Eindtermen. Buitengewoon Opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer

Vergelijkbare documenten
Toetsmatrijs BOA OV Module Openbaar Vervoer 1 januari 2017

Eindtermen. Buitengewoon Opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer

Kwalificatiedossier: BOA OV Module 1 Handhaving en toezicht Toetsvorm: 20 Gesloten vragen Toetsduur: 45 minuten Cesuur: 68%

Kwalificatiedossier: BOA OV Module 5 Samenwerking en assistentieverlening Toetsvorm: 20 Gesloten vragen Toetsduur: 45 minuten Cesuur: 68%

WvSr De kandidaat kan aan de hand van een gegeven situatie vaststellen of het om een wet in materiële of formele zin gaat.

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Openbare Ruimte Generiek 1 april 2018

Examenprogramma Boa OV. Buitengewoon opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer

opleiding BOA Besluit BOA

Kwalificatiedossier: BOA OV Module 3 Orde, rust en veiligheid Toetsvorm: 20 Gesloten vragen Toetsduur: 45 minuten Cesuur: 68%

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Onderwijs Generiek 1 januari 2018

Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) Hoofdstuk 3 pagina 2 t/m 19

Waalwijk. Gemeente. III III IIII II II III ll lll ll. Aanwijzing toezichthoudende ambtenaar. De burgemeester van Waalwijk.

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Milieu Specifiek

Wijzigingen in versie 1.1 ten opzichte van versie 1.0 (d.d. 21 juni 2016) van de toetstermen voor Wettelijke Kaders Milieu Specifiek:

Examencommissie Milieu Status: Vastgesteld. Kennisonderdeel Toetsvorm Hulpmiddelen Duur Cesuur

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie AFSCHRIFT

Toetsmatrijs BOA Basisbekwaamheid rechtskennis 1 januari 2017

WKPV I Lesboek 2018/2019

Pers. nr AFSCHRIFT. Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Examenprogramma Boa OV. Buitengewoon opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer

Toetsmatrijs BOA OV Module 4 Rechtskennis 24 mei 2017

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden

Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie

Dienst Justis Ministerie van Veiligheid enjustitie

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;


opleiding BOA Wetgeving adhv eindtermen

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justi tie;

Het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Openbare Ruimte Generiek 1 februari 2020

TOEZICHT OPSPORING. Jan Willem van Veenendaal MEC.

Examenprogramma Boa OV. Buitengewoon opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer

Toezichthouder bij NS

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Benoeming, beëdiging en bewapening buitengewoon opsporingsambtenaar

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Circulaire domeinen bijzondere opsporingsambtenaar

B I J L AG E 1 R EG EL G E V I N G ( T O EZ I C H T O P) B O A S EN PAR T I C U L I E R E B E V E I L I G ER S

Wijzigingen toetsmatrijs Wettelijke Kaders Openbare Ruimte Generiek versie > versie 2.0

Aanvraag-/Mutatieformulier Categoriale Beschikking Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA)

Hierbij zend ik u mede namens de minister van Justitie de antwoorden op de vragen van het lid Gerkens over de BOA-bevoegdheid bij de NS.

Toezichthouder. Handhaving, achtergronden bij taken

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Toetsmatrijs BOA OV Module 2 Rechtskennis 24 mei 2017

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Circulaire Eindtermen basisexamen Buitengewoon opsporingsambtenaar

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Raadsinformatiebrief

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

Eerste Kamer der Staten-Generaal

A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao, de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaçao;

Compare Hoofdstuk 16 Toetsversie Hoofdstuk 18 Wetsvoorstel

Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wettelijke Kaders Publieke Veiligheid 1 WKPV 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal

ALGEMENE WET BESTUURSRECHT

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Circulaire Bekwaamheid Buitengewoon Opsporingsambtenaar

Gezien het verzoek van Politie eenheid Den Haag Afd. coördinatietaken te DEN HAAG, d.d. 29 januari 2019;

BOA PV. + combibon juni 2013/4 e druk lesboek. proces-verbaal = een woordelijk verslag van de gang van zaken

WKPV II Lesboek 2018/2019

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004

Datum 7 NOV de Nationale dsman j. De minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH DEN HAAG Tel: (070)

De buitengewoon opsporingsambtenaar

Rapport. Datum: 27 december 2005 Rapportnummer: 2005/400

Datum 3 oktober 2014 Onderwerp Berichtgeving over verzamelen gegevens door Belastingdienst en uitwisselen met andere overheidsinstanties

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Hoofdstuk 1 Bevoegdheid en rollen

Artikel 1 2. Artikel 2

NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPPjy^K

De Minister van Justitie, Gelet op artikel 3a van de Wet wapens en munitie; Besluit:

Beleidsregel gebiedsverboden Heemskerk

Juridisch kader Toezicht Wmo 2015 en Jeugdwet

Samenwerkingsovereenkomst Buitengewoon Opsporing Ambtenaren Domein III Onderwijs (Leerplicht) gemeenten Enschede, Losser, Oldenzaal, Dinkelland

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

: LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, van 28 september 1998 ter normering van de uitoefening van standaardtoezichtbevoegdheden

Wettelijke Kaders Publieke Veiligheid WKPV I

Hoofdstuk 9 Awb: Klachtbehandeling

Aanwijzingsbesluit toezichthouders RUD Limburg-Noord

Regeling toetsing geweldsbeheersing buitengewoon

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gemeente Heerde. cittamow. Advies aan het college

STRAFRECHTELIJKE OPSPORING of HET BESTUURS- EN STRAFRECHTELIJK TRAJECT: ALGEMENE VERSCHILLEN

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

==================================================================== Artikel 1

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl

Politiegegevens. Hoe ga je daar mee om als buitengewoon opsporingsambtenaar

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1 van :27

Regeling toetsing geweldsbeheersing buitengewoon opsporingsambtenaar 2005

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Transcriptie:

Eindtermen Buitengewoon Opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer KNV Postbus 19365 2500 CJ Den Haag Productie NS Leercentrum te Amersfoort in opdracht van KNV in samenwerking met het Ministerie van Veiligheid en Justitie en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.

