgoed, de starter of de stopper van uw onderneming?

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter,

SAMENWERKING IN DE VEILIGHEIDSREGIO Uitwerking van criterium 8 uit het Slotdocument VGS-congres 2013

Uitvoeringsprogramma Deltapoort

Samenvatting Integrale Handhaving

Editorial Media Design Guido Hildebrand Talisa van Dreven Alexander Ringnalda september 2013 Versie 1

RKC Medemblik Opmeer. Notitie onderzoeksopzet

iiitogiontant Resultaten uit de PPP-studies naar criminaliteit en criminaliteits preventie op bedrijventerreinen \sf

Gemeenschappelijke Regelingen


Managementsamenvatting adviesrapport platform voor Mensen met een Verstandelijke Beperking (MMEB)

Zaakgewijs werken Advies omtrent architectuur en implementatie

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen

Programma. Doelen Masterclass

Oefencase Gupta Strategists

Portal Planning Process

Rapport. Rapport betreffende een klacht over Rijkswaterstaat, vallend onder de minister van Infrastructuur en Milieu uit Den Haag.

KWALITEIT DIENSTVERLENING Gemeente Oirschot Onderzoeksaanpak

Evaluatie Aanvaring stuw bij Grave 14 juni 2016

Initiatieven en participaties

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing

6 TIPS DIE HET PRESTEREN VAN UW WERKOMGEVING VERBETEREN

Datum: 7 september 2009 Onderwerp: uitvraag nieuwe regionale fietsverbindingen voor woon-werkverkeer

Samen geven we richting aan de koers van de NKC

Samen aan de IJssel Inleiding

NIMA B EXAMEN BUSINESS MARKETING ONDERDEEL B JANUARI 2016 VRAGEN EN ANTWOORDINDICATIES NIMA B BUSINESS MARKETING ONDERDEEL 1 (CASE)

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202

Vraag 1 Bent u bekend met het artikel: 'Duitse agent gewond na steekincident op station Landgraaf'?

Intentieovereenkomst tussen het Ministerie van. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en. Rabobank met betrekking tot het Revolverend

INLEIDING GEORISICOSCAN 2.0 VOOR TE TOETSEN PROJECTEN

Risicoprofiel Evenementen 1.1

Windenergie met beleid. Brief aan de raadsleden. Pl atform DUURZAME E N ERGIE W e st Br ab ant - 1 -

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 21 Telecommunicatie & cybersecurity

No Emmeloord, 17 november Onderwerp. Inpassingsplan ten behoeve van de Maritieme Servicehaven FievoPort

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum vergadering: 7 november Agendapunt: 8. Portefeuillehouder: De heer Bolsius

MEER ZIELEN, MEER IDEEËN, MEER OPLOSSINGEN BEWONERSPARTICIPATIE IN STEDELIJKE ONTWIKKELING

FAQ Vrijstelling oefenen op de openbare weg met optische en geluidssignalen

Windinitiatief AkzoNobel. Bijeenkomst klankbordgroep oktober 2017

Industrie koppelen aan het warmtenet Rotterdam. Verkenning van kansen voor aansluiting van acht bedrijven in Botlek/Pernis op het warmtenet

Communicatieplan Energie- & CO 2

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Nieuwkoop. Zienswijze notitie Breedband. Geacht college,

SAMENVATTING. Succes verzekerd!?

Vragen D66 Het lijkt D66 belangrijk dat er keuzemogelijkheden zijn. Dat lijkt nu niet het geval.

Startdocument participatieproces LAB071

ECOMO B IEL. Werkpakketten: Handelingsperspectief Veiligheid parkeergarages Regelgeving EV Gedragingen EV rijders Laadinfrastructuur

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken.

Whitepaper. Outsourcing. Uitbesteden ICT: Wat, waarom, aan wie en hoe? 1/6.

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD)

Programma. 1. Presentatie onderzoeksresultaten ONDERZOEKSRAAD. Stephan Berndsen (onderzoeksmanager) & Ron Damstra (projectleider)

IJsselstein. Raadsvoorstel. agendapunt. Aan de raad van de gemeente IJsselstein

Transcriptie:

Veiligheidscentrum Zeeland: Verkenningen voor een haalbaarheidsstudie mei 2013 Nils Rosmuller Chris Thijssen Jaap Molenaar Platform Transportveiligheid 2013 Platform Transportveiligheid 1 Lectoraat Transportveiligheid

COLOFON Dit is een uitgave van Stichting Platform Transportveiligheid, mei 2013 Opdrachtgever Opdrachtnemer Titel Stichting Platform Transportveiligheid Lectoraat Transportveiligheid IFV/TNO Veiligheidscentrum Zeeland: verkenningen voor een haalbaarheidsstudie Copyright 2013, Stichting Platform Transportveiligheid Zonder bronvermelding mag niets uit deze uitgave verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, microfilm, geluidsband, elektronisch of op welke andere wijze ook en evenmin in een retrieval systeem worden opgeslagen Hoewel dit rapport met zeer veel zorg is samengesteld, aanvaarden schrijvers noch uitgever enige aansprakelijkheid voor schade ontstaan door eventuele fouten/onvolkomenheden in dit rapport. Platform Transportveiligheid 2 Lectoraat Transportveiligheid

Voorwoord Het ministerie van Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft in 2012 het Platform Transportveiligheid verzocht een verkennende studie te doen naar de haalbaarheid van een veiligheidscentrum ondergrondse infrastructuur in Zeeland. Het ministerie is hiertoe op het spoor gezet door enkele gesprekken met bestuurders uit de Provincie Zeeland. Deze hebben te kennen gegeven een dergelijk veiligheidscentrum nabij Terneuzen te willen realiseren, mits uit een eerste verkenning een positief beeld naar voren komt. Voor u ligt het eindresultaat van deze verkennende studie. Hierin wordt antwoord gegeven op de vraag of er indicaties zijn dat een veiligheidscentrum voor ondergrondse infrastructuren in de provincie Zeeland, te weten nabij Terneuzen, haalbaar is. De resultaten in deze studie zijn gebaseerd op een verkenning wat er reeds aan bestaande soortgelijk studies is onderzocht en interviews met mogelijke afnemers van diensten van het beoogde centrum. Een belangrijke conclusie van het rapport is dat er geen dringende behoefte is aan een dergelijk Veiligheidscentrum. Er liggen potentiële mogelijkheden, maar die moeten vooral opgepakt worden in samenhang met andere oefenfaciliteiten en mogelijkheden. Garantstellingen worden (nog) niet gegeven door geïnteresseerde partijen. De bestudeerde studies tonen aan dat voor de realisatie van een oefen- / veiligheidscentrum een substantiële garantstelling een essentiële voorwaarde is. De voor u liggende studie komt niet alleen met conclusies. Als Platform hebben we de onderzoekers ook gevraagd met aanbevelingen te komen en ook met randvoorwaarden voor een haalbaarheidsstudie of business case van een op te richten veiligheidscentrum. De onderzoekers hebben hier aandacht aan besteed hetgeen u terug kunt lezen in het rapport. Met dit rapport is het traject van verkenning nog niet afgesloten. Het is nog lang geen gelopen zaak dat er (g)een Veiligheidscentrum komt in Zeeland. Wel zijn er mogelijkheden die verder goed in beeld moeten komen bij een haalbaarheidsonderzoek en vervolgens in een business case. Als Platform Transportveiligheid juichen we een Veiligheidscentrum in Zeeland toe, maar het moet wel realistisch en uitvoerbaar blijken. Met deze studie hopen we een aanzet te hebben gegeven tot een goed vervolg. Jan Lonink, Bestuurslid Platform Transportveiligheid en Portefeuillehouder Weg Platform Transportveiligheid 3 Lectoraat Transportveiligheid

