Beleidsregel. Inning Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften

Vergelijkbare documenten
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Beleidsregel Inning Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften

BETALINGSREGELINGENBELEID

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het Centraal Justitieel Incasso Bureau en/of het Openbaar Ministerie. Datum: 14 november 2011

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Rapport. Rapport over een klacht over het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) te Leeuwarden. Datum: 20 december Rapportnummer: 2013/198

Rapport. Datum: 21 december 2006 Rapportnummer: 2006/384

Een onderzoek naar de verwerking van een adreswijziging van een burger.

Rapport. Datum: 17 november 1999 Rapportnummer: 1999/470

1 van :50

ECLI:NL:RBDHA:2015:10100

Executierichtlijn ontnemingsmaatregelen parketten en politie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

HoE krijg Ik mijn ScHADE vergoed?

U hebt een schadevergoeding toegewezen gekregen

Copyright Compass 2018 INFORMATIE:

Datum 29 april 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat kantonrechters vinden dat wanbetalers te makkelijk gegijzeld worden

Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie van de CVOM stelselmatig niet op zijn correspondentie reageert.

Aanwijzing administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Na aftrek van de boetes, de kosten voor Domeinen en de politie resteerde 4292, 62.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Procesreglement Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wet Mulder) rechtbanken, kantonzaken

Rapport. Datum: 28 september 2007 Rapportnummer: 2007/207

Rapport. Datum: 26 maart 2007 Rapportnummer: 2007/051

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Aanwijzing administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aanwijzing administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rapport. Rapport over een klacht over het Centraal Justitieel Incasso Bureau uit Leeuwarden. Bestuursorgaan: de minister van Veiligheid en Justitie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Rapport. Datum: 19 januari 2001 Rapportnummer: 2001/014

Brief van de minister en staatssecretaris van Veiligheid en Justitie

Beoordeling. h2>klacht

Aan de Voorzitter van Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Rapport. Datum: 22 september 2003 Rapportnummer: 2003/329

Herziening executiebeleid en -richtlijnen i.v.m. invoering LCA

Tarieven overzicht Van der Vleuten & Van Hooff Gerechtsdeurwaarders B.V.

Beoordeling. h2>klacht

Datum 23 juni 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het boetebeleid voor onverzekerde auto s

Vervolgens legde het CJIB op 22 maart 2007 beslag op zijn inboedel.

Incasso-opdracht ingediend. En nu?

kwadrantenmodel Persoon wil betalen Persoon wil niet betalen Stimuleren: Persoon kan betalen Betaalgemak vergroten Instrumenten inzetten

Rapport. Rapport betreffende een klacht over een gedraging van het College voor zorgverzekeringen. Datum: 10 mei Rapportnummer: 2012/078

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0609

Boete, dwangsom en stillegging: bezwaar, beroep en betaling

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

betaald krijg? met beslag op mijn goederen. Kan ik dat voorkomen? beslag op mijn goederen. Kan ik dat voorkomen? Waar kan ik terecht? brengen?

Rapport. Rapport over een klacht over het Centraal Justitieel Incasso Bureau uit Leeuwarden. Datum: 18 oktober Rapportnummer: 2011/308

ECLI:NL:RBMNE:2014:5220

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277

Hoofdstuk 9 Awb: Klachtbehandeling

Bestuurlijke Boete. 2 Bestuurlijke boete Bestuurlijke boete 3

Rapport. Datum: 18 mei 2001 Rapportnummer: 2001/142

RAPPORT 1997/411, NATIONALE OMBUDSMAN 24 SEPTEMBER 1997

Dekking incassorechtsbijstand (zuivere incasso)

Rapport. Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/083

Dekking incassorechtsbijstand (zuivere incasso)

Beleidsregels verhaal Wet werk en bijstand ( WWB) en Wet investeren in Jongeren (WIJ), gemeente Súdwest Fryslân.

