IBM Maximo Adapter for Primavera Versie 7 Release 5. Installatiehandleiding

Vergelijkbare documenten
IBM Maximo Spatial Asset Management Versie 7 Release 5. Installatiehandleiding

IBM Maximo Everyplace Versie 7 Release 5. Installatiehandleiding

IBM Maximo Spatial Asset Management Versie 7 Release 6. Installatiehandleiding IBM

IBM TRIRIGA Versie 10 Release 4.0. Services aanvragen Handboek voor de gebruiker

IBM TRIRIGA Versie 10 Release 5.2. Services aanvragen Handboek voor de gebruiker IBM

IBM Maximo Enterprise Adapters for SAP Applications Versie 7 Release 6. Installatiehandleiding

IBM Maximo Adapter for Microsoft Project Versie 7 Release 5. Handleiding voor installatie

Installatie Avalanche Webview

Installatiegids Command WorkStation 5.6 met Fiery Extended Applications 4.2

Dell Command Integration Suite for System Center

Installatie Avalanche Windows

Uw gebruiksaanwijzing. HP proliant ml310 g4 server

INSTALLATIEHANDLEIDING

Sartorius ProControl MobileMonitor M

IBM Maximo for Aviation MRO Versie 7 Release 6. Installatiehandleiding IBM

Installatie van een update Versie 10

MIGRATIE VAN KING 5.47 NAAR NIEUWE PC OF SERVER

INSTALLATIE VAN KING 5.50 STAND ALONE

Installatiegids Command WorkStation 5.5 met Fiery Extended Applications 4.1

Orbis Software. Portal4U. Installatie Handleiding. Dit document bevat de Installatie Handleiding voor Portal4U

VMware Identity Manager Desktop gebruiken. VMware Identity Manager 2.8 VMware Identity Manager 2.9.1

Installatie Remote Backup

Nieuw in Mamut Business Software en Mamut Online

Installatiehandleiding SCENARIO ADVIES. Oktober Versie 1.3

IBM TRIRIGA Application Platform Versie 3 Release 3.1. Gebruikershandboek voor afbeeldingen

ondersteunde platforms...5 Installatie en activering...7 Integratie met SAP BusinessObjects-platform...11 Integratie met SAP-systemen...

SCENARIO ADVIES INSTALLATIEHANDLEIDING. Versie 1.3

// Mamut Business Software

3. QUEEN STARTEN EN BIJWERKEN ADMINISTRATIE(S)...

Back-up en herstel Gebruikershandleiding

INSTALLATIE VAN KING 5.50 IN EEN WINDOWS-NETWERK

MIGRATIE VAN KING 5 NAAR NIEUWE PC OF SERVER

Installatie nieuwe build van Alure (alle componenten)

INSTALLATIE VAN QUEEN 5.48

WorldShip Upgrade op een enkel werkstation of een werkstation voor werkgroepen

Standaard Asta Powerproject Client Versie 13 Installatiedocument v1

Software-updates Gebruikershandleiding

Installatie King Task Centre

Fiery Command WorkStation 5.8 met Fiery Extended Applications 4.4

Installatiehandleiding King Webservices 2.0

Backup en herstel. Handleiding

Portal4U 1.4 Installatie

HP Easy Tools. Beheerdershandleiding

Installatie Onderwijsversie AccountView

Installatie van een update Versie 9

Updatehandleiding voor SAP Business Intelligence Suite patch 11.x

INSTALLATIE VAN KING STAND ALONE

Installatie van een update Versie 8

Standaard Asta Powerproject Client Versie 12 Installatiedocument v1

Installatie van een update Versie 7.0

Handleiding: MRJ Online Back-up versie 1.0

Nieuw in Mamut Business Software en Mamut Online

// Mamut Business Software. Updatehandleiding

Installatie King Task Centre

5/5 Red Carpet. 5/5.1 Inleiding

MySQL Server Installatie Handleiding RETSOFT ARCHIEF EXPERT VERSIE Versie: v

Versienotities voor de klant Xerox EX Print Server, Powered by Fiery voor de Xerox Color 800/1000 Press, versie 1.3

Nokia C110/C111 draadloze LAN-kaart Installatiehandleiding

5/8 Patch management

Update-handleiding (wizard) Primaccount PrimaPoort

INSTALLATIE VAN KING 5.45 STAND ALONE

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave. Legal Insolve Update handleiding 1. Licentiebestand... vernieuwen 2008 KSU

Software-updates Gebruikershandleiding

IBM SmartCloud for Social Business. Sametime Chat en Meetings mobile Gebruikershandleiding

Intramed OnLine instellen en gebruiken. Voor Mac OSX

Installatiehandleiding

Installatie SQL: Server 2008R2

INSTALLATIE HANDLEIDING

Van Dale Elektronisch groot woordenboek versie 4.5 activeren en licenties beheren

Updatehandleiding voor ondersteuningspakketten voor SAP Business Intelligence Suite

Windows 8.1 Update stap voor stap

Mamut Business Software

McAfee epolicy Orchestrator software

VMware Identity Manager voor Windows migreren naar Mei 2018 VMware Identity Manager 3.2

Procedure voor het inrichten van een TIC cliënt + Installeren van de TIC Narrow Casting cliënt software

Handleiding installatie Kluwer Belastingpraktijk

WebUntis 2014 Instructies basisinstallatie

KraamZorgCompleet OnLine instellen en gebruiken. Voor Mac OSX

T-MOBILE CLOUD Windows Installatiehandleiding. Private Planet, Ltd.