Managementsamenvatting Inleiding De bestaande oefencentra in Nederland bieden nauwelijks (goede) trainings- en oefenfaciliteiten voor calamiteitenbestrijding in ondergrondse bouwwerken. De gemeente Terneuzen en de provincie Zeeland hebben al langere tijd de ambitie om een dergelijke faciliteit te realiseren in Zeeland. In dat kader hebben zij reeds enkele jaren geleden verkennende gesprekken gevoerd met zowel het bedrijfsleven als publieke organisaties. Uit die verkenningen is naar voren gekomen dat er zeker interesse bestaat voor een dergelijk centrum, inmiddels bekend onder de werknaam Veiligheidscentrum ondergrondse infrastructuren Zeeland, kortweg VCZ. Echter, ingegeven door de economische teruggang, is het bedrijfsleven alleen bereid te investeren in een VCZ als daar op voorhand voldoende bezettingsgraad tegenover staat. Het Platform Transportveiligheid heeft op initiatief van het Ministerie van V&J - de opdracht gekregen te verkennen in hoeverre (en onder welke voorwaarden) potentiële gebruikers van een VCZ bereid zouden zijn tot het aangaan van een afnameverplichting betreffende opleiden en oefenen. Het Platform heeft het Lectoraat Transportveiligheid gevraagd deze verkenning uit te voeren. Doelstelling en onderzoeksaanpak Deze verkennende studie dient er toe om aan te geven of het uitvoeren van haalbaarheidsstudie naar een Veiligheidscentrum Zeeland kansrijk is. De centrale vraag luidt: Welke indicaties zijn er voor de haalbaarheid van een veiligheidscentrum voor ondergrondse infrastructuren nabij Terneuzen (provincie Zeeland)? Onder haalbaarheid wordt verstaan de mate waarin er voorafgaand aan de realisatie van het Veiligheidscentrum, voldoende zekerheid bestaat omtrent de afname van opleidings- en oefencapaciteit van het eventueel te realiseren Veiligheidscentrum Zeeland. Om antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag, zijn de volgende twee deelvragen geformuleerd: 1. Welke studies zijn er reeds uitgevoerd naar de haalbaarheid van veiligheids- en oefencentra in Nederland voor hulpdiensten en welke conclusies zijn hierin getrokken? 2. Wat is de behoefte naar aard en omvang aan een dergelijk veiligheids- en oefencentrum? Het onderzoek betreft een documentenstudie (deelvraag 1) en een aantal interviews (deelvraag 2). Beantwoording van de onderzoeksvragen Antwoord deelvraag 1: Van de uitgevoerde haalbaarheidsstudies van oefencentra is slechts die van Firius Oost beschikbaar gesteld. Verder is op basis van overleg met betrokkenen een nader beeld gevormd over de gemaakte afspraken aangaande de haalbaarheid. Op basis hiervan zijn de volgende conclusies getrokken: Platform Transportveiligheid 4 Lectoraat Transportveiligheid

Antwoord deelvraag 2: a. Gerealiseerde veiligheidscentra zijn publiek-private samenwerkingsverbanden; b. Gerealiseerde oefencentra hebben als basisvoorwaarde een substantiële afname/benutting door Veiligheidsregio s van de bezettingsgraad; c. De exploitatie/besluitvorming is zonder garantstelling/verzekerde afname door gebruikers van capaciteit schier onmogelijk. Er wordt door geïnterviewden geen dringende behoefte geuit voor een Veiligheidscentrum te Zeeland. Een VCZ kan in een behoefte voorzien mits het zeer realistisch oefenen faciliteert. Kansen worden gezien op de internationale markt, op de bestrijding van specifieke objecten, zoals ondergrondse infra, maritiem en industriële complexen. Afnamegaranties en garantstelling worden niet gegeven door de geïnterviewde potentiële klanten. Aanbevelingen 1) Beschouw minimaal Europa als de markt van waaruit afnemers (zowel hulpdiensten als private partijen) voor het veiligheidscentrum moeten komen, en richt je daarmee dan ook op meer dan de Nederlandse afnemers. 2) Richt je op de specialties, die specifiek ook de Zeeuwse krachten en situatie tot hun recht laten komen, zijnde maritieme veiligheid, veiligheid in de proces industrie en ondergrondse infrastructuur. 3) Richt je primair op de operationele diensten, met name de brandweer (publiek en privaat). Zij zijn het die eventueel daadwerkelijk in risicovolle omstandigheden zullen moeten optreden. 4) Verbind met het Oefencentrum Vlissingen. Op het Oefencentrum Vlissingen zouden de basisinzetten/vaardigheden beoefend kunnen worden, en op Terneuzen de specialities: maritieme veiligheid, procesveiligheid en ondergrondse infra. Hiermee wordt gehoor gegeven aan de behoefte aan een breed oefenpakket, aan de gevraagde complementariteit in de provincie Zeeland van een eventueel extra veiligheidscentrum en kan gebruikt worden gemaakt van de staande organisatie v.w.b. Oefencentrum Zeeland (one stop shop). 5) Verken de markt in West-Europa, en met name de Benelux, in termen van behoefte en aanbod op het gebied van Veiligheidscentra. 6) Intensiveer de klantbenadering (ook in Nederland) mede met name met behulp van maquettes en 3D animaties die een goed beeld geven van hetgeen men daadwerkelijk wil realiseren. Uit deze verkenning en de opsomming van aanbevelingen adviseren de onderzoekers de onderstaande randvoorwaarden in een eventuele haalbaarheidsstudie aan bod te laten komen om mogelijk tot een positief haalbaarheidsoordeel te komen: Zorg voor een bepaalde mate van afnamegarantie/garantstelling (te denken valt aan minimaal circa 50%) door potentiële klanten. Zoek de coalitie tussen publieke en private partijen voor medefinanciering en risicodeling. Platform Transportveiligheid 5 Lectoraat Transportveiligheid

Werk de complementariteit met Oefencentrum Vlissingen nader uit zowel in termen van de specialities, als in termen van een flexibel aanbod van oefenobjecten en oefeningen. Werk de complementariteit met Oefencentrum Vlissingen ook uit in een eventuele gezamenlijke bedrijfsvoering. Platform Transportveiligheid 6 Lectoraat Transportveiligheid

Inhoudsopgave Voorwoord...3 Managementsamenvatting... 4 1. 1.1 1.2 1.3 1.4 2. 2.1 2.2 2.3 3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 5. Context van deze studie... 8 Aanleiding... 8 Reikwijdte... 8 Opdrachtgever... 8 Opbouw van het rapport... 8 Onderzoeksaanpak... 9 Doel van het onderzoek... 9 Centrale onderzoeksvraag en deelvragen... 9 Onderzoeksopzet... 9 Haalbaarheidsstudies oefencentra in/nabij Nederland... 10 Oefencentrum Firius Oost (2003-2005)... 10 Oefencentrum Dordrecht (2006)... 11 Oefencentrum BOCAS op Schiphol (2008)... 11 Oefencentrum Weeze in Duitsland (2009)... 11 Oefencentrum Zuid-Limburg (2013)... 11 Conclusies... 12 Verkenning van capaciteitsafname door potentiële klanten... 13 Inhoud... 13 Context... 14 Participatie... 15 Realisatie... 16 Samenvatting van interviewbevindingen... 17 Conclusies... 18 Conclusies en aanbevelingen... 19 Bijlage A Interviewvragen... 21 Bijlage B Interviewverslagen... 23 Platform Transportveiligheid 7 Lectoraat Transportveiligheid

