Productschap Diervoeder Beleidsregel t.b.v. voorwaarden en toezicht bij vernietiging van met MPA besmette voedermiddelen en daarmee geproduceerde diervoeders 1 Inleiding Ingevolge artikel 6 tweede lid van Verordening controle diervoedersector 1998 dienen producten die niet aan de wettelijke voorwaarden voldoen, ter beschikking van het Productschap Diervoeder gehouden te worden, en dienen deze volgens de voorwaarden en toezicht van de secretaris van het Productschap Diervoeder te worden behandeld zodat ze in overeenstemming zijn met de wettelijke voorschriften, of te worden vernietigd. In de achterliggende periode zijn bij een groot aantal bedrijven partijen voedermiddelen met medroxyprogesteronacetaat (MPA), alsmede diervoeders waarin deze voedermiddelen waren verwerkt, teruggehaald door de leveranciers. Op deze voedermiddelen en diervoeders rust een terbeschikkingshoudingsplicht. Door de aanwezigheid van MPA in voedermiddelen en de verwerking van deze voedermiddelen in diervoeders zijn deze producten niet deugdelijk in de zin van artikel 7:1:2, eerste lid, aanhef en onder a van Verordening 1998. Gelet op het advies van het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid en Milieuhygiëne (RIVM) en de beleidsopvatting van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij ter zake, dienen deze producten vernietigd te worden.. Deze beleidsregel bevat de voorwaarden waaronder deze vernietiging dient plaats te vinden en op welke wijze het toezicht daarop door het ingevolge het bepaalde in artikel 6 tweede lid van genoemde verordening per individueel geval zal worden toegepast. 2 Producten De gerecallde producten zijn: 1. glucosesiroop 2. tarwezetmeel 3. brijvoeder met ad. 1 en ad.2 4. melasse 5. vinasse 6. tarwegistconcentraat 7. tarwegriespellets 8. kuilvoer 9. mengvoeder Beleidsregel vernietiging MPA besmette producten 1 van 5
3 Mogelijkheden van vernietiging De volgende mogelijkheden zijn er gelet op de geconstateerde niveaus aan MPA in de voedermiddelen dan wel diervoeders voor de vernietiging (is buiten de voedingsmiddelen- en diervoedersector aanwenden) van met MPA besmette voedermiddelen en de diervoeders waarin deze voedermiddelen zijn verwerkt: 1 Alle producten die meer den 200 ppb MPA bevatten dienen te worden verbrand. Hieronder vallen in ieder geval de volgende producten: 1.1 Glucosesiroop 1.2 Tarwezetmeel met glucosesiroop 1.3 Een deel van de melasse (kan een technische bestemming krijgen, indien hierbij MPA wordt verbrand 2 Vinasse en kuilgras kunnen op de volgende manieren worden verwerkt: 2.1 Verbranden 2.2 Composteren, waarbij de compost aantoonbaar vrij is van MPA 2.3 Als meststof toedienen. Dit dient plaats te vinden op minimaal 20 cm diepte. Voor vinasse geldt een maximale aanwending van 3.000 kg product per hectare bouwland. Voor kuilgras geldt een maximale aanwending van 10.000 kg product per hectare bouwland. Op grond van de Meststoffenwet geldt dat voor kuilgras het alleen op eigen bouwland van de betrokken ondernemer moet worden aangewend. Per kavel mag slechts één aanwending plaatsvinden. 3 De overige gerecallde producten hebben de volgende mogelijkheden: 3.1 Verbranden 3.2 Composteren 4 Voorwaarden voor toezicht Voorwaarden voor de producten met een hoog MPA-gehalte (>200 ppb) zal t.b.v. van een goede borging dat de vernietiging van de producten via de voorgeschreven bestemming bereiken, een permanente controle bij uitslag moeten plaatsvinden. Dit betekent dat fysiek toezicht bij de ontdoener noodzakelijk is. 4.1 Algemeen 1. De opslaglocaties en tussenopslaglocaties zijn door het goedgekeurd. 2. De eindverwerkers verklaren aan het dat zij beschikken over de vereiste milieuvergunning, dat zij een administratie omtrent de ontvangen producten als hiervoor bedoeld bijhouden, en dat zij de hierna vermelde medewerking omtrent informatieverstrekking oover bereiken van eindbestemming verlenen en eventuele controle vanwege het toestaan. 3. De (tussen)opslaglocaties dienen, in geval het product als afvalproduct wordt aangemerkt over de juiste vergunningen (o.a. in het kader van de Wet milieubeheer) te beschikken. De (tussen)opslaglocaties en eindverwerker dienen schriftelijk te verklaren aan het dat zij beschikken over de juiste milieuvergunningen. 4. De controles op de inslag/aanvoer, opslag, uitslag en verwerking van het product vinden plaats door functionarissen van de door het aangewezen inspectie-instelling. Indien de aanvoer en verwerking bij een verbrandingsinstallatie of composteerbedrijf plaats vinden, is de instantie als bedoeld in de Wet milieubeheer het bevoegd gezag, dat toeziet op de naleving van de milieuvoorschriften. Dan kan worden volstaan met de informatieplicht als hierna vermeld. Beleidsregel vernietiging MPA besmette producten 2 van 5