INSTALLATIE VAN QUEEN 5.45

Problemen met HASP oplossen

Handleiding voor het installeren van GPSTime 6.0 en hoger

Back-up en herstel Gebruikershandleiding

installatie

Document. Name: Systemhound 2007 Getting started guide. Created: Roel van Baaren Raxco Software 7 April Revisions:

Updateprocedure in vogelvlucht Stap 1: Updatebestanden downloaden Stap 2: Controle vooraf... 4

VMware Identity Manager Desktop Client gebruiken. September 2017 VMware Identity Manager 3.0 VMware AirWatch 9.2

TOEGANGSCONTROLE. Installatie Handleiding. AxiomV Client v5.2.x

Installatiehandleiding TiC Narrow Casting Manager

Handleiding. Certificaat installeren

1 INTRODUCTIE SYSTEEMVEREISTEN Minimum Vereisten Aanbevolen Vereisten...7

Pagina 1. Installatiehandleiding vanaf versie 2017

ESET NOD32 Antivirus 4 voor Linux Desktop. Aan de slag

Handleiding. Handleiding

Beheerdershandleiding. HP Hotkey Filter

Factuur2King Multi User release notes

Beheerdershandleiding. HP USB Port Manager

Mac OS X 10.6 Snow Leopard Installatie- en configuratiehandleiding

WebUntis 2014 Instructies basisinstallatie

HANDLEIDING Installatie TESTS 2012

Transcriptie:

IBM Maximo Adapter for Primavera Versie 7 Release 5 Installatiehandleiding

Opmerking Lees eerst Kennisgevingen op pagina 13. April 2011 Deze uitgave heeft betrekking op versie 7, release 5 van IBM Maximo Adapter for Primavera en op alle volgende releases en modificaties hiervan, tenzij anders vermeld in een volgende uitgave. Controleer of de uitgave die u gebruikt, overeenkomt met de versie van het programma. De informatie in deze publicatie is onderhevig aan wijzigingen. Wijzigingen zullen in nieuwe uitgaven van deze publicatie worden opgenomen. Voor technische informatie en het aanvragen van publicaties kunt u zich wenden tot uw IBM-leverancier of IBM Nederland B.V. Copyright IBM Nederland B.V. 2007, 2011. Copyright IBM Corporation 2007, 2011.

Inhoudsopgave Maximo Adapter for Primavera installeren.............. 1 Omgevingsgegevens bijwerken........ 2 Database-eigenschappen bijwerken...... 2 Installatie-eigenschappen bijwerken...... 3 De hostnaam van de WebSphere Application Server Network Deployment bijwerken.... 3 Configuratie van de Primavera Integration API op WebSphere Application Server........ 4 Configuratie van de Primavera Integration API op Oracle WebLogic Server.......... 4 Klassenpadopties............. 5 De installatie voorbereiden......... 8 Het installatieprogramma uitvoeren...... 9 Implementatie van de EAR-bestanden op WebLogic Server................ 10 Implementatie van de EAR-bestanden op WebSphere Application Server........ 11 Opdrachtsyntaxis voor de implementatie van EAR-bestanden op WebSphere Application Server. 12 Kennisgevingen........... 13 Merken................ 14 Copyright IBM Corp. 2007, 2011 iii