KNV, Den Haag Uit deze uitgave mogen door opleidingen zonder voorafgaande toestemming gedeelten worden overgenomen, echter uitsluitend voor gebruik zonder winstoogmerk binnen de opleiding en voor toepassing binnen het eigen onderwijs. Het is niet toegestaan voor andere doeleinden uit deze uitgave zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van KNV gedeelten te verveelvoudigen en/of openbaar te maken door middel van druk, fotokopie, microfilm, computersoftware en op welke wijze dan ook. Voor de samenstelling van de eindtermen buitengewoon opsporingsambtenaar openbaar vervoer (Boa OV) is door het Ministerie van Veiligheid en Justitie toestemming gegeven voor het gebruik van de eindtermen Buitengewoon Opsporingsambtenaar. Mei 2012 Vastgesteld: 1 december 2004 Gewijzigd: - Laatstelijk gewijzigd: - 20 mei 2012-16 april 2013-25 februari 2014-11 maart 2015-30 september 2015 - Januari 2017 KNV Eindtermen Buitengewoon Opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer

INHOUDSOPGAVE pagina nr. 1 Inleiding 6 2 De buitengewoon opsporingsambtenaar OV nader bepaald 8 3 De plaats van de buitengewoon opsporingsambtenaar in de OV werkorganisatie 10 4 Deskundigheden van de buitengewoon opsporingsambtenaar OV 11 5 Taken en verantwoordelijkheden van de buitengewoon opsporingsambtenaar OV 13 6 Uitwerking taken en verantwoordelijkheden van de buitengewoon opsporingsambtenaar OV 14 KNV Eindtermen Buitengewoon Opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer 3

1 INLEIDING Op 1 april 1994 trad de Politiewet 1993 in werking. Tegelijkertijd werd een nieuw artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering van kracht. Daarmee is de Buitengewoon Opsporingsambtenaar reeds geruime tijd een feit. In 2004 is binnen deze categorie een aparte toetsing en certificering voor de buitengewoon opsporingsambtenaar in het openbaar vervoer (Boa OV) in het leven geroepen. De totstandkoming daarvan vloeide voort uit het Aanvalsplan Sociale Veiligheid Openbaar vervoer van het toenmalige ministerie van Verkeer en Waterstaat. Overheid, branche-organisatie KNV (destijds Mobis) en openbaar vervoer partijen hebben in gezamenlijkheid vormgegeven aan de uitwerking van de Boa OV certificering en zo ook aan deze eindtermen Boa OV. In de jaren na de vaststelling van deze OV eindtermen heeft het werk- en taakveld van de Boa in het OV zich verder ontwikkeld. Er is vanuit de samenleving en partijen vraag naar uitbreiding van bevoegdheden en meer vaardigheden in het kader van het handhaven en opsporen. Veiligheid is een groter onderdeel geworden van de taak van de Boa OV, waarbij het handelen vanuit service en gastheerschap voorop blijft staan. Het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft vanwege die ontwikkeling en toegenomen verantwoordelijkheid in 2011 een circulaire Buitengewoon Opsporingsambtenaar (kenmerk 5679441/10) uitgebracht, waarin zij verschillende domeinen van opsporing heeft benoemd. Het domein openbaar vervoer is er daar één van. Deze eindtermen zijn onderdeel voor het voldoen aan de zogenoemde bekwaamheidseis in het kader van buitengewone opsporingsbevoegdheid. De zorg om de kwaliteit van het toezicht en de handhaving vormt een speerpunt in de ontwikkeling van veiligheid in het openbaar vervoer. De Boa in het OV als zijnde een veelal specialistisch functionaris binnen dat domein, vervult daarin een betekenisvolle rol bij de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde. Van de Boa wordt daarom onder meer verlangd dat deze bekwaam is voor het uitoefenen van opsporingsbevoegdheden. Een Boa moet daarvoor beschikken over basiskennis en basisvaardigheden met betrekking tot strafrecht, strafvordering en het opmaken van een ambtsedig proces-verbaal. 1 Voor de buitengewoon opsporingsambtenaar in de openbaar vervoersector (Boa OV) gelden aanvullende eindtermen. Specifieke eisen waaraan de Boa OV moet voldoen hebben betrekking op vervoer specifieke wetgeving en vaardigheden in het kader van de sociale veiligheid binnen het openbaar vervoer. Vaardigheden op het gebied van gespreks- en benaderingstechniek zijn daar onderdeel van. De aangewezen Boa s die de bevoegdheid hebben om politiebevoegdheden aan te wenden dan wel de beschikking hebben over geweldsmiddelen, moeten daarvoor aanvullend worden getraind op grond van de Regeling Toetsing Geweldsbeheersing Buitengewoon opsporingsambtenaar 2. In dit eindtermendocument zijn de specifieke termen voor de Boa in het OV nader uitgewerkt. Het document vormt het uitgangspunt voor het ontwikkelen van het door de minister van Veiligheid en Justitie goedgekeurde examen op grond waarvan kan blijken dat een persoon beschikt over de vereiste (basis) bekwaamheid voor het uitoefenen van opsporingsbevoegdheden. 3 De opbouw van dit eindtermendocument is als volgt. In de hoofdstukken 1 en 2 wordt in kort bestek de Boa OV nader beschreven. Dit aan de hand van de wettelijke regelgeving en daarbij in 1 Zie artikel 16, lid 1 Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar en de Nota van Toelichting, hoofdstuk 5.4 2 Stcrt. 2003, 234. 3 Zie artikel 16, lid 1 Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar, tweede volzin. KNV Eindtermen Buitengewoon Opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer 4

