FACTSHEET PSYCHOACTIEVE MEDICATIE december 2014

Vergelijkbare documenten
FACTSHEET CANNABIS april 2013

FACTSHEET CANNABIS augustus 2011

FACTSHEET COCAÏNE. Gebruik. december 2014

FACTSHEET HULPVERLENING VLAANDEREN

Sterke stijging aantal drugdoden fors overdreven

Inhoud. Lijst met afkortingen 13. Voorwoord 15. Inleiding 17

Treatment Demand Indicator (TDI) Addibru Formulier Versie 2.0 >> << 1. ALGEMENE INFORMATIE

Drugpunt 24 februari Drugpunt Drugs Druggebruik begrijpen Vroeginterventie Opvallende verschijnselen In de praktijk Vragen

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.5 - Februari

VAD-leerlingenbevraging

BIJLAGE III AMENDEMENTEN VAN RELEVANTE RUBRIEKEN VAN DE SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN BIJSLUITERS

Monitor. alcohol en middelen

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

Inleiding. Achtergrond statistiek geneesmiddelenverstrekkingen

VAD-Leerlingenbevraging In het kader van een drugbeleid op school Syntheserapport schooljaar

Alcoholgebruik bij helft van de studenten niet zonder risico

VAD-Leerlingenbevraging In het kader van een drugbeleid op school Syntheserapport schooljaar

Laatstejaarsgebruik (N=5367)

Misbruik geneesmiddelen

Preventie en hulpverlening in een evoluerend drugsbeleid. Frieda Matthys, MD, PhD

TDI Formulier Belgische register van de indicator van de behandelingsaanvragen betreffende drugs en alcohol (Ziekenhuis versie 3.0.

8% MEER ÉN DIVERSERE VRAGEN VOOR DE DRUGLIJN IN 2016

Gezondheidsenquête, België Medische consumptie. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Samenvatting. Per middel beschouwd zien we de volgende ontwikkelingen:

MIDDELENGEBRUIK IN VLAANDEREN: EEN STAND VAN ZAKEN

Jaarverslag De Spiegel 2014

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies

EVALUATIE DOELSTELLING ZELFDODING: -20% IN 2020

Jaarverslag De Spiegel 2013

Vragen naar hulp in verband met problemen door druggebruik

HULPVERLENING CAD LIMBURG JAARVERSLAG 2014

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Uitgaven voor Gezondheidszorgen Gezondheidsenquête, België, 1997

Disclosure belangen spreker Bas Peeters

VAD-Leerlingenbevraging In het kader van een drugbeleid op school Syntheserapport schooljaar

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

FACTSHEET GOKKEN. Gokken. december 2014

FACTSHEET ALCOHOL. december 2014

HULPVERLENING CAD LIMBURG JAARVERSLAG 2013

Epidemiologische gegevens

De Spiegel Registratie Patiëntkenmerken Jaarverslag vzw DE SPIEGEL Jaarverslag. 2. Patiëntkenmerken. a. Geslacht en leeftijd

Diensten voor thuiszorg en sociale en preventieve diensten

EVALUATIE DOELSTELLING ZELFDODING: -20% IN 2020

MIDDELENGERELATEERDE en VERSLAVINGSSTOORNISSEN. Dr. Marie-Catherine Monté en Dr. Marieke Waignein

ALCOHOL- EN DRUGGEBRUIK BIJ WERKNEMERS IN BELGIE

EVALUATIE DOELSTELLING ZELFDODING: -20% IN 2020

drugs abc antidepressiva

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

Lokaal Overleg Drugs Deinze Verslag vergadering maandag 7 maart Nieuw. Vacature

Man-vrouw verschillen bij genotmiddelengebruik

Registratie arbeidszorg

Gezondheidsenquête, België Gezondheidstoestand. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Nationale Drug Monitor Jaarbericht Samenvatting

RESULTATEN VIP² GGZ CGG PRISMA VZW -

Het Centraal AanmeldPunt voor druggebruikers in de gevangenis

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Middelengebruik: Cannabisgebruik

1 Alcoholvergiftigingen

Combigebruik. De meest gestelde vragen

Digitale (r)evolutie in België anno 2009

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015

Ontwikkelingen in hulpvraag voor alcohol bij ouderen in Nederland ( )

Alcohol en ouderen in de verslavingszorg in Nederland ( )

De honden en katten van de Belgen

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2010

Lijst van de bijlagen

PERSONEELSCIJFERS CGG

Resultaten voor België Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Info spot. Diabetes en depressie. Inleiding. Oktober - november - december 2011

Belangrijkste ontwikkelingen van de hulpvraag voor cannabisproblematiek in de verslavingszorg

Gezondheid en samenleving

PERSONEELSCIJFERS CGG

Combigebruik. De meest gestelde vragen

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

Leefstijl en preventie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Alcoholhulpvraag in Nederland

ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG

GHB hulpvraag in Nederland

SEH-behandelingen naar aanleiding van GHBgebruik

Doelstelling 1

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013

Kernboodschappen Gezondheid Almelo

Lokaal Overleg Drugs Nazareth. Verslag 8 mei Vorig verslag. Nieuws

tiemap Ira Insp ge jla BI materialenoverzicht

Inhoud. Dinsdag 31 Mei 2016

ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG

Infospot. Protonpompinhibitoren (PPI) Oktober - November - December 2017

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid (Arno) Rutte (VVD) 2016Z03888).

