Citation for published version (APA): Kwakman, N. J. M. (2013). Het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht. In Casu, 20(4),

Vergelijkbare documenten
Van 'gastarbeider' tot 'Nederlander' Prins, Karin Simone

Laat maar zitten Janssen, Janine Hubertina Lambertha Joseph

University of Groningen. Up2U Harder, Annemiek T.; Eenshuistra, Annika

University of Groningen. De afkoelingsperiode in faillissement Aa, Maria Josepha van der

Improving the properties of polymer blends by reactive compounding van der Wal, Douwe Jurjen

Citation for published version (APA): Mazzola, P. (2016). Phenylketonuria: From body to brain [Groningen]: Rijksuniversiteit Groningen

De betrouwbaarheid van kleinschalige methoden voor waterzuivering Kaaij, Rachel van der

University of Groningen

Bouwen op een gemeenschappelijk verleden aan een succesvolle toekomst Welling, Derk Theodoor

University of Groningen. Zorgvermijding en zorgverlamming Schout, Hendrik Gerrit

University of Groningen

Citation for published version (APA): Veeze, P. (1968). Rationale and methods of early detection in lung cancer. [S.n.].

Mensen met een verstandelijke handicap en sexueel misbruik Kooij, D.G.

Dynamics of inner ear pressure change with emphasis on the cochlear aqueduct Laurens-Thalen, Elisabeth Othilde

Zorgen rondom IVF Boekaar, J.; Riemersma, M.

Uw mening over gaswinning uit het Groningen-gasveld: Onderzoeksresultaten fase 2 Hoekstra, Elisabeth; Perlaviciute, Goda; Steg, Emmalina

University of Groningen. De besmettelijkheid van de ftisis Groenhuis, Dirk Johan Jacob

University of Groningen. Hulp op maat voor leerlingen met leerproblemen in het vmbo Mombarg, Remo

Draagvlak migratiebeleid Postmes, Thomas; Gordijn, Ernestine; Kuppens, T.; Gootjes, Frank; Albada, Katja

University of Groningen. Resultaat van pleegzorgplaatsingen Oijen, Simon van

Citation for published version (APA): Scheepstra, A. J. M. (1998). Leerlingen met Downs syndroom in de basisschool Groningen: s.n.

Neuroanatomical changes in patients with loss of visual function Prins, Doety

Een model voor personeelsbesturing van Donk, Dirk

University of Groningen. Vrije en reguliere scholen vergeleken Steenbergen, Hilligje

Quantitative STIR MRI as prognostic imaging biomarker for nerve regeneration Viddeleer, Alain

University of Groningen

Interactie als gereedschap Koole, Tom

Cryosurgery in cervical intraepithelial neoplasia. A morphometric study Boonstra, Hendrik

Procesevaluatie van het Navigator project Jager, John Mike

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma.

Schoolsucces van Friese leerlingen in het voortgezet onderwijs de Boer, Hester

University of Groningen

Citation for published version (APA): Hoekstra, H. J. (1982). Fractures of the proximal femur in children and adolescents [S.n.]

Multiple sclerose Zwanikken, Cornelis Petrus

Understanding the role of health literacy in self-management and health behaviors among older adults Geboers, Bas

Molecular aspects of HNPCC and identification of mutation carriers Niessen, Renee

Improving metabolic control in NIDDM patients referred for insulin therapy Goddijn, Patricia Petra Maria

University of Groningen. Positron emission tomography in urologic oncology Jong, Igle Jan de

Hypothalamus, pituitary and thyroid. The control system of thyroid hormone production. Sluiter, Wim J.

Citation for published version (APA): Roodenburg, J. L. N. (1985). CO2-laserchirurgie van leukoplakie van het mondslijmvlies. [S.l.]: [S.n.].

Citation for published version (APA): Weide, M. G. (1995). Effectief basisonderwijs voor allochtone leerlingen Groningen: s.n.