aanmerking genomen het gegeven dat de Boa werkzaam is binnen zeer gevarieerde werkverbanden. In het derde hoofdstuk worden in algemene zin de deskundigheden geschetst waarover een buitengewoon opsporingsambtenaar moet beschikken om op het genoemde basisniveau te kunnen functioneren. Het vierde hoofdstuk noemt een aantal overige voorwaarden die voor dit functioneren van belang zijn. In hoofdstuk 5 worden de basistaken en verantwoordelijkheden van de Boa opgesomd. Deze zijn afgeleid uit de in het eerste hoofdstuk ontwikkelde werkdefinitie. In hoofdstuk 6 zijn deze taken en verantwoordelijkheden gedetailleerd uitgewerkt en gekoppeld aan kenniselementen (leerstof). Wijzigingen in dit document worden uiterlijk 6 maanden na publicatie in de Staatscourant van kracht of zoveel eerder als de examencommissie Boa OV vaststelt. Met betrekking tot dit laatste punt kan daar slechts sprake van zijn, na afdoende communicatie daarover naar de betreffende werkgevers. KNV Eindtermen Buitengewoon Opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer 5

2 De buitengewoon opsporingsambtenaar OV nader bepaald 4 De uitvoering en de handhaving van met name bijzondere wetgeving dan wel verordeningen van provincies, gemeenten en waterschappen, zijn opgedragen aan een scala van zowel publiekrechtelijke als ook privaatrechtelijke organisaties. Zowel de omvang als de verscheidenheid aan deze vormen van regelgeving is groot. Eveneens is deze regelgeving van een vaak specialistische aard. In dit verband kan zich de situatie voordoen dat een organisatie dient te beschikken over werknemers die bevoegd zijn tot het opsporen van strafbare feiten. Artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering creëert de mogelijkheid daartoe. Dit artikel vormt de wettelijke grondslag om functionarissen aan wie niet op grond van artikel 141 van dat Wetboek de opsporing van strafbare feiten is opgedragen, als Boa te belasten met het opsporen van strafbare feiten. Daartoe zijn in het genoemde artikel 142 een aantal onderscheiden rechtsgronden (titels) opgenomen, te weten de akte van opsporingsbevoegdheid, de categoriale aanwijzing, de categorie Boa s genoemd in het eerste lid onder c en de titel van aanvullende opsporingsbevoegdheid. De akte van opsporingsbevoegdheid, de categoriale aanwijzing en de aanvullende opsporingsbevoegdheid worden op aanvraag van de werkgever verleend door de minister van Veiligheid en Justitie. De aanvraag dient in ieder geval een aanduiding te bevatten van de strafbare feiten waarvoor opsporingsbevoegdheid wordt gevraagd alsmede van het grondgebied waarvoor de opsporingsbevoegdheid wordt verlangd. Indien de aanvraag wordt gehonoreerd, worden beide gegevens op de akte van opsporingsbevoegdheid dan wel in de (categoriale) aanwijzing vermeld. De titel bepaalt dus tevens de omvang van de opsporingsbevoegdheid. In deze regeling is de terughoudendheid van de wetgever zichtbaar ten aanzien van het verlenen van opsporingsbevoegdheden aan personen die niet vallen onder de regeling van artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering. Conform het Besluit Boa wordt een akte van opsporingsbevoegdheid verleend, een categoriale aanwijzing gedaan, een aanvullende opsporingsbevoegdheid toegekend, indien daartoe noodzakelijkheid bestaat. Er is voldaan aan dit zogeheten noodzaakcriterium wanneer naar het oordeel van de minister van Veiligheid en Justitie, de opsporingsbevoegdheid noodzakelijk is voor de uitoefening van de functie van de betreffende persoon of de dienst waarbij deze werkzaam is, en een beroep op de politie voor het uitoefenen van opsporingsbevoegdheden bezwaarlijk, niet mogelijk of niet wenselijk is. Over de aanwijzing en de noodzakelijkheid van het bezit van opsporingsbevoegdheden van de categorie Boa s genoemd in artikel 142, lid 1 onder c WvSv, beslissen de daartoe bevoegde autoriteiten. Behalve dat een persoon moet beschikken over een geldige titel van opsporingsbevoegdheid, dient hij ook bekwaam en betrouwbaar te zijn voor het uitoefenen van opsporingsbevoegdheden alsmede te beschikken over een akte van beëdiging. Bovendien dient hij/zij aangesteld te zijn in één van de door de minister genoemde domeinen. In het kader van het Aanvalsplan Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer is mede door de OV sector aangedrongen op het vergroten van de bekwaamheid door het instellen van een specifieke opleiding voor de buitengewoon 4 Bronnen: Artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering, het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar, de Nota van Toelichting op dit besluit en de algemene eindtermen buitengewoon opsporingsambtenaar. KNV Eindtermen Buitengewoon Opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer 6