iv Installatiehandleiding

Maximo Adapter for Primavera installeren De installatie van IBM Maximo Adapter for Primavera Versie 7.5 bestaat uit installatie van het product, de implementatie van de EAR-bestanden (Enterprise Application Archive) en de configuratie van de software. U start de installatieprogramma's vanuit het startvenster. IBM Maximo Asset Management Versie 7.5 moet op hetzelfde Windowsbeheerwerkstation worden geïnstalleerd als het systeem waarop in Maximo Adapter for Primavera Versie 7.5 wilt installeren, en in dezelfde taal als Maximo Adapter for Primavera Versie 7.5. Voordat u Maximo Adapter for Primavera installeert, moet u ook de Maximo-database bijwerken tijdens de Maximo Asset Management-installatie. Zie voor informatie over het installeren van Maximo Asset Management, de IBM Maximo Asset Management 7.5 - Handleiding voor installatie in het Maximo Asset Management Informatiecentrum. Zie voor informatie over upgraden de Upgradehandleiding, IBM Maximo Producten V7.1 naar V7.5 op de websitemaximo Upgrade Resources. Informatie over vereisten aan hardware, software en netwerkt voor uw product vindt u op de pagina Overview and Planning op de Maximo Asset Management-wiki. Een ondersteunde Maximo Asset Management-toepassingenserver moet zijn geïnstalleerd voor de integratie met Primavera Integration API. Deze release van Maximo Adapter for Primavera ondersteunt gegevensintegratie met Primavera via API-opdrachten. De integratie-api-verbinding via webservices wordt niet ondersteund. Primavera Integration API moet zijn geïnstalleerd en geconfigureerd in overeenstemming met uw architectuur: v v Gebruik de lokale modus als u de API op dezelfde toepassingenserver wilt installeren als Maximo Asset Management. Gebruik de lokale modus voor een enkele serverinstance van Maximo Asset Management of als de hoeveelheid gegevens die in Primavera wordt geladen niet te groot is. Gebruik de modus Op afstand als u de API-client op dezelfde toepassingenserver wilt installeren als Maximo Asset Management en wilt verbinden met een Primavera Integration API die op een andere server is geïnstalleerd. Gebruik de niet-lokale modus wanneer Maximo Asset Management wordt geïnstalleerd in een clusteromgeving of als er een grote hoeveelheid gegevens in Primavera worden geladen. U moet Maximo Adapter for Primavera installeren op een beheerwerkstation van Microsoft Windows. De ERA-bestanden van Maximo Adapter for Primavera worden gegenereerd op het Windows-werkstation en worden later geïmplementeerd op de toepassingenserver. 1. Als u een upgrade aanbrengt naar Maximo Adapter for Primavera Versie 7.5 vanuit een eerdere versie van Maximo Adapter for Primavera (Versie 7.1, 7.1.1 of 7.1.2), werk dan uw omgevingsgegevens bij. 2. Bereid de installatie voor. Copyright IBM Corp. 2007, 2011 1

3. Installeer Maximo Adapter for Primavera. 4. Als u Oracle WebLogic Server gebruikt, implementeert u de EAR-bestanden. 5. Voor IBM WebSphere Application Server-omgevingen: De EAR-bestanden zijn geïnstalleerd tijdens de installatie van IBM Maximo Asset Management. Als deze taak tijdens de installatie van Maximo Asset Management is uitgesteld, implementeer dan de EAR-bestanden. Omgevingsgegevens bijwerken Wanneer u een fixpack installeert of een upgrade aanbrengt in een bestaande installatie, gebruikt het installatieprogramma waarden die worden vastgelegd van de vorige implementatie. Als iets in uw omgeving is gewijzigd sinds de oorspronkelijke implementatie, moet u deze wijzigingen vastleggen in eigenschappenbestanden voordat u Maximo Adapter for Primavera kunt installeren. Als u wijzigingen in de omgeving van een van de systemen in de oorspronkelijke implementatie hebt aangebracht, zoals het wijzigen van een hostnaam of het bijwerken van een wachtwoord, dan moeten de wijzigingen worden vastgelegd. Voor het vastleggen van de wijzigingen in de omgeving werkt u de bestanden install.properties en maximo.properties bij in het beheersysteem. Wanneer het productinstallatieprogramma een upgradetaak uitvoert, probeert het waarden in het bestand install.properties en het bestand maximo.properties te gebruiken. Tijdens het upgradeproces gebruikt het installatieprogramma, als de gebruikersnaam of het wachtwoord voor een systeem niet zijn bijgewerkt, de legitimatiegegevens in de eigenschappenbestanden. Als het installatieprogramma zich niet kan aanmelden bij een systeem met de legitimatiegegevens die in de eigenschappenbestanden zijn gevonden, wordt u gevraagd om de juiste informatie op te geven. Bijgewerkte waarden worden naar het juiste eigenschappenbestand geschreven. Voor het bijwerken van legitimatiegegevens in eigenschappenbestanden geldt één uitzondering: gegevens over de databaseverbinding en legitimatiegegevens moeten altijd actueel zijn voordat u aan een upgradebewerking begint. Gegevens over de databaseverbinding en legitimatiegegevens worden opgeslagen in het bestand maximo.properties. Wijzigingen in deze gegevens vanaf het moment van de oorspronkelijke implementatie moeten handmatig worden vastgelegd in het bestand maximo.properties voordat u gaat upgraden van versie 7.1, 7.1.1 of 7.1.2 naar versie 7.5. Wanneer u de eigenschapwaarde van de IBM WebSphere Application Server Network Deployment-hostnaam (WAS.DeploymentManagerHostName) wijzigt in het bestand install.properties, moet u ook een eigenschap voor de thin client van WebSphere Application Server Network Deployment bijwerken in het bestand thinwasadmin.bat en dat bestand vervolgens uitvoeren. Zie voor informatie over upgraden de Upgradehandleiding, IBM Maximo Producten V7.1 naar V7.5 op de websitemaximo Upgrade Resources. Database-eigenschappen bijwerken Voordat u uw versie van Maximo Adapter for Primavera kunt upgraden, moet u databasewijzigingen vastleggen die in uw omgeving zijn gemaakt sinds de oorspronkelijke implementatie. U werkt de database-eigenschappen bij in het bestand maximo.properties. 2 Installatiehandleiding