Incasso: Een minnelijk en gerechtelijk traject

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Bestuurlijke boete en dwangsom: bezwaar, beroep en betaling

6. Bij brief van 4 mei 2004 gaf het LBIO een incasso- en executieopdracht aan de deurwaarder.

Incassoreglement gemeentelijke heffingen GBRD 2013

ALGEMENE INCASSO VOORWAARDEN

Rapport. Rapport over een klacht over gerechtsdeurwaarder X te Rotterdam. Datum: 6 april Rapportnummer: 2012/058

BELEIDSREGEL BIJSTANDSVERHAAL 2015

Algemene Voorwaarden

Beoordeling. h2>klacht

ECLI:NL:RBDHA:2016:1622

ALGEMENE VOORWAARDEN KARANSINGH & PARTNERS GERECHTSDEURWAARDERS

Rapport. Datum: 13 september 2001 Rapportnummer: 2001/278

Integraal Handhavingsbeleidsplan De Ronde Venen, 26 september Bijlage VI Toelichting op de bestuursrechtelijke sanctiemiddelen

ECLI:NL:RBARN:2009:BM5546

3 Beroep bij de rechtbank

Gelet op artikel 592d, eerste en tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering en artikel 13 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;

Rapport. Datum: 23 februari 2007 Rapportnummer: 2007/038

ALGEMENE INCASSO-VOORWAARDEN CREDIFIN NEDERLAND B.V. 1.2 De bepalingen gesteld in deze algemene voorwaarden zijn bindend.

Als aan één van de voertuigverplichtingen niet wordt voldaan, is dat strafbaar (zie Achtergrond, onder 1. en 2.).

Informatie over bewindvoering

Zundertse Regelgeving

Eerste Kamer der Staten-Generaal

ALGEMENE VOORWAARDEN. De onderhavige voorwaarden zijn van toepassing op alle overeenkomsten die tussen partijen zijn gesloten; 1.

Bestuurdersaansprakelijkheid wegens het onverantwoord verstrekken van een risicovolle lening

CJIB - Betalingsachterstanden

OPLEGGEN BESTUURLIJKE BOETE DHW

Klachtenreglement AZOMA (Ambulante Zorg Op Maat Amsterdam)

Rapport. Datum: 5 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/310

Klachtenregeling Modus Vivendi

De heer xxxxxxxx. Geachte heer xxxxxxxx,

REGLEMENT VOOR DE BEHANDELING VAN GESCHILLEN DOOR DE GESCHILLENCOMMISSIE ZAKELIJKE KLANTEN ENERGIEBEDRIJVEN (GESCHILLENCOMMISSIE ZAKELIJKE KLANTEN)

Beleidsregels KWIJTSCHELDING GEMEENTELIJKE HEFFINGEN GEMEENTE SCHER- PENZEEL. vastgesteld bij besluit van 18 februari 2014

Rapport. Datum: 9 november 2005 Rapportnummer: 2005/345

Rapport. Datum: 26 april 2004 Rapportnummer: 2004/139

Klachtenregeling VeWeVe

Aanvullend commentaar op het voorontwerp Besluit breed moratorium

ALGEMENE VOORWAARDEN VH Budget Advies Beschermingsbewind

Transcriptie:

Beleidsregel Inning Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften Inwerkingtreding: 1 januari 2018

1. INLEIDING 5 2. UITGANGSPUNTEN 5 3. HOOFDLIJNEN INNING EN INCASSO 6 3.1 Inningsfase 6 3.2 Incassofase 7 3.2.1 Incassofase EU-onderdanen 7 3.3 VERHAAL 7 3.3.1 Algemeen 7 3.3.2 Verhaal zonder dwangbevel 7 3.3.3 Verhaal met dwangbevel 7 3.4 KOSTEN VAN VERHAAL 8 3.4.1 Doorberekening van kosten van verhaal met dwangbevel 8 3.4.2 Kosten verhaal zonder dwangbevel 8 3.4.3 Verzet (gedeeltelijk) gegrond verklaard 8 3.5 Verzet tegen het verhaal met en zonder dwangbevel 8 4. DWANGMIDDELEN 9 4.1 Inneming van het rijbewijs 9 4.2 Buitengebruikstelling van het voertuig 9 4.3 Gijzeling 10 4.4 Last tot tenuitvoerlegging 10 5. TOEPASSING VOORLOPIGE MAATREGEL 11 6. BETALINGSREGELINGEN, SCHULDHULPVERLENING EN INSOLVENTIES 11 6.1 Betalingsregelingen 11 6.2 Minnelijke regelingen 11 6.3 Faillissement, surséance van betaling en WSNP, breed moratorium 11 7. BIJZONDERE OMSTANDIGHEDEN 12 7.1 Adresgegevens 12 7.2 Buiteninvorderingstelling 12 8. KLACHTEN 12 9. VASTSTELLING BELEIDSREGEL 13

