Methodiek rond proactief handelen

Vergelijkbare documenten
EINDRAPPORT. Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland

Maatschappelijke uitdagingen voor brede scholen

Onderwijs en OCMW: pleidooi voor meer samenwerking! Lege brooddozen op school symposium 14 oktober 2014

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de minister van Begroting, gegeven op 10 juli 2018;

29 oktober Samenlevingsopbouw bouwt met partners aan zorgnetwerken als schakel in het antwoord op onderbescherming

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie

Hoe kunnen de Huizen van het Kind en het samenwerkingsverband Geïntegreerd Breed Onthaal elkaar versterken?

OCMW s en armoedebestrijding

Onderbescherming & Lokaal Sociaal Beleid Themasessie Detectie & Toeleiding Inspiratiedag Zorgzame Buurten Brussel Maandag 25 maart 2019

ONTMOETING WIJKTEAM NOORD GEZOND LEVEN WEL IN JE VEL

Thema 3: Armoede en kwetsbaarheid in de landbouw- en plattelandsgemeenschap

Wettelijke basis voor het samenwerkingsverband GBO

Van twee naar één netwerk Een nieuw netwerk Een nieuwe naam

Veranderforum 25 februari 19 EERSTELIJNSZONE WESTHOEK

DORPSDIENST NESTOR. NEtwerk voor STeun aan Ouderen in Rurale gebieden Alveringem - Heuvelland - Lo-Reninge - Mesen - Poperinge - Vleteren

Iedereen beschermd tegen armoede?

Geïntegreerd breed onthaal in Genk

Seniorenbeleidsplan

ZORGNETWERKEN & PROACTIEF HANDELEN

Lokaal Sociaal Beleid en Geïntegreerd Breed Onthaal

20. Dienstverlening houdt dorpen en wijken leefbaar. Jan Vermeulen, De Lovie Joke Roels, Ilse Emmaneel, Silke Vanhoecke, stad Oostende

De Vlaamse regering heeft op 25 juni 2010 een besluit goedgekeurd betreffende de beleids- en beheerscyclus (BBC)van de provincies, de gemeenten en de

Beleidsvisie Sociaal Werk

Op weg naar een proactieve dienstverlening

Cijfers en wegwijzers Armoede in Vlaanderen en Brussel. ChanceArt 10 december 2009

25 Integratie OCMWgemeente: aan vertrouwen en een sterker beleid

SENIORENBELEID te VORSELAAR

Het Geïntegreerd Breed Onthaal. Een beschrijvend en evaluerend onderzoek

ZORGNETWERKEN : wat wie hoe voor wie?

ZORGNETWERKEN. Minder mazen en meer net

De weg vooruit voor alle 5 Ottenburg, Neerijse, Sint-Agatha-Rode, Loonbeek en Huldenberg

Niet-gebruik van en niet-toegang tot rechten

Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij

7. PREVENTIE VAN UITHUISZETTING

ZORGNETWERKEN D3: Mensen bereiken (outreaching)

Lokale bestrijding. kinderarmoede. Groeiactieplan. kinderarmoede

BUDGETGROEP BIZ OOST-VLAANDEREN

standpunt noodhulp 18 augustus 2009

Hoe versterken eerstelijnszones en het samenwerkingsverband Geïntegreerd Breed Onthaal elkaar

De OCMW op weg naar 2020 in woelige tijden. Prof. dr. Koen Hermans Projectleider LUCAS / Onderzoeksgroep Sociaal Werk KU Leuven

ZIJ AAN ZIJ TEGEN KINDERARMOEDE

Studie- en vormingsdag. Van buddy tot community : hoe kwetsbare netwerken versterken?