1. Ga naar de directoryproduct_home\maximo\applications\maximo\properties. De standaardlocatie is C:\IBM\SMP\maximo\applications\maximo\properties. 2. Maak een kopie van het bestand maximo.properties en wijzig de naam van het bestand. 3. Verwijder het bestand maximo.properties. 4. Ga naar de directory product_home\etc. 5. Maak een backup van het bestand maximo.properties_orig. Sla deze backup permanent op. 6. Wijzig de naam van het niet-versleutelde bestandmaximo.properties_orig in maximo.properties. 7. Kopieer het bestand maximo.properties naar de directory product_home\maximo\applications\maximo\properties\. 8. Bewerk het bestand maximo.properties en werk de legitimatiegegevens of verbindingsgegevens voor de databaseserver bij. 9. Sla het bestand maximo.properties op. 10. Voer het bestand encryptproperties.bat in de directory product_home\ maximo\tools\maximo\ uit op het bestand om dit te versleutelen. Werk de installatie-eigenschappen in het bestand install.properties bij. Installatie-eigenschappen bijwerken Voordat u uw versie van Maximo Adapter for Primavera kunt upgraden, moet u wijzigingen in de eigenschappen van het installatieprogramma vastleggen die in uw omgeving zijn gemaakt na de oorspronkelijke implementatie. U werkt de installatie-eigenschappen bij in het bestandinstall.properties. Werk de database-eigenschappen bij in het bestand maximo.properties, zoals beschreven in het vorige onderwerp. 1. Ga naar de directory product_home\etc. 2. Bewerk het bestand install.properties. Wijzig de versleutelde eigenschappen niet die het voorvoegsel [enc] hebben. U wordt gevraagd om bijgewerkte waarden tijdens de update-bewerking. Deze waarden worden naar het bestand install.properties geschreven. 3. Sla het bestand op. Als u WebSphere Application Server gebruikt, moet u de hostnaam van WebSphere Application Server Network Deployment bijwerken. De hostnaam van de WebSphere Application Server Network Deployment bijwerken Voordat u uw versie van Maximo Adapter for Primavera kunt upgraden, moet u de hostnaam van WebSphere Application Server Network Deployment bijwerken die is gebruikt in de vorige implementatie. Werk de installatie-eigenschappen bij in het bestand install.properties, zoals beschreven in het vorige onderwerp. 1. Werk de waarde WAS.DeploymentManagerHostName bij in het bestand install.properties. 2. Bewerk het bestand C:\IBM\SMP\WASClient\thinwasadmin.bat. Maximo Adapter for Primavera installeren 3

3. Werk de volgende regel bij met de nieuwe, volledige hostnaam van de WebSphere Application Server Network Deployment-server: set wsadminhost=-dcom.ibm.ws.scripting.host=fully_qualified_host_name. 4. Voer het bestand thinwasadmin.bat uit met deze waarden: thinwasadmin.bat -domain manager user name -password. 5. Geef wanneer hier om gevraagd wordt aan dat u het truststore-bestand wilt downloaden. Configuratie van de Primavera Integration API op WebSphere Application Server Als u WebSphere Application Server gebruikt, moet de Primavera Integration API worden geconfigureerd in het Klassenpad van de Maximo-server voordat u Maximo Adapter for Primavera installeert. Deze configiratie is noodzakelijk voor de implementatie van de EAR-bestanden die Maximo Asset Management gebruikt. Voor de lokale modus installeert u de Primavera Integration API op dezelfde toepassingenserver als waarop Maximo Asset Management is geïnstalleerd. Voor de niet-lokale modus installeert u de Primavera Integration API-client op de Maximo Asset Management-toepassingenserver. Deze client maakt verbinding met een instance van de Primavera Integration API die op een andere server is geïnstalleerd. 1. Klik in de WebSphere Application Server-console op Application Servers > Maximo Server. 2. Klik op Server Infrastructure - Java and Process Definition > Process Definition. 3. Klik op Additional Properties - Java Virtual Machine en geef de paden voor de Primavera Integration API-bestanden op in het veld Classpath: Optie Modus Op afstand Modus Lokaal Beschrijving Voeg de paden toe aan het bestand intgclient.jar. Voeg de paden toe aan alle.jar-bestanden in de map Primavera Integration API lib. 4. Geef voor de lokale modus in het veld Generic JVM arguments de waarde -Dprimavera.bootstrap.home=Primavera-API-hoofddirectory op. Configuratie van de Primavera Integration API op Oracle WebLogic Server Als u Oracle WebLogic Server gebruikt, moet de Primavera Integration API worden geconfigureerd in het Klassenpad van de Maximo-server voordat u Maximo Adapter for Primavera installeert. Deze configuratie is noodzakelijk voor de implementatie van de EAR-bestanden van IBM Maximo Asset Management. Voor de lokale modus installeert u de Primavera Integration API op de Maximo Asset Management-toepassingenserver. 4 Installatiehandleiding