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Inleiding Hoe het allemaal begon Soorten psychofarmaca, werking, bijwerkingen en indicatiegebieden

nr. 248 van FREYA VAN DEN BOSSCHE datum: 17 januari 2017 aan JO VANDEURZEN Autismespectrum- en gedragsstoornissen - Thuisbegeleidingsdiensten

Risico op sterfte door hart- en vaatziekten in 10 jaar tijd met 25 procent gedaald

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

INZAKE COCAÏNE. 1. Inleiding

VAD-leerlingenbevraging

VAD-leerlingenbevraging

Transcriptie:

FACTSHEET PSYCHOACTIEVE december 1 Deze factsheet presenteert de belangrijkste cijfergegevens van het voorbije decennium over de omvang van het gebruik van psychoactieve medicatie in Vlaanderen en België. We bespreken achtereenvolgens: - Het gebruik bij verschillende groepen; - combidruggebruik; - sterfte en suïcide; - de hulpvraag bij gebruikers van psychoactieve medicatie; - gegevens over verkeer; - gegevens over de medicatiemarkt. Het document achtergrond bij de factsheets geeft meer uitleg bij de gebruikte cijfers. Alle bronnen zijn opgenomen in de literatuurlijst bij de factsheets. Met psychoactieve medicatie worden geneesmiddelen bedoeld die hun hoofdwerking hebben ter hoogte van het centrale zenuwstelsel en die vooral psychische functies beïnvloeden bv. zoals denken. Psychoactieve medicatie wijzigt de processen binnen het centrale zenuwstelsel. Bij regelmatig gebruik is er een risico op afhankelijkheid. 1 Deze factsheet focust op analgetica, psycholeptica en psychoanaleptica. Analgetica of pijnstillers worden gebruikt voor de symptomatische behandeling van pijn. Zij kunnen farmacologisch worden onderverdeeld in narcotische en niet-narcotische analgetica. Psycholeptica zijn geneesmiddelen die bepaalde geestelijke functies onderdrukken. Daarbinnen onderscheiden we neuroleptica (antipsychotica), angstwerende middelen (anxiolytica) en slaap- en kalmeringsmiddelen (hypnotica en sedativa). Neuroleptica onderdrukken psychotische verschijnselen zoals hallucinaties. Ze worden ook gebruikt in de behandeling van manie en ernstige vormen van onrust. Tussen angstwerende, kalmerende en hypnotische eigenschappen van geneesmiddelen is het moeilijk een onderscheid te maken. Het is vooral de dosis die bepaalt welke eigenschap primeert. De meest bekende medicatie in deze groep zijn de benzodiazepines. Psychoanaleptica zijn geneesmiddelen met een opwekkende, stimulerende werking op de psyche. Daaronder vallen antidepressiva en psychostimulantia. Antidepressiva zijn aangewezen bij de behandeling van depressie maar ze worden ook ingezet bij de behandeling van angststoornissen, chronische depressieve stemmingsstoornis, gewelddadige en agressieve gedragsstoornissen en bepaalde chronische pijnsyndromen. Het medisch (verantwoord) gebruik van psychostimulantia is beperkt tot de behandeling van narcolepsie en van aandachtstekort-hyperactiviteitsstoornis (ADHD). In deze factsheet spreken we over psychoactieve medicatie indien boven genoemde middelen worden bedoeld. Niet alle bronnen met cijfermateriaal maken het onderscheid tussen psychoactieve of andere medicatie. Vaak is er sprake van medicatie in het algemeen (bv. bij de aankoop) of een combinatie van psychoactieve en andere medicatie (bv. bij de overlijdens). In dat geval gebruiken we in de factsheet de term medicatie. GEBRUIK Algemene bevolking In 13 had in het Vlaams Gewest 1% van de bevolking van 1 jaar en ouder een psychoactief geneesmiddel a gebruikt in de twee weken die de gezondheidsenquête voorafgingen. Omgerekend naar de bevolking gebruikten in 13 in het Vlaams gewest 8.9 personen van 1 jaar en ouder de afgelopen twee weken een psychoactief geneesmiddel b. Slaap- of kalmeringsmiddelen werden de afgelopen twee weken meer gebruikt (13%) dan antidepressiva (8%). Het gebruik van psychoactieve geneesmiddelen was hoger bij vrouwen (19%) dan mannen (11%). Het sekseverschil a Met het gebruik van psychoactieve medicatie werd in dit onderzoek het gebruik van slaap- of kalmeermiddelen en/of antidepressiva bedoeld, dus met andere woorden minstens een van beide types producten. Vandaar dat dit percentage niet gelijk is aan de som van de percentages gebruik slaap- of kalmeermiddelen en gebruik antidepressiva. b Dit is berekend op het bevolkingsaantal van het Vlaams gewest dat op 1 januari 13.39. bedroeg (.3. mannen en.7.13 vrouwen) voor de bevolking van 1 jaar en ouder (FOD Economie, KMO, middenstand en energie, 1). 1