BEGRIPSBEPALINGEN Administratieve sanctie: Bij beschikking opgelegde geldelijke boete in het kader van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). Administratiekosten: De administratiekosten, bedoeld in artikel 11a van het Besluit administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften 1994. AICE: Administratie en Informatie Centrum voor de Executieketen Betrokkene: Degene aan wie de administratieve sanctie is opgelegd. Breed moratorium: Afkoelingsperiode die door de rechter in het kader van de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening is opgelegd. Briefadres: Het adres dat de natuurlijke persoon tot wie de beschikking zich richt als zodanig in de BRP heeft op laten nemen. Een postbusadres kan niet als briefadres fungeren. BRP: Basis Registratie Personen CJIB: Het Centraal Justitieel Incassobureau CRR: Centraal register rijbewijzen CVOM: Parket Centrale Verwerking Openbaar Ministerie DRZ: Domeinen Roerende Zaken Incassofase: De fase die intreedt als in de inningsfase geen volledige betaling is verricht. In deze fase kan met of zonder dwangbevel beslag worden gelegd op de goederen van betrokkene, of kunnen dwangmiddelen worden toegepast. Inningsfase: De uitvoeringsfase waarin aan betrokkene een beschikking en aanmaningen met daaraan gehecht optisch leesbare acceptgirokaarten (OLA) worden verzonden. I&I: Directie Inning en Incasseren van het CJIB Last tot tenuitvoerlegging: Het AICE zorgt er namens de Minister voor dat de tenuitvoerleggingsorganisaties tijdig vernemen dat een administratiefrechtelijke beslissing ten uitvoer moet worden gelegd, zodat zij daartoe kunnen overgaan. Het AICE verstrekt daartoe namens de Minister een last tot tenuitvoerlegging. In geval van vrijheidsbenemening wordt de zwaardere variant, een last tot aanhouding verstrekt aan de politie. Minister: De Minister voor Rechtsbescherming MSNP: Minnelijke Schuldregeling Natuurlijke Personen NVVK: Vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren 3

Onherroepelijk: Een administratieve sanctie is onherroepelijk als er geen rechtsmiddel meer tegen openstaat. OM: Openbaar Ministerie RDW: Dienst Wegverkeer. Voor deze beleidsregel van belang als beheerder van het rijbewijs- en kentekenregister. Rechtspersoon: In deze beleidsregel wordt onder het begrip rechtspersoon mede begrepen de vennootschap onder firma. Verblijfadres: Het adres waar degene tot wie de beschikking zich richt daadwerkelijk verblijft, voor zover het afwijkt van het woonadres/briefadres. Verhaal met dwangbevel: De Minister is bevoegd, indien betaling uitblijft, een dwangbevel uit te vaardigen. Dit dwangbevel wordt in handen gegeven van een gerechtsdeurwaarder, en verschaft het recht zich op de goederen van degene tot wie de beschikking zich richt te verhalen. Verhaal zonder dwangbevel: De Minister kan verhaal nemen op inkomsten uit arbeid, pensioenen, wachtgelden en andere periodieke uitkeringen en/of op het tegoed en de kredietruimte bij een bank van een betrokkene. De betrokkene wordt hierover in kennis gesteld door middel van een kennisgeving verhaal. Vestigingsadres: Het adres waar de rechtspersoon/onderneming tot wie de beschikking zich richt volgens de Kamer van Koophandel gevestigd is. Wahv: Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften. Woonadres: Het adres waar de natuurlijke persoon tot wie de beschikking zich richt volgens de Gemeentelijke Basisadministratie woonachtig is. WSNP: Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen 4

