L3G A.10 Mechanische integriteit procesapparatuur, Bijlage 1: Technische richtlijnen/voorschriften

Vergelijkbare documenten
L3G A.10 Mechanische integriteit procesapparatuur, Bijlage 1: Technische richtlijnen/voorschriften

Herkeuring drukapparatuur voorheen onder zorgplicht en per 19 juli 2016 aangewezen

Keuring van drukapparatuur

Aanvraagformulier Keuring Voor Ingebruikneming ( KVI ) Warenwetbesluit Drukapparatuur 2016 (WBDA 2016)

Reind Westerveld. Functie: senior adviseur en inspecteur sinds 2002 werkzaam bij Energie Consult Holland BV

Services are provided by members of the Lloyd s Register Group Lloyd s Register, Lloyd s Register EMEA and Lloyd s Register Asia are exempt charities

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

KEURINGSREGLEMENT MODELSTOOMKETELS 10 NOVEMBER

Natuurlijk anders keuren?

SCIOS-INFORMATIEBLAD Deel 16

WESA-SCHEMA DRUKAPPARATUUR. Wet Specifieke Accreditatie Schema voor het Warenwetbesluit drukapparatuur

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

VOORLICHTING INSPECTEURS 21 MEI

Warenwetbesluit Drukapparatuur (WBDA 2016)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Richtlijn druktoestellen 97/23/EG

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Warenwetregeling drukapparatuur (compilatie document)

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Wessel Hendertink, 58 jaar. Arbeidsverleden: Beroepsopleiding: HTS-Swtk (Delfzijl 1983)

Uitvoeringsregeling Besluit drukapparatuur

Titel van het document

L3G A.10 - Mechanische integriteit van statische procesapparatuur

Checklijst Plaatsen en injecteren van injectie afsluiters

Deze controlelijst is ontwikkeld op basis van het bronbestand LPG t.b.v. checklist fysiek en checklist periodieken.

Chex Liftkeuringen B.V Reglement R.1.0. Keuringen van liftinstallaties tijdens de gebruiksfase van de liftinstallatie

ATEX expert groep. Zeeuwse Innovatie Starter ATEX donderdag 12 oktober E. de Brouwer (DOW) / A. Platteeuw (Yara)

Toelichting op AS 6800 Controle en keuring tank(opslag)installaties en de vervanging van AP08 en de KC s door AS 6800

L3G C.18 - Werken met of nabij ioniserende straling

L3G Hot tappen en stoppelen, bijlage 2: Checklijsten

PRODUCTIE KWALITEITSBORGING CERTIFICAAT

Samenvatting wetgeving omtrent Machines en Arbeidsmiddelen

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Werkveldschema Conformiteitbeoordeling Drukapparatuur

Protocol Kelderbierinstallaties Nederlandse Brouwers

08.10 Facilities Operations L3G_08.01.A.05_SITE_Plaatsen_van_klembanden_FAQ.docx

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

WESA-SCHEMA DRUKAPPARATUUR. Wet Specifieke Accreditatie Schema voor het Warenwetbesluit drukapparatuur

Periodieke keuring van liften. Informatie voor lifteigenaren

Toezicht kermisattracties

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Regeling houdende nadere regels ten aanzien van explosieveilig materieel

A7-0101/ Voorstel voor een richtlijn (COM(2009)0482 C7-0161/ /0131(COD)) Door de Commissie voorgestelde tekst.

Richtlijn Specifiek Accreditatie Schema PED 1. RISA-Schema PED

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

TECHNISCHE HANDLEIDING

INFOBLAD 01. Toelichting op nieuw TCVT schema W3-11

tot wijziging van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen (nucleaire drukapparatuur)

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Procedure. P023-Omgaan met gevaarlijke stoffen

FELIXSAFETY Focus on safety.

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Zeeland

Uitvoeringsregeling Besluit drukapparatuur

Veilig opslaan van glas op glasbokken en -karren, schuif- en rolstellingen

Warenwetregeling drukapparatuur (compilatie document)

Specifiek Accreditatie- Protocol (SAP) voor Inspecties op basis van NEN 4400 volgens het SNA-Handboek Normen. Raad voor Accreditatie (RvA)

MACHINEVEILIGHEID ALGEMEEN

Veiligheid als uitgangspunt

Wijzigingsblad BRL 2202 (zonwerend)(warmtereflecterend) isolerend dubbelglas voor thermische isolatie 31 december 2014

Verreiker: Gebruik als multifunctioneel werktuig.

Wijzigingsblad BRL

Industrial Resources & Solutions Van der Takstraat LM Rotterdam info@srcon.eu

CONCEPT KETENREGISSEUR VERSIE 1.0 d.d

Werkveldschema Conformiteitbeoordeling Drukapparatuur

L3G A.10 - Mechanische integriteit van statische procesapparatuur

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Voorwaarden erkenning van brandblusmiddelen en - installaties

Beoordelingsrapport Construction Product Regulation* * CPR - REGULATION (EU) No 305/2011

Indien de controle gelijktijdig kan plaatsvinden met de controle van de noodverlichting, dan wordt het aantal door gestaffeld.

OPGESTELD: HSEW Advisor W. Workum. GECONTROLEERD: Area Coordinator M. Scholten. GOEDGEKEURD: Execution Manager P. van der Ree

CAMO KNVvL, Afdeling Zweefvliegen. CAMO, KNVvL Afdeling Zweefvliegen

KONINKRIJK BELGIE MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR CIRCULAIRE. Uitgave : 2

PROCEDURE REGISTRATIE PROCEDURE REGISTRATIE WERKWIJZE SNF-INHUUR-REGISTER

L3G A.01 Taak Risico Analyse

Staatstoezicht op de Mijnen Ministerie van Economische Zaken

Revisies van Gebruiken gekeurde arbeidsmiddelen

Keuringinstituut Voor Veilige Magazijnen

Wijziging Uitvoeringsregeling Besluit drukapparatuur

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Raad voor Accreditatie (RvA) Specifiek Accreditatie- Protocol (SAP) voor keuring van liften in de gebruiksfase

ATEX 114. Jos Abbing Electromach Nathan Kuper I-SZW

APPENDAGES. Safety Valves. - ½ x ½. Safety by PenTec APPENDAGES

Gebruikershandleiding Hijsframe t.b.v. trapgat Versie 1,

Titel: Keuring en inspectie van aardingsgarnituren (TenneT GS) Procesdeskundige: Procesbeheerder: (Sr)IV (KEV) IV (KEV) Afdeling:

BESCHRIJVING PROCEDURE

Minisymposium 4 juni

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

Waterglijbanen. Zie voor meer informatie over speeltoestellen ook naar de informatie over Speeltoestellen.