Voor de niet-lokale modus installeert u de Primavera Integration API-client op de Maximo Asset Management-toepassingenserver. Deze client moet verbinding maken met een instance van de Primavera Integration API die op een andere server is geïnstalleerd. 1. Open het bestand startweblogic.cmd in de directory WebLogic dir\user_projects\domains\maximo Server\BIN in een teksteditor. 2. Zoeken naar set CLASSPATH=%SAVE_CLASSPATH%. 3. Voeg de paden toe aan de Primavera Integration API-bestanden na %SAVE_CLASSPATH%. Optie Modus Op afstand Modus Lokaal Beschrijving Voeg de paden toe aan het bestand intgclient.jar. Voeg de paden toe aan alle.jar-bestanden in de map Primavera Integration API lib. Klassenpadopties 4. Alleen voor modus Lokaal: a. Zoeken naar set SAVE_JAVA_OPTIONS=%JAVA_OPTIONS%. b. Voeg het pad -Dprimavera.bootstrap.home=Primavera API root folder toe aan het Primavera Integration API bootstrap-bestand na SAVE_JAVA_OPTIONS=%JAVA_OPTIONS%. 5. Sla de wijzigingen op en sluit het bestand. Voordat u IBM Maximo Adapter for Primavera installeert, moet u de opties voor het veld Klassenpad wijzigen. Deze wijzigingen zijn noodzakelijk voor de implementatie van de EAR-bestanden die IBM Maximo Asset Management gebruikt. Geef de opties voor het veld Klassenpad op voor de modus Lokaal of Op afstand. Tabel 1. Opties voor het veld Klassenpad voor de modi Lokaal en Op afstand Modus Microsoft Windows-pad UNIX-, Solaris- of Linux-pad Modus Op afstand met gebruikmaking van Primavera Integration API versie 6.21, 7.0, 8.0 clientlib\intgclient.jar; clientlib/intgclient.jar: Maximo Adapter for Primavera installeren 5

Tabel 1. Opties voor het veld Klassenpad voor de modi Lokaal en Op afstand (vervolg) Modus Microsoft Windows-pad UNIX-, Solaris- of Linux-pad Modus Lokaal met Primavera Integration API 6.2.1 lib\activation.jar; lib\commons-lang.jar; lib/activation.jar: lib/commons-lang.jar: lib\commons-logging.jar; lib\intgserver.jar; lib\jdom.jar; lib\log4j.jar; lib\mail.jar; lib\ojdbc5.jar; lib\serializer.jar; lib\spring.jar; lib\sqljdbc.jar; lib\stax-api-1.0.1.jar; lib\wstx-asl-3.1.2.jar; lib\xalan.jar; lib\xercesimpl.jar; lib\xml-apis.jar; lib/commons-logging.jar: lib/intgserver.jar: lib/jdom.jar: lib/log4j.jar: lib/mail.jar: lib/ojdbc5.jar: lib/serializer.jar: lib/spring.jar: lib/sqljdbc.jar: lib/stax-api-1.0.1.jar: lib/wstx-asl-3.1.2.jar: lib/xalan.jar: lib/xercesimpl.jar: lib/xml-apis.jar: 6 Installatiehandleiding

Tabel 1. Opties voor het veld Klassenpad voor de modi Lokaal en Op afstand (vervolg) Modus Microsoft Windows-pad UNIX-, Solaris- of Linux-pad Modus Lokaal met gebruikmaking van Primavera 7.0 lib\commons-lang.jar; lib\commons-logging.jar; lib/commons-lang.jar: lib/commons-logging.jar: lib\intgserver.jar; lib\jdom.jar; lib\jms_1.1.jar; lib\log4j.jar; lib\mail.jar; lib\ojdbc6.jar; lib\spring.jar; lib\sqljdbc.jar; lib\wstx-asl-3.1.2.jar; lib/intgserver.jar: lib/jdom.jar: lib/jms_1.1.jar: lib/log4j.jar: lib/mail.jar: lib/ojdbc6.jar: lib/spring.jar: lib/sqljdbc.jar: lib/wstx-asl-3.1.2.jar: Maximo Adapter for Primavera installeren 7

Tabel 1. Opties voor het veld Klassenpad voor de modi Lokaal en Op afstand (vervolg) Modus Microsoft Windows-pad UNIX-, Solaris- of Linux-pad Modus Lokaal met gebruikmaking van Primavera 8.0 lib\commons-lang.jar; lib\commons-logging.jar; lib/commons-lang.jar: lib/commons-logging.jar: lib\commons-primitives-1.0.jar; lib\fuego.fdi.jar; lib\fuego.lib.jar; lib\intgserver.jar; lib\jide-common.jar; lib\jide-grids.jar; lib\jms_1.1.jar; lib\log4j.jar; lib\mail.jar; lib\ojdbc6.jar; lib\quartz-all-1.7.3.jar; lib\spring.jar; lib\sqljdbc.jar; lib\wstx-asl-3.1.2.jar lib/commons-primitives-1.0.jar: lib/fuego.fdi.jar: lib/fuego.lib.jar: lib/intgserver.jar: lib/jide-common.jar: lib/jide-grids.jar: lib/jms_1.1.jar: lib/log4j.jar: lib/mail.jar: lib/ojdbc6.jar: lib/quartz-all-1.7.3.jar: lib/spring.jar: lib/sqljdbc.jar: lib/wstx-asl-3.1.2.jar De installatie voorbereiden Wanneer het Klassenpad wordt gewijzigd, moet u de Maximo Asset Management-server opnieuw starten. Voordat u Maximo Adapter for Primavera installeert, moet u taken uitvoeren op de middlewareservers en op uw beheerwerkstation. Voor het installatieprogramma is toegang nodig tot de middlewareservers die metmaximo Asset Management zijn geïnstalleerd om de installatie te kunnen 8 Installatiehandleiding