FACTSHEETS PSYCHOACTIEVE XTC EN AMFETAMINES kwam vooral naar voor in de leeftijdsgroepen vanaf jaar, en dit zowel voor slaap- of kalmeringsmiddelen als antidepressiva. Dubbel zoveel vrouwen dan mannen van -7 jaar en 7 jaar en ouder gebruikten psychoactieve geneesmiddelen. Het gebruik van psychoactieve geneesmiddelen nam toe met de leeftijd van 3% bij de 1--jarigen tot 38% bij de volwassenen van 7 jaar en ouder. Psychoactieve geneesmiddelen werden vooral gebruikt door de laagst geschoolden. Bij de personen van 7 jaar en ouder die de laatste twee weken psychoactieve geneesmiddelen gebruikten heeft de helft geen diploma of een diploma lager onderwijs. % behoort tot de laagste-inkomenscategorie en de helft woont alleen. PERCENTAGE GEBRUIKERS 3 3 1 GEBRUIK VAN PSYCHOACTIEVE TIJDENS DE AFGELOPEN TWEE WEKEN, NAAR LEEFTIJD EN SEKSE, VLAAMS GEWEST, 13 3,,1, 8,8 8,,,8 1- jaar -3 jaar 3- jaar - jaar - jaar -7 jaar 7+ jaar mannen Zowel bij vrouwen als mannen in het Vlaams Gewest nam het gebruik van voorgeschreven slaap- en kalmeringsmiddelen snel toe na de leeftijd van jaar. Het percentage vrouwen dat antidepressiva gebruikte nam lineair toe tussen de leeftijdsgroep van 1- jaar (1%) en de oudste leeftijdsgroep (1%). Bij mannen steeg het percentage gebruikers van antidepressiva van,3% in de leeftijdsgroep 1- jaar om een piek van 9% te bereiken in de leeftijdsgroep van - jaar. Nadien daalde bij mannen het gebruik van antidepressiva. Gebruik van psychoactieve geneesmiddelen was hoger bij de laagstgeschoolden, en dit gold ook voor slaap- en kalmeringsmiddelen en antidepressiva afzonderlijk. 3 In het Vlaams Gewest nam het percentage gebruikers van psychoactieve geneesmiddelen tussen 1997 en 13 lineair toe. Voor wat slaap- of kalmeringsmiddelen betrof, nam het percentage gebruikers tot toe, waarna het zich stabiliseerde op 1-13%. Het gebruik van antidepressiva steeg lineair met de jaren. EVOLUTIE GEBRUIK VAN PSYCHOACTIEVE TIJDENS DE AFGELOPEN TWEE WEKEN, BEVOLKING VAN 1 JAAR EN OUDER, VLAAMS GEWEST 1,7 LEEFTIJD vrouwen 18,, 1,1 3,3,,7 Ouderen in rust- en verzorgingstehuizen Uit een onderzoek bij een representatieve steekproef van rust- en verzorgingstehuizen in de provincies Antwerpen, Oost-Vlaanderen en Henegouwen in bleek dat de bewoners c tussen en geneesmiddelen kregen met een gemiddelde van acht. Slechts,9% van de bewoners gebruikte geen medicatie. Het hoogste verbruik werd vastgesteld voor psycholeptica (benzodiazepines of antipsychotica) (8% van de bewoners), laxativa (%) en antidepressiva (%). Scholieren in het secundair onderwijs Bij jongeren in het secundair onderwijs werd het gebruik van drie psychoactieve medicijnen nagegaan, namelijk slaap- en kalmeringsmiddelen, ADHDmedicatie en opwekmiddelen. Van deze drie werden slaap- en kalmeringsmiddelen het vaakst door leerlingen gebruikt: 1% van alle leerlingen gebruikte