1. Context van deze studie 1.1 Aanleiding De bestaande oefencentra in Nederland bieden nauwelijks (goede) trainings- en oefenfaciliteiten voor calamiteitenbestrijding in ondergrondse bouwwerken. De gemeente Terneuzen en de provincie Zeeland hebben al langere tijd de ambitie om een dergelijke faciliteit te realiseren in Zeeland. In dat kader hebben zij reeds enkele jaren geleden verkennende gesprekken gevoerd met zowel het bedrijfsleven als publieke organisaties. Uit die verkenningen is naar voren gekomen dat er zeker interesse bestaat voor een dergelijk centrum, inmiddels bekend onder de werknaam Veiligheidscentrum ondergrondse infrastructuren Zeeland, kortweg VCZ. Echter, ingegeven door de economische teruggang, is het bedrijfsleven alleen bereid te investeren in een VCZ als er zicht is op een voldoende bezettingsgraad. Het Platform Transportveiligheid heeft op initiatief van het Ministerie van V&J - de opdracht gekregen te verkennen in hoeverre (en onder welke voorwaarden) potentiële gebruikers van een VCZ bereid zouden zijn tot het aangaan van een afnameverplichting betreffende opleiden en oefenen. Het Platform heeft het Lectoraat Transportveiligheid gevraagd deze verkenning uit te voeren. 1.2 Reikwijdte Het betreft een verkennende studie waarvoor ruim 15 dagen onderzoektijd beschikbaar is geweest. De studie dient er toe om aan te geven of het uitvoeren van een haalbaarheidsstudie kansrijk is. Tevens dient deze studie er toe aandachtspunten te identificeren en aanbevelingen te formuleren voor verdere initiatieven en activiteiten betreffende een Veiligheidscentrum Zeeland. 1.3 Opdrachtgever De directe opdrachtgever (afstemming en contactmomenten) voor deze verkennende studie is het Platform Transportveiligheid. Indirect is het Ministerie van V&J de organisatie die de studie faciliteert in termen van financiering. 1.4 Opbouw van het rapport In hoofdstuk 2 zijn de onderzoeksvragen en methode beschreven. In hoofdstuk 3 worden de belangrijkste conclusies gepresenteerd van enkele uitgevoerde haalbaarheidsstudies van oefencentra in/nabij Nederland. Omdat een bepaalde mate van garantstelling van potentiële klanten voor de afname van de capaciteit van oefencentra essentieel blijkt te zijn voor de eventuele realisatie van oefencentra, zijn in hoofdstuk 4 enkele potentiële klanten geïnterviewd met de centrale vraag in hoeverre zij deze garantstelling wensen te verschaffen. De conclusies en aanbevelingen zijn verwoord in hoofdstuk 5. Platform Transportveiligheid 8 Lectoraat Transportveiligheid

2. Onderzoeksaanpak 2.1 Doel van het onderzoek In opdracht van Platform Transportveiligheid heeft het Lectoraat Transportveiligheid een verkennende studie uitgevoerd omtrent de mogelijkheden voor een Veiligheidscentrum Zeeland. Deze verkennende studie dient er toe om aan te geven of het uitvoeren van haalbaarheidsstudie naar een Veiligheidscentrum Zeeland kansrijk is. 2.2 Centrale onderzoeksvraag en deelvragen De centrale vraag luidt: Welke indicaties zijn er voor de haalbaarheid van een veiligheidscentrum voor ondergrondse infrastructuren nabij Terneuzen (provincie Zeeland)? Onder haalbaarheid wordt verstaan de mate waarin er voorafgaand aan de realisatie van het veiligheidscentrum, voldoende zekerheid bestaat omtrent de afname van opleidings- en oefencapaciteit van het eventueel te realiseren Veiligheidscentrum Zeeland. Om antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag, zijn de volgende twee deelvragen geformuleerd: 1. Welke studies zijn er reeds uitgevoerd naar de haalbaarheid van veiligheids- en oefencentra in Nederland voor hulpdiensten en welke conclusies zijn hierin getrokken? 2. Wat is de behoefte naar aard en omvang aan een dergelijk veiligheids- en oefencentrum? 2.3 Onderzoeksopzet Het onderzoek betreft een documentenstudie (deelvraag 1) en meerdere interviews (deelvraag 2). De volgende oefencentra zijn benaderd: Oefencentrum Firius Oost nabij Duiven Oefencentrum Dordrecht Oefencentrum Bocas op Schiphol Oefencentrum Weeze in Duitsland Oefencentrum Zuid-Limburg Functionarissen binnen de volgende organisaties zijn geïnterviewd: Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) Rijkswaterstaat (RWS) Rotterdamse Elektrische Tram (RET) Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) Veiligheidsregio Zeeland (VRZ) Nederlandse Spoorwegen (NS) Platform Transportveiligheid 9 Lectoraat Transportveiligheid

3. Haalbaarheidsstudies oefencentra in/nabij Nederland In dit hoofdstuk wordt de eerste onderzoeksvraag beantwoord, luidende: 1. Welke studies zijn er reeds uitgevoerd naar de haalbaarheid van een veiligheids- en oefencentra in Nederland hulpdiensten en welke conclusies zijn hierin getrokken? Als onderdeel van de verkennende studie naar de haalbaarheid van een veiligheidscentrum in Zeeland is een aantal oefen-/veiligheidscentra benaderd met de vraag in hoeverre er voorafgaand aan de totstandkoming van het oefencentrum een business case is opgesteld. Tevens zijn de beschikbare studies bestudeerd op een aantal relevante aspecten voor de (financiële) haalbaarheid, te weten: Contractuele afspraken Bezettingsgraad Garantstellingen Hieronder worden resultaten gepresenteerd van de vijf benaderde oefen-/veiligheidscentra: Oefencentrum Firius Oost nabij Duiven Oefencentrum Dordrecht Oefencentrum Bocas op Schiphol Oefencentrum Weeze in Duitsland Oefencentrum Zuid Limburg 3.1 Oefencentrum Firius Oost (2003-2005) Het initiatief om te komen tot dit oefencentrum was een publiek private samenwerking tussen zeven brandweerregio s uit Oost-Nederland en het toenmalige Stator. Stator bestaat inmiddels niet meer. Het oefencentrum is niet gerealiseerd omdat een aantal partijen zich niet contractueel wilden vastleggen. Uit de aangeleverde documenten zijn een aantal getallen af te leiden: Investering van 17 miljoen euro. Overheidssubsidie van minimaal 1 miljoen euro (structureel/jaar of incidenteel/eenmalig). Jaarlijks benodigd budget vanuit de brandweercomponent 675,-- euro per brandweerman en minimaal 5000 brandweermensen nodig om te kunnen draaien, dit is dus een jaarlijks gegarandeerd budget van 3.375.000,-- euro. Een jaarlijkse, niet gedefinieerde, bijdrage van de rijksoverheid voor het oefenen van bovenregionale eenheden. Een jaarlijkse bezetting van minimaal 15 weken door het toenmalig Nibra (thans IFV), te kwantificeren in een gegarandeerde inkomstenbron van circa 500.000,-- euro. Het budget afkomstig van BHV-trainingen en andere doelgroepen (politie en GHOR) kunnen niet worden achterhaald. Platform Transportveiligheid 10 Lectoraat Transportveiligheid