PROACTIEF EN GEZINSONDERSTEUNEND WERKEN MET KANSARME GEZINNEN MET JONGE KINDEREN

PROJECT NETWERK DORPEN EN ARMOEDEBESTRIJDING ( )

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de minister van Begroting, gegeven op 10 juli 2018;

Kinderopvang = instrument in strijd tegen kinderarmoede

ARMOEDEPLAN KORTRIJK. Hoe sluit je aan bij het bestaande (lokale) armoedebeleid

ZORG EN WONEN VOOR OUDEREN

Laagdrempelige verenigingen: omgaan met mensen uit kansengroepen. Workshop Roeselare stadhuis donderdag 10 september

ZORGNETWERKEN & ARMOEDEBESTRIJDING. Verhalen uit de praktijk

Duurzaam samenwerken in een buurtgericht netwerk voor kinderen en gezinnen

DMW, je partner in welzijn en zorg

NAAR EEN INTEGRALE AANPAK IN SINT-PIETERS-LEEUW Inspiratiedagen AG I&I VVSG Gent 5/9/2016 Leuven 26/9/2016

Naar een organisatie van de Preventieve Gezinsondersteuning in Gent krijtlijnen voor de realisatie van de Huizen van het Kind

BUURTWELZIJNSWERK OOSTENDE

Wijkcentrum De Kring

Lokaal overleg kinderopvang Kortrijk

Inspiratiemoment lokaal ouderenbeleid

Federaal Plan Armoedebestrijding. Reactie van BAPN vzw. Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU /11/2012

dienstverlening voor burgers, ook voor de wijken?

Rol: Maatschappelijk assistent

Omzendbrief W/2014/01

Niet-gebruik van en niet-toegang tot rechten

regionaal zorgstrategisch plan

Brugfiguren in een landelijke omgeving

Eerste lijn, eerste hulp: laagdrempelige en toegankelijke psychische hulp op maat van mensen in armoede

Studie-en vormingsdag. Van buddy tot community : hoe kwetsbare netwerken versterken?

VOORBEELD DRAAIBOEK INTERNE WERKING

DRAAIBOEK ZORGNETWERKEN THEORIE EN TRY-OUTS OM JE DRAAI TE VINDEN

SOCIAAL HUIS MECHELEN WELKOM

Lokale bestrijding. kinderarmoede. OCMW Gent en. kinderarmoede

EEN SOCIALE KAART, WAT BETEKENT DIT?

overleggroep gezondheid; agendapunt samenwerking CGG s en verenigingen 02 februari 2010

reactie Netwerk tegen Armoede bij decreet preventieve gezinsondersteuning

Integrale aanpak in de Vlaamse Rand

KRUISPUNT HULPVERLENING-VRIJWILLIGERSWERK Lerende samenwerking tussen welzijnsschakels en ocmw s op vlak van gezinsondersteuning

Informatiebrochure bij de subsidieaanvraag in het kader van de projectsubsidies lokale kinderarmoedebestrijding 2012

Zo kunnen we nieuwe Jordy s vermijden

PRESENTATIE DE KRACHTLIJNEN VAN STERK SOCIAAL WERK VOOR DE TOEKOMST

Belgian Ageing Studies 10 jaar onderzoek door en voor ouderen

Thuisbegeleidingsdienst Tarag vzw

Ontwikkelingen. in zorg en welzijn. Wij houden daarbij onverkort vast aan de Koers ,

Outreach: ja hallo 19/05/2016

BULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN /024 Extra ondersteunende maatregelen tegen armoede 10/2018

Armoede en kwetsbaarheid op het platteland:

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

Planning spuitenruil Provincie West-Vlaanderen 2013

Verandering leidt tot beter sociaal werk? Of niet?

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Centrumsteden en vergrijzing vergeleken per provincie. Socio-demografisch profiel (SDP) Anne-Leen Erauw Belfius Research. 21 maart 2017 Berchem

Onderzoek naar het verband tussen de betaling van onderhoudsgelden en het risico voor armoede in de gezinnen

rlening 19/10/2012 De opbouw van het verhaal Bind-Kracht en gekleurde armoede Gekleurde armoede als maatschappelijke uitdaging

Persbericht: Lokale Limburgse projecten, die eenzaamheid en armoede bij kwetsbare ouderen doorbreken, krijgen samen euro Vlaamse steun

Informatiebrochure bij de subsidieaanvraag in het kader van de projectsubsidies lokale kinderarmoedebestrijding 2013

Betreft: Advies op eigen initiatief inzake het decreet betreffende de Vlaamse sociale bescherming

Momenten sprak met Nathalie Debast

WELZIJNSZORG BINDT DE STRIJD AAN MET ARMOEDE OP DEN BUITEN

DE VIJF FUNCTIES BINNEN HET VERNIEUWDE MODEL GEESTELIJKE GEZONDHEID

Werken aan sociale leefbaarheid voor kwetsbare dorpsbewoners

Toegankelijkheid huurdersbonden volgens verenigingen waar armen het woord nemen mei 2015