5. Het beschikt over een lijst met namen, handtekening en paraaf van de bevoegde inspecteurs van de inspectie-instelling, die controles in het kader van deze regeling uitvoeren. 6. De opslaghouder voert een administratie van de ingeslagen, opgeslagen en uitgeslagen producten. 7. Uitslag mag alleen plaatsvinden met schriftelijke opdracht van of namens het. 8. De opslaglocatie beschikt over een geijkte weeginstallatie of weegbrug in of in de onmi d- dellijke nabijheid van het opslagpand. 9. De verwerking/vernietiging van het product vindt plaats onder voorwaarden zoals in par. 2 vermeld. 10. Het bedrijf dat de producten verwerkt, voert een administratie van de ontvangen en verwerkte producten, volgens PMV-meldingen (Provinciale Milieuverordeningen). 11. De opzet van de administratie, het te gebruiken begeleidingsformulier / transportdoc u- ment (opm. ingeval van transportpapieren naar het buitenland zijn dit door VROM voorgeschreven formulieren), alsmede de verantwoordingsrapportage aan het door de desbetreffende bedrijven, worden door het nader vastgesteld. 4.2 Producten 1 t/m 3 inclusief product 4: melasse > 200 ppb Bestemming: verbranden Melden van het tijdstip van de verlading en de bestemming door de afnemer aan de KDD. Permanente controle op het laden, wegen en verzegelen van het vervoermiddel door de KDD. Permanente controle op de aanvoer (incl. wegen) en controle van de eindbestemming. 1. Het laden van het product in het opslagpand en de gewichtsvaststelling vinden plaats onder toezicht van een functionaris van de door het aangewezen inspectie-instelling. 2. Het laden mag uitsluitend plaatsvinden in door de inspecteur van de door het ingeschakelde inspectie-insteling goedgekeurde transportmiddelen, waarbij voorwaarde is dat het transportmiddel verzegelbaar en lekvrij is. 3. De opdrachtgever draagt er voor zorg dat de vervoeder het transportmiddel, gebruikt bij het transport van de hiervoor bedoelde goederen, na afloop grondig wordt gereinigd. 4. Door functionaris van de door het aangewezen inspectie-instelling wordt een begeleidingsformulier opgesteld, en wordt het vervoermiddel verzegeld. 5. Het transport gaat vergezeld van het begeleidingsformulier/ transportdocument en de uitslagbon weegbon van het opslagpand, en eventueel van andere wettelijk vereiste doc u- menten. 6. Het transport naar de tussenopslaglocatie of de eindverwerker moet onmiddellijk en rechtstreeks plaatsvinden. 7. De eindverwerker draagt zorg voor gewichtsvaststelling van het product bij ontvangst, maakt een inslagbon op, neemt het begeleidingsformuliere in ontvangst, controleert of de verzegeling intact is en ontzegelt. 8. De eindverwerker draagt zorg voor het lossen en het verkrijgen van de voorgeschreven eindbestemming in het bedrijf. 9. De eindverwerker meldt binnen 48 uur na aankomst van het voorbedoelde transport bij de door het ingeschakelde inspectie-insteling de ontvangst van een zending, met overlegging van de inslagbon, weegbon, het begeleidingsformulier (dat het transport begeleidde) en een verklaring van verwerking (als dat later gebeurt dan 48 uur na ontvangst dient dat aangegeven te worden en dient na verwerking dit alsnog gemeld te worden). 10. Het bedrijf beschikt of kan beschikken over een geijkte weeginstallatie of weegbrug, in of in de onmiddellijke nabijheid van het bedrijf waar het aangevoerde product kan worden gewogen. 11. Het bedrijf voert een administratie van de ontvangen en verwerkte partijen product. Beleidsregel vernietiging MPA besmette producten 3 van 5
4.3 Overige producten: melasse < 200 ppb, vinasse, tarwegistconcentraat, kuilvoer, mengvoeder 4.3.1 Bestemming bemesten (vinasse en kuilvoer) Melden van het tijdstip van de verlading (en de bestemming door de afnemer in geval van kuilvoer) aan de door het aangewezen inspectie-instelling. Steekproefsgewijze fysieke controle op de verlading en de bemesting door de door het aangewezen inspectie-instelling. Voeren van een administratie door de afnemer en de landbouwer. Vinasse 1. Het desbetreffende product mag uitsluitend worden afgenomen door bedrijven die met het een contract hebben gesloten waarmee zij zich verplichten om de in het contract vermelde voorwaarden na te komen, te weten het voeren van een deugdelijke administratie van ontvangen producten als hiervoor bedoeld, het aanwenden van deze producten voor beoogde doel, alsmede het toestaan van controle vanwege het en eventuele andere voorwaarden nodig voor een adequate controle op de vernietiging van de producten. 2. De verlading van het product moet tijdig (2 werkdagen tevoren) aan de door het tijd, hoeveelheid en de namen en adressen (van de landbouwbedrijven) en de datum en tijd van bemesting, het perceelnummer(s) en de oppervlakte. 