3.2 Oefencentrum Dordrecht (2006) Het oefencentrum in Dordrecht is opgezet als publiek-privaat partnerschap tussen de Regionale Brandweer Zuid-Holland Zuid en het toenmalige Holland Safety Center (inmiddels opgegaan in de Falck-organisatie). De regionale brandweer bezit 52% van de aandelen in dit oefenterrein en zorgt vanuit de eigen behoefte voor een evenredige bezettingsgraad. Bij de totstandkoming is dit ook als zodanig afgesproken (maar niet als zodanig aangetroffen). De regionale brandweer heeft daar verder geen financiële consequenties aan verbonden. Informatie leert dat men het bedrag voor realistisch oefenen vanuit de eigen (regionale) behoefte (een optelsom van de deel uit makende korpsen) heeft vrijgemaakt en een min of meer gedwongen winkelnering bij het oefencentrum heeft afgesproken. De overige noodzakelijke bezetting om het oefencentrum rendabel te maken is de verantwoordelijkheid van de private partner. Voor zover kon worden achterhaald zijn er geen financiële afspraken vastgelegd. 3.3 Oefencentrum BOCAS op Schiphol (2008) Oefencentrum BOCAS is ontwikkeld als opvolger van het oefenterrein Wester Gasfabriek in Amsterdam. De Wester Gasfabriek was het eigen opleidings- en oefenterrein van de Amsterdamse brandweer. Dit centrum moest om planologische redenen worden verplaatst. Op basis van het besluit van de gemeente Amsterdam om het oefencentrum te verplaatsen en de onveranderde interne opleidings- en oefenbehoefte van de brandweer Amsterdam is dit oefencentrum opgezet. De vraag naar een business case is wel uitgezet bij Brandweer Amsterdam-Amstelland maar die heeft niets opgeleverd. 3.4 Oefencentrum Weeze in Duitsland (2009) Dit oefencentrum, gehuisvest te Weeze (Duitsland) in het accommodatiedeel van een voormalige RAF luchtmachtbasis, is in eerste instantie ontwikkeld door een Nederlandse ondernemer. Deze is failliet gegaan in 2012. De oorspronkelijke business case is niet verkregen. Er is wel een doorstart gemaakt met financiële ruggensteun van Weeze Airport. Dit wil zeggen dat het bedrijf met een andere directie nu bezig is om een business case te ontwikkelen zodat inzicht wordt verschaft in de haalbaarheid van een financieel gezonde bedrijfsvoering. De huidige general manager van dit oefencentrum heeft wel aangegeven veel belangstelling te hebben voor het incorporeren van de specialisatie ondergrondse infrastructuren binnen zijn oefencentrum. 3.5 Oefencentrum Zuid-Limburg (2013) Het oefencentrum Zuid-Limburg is nog niet gerealiseerd. Voor zover bekend is er een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd door Falck. Navraag bij de veiligheidsregio Zuid Limburg leerde dat de resultaten van dit haalbaarheidsonderzoek (nog) niet in haar bezit zijn. Mogelijk dat de private partner het onderzoek heeft uitgevoerd en deze gegevens onder beheer heeft. Deze business case is niet verkregen. Platform Transportveiligheid 11 Lectoraat Transportveiligheid

3.6 Conclusies Uit de bovenstaande inventarisatie volgen de onderstaande conclusies: 1. Van de uitgevoerde haalbaarheidsstudies van oefencentra is slechts die van Firius Oost beschikbaar gesteld. Verder is op basis van overleg met betrokkenen een nader beeld gevormd over de gemaakte afspraken aangaande de haalbaarheid. Op basis hiervan zijn de volgende conclusies getrokken: a. Gerealiseerde oefen-/veiligheidscentra zijn publiek-private samenwerkingsverbanden. b. Gerealiseerde oefen-/veiligheidscentra hebben als basisvoorwaarde een substantiële afname/benutting door veiligheidsregio s van de bezettingsgraad; c. De exploitatie/besluitvorming is zonder garantstelling/verzekerde afname door gebruikers van capaciteit schier onmogelijk. Platform Transportveiligheid 12 Lectoraat Transportveiligheid

4. Verkenning van capaciteitsafname door potentiële klanten In dit hoofdstuk wordt de tweede onderzoeksvraag beantwoord, en die luidt: 2. Wat is de behoefte naar aard en omvang aan een veiligheidscentrum voor ondergrondse infrastructuren? Om antwoord te kunnen geven op deze vraag zijn functionarissen met veiligheid in hun portefeuille binnen de onderstaande organisaties zijn geïnterviewd: Rijkswaterstaat (RWS), de heer B. van der Padt Rotterdamse Elektrische Tram (RET): de heer A. van Dijk Nederlandse Spoorwegen (NS): de heer F. Reitsma Instituut fysieke Veiligheid (IFV): de heren L. Zaal en W. Beckmann Veiligheidsregio Zeeland (VRZ): de heren A. Willemstein en L. van der Maas Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR): de heren H. Broekhuizen en O. Strotmann De volledige interviewverslagen zijn weergegeven in de bijlage B. De vragenlijst welke aan de basis stond van de interviews bestond uit 12 vragen (zie bijlage A), opgedeeld in 4 hoofdonderwerpen: Inhoud: hoe staat men tegenover het idee van een veiligheidscentrum te Zeeland? Context: Waar liggen kansen/bedreigingen voor een veiligheidscentrum te Zeeland? Participatie: Welke mate van participatie voorziet voor de eigen organisatie van een veiligheidscentrum te Zeeland? Realisatie: Welke vervolg stappen moeten worden gezet om te komen tot een eventuele realisatie van een veiligheidscentrum te Zeeland? Hieronder volgen de conclusies uit de gehouden interviews per hoofdonderwerp. 4.1 Inhoud Binnen het hoofdonderwerp inhoud waren de vragen gericht op het achterhalen hoe men tegenover het idee van een veiligheidscentrum te Zeeland staat. Organisatie IFV, 22/2/2013 RWS, 27/3/2013 Kern Het IFV organiseert opleidingen en oefeningen voor VR s (klanten). Indien faciliteiten van VCZ aansluiten op klantbehoefte is IFV zeker geïnteresseerd. RWS beheert tunnels en gebruikt de eigen tunnels als oefenobjecten en heeft derhalve geen behoefte aan een VCZ. Platform Transportveiligheid 13 Lectoraat Transportveiligheid