Nr. Werkveld Soort en omvang Methode & procedures

To PED or not to PED. that s the question.

Transcriptie:

L3G 08.01.A.10 Mechanische integriteit procesapparatuur, Bijlage 1: Technische richtlijnen/voorschriften 1 Algemeen 1 2 Nieuwbouw, engineering en bouwfase. 3 3 Samenbouw tot druksysteem 4 4 Keuring voor Ingebruikneming 4 5 Gebruiksfase. 5 6 Inspectieafdeling KvG 7 7 Mechanische beveiligingen (veiligheidsappendages) (ref. GMIM section 4) 7 8 Flexibele slangen (ref. GMIM sectie 5.1) 10 9 Klembeugels (ref. GMIM section 5.2) 11 10 Cilinders voor gecomprimeerde gassen (ref. GMIM section 5.3) 11 11 Flexibele verbindingen, bellows (expansion joints) (ref. GMIM section 5.4) 11 12 Glas en breekbare/doorzichtige onderdelen (ref. GMIM section 5.5) 11 13 Opslagtanks 12 1. Algemeen Nieuwe drukvaten, ketels en leidingen zoals gedefinieerd in de Nederlandse wetgeving Besluit drukapparatuur artikel 1 met inachtname van de grenzen in artikel 7 worden geklasseerd, geanalyseerd op risico en gebouwd volgens de Europese wetgeving van 5 juli 1999. Aangevuld met de Nederlandse wetgeving voor de samenbouw bij de gebruiker en de ingebruikneming. De bouwfase wordt afgesloten voor drukapparatuur en samenstellen door de EG verklaring van overeenstemming conform de Richtlijn Drukapparatuur (PED) en voor druksystemen door een verklaring van overeenstemming conform het Besluit Drukapparatuur. De keuringsplichtige toestellen worden voorafgaande aan de ingebruikneming opgenomen in het onderhoudsbeheerssysteem. De eigenaar beheert alle manufacturing data en gegevens van de drukapparaten tijdens gebruik van het equipment, zoals wanddiktes, corrosie, etc. Per apparaat, samenstel of druksysteem of combinaties van deze wordt de fase van ingebruikneming afgesloten door de verklaring van ingebruikneming conform het Besluit Drukapparatuur. Nieuwe opslagtanks worden gebouwd conform de voorschriften van de vigerende (WABO) Milieuvergunning. Drukapparatuur moet tevens voldoen aan de DOW Global Mechanical Integrity Safety Standaard (GMISS), waarbij de Global Mechanical Integrity Manual (GMIM) als richtlijn gebruikt wordt. De eisen uit GMIM zijn voor de toepassing in Terneuzen vertaald in deze procedure en bijlage. In geval van onduidelijkheid, verschil van mening, raadpleeg dan GMISS/GMIM, deze documenten zijn leidend tenzij er een goedgekeurde variance aanwezig is. Ook gelden de van toepassing zijnde Dow Engineering Standaards o.a. EMETL en overige contractueel met aannemers vastgelegde documenten Voor alle drukapparatuur is zogenaamde zorgplicht van toepassing. Dit geldt dus voor zowel de aangewezen als de niet aangewezen drukapparatuur (ook atmosferisch of met onderdruk). Laatste update: 13 dec 2017 ODMS referentie 08.01.A10 Pagina 1 van 12

Deze zorgplicht voor de drukapparatuur die niet is aangewezen binnen de wetgeving wordt binnen Dow in Terneuzen afgedekt m.b.v. de bepalingen uit GMISS en GMIM. Ook de Owner Visual Inspecties is onderdeel van de invulling van de zorgplicht. Het Warenwetbesluit drukapparatuur is gewijzigd. Sinds 19 juli 2016 is het Warenwetbesluit drukapparatuur 2016-229 (WBDA 2016) van kracht. Tegelijkertijd is de Warenwetregeling drukapparatuur gewijzigd, deze heet nu Warenwetregeling drukapparatuur 2016 Staatscourant Nr. 37419 (WRDA 2016). Door deze wijzing is het mogelijk dat bepaalde drukapparatuur vanaf 19 juli 2016 niet langer onder de zorgplicht van het Arbeidsomstandighedenbesluit valt, maar is aangewezen volgens het WRDA 2016. Dat houdt in dat op deze drukapparatuur in de gebruiksfase vanaf 19 juli 2016 toezicht door een NL-CBI of een NL-KVG vereist is. Alle drukapparatuur moet vanaf 19 juli 2016 opnieuw geclassificeerd worden. Dat leidt tot één van de volgende situaties: a. Drukapparatuur is voor 19 juli 2016 aangewezen en ook aangewezen na deze datum; b. Drukapparatuur valt voor 19 juli 2016 onder de zorgplicht en ook na deze datum; c. Drukapparatuur is voor 19 juli 2016 aangewezen en valt onder de zorgplicht na deze datum; d. Drukapparatuur valt voor 19 juli 2016 onder de zorgplicht en is aangewezen na deze datum. Voor situatie d geldt het volgende. Deze drukapparatuur kon voor 19 juli 2016 om twee redenen onder de zorgplicht vallen: 1. Het drukapparaat is in de handel gebracht voordat de PED verplicht was en is sindsdien niet gewijzigd of 2. Het drukapparaat was niet aangewezen volgens de Warenwetregeling drukapparatuur. De drukapparatuur die na herclassificatie is aangewezen (situatie d) moet worden herkeurd volgens WRDA 2016 en wordt aangeduid als nieuwe herkeuringsplichtige drukapparatuur. De eerste herkeuring moet plaatsvinden volgens de vaste wettelijke termijn, maar uiterlijk 19 juli 2022. De herclassificatie en het opstellen van herbeoordelingsplan moet tijdig zijn uitgevoerd, zodat de herkeuring kan plaatsvinden voor het verstrijken van de wettelijke termijn. Uitganspunt voor situatie d is dat er history beschikbaar is vanuit de Zorgplichtperiode. Herkeuren na 19 juli 2016: A. Benodigde gegevens Voor het opstellen van het herbeoordelingsplan moeten de volgende basisgegevens beschikbaar zijn: 1. Bij drukvaten: constructietekening, classificatielijst van het vat, toegepast materiaal en overige beschikbare documentatie van het drukvat; faalmechanismen en bedrijfsomstandigheden; Bij leidingen: identificatie van de leiding, linelist, P&ID met specificaties van de leidingen en het toegepaste materiaal, as-built field isometric; 2. De ontwerpgegevens PS en TS; 3. Het medium in het drukapparaat; 4. De onderhoud- en inspectiehistorie die het drukvat of de leiding onder de zorgplicht heeft gehad; 5. De belasting van het drukvat of de leiding en of sprake is geweest van wisselende belasting. B. Opstellen herbeoordelingsplan (basis: PRD3.1) Laatste update: 13 dec 2017 ODMS referentie 08.01.A10 Pagina 2 van 12