University of Groningen. Eerste Hulp vaker ter plaatse Verhage, Vera

Intrapersonal factors, social context and health-related behavior in adolescence Veselska, Zuzana

University of Groningen. Stormy clouds in seventh heaven Meijer, Judith Linda

Multiple sclerose Zwanikken, Cornelis Petrus

Understanding the role of health literacy in self-management and health behaviors among older adults Geboers, Bas

University of Groningen. Inferior or superior Carmona Rodriguez, Carmen

University of Groningen. Quantitative CT myocardial perfusion Pelgrim, Gert

The importance of tactical skills in talent development Kannekens, Rianne

University of Groningen

Published in: Ontmoetingen : Voordrachtenreeks van het Lutje Psychiatrisch-Juridisch Gezelschap

University of Groningen. Electron Holography of Nanoparticles Keimpema, Koenraad

Electric double layer interactions in bacterial adhesion and detachment Poortinga, Albert Thijs

Citation for published version (APA): Crane, L. M. A. (2011). Intraoperative fluorescence imaging in cancer Groningen: s.n.

Citation for published version (APA): Tijdschrift voor Genderstudies (2018). Jaarrekening Stichting Tijdschrift voor Vrouwenstudies.

Citation for published version (APA): Holwerda, A. (2013). Work outcome in young adults with disabilities Groningen: s.n.

Man of vrouw? Een onderzoek naar sekseverschillen in reacties op chronische aandoeningen Roeke, M.

Citation for published version (APA): Scheepstra, A. J. M. (1998). Leerlingen met Downs syndroom in de basisschool Groningen: s.n.

Today's talented youth field hockey players, the stars of tomorrow? Gemser, Marije

Verbindingskracht & combinatievermogen de Vries ev Delies, Jantina Jantje

The development of stable influenza vaccine powder formulations for new needle-free dosage forms Amorij, Jean-Pierre

University of Groningen. Enabling knowledge sharing Smit - Bakker, Marloes

Self-reported health and health risky behaviour of Roma adolescents in Slovakia Kolarčik, Peter

University of Groningen. Symptoms of Distress and Imbalance in Children Nijboer, J.M.

University of Groningen. Safe and Sound van den Bosch, Kirsten Anna-Marie

University of Groningen. Pieces of the Puzzle Vissia, Eline Margreta

Helping infants and toddlers in Foster family care van Andel, Hans

University of Groningen. Paula voor goud Piersma, Theun. Published in: Vogels+

The diversity puzzle Mäs, Michael

University of Groningen. Taalonderwijs en onderzoek Lowie, Wander

University of Groningen. Structured diabetes care in general practice Fokkens, Sudara Andrea

Citation for published version (APA): van der Ploeg, J. (1997). Instrumental variable estimation and group-asymptotics Groningen: s.n.

The infant motor profile Heineman, Kirsten Roselien

Lamotrigine in bipolar depression Loos, Marcus Lambertus Maria van der

Citation for published version (APA): Sarkova, M. (2010). Psychological well-being and self-esteem in Slovak adolescents. Groningen: s.n.

Citation for published version (APA): Oldenziel, W. H. (2006). Application of a glutamate microsensor to brain tissue. s.n.

Uw mening over gaswinning uit het Groningen-gasveld: Onderzoeksresultaten fase 1 Hoekstra, Elisabeth; Perlaviciute, Goda; Steg, Emmalina

Effective monitoring and control with intelligent products Meyer, Gerben Gerald

Infrastructure investment in Indonesia Mustajab, M.

University of Groningen. Risk factors for injury in talented soccer and tennis players van der Sluis, Alien

Psychopathologische en klinische aspecten van de psychogene psychose van Dijk, Wybe Kuno

Klanttevredenheidsonderzoek afdeling Sociale Zaken Westerveld?

University of Groningen. Mental health from a life-course perspective Veldman, Karin

University of Groningen. Symptom network models in depression research van Borkulo, Claudia

University of Groningen. Ondernemerschap in Zuidoost Drenthe Hans, Lianne; Edzes, Arend; Koster, Sierdjan

Citation for published version (APA): Snijder-Kuipers, B. (2010). Omzetting als rechtsvormwijziging Groningen: s.n.