3. Het transport naar het landbouwbedrijf moet onmiddellijk en rechtstreeks plaatsvinden. 5. Door de landbouwer wordt het begeleidingsformulier voor de ontvangen hoeveelheid ondertekend. 6. Het bedrijf voert een door het voorgeschreven administratie. 7. De door het aangewezen inspectie-instelling voert steekproefsgewijs fysieke controles uit, zowel op de verlading als op de eindbestemming. Kuilvoer 1. Het desbetreffende product mag uitsluitend afgezet worden op het eigen bedrijf. 2. De verwerking van het product moet tijdig (2 werkdagen tevoren) aan de door het tijd en hoeveelheid alsmede de datum en tijd van bemesting, het perceelnummer(s) en de oppervlakte. 3. Het landbouwbedrijf voert een door het voorgeschreven administratie. 4. De door het aangewezen inspectie-instelling voert steekproefsgewijs fysieke controles uit, zowel op de verlading als op de eindbestemming. 5. In geval het kuilvoer bestemd is voor bemesting op een ander bedrijf moet het transport onmiddellijk en rechtstreeks plaatsvinden. Het transport gaat vergezeld van een begeleidingsformulier en wordt door de landbouwer die het kuilvoer ontvangt voor ontvangst worden ondertekend. 4.3.2 Bestemming composteren (melasse < 200 ppb, vinasse, tarwegistconcentraat, kuilvoer, mengvoeder) Melden van het tijdstip van de verlading en de bestemming door de afnemer aan de door het aangewezen inspectie-instelling. Steekproefsgewijze fysieke controle op de verlading, de aanvoer en verwerking bij het composteringsbedrijf. Compost moet aantoonbaar vrij van MPA zijn. Beleidsregel vernietiging MPA besmette producten 4 van 5
1. Het desbetreffende product mag uitsluitend worden afgenomen door composteringsbedrijven die met het een contract hebben gesloten waarmee zij zich verplichten om de in het contract vermelde voorwaarden na te komen, het voeren van een deugdelijke administratie van ontvangen producten als hiervoor bedoeld, het aanwenden van deze producten voor beoogde doel, alsmede het toestaan van controle vanwege het en eventuele andere voorwaarden nodig voor een adequate controle op de vernietiging van de producten. 2. De verlading van het product moet tijdig (2 werkdagen tevoren) aan de door het tijd, hoeveelheid en de naam en adres van het composteringbedrijf. 3. Het transport naar het composteringsbedrijf moet onmiddellijk en rechtstreeks plaatsvinden. 5. Bij aankomst wordt het product weegt composteringsbedrijf en maakt een inslagbon op. 6. Het composteringsbedrijf voert een administratie van het aangevoerde product (inclusief de locatie waar het desbetreffende compost zich bevindt), alsmede de data, hoeveelheden en de afnemers van het compost. 7. De door het aangewezen inspectie-instelling voert steekproefsgewijs fysieke controles uit op de verlading. Er vindt administratieve controle plaats bij de eindverwerker. 4.3.3 Bestemming verbranden (melasse < 200 ppb, vinasse, tarwegistconcentraat, kuilvoer, mengvoeder) Melden van het tijdstip van de verlading en de bestemming door de afnemer aan de door het aangewezen inspectie-instelling. Steekproefsgewijze fysieke controle op de verlading, de aanvoer en verwerking bij het verbrandingsbedrijf. 1. Het desbetreffende product wordt afgenomen door verbrandingsbedrijven waar het nadere afspraken mee heeft gemaakt, te weten het voeren van een deugdelijke administratie van ontvangen producten als hiervoor bedoeld, het aanwenden van deze producten voor beoogde doel, alsmede het toestaan van controle vanwege het en eventuele andere voorwaarden nodig voor een adequate controle op de vernietiging van de producten. 2. De verlading van het product moet tijdig (2 werkdagen tevoren) aan de door het tijd, hoeveelheid en de naam en adres van het verbrandingsbedrijf. 3. Het transport naar het verbrandingsbedrijf moet onmiddellijk en rechtstreeks plaatsvi n- den. 5. De eindverwerker draagt zorg voor gewichtsvaststelling van het product bij ontvangst, neemt het begeleidingsformulier (dat het transport begeleid) in ontvangst en maakt en inslagbon op. 6. Het verbrandingsbedrijf voert een administratie van het aangevoerde productie, te weten de data en hoeveelheden. 7. De eindverwerker meldt binnen 48 uur na aankomst van het voorbedoelde transport bij de door het ingeschakelde inspectie-insteling de ontvangst van een zending, met overlegging van de inslagbon, weegbon, het begeleidingsformulier (dat het transport begeleidde) en een verklaring van verwerking (als dat later gebeurt dan 48 uur na ontvangst dient dat aangegeven te worden en dient na verwerking dit alsnog gemeld te worden). Den Haag, 6 september 2002 PRODUCTSCHAP DIERVOEDER J. den Hartog Secretaris Beleidsregel vernietiging MPA besmette producten 5 van 5