ooit deze medicatie, tegenover 8% die ooit ADHD-medicatie nam en 3% die ooit opwekmiddelen innam. Het laatstejaarsgebruik van slaapen kalmeringsmiddelen en ADHD-medicatie was vergelijkbaar (%) terwijl het gebruik van opwekmiddelen in het laatste jaar veel lager lag (1%). In beperkte mate nam het gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen toe bij oudere leerlingen. Meisjes hadden iets vaker ooit slaap- of kalmeringsmiddelen gebruikt, terwijl jongens vaker ooit ADHD-medicatie hadden genomen. Het ooitgebruik van ADHD-medicatie d nam tussen 7/8 en 1/13 licht toe van % tot 8%. Studenten in het hoger onderwijs 11% van de studenten in het hoger onderwijs in Vlaanderen gaf in een bevraging in 13 aan dat ze ooit kalmeer- en slaapmedicatie gebruikten. 8% gebruikte ooit stimulerende medicatie. In het jaar voorafgaand aan de bevraging werden deze middelen door respectievelijk 7% en % van de studenten gebruikt. 7 De studenten die het afgelopen jaar stimulerende medicatie hadden gebruikt, deden dat vooral tijdens de examenperiode (9%). Deze groep studenten gebruikt stimulerende medicatie minder tijdens het academiejaar (9%) en nog minder tijdens de vakantieperiodes (%). Het grootste deel van de studenten die het afgelopen jaar stimulerende medicatie hadden gebruikt, deden dat niet tijdens het academiejaar (1%) of tijdens de vakantieperiodes (%). Regelmatig gebruik van stimulerende medicatie kwam onder laatstejaarsgebruikers het meest voor tijdens de examenperiode (8%). Ook bij de studenten die het afgelopen jaar kalmeer- en slaapmedicatie hadden gebruikt viel op dat de meesten dat tijdens de examenperiode deden (77%). % van deze studenten gebruikte tijdens het academiejaar en 3% tijdens de vakantieperiodes kalmeer- en slaapmedicatie. Tijdens het academiejaar (%) en tijdens de examenperiode (%) gebruikten deze studenten kalmeer- en slaapmedicatie vooral occasioneel. 1 1 1 8 1, 13,9 13,3 13, 11,3 1, 11, 9,8 7,7,7,,9, 3,8,8 1997 1 8 13 medicatie of kalmeermiddelen psychoactieve slaap- antidepressiva Uitgaansleven 1% van de uitgaanders e in Vlaanderen gaf in een enquête in 1 aan dat ze ooit slaap- of kalmeermiddelen hadden gebruikt. % gebruikte deze medicatie het laatste jaar. 17% nam ooit opwekmiddelen en 8% deed dat het laatste jaar. Uitgaanders gebruikten medicatie vooral occasioneel. Het laatstejaarsgebruik van slaap- of kalmeermiddelen bleef sinds 3 ongeveer gelijk. In het gebruik van opwekmiddelen tijdens het laatste jaar was c De geselecteerde bewoners hadden een gemiddelde leeftijd van 8 jaar, 77% van hen waren vrouwen. d Door wijzigingen in de vraagstelling over het gebruik van slaap- en kalmeermiddelen en het beperkt aantal gebruikers van opwekmiddelen, kan enkel de evolutie in het gebruik van ADHD-medicatie over de tijd worden besproken. e De gemiddelde leeftijd van de uitgaanders is jaar en maanden.