University of Groningen. The impact of political factors on drivers of economic growth Klomp, Johannes Gerardus

University of Groningen. Re-integratie volgens plan Faber, Karin Andrea

De primaire frozen shoulder Stenvers, Jan Derek

STRAATVERLICHTING IN ASSEN. Levenscyclusanalyse van de Kegel 2000 en de Stela Square 10 LED Kerstholt, René

University of Groningen. De emergentie en evolutie van drie werelden de Vries, André

Opzet curriculumevaluaties Ike, Paul

University of Groningen. Dwaallichten, struikeltochten, tolwegen en zangsporen Roodbol, Pieternella

University of Groningen. Two-stage dental implants inserted in a one-stage procedure Heijdenrijk, Kees

Presentation and early detection of posttransplant lymphoproliferative disorder after solid organ transplantation Bakker, Nicolaas Arjen

Knowledge, chance, and change Kooi, Barteld

University of Groningen. Who cares? Kamstra, Aafke

Transcriptie:

University of Groningen Het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht Kwakman, N.J.M. Published in: In Casu IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below. Document Version Final author's version (accepted by publisher, after peer review) Publication date: 2013 Link to publication in University of Groningen/UMCG research database Citation for published version (APA): Kwakman, N. J. M. (2013). Het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht. In Casu, 20(4), 41-43. Copyright Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Take-down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum. Download date: 08-01-2018

Het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht Nico Kwakman Gepubliceerd in In Casu, jaargang 20, no 4, mei 2013 Inleiding Eind 2012 heeft Staatssecretaris Teeven het wetsvoorstel Adolescentenstrafrecht naar de Tweede Kamer gestuurd. De beoogde wet maakt het mogelijk om op jeugdigen van 16 tot 23 jaar zowel het jeugdstrafrecht, als het volwassenenstrafrecht van toepassing te verklaren, afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Het wetsvoorstel heeft nogal wat kritiek uitgelokt. In deze bijdrage zal kort aandacht worden besteed aan deze kritiek en aan de weerlegging daarvan door de regering. Daaraan voorafgaand zal eerst een globale schets van de strekking en de bedoeling van de beoogde wet worden gegeven. De leidende gedachte achter het wetsvoorstel is, dat het jeugd- en adolescentenstrafrecht de rechtspraktijk de mogelijkheid biedt om de strafrechtelijke interventies zo precies mogelijk af te stemmen op de jeugdige of jongvolwassen dader. Mede gegeven het feit dat jong volwassenen tot 23 jaar (of zelfs nog ouder) vaak geestelijk nog niet helemaal af zijn, en daarom niet altijd ten volle strafrechtelijk kunnen worden aangesproken, vereist dat een speciaal en zo flexibel mogelijk arsenaal van sancties en maatregelen. Het is de kunst om daarbij het juiste midden te vinden tussen: - Aan de ene kant (als strafrechtelijk apparaat) zo nodig je tanden laten zien: dat ben je aan de samenleving soms gewoon verplicht. - Aan de andere kant: investeren in de toekomst door met je strafrechtelijke interventies een bijdrage te leveren aan de opvoeding van de jeugdige crimineel. Dat wil zeggen: wel je tanden laten zien en de dader (en de samenleving) met een krachtig signaal te kennen geven dat wat hij heeft gedaan, echt ontoelaatbaar is. Maar vervolgens dat krachtige signaal in het teken zetten van de opvoedingsgedachte, de beschermingsgedachte en de pedagogische invalshoek van het jeugdstrafrecht. In die zin kan het jeugd- en adolescentenstrafrecht (naast vergelding) tevens worden gezien als instrumentarium om veel voorkomende jeugdcriminaliteit zo effectief mogelijk aan te pakken. Het streven om strafrechtelijke sancties zoveel mogelijk in de sleutel te zetten van het opvoedingsbelang en de beschermingsgedachte betekent zo bezien: een investering in de jeugdige delinquent en dus ook in de samenleving van de toekomst. Kortom: bescherming van de jeugdige crimineel is bescherming tegen de jeugdige crimineel. Het succes van deze flexibele aanpak staat of valt uiteindelijk natuurlijk met de ervaring, de expertise, know how, wijsheid en deskundigheid van degenen die in de praktijk de meest gepaste aanpak moeten selecteren en uitvoeren: de laatste en niet de minste schakel in de hele keten. Dat zal dan ook steeds een punt van aandacht en zorg moeten zijn en blijven. De belangrijkste wijzigingen in het jeugd- en adolescentenstrafrecht De belangrijkste wijziging is wel de mogelijkheid om in de toekomst het jeugdstrafrecht ook van toepassing te verklaren op adolescenten tot 23 jaar (in plaats van tot 21 jaar ) door daartoe art. 77c Sr aan te passen. 1