RET, 4/4/2013 VRR, 9/4/2013 VRZ, 16/4/2013 NS, 22/4/2013 Conclusie De RET hecht belang aan de veiligheid van het eigen personeel in ondergrondse ruimten. Hiertoe oefent men de circa 1600 personen eens per 3 jaar en is men zeker geïnteresseerd in een VCZ, mits realistisch. De VRR heeft circa 800 personen die eens per 3 jaar goed geoefend moeten zijn op ondergrondse gevaren en eventuele inzetten en is zeker geïnteresseerd, mits realistisch. De VRZ heeft circa 150 personen die eens per 3 jaar goed geoefend moeten zijn op ondergrondse gevaren en is zeker geïnteresseerd, mits realistisch en niet concurrerend met bestaande oefencentrum Vlissingen. NS personeel (machinisten, conducteurs) werkt in ondergrondse infra (tunnels en stations) en oefent de eigen mensen (circa 2500) op ondergrondse gevaren op de eigen oefenlocatie te Amersfoort (halve dag/jaar). Geen behoefte aan een VCZ. Er bestaat behoefte, zij het latent, aan een VCZ bij de hulpdiensten die tunnels in hun verzorgingsgebied hebben en niet zozeer bij partijen die geen operationele taak in de ondergrondse infra hebben. 4.2 Context Binnen het hoofdonderwerp context waren de vragen gericht op de kansen en bedreigingen ten aanzien van een veiligheidscentrum te Zeeland. De kansen worden hieronder benoemd. Organisatie IFV, 22/2/2013 RWS, 27/3/2013 RET, 4/4/2013 VRR, 9/4/2013 VRZ, 16/4/2013 Kern Er zijn kansen mits men a) onderscheidend is t.o.v. bestaande oefencentra in Nederland, b) v.w.b. ondergrondse infra complementair is aan Fire Service College, Revinge en Hagerbach. RWS acht kansen gering, mede vanwege decentrale locatie. Er zijn kansen mits men a) realistische oefen objecten realiseert, die b) aanpasbaar zijn aan de specifieke klantwensen. V.w.b. dat laatste biedt een nieuw te realiseren centrum goede mogelijkheden. Er zijn kansen mits men a) internationaal denkt (Benelux, UK, Midden-Oosten) en b) realistische objecten en effecten en c) een breed samengesteld oefenpakket aanbiedt. Er zijn kansen mits men a) internationaal denkt (Benelux) en b) aanvullende mogelijkheden biedt t.o.v. Vlissingen, te denken valt aan ondergrondse infra, maritiem en industriële incidentbestrijding. Platform Transportveiligheid 14 Lectoraat Transportveiligheid

NS, 22/4/2013 Conclusie Er zijn kansen mits men a) Europees denkt en b) een breed pakket van oefenmogelijkheden aanbiedt. Er worden kansen gezien voor een VCZ. De kansen liggen op het vlak van realistische oefenmogelijkheden, internationale oriëntatie en onderscheidende en complementaire oefenobjecten, te weten ondergronds, maritiem en industrie. 4.3 Participatie Binnen het hoofdonderwerp participatie waren de vragen gericht op participatie/garantstelling voor afname van capaciteit die men voorziet in een veiligheidscentrum te Zeeland voor de eigen organisatie van. Organisatie IFV, 22/2/2013 RWS, 27/3/2013 RET, 4/4/2013 VRR, 9/4/2013 VRZ, 16/4/2013 NS, 22/4/2013 Conclusie Kern Geen participatie, wel afname indien de mogelijkheden passen bij de klantbehoeftes. Geen. Ja, te denken valt aan een meerjaren afname contract mits de oefenmogelijkheden voldoende realistisch zijn. Ja, te denken valt aan een meerjaren afname contract mits de oefenmogelijkheden zeer realistisch zijn en er een breed oefenpakket wordt aangeboden. Ja, te denken valt aan een meerjaren afname contract mits de oefenmogelijkheden voldoende realistisch zijn en aanvullend zijn met het bestaande oefencentrum Vlissingen. Geen. Voor het eventueel verstrekken van afnamegaranties door met name de hulpdiensten zal eerst duidelijk moeten zijn welke vorm en mate van realistisch oefenen geboden wordt. Vervolgens zal ook de prijs een factor van belang zijn bij de afweging. Platform Transportveiligheid 15 Lectoraat Transportveiligheid

4.4 Realisatie Binnen het hoofdonderwerp realisatie waren de vragen gericht op welke vervolgstappen nu genomen moeten worden om de realisatie van het VCZ nader bij te brengen. Organisatie IFV, 22/2/2013 RWS, 27/3/2013 RET, 4/4/2013 VRR, 9/4/2013 VRZ, 16/4/2013 NS, 22/4/2013 Conclusie Kern Een door een private partij uit te voeren haalbaarheidsstudie. N.v.t. Zeeuwse publieke partijen moeten de krachten verenigen en de potentiële klanten bevragen op hun behoeftes en hen gaan informeren over de verdere invulling van een VCZ. Ofwel het Rijk, ofwel een private partij zal verder het voortouw hierin moeten gaan nemen. Zeeuwse publieke en private partijen moeten de krachten verenigen en een publiek private samenwerking moeten opzetten die de uitvoering van haalbaarheidsstudie gaat faciliteren. N.v.t. Een vorm van publiek-private samenwerking met belanghebbenden zal gestalte moet gaan krijgen, om enerzijds de behoeftes van potentiële klanten nader te specificeren en anderzijds het eigen aanbod verder in te vullen. Dit als basis voor een haalbaarheidsstudie. Platform Transportveiligheid 16 Lectoraat Transportveiligheid

4.5 Samenvatting van interviewbevindingen Organisatie Inhoud Context Participatie Realisatie Conclusie aangaande interesse IFV, 22/2/2013 Indien faciliteiten van VCZ aansluiten op klantbehoefte is IFV zeker geïnteresseerd Er zijn kansen mits VCZ onderscheidend en complementair is Geen participatie, wel afname indien de mogelijkheden passen bij de klantbehoeftes Een door een private partij uit te voeren haalbaarheidsstudie Ja, mits RWS, 27/3/2013 RWS gebruikt de eigen tunnels als oefenobjecten en heeft derhalve geen behoefte aan VCZ RWS acht kansen gering mede vanwege locatie Geen N.v.t. Nee RET, 4/4/2013 De RET oefent de ca 1600 personen eens per 3 jaar en men is zeker geïnteresseerd in een VCZ, mits realistisch Er zijn kansen mits men realistische oefen objecten realiseert, die aanpasbaar zijn Ja, te denken valt aan een meerjaren afname contract, mits zie context Zeeuwse publieke partijen moeten de krachten verenigen Ja, mits VRR, 9/4/2013 De VRR heeft ca 800 personen die eens per 3 jaar goed geoefend moeten en is zeker geïnteresseerd, mits realistisch Er zijn kansen mits men internationaal denkt, realistische objecten en effecten simuleert en een breed samengesteld oefenpakket aanbiedt Ja, te denken valt aan een meerjaren afname contract, mits zie context Ofwel het Rijk, ofwel een private partij Ja, mits VRZ, 16/4/2013 De VRZ heeft ca 150 personen die eens per 3 jaar goed geoefend moeten zijn en is zeker geïnteresseerd, mits realistisch en niet concurrerend met bestaand oefencentrum Vlissingen Er zijn kansen mits men internationaal denkt (Benelux) en b) aanvullende mogelijkheden biedt t.o.v. Vlissingen, te denken valt aan ondergrondse infra, maritiem en industriële incidentbestrijding Ja, te denken valt aan een meerjaren afname contract, mits zie context Zeeuwse publieke en private partijen moeten de krachten verenigen Ja, mits. NS, 22/4/2013 NS oefent de eigen mensen (ca 2500) op ondergrondse gevaren op de eigen oefenlokatie te Amersfoort (halve dag/jr) Er zijn kansen mits men a) Europees denkt en b) een breed pakket van oefenmogelijkheden aanbiedt Geen N.v.t. Nee Conclusie Er bestaat behoefte aan een VCZ bij met name de hulpdiensten en minder bij partijen die geen operationele taak in de ondergrondse infra hebben Er worden kansen gezien voor een VCZ. De kansen liggen op realistische oefenmogelijkheden, internationale klanten en onderscheidende en complementaire oefenobjecten, te weten ondergronds, maritiem en industrie Voor het eventueel verstrekken van afnamegaranties door met name de hulpdiensten zal eerst duidelijk moeten zijn welke mate van realistisch oefen geboden wordt, welke oefeningen worden aangeboden. Vervolgens zal ook de prijs een factor van belang zijn. Een vorm van publiekprivate samenwerking met Zeeuwse belanghebbenden Er is een behoefte aan een VCZ, waarbij realistisch oefenen op het gebied van ondergrondse infra, maritiem en industriële incidentbestrijding kansen biedt Platform Transportveiligheid 17 Lectoraat Transportveiligheid