Transcriptie:

Methodiek rond proactief handelen

1. Inleiding Kortrijk bestaat uit een stadscentrum en 7 deelgemeenten nl. Aalbeke, Bellegem, Bissegem, Heule, Kooigem, Marke en Rollegem. In de zuidelijke rand van Kortrijk liggen de 3 deelgemeenten Kooigem, Rollegem en Bellegem, die door het Provinciaal Plattelandsprogramma 2007-2013 aanzien worden als plattelandsgebied. Kleine plattelandskernen zijn op verschillende manieren doorheen de jaren veranderd m.n. de bevolkingssamenstelling, sociale levensontsluiting enz. Daarenboven komt het voorzieningenniveau sterk onder druk te staan. De maatschappelijke dienstverlening is van levensbelang voor de kwaliteit van het leven en is het laatste vangnet waarin mensen ondersteund worden om hun armoederisico in te perken of de armoede te doorbreken. Door al deze veranderingen komt de leefbaarheid van het platteland in het gedrang. Een belangrijk en prioritair onderwerp in de uitbouw van het OCMW-beleidsplan is de maatschappelijke opdracht om een antwoord te bieden op die uitdagingen van vergrijzing. De missie van OCMW Kortrijk is zeer duidelijk omschreven: Onze hulp-, dienst-, en zorgverlening wil iedereen in de mogelijkheid stellen om een leven te leiden dat beantwoord aan de menselijke waardigheid. Seniorenacties Kortrijk- Zuid (=SAKZ) is hierbij van groot belang. OCMW Kortrijk werkt samen met de Stad Kortrijk en diverse (ook niet sociale) lokale actoren aan de opmaak van een integraal actieplan armoedebestrijding. In dit plan ligt de focus op concrete acties die een positief resultaat of een direct verschil maken voor mensen in of met risico op armoede. OCMW Kortrijk wil zich hierbij proactief opstellen. Het volstaat niet enkel om problemen aan te pakken als deze zich stellen. Een curatieve aanpak zal altijd een wezenlijk onderdeel blijven uitmaken van armoedebestrijding, maar het is noodzakelijk, mogelijks zelfs belangrijker, om proactief te werken. We willen mensen met een verhoogd armoederisico de nodige tools, vaardigheden en attitudes aanleren om sterker in hun schoenen te staan, weerbaarder te worden tegen nieuwe tegenslagen en om zelf het heft in handen te kunnen nemen. Onze ambitie is om mensen zo onafhankelijk mogelijk te maken van de bestaande hulpverlening. In het bijzonder de meest kwetsbare mensen hebben steeds meer nood aan ondersteuning en begeleiding om hun rechten maximaal toegewezen te krijgen. Om maximaal gebruik te kunnen maken van verschillende diensten die op maat van het individu het gepaste antwoord op diverse noden kunnen helpen realiseren. Investeren in een proactieve aanpak kan vermijden dat mensen effectief in armoede terecht komen. Heel wat mensen bevinden zich in één of meerdere periodes in een situatie van onderbescherming. Dit betekent dat ze recht hebben op een maatschappelijk dienstverlening van bv. het OCMW maar die om informatieve, administratieve, situationele, gevoelsmatige... redenen deze niet ontvangen. Als antwoord wordt proactief handelen vooropgesteld, waarbij we als OCMW zelf initiatieven nemen om potentiële rechthebbenden op te sporen en te benaderen, in het bijzonder de mensen die nog niet gekend zijn binnen de bestaande hulpverlening. Van daaruit werd het project Visite opgestart. 2