Deze wijziging, in combinatie met de flexibiliteit die de wet (art. 77b Sr) nu al biedt, heeft tot gevolg dat het in de toekomst mogelijk wordt jongvolwassenen van 16 t/m 22 jaar zowel te bestraffen volgens het jeugdstrafrecht, als volgens het volwassenenstrafrecht. De belangrijkste kritiek op de gekozen systematiek is, dat art. 77c Sr (de mogelijkheid om het jeugdstrafrecht van toepassing te verklaren op de jongvolwassene als dat in de rede ligt vanwege diens persoonlijkheid of de omstandigheden van het geval) nog steeds een uitzonderingskarakter heeft. Waarom niet (andersom) het jeugdstrafrecht standaard van toepassing verklaren op jongvolwassenen die immers nog niet af zijn en slechts bij hoge uitzondering het volwassenenstrafrecht van toepassing verklaren? Daar komt nog bij dat art. 77c Sr in het verleden zelden is toegepast, dus de verwachting is dat er in de praktijk weinig verandert. Staatssecretaris Teeven benadrukt echter dat het de bedoeling is in de toekomst veel werk te maken van de selectie van het (wenselijke) traject, en dat daartoe al enkele pilots zijn gestart (In Almelo en Groningen). De bevindingen zijn bemoedigend. Een tweede punt van kritiek wordt ontleend aan art. 37c van het Internationaal Verdrag van de Rechten van het Kind. In dat verdrag wordt bepaald dat jeugdigen die van hun vrijheid worden beroofd, hun detentie gescheiden van volwassenen dienen uit te zitten (tenzij het in het belang van het kind wordt geacht dat niet te doen). Aangezien in het wetsvoorstel 16 en 17-jarigen nog steeds kunnen worden bestraft volgens het volwassenenstrafrecht, wordt aan dat uitgangspunt dus niet voldaan. Echter, Nederland heeft (om die reden) een voorbehoud gemaakt bij het desbetreffende artikel van het verdrag. De voorwaardelijke invrijheidsstelling (art. 77ja Sr) vormt in de ogen van het kabinet eveneens een belangrijk instrument om de veroordeelde, ook na zijn vrijlating, bij de les te houden. Daartoe zijn de voorwaarden enigszins aangepast. De voorwaarden komen nu min of meer overeen met de voorwaarden bij de voorwaardelijke niet ten uitvoerlegging (de voorwaardelijke straf). Onder andere: het zich onderwerpen aan nazorg en toezicht door jeugdzorg of de reclassering, een eventueel contact- of gebiedsverbod, meldplicht, opneming in een zorginstelling, gedragsinterventies en deelname aan onderwijs. De V.I.-regeling geldt overigens niet voor gedetineerde buitenlanders die illegaal in Nederland verblijven. Dit onderdeel van het wetsvoorstel (de voorwaardelijke invrijheidsstelling van jeugdige veroordeelden) is inmiddels ingetrokken. Ook de taakstraf (art. 77m e.v. Sr ) biedt de mogelijkheid om de veroordeelde gevoelig strafrechtelijk te treffen, maar tegelijkertijd de straf optimaal af te stemmen op het opvoedingsbelang en op de persoon van de veroordeelde. Het geloof in de taakstraf als een instrument in het teken van het opvoedingsbelang, komt ook tot uitdrukking in de mogelijkheid om ook na recidive voor een taakstraf te kiezen, hetgeen in het volwassenenstrafrecht niet is toegestaan. Maar er zijn in de ogen van het kabinet grenzen. Bij bepaalde ernstige delicten staat de vergeldingsgedachte en de signaalfunctie jegens de samenleving voorop. Met het oog daarop is in de toekomst (als er niet tévens een vrijheidsstraf of maatregel is opgelegd) geen taakstraf meer mogelijk in geval van een misdrijf waar 6 jaar op staat, en er sprake is van een ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit, of van bepaalde zedendelicten. Critici zijn niet overtuigd van de noodzaak van deze beperking. De taakstraf biedt immers een uitgelezen kans om de vergeldingsgedachte en de opvoedingsgedachte in één sanctie te 2