opsporingsambtenaar OV. Pas nadat aan al de eisen van betrouwbaarheid en bekwaamheid is voldaan, kan de desbetreffende persoon worden beëdigd en is hij als Boa OV binnen het in zijn akte van beëdiging genoemde domein bevoegd tot het opsporen van de in dat domein opgenomen strafbare feiten, op het eveneens in de akte van beëdiging aangewezen grondgebied. De bevoegdheid tot het opsporen van de in de akte van beëdiging vermelde strafbare feiten is gebonden aan een geldigheidsduur van maximaal vijf jaren en kan steeds met vijf jaren worden verlengd. In het laatste geval zal door de minister van Veiligheid en Justitie opnieuw worden getoetst op bekwaamheid en betrouwbaarheid voor het uitoefenen van opsporingsbevoegdheden. Dit zal de Boa moeten aantonen door het examentraject Boa OV opnieuw met een gunstig resultaat af te leggen. Daar waar een werknemer in zijn dagelijks functioneren als Boa OV opsporingshandelingen verricht, is hij voor dit optreden verantwoording verschuldigd aan de officier van justitie. Vanwege deze gezagsrelatie is er met betrekking tot de regeling van het toezicht over de Boa s OV voor gekozen een hoofdofficier van justitie of, indien van toepassing, een door de minister van Veiligheid en Justitie aangewezen lid van het openbaar ministerie als toezichthouder aan te stellen. De mogelijke aanwijzingen van de toezichthouder betreffen het functioneren van de Boa OV in meer algemene zin, onder meer gerelateerd aan de eisen van de wet en het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar. In de uitoefening van het dagelijks toezicht op de Boa OV met betrekking tot een juiste uitoefening van opsporingsbevoegdheden, een goede samenwerking met de politie, de naleving van de instructie en, uitzonderingen daargelaten, het onderricht, is voorzien met de benoeming van een direct toezichthouder. In de regel zal dit de chef van een politie-eenheid zijn. Het bovenstaande in aanmerking genomen, is ten behoeve van de eindtermenontwikkeling de volgende werkdefinitie opgesteld: Een buitengewoon opsporingsambtenaar OV is een functionaris die in ondergeschiktheid aan het bevoegde gezag, in overeenstemming met de geldende rechtsregels en met behulp van de hem daartoe beschikbaar staande middelen uit hoofde van zijn werkzaamheden onder een in de wet geregeld toezicht en op een aangewezen domein en grondgebied, zorgdraagt voor de opsporing van strafbare feiten - beide gespecificeerd in de akte van beëdiging - alsmede met de voorbereiding van de eventuele vervolging van deze feiten. In overeenstemming met de wettelijke opdracht tot het toetsen van basiskennis en basisvaardigheden als blijk van de bekwaamheid tot het opsporen van strafbare feiten, accentueert de omschrijving de opsporingstaken en bevoegdheden van de buitengewoon opsporingsambtenaar OV. Boa s OV kunnen ook toezichthoudende taken verrichten. KNV Eindtermen Buitengewoon Opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer 7

3 De plaats van de buitengewoon opsporingsambtenaar OV in de werkorganisatie Met het scala aan werkorganisaties belast met de uitvoering en handhaving van een grote variëteit aan wettelijke regelingen is de diversiteit van buitengewoon opsporingsambtenaren een gegeven. Niet alleen het werkveld van buitengewoon opsporingsambtenaren is divers. Aangezien bevoegdheden op maat worden toegekend, variëren deze evenzeer. Juist daarom is er behoefte aan maatwerk in opleidingen. Hetzelfde geldt voor de mate waarin van de toegekende opsporingsbevoegdheid gebruik wordt gemaakt. Voor de Boa's OV speelt daarbij het toezicht op en het vergroten van de sociale veiligheid in het openbaar vervoer een belangrijke rol. De sociale omgeving verandert voortdurend. De Boa s als werknemer met een publieke taak kunnen met agressie en geweld te maken krijgen tijdens het uitvoeren van hun werkzaamheden. Dit is een complicerende factor en niet acceptabel. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft daarom het programma Veilige Publieke Taak opgezet. Dit heeft als doel te komen tot een situatie waarin werknemers met een publieke taak hun werk veilig en respectvol kunnen uitoefenen. Uitvloeisel daarvan is onder andere een verruiming van de toekenning van bevoegdheden en een strakker vervolgingsbeleid bij geweld tegen werknemers met een publieke taak. In de circulaire van 2011 is daarom de mogelijkheid geboden dat de Boa voor bepaalde strafrechtartikelen een proces-verbaal van bevindingen kan opmaken. Dit alleen wanneer hij wordt geconfronteerd met agressie en geweld tijdens de uitvoering van zijn taken. Dit zogenoemde beschermingspakket is bij de eindtermen Boa OV opgenomen. De taakomschrijving van de Boa is bepalend voor het toekennen van de opsporingsbevoegdheid. De complexiteit van de Boa functie verschilt per domein. Ook binnen een domein zijn er verschillen door of vanwege de te vervullen taak en het door de werkgever gevoerde beleid. Daarmee kan de complexiteit van de Boa rol toenemen. Zo beschikken sommige Boa s OV over de toekenning van de politiebevoegdheid ex artikel 7, eerste lid van de Politiewet 2012, dan wel de politiebevoegdheden ex artikel 7, eerste en derde lid van de Politiewet 2012, gecombineerd met één of meer geweldsmiddelen. 5. 5 Toekenning geweldsbevoegdheid artikel 7 lid 1 en 3 politiewet 2012. KNV Eindtermen Buitengewoon Opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer 8