FACTSHEET PSYCHOACTIEVE een lichte toename te zien van % tot 8%. 8 Gedetineerden In een bevraging bij gedetineerden werd expliciet gepeild naar het gebruik van niet-voorgeschreven slaap- en kalmeermiddelen, met name slaap- en kalmeermiddelen verkregen via de zwarte markt f. In zei % van de gedetineerden in Belgische gevangenissen dat ze ooit deze niet-legitiem voorgeschreven slaap- en kalmeermiddelen gebruikten. 1% van de gedetineerden gebruikte deze middelen tijdens de huidige detentieperiode.,% van alle gedetineerden zei dat ze slaap- en kalmeermiddelen verkregen vanop de zwarte markt, voor het eerst hadden gebruikt in de gevangenis. Deze cijfers lagen de voorgaande jaren in dezelfde lijn. 9 COMBIGEBRUIK 13% van de ervaren cannabisgebruikers die ooit slaapmiddelen gebruikten, combineerden g cannabis altijd of vaak met slaapmiddelen. 8 1% van de ervaren cocaïnegebruikers gebruikten cocaïne altijd of vaak samen met sedativa en 13% met hypnotica. STERFTE EN SUÏCIDE Mortaliteit In de periode -1 overleden in het Vlaams gewest personen (7 mannen en 37 vrouwen) als gevolg van het gebruik van medicatie h. In 1 overleden 8 personen met als directe overlijdensoorzaak gebruik van medicatie. De meeste van deze overlijdens hadden als oorzaak opzettelijke zelfvergiftiging met of opzettelijke blootstelling aan slaap- en kalmeermiddelen, anti-epileptica, antiparkinsonmiddelen of andere psychoactieve geneesmiddelen. 11 Suïcidepogingen De meerderheid van de suïcidepogingen in Vlaanderen (77%, n=1.1) gebeurde uitsluitend door zelfvergiftiging (medicatie en/of pesticiden, chemicaliën of andere schadelijke stoffen). Significant meer vrouwen dan mannen vergiftigden zichzelf (8% versus 9%). 7% van de suïcidepogingen gebeurde met behulp van een overdosis medicatie (n=1.99). Een intoxicatie met medicatie kwam significant vaker voor bij vrouwen (79%) dan bij mannen (%). In de meeste gevallen werden benzodiazepines of andere slaap- en kalmeermiddelen gebuikt (%, n=1.13). HULPVRAAG Niet alle types hulpverlening registreren op een uniforme of overkoepelende manier hulpvragen die gelinkt zijn aan problemen door gebruik van psychoactieve medicatie. Daarnaast kunnen dubbeltellingen voorkomen. Er zijn dus geen globale uitspraken mogelijk over hoeveel gebruikers van psychoactieve medicatie in behandeling zijn in België. Een stijging of daling in het aantal personen dat hulp zoekt omwille van gebruik van psychoactieve medicatie is niet zo eenvoudig te interpreteren. Het kan gaan om een toe- of afname van het aantal probleemgebruikers in de maatschappij. Evenzeer kan het wijzen op een verandering in het hulpaanbod, in de toegankelijkheid van de hulpverlening of in het verwijzingsbeleid. Er kunnen zich ook wijzigingen voorgedaan hebben in de manier van registreren. De laatste jaren kan beroep worden gedaan op gezondheidsinterventies via het internet. In 13 vulden bij De DrugLijn 1 personen een online zelftest in over het gebruik van slaap- en kalmeermiddelen. Het gaat om 1,3% van het totaal aantal afgelegde online zelftest op De DrugLijnwebsite in 13. 13 In 13 ging 9% (n=9) van de contacten waarin een specifiek middel i ter sprake kwam bij De DrugLijn over psychoactieve medicatie j. Het percentage contacten waarbij psychoactieve medicatie aan bod kwam nam toe van 7% in 3 naar 9% in 13. 1 In de Centra voor Algemeen Welzijnswerk had in 13 % van het totaal aantal cliënten op het onthaal (n=.39) een verslavingsproblematiek. Meestal werd niet geregistreerd voor welk middel de verslaving gold. Als enkel werd gekeken naar cliënten waarvoor het middel wel bekend was dan kwam alcoholverslaving in 13 op de eerste plaats (17%). Verslaving aan medicatie kwam weinig voor. % van de cliënten had een medicatieverslaving. Omdat sinds 8 anders geregistreerd wordt, is moeilijk te zeggen of het aantal cliënten met een medicatieproblematiek toe- of afgenomen is. 1 Van de 7.7 zorgperiodes k die in 13 in alle Centra Geestelijke Gezondheidszorg van Vlaanderen en Brussel werden geregistreerd had,3% betrekking op een persoon waarbij de diagnose stoornis gebonden aan medicatie werd gesteld (188 zorgperiodes). Dit percentage was vergelijkbaar de afgelopen tien jaar. De meeste behandelingen voor aan medicatiegebonden stoornissen zijn voor personen tussen 3 en 3 jaar. In die leeftijdsgroep en ook bij de 3-39-jarigen zijn bijna evenveel vrouwen dan mannen in behandeling. Op jongere leeftijd (jonger dan 3 jaar) zijn meer mannen dan vrouwen in behandeling en vanaf jaar worden vooral vrouwen met deze problematiek geregistreerd. 1 f Dit onderzoek peilde niet naar het gebruik van voorgeschreven psychoactieve medicatie. g Combigebruik betekent gebruik van meer dan één middel door eenzelfde persoon, waarbij de effecten van de verschillende middelen elkaar beïnvloeden. h Het gaat om volgende overlijdensoorzaken: psychische stoornissen en gedragstoornissen door gebruik van sedativa of hypnotica (F13); onopzettelijke vergiftiging door en blootstelling aan anti-epileptica, sedativa, hypnotica, antiparkinsonmiddelen en psychotrope geneesmiddelen, niet elders geclassificeerd (X1); opzettelijke autointoxicatie door en opzettelijke blootstelling aan niet-opioïde analgetica, antipyretica en antireumatica (X); opzettelijke auto-intoxicatie door en opzettelijke blootstelling aan anti-epileptica, sedativa, hypnotica, antiparkinsonmiddelen en psychotrope geneesmiddelen niet elders gespecifieerd (X1); vergiftiging door en blootstelling aan anti-epileptica, sedativa, hypnotica, antiparkinsonmiddelen en psychotrope geneesmiddelen, niet elders geclassificeerd - opzet niet bepaald (Y11). i Naast illegale middelen kunnen ook alcohol, tabak, medicatie of andere middelen ter sprake komen in een contact met De DrugLijn. j De DrugLijn registreert binnen deze categorie de vragen over pijnstillers, slaap- en kalmeermiddelen, antidepressiva, neuroleptica, ADHD-medicatie, en andere medicatie. De meeste vragen gaan echter over slaap- en kalmeermiddelen. k Een zorgperiode is een dossier gekoppeld aan de behandeling van een probleem bij een persoon. De zorgperiode start bij de aanmelding en eindigt bij de administratieve afsluiting. 3