voltooien. Voor de middlewareservers moet u beschikken over gebruikers-id's en wachtwoorden met beheerdersmachtigingen. Wanneer u Maximo Adapter for Primavera installeert, wijzigt u de configuratie en inhoud van uw toepassingenserver, databaseserver en directoryserver. Deze servers worden de middlewareservers genoemd. 1. Installeer IBM Maximo Asset Management 7.5 op hetzelfde beheerwerkstation als waar u Maximo Adapter for Primavera installeert, en in dezelfde taal als Maximo Adapter for Primavera. Zorg dat u de Maximo-database bijwerkt tijdens demaximo Asset Management-installatie. 2. Maak een backup van de middlewareservers en het beheerwerkstation. 3. Bereid de toepassingenserver voor. Toepassingenserver WebSphere Application Server WebLogic Server Procedure Zorg dat de middlewareservers zijn opgestart. Het installatieprogramma maakt verbinding met de middlewareservers door de aanmeldingsgegevens voor middleware te gebruiken die u opgeeft tijdens de productinstallatie. Zorg dat de toepassingenserver (MAXIMOSERVER) wordt gestopt. Als de toepassingenserver actief is, stopt u deze server eerst en wacht u enkele minuten voordat u het installatieprogramma start. Als u de toepassingenserver niet stopt, wordt het installatieproces afgebroken. 4. Als u het installatieprogramma in een dubbelbyte taal of een Oost-Euopese taal uitvoert, stelt u de landinstellingen van het werkstation in op die taal. U kunt de landinstellingen terugzetten in de oorspronkelijke stand nadat u de installatie hebt voltooid. Het installatieprogramma uitvoeren U start jet installatieprogramma voor Maximo Adapter for Primavera vanaf het startvenster. U kunt de productsoftware verkrijgen via IBM Passport Advantage of, als u deze hebt aangevraagd, openen vanaf de product-dvd. Als u het product downloadt vanaf IBM Passport Advantage, volgt u de instructies in het downloaddocument. Het startvenster wordt automatisch gestart wanneer u de product-dvd gebruikt. Als de autorun-functie vanwindows is uitgeschakeld, kunt u het startvenster openen door het programmalaunchpad.exe uit te voeren in de hoofddirectory van de product-dvd. Voor 64-bits toepassingen gebruikt u launchpad64.exe. 1. Open het startvenster. 2. Klik op Installeren in het optiemenu links. 3. Selecteer een taal voor het installatieprogramma, en klik op OK. 4. Selecteer het installatiepad voor Maximo Asset Management. 5. Klik op IBM Maximo Adapter for Primavera 7.5. 6. Volg de stappen in het installatieprogramma. Maximo Adapter for Primavera installeren 9

7. Controleer nadat het venster Pakketopties is geopend, dat de vakjes voor uitstel van de update van de Maximo-database en dat ook het vakje voor uitstel van de herimplementatie van de Maximo-toepassingen leeg is. Als u extra producten installeert, kunt u kiezen of u de herimplementatie van de Maximo-toepassingen wilt uitstellen. Als de pakketopties zijn opgegeven tijdens de installatie van Maximo Asset Management, wordt het venster Pakketopties niet in alle geopend. 8. Ga verder met het installatieprogramma totdat het venster Overzicht voor installatie wordt geopend. Als de systeem zonder problemen verloopt, worden er onder Systeemcontroleberichten geen fouten afgebeeld. 9. Als er foutberichten worden afgebeeld, noteer dan de bericht-id's en stop de installatie. Zie de onderwerpen voor probleemoplossing en ondersteuning in het informatiecentrum voormaximo Asset Management op publib.boulder.ibm.com/infocenter/tivihelp/v49r1/topic/com.ibm.mam.doc/ welcome.html. 10. Wanneer de installatie is voltooid, klikt u in het venster Het pakket is geïmplementeerd op Gereed. 11. Alleen voor niet-engelstalige omgevingen: als u WebSphere Application Server gebruikt, moet u de toepassingen server opnieuw starten. Download en installeer de meest recente hot fix om er zeker van te zijn dat u over de meest actuele build met alle nieuwe fixes beschikt. De meest recente hot fixes en opmerkingen bij de release vindt u op de website met release-opmerkingen op publib.boulder.ibm.com/infocenter/tivihelp/v49r1/topic/com.ibm.prj.doc/ common/relnotes.html. Voer daarna de volgende stappen uit: v Controleer de resultaten van de installatie van het taalpakket aan de hand van het bijbehorende logbestand, TDToolkitdate-time.log, in de directory Maximo_home\maximo\tools\maximo\log. v Als u WebLogic Server gebruikt, implementeert u de EAR-bestanden. v Als u WebSphere Application Server gebruikt, is de installatie daarmee voltooid. U kunt Maximo Adapter for Primavera starten. Als voor uw omgeving de EAR-bestanden echter handmatig moeten worden geïnstalleerd en als deze taak tijdens de installatie van Maximo Asset Management is uitgesteld, implementeer dan nu de EAR-bestanden. Implementatie van de EAR-bestanden op WebLogic Server Als u WebLogic Server gebruikt, moet u na de installatie van Maximo Adapter for Primavera de EAR-bestanden installeren vanaf de WebLogic Server-console. Bij de implementatie van de EAR-bestanden wordt de toepassingenserver gestart. v v v De EAR-bestanden moeten worden geïmplementeerd nadat de Maximo-database is bijgewerkt. De Maximo-database wordt bijgewerkt als onderdeel van het installatieproces. Als u de database echter handmatig bijwerkt (met de opdracht updatedb), let er dan op dat u dat doet voordat u de EAR-bestanden implementeert. Op een Windows-besturingssysteem: Als de MAXIMOSERVER-server niet actief is, start deze dan vanaf een opdrachtprompt. Op een UNIX-besturingssysteem: Controleer of de WebLogic Server-daemon actief is. 10 Installatiehandleiding