4 Deskundigheden van de buitengewoon opsporingsambtenaar OV Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar bepaalt dat een persoon over de bekwaamheid voor de uitoefening van opsporingsbevoegdheden beschikt indien hij de daarvoor vastgestelde basiskennis en -vaardigheden bezit. De ontwikkeling van het rechtsgevoel is daar essentieel onderdeel van. De circulaire van de minister heeft per domein de kaders bepaald. Hieronder worden de (basis)kennis en -vaardigheden nader aangeduid. De Boa dient de hem toegekende bevoegdheden binnen het opsporingsonderzoek juist toe te passen. Deskundigheid met betrekking tot een aantal strafvorderlijke bevoegdheden, de grondrechten waarop deze een inbreuk maken en een aantal algemene bepalingen uit het Wetboek van Strafrecht is daartoe noodzakelijk. Enkele begrippen uit het privaatrecht zijn binnen het kader van het toepassen van opsporingsbevoegdheden eveneens van betekenis. Hetzelfde geldt voor wettelijke regels die de Boa dan wel zijn handelen beschermen. Het beschikken over een vaardige gespreks- en benaderingstechniek wordt door de minister gezien als onderdeel van de bekwaamheid. Van de Boa wordt verlangd dat hij opgespoorde strafbare feiten kan afhandelen middels het opmaken van een proces-verbaal dat kan leiden tot vervolging en/of behandeling ter terechtzitting. Bij strafbare feiten in kader van de veilige publieke taak wordt verwacht dat, wanneer de Boa daarvoor de bevoegdheden toegekend heeft gekregen, hij daarvoor een procesverbaal van bevindingen kan opmaken. Deskundigheid terzake van de wettelijke eisen die aan het proces-verbaal worden gesteld, is daarbij onontbeerlijk. In dit verband dient een Boa een verdachte adequaat te kunnen informeren over de mogelijke gevolgen van een proces-verbaal. Dit vereist enige deskundigheid met betrekking tot de taken en de organisatie van de rechterlijke macht. Hij maakt daarbij gebruik van de juiste gespreks- en benaderingstechniek. De Boa dient te functioneren binnen de voor zijn opsporingstaak vastgestelde wettelijke kaders. Hij neemt daarbij ook zijn taakbeschrijving in acht. Dit vereist deskundigheid betreffende zijn bevoegdheden en de organisatie van het opsporingsapparaat en meer in het bijzonder betreffende de eigen positie daarbinnen. De Boa dient te handelen overeenkomstig de door hem afgelegde eden of beloften, onder meer door zich te onthouden van het opzettelijk opnemen van onwaarheden in het proces-verbaal. De wettelijk voorgeschreven samenwerking met de politie verlangt enige deskundigheid met betrekking tot de taken en de organisatie van de politie. Kennis van de (organisatorische) veranderingen binnen het politiebestel zijn daar onderdeel van. De buitengewoon opsporingsambtenaar dient zich bewust te zijn van het type rechtsregels met de uitvoering en handhaving waarvan hij belast is. Zoals aangegeven is zijn taakbeschrijving daar een belangrijk onderdeel van. Deskundigheid met betrekking tot taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en een aantal begrippen uit het staatsrecht is daartoe vereist. KNV Eindtermen Buitengewoon Opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer 9

Voor de buitengewoon opsporingsambtenaren OV is verdieping en verbreding van het hierboven geformuleerde basispakket noodzakelijk om binnen het eigen OV werkverband adequaat te kunnen functioneren. Het gaat hierbij om relevante wet- en regelgeving geldend voor het openbaar vervoer binnen Nederland. Daarnaast kan de werkgever boven op de hier vastgestelde eindtermen buitengewoon opsporingsambtenaar OV aanvullende eisen van vakbekwaamheid stellen aan de eigen buitengewoon opsporingsambtenaren OV en hen daarop (doen) examineren. Zo kan de werkgever bepalen dat het juist opmaken van een proces-verbaal van bevindingen en aanvullende kennis van bepaalde specifieke wet- en regelgeving daarvan onderdeel is. Deze onderdelen kunnen via het Boa OV examen worden getoetst. Na de initiële toetsing wordt er vijfjaarlijks getoetst als hercertificering ten behoeve van het verlengen van de bevoegdheid. Naast een vijfjaarlijkse toets bestaat de mogelijkheid tot een modulaire toetsing. Deze modulaire toets wordt jaarlijks afgenomen. KNV Eindtermen Buitengewoon Opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer 10

5 Taken en verantwoordelijkheden van de buitengewoon opsporingsambtenaar OV Uit de werkdefinitie zijn tien hoofdtaken afgeleid die in onderlinge samenhang de basistaken vormen voor de uitvoering waarvan de buitengewoon opsporingsambtenaar verantwoordelijk is. Deze hoofdtaken zijn ondergebracht in drie taakclusters. I Taken met betrekking tot het functioneren binnen en als onderdeel van de organen van strafrechtspleging De buitengewoon opsporingsambtenaar binnen het domein OV: 1 oefent toezicht uit binnen het openbaar vervoer en handhaaft openbaar vervoer gerelateerde wet- en regelgeving; 2 functioneert binnen het voor zijn opsporingstaak gestelde domein/wettelijk kader; 3 handelt naar de afgelegde eed/verklaring en belofte van zuivering en de ambtseed/ambtsbelofte; 4 werkt samen met de politie voor het vergroten van de sociale veiligheid in en om het openbaar vervoer; 5 draagt ervoor zorg over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken, zodat de handhavingstaak adequaat, afdoende en volgens de geldende wet- en regelgeving wordt afgehandeld. II Taken met betrekking tot het opsporen van strafbare feiten De buitengewoon opsporingsambtenaar binnen het domein OV: 6 verzamelt en/of ontvangt gegevens met betrekking tot mogelijke strafbare feiten tot opsporing waarvan hij bevoegd is; 7 beoordeelt middels het combineren, analyseren en interpreteren van verzamelde en/of ontvangen gegevens of deze informatie strafrechtelijk relevant is; 8 stelt een opsporingsonderzoek in teneinde bewijsmateriaal te verzamelen; 9 treedt op binnen de kaders van het terrein en de bevoegdheden van de Boa en doet dit volgens de daarvoor geldende termen met in achtneming van de gespreks- en benaderingstechnieken. III Taken met betrekking tot de afhandeling van opgespoorde strafbare feiten De buitengewoon opsporingsambtenaar binnen het domein OV: 8 maakt naar aanleiding van het verrichte opsporingsonderzoek een politiestrafbeschikking, proces-verbaal van overtreding of proces-verbaal van bevindingen op dat kan leiden tot administratieve afdoening, vervolging en/of behandeling ter terechtzitting; 9 informeert een verdachte tegen wie proces-verbaal is opgemaakt, dan wel degene aan wie een sanctie is opgelegd over de mogelijke gevolgen daarvan; 10 doet een opgemaakt proces-verbaal toekomen aan de juiste functionaris. KNV Eindtermen Buitengewoon Opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer 11