Bij het opstellen van het herbeoordelingsplan moeten, voor zover relevant, de volgende punten in acht worden genomen: het type herbeoordeling (vaste, verlengde of flexibele termijnen of parallelle drukapparaten); de gewenste c.q. vereiste termijn tot aan de volgende herbeoordeling; de afwijkingen of bijzonderheden die in het verleden zijn geconstateerd. Hiervoor moet eerst de historie (eigen documentatie, inspectiegegevens, correspondentie en dergelijke) worden geraadpleegd. Indien er in het verleden bijzonderheden zijn geconstateerd, waaraan tijdens de herkeuring extra aandacht moet worden besteed, dan moet dit in het herbeoordelingsplan worden vermeld; de potentiële faalmechanismen. Welke inspecties en onderzoeken moeten in het herbeoordelingsplan worden opgenomen om de invloed van deze faalmechanismen te kunnen detecteren; de aangebrachte beveiligingen. Het herbeoordelingsplan beschouwt de in- en uitwendige conditie van het drukapparaat, de fundatie, ondersteuningen, isolatie, coating, appendages en aansluitend leidingwerk. Indien er sprake is van verwijderen van isolatie moet de locatie duidelijk worden omschreven, bij voorkeur door een schets of foto van het drukapparaat bij het herbeoordelingsplan te voegen. Indien niet alle gegevens, genoemd onder punt 1 (Benodigde gegevens) beschikbaar zijn, kan een preinspectie van het apparaat worden uitgevoerd. Dit kan tijdens bedrijf zijn om bijvoorbeeld vast te stellen op welke plaatsen condensatie optreedt of ijsvorming en of er plaatsen zijn met verhoogde oppervlaktetemperatuur. Ook direct na opening kan pre-inspectie noodzakelijk zijn om een goede indruk te verkrijgen over de werking, vervuiling en mogelijke andere problemen. Stel bij deze pre-inspectie vast of er aanvullende zaken in het herbeoordelingsplan moeten worden opgenomen (bijvoorbeeld het verwijderen van isolatie of het plaatsen van stellingen om een effectieve inspectie of onderzoek te kunnen). Drukapparatuur die tot 19 juli 2016 onder de zorgplicht viel, is in voorgaande jaren door een deskundige gekeurd en zo nodig beproefd (Arbeidsomstandighedenbesluit artikel 7.4a). De wijze waarop deze keuring werd uitgevoerd, wijkt af van de keuring volgens het WBDA 2016. Het is niet mogelijk om nieuwe herkeuringsplichtige drukapparatuur geheel te herkeuren volgens 6.2 van PRD 3.2 van de PRD. De NL-CBI of NL-KvG (Dow) zal aan de hand van de gegevens die bekend zijn van het drukapparaat vaststellen of en zo ja welke aanvullende onderzoeken uitgevoerd worden. Dit moet case by case worden vastgesteld. Voorkomen moet worden dat nieuwe herkeuringsplichtige drukapparatuur wordt gekeurd alsof het altijd aangewezen drukapparatuur is geweest. Beoordelen aan de hand van huidige en/of volledige normen voor het ontwerp of voor NDO is daarom niet zinvol. Herberekening van het ontwerp van drukapparatuur wordt alleen toegepast als: - de staat van de drukapparatuur niet leeftijd conform is; - de belasting van de drukapparatuur zwaarder is dan bij vergelijkbare drukapparatuur; - de NL-CBI of NL-KvG (Dow) gerede twijfel heeft over de integriteit van de drukapparatuur. Het herkeuringsplan wordt uitgevoerd conform de herbeoordeling volgens artikel 22 van het WBDA2016. Voor Cooling Towers is GMIM paragraaf 5.8 integraal van toepassing 2. Nieuwbouw, engineering en bouwfase Het ontwerp en vervaardiging van vaten en leidingen vindt plaats volgens de eisen uit de Richtlijn Drukapparatuur (PED) en conform Codes of Practices zoals: EN13445, ASME, etc. In het kader van de PED is de voorkeur om als ontwerpcode een geharmoniseerde norm te gebruiken, zoals de EN13445. Laatste update: 13 dec 2017 ODMS referentie 08.01.A10 Pagina 3 van 12