4.6 Conclusies Uit de bovenstaande inventarisatie volgen de onderstaande conclusies: Er wordt door de geïnterviewden geen dringende behoefte geuit voor een Veiligheidscentrum te Zeeland. Het VCZ kan in die behoefte voorzien mits het zeer realistisch oefenen faciliteert. Kansen worden gezien op de internationale markt, op de bestrijding van specifieke objecten, zoals ondergrondse infra, maritiem en industriële complexen. Afnamegaranties en garantstelling worden vooralsnog niet gegeven door potentiële klanten. Platform Transportveiligheid 18 Lectoraat Transportveiligheid

5. Conclusies en aanbevelingen Beantwoording van de deelvragen Antwoord deelvraag 1: Van de uitgevoerde haalbaarheidsstudies van oefen-/veiligheidscentra is slechts die van Firius Oost beschikbaar gesteld. Verder is op basis van overleg met betrokkenen een nader beeld gevormd over de gemaakte afspraken aangaande de haalbaarheid. Op basis hiervan zijn de volgende conclusies getrokken: Antwoord deelvraag 2: a. Gerealiseerde oefen-/veiligheidscentra zijn publiek-private samenwerkingsverbanden b. Gerealiseerde oefencentra hebben als basisvoorwaarde een substantiële afname/benutting door veiligheidsregio s van de bezettingsgraad; c. De exploitatie/besluitvorming is zonder garantstelling/verzekerde afname door gebruikers van capaciteit onmogelijk. Er wordt door de geïnterviewden geen dringende behoefte geuit voor een Veiligheidscentrum te Zeeland. Een VCZ kan in een behoefte voorzien mits het realistisch oefenen faciliteert. Kansen worden gezien op de internationale markt, op de bestrijding van specifieke objecten (zogenaamde specialties), zoals ondergrondse infra, maritiem en industriële complexen. Afnamegaranties en garantstelling worden vooralsnog niet gegeven door potentiële klanten. Met de beantwoording van de twee deelvraag kan de centrale onderzoeksvraag beantwoord worden. Welke indicaties zijn er voor de haalbaarheid van een veiligheidscentrum voor ondergrondse infrastructuren nabij Terneuzen (provincie Zeeland)? De haalbaarheid op basis van de Nederlandse markt is gering. Mocht men verder willen met de ontwikkeling van een Veiligheidscentrum te Zeeland (VCZ) dan bevelen wij de volgende activiteiten aan initiatiefnemers aan: Aanbevelingen 1) Beschouw minimaal Europa als de markt van waaruit afnemers voor het veiligheidscentrum moeten komen, en richt je daarmee dan ook op meer dan de Nederlandse afnemers. 2) Richt je op de specialties, die specifiek ook de Zeeuwse krachten en situatie tot hun recht laten komen, zijnde maritieme veiligheid, veiligheid in de proces industrie en ondergrondse infrastructuur 3) Richt je primair op de operationele diensten, met name de brandweer. Zij zijn het die eventueel daadwerkelijk in gevaarlijke omstandigheden zullen moeten optreden. Platform Transportveiligheid 19 Lectoraat Transportveiligheid

4) Verbind met het Oefencentrum Vlissingen. Op het oefencentrum Vlissingen zouden de basisinzetten/vaardigheden beoefend kunnen worden, en op Terneuzen de specialities: maritieme veiligheid, procesveiligheid en ondergrondse infra. Hiermee wordt gehoor gegeven aan de behoefte aan een breed oefenpakket, aan de gevraagde complementariteit in de provincie Zeeland van een eventueel extra veiligheidscentrum en kan gebruikt worden gemaakt van de staande organisatie v.w.b. Oefencentrum Zeeland (one stop shop). 5) Verken de markt in Europa in termen van behoefte en aanbod op het gebied van Veiligheidscentra. 6) Intensiveer de klantbenadering (ook in Nederland) mede met name met behulp van maquettes en 3D animaties die een goed beeld geven van het geen men daadwerkelijk realiseren. Uit deze verkenning en de opsomming van aanbevelingen adviseren de onderzoekers de onderstaande randvoorwaarden in een eventuele haalbaarheidsstudie aan bod te laten komen om mogelijk tot een positief haalbaarheidsoordeel te komen: Zorg voor een bepaalde mate van afnamegarantie/garantstelling (te denken valt aan minimaal circa 50%) door potentiële klanten; Zoek de coalitie tussen publieke en private partijen voor medefinanciering en risicodeling; Werk de complementariteit met Oefencentrum Vlissingen nader uit zowel in termen van de specialities, als in termen van een flexibel aanbod van oefenobjecten en oefeningen; Werk de complementariteit met Oefencentrum Vlissingen ook uit in een eventuele gezamenlijke bedrijfsvoering. Platform Transportveiligheid 20 Lectoraat Transportveiligheid

Bijlage A Interviewvragen Inleiding De bestaande oefencentra in Nederland bieden nauwelijks (goede) trainings- en oefenfaciliteiten voor calamiteitenbestrijding in ondergrondse bouwwerken. De gemeente Terneuzen en de provincie Zeeland hebben al langere tijd de ambitie om een dergelijk faciliteit te realiseren in Zeeland. In dat kader hebben zij reeds verkennende gesprekken gevoerd met zowel het bedrijfsleven als publieke organisaties. Uit die verkenningen is naar voren gekomen dat er zeker interesse bestaat voor een dergelijk centrum, inmiddels bekend onder de werknaam Veiligheidscentrum ondergrondse infrastructuren Zeeland, kortweg VCZ. Echter, ingegeven door de economische teruggang, is het bedrijfsleven alleen bereid te investeren in een VCZ als daar voldoende bezettingsgraad tegenover staan. Het platform Transportveiligheid heeft op initiatief van het Ministerie van V&J- de opdracht gekregen in kaart te brengen in hoeverre (en onder welke voorwaarden) potentiële gebruikers van een VCZ bereid zouden zijn tot het aangaan van een afnameverplichting. Vragenlijst Inhoud 1. Hoe staat u tegenover de realisatie van een oefen-, test- en opleidingscentrum in Zeeland? i) Wat maakt het voor u interessant? ii) Wat is uw concrete behoefte waar het ondergrondse bouwwerken betreft? iii) Op welke wijze geeft u nu invulling aan die behoefte? (opleiden/trainen/oefenen/testen) iv) Maakt u hiervoor reeds gebruik van een oefen-/testcentrum? v) Zo ja, over welke geboden faciliteiten bent u te spreken? vi) En welke faciliteiten ontbreken er volgens u? 2. Waar moet een VCZ aan voldoen wil het voor u interessant te zijn? i) Welke faciliteiten zou dit centrum moeten aanbieden? (bijv. type oefenobjecten en/of testfaciliteiten, meerdaags oefenen/trainen, multidisciplinaire oefeningen etc) 3. Zou een VCZ ook voor andere partijen interessant kunnen zijn? Context 4. Wat zijn volgens u de kansen voor een VCZ? 5. Welke hindernissen/obstakels/bedreigingen ziet u? Platform Transportveiligheid 21 Lectoraat Transportveiligheid