1. INLEIDING 1. Het CJIB int namens de minister administratieve sancties en administratiekosten op grond van de Wahv, waaronder de incasso van de administratieve sancties, de daarop gevallen verhogingen en de administratiekosten. 2. Dit document bevat beleidsregels die door het CJIB bij de inning en incasso van de administratieve sancties in het kader van de Wahv worden gehanteerd. 2. UITGANGSPUNTEN 3. Het CJIB verricht de handelingen ten aanzien van de inning en incasso (inclusief de toepassingen van de dwangmiddelen inning rijbewijs en buitengebruikstelling) namens de Minister. Het dwangmiddel gijzeling wordt gevorderd door de officier van justitie van het parket CVOM die daarbij wordt ondersteund door het CJIB. 4. Het CJIB verstrekt met inachtneming de vigerende privacywetgeving informatie met betrekking tot de uitvoering van de administratieve sancties en de daarbij betrokken instanties en personen. Uit wet, regelgeving en praktijk is een aantal algemene beginselen voor de tenuitvoerlegging te distilleren. Bij de tenuitvoerlegging van administratieve sancties gelden de volgende uitgangspunten: - de uitvoering van opgelegde administratieve sancties draagt bij aan het belang van de rechtshandhaving in ruime zin; - alle sancties dienen zo snel, zeker, efficiënt en maatschappelijk verantwoord mogelijk te worden geïnd; - de algemene beginselen van behoorlijk bestuur zijn mede bepalend voor het te voeren tenuitvoerleggingsbeleid/de uitvoering van werkzaamheden als bestuursorgaan. 5. Uitgangspunten bij fasen en instrumenten: - zaken die in de inningsfase niet of niet geheel zijn betaald gaan in beginsel door naar de incassofase; - de Wahv laat ruimte om de maatregelen in de incassofase flexibel in te zetten. In beginsel wordt de voor betrokkene minst bezwarende maatregel ingezet; - de Wahv laat ruimte om de dwangmiddelen in de dwangfase flexibel in te zetten, mits de maatregelen in de incassofase niet (volledig) tot resultaat hebben geleid. In beginsel wordt het voor betrokkene minst bezwarende dwangmiddel ingezet. Het dwangmiddel gijzeling wordt pas ingezet als andere dwangmiddelen niet (volledig) tot resultaat hebben geleid. 5

3. HOOFDLIJNEN INNING EN INCASSO 3.1 Inningsfase 6. Het CJIB maakt beschikkingen aan in de zin van de Wahv, gebaseerd op de door de opsporingsinstantie aangeleverde gegevens. Het CJIB draagt zorg voor de verzending van de beschikking. 7. Betrokkene dient ervoor zorg te dragen dat het verschuldigde bedrag vóór de vervaldatum is bijgeschreven op de rekening van het CJIB. Als datum van betaling geldt in beginsel de datum waarop de rekening van het CJIB is gecrediteerd (6:114 lid 2 Burgerlijk Wetboek). Als de betaling niet tijdig bij het CJIB is ontvangen en dit is te wijten aan een fout van de bank (hetgeen moet blijken uit door de betrokken te overleggen schriftelijke verklaring van de bankinstelling) dan word(t)(en) de eventueel opgelegde verhoging(en) ongedaan gemaakt. 8. Een betrokkene kan in daartoe aangewezen gevallen gebruik maken van de mogelijkheid om een administratieve sanctie in maandelijkse termijnen te betalen. De inhoud van het betalingsregelingenbeleid staat in het beleidskader betalingsregelingen dat op de website van het CJIB (www.cjib.nl) is gepubliceerd. 9. Indien een beschikking of aanmaning die is toegezonden aan een Nederlandse ingezetene onbestelbaar retour wordt ontvangen, wordt aan de afdeling bevolking van de laatst bekende woongemeente een adres gevraagd. Voor rechtspersonen gebeurt deze verificatie bij de Kamer van Koophandel. Wanneer de beschikking ook op het in de BRP opgenomen adres onbestelbaar blijkt te zijn, wordt de beschikking geacht aan de betrokkene bekend te zijn. 10. Alvorens een zaak door gaat naar de incassofase verricht het CJIB standaard een adresverificatie in de BRP of de Kamer van Koophandel. 11. Afhankelijk van het resultaat van de adresverificatie wordt aan betrokkene al dan niet een nieuwe beschikking of eerste of tweede aanmaning verzonden of de zaak doorgezet naar de incassofase. 12. Als het CJIB ten laste van een betrokkene een vordering heeft en tegelijkertijd aan deze betrokkene een bedrag moet voldoen, dan vindt, voor zover mogelijk, verrekening plaats van de openstaande vorderingen. Betrokkene wordt schriftelijk over de verrekening bericht. 13. Als een betrokkene beroep instelt bij de kantonrechter dient de zekerheidstelling aan het CJIB te worden betaald. Als de kantonrechter het beroep gegrond verklaart dan wordt het CJIB hierover geïnformeerd en wordt de zekerheid gerestitueerd, tenzij hoger beroep openstaat. 14. Als de rechter in een beroepsprocedure een veroordeling in de kosten ten behoeve van de indiener van het beroepschrift heeft uitgesproken dan worden de kosten na melding van de onherroepelijke beslissing aan het CJIB aan betrokkene vergoed. Er is in deze procedure geen grondslag voor de vergoeding van wettelijke rente (renteverlies). 6