De WebLogic Server-console is alleen zichtbaar als een Java Virtual Machine is geïnstalleerd. 1. Ga naar de directory mydomain. Besturingssysteem Windows UNIX Locatie Ga vanaf een opdrachtprompt naar de directory drive:\ Oracle_installatielocatie\ user_projects\domain\mydomain Open een opdrachtvenster en ga naar de directory /home/mxadmin/oracle/ user_projects/domains/mydomain 2. Start WebLogic Server. Besturingssysteem Windows UNIX Opdracht startweblogic.cmd./startweblogic.sh 3. Typ de gebruikersnaam en het wachtwoord voor WebLogic Server. 4. Start de MAXIMOSERVER-beheerconsole door het volgende locatie op te geven op de adresbalk van uw browser: http://hostnaam:7001/console. 5. Meld u aan bij de WebLogic Server-console. 6. Volg de instructies in de Help bij de WebLogic Server-console voor de implementatie van het bestand maximo.ear en het bestand maximoiehs.ear. De installatie is voltooid. U kunt Maximo Adapter for Primavera starten. Implementatie van de EAR-bestanden op WebSphere Application Server U kunt de EAR-bestanden van Maximo Adapter for Primavera handmatig implementeren op WebSphere Application Server. U moet deze taak uitvoeren als voor uw organisatie beperkingen gelden voor de implementatie van toepassingen die tot gevolg hebben dat u toepassingsbestanden handmatig moet implementeren. De EAR-bestanden worden geïnstalleerd op WebSphere Application Server tijden de installatie van Maximo Asset Management. Als de implementatie van de EAR-bestanden tijdens de installatie van Maximo Asset Management is uitgesteld, kunt u deze handmatig implementeren. 1. Implementatie van het EAR-bestand voor Maximo: PRODUCT_HOME\jacl\solutions\DeployApplication.[bat sh] WASAdminUserName WASAdminPassword "MAXIMO" WASNodeName WASApplicationServerName "PRODUCT_HOME\maximo\deployment\default\maximo.ear" WASVirtualHost WASWebServerName 2. Implementatie van het EAR-bestand voor het Help-systeem van Maximo: PRODUCT_HOME\jacl\solutions\DeployApplication.[bat sh] WASAdminUserName WASAdminPassword "MAXIMOIEHS" WASNodeName WASApplicationServerName "PRODUCT_HOME\maximo\deployment\default\maximoiehs.ear" WASVirtualHost WASWebServerName Maximo Adapter for Primavera installeren 11

Verwante verwijzing Opdrachtsyntaxis voor de implementatie van EAR-bestanden op WebSphere Application Server U gebruikt de parameters in de opdrachtsyntaxis wanneer u de EAR-bestanden handmatig implementeert op WebSphere Application Server. Opdrachtsyntaxis voor de implementatie van EAR-bestanden op WebSphere Application Server U gebruikt de parameters in de opdrachtsyntaxis wanneer u de EAR-bestanden handmatig implementeert op WebSphere Application Server. Syntaxis van de implementatieopdrachten voor EAR-bestanden De syntaxis voor de implementatieopdrachten voor de EAR-bestanden bevat de onderstaande parameters. Parameters WASAdminUserName Een WebSphere Application Server Network Deployment-account met implemetatiemachtigingen. WASAdminPassword Het wachtwoord van de gebruiker die is opgegeven met de parameter WASAdminUserName. WASNodeName De naam van het WebSphere Application Server Network Deployment-knooppunt. WASApplicationServerName De naam van de toepassingenserver voor WebSphere Application Server Network Deployment. WASVirtualHost De naam van de virtuele host voor WebSphere Application Server Network Deployment. WASWebServerName De naam van de WebSphere Application Server Network Deploymentwebserver. Verwante taken Implementatie van de EAR-bestanden op WebSphere Application Server op pagina 11 U kunt de EAR-bestanden van Maximo Adapter for Primavera handmatig implementeren op WebSphere Application Server. U moet deze taak uitvoeren als voor uw organisatie beperkingen gelden voor de implementatie van toepassingen die tot gevolg hebben dat u toepassingsbestanden handmatig moet implementeren. 12 Installatiehandleiding