2. Project: Visite Als we de leefbaarheid op het platteland willen in stand houden en kwalitatief verbeteren, dan dient dringend werk te worden gemaakt van nieuwe vormen van dienstverlening. De hulp- en dienstverleners actief in de deelgemeenten spelen een belangrijke rol in het maatschappelijk en sociaal-cultureel gebeuren binnen de leefgemeenschap. Daarnaast wil de sector integraal en op maat werken. De core business van deze sector is het welzijn van de doelgroep en daarmee gaat het uitputten van alle mogelijke rechten hand in hand. 2.1. Senioren acties Kortrijk-Zuid (SAKZ) Visite is een nieuw project van het OCMW Kortrijk, dat gecoördineerd wordt vanuit Seniorenacties Kortrijk- Zuid. SAKZ is een mobiel lokaal dienstencentrum dat haar werking ontplooit in de zuidelijke randgemeenten van Kortrijk (Bellegem, Aalbeke, Rollegem en Kooigem). Om haar dienstverlening en activiteiten te ontplooien, werkt SAKZ met verschillende antennepunten verspreid over de 4 deelgemeenten. SAKZ beschikt niet over een eigen infrastructuur en is daarom niet erkend als lokaal dienstencentrum door de Vlaamse Overheid. Hoewel SAKZ niet erkend is, heeft SAKZ net als alle reguliere Kortrijkse lokale dienstencentra een uitgebreide dienstverlening en activiteitenaanbod. SAKZ is er op gericht de buurtbewoners, en dan specifiek de ouderen en de meest kwetsbaren van die buurt ondersteuning te bieden om hen zo lang mogelijk, op een kwaliteitsvolle manier, zelfstandig in hun eigen woning en woonomgeving te laten wonen. De werking voorziet daartoe laagdrempelige activiteiten (vb. maandelijkse contactnamiddagen), een aangepaste dienstverlening (vb. wekelijks OIP-permanentie) en individuele hulpverlening (vb. aanvragen zorgverzekering, thuiszorgtoelage, maaltijden ). We willen bijdragen tot een solidaire leefgemeenschap waarbij onderlinge hulp en steun naast professionele hulp betracht wordt. 2.2. Doelstelling Via de gebiedsgerichte werking van de sociale dienst krijgen we het signaal dat er steeds meer oudere mensen begeleiding krijgen in verband met schulden en schuldenlast. Daarnaast is er een stijgend aantal dossiers rond budgettering gelinkt aan zorg. Ouderen kunnen hun eigen financiële situatie niet meer op eigen houtje managen en hebben hiervoor hulp nodig. Het gaat om een andere soort armoede. De sociale dienst merkt voornamelijk in de deelgemeenten op dat er een ouder publiek is die te trots is om steun te vragen of administratieve hulp of schuw zijn van het OCMW omwille van de negatieve connotatie van de openbare onderstand uit het verleden doordat de sociale controle vrij hoog is in dorpen. Het gaat over mensen die hun hele leven gewerkt hebben, mensen met een sterk schaamtegevoel, vraagverlegenheid, onwetendheid uit een sterk sociaal isolement. Kwetsbare plattelandsbewoners krijgen niet altijd de maatschappelijke dienstverlening waarop ze recht hebben. Visite wil hier een antwoord op bieden. Het project wil voorzien in een methodiekontwikkeling in de vorm van huisbezoeken en samenwerking over de verschillende domeinen heen zodat de onderbeschermde 65-plussers in de deelgemeenten Kooigem, Bellegem en Rollegem hun rechten op maatschappelijke dienstverlening maximaal uitputten. Visite wil extra aandacht voor de meest kwetsbaren en zij die zorg weigeren of mijden. Doorheen het project naar totale rechtentoekenning en uitputting kunnen er duidelijke noden en behoeften naar boven komen. 3