3.2 Incassofase 15. Zaken die in de inningsfase niet of niet geheel zijn betaald gaan in beginsel door naar de incassofase. De incassomaatregelen zijn verhaal zonder dwangbevel, waarbij beslag kan worden gelegd op periodieke inkomsten of de bankrekening, en verhaal met dwangbevel waarbij het openstaande bedrag aan een gerechtsdeurwaarder ter verdere incasso wordt overgedragen. 3.2.1 Incassofase EU-onderdanen 16. Alle zaken die zijn opgelegd aan een EU-ingezetene (niet woonachtig in Nederland) en die niet of niet geheel zijn betaald, worden na de inningsfase voor verdere tenuitvoerlegging overgedragen aan de EU-lidstaat waar de betrokkene woont. Dit geldt niet wanneer de overdracht niet mogelijk blijkt doordat het Kaderbesluit erkenning geldelijke sancties niet is geïmplementeerd door desbetreffende EU-lidstaat of indien er andere redenen zijn om niet over te dragen. De overdracht gebeurt tot maximaal vijf jaar nadat de administratieve sancties onherroepelijk is geworden. Indien overdracht niet mogelijk blijkt wordt ten laste van betrokkene nationaal een last tot aanhouding uitgezet bij de politie. 17. Indien de EU-lidstaat, waaraan de zaak voor tenuitvoerlegging is overgedragen, een bericht van acceptatie heeft verzonden, wordt de afloop van de zaak uit die lidstaat afgewacht. Indien (volledige) tenuitvoerlegging in die EU-lidstaat niet mogelijk is (gebleken) kan alsnog een last tot aanhouding worden aangemaakt en worden aangeleverd aan de politie. 3.3 VERHAAL 3.3.1 Algemeen 18. De kosten van het verhaal komen binnen wettelijke grenzen ten laste van degene aan wie de beschikking is opgelegd. 3.3.2 Verhaal zonder dwangbevel 19. In eerste instantie wordt getracht het bedrag van de sanctie te incasseren door toepassing van verhaal zonder dwangbevel. Heeft dit geen of onvoldoende resultaat dan kan worden over gegaan tot het toepassen van verhaal met dwangbevel. 20. Verhaal zonder dwangbevel middels beslag op een bankrekening wordt toegepast bij sancties waarvan het sanctiebedrag inclusief verhogingen maximaal 500,00 bedraagt. Per maand wordt indien voor meerdere administratieve sancties verhaal zonder dwangbevel wordt toegepast maximaal 500,00 door middel van verhaal zonder dwangbevel van de rekening 7