Voor de vaten, leidingen en samenstellen door een fabrikant toegeleverd aan DOW wordt het manufacturing data report opgesteld conform DOW engineering ES specificaties, zoals G9S-1000-01/03. Leidingen die vervaardigd zijn door aannemers in de regio, worden vervaardigd conform de Dow leidingspecificaties. De leidingspecificaties zijn gebaseerd voor het ontwerp, vervaardiging en het testen op de ASME B31.1 en/of B31.3 normering. Van af de vervaardiging tot en met de ingebruikneming zijn alle van toepassing zijnde fabricagedocumenten steeds beschikbaar en opvraagbaar. De eindinspectie geschiedt door Owners Representative, zijnde ES Construction of Maintenance en daar waar van toepassing door de Notified Body (NoBo) resp CBI. 3. Samenbouw van drukapparatuur in installatieverband Onderscheid wordt gemaakt tussen een samenbouw van drukapparatuur in installatieverband welke onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker of van derden wordt vervaardigd. Indien dit gebeurt onder de verantwoordelijkheid van Dow is Dow dus de fabrikant. Wanneer derden hiervoor verantwoordelijk zijn spreken we van een samenstel. Voor de behandeling van het ontwerp, de fabricage en de montage gelden dezelfde eisen als waar een samenstel aan moet voldoen, dus ook het aanbrengen van CE (WBDA 2016). Een Samenbouw dient alvorens zij in gebruik genomen wordt, te worden onderworpen aan een procedure voor de beoordeling van overeenstemming overeenkomstig het WarenwetBesluit Drukapparatuur. Dit omvat o.a. de beoordeling van de integratie van de verschillende onderdelen van de samenbouw en de beveiliging tegen overschrijding van de toelaatbare grenzen. Het resultaat van deze beoordeling is een einddocument, een verklaring van overeenstemming, welke de gebruiker dient op te stellen. 4. Keuring voor Ingebruikneming Voor drukapparatuur aangewezen op grond van de Warenwetregeling Drukapparatuur (WRDA) dient na afsluiting van de samenbouw (montagefase) met de juiste documenten, de Keuring voor Ingebruikneming (KvI) plaats te vinden. Deze keuring is omschreven in artikel 22 van het WarenwetBesluit Drukapparatuur. Bij deze keuring zal gelet worden op de volgende zaken: Verificatie van drukapparatuur, samenbouwen aan de hand van de gebruiksaanwijzing en markeringen. Dit betekent dat reeds uitgevoerde nieuwbouwkeuringen in het kader van de ingebruikneming-keuring niet worden herhaald maar wel wordt geverifieerd of overeenkomstig het Besluit Drukapparatuur de benodigde documenten aanwezig zijn; Controle van de uitwendige toestand van drukapparatuur, samenstellen en druksystemen; Controle van de werking van de veiligheidsappendages en onder drukstaande appendages ; Controle van de opstelling van drukapparatuur, samenstellen en druksystemen. De keuring voor ingebruikneming resulteert in een Verklaring van Ingebruikneming (VvI) per drukapparaat of samenstel. Vanuit GMISS en GMIM geldt de eis voor drukapparatuur en tanks in de service Hazardous Chemicals en veiligheidsappendages om een Initial Installation Inspection uit te voeren. Laatste update: 13 dec 2017 ODMS referentie 08.01.A10 Pagina 4 van 12

5. Gebruiksfase Herkeuring De drukapparatuur waar een VvI van afgegeven is of een Vergunning (V), een Verklaring van Geen Bezwaar (VGB) of een Bewijs van onderzoek en Beproeving (BOB) van voor 1980 dienen periodiek herkeurd te worden. Deze periodieke herkeuring zal worden uitgevoerd conform Warenwet Besluit Drukapparatuur (WBDA) artikel 22. De eisen zijn in Nederland uitgewerkt in PraktijkRegels Drukapparatuur (PRD), voor periodieke herkeuringen is dit PRD 2.3 en PRD 3.2. Toestellen en leidingen niet vallend onder periodieke herkeuring conform het WBDA worden geregistreerd en geïnspecteerd volgens de Dow Global Mechanical Safety Standaard (GMISS). Voor PCE of leidingen kunnen dus meerdere eisen ten aanzien van de bepaling van de in- en uitwendige conditie uit zowel de WBDA, WABO-vergunning als GMISS van toepassing zijn. De meest stringente eisen moeten worden uitgevoerd. Herkeuringen worden uitgevoerd door de gebruikersinspectiedienst KvG van Dow, welke is aangewezen als Conformiteit Beoordelings Instantie (Keuringsdienst van Gebruikers) door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, op basis van accreditatie volgens de ISO17020. De termijnen voor de periodieke keuringen zijn omschreven in PRD 2.3, eisen uit de Milieuwetgeving, GMISS/GMIM en plantspecifieke Operating Disciplines. Voor de Terneuzen-site is een variance van toepassing (nr. 2008-00122) waarin onder meer is omschreven dat de jaarindicator wordt gebruikt voor het uitvoeren van een inspectie, maar ook welke inspectietermijn van toepassing is, waarbij gekozen is voor een eenduidige methodiek die voornamelijk gebaseerd is op het wettelijke herkeurregime. Het kwaliteitssysteem van de KvG voorziet in procedures voor het uitvoeren van de periodieke herbeoordeling, eventueel uitstel hiervan, termijnverlenging en passend onderzoek. Overigens is uitstel binnen GMISS ook mogelijk binnen de variance op GMISS. De toepassing van Risk Based Inspectie (RBI) is voorzien in de Nederlandse wetgeving doch de eisen die hieraan gesteld worden zijn van dien aard dat het toepassen van RBI binnen het wettelijke kader zeer goed overwogen moet worden. Ook GMISS kent toelating en eisen voor inspectie op basis van RBI. Regulier technisch onderhoud, reparaties en wijzigingen Onder regulier technisch onderhoud wordt het doen van onderhoud zoals het vervangen van pakkingen en het uitwisselen van appendages met appendages die een identieke functie en constructieve uitvoering hebben. Dit regulier technisch onderhoud valt niet onder de aanwijzing van toezicht door een keuringsinstelling. Dit in tegenstelling van wijzigingen in de gebruiksomstandigheden en van de constrcutie, het wijzigen van de beveiliging en uit te voeren reparaties aan bestaande apparatuur. Deze zaken vallen wel onder toezicht van een keuringsinstelling. Met nadruk wordt er op gewezen dat het vervangen van veiligheidsappendages en appendages die door middel van permanente verbindingen worden gemonteerd niet vallen onder het begrip regulier technisch onderhoud en derhalve moeten worden gemeld. Tevens gelden de zaken die omschreven staan in de Gebruikshandleiding van de fabrikant voor het doen van regulier technisch onderhoud. Laatste update: 13 dec 2017 ODMS referentie 08.01.A10 Pagina 5 van 12