verenigen. Daar komt nog bij dat de taakstraf goed kan worden toegesneden op de aard van het delict. In de kritieken wordt voorts wel gesteld dat deze beperking mogelijk zal leiden tot de omzeiling van (in ieder geval de geest van) deze bepaling, door naast de taakstraf bijvoorbeeld een voorwaardelijke gevangenisstraf van een paar dagen op te leggen, met alle administratieve (en kostbare) rompslomp van dien. Een belangrijke voorziening die we al kenden, is de maatregel Plaatsing in een inrichting voor Jeugdigen (art 77s Sr) de welbekende PIJ-maatregel, ook wel jeugd-tbs genoemd. Deze maatregel krijgt een iets groter beveiligingskarakter. Nieuw is (naast het al bestaande misdrijf- en gevaarscriterium) de toegevoegde voorwaarde dat er nu ook sprake moet zijn van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens. De PIJ-maatregel kan onder omstandigheden worden verlengd tot maximaal 7 jaar in totaal. Met het oog op het beoogde grotere beveiligingskarakter van de PIJ-maatregel, wordt er een tamelijk ingrijpende wijziging voorgesteld: de PIJ-maatregel kan worden omgezet in TBS met dwangverpleging nadat de PIJ is verlengd tot de maximum termijn van 7 jaar, als de veiligheid van anderen en van personen en goederen dat vereist. Het gaat dan om veroordeelden die zeer recidivegevaarlijk zijn. Het betreft dus een vangnet-voorziening voor personen met bijvoorbeeld ernstige agressie-regulatie-stoornissen, die eigenlijk alleen in forensisch psychiatrische inrichtingen goed zijn te behandelen. Deze mogelijkheid van omzetting in TBS met dwangverpleging wordt wel bekritiseerd met een verwijzing naar het Kinderrechten-verdrag (en in het bijzonder het verbod van levenslange opsluiting van art. 37a IVRK). Maar het kabinet denkt daar anders over: als de behandeling van de veroordeelde geen resultaten oplevert, en de veroordeelde nog steeds zeer recidive-gevaarlijk blijft, moet de voortzetting van de maatregel, dus omzetting in (langdurige) TBS, mogelijk zijn. Dat alles nog afgezien van het feit dat de omzetting in TBS pas kan worden geëffectueerd als de veroordeelde volwassen is geworden. Een andere reeds bestaande maatregel om het gedrag van de veroordeelde te kunnen sturen en keren, is de Gedragsmaatregel (ook wel de Gedragsbeïnvloedende maatregel genoemd). Nieuw in het wetsvoorstel is, dat nu ook het veiligheidsaspect van deze voorziening zij het op bescheiden wijze wordt vertaald in de mogelijkheid van vrijheidsbeneming gedurende de nachtelijke uren. Daarnaast is elektronisch toezicht mogelijk. Nieuw is ook, dat, bij onvoldoende medewerking, kortdurende opsluiting kan worden bevolen om deelname af te dwingen. De zogenaamde Time Out-voorziening. De voorwaardelijke niet-ten-uitvoerlegging van de straf of maatregel (in het dagelijks taalgebruik voorwaardelijke straf genoemd) is flink gewijzigd. Het kabinet hecht zeer aan deze mogelijkheid. De dreiging die ervan uitgaat, gedurende de proeftijd van 2 of soms 3 jaar, dat de straf of maatregel alsnog ten uitvoer wordt gelegd als de voorwaarden niet worden nageleefd, heeft naar de mening van het kabinet meer impact en effect op de veroordeelde dan bijvoorbeeld een korte vrijheidsstraf van een paar maanden. Daarnaast kan daarmee optimaal recht worden gedaan aan de opvoedingsgedachte. Denk daarbij aan de voorwaarden drank/drugs-verbod ; opname in zorginstelling of deelname aan begeleid wonen, deelname aan een gedragsinterventie, het volgen van onderwijs. 3