van een natuurlijk persoon geïncasseerd. 3.3.3 Verhaal met dwangbevel 21. Indien verhaal zonder dwangbevel niet mogelijk is (gebleken) kan worden overgegaan tot het toepassen van verhaal met dwangbevel. 22. Het dwangbevel wordt ter betekening en, zo nodig, ter tenuitvoerlegging aan de gerechtsdeurwaarder overgedragen. 3.4 KOSTEN VAN VERHAAL 3.4.1 Doorberekening van kosten van verhaal met dwangbevel 23. De in het kader van de toepassing van verhaal te maken kosten, inclusief de invorderingskosten, worden op betrokkene verhaald. 24. De deurwaarder mag alleen die kosten in rekening mag brengen die daarvoor volgens het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders (Btag) en de Regeling vaststelling invorderingskosten in aanmerking komen. 3.4.2 Kosten verhaal zonder dwangbevel 25. De door het CJIB in het kader van de toepassing van verhaal zonder dwangbevel te maken kosten worden op betrokkene verhaald. 3.4.3 Verzet (gedeeltelijk) gegrond verklaard 26. Als de betrokkene verzet instelt tegen de tenuitvoerlegging van het dwangbevel en het verzet door de kantonrechter gegrond of gedeeltelijk gegrond wordt verklaard is het niet langer mogelijk het volledige dwangbevel ten uitvoer te leggen. Het dwangbevel wordt als de uitspraak onherroepelijk is geworden conform de uitspraak van de rechter afgedaan. 3.5 Verzet tegen het verhaal met en zonder dwangbevel 27. Op het moment dat een verzet bij het CJIB is aangemeld, wordt, wanneer sprake is van verhaal met dwangbevel, de deurwaarder bericht de incasso tijdelijk stop te zetten. 28. Het CJIB beoordeelt het verzetschrift en verzorgt binnen 4 weken een commentaar dat vergezeld van het zaakoverzicht naar de betreffende locatie van de sector kanton van de 8

rechtbank wordt gezonden. Medewerkers van het CJIB kunnen ter zitting optreden als gemachtigde van de Minister. 29. Het CJIB beoordeelt of naar aanleiding van een uitspraak van de kantonrechter hoger beroep ingesteld wordt en verzorgt in voorkomende gevallen het beroepschrift. 30. Als de rechter in een verzetprocedure een veroordeling in de kosten ten behoeve van de indiener van het verzetschrift heeft uitgesproken dan worden de kosten na melding van het onherroepelijke vonnis aan betrokkene vergoed. 4. DWANGMIDDELEN 31. Als de verhaalsmogelijkheden zijn uitgeput kunnen dwangmiddelen worden toegepast teneinde betaling af te dwingen. In beginsel wordt gekozen voor het voor betrokkene minst bezwarende dwangmiddel. De mogelijke dwangmiddelen zijn: inneming van het rijbewijs van de betrokkene, buitengebruikstelling van het voertuig en gijzeling van de betrokkene. 32. De dwangmiddelen inneming van het rijbewijs van de betrokkene en buitengebruikstelling van het voertuig worden zonder machtiging van de rechter toegepast. Machtiging tot toepassing van het dwangmiddel gijzeling wordt met ondersteuning van het CJIB door de officier van justitie bij de kantonrechter gevorderd. 33. De bevoegdheid om dwangmiddelen toe te passen bestaat tot uiterlijk vijf jaar nadat de opgelegde sanctie onherroepelijk is geworden. Indien een betalingsregeling is toegestaan is de maximale termijn voor toepassing van dwangmiddelen zes jaar. 4.1 Inneming van het rijbewijs 34. De inneming van het rijbewijs wordt toegepast ten aanzien van natuurlijke personen vanaf 16 jaar aan wie een sanctie is opgelegd. 35. Na registratie van de vordering tot inneming van het rijbewijs in het Centraal Rijbewijzenregister wordt een aanschrijving verzonden aan betrokkene met de mededeling dat deze voor de in de aanschrijving vermelde vervaldatum het rijbewijs moet inleveren dan wel de openstaande vordering dient te betalen ter voorkoming van de inneming van het rijbewijs. 36. Als het rijbewijs van betrokkene reeds is ingevorderd uit anderen hoofde dan wordt beoordeeld of binnen een periode van drie maanden inneming van het rijbewijs alsnog kan plaatsvinden. 37. Het niet voldoen aan de vordering het rijbewijs in te leveren en het rijden zonder rijbewijs is strafbaar. 9