6 Uitwerking taken en verantwoordelijkheden van de buitengewoon opsporingsambtenaar In dit hoofdstuk zijn de tien genoemde hoofdtaken uitgewerkt in uitvoeringstaken. Daartoe zijn deze verder geanalyseerd in taken en deeltaken. De kolom kenniselementen in het format definieert de bijbehorende leerinhouden als richtlijn voor de keuze van leerstof. Ter precisering is in een aantal gevallen vermeld wat niet tot de leerinhouden behoort. Van de Boa wordt verwacht dat hij de strekking van de in de examenstof aangeduide wettelijke regels kan reproduceren. De opgenomen strafrechtelijke en strafvorderlijke bepalingen met een definitorisch karakter dienen meer letterlijk te worden beheerst. Van Boa OV wordt eveneens een elementair inzicht in de leerinhouden verwacht. Dit impliceert dat met name leerinhouden die nauw verbonden zijn met het praktisch handelen in een toepassingsgerichte context kunnen worden bevraagd. De nadruk wordt hierbij gelegd op vervoerswet- en regelgeving, zoals deze geldig is voor het functioneren binnen het domein OV. Afhankelijk van de toetsing wordt van de Boa OV verwacht dat volgens de geldende normen een proces-verbaal kan worden opgemaakt, waarbij de redenen van wetenschap de vertaling zijn van hetgeen de Boa OV heeft waargenomen. De geformuleerde eindtermen buitengewoon opsporingsambtenaar OV zijn een aanvulling op de eindtermen zoals deze zijn vastgesteld voor het landelijk algemene Boa examen, welke zijn vastgesteld door de minister van Veiligheid en Justitie. Zij vormen tezamen de eindtermen Boa OV. KNV Eindtermen Buitengewoon Opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer 12

Uitvoeringstaak Taak Deeltaak Kenniselementen 10 Wp 2000 Algemene bepalingen en begrippen 1. kan de voor de uitvoering van zijn taak relevante definities benoemen 2. kan de voor de uitvoering van zijn taak relevante werkingssfeer benoemen 3. kan de toepassing van de vergunning beschrijven binnen de taak 4. concessie voor openbaar vervoer 5. kan benoemen hoe de concessie moet worden uitgevoerd binnen de taak die deel uitmaken van de WPp 2000 en daaruit voortvloeiende reglementen die geldt voor de Wp 2000 en daar uit voortvloeiende reglementen die niet geldt voor de Wp 2000 en daaruit voortvloeiende reglementen 2.1 werkingssfeer 2.2 werkingssfeer art. 1 Wp 2000 o bus o dienstregeling o openbaar vervoer o besloten busvervoer o vervoerder o concessie o concessiehouder o communautaire vergunning art. 2 lid 1 sub a, b en c Wp2000 o toepasselijkheid van de wet art. 2 lid 2 Wp 2000 art. 3a Wp 2000 o niet van toepassing wet noodzaak bij verrichten vergunning art. 7 lid 1 Wp 2000 collectief openbaar vervoer o verbod verrichten collectief openbaar vervoer zonder communautaire vergunning anders dan trein of besloten busvervoer concessieplicht art. 19 lid 1 Wp 2000 o verbod vervoer zonder verleende concessie voor wat betreft vervoerbewijzen en vervoersplicht 5.1 vervoerbewijzen art. 30 lid 1 en lid 2 Wp 2000 o nationale vervoerbewijzen KNV Eindtermen Buitengewoon Opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer 13

Uitvoeringstaak Taak Deeltaak Kenniselementen art. 30 lid 4 en 5.2 vervoersplicht en naleven voorschriften art.34 Wp 2000 o verplichting reizigers te vervoeren o verplichting voorschriften na te leven 6. kan de verbonden voorschriften v.w.b. de concessie aangeven 11 Bepalingen voor de reiziger waarborgen van de veiligheid concessie voorschiften art. 32 lid 2 sub H Wp 2000 o waarborgen verantwoorde veiligheid voor reiziger en personeel De buitengewoon opsporingsambtenaar 7. kan de bepalingen noemen waaraan een ieder en specifiek de reiziger moeten voldoen 7.1 controle vervoerbewijzen 7.2 verboden handelingen m.b.t het vervoerbewijs 7.3 handhaving bedrijfsgang art. 70 lid 1 en lid 2 Wp 2000 o verbod zonder geldig vervoerbewijs gebruik te maken van openbaar vervoer en de door de vervoerder duidelijk kenbaar gemaakte voorzieningen art. 71 Wp 2000 o onbevoegd wijzigen of bewerken van vervoerbewijs, misbruiken en controle belemmeren of verhinderen art. 72 Wp 2000 o verbod verstoring orde rust, veiligheid of goede bedrijfsgang KNV Eindtermen Buitengewoon Opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer 14

Uitvoeringstaak Taak Deeltaak Kenniselementen 7.4 aanwijzingen art. 73 Wp 2000 aan een ieder o verplichting voor een ieder tot opvolgen aanwijzingen door of vanwege de vervoerder duidelijk kenbaar gemaakt betreffende orde, rust, veiligheid of goede bedrijfsgang 12 Bepalingen betreffende de handhaving De buitengewoon opsporingsambtenaar 8. kan verwijzing naar algemene maatregelen van bestuur noemen 9. kan bepalingen noemen voor wat betreft de handhaving 8.1 nadere regels art. 74 lid 1 sub a en b en lid 2 sub a en b Wp 2000 o verstoring orde rust, veiligheid en goede bedrijfsgang o wijze waarop aanwijzingen geven kunnen worden o gebruik vervoerbewijzen o verplichting betaling en recht terugbetaling 9.1 toezicht en art. 87 lid 2 en 3 opsporing Wp 2000 o met toezicht op naleving aangewezen personen o door de vervoerder aangewezen personen KNV Eindtermen Buitengewoon Opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer 15