Ook kan optimaal recht worden gedaan aan bijvoorbeeld de belangen van het slachtoffer of potentiële slachtoffers. Onder andere door middel van het contact- of gebiedsverbod, de schadevergoedingsverplichting en de verplichting een bedrag te storten in het schadefonds geweldsmisdrijven of andere instanties. En ook hier speelt de beveiligingsgedachte nog een zij het bescheiden rol: ook hier bestaat de mogelijkheid om aan de voorwaarden de extra voorwaarde van elektronisch toezicht te koppelen. In de opsomming van de bijzondere voorwaarden is trouwens al geanticipeerd op de zogenaamde TBO: de ter beschikking stelling aan het onderwijs, die is aangekondigd in het regeerakkoord en die we binnenkort mogen verwachten. Tot slot nog een enkel woord over het zogenaamde rechterlijk contact- en gebiedsverbod: de zogenaamde vrijheidsbeperkende maatregel. Deze vrijheidsbeperkende maatregel (een contact- of gebiedsverbod dus) kan dadelijk uitvoerbaar worden verklaard als er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit pleegt of zich belastend gedraagt jegens een bepaalde persoon of bepaalde personen. In die zin is deze vrijheidsbenemende maatregel dus een aanvulling op het contact- en gebiedsverbod als voorwaarde bij de voorwaardelijke veroordeling, die pas effectief wordt als de veroordeling onherroepelijk is. Deze wettelijke regeling, die op 1 april 2012 in werking is getreden, is gewoon van toepassing op het jeugdstrafrecht (niet niet van toepassing verklaard in art 77a Sr. Zie ook art. 77h Sr) Jeugdstrafprocesrecht Wat betreft het jeugdstrafprocesrecht kan nog op een enkele kleine aanpassing worden gewezen. In het kader van de vordering bewaring kan de OvJ aangeven dat hij voor een jongvolwassene tussen 17-23 jaar het jeugdstrafrecht wil toepassen. In dat geval geldt ook de speciale soepele regeling met betrekking tot de voorlopige hechtenis van jeugdigen. Op grond daarvan moet worden gestreefd naar schorsing van de voorlopige hechtenis onder voorwaarden, of het doen ondergaan van de voorlopige hechtenis in elke geschikte plaats. Ook hier weer met het oog op het streven de jeugdige al in een zo vroeg mogelijk stadium van het strafproces te kunnen sturen en te begeleiden. Tot slot De rechtspraktijk heeft met het adolescentenstrafrecht de beschikking over een instrumentarium waarmee het strafrechtelijk apparaat zo nodig zijn tanden kan laten zien, maar daarmee tegelijkertijd zo min mogelijk schade toebrengt aan de jeugdige delinquent. Een instrumentarium waarmee kan worden geïnvesteerd in de jeugdige delinquent en dus in de samenleving van de toekomst. Kortom: de bescherming van de belangen van de jeugdige delinquent betekent in die visie: bescherming van de samenleving tegen de jeugdige delinquent. Uit de kritieken kan echter worden afgeleid dat de bescherming van de jeugdige crimineel (in de ogen van velen) in het wetsvoorstel te zeer ondergeschikt wordt gemaakt aan het repressieve gehalte van het nieuwe adolescentenstrafrecht. Maar ook hier geldt: the proof of the pudding is in the eating. De praktijk zal moeten leren of die boodschap voldoende doorklinkt in de wijze waarop de beoogde wet uiteindelijk wordt (geamendeerd en) uitgewerkt en toegepast. 4

5