Kennisgevingen Deze publicatie heeft betrekking op een gelicentieerd programma. Op gelicentieerde programma's rust auteursrecht. Zij blijven eigendom van IBM. Op gelicentieerde programma's zijn de Algemene voorwaarden en bepalingen van toepassing. Deze zijn verkrijgbaar bij uw IBM-leverancier. Verwijzing in deze publicatie naar producten (apparatuur en programmatuur) of diensten van IBM houdt niet in dat IBM deze ook zal uitbrengen in alle landen waar IBM werkzaam is. Neem contact op met uw IBM-vertegenwoordiger voor informatie over de producten en diensten die momenteel beschikbaar zijn in uw land. Verwijzing in deze publicatie naar producten of diensten van IBM houdt niet in dat uitsluitend IBM-producten of -diensten gebruikt kunnen worden. Functioneel gelijkwaardige producten of diensten kunnen in plaats daarvan worden gebruikt, mits dergelijke producten of diensten geen inbreuk maken op intellectuele eigendomsrechten of andere rechten van IBM. De gebruiker is verantwoordelijk voor de samenwerking van IBM-producten of -diensten met producten of diensten van anderen, tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven door IBM. Mogelijk heeft IBM octrooien of octrooi-aanvragen met betrekking tot bepaalde in deze publicatie genoemde producten. Aan het feit dat deze publicatie aan u ter beschikking is gesteld, kan geen recht op licentie of ander recht worden ontleend. In deze publicatie kunnen technische onjuistheden en drukfouten staan. Mogelijk bevat deze publicatie verwijzingen naar producten die wel zijn geannonceerd maar op dit moment niet in uw land verkrijgbaar zijn, of naar producten die niet in uw land zijn geannonceerd. Verwijzing naar niet-geannonceerde producten houdt niet in dat IBM deze ook zal uitbrengen. IBM beslist op grond van zakelijke en technische overwegingen over de annoncering van een product. Informatie met betrekking tot niet door IBM gemaakte producten is afkomstig van de leveranciers van deze producten, hun gepubliceerde annonceringen of andere openbaar toegankelijke bronnen. IBM heeft deze producten niet getest en kan derhalve de prestaties, compatibiliteit en andere beweringen met betrekking tot niet door IBM gemaakte producten niet bevestigen. Vragen over de mogelijkheden van niet door IBM gemaakte producten moeten worden gericht aan de leveranciers van deze producten. Online publicaties Met betrekking tot online versies van dit boek bent u gerechtigd: v de documentatie die zich op de gegevensdrager bevindt te kopiëren, te wijzigen en af te drukken voor gebruik binnen uw onderneming, mits u de auteursrechtenvermelding, alle waarschuwingen en andere verplichte verklaringen op elke kopie of gedeeltelijke kopie reproduceert; en v het oorspronkelijke, ongewijzigde exemplaar van de documentatie over te dragen bij overdracht van het betreffende IBM-product (machine of programma) dat u gerechtigd bent over te dragen. Bij overdracht dient u alle kopieën van de documentatie te vernietigen. Copyright IBM Corp. 2007, 2011 13

U bent verantwoordelijk voor de betaling van alle belastingen die voortvloeien uit deze autorisatie. ER WORDEN GEEN UITDRUKKELIJKE OF STILZWIJGENDE GARANTIES GEGEVEN, WAARONDER BEGREPEN DE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. In bepaalde rechtsgebieden kunnen stilzwijgende garanties niet worden uitgesloten. In dat geval is de bovenstaande uitsluiting niet op u van toepassing. Niet-nakoming van de bovengenoemde voorwaarden houdt beëindiging in van deze autorisatie. Bij beëindiging van de autorisatie dient u de voor een machine leesbare documentatie te vernietigen. Merken IBM, het IBM-logo en ibm.com zijn merken van International Business Machines Corp., die wereldwijd in een groot aantal rechtsgebieden zijn geregistreerd. Benamingen van andere producten en diensten kunnen merken zijn van IBM of van andere ondernemingen. Een bijgewerkte lijst met merken van IBM is beschikbaar op internet via Copyright and trademark information op www.ibm.com/legal/copytrade.shtml. Java en alle op Java gebaseerde merken en logo's zijn merken van Oracle en/of dochterondernemingen daarvan. Linux is een merk van Linus Torvalds in de Verenigde Staten en/of andere landen. Microsoft, Windows en het Windows-logo zijn merken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. UNIX is een merk van The Open Group in de Verenigde Staten en/of andere landen. 14 Installatiehandleiding

Gedrukt in Nederland