Uitvoeringstaak Taak Deeltaak Kenniselementen 9.2 beleid art. 88 lid 1 vaststellen beleidsregels Wp 2000 door minis- ter o geen examenstof algemeen benoemen volstaat 9.3 aanvullende opsporingsbevoegdheid 9.4 uitsluiting bevoegdheid 9.5 toezicht bevoegdheden Awb 9.6 vorderen identificatie reiziger 9.7 documenten ter identificatie kenmerken art. 89 lid 1 en 2 Wp 2000 o uitbreiding opsporingsbevoegdheid voor WvSr feiten o aanwijzen personen door ministers art. 90 Wp 2000 o uitsluiting opening van zaken en nemen van monsters van inhoud van onderzochte zaken art. 91 Wp 2000 o Awb artikelen overeenkomstig van toepassing: o legitimatieplicht ambtenaar 5:12 Awb; o subsidiariteit 5:13 Awb; o plaatsen betreden 5:15 Awb; o inzage te vorderen 5:17 Awb; o plicht tot medewerking 5:20 Awb. art. 92 Wp 2000 o identificatieplicht reiziger op eerste vordering ambtenaar onder voorwaarden art. 1 Wid (wet identificatieplicht) o documenten Wvw 1994 (wegenverkeerswet) o rijbewijs KNV Eindtermen Buitengewoon Opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer 16

Uitvoeringstaak Taak Deeltaak Kenniselementen 10. kan te nemen nemen van maatregelen art 97 Wp 2000 maatregelen noemen 10.1 Evt. met ster- ke arm o bij uitblijven medewerking het nemen van maatregelen art. 98 Wp 2000 10.2 OV verbod o intrekken vervoerbewijs en ontzeggen toegang gehele openbaar vervoer onder bepaalde voorwaarden o Onder voorwaarden toegang tot een station, halteplaats of een andere bij het openbaar vervoer behorende voorziening of de daarbij behorende locatie ontzeggen o Regels m.b.t. de ontzegging toegang o Verbod in strijd te handelen ontzegging o overtuigen van de inhoud van handbagage en onbevoegd meegenomen handbagage verwijderen of weren e.e.a. onder voorwaarden 11. kan de strafbepalingen noemen 11.1 strafbepaling op overtreding art. 101 lid 1 en lid 2 Wp 2000 o strafbare feiten gestraft als overtreding o strafverzwaring bij niet legitimeren KNV Eindtermen Buitengewoon Opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer 17

Uitvoeringstaak Taak Deeltaak Kenniselementen 11.2 afkoop art. 102 Wp 2000 o vervallen recht op strafvervolging 13 Bp 2000 Algemene bepalingen en begrippen De buitengewoon opsporingsambtenaar 12. kan de voor de uitvoering van zijn taak relevante definities benoemen 12.1 die niet geldt voor de Bp 2000 12.2 uitzondering trein definitie niet van toepassing besluit art. 1 onder f Bp 2000 o electronisch vervoerbewijs art. 2 Bp 2000 o geen examenstof algemeen benoemen volstaat art. 5 Bp 2000 o artikelen niet van toepassing ov per trein 13. kan de voor waarden en bepalingen noemen waaraan door de reiziger moet worden voldaan 13.1 geldigheid vervoerbewijs 13.2 tarieven nationale vervoerbewijzen 13.3 model nationaal vervoerbewijs art. 41 lid 1 en 2 Bp 2000 o geldigheid nationaal vervoerbewijs o gebieden waar nationaal vervoerbewijs niet geldig is art 42 lid 1 en 2 Bp2000 o vaststelling tarieven o zone indeling art 43 lid 1 sub a, b en c en lid 2 Bp 2000 o eisen aan model als gegeven (zonder model bespreking) o regels voor nationale vervoerbewijzen (sec artikel bepaling) KNV Eindtermen Buitengewoon Opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer 18

Uitvoeringstaak Taak Deeltaak Kenniselementen 13.4 verschuldigde art 44 Bp 2000 vervoerprijs o vervoerprijs volgens geldende tarief 13.5 vrij vervoer art. 45 lid 1 sub a, b en c en lid 2 Bp 2000 o kinderen o begeleiding gehandicapte personen o ambtenaren met toezicht en opsporing belast o regels vereiste legitimatie 13.6 handbagage, fietsen en levende dieren art. 46 lid 1, lid 2, lid 3 en lid 4 Bp 2000 o geen vervoerprijs voor handbagage o definitie handbagage o geen vervoerprijs voor hond als begeleiding gehandicapte o verschuldigde vervoerprijs voor fietsen en levende dieren o nadere regels vervoersprijs KNV Eindtermen Buitengewoon Opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer 19

Uitvoeringstaak Taak Deeltaak Kenniselementen 13.7 wanneer geldig vervoerbewijs art. 47 lid 1, lid 2 en lid 3 Bp 2000 verplicht is, geldigheid en ongeldigheid o reiziger zich voorziet vóór betreden vervoer, halte of station o zo spoedig als mogelijk na betreden door afgifte of ontwaarding o geldigheid elektronisch vervoerbewijs o ongeldigheid bij gewijzigd of bewerkt vervoerbewijs KNV Eindtermen Buitengewoon Opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer 20