Reparaties Deze paragraaf moet integraal worden gelezen met de betreffende paragraaf in L3G 08.01.A.10 - Mechanische integriteit procesapparatuur (ex 26.05). De definitie van Reparatie luidt als volgt: Het herstellen van een drukapparaat naar de oorspronkelijke toestand van voor de opgetreden schade (aantasting of degradatie). De reparaties voldoen aan de volgende voorwaarden: Gelijkblijvende gebruiksomstandigheden van het drukapparaat. Gelijkblijvend ontwerp onder toepassing van: o Gelijksoortige materialen; o Gelijksoortige constructieve uitvoering i.c. constructiedetails; o Gelijkwaardige uitvoeringsmethoden (processen) voor permanente verbindingen; Toepassing van de actuele versie van de normen en/of ontwerp-/constructie regels ( code ) als toegepast bij de nieuwbouw. Indien op technische gronden (ervaring, casuïstiek etc.) een andere code een geschikte oplossing biedt moet wel een toetsing plaatsvinden dat aan de essentiële eisen van de PED is voldaan". Onder verantwoording en productaansprakelijkheid van de gebruiker uitgevoerd. Reparaties geschieden conform de eisen van engineering en de eisen zoals gesteld in de nieuwbouwfase. De afname vindt plaats door de KvG of CBI. Reparaties aan leidingwerk worden uitgevoerd met gebruikmaking van het formulier REPARATIE- WERKZAAMHEDEN (TOESTELLEN & LEIDINGEN). Zie ook de process-flow van Process Containment Equipment: WEB-EDMS Process-flow MFT-PCE. Wijzigingen Deze paragraaf moet integraal worden gelezen met de betreffende paragraaf in L3G 08.01.A.10 - Mechanische integriteit procesapparatuur (ex 26.05). Wijzigingen verlopen via het wijzigingsproces. (Management of Change). Het MoC proces is vastgelegd in de Benelux procedure. De KvG Qualified Inspector is reviewer binnen het MoC team voor equipment onder deze procedure. Voor de definities van Wijziging en het toezicht daarop wordt verwezen naar de notitie van het landelijk Platform Inspecties Niet-ingrijpende wijziging en ingrijpende wijziging aan drukapparatuur. Deze notitie is gepubliceerd op het ARBO-portaal en opgenomen in de folder Wet- en Regelgeving. Opmerking: Bij ingrijpende wijzigingen kan het voorkomen dat een drukapparaat wat eerst niet wettelijk aangewezen was na het van kracht worden van de nieuwe regelgeving wel onder wettelijk toezicht valt. Er zal dus altijd eerst een nieuwe WBDA-classificatie moeten worden gemaakt. Laatste update: 13 dec 2017 ODMS referentie 08.01.A10 Pagina 6 van 12

6. Inspectieafdeling KvG Voorgaande paragrafen zijn geborgd in het ODMS van de KvG. Dit kwaliteitssysteem is ISO17020 en WDA&T geaccrediteerd. De KvG is aangewezen door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) voor de uitvoering van de volgende verrichtingen: A. Herkeuring van drukapparatuur met vaste termijnen (art. 22. Warenwetbesluit Drukapparatuur) B. Beoordeling van reparaties en wijzigingen in de gebruiksfase (art. 26. Warenwetbesluit Drukapparatuur) C. Het afgeven, weigeren, schorsen of intrekken van verklaringen in verband met de werkzaamheden genoemd onder A en B. 7. Mechanische beveiligingen (veiligheidsappendages) (ref. GMIM section 4) Voor maximum inspectie intervallen, registratie en overige eisen gelden de eisen uit de variance (nr. 2008-00122). Kleppenshop(VRS) De kleppenshop op het Dow Tzn terrein is in extern beheer welke via een contract met Dow- Maintenance diensten verleend. Deze kleppenshop maakt gebruik van een ISO+ gecertificeerd kwaliteitssysteem onder toezicht van een CBI en mag hierdoor revisies en afstellingen uitvoeren aan veiligheidstoestellen met een wettelijke keuringsverplichting. Specifieke eisen ten aanzien van revisie zijn opgenomen in de betreffende sectie vant Unite Rate Contract (WebEDMS Contract Management). Nieuwe veiligheidstoestellen (ref. GMIM section 4.2) Nieuwe veiligheidstoestellen dienen altijd te worden geregistreerd in onderhoudsbeheersysteem en er dient in de kleppenshop te worden gecontroleerd of zij geschikt zijn voor de bedoelde toepassing. Derhalve dienen van veiligheidstoestellen de bijgeleverde certificaten te worden gecontroleerd en een controle van de openingsdruk te worden uitgevoerd (pop-test), en voorzien van een equipmentplaatje waarop vermeld staan: SAP Equipment (ID), CDTP en Tagnummer. In het jobpakket ten behoeve van het reviseren, testen en (de)monteren moet de Functional Location (FLoc) vermeld staan. Naast een permanent equipmentplaatje moet ook een tijdelijk tag/floc plaatje gemonteerd worden. Opmerking: Het tagnummer (FLoc) onderdeel te laten maken van een equipmentplaatje op safeties heeft al geleid tot veel misverstanden (waardoor bv onterecht aanpassingen op P&ID zijn gedaan, maar ook onterecht safeties terug zijn uitgewisseld). Een tijdelijk tag/floc plaatje moet voor demontage aan de safety wordent gehangen. De uitvoerende partij die een safety gaat plaatsen hangt aan de safety een tijdelijk tag/floc plaatje dat bij commissioning door operation wordt gecheckt (juiste plek) en verwijderd. Dit voorkomt safeties in het veld met een kenmerk die mogelijk misverstanden geeft. Tevens zorgt het ervoor dat het operations (maar ook MFT/MPT) controleerbaar is of er een juiste link is tussende opdracht van het plaatsen en de lokatie waar de safety wordt geplaatst. Indien er onvoldoende gegevens zijn of een vermoeden is van onjuiste gegevens, dan dient het veiligheidstoestel te worden nagekeken en getest. Dit geldt dus ook voor nieuwe veiligheidstoestellen welke toegepast worden op nieuwbouw projecten omdat hier de kans aanwezig is dat deze nieuwe veiligheidstoestellen bij transport beschadigd zijn en niet op de juiste druk openen! Laatste update: 13 dec 2017 ODMS referentie 08.01.A10 Pagina 7 van 12