FACTSHEET PSYCHOACTIEVE 18 1 1 ZORGPERIODES IN DE CGG IN VLAANDEREN VOOR GEBONDEN STOORNIS VOLGENS LEEFTIJD EN SEKSE, 13 1 17, 1,1 1,1 1,1 1,1 1, vanaf 9 toe. De meeste behandelingen voor medicatie vonden plaats in crisiscentra. 7% van de nieuwe cliënten in deze RIZIV-centra gebruikte medicatie als tweede middel (n=37). 1 8, 11,8 11,8,8 8,,,8 8, 9,7, 3, 3, 7, In 13 waren volgens de Treatment Demand Indicator -registratie.33 nieuwe patiënten in behandeling in de gespecialiseerde centra voor drughulpverlening in Vlaanderen. 11 (%) cliënten waren in behandeling voor slaap- en kalmeermiddelen als voornaamste middel. 7% was tussen en 3 jaar. Het ging vooral om mannen. 1 1,1 1,1 man vrouw Bij 17 opnames in algemene ziekenhuizen in België in 11 was de hoofddiagnose misbruik of afhankelijkheid aan barbituraten l of andere sedativa en hypnotica. Dat betekende, op. ziekenhuisopnames m. De meeste van deze opnames hadden afhankelijkheid aan barbituraten of andere sedativa en hypnotica (n=1) als hoofddiagnose. Tussen en 11 daalde het aantal ziekenhuisopnames voor misbruik of afhankelijkheid aan barbituraten of andere sedativa en hypnotica als hoofddiagnose met % van 31 naar 17. Bij algemene ziekenhuisopnames komt misbruik van en afhankelijkheid van barbituraten of andere sedativa en hypnotica meer voor als nevendiagnose. In 11 kregen 1.8 opnames de nevendiagnose misbruik en.91 opnames de nevendiagnose afhankelijkheid van deze medicatie. In totaal waren dat 1.37 opnames met een nevendiagnose misbruik van of afhankelijkheid van barbituraten of andere sedativa en hypnotica. Tegenover was dat een stijging van 1%. 17 VERKEER Uit een onderzoek bij bestuurders in België in de periode 7-9 bleek dat 3% van de bestuurders onder invloed was van medicatie. Daarmee scoorde België ruim boven het EU-gemiddelde van 1,% dat in deze studie werd gemeten. Het ging dan vooral om gebruik van benzodiazepines (%), maar ook om z-drugs p (,%) en medicinale opiaten (,8%) q. Medicatiegebruik kwam vooral voor bij bestuurders van jaar en ouder. Dubbel zoveel vrouwen dan mannen reden onder invloed van medicatie. Enkel Portugal deed slechter op het vlak van rijden onder invloed van benzodiazepines. Rijden onder invloed van benzodiazepines kwam vooral voor bij bestuurders van jaar en ouder en bij vrouwen. PREVALENTIE VAN RIJDEN ONDER INVLOED VAN BENZODIAZEPINES IN BELGIE, 7-9 1,8 In 1 werden in België 1. psychiatrische opnames geregistreerd. Bij 1. opnames was sprake van misbruik of afhankelijkheid aan sedativa, hypnotica of anxiolytica als hoofddiagnose (1%). Bij 999 psychiatrische opnames werd dit als nevendiagnose geregistreerd (,8%). Voor 33 opnames was de hoofddiagnose misbruik van sedativa, hypnotica of anxiolytica. In de periode -1 daalde het aantal opnames voor misbruik van sedativa, hypnotica of anxiolytica met %. 87 psychiatrische opnames kregen als hoofddiagnose afhankelijkheid van sedativa, hypnotica of anxiolytica. Tegenover nam het aantal opnames voor afhankelijkheid van sedativa, hypnotica of anxiolytica met % toe. 18 3 1 3,,7 1,9 1,,3 18- jaar -3 jaar 3-9 jaar + jaar man vrouw In 1 vonden in de Vlaamse psychiatrische voorzieningen 7 gedwongen opnames plaats omwille van misbruik (n=7) of afhankelijkheid (n=) van hypnotica, sedativa of anxiolytica. 19 In de gespecialiseerde centra voor drugverslaafden erkend door het RIZIV n was in 1 % van de cliënten (n=7) in behandeling voor medicatie o als voornaamste middel. Het aantal nieuwe behandelingen voor medicatie was tussen 3 en 1 meer dan verdubbeld en nam vooral l Barbituraten zijn oudere hypnotica, sedativa of anxiolytica. m In 11 waren in totaal 3.888.1 opnames geregistreerd in de Minimale Klinische Gegevens (MKG). n Dit zijn medisch sociale opvangcentra (MSOC), dagcentra voor ambulante begeleiding, residentiële crisiscentra voor kortdurende opvang, residentiële behandelingscentra en therapeutische gemeenschappen. o In de groep medicatie wordt naast benzodiazepines of kalmeermiddelen ook GHB geregistreerd. Het toenemend aantal personen dat omwille van een GHB-verslaving om behandeling vraagt nam jaarlijks toe (7 in 8, 37 in 9 en 7 in ). Dit verklaart mogelijks gedeeltelijk het stijgend aantal behandelvragen voor medicatie als voornaamste middel. (Van Deun, 1a). In België werd in de periode 7- bij een steekproef van zwaargewonde bestuurders nagegaan of ze onder invloed waren van psychoactieve substanties. 37% scoorde positief voor een of meerdere substanties.,% had enkel medicinale middelen gebruikt. Het ging vooral om gebruik van benzodiazepines (,%) en medicinale opiaten (,3%). 3 BESCHIKBAARHEID VAN PSYCHOACTIEVE Cijfers over de beschikbaarheid van psychoactieve medicatie zijn maar in beperkte mate voorhanden. Om toch een idee te geven over de omvang van het gebruik van medicatie in België worden in deze rubriek ook enkele cijfers over de uitgaven aan medicatiegebruik in het algemeen meegegeven. p Dit zijn middelen verwant aan de benzodiazepines nl. zolpidem of zopiclone, die vooral gebruikt worden tegen slapeloosheid. q Dit zijn morfine, codeïne, methadon of tramadol.