Uitvoeringstaak Taak Deeltaak Kenniselementen 13.8 verplichtingen m.b.t. het Bp 2000 art. 48 lid 1 t/m 7 vervoerbewijs o tonen of overhandigen vervoerbewijs o boete betaling verplicht bij: niet voldoen verplichting art. 47 niet tonen of overhandigen onbevoegd gewijzigd of bewerkt vervoerbewijs misbruik vervoerbewijs controle vervoerbewijs belemmeren of verhinderen o betaling boete bedrag tezamen met vervoerprijs o verplichting afgifte betalingsbewijs o Veertien dagen uitstellen betaling met afgifte bewijs o bij uitblijven betaling, alsnog gelegenheid voor betaling met verhoging binnen veertien daggen na afloop termijn, bedoeld in lid 5 o bij voldoen vervalt recht op strafvervolging ter zake art.70wp2000 KNV Eindtermen Buitengewoon Opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer 21

Uitvoeringstaak Taak Deeltaak Kenniselementen 13.9 gevolg niet art. 49 Bp 2000 opeisbare schuld o geen recht op naam gesteld vervoerbewijs als opeisbare schuld niet is voldaan 13.10 gehele of gedeeltelijke terugbetaling v.d. vervoersprijs art. 50 lid 1 t/m 4 Bp 2000 geen examenstof algemeen benoemen volstaat o verzoeken om gehele of gedeeltelijke terugbetaling o terugbetaling vervoersprijs onder voorwaarden o bevoegdheid tot in rekening brengen administratiekosten o nadere regel terugbetaling en ontheffing van betaling 14. kan de bepalingen noemen over verstoring van orde, rust, veiligheid of een goed bedrijfsgang 13.11 intrekken vervoerbewijs 14.1 gedragingen die als verstoring zijn te beschouwen 14.2 pictogrammen als aanwijzing art. 51 Bp 2000 o afgifte bewijs aan reiziger bij intrekken vervoerbewijs art. 52 lid 1 sub a t/m l lid 2 Bp 2000 o wat onder verstoringen als bedoeld in artikel 72 van de wet wordt verstaan o toestemming vervoerder art. 53 Bp 2000 o als aanwijzing gelijkgesteld zijn afbeeldingen in woord en geschrift KNV Eindtermen Buitengewoon Opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer 22

Uitvoeringstaak Taak Deeltaak Kenniselementen 15. kan de strafbepaling overtredingen art. 118 Bp 2000 noemen o welke artikelen bij overtreding strafbaar feit opleveren 14 Uitvoeringsvoorschrift Wp 2000 15 Algemene wet bestuursrecht 16. inleiding bepalingen definities en reikwijdte 17. handhaving toezicht op de naleving art. 1.1 lid 1 onder a Awb o rechtspersoon als bestuursorgaan 18.1 definities art. 5:11Awb o definitie toezichthouder 18.2 legitimatie art. 5:12 lid 1, 2 en 3 Awb o dragen legitimatiebewijs o tonen legitimatiebewijs o uitvoering legitimatiebewijs 18.3 bevoegdheden art. 5:13 Awb o gebruik be- voegdheid 18.4 art. 5:14 Awb o beperking bevoegdheden 18.5 art. 5:15 lid 1 en 2 Awb o betreden plaatsen o hulp sterke arm 18.6 art. 5:16 Awb o vorderen van inlichtingen 18.7 art. 5:16a Awb o inzage vorderen identiteitsbewijs 18.8 art. 5:17 Awb o inzage vorderen o kopieën maken o bescheiden mee nemen KNV Eindtermen Buitengewoon Opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer 23

16 Spoorwegwet en Wet Lokaalspoor 18. algemene bepalingen 18.9 art. 5:19 Awb o doorzoeken vervoermiddelen 18.10 medewerking art. 5:20 Awb o verplichting tot verlenen medewerking o mogelijkheid tot weigeren medewerking algemeen definities art. 1 sub b en d Spoorwegwet o spoorweg o rechthebbende toepasselijkheid art. 2 lid 1 o toepasselijkheid van de wet veroorzaken gevaar art. 3 Spoorwegwet o verbod veroor- zaken gevaar door gedrag Gedragingen die als verstoringen zijn te beschouwen art. 15 Wet Lokaalspoor geen examenstof algemeen benoemen is voldoende 17 Wetboek van Strafrecht; beschermingspakket* 20. Artikelen ter bescherming van de Boa OV Door het rechtmatig toepassen van opsporingsbevoegdheden 20.1 art. 181 WvSr Ambtsdwang en wederspannigheid door één dader met als gevolg: o 1 enig lichamelijk letsel o 2 zwaar lichamelijk letsel o 3 de dood KNV Eindtermen Buitengewoon Opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer 24

20.2 art. 182 WvSr ambtsdwang en wederspannigheid 1. door meerdere daders 2. met als gevolg: o 1 enig lichamelijk letsel o 2 zwaar lichamelijk letsel o 3 de dood 20.3 art. 184a WvSr o Handelen in strijd met gedragsaanwijzing gegeven door Ovj. 20.4 art. 284 WvSr o 1, sub 1 en 2 : Dwang 20.5 art. 285, lid 1 en 2 WvSr o 1. bedreiging met specifieke misdrijven o 2. Schriftelijk 20.6 art. 300, lid 1 en 5, jo 304 2 e WvSr o 1. Eenvoudige mishandeling o 5. Poging niet strafbaar o Jo 304, lid 2 mishandeling tegen ambtenaar * Het beschermingspakket omvat meerdere artikelen uit het Wetboek van Strafrecht. De artikelen 184 lid 1, 435 4 e, 447 e, 177 lid 1, 179, 180,185, 266 lid 1, 267 lid 2 zijn reeds opgenomen in de eindtermen Boa Basisbekwaamheid. In dit document worden alleen de resterende artikelen van het beschermingspakket genoemd. KNV Eindtermen Buitengewoon Opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer 25