6. Voor welke andere partijen zou een VCZ ook interessant kunnen zijn? i) Aan welke partijen denkt u concreet? ii) Voor welke doeleinden? iii) Welke belangen hebben zij volgens u? Participatie 7. Gaat u gebruik maken van een VCZ? i) Zo ja, in welke vorm, op welke wijze, in welke mate? ii) Zo nee, waarom niet? iii) Welke informatie heeft u nodig om een besluit te nemen over het gebruik? iv) Aan welke randvoorwaarden moet worden voldaan voor uw eventuele gebruik name? (faciliteiten, kosten, deelname andere partijen, etc) v) Wie is hiervoor beslissingsbevoegd in uw organisatie? vi) Is deze persoon op de hoogte van het initiatief? 8. Bent u bereid een afnamegarantie af te geven voor gebruik van een VCZ? i) Zo ja, welke afnameverplichting (capaciteit, bijvoorbeeld in uren/dagen/cursisten etc.) en onder welke voorwaarden? ii) Zo nee, waarom niet? 9. Bent u bereid financieel bij te dragen aan het opstellen van een haalbaarheidsstudie? i) Zo nee, zou u in deze fase een andere bijdrage willen leveren? Realisatie 10. Wie acht u de aangewezen initiatiefnemer om tot een VCZ te komen en waarom? 11. Wat is volgens u de volgende stap die moet worden gezet? 12. Welke partijen/personen dienen daarvoor te worden benaderd/betrokken? Platform Transportveiligheid 22 Lectoraat Transportveiligheid

Bijlage B Interviewverslagen Elk van de interviews werd ingeleid met onderstaande passage Inleiding De bestaande oefencentra in Nederland bieden nauwelijks (goede) trainings- en oefenfaciliteiten voor calamiteitenbestrijding in ondergrondse bouwwerken. De gemeente Terneuzen en de provincie Zeeland hebben al langere tijd de ambitie om een dergelijk faciliteit te realiseren in Zeeland. In dat kader hebben zij reeds verkennende gesprekken gevoerd met zowel het bedrijfsleven als publieke organisaties. Uit die verkenningen is naar voren gekomen dat er zeker interesse bestaat voor een dergelijk centrum, inmiddels bekend onder de werknaam Veiligheidscentrum ondergrondse infrastructuren Zeeland, kortweg VCZ. Echter, ingegeven door de economische teruggang, is het bedrijfsleven alleen bereid te investeren in een VCZ als daar voldoende bezettingsgraad tegenover staan. Het platform Transportveiligheid heeft op initiatief van het Ministerie van V&J- de opdracht gekregen in kaart te brengen in hoeverre (en onder welke voorwaarden) potentiële gebruikers van een VCZ bereid zouden zijn tot het aangaan van een afnameverplichting. In de bijlage worden achtereenvolgens de interviewverslagen integraal gepresenteerd met: Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) Rijkswaterstaat (RWS) Rotterdamse Elektrische Tram (RET) Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) Veiligheidsregio Zeeland (VRZ) Nederlandse Spoorwegen (NS) Platform Transportveiligheid 23 Lectoraat Transportveiligheid

Gespreksverslag, Leo Zaal (IFV), versie 21 februari 2013 De antwoorden van Leo Zaal beginnen hieronder met IFV. Inhoud 1. Hoe staat u tegenover de realisatie van een oefen-, test- en opleidingscentrum in Zeeland? Niet afwijzend als deze ontwikkeling past binnen het palet van het Versterkingsplan Brandweeronderwijs. In dit plan wordt ook een verdere specialisatie van oefenterreinen voorzien. i) Wat maakt het voor u interessant? Interessant in samenwerking waardoor klanten in de ruimste zin een goede oefenomgeving kan worden geboden. ii) Wat is uw concrete behoefte waar het ondergrondse bouwwerken betreft? Niet inhoudelijk, alleen als het centrum zich vergaand specialiseert waardoor het testen van procedures en experimenten gekoppeld aan het living lab kunnen worden uitgevoerd. Proefopstellingen die een betrouwbaar beeld geven zijn hiervoor van belang iii) Op welke wijze geeft u nu invulling aan die behoefte? (opleiden/trainen/oefenen/testen) Brandweeracademie verzorgd op verzoek van klanten trainingen in het bestrijden van incidenten in ondergrondse infra (tunnels en parkeergarages). iv) Maakt u hiervoor reeds gebruik van een oefen-/testcentrum? Ja. Voor realistische opleidingen en oefeningen wordt nu gebruik gemaakt van het oefencentrum Hagerbach in Sargans, Zwitserland. Industriële incidenten worden beoefend bij Falck of op het Fire Service College v) Zo ja, over welke geboden faciliteiten bent u te spreken? De faciliteiten zijn gericht op het huidige gedachtegoed en voldoen daaraan. vi) En welke faciliteiten ontbreken er volgens u? Faciliteiten zoude best wat ruimer / groter mogen zijn en denk hierbij ook aan elementen zoals havenveiligheid en dergelijke. Dit is een nog niet ontwikkelde markt. 2. Waar moet een VCZ aan voldoen wil het voor u interessant te zijn? i) Welke faciliteiten zou dit centrum moeten aanbieden? (bijv. type oefenobjecten en/of testfaciliteiten, meerdaags oefenen/trainen, multidisciplinaire oefeningen etc) Het centrum zou iets extra s moeten toevoegen op het al in Nederland of West Europa aanwezige aanbod zoals bijvoorbeeld Fire Service College, Revinge of Hagerbach. 3. Zou een VCZ ook voor andere partijen interessant kunnen zijn? Platform Transportveiligheid 24 Lectoraat Transportveiligheid

Context Mogelijk wel, als het voldoende onderscheidend kan zijn van bestaande mogelijkheden zowel qua opleiden en oefenen als qua uitvoeringsmogelijkheden voor experimenten. Denk hierbij ook vooral aan nog niet zover ontwikkelde markten als bijvoorbeeld de eerder genoemde havenveiligheid. 4. Wat zijn volgens u de kansen voor een VCZ? Kansen zijn er alleen als het centrum voldoende onderscheidend is zowel aangaande opleidings- en oefenfaciliteiten als aangaande testmogelijkheden, kennisontwikkeling en dergelijke. Van belang is het dan ook werkelijke diepgaande expertise aan het centrum te verbinden. 5. Welke hindernissen/obstakels/bedreigingen ziet u? De ligging in Nederland en dan ook nog in een van de uiterste hoeken van Nederland maakt het wat lastig. De bereikbaarheid is een extra obstakel. Vraag is ook of er voldoende logiescapaciteit beschikbaar is voor meerdaagse trainingen of experimenten. 6. Voor welke andere partijen zou een VCZ ook interessant kunnen zijn? Participatie i) Aan welke partijen denkt u concreet? Universiteiten zoals de TU Delft, Vrije Universiteit en de Erasmus Universiteit, Universiteit van Lund in Zweden, mits deze kennisinstituten ook de behoefte hebben aan meer praktijk gericht onderzoek ii) Voor welke doeleinden? Het opzetten van experimenten op grote schaal. Nu is men vaak beperkt tot het uitvoeren van experimenten op schaal, dit centrum kan de mogelijkheid bieden de experimenten op werkelijke schaal uit te voeren. iii) Welke belangen hebben zij volgens u? Kennisontwikkeling, ondersteuning technologische ontwikkelingen, onderzoeken van effecten van crisisbeheersingsmaatregelen, bestuderen van veiligheidsrisico s en de mogelijke antwoorden daarop (havenveiligheid). 7. Gaat u gebruik maken van een VCZ? Ja, dat is mogelijk indien het passend is binnen de landelijke ontwikkeling van oefenterreinen, voldoende onderscheidend is. i) Zo ja, in welke vorm, op welke wijze, in welke mate? Indien passend op de klantvraag en of passend binnen een onderzoeksprogramma ii) Zo nee, waarom niet? iii) Welke informatie heeft u nodig om een besluit te nemen over het gebruik? Voldoet het centrum aan de landelijk gestelde normen Platform Transportveiligheid 25 Lectoraat Transportveiligheid