4.2 Buitengebruikstelling van het voertuig 38. Als het dwangmiddel inneming van het rijbewijs niet kan worden toegepast of niet tot resultaat heeft geleid, kan buitengebruikstelling van het voertuig worden toegepast. 39. De buitengebruikstelling vindt plaats ten aanzien van het motorrijtuig of de aanhangwagen waarmee de gedraging is begaan of een gelijksoortig voertuig waarover de betrokkene vermag te beschikken. De buitengebruikstelling vindt plaats voor een periode van maximaal vier weken. De buitengebruikstelling vindt in beginsel plaats ten aanzien van voertuigen van zowel natuurlijke- als rechtspersonen. 40. Betrokkene en kentekenhouder (als dat een ander is dan de betrokkene) worden op de hoogte gebracht van de (voorgenomen) overdracht van een voertuig aan DRZ 41. Indien het buitengebruik gestelde voertuig wordt verkocht, dan strekt na voldoening van de betreffende vordering de meeropbrengst eerst tot voldoening van andere nog bij het CJIB openstaande onherroepelijke vorderingen. Een eventueel restant van de meeropbrengst wordt in Rijk s kas gestort. 4.3 Gijzeling 42. Indien geen volledige betaling heeft plaatsgevonden naar aanleiding van de innings- en incassomogelijkheden genoemd in de artikelen 22 tot en met 27 en de artikel 28a, 28b en artikel 30 Wahv dient te worden afgewogen of toepassing gegeven kan worden aan het dwangmiddel gijzeling. Bij deze afweging dient rekening gehouden te worden met de volgende criteria:: De betrokkene heeft de leeftijd van 16 jaar nog niet bereikt. Er is sprake van betalingsonmacht. De kantonrechter heeft ten aanzien van dezelfde betrokkene binnen een voorafgaande periode van een half jaar meerdere verzoeken op inhoudelijke gronden afgewezen en er hebben zich in de positie van betrokkene geen relevante wijzigingen voorgedaan. Indien aan een van deze criteria wordt voldaan, blijft overdracht aan de officier van justitie achterwege. 43. Het CJIB kan het dossier overdragen aan de officier van justitie met daarbij het verzoek om toepassing te geven aan artikel 28 Wahv. 44. Het CJIB draagt na toewijzing van de machtiging gijzeling zorg voor de tenuitvoerlegging van de verkregen machtiging. Het AICE maakt een last tot aanhouding en levert deze aan bij de politie. 4.4 Last tot tenuitvoerlegging 45. In geval van toepassing van de dwangmiddelen buitengebruikstelling voertuig en/of gijzeling wordt door het AICE een last tot tenuitvoerlegging cq last tot aanhouding aangemaakt en voor tenuitvoerlegging aangeboden aan de politie. De lasten worden aangemaakt voor zowel betrokkenen met als zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland. 10