Om nieuwe veiligheidstoestellen te testen, moet de Cold Differential Test Pressure (CDTP) in SAP staan voordat het veiligheidstoestel naar de kleppenshop gaat. Daarbij wordt het veiligheidstoestel voorzien van een equipmentplaatje waarop vermeld staan: SAP Equipment (ID), CDTP en FLoc. Zoniet, dan mag het veiligheidstoestel NIET getest worden. Afsluiters voor en/of na veiligheidsappendages: Voor het toepassen hiervan wordt verwezen naar de Besluitlijst van het CBI/KvG-Platform Drukapparatuur, te vinden op WebEDMS. Hierin is opgenomen bij besluit 20: De aan- of afvoer van een veiligheidsappendage mag niet afsluitbaar zijn, tenzij wordt voldaan aan de EN 764-7 of de PRD 2.1 of 2.2 Inspectie en revisie van veiligheidstoestellen (ref. GMIM section 4.4) In principe moeten veiligheidstoestellen worden gereviseerd en getest in de kleppenshop op Dow. Indien hiervan wordt afgeweken en er van een andere firma/werkplaats wordt gebruik gemaakt dan kan dit door a. uitbesteding door de kleppenshop b. rechtstreeks door Dow Bij het rechtstreeks door Dow in opdracht geven van werkzaamheden aan veiligheidstoestellen welke binnen een wettelijk keuringsregime worden toegepast kan gebruik te worden gemaakt van een firma/werkplaats welke erkend is als erkende keuringsfirma conform blad PRD2.3 en 3.2, als ook door het bijwonen van de beproeving van het veiligheidstoestel door een inspecteur van de KvG of de CBI. Het wijzigen van de afsteldruk van een veiligheidstoestel kan aanleiding zijn voor het wijzigen van de Verklaring van Ingebruikneming van een systeem/drukapparaat en zal altijd via de MoC-procedure te verlopen. Voor het testen van gereviseerde veiligheidstoestellen moet de Cold Differential Test Pressure (CDTP) in SAP staan, voordat het veiligheidstoestel naar de kleppenshop gaat. Het veiligheidstoestel moet zijn voorzien van een equipmentplaatje waarop vermeld staan: SAP Equipment (ID), CDTP en FLoc. Zoniet, dan mag het veiligheidstoestel NIET getest worden. Het vermelden van de FLoc is vooral van belang als het een wissel-veiligheidstoestel betreft. Om te borgen dat het veiligheidstoestel ( bewoner ) op de juiste Functional Location ( adres ) wordt geplaatst moet deze (nieuwe) FLoc op het equipmentplaatje worden vermeld. In geval van een wisselveiligheidstoestel betekent dit dat er een nieuw equipmentplaatje wordt gemonteerd waarop de nieuwe FLoc (waaronder ook store ) vermeld staat. De meetbrief van een veiligheidstoestel is 1 jaar geldig, dit betekent dat indien een veiligheidstoestel uit opslag/magazijn wordt gehaald deze eerst altijd langs de kleppenshop moet passeren tbv van een functietest, waarbij een nieuwe meetbrief kan worden afgegeven. Let op: bij het demonteren en het monteren van het veiligheidstoestel dient tevens in de toe- en afvoerleidingen te worden gekeken naar eventuele corrosie en/of vervuiling die de werking negatief kunnen beïnvloeden. Deze actie staat beschreven in Procedure L3G_06.05.B.04_Documenten_voor_transport_van_apparatuur_bijlage1_Transport_document.docx Evaluatie van termijn van veiligheidskleppen (ref. GMIM section 4.4.5) Na revisie ontvangt de inspecteur van de zone de documenten van de gereviseerde veiligheidstoestellen, de removal data en evalueert de termijn. Indien de inspecteur oordeelt dat de termijn / frequentie gewijzigd moet worden, wordt de frequentie gewijzigd, na goedkeuring door Gedelegeerd Inspecteur van de zone. In GMIM sectie 4.4.5.4 wordt de methodiek genoemd hoe deze termijn kan worden aangepast. Controle goede werking tankbeveiligingen (code CHECK) Laatste update: 13 dec 2017 ODMS referentie 08.01.A10 Pagina 8 van 12

Een daartoe opgeleide en Dow-gecertificeerde persoon (van de plant, MFT of via MFT van de contracting firma s) voert de controle op goede werking uit met inachtneming van veiligheidseisen gesteld door de plant of afdeling. Hiermee wordt invulling gegeven aan GMIM para. 4.4.1.6 en 4.4.6.5. Opmerking: Het overzicht van opgeleide en gecertificeerde persoon is te vinden op WEBEDMS Site Maintenance in de inzetbaarheidsmatrix (OVI). Let op dat voor PGS29-plichtige PVRV s en ERV s geldt dat tenminste elke 5 jaar de afsteldrukken moeten worden gecontroleerd (voorschrift 3.7.12). Een veiligwerkvergunning moet zijn verstrekt voor het starten van de werkzaamheden. Breekplaten Een breekplaat die moet besteld worden kan gecodeerd zijn in het SAP systeem en wordt geleverd vanuit het magazijn ofwel moet worden gekocht volgens de specificatie van Engineering Solutions. De SAP gecodeerde breekplaat wordt geleverd vanuit het magazijn met een kopie van het certificaat, door de afdeling MRO Inventory Management. Indien de voorraad aangevuld moet worden, gaat de afdeling MRO Inventory Management opnieuw bestellen. De Inspecteur van de zone moet barstdruk, diameter en materiaal verifiëren als de type nummering van de leverancier gewijzigd is, of als er besteld moet worden bij een andere leverancier. Na goedkeur door de Qualified Inspector wordt het ingebracht in de SAP catalog. MRO Inventory Management ontvangt de breekplaat en controleert of de gegevens op het certificaat overeenkomen met het plaatje. Breekplaten bestemd voor het magazijn: Kopie van het certificaat en installatie instructies (manual) wordt opgeslagen met de breekplaat. Origineel certificaat en installatie instructies wordt opgeslagen in de MIEF. Breekplaten voor de gebruiker: Breekplaat wordt met certificaat en installatie instructies wordt gestuurd aan de gebruiker (monteur). De monteur controleert voor installatie of de gegevens op het certificaat overeenkomen met de gegevens op de breekplaat en op de service kaart, tevens dient de breekplaat (evt. met houder) te worden gecontroleerd op beschadigingen. De monteur vult de servicekaart in, met uitvoerdatum, bevindingen en eventueel advies. De monteur stuurt de servicekaart en het certificaat aan de Gedelegeerd Qualified Inspector van de zone. De Qualified Inspector gaat controleren of de breekplaat goed gemonteerd is, of de juiste breekplaat gemonteerd is, in overeenstemming met de P&ID en de equipment data in SAP. De Qualified Inspector archiveert het certificaat en brengt de gegevens van de verklaring van herkeuring in de history file van SAP / Meridium en de MIEF. Periodieke herkeuring door Qualified Inspector na demontage van de breekplaat + -houder waarna de breekplaat visueel wordt geïnspecteerd op beschadigingen etc. tevens wordt de toevoer gecontroleerd op eventuele. verstoppingen en corrosie. Wanneer een wijziging wordt gedaan in een beveiligingssysteem, buiten hetgeen in de vergunning/registratie is beschreven, dient dit gedocumenteerd te worden. Deze eis geldt ook bij het optreden van trips e.d. In sectie 4.5 in GMIM staat omschreven hoe dit moet en is een verwijzing naar een status change formulier opgenomen. Let op dat er volgens GMIM paragraaf 4.4.3 een Initial Installation Inspection moet worden uitgevoerd. Laatste update: 13 dec 2017 ODMS referentie 08.01.A10 Pagina 9 van 12