Is het centrum passend in het grotere geheel Is het centrum dag- dagelijks in bedrijf iv) Aan welke randvoorwaarden moet worden voldaan voor uw eventuele ingebruikname? (faciliteiten, kosten, deelname andere partijen, etc) Reële kostprijs voor het gebruik Voldoende faciliteiten zoals: briefingruimten, variëteit aan scenario s, deskundigen beschikbaar, ondersteuning beschikbaar, eventueel specialistisch materieel beschikbaar. v) Wie is hiervoor beslissingsbevoegd in uw organisatie? Afhankelijk van het soort en de omvang van een project. Eindverantwoordelijken Leo Zaal en Wim Beckmann. vi) Is deze persoon op de hoogte van het initiatief? Ja. 8. Bent u bereid een afnamegarantie af te geven voor gebruik van een VCZ? i) Zo ja, welke afnameverplichting (capaciteit, bijvoorbeeld in uren/dagen/cursisten etc.) en onder welke voorwaarden? ii) Zo nee, waarom niet? Hang af van het resultaat, h de invulling van het centrum. Als er een specifieke klantvraag is naar een opleiding of training op het gebied van ondergrondse infra, dan willen we wel afnemen. Garanties kunnen hier niet voor gegeven worden. 9. Bent u bereid financieel bij te dragen aan het opstellen van een haalbaarheidsstudie? Het onderzoeken van de haalbaarheid is een ondernemersaangelegenheid. i) Zo nee, zou u in deze fase een andere bijdrage willen leveren? Als het centrum voldoet aan landelijke normen en eisen kan het worden opgenomen in het programmatische aanbod van het IFV. Realisatie 10. Wie acht u de aangewezen initiatiefnemer om tot een VCZ te komen en waarom? Geen voorkeur, het is een ondernemersvraag. 11. Wat is volgens u de volgende stap die moet worden gezet? business case opstellen, voor inhoudelijke behoeften kan men onder andere terecht bij het IFV. Platform Transportveiligheid 26 Lectoraat Transportveiligheid

12. Welke partijen/personen dienen daarvoor te worden benaderd/betrokken? - Rijkswaterstaat - Havendiensten voor havenveiligheid - BRZO-bedrijven - IFV kan gebruikt worden als informatiebron voor brandweertechnische behoefte(n) Platform Transportveiligheid 27 Lectoraat Transportveiligheid

Gespreksverslag Wim Beckmann (IFV), versie 23 februari 2013 De antwoorden van Wim Beckmann beginnen hieronder met IFV. Inhoud 1. Hoe staat u tegenover de realisatie van een oefen-, test- en opleidingscentrum in Zeeland? Dubbel; alles staat of valt met de mogelijkheid te regisseren tussen vraag en aanbod. Er is sprake van een overkill aan oefenterreinen, het onderscheiden vermogen zal voldoende groot moeten zijn anders heeft dit centrum geen kans. Voor specifieke behoefte, kleine trainingen in bestrijding van tunnelincidenten, kan in het buitenland eenvoudig worden uitgevoerd. Ik heb twijfel of de voorbereiding op grote incidenten voldoende gedegen plaats kan vinden (grootschalig in de tunnel) dit in relatie tot het volume van de specifieke doelgroep en de benodigde investering. De vraag is of Nederland groot genoeg is om iets van betekenis te kunnen realiseren. Kun je dit niet beter elders in de EU halen waar deze kennis al voorhanden is. Daarnaast is een generieke training niet voldoende. Kennis- en kundeontwikkeling moet dicht bij de operatiën liggen. De tunnelspecifieke aspecten zullen uiteindelijk wel op de eigen tunnel beoefend moeten worden. Dit geldt ook voor samenwerking met tunnelorganisatie. Dit verkleind het volume voor een centrale, meer generiek inrichting. i) Wat maakt het voor u interessant? Mogelijkheid om kennis te genereren op basis van praktijkonderzoek bij realistisch gesimuleerde oefeningen. Het voorzieningenniveau, voldoende capaciteit van de ondergrondse infra (tunnel en parkeergarage. ii) Wat is uw concrete behoefte waar het ondergrondse bouwwerken betreft? Zie hierboven iii) Op welke wijze geeft u nu invulling aan die behoefte? (opleiden/trainen/oefenen/testen) We ondersteunen regio s bij het uitvoeren van oefeningen in tunnels, vaak wordt hier gebruik gemaakt van de eigen tunnel of parkeergarage(s) binnen het verzorgingsgebied. iv) Maakt u hiervoor reeds gebruik van een oefen-/testcentrum? Voor realistische opleidingen en oefeningen wordt nu gebruik gemaakt van het oefencentrum Hagerbach in Sargans, Zwitserland. v) Zo ja, over welke geboden faciliteiten bent u te spreken? Zeer te spreken over de daar aanwezige les- en oefenfaciliteiten. vi) En welke faciliteiten ontbreken er volgens u? Geen Platform Transportveiligheid 28 Lectoraat Transportveiligheid

2. Waar moet een VCZ aan voldoen wil het voor u interessant te zijn? Onderscheidend zijn ten opzicht van andere oefencentra. De verhouding tussen investering en bezetting > tariefstelling. Een torenhoog tarief zal niet helpen de bezettingsgraad te verbeteren. Ondergrondse infra = moet onderscheiden zijn en voldoende groot om grote en complexe oefeningen te kunnen houden Maritiem: geen direct zicht op, mogelijk is een samenwerking met Flack hier een goede insteek Industrie: onderscheidend van kleine oefencentra, samenwerking met Falck i) Welke faciliteiten zou dit centrum moeten aanbieden? (bijv. type oefenobjecten en/of testfaciliteiten, meerdaags oefenen/trainen, multidisciplinaire oefeningen etc) - Praktijk ondersteund met theorie op voldoende grote schaal - Geschikt voor verschillende doelgroepen - Ploegen; vakbekwaam worden bestrijding incidenten in ondergrondse infra eenmalig; vakbekwaam blijven inschatting i x per 3 jaar - OVD? HOVD Table Top oefeningen gericht op de eigen situatie - Meerdaagse realistische oefeningen, inclusief logistieke problemen en realistisch verloop in tijd. 3. Zou een VCZ ook voor andere partijen interessant kunnen zijn? Context - RWS o o o Incidentbeheersing Bouwers Kennisontwikkeling Behoefte onderzoeken Effect van preventieve voorzieningen Onderbouwing van ontwikkelingskengetallen Effecten van verschillende bouwwijzen - GHOR niet - Politie niet - Brandweer onderzoek of de beschikbare (blus- en redding) materialen wel toereikend zijn Er staan nog al wat Parkeergarages op de nominatie om gesloopt te worden, waarschijnlijk zullen deze kansen benut gaan worden. 4. Wat zijn volgens u de kansen voor een VCZ? Dit is sterk afhankelijk van sturing op de deelnemersstromen. Bijvoorbeeld alle deelnemers aan cursussen incidentbestrijding in ondergrondse infra in Nederland naar cursus levert een ander volume op dan het is aan iedere regio om wel of niet gebruik te maken van. Een mogelijkheid is Platform Transportveiligheid 29 Lectoraat Transportveiligheid