5. TOEPASSING VOORLOPIGE MAATREGEL 46. Het CJIB wordt door de politie op de hoogte gesteld van de inbewaringstelling van het voertuig. Het CJIB informeert de Dienst Domeinen en geeft opdracht tot taxatie van het in bewaring gestelde voertuig. Afhankelijk van de waarde van het voertuig verzoekt het CJIB de Domeinen Roerende Zaken over te gaan tot vernietiging dan wel verkoop van het voertuig. 6. BETALINGSREGELINGEN, SCHULDHULPVERLENING EN INSOLVENTIES 6.1 Betalingsregelingen 47. Voor Wahv-sancties kunnen betalingsregelingen worden getroffen. De wijze waarop betalingsregelingen kunnen worden aangevraagd staat vermeld op de website van het CJIB. 6.2 Minnelijke regelingen 48. Het CJIB werkt volgens een afgesloten convenant of een intentieverklaring samen met instellingen die lid zijn van de NVVK of schuldhulp verlenen, dan wel met organisaties waarmee soortgelijke afspraken zijn gemaakt. Na afloop van een succesvol minnelijk traject kan het CJIB de inning van het restantbedrag van Wahv-sancties beëindigen. Het CJIB stelt hierbij als randvoorwaarde dat tijdens het minnelijk traject nieuw ontstane vorderingen tijdig zijn voldaan. 6.3 Faillissement, surséance van betaling en WSNP, breed moratorium 49. In het geval dat blijkt, bijvoorbeeld uit een afschrift van de rechterlijke uitspraak, dat een betrokkene failliet is verklaard, surséance van betaling is verleend of een wettelijke schuldsanering is toegepast, kan geen betaling worden afgedwongen. In dat geval moet de vordering worden gefixeerd. 50. Vorderingen op zowel natuurlijke personen als rechtspersonen, die dateren van vóór en op de faillissementsdatum/wsnp-datum worden ingediend bij de curator/bewindvoerder. Voor vorderingen op een natuurlijk persoon die dateren van na de faillissementsdatum/wsnp-datum wordt alleen het inningtraject gevolgd. Vorderingen op een rechtspersoon die dateren van na de faillissementsdatum worden na afloop van het faillissement afgeboekt. 51. In geval van surséance van betaling worden voor alle vorderingen gedurende de surséance geen kostenverhogende maatregelen getroffen. 52. In geval van een breed moratorium worden gedurende de looptijd van het moratorium geen verhaalsmaatregelen genomen. Gelegde beslagen worden opgeschort. 11

7. BIJZONDERE OMSTANDIGHEDEN 7.1 Adresgegevens 53. Het CJIB hanteert de adresgegevens zoals deze worden aangeleverd door de opsporingsinstantie. Wanneer de gedraging is geconstateerd op kenteken zijn deze adresgegevens afkomstig uit het kentekenregister, welke is gekoppeld aan de BRP. Wanneer een betrokkene vervolgens verzoekt om wijziging van zijn adresgegevens in een ander adres dan het BRP-adres, kan hieraan worden voldaan met betrekking tot de specifieke zaak waarin hierom verzocht wordt. Betrokkene wordt erop gewezen dat deze wijziging alleen voor die specifieke zaak geldt en wordt voor verdere aanpassing van de gegevens verwezen naar de BRP 54. Indien er sprake is van curatele of schuldenbewind wordt het adres van de bewindvoerder gebruikt vanaf datum publicatie uitspraak. Zo nodig wordt een zaak teruggezet in een eerdere fase. 55. Ingeval van onderbewindstelling en mentorschap wordt het adres van de bewindvoerder of mentor gebruikt vanaf het moment dat het CJIB in kennis is gesteld van de onderbewindstelling c.q. het mentorschap. Zo nodig wordt een zaak teruggezet in een eerdere fase. 7.2 Buiteninvorderingstelling 56. Het CJIB beëindigt de inning van de administratieve sanctie als dit voortvloeit uit enige wettelijke- of verdragsbepaling. 57. Het CJIB kan, onverminderd hetgeen in wet- en regelgeving is bepaald, de administratieve sanctie buiten invordering stellen op basis van het beleid van de minister of het OM of indien dit wordt besloten op basis van redelijkheid of doelmatigheid. 58. De officier van Justitie kan de inning van de administratieve sanctie(s) beëindigen als met de voortzetting daarvan geen redelijk doel wordt gediend. Het CJIB voert de beslissing van de Officier van Justitie uit. 8. KLACHTEN 59. Klachten die betrekking hebben op door het CJIB toegepaste procedures worden zelfstandig door het CJIB afgehandeld. Klachten die betrekking hebben op de sanctie zelf of op door het OM, de politie of een andere aanleverende instantie gebruikte procedure worden voor zover dat niet al is gebeurd met een verzoek om verdere afhandeling aan het parket, respectievelijk de politie of de andere aanleverende instantie, gezonden. 12

9. VASTSTELLING BELEIDSREGEL 60. Deze beleidsregel wordt vastgesteld door de Minister voor Rechtsbescherming. 13