8. Flexibele slangen (ref. GMIM sectie 5.1) Aankoop van productslangen en/of los- en laadslangen *), archivering testrapport Voor het bestellen en registreren van alle soorten slangen is L3D 06.08 Bestellen/onderhoud/registratie slangen van toepassing. In geval van een rubber of kunststof slang dient bij levering ook aanwezig te zijn: a) Lijst van media waarvoor de slang gebruikt mag worden. b) Barstproef certificaat van het betreffende type slang, niet ouder dan 2 jaar. De fabriek of afdeling die de slang ontvangt draagt zorg dat de slang de juiste jaarkleur krijgt en stuurt het testrapport en materiaalcertificaat naar de Qualified Inspector van de zone. De Qualified Inspecteur beoordeelt het testrapport met materiaalcertificaat, de KvG-documentor archiveert het rapport en vult de gegevens van de slang aan in het onderhoudsbeheerssysteem. *) Onder productslangen en los-/laadslangen worden slangen verstaan die bedoeld zijn om chemicaliën in te transporteren/verpompen etc. Hieronder vallen niet de slangen die gebruikt worden tbv stoom/condensaat/lucht/stikstof, de zg. utility slangen (zie ook GMIM sectie 5.1.2). Periodieke inspectie van productslangen en/of los- en laadslangen Voor de in het jaar te keuren slangen is het Gepland werk volgens het onderhoudsbeheerssysteem leidend. De herkeuring van slangen wordt uitgevoerd of bijgewoond door de Qualified Inspecteur. Maintenance is verantwoordelijk voor het voorbereiden en uitvoeren van de herkeuringen. De herkeuring van productslangen bestaat uit een jaarlijkse visuele controle en een 6 jaarlijks afpersen van de slang volgens GMIM sectie 5.1 en de TNZ-GMISS-variance. De herkeuring van los- en/of laadslangen bestaat uit een jaarlijkse visuele controle en een jaarlijks afpersen van de slang op 1.5 maal de werkdruk [Let wel: dit (minimaal 1.35 maal de werkdruk) is een eis uit de milieuvergunning 2008 voorschrift 1.12.3]. Voor niet roestvaststalen slangen geldt een extra eis ten aanzien van een weerstandsmeting. De uitvoerende Maintenance-medewerker vult de rapportage in na het uitvoeren van de persing. Deze persing wordt bijgewoond door de Inspector, die tevens de visuele controle uitvoerd en daarna de servicekaart in het onderhoudsbeheerssysteem verwerkt. Ingeval van afkeur wordt overleg gepleegd met de Equipment Owner of de slang verschroot moet worden of dat de slang gerepareerd mag worden. Na eventuele reparatie wordt de slang wederom voor keuring aangeboden. Gebruik van slangen De gebruiker in de plant of afdeling moet zeker stellen dat de slang geschikt is voor het gebruik. Daartoe moeten de slangen zijn voorzien van de juiste jaarkleur (zie Benelux procedure 51.09). Slangen met beschadigingen mogen niet gebruikt worden. Deze moeten worden aangeboden aan de PCE Inspecteur voor keuring. Indien rubber of kunststof slangen worden gebruikt voor het transport van brandbare stoffen, dienen ter plaatse voldoende maatregelen getroffen om ingeval van lekkage direct beschermende acties te kunnen uitvoeren (b.v. sprinkler systeem, watermonitors, op afstand bedienbare noodafsluiters). Tenminste dienen de afsluitorganen in aan- en afvoer gemakkelijk vindbaar en bedienbaar te zijn. Tevens dient de opstelling met de slang voor ingebruikneming te worden aangeboden aan een Qualified Person for Owner Visual Inspection of een Qualified Inspector (ref. GMIM sectie 5.1.5.2). Wanneer een wijziging wordt gedaan aan de situatie waaronder de slang is geregistreerd (bijv. wijziging in produkt, verandering in de operating condities, verandering van lokatie, verandering van Inactive naar Active, etc.) dient dit te worden gedocumenteerd. In sectie 5.1.6 in GMIM staat omschreven hoe dit moet en is een verwijzing naar een Status change formulier opgenomen. Laatste update: 13 dec 2017 ODMS referentie 08.01.A10 Pagina 10 van 12