39 FACTSHEET PSYCHOACTIEVE Markt Geneesmiddelen worden aan patiënten verstrekt via publiek toegankelijke apotheken (ambulante markt), ofwel via de ziekenhuisapotheken (ziekenhuismarkt). In 1 werd voor.93,79 miljoen euro aan geneesmiddelen verkocht. Het aandeel van de ambulante markt bedroeg 9,%, de ziekenhuismarkt 3,%. Sinds het begin van de jaren is de groei van de totale farmaceutische markt (+%) vooral te danken aan de groei van de verkoop in ziekenhuizen (gemiddeld +7% per jaar). De terugbetaalbare geneesmiddelen vormen zowel in waarde (7%) als volume (1%) het belangrijkste segment op de ambulante markt. Sinds neemt het relatieve aandeel van het volume van terugbetaalbare geneesmiddelen toe (van % tot 1%) wat ten koste ging van het segment van de geneesmiddelen in vrije verkoop. Uitgaven aan medicatie In 1 werd in België gemiddeld euro per inwoner aan geneesmiddelen r besteed. Daarmee lagen de uitgaven in België boven het Europees gemiddelde van 38 euro. Meer zelfs, België was een van de koplopers in Europa wat betreft uitgaven aan geneesmiddelen. In Zwitserland werd gemiddeld het meest aan medicatie uitgegeven en in Groot-Britannië het minst. We moeten er wel rekening mee houden dat de prijs van geneesmiddelen sterk van land tot land verschilde. 7 9 GEMIDDELDE UITGAVEN AAN GENEESMIDDELEN VIA APOTHEEKHOUDENDEN PER INWONER, 1 1 Conclusie Op bevolkingsniveau kwam gebruik van psychoactieve medicatie vooral voor bij -plussers en bij vrouwen. Het ging vooral om het gebruik van slaap- en kalmeermiddelen. Meer laag dan hooggeschoolden gebruikten psychoactieve medicatie. Tussen 1997 en 13 nam het gebruik van psychoactieve medicatie lineair toe. In België werd per inwoner gemiddeld meer aan medicatie uitgegeven dan het Europees gemiddelde. Het gebruik van benzodiazepines of antipsychotica is hoog bij bewoners van rust- en verzorgingstehuizen. Als jongeren in het secundair of het hoger onderwijs psychoactieve medicatie gebruiken dan ging het vooral om het gebruik van slaapen kalmeermiddelen. Studenten in het hoger onderwijs gebruiken vooral in de examenperiode slaap- en kalmeermiddelen of stimulerende medicatie. Medicatie, en dan vooral benzodiazepines, sedativa en hypnotica, is het meest gebruikte middel voor suïcidepogingen. In de CGG bleef het aantal zorgperiodes omwille van stoornissen gebonden aan medicatie de laatste tien jaar gelijk. Tussen en 11 daalde het aantal ziekenhuisopnames voor misbruik of afhankelijkheid aan barbituraten of andere sedativa en hypnotica. Psychiatrische opnames omwille van afhankelijkheid aan sedativa, hypnotica of anxiolytica namen tussen en 1 met % toe. Ook in de gespecialiseerde centra voor drugverslaafden nam het aantal behandelingen voor medicatie als voornaamste middel toe. In het verkeer reed 3% van de Belgische bestuurders, vooral van jaar en ouder, onder invloed van psychoactieve medicatie. 37 389 31 3 3 91 91 Het Vlaamse gezin gaf in 1 gemiddeld euro uit aan geneesmiddelen. s Dat is,7% van de jaarlijkse uitgaven van een gemiddeld Vlaams gezin. Het budget dat per gezin aan medicatie werd besteed nam met de jaren gestaag af. In gaven Vlaamse gezinnen gemiddeld 37 euro uit aan geneesmiddelen, in 1 is dat teruggelopen tot EUR. Wanneer we kijken hoeveel het aandeel van de aankoop van geneesmiddelen bedraagt op het totale budget dat aan gezondheid werd besteed, merken we eveneens een afname tussen en 1 (van 9% naar 1%). Voorschriften Uit de Farmanet t gegevens van het RIZIV voor het jaar 1 blijkt dat psychoactieve geneesmiddelen op de derde plaats komen na geneesmiddelen voor het hartvaatstelsel en geneesmiddelen voor het maagdarmkanaal en metabolisme met 131 DoorsneeDagDoseringen (DDD s) per 1. inwoners per dag. Vrouwen krijgen opvallend meer narcotische geneesmiddelen, analgetica en psychofarmaca (antidepressiva) voorgeschreven. r Dit bedrag omvat de uitgaven aan geneesmiddelen in het algemeen, dus niet enkel de psychoactieve geneesmiddelen. s Ook hier worden geneesmiddelen in het algemeen bedoeld. t De Farmanet databank van het RIZIV bevat enkel gegevens van de vergoedbare farmaceutische specialiteiten in de ambulante praktijk. Niet-vergoedbare geneesmiddelen, magistrale bereidingen en afleveringen in ziekenhuizen komen niet voor in deze databank.