9. Klembeugels (ref. GMIM section 5.2) Klembeugels dienen te worden ontworpen, aangebracht en geinspecteerd in overeenstemming met Benelux Procedure L3G_08.01 Plaatsen van klembanden (ex 02.71). Registratie van de gegevens en scheduling, van zowel de klembeugel als bijvoorbeeld de leiding, in het onderhoudsbeheerssysteem vindt plaats volgens de werkinstructie binnen de KvG. 10. Cilinders voor gecomprimeerde gassen (ref. GMIM section 5.3) Cilinders, zie GMIM 5.3.2.1 tbv de uitzonderingen, dienen op een juiste wijze te worden geregistreerd, van een merkteken te worden voorzien en opgenomen in een 5-jaarlijke inspectie-/hertestprogramma. Van toepassing zijn L3G_06.03 Keuring en classificatie gasmonsterflessen (ex 26.08) en L3G_06.03 B.02 Bijlage 6.5 Maandelijkse controle opslag gasflessen. Wanneer een wijziging wordt gedaan aan de situatie waaronder de cilinder/fles is geregistreerd (bijv. wijziging in produkt, verandering in de operating condities, verandering van Inactive naar Active, etc.) dient dit te worden gedocumenteerd. In sectie 5.2.6 in GMIM staat omschreven hoe dit moet en is een verwijzing naar een Status change formulier opgenomen. 11. Flexibele verbindingen, bellows (expansion joints) (ref. GMIM section 5.4) De uitzonderingen op de flexibele verbindingen die bedoeld worden zijn omschreven in GMIM 5.4.2.1. De flexibele verbindingen die dan nog overblijven zijn diegene die voornamelijk opgenomen zijn in een leidingsysteem. Deze dienen op een juiste wijze te worden geregistreerd, traceerbaar te zijn en te worden opgenomen in een jaarlijke visuele inspectieronde. Gezien het feit dat deze inspectie uitgevoerd mag worden door een qualified person for owner visual inspection betreffen het hier visueel uitwendige inspecties. In GMIM 5.4.5.5 wordt genoemd wat er geïnspecteerd dient te worden na installatie van een dergelijke flexibele verbinding ("Installation Inspection Checklist"). In GMIM 5.4.5.7 "Visual Inspection Checklist" staat wat er geïnspecteerd moet worden tijdens de visuele inspecties. Wat betreft de bellows die onder de wet vallen gelden de in- en uitwendige inspecties. Wanneer een wijziging wordt gedaan aan de situatie waaronder een flexibele joint/bellow is geregistreerd (bijv. wijziging in produkt, verandering in de operating condities, verandering van lokatie, verandering van Inactive naar Active, etc.) dient dit te worden gedocumenteerd. In sectie 5.4.6 in GMIM staat omschreven hoe dit moet en is een verwijzing naar een Status change formulier opgenomen. 12. Glas en breekbare/doorzichtige onderdelen (ref. GMIM section 5.5) In GMIM sectie 5.5 wordt omschreven hoe om te gaan onderdelen die breekbaar zijn bijv. van glas zoals, peilglazen, kijkglazen, rotameters etc. Deze onderdelen dienen op een juiste wijze te worden geregistreerd, traceerbaar te zijn en te worden geïnspecteerd. Wanneer een wijziging wordt gedaan aan de situatie waaronder een onderdeel als bedoeld in hoofdstuk 12 is geregistreerd (bijv. wijziging in produkt, verandering in de operating condities, verandering van lokatie, verandering van Inactive naar Active, etc.) dient dit te worden gedocumenteerd. In sectie 5.5.8 in GMIM staat omschreven hoe dit moet en is een verwijzing naar een Status change formulier opgenomen. Laatste update: 13 dec 2017 ODMS referentie 08.01.A10 Pagina 11 van 12

13. Opslagtanks Opslagtanks dienen te voldoen aan de criteria gesteld in GMISS/GMIM en afhankelijk van de classificatie overeenkomstig de in de Wabo-vergunning opgenomen voorschriften, gebaseerd op onderstaande werkwijze. Tevens is PGS29 van toepassing. Inspectiemethodieken en intervallen worden bepaald op basis van een FMEA-studie aangevuld met een op de EEMUA 159 gebaseerde RBI methodiek. De inspectieomvang bij periodieke inspecties is gebaseerd op EMETL G8S-5090-serie en EEMUA 159 bijlagen B, API RP 12R1 Bijlage G en H, API653 Bijlagen C, PGS29 en aanvullende eisen uit de Wabo-vergunning Onderhoud, reparatie en wijzigingen dienen plaats te vinden conform de actuele versie van de originele ontwerpcode en de aanvullende eisen vanuit de WM-vergunning. Inspectie en toezicht dient plaats te vinden door geaccrediteerde instelling. Toezicht op de mechanische integriteit, zowel van periodieke inspectie s als inspecties bij reparatie en wijzigingen, is ondergebracht bij de KvG (PGS29 Bijlage E). Let wel: Het voldoen aan de EEMUA159 en specifiek het voldoen aan de degradatielimieten zoals gesteld in de EEMUA159 is een eis uit de milieuvergunning versie 2008 voorschrift 1.3.4 en 1.3.6. Goedkeuring Revisie Naam: D. McKnight Datum: 13-12-2017 MOC: EH&STNZ2017090004 Overzicht van tenminste de laatste 3 wijzigingen en alle wijzigingen van de afgelopen 6 maanden. De meest recente wijziging staat bovenaan. Datum Naam Wijzigingen 13 dec 2017 T. Dekker 1.Alignment met afspraken MinSZW over invulling van het begrip Wijzigingen en het toezicht daarop. 2. Alignment met PGS29 (waaronder Bijlage E). 3. Enkele tekstuele aanpassingen, oa bij Veiligheidsappendages. 29 jan 2017 JJvBuuren Waarvan toepassing verwijzen naar milieuvergunning toegevoegd ism Teunis Dekker. 28 okt 2016 T. Dekker 1. Op basis van WBDA 2016 definitie en toezicht KvG op Wijziging. 2. Enkele tekstuele wijzigingen: CBI ipv AKI, etc. 19 nov 2015 T. Dekker Tekstuele aanpassingen, zie ook bij deze bijlage behorende procedure. 7 april 2014 KvG - AT Tekstuele aanpassingen naar aanleiding van wijzigingen organisatie Laatste update: 13 dec 2017 ODMS referentie 08.01.A10 Pagina 12 van 12