1 De Donder () Gezondheidsenquête 1-13 (WIV) 3 Gezondheidsenquête 1-13 (WIV) Gezondheidsenquête 1-13 (WIV) Vanderstichele et al., VAD-leerlingenbevraging schooljaar 1-13 (Melis, 1) 7 Rosiers, Van Damme, Hublet, Van Hal, Sisk, Si Mhand & Maes, 1 8 VAD-uitgaansonderzoek 3-1 (Rosiers, 13) 9 Druggebruik in Belgische gevangenissen. Monitoring van gezondheidsrisico s (FOD justitie) Decorte & Slock, 11 Statistiek van de doodsoorzaken -1 (Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid) 1 Vancayseele, N., van Landschoot, R., Portzky, G., & van Heeringen, C. (1). 13 Registratiegegevens DrugLijn 13 (De DrugLijn) 1 Registratiegegevens DrugLijn 13 (De DrugLijn) 1 Tellus cliëntregistratiesysteem 13 (Steunpunt Algemeen Welzijnswerk) 1 Registratie elektronisch patiëntendossier CGG 13 (Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid) 17 Minimale Klinische Gegevens België 11 (FOD volksgezondheid) 18 Minimale Psychiatrische Gegevens 1 (FOD volksgezondheid) 19 Minimale Psychiatrische Gegevens 1 (FOD volksgezondheid) Registratie Vlaamse Vereniging van Behandelingscentra in de Verslaafdenzorg (VVBV) 1 TDI-registratie 13 (WIV) DRUID, 11a 3 DRUID, 11b Pharma.be, 1a. Stichting farmaceutische kengetallen, 13 Huishoudbudgetenquête 1 (FOD economie, K.M.O, middenstand en energie, 1). 7 RIZIV, 13 Colofon Redactie: Else De Donder, stafmedewerker VAD Lay-out concept: www.watf.be V.U.: F. Matthys, Vanderlindenstraat 1, 3 Brussel december 1 VAD, Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen vzw Vanderlindenstraat 1, 3 Brussel T 3 3 33 F 3 3 3 vad@vad.be Deze factsheet is gratis te downloaden op http:///alcohol-enandere-drugs/feiten-en-cijfers/medicatie.aspx De informatie uit deze factsheet mag worden overgenomen mits vermelding van de referentie: De Donder, E. (1). Factsheet psychoactieve medicatie. Brussel: VAD.