Hierbij wil Visite een regierol opnemen ten aanzien van andere intermediairen in kader van het opvullen van de leemten in het aanbod en in kader van intervisie. Via dialoog met alle spelers op het werkveld en op maat van de doelgroep komen ze tot een actieplan en realiseren daarna concrete verbeteracties. Via samenwerking met andere spelers op het werkveld en het faciliteren van concrete acties, zullen ouderen hun rechten meer/beter/vroeger uitputten. Het project is voor het OCMW en de andere instanties een effectief middel om te komen tot een aangename, klantvriendelijke aanpak en een concreet, direct en kwalitatief aanbod van maatschappelijke hulp- en dienstverlening. Daarnaast willen we vanuit dit project een vooronderzoek doen naar de levensvatbaarheid van buurtwinkels@home'. Dit is een concept om de mobiliteitsproblematiek en vereenzaming bij ouderen tegemoet te komen in de toekomst. 2.3. Meerwaarde De meerwaarde van het project zit in de proactieve werking die we zullen opzetten. We willen langsgaan bij de onderbeschermde senioren en niet wachten tot er een hulpvraag komt, m.a.w. los van een problematiek. De huidige hulp- en dienstverlening worden pas actief wanneer er een signaal komt vanuit de senioren. Met dit project willen we langsgaan voordat er zich een vraag/probleem voordoet. Het preventieve luik wordt met dit project uitgebreid zodat mensen minder snel beroep moeten doen op de hulp- en dienstverlening. Als dit op termijn toch zou gebeuren, hebben we met deze aanpak de toegankelijkheid en bekendheid van de reguliere werking versterkt. Het project maakt de dienstverlening naar ouderen toegankelijker waardoor er minder ingrijpende hulpverlening kan ingezet worden. Ouderen die door schroom, isolement, onwetendheid niet met een hulpvraag tot bij de woonzorgverlener van SAKZ komen worden zo bereikt. Het project schept ruimte voor de hulpverlener om een intensief en duurzaam proces op te starten waarbij het vertrouwen van de cliënt wordt gewonnen en samen met de omgeving een integraal hulpverleningskader wordt opgesteld. Door proactief en in coproductie met de oudere en diens omgeving te investeren in huisbezoeken willen we bekomen dat de cliënt gebruik maakt van alle maatschappelijke dienstverlening waarop hij of zij recht heeft, en beogen we ook de houding en de instelling van de cliënt t.o.v. van de hulpverlening te wijzigen, waardoor ze in de toekomst zelf de stap vlotter kunnen zetten naar hulpverlening. Er gebeurt ook een screening op verschillende vlakken (ruimer dan enkel zorg) bij de senioren vanuit een samenwerkingsverband met verschillende thuiszorgspelers in een directe afstemming met elkaar. Door het project kan nagegaan worden wat het effect is van vroegtijdige detectie van woonnoden op het vlak van thuiszorg, veiligheid en financiële haalbaarheid. Daarnaast is het ook zeer goed om de reguliere werking te kunnen hervormen o.b.v. onderbouwde preventieve maatregelen om zo mensen sterker te maken. Ten slotte zorgt het project voor een bevordering in het gelijkwaardige en volwaardige burgerschap van de doelgroep. 4

3. Theoretische onderbouw Hieronder staan we stil bij enkele aspecten die het plattelandsgebied en de doelgroep kenmerken en die relevant zijn ter motivatie en staving van het project Visite. 3.1. Armoede Volgens de Vlaamse overheid leeft meer dan één op tien mensen met een armoederisico. Armoede wordt gezien als een netwerk van sociale uitsluitingen op verschillende levensdomeinen die sterk met elkaar samenhangen zoals inkomen, huisvesting, gezondheid, vrijetijdsbesteding, werk enz. Armoede komt nog steeds meer voor in stedelijke gebieden, maar niet enkel en alleen daar. Ook op het platteland tonen cijfers aan dat armoede een niet te onderschatten problematiek is. (Mathijssen, 2010) 3.1.1. Armoede op het platteland Uit een studie van het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting blijkt dat de huishoudens die net niet tot de armsten behoren (= de groep tussen de 15 % en de 20 % armsten) sterk vertegenwoordigd zijn op het platteland. Oudere personen (64+), éénpersoonshuishoudens en eenoudergezinnen zouden een grotere kans hebben om in de armoede terecht te komen. Maar liefst 31 procent van de alleenstaanden zou arm zijn. Bij de 64-plussers leeft 15 procent in armoede. Bovendien blijkt plattelandsarmoede minder aandacht te krijgen, is het minder zichtbaar en meer verspreid. Armoede en sociale uitsluiting wordt vooral als stedelijk fenomeen onderzocht. Hierdoor willen we in dit onderzoek aandacht schenken aan de plattelandsarmoede. Enerzijds omdat het minder zichtbaar voorkomt dan in de stad, anderzijds omdat armoede in het platteland een andere dynamiek kent. De bewoners en vooral de oudere bewoners hebben een fierheid en trots waardoor ze niet snel hulp willen vragen. Men wil niet tonen aan de andere dorpsbewoners dat men hulp nodig heeft. Dit is een vorm van verdoken armoede. (Mathijssen, 2010) Daarnaast is op het platteland de dienstverlening, door de centralisatie, sterk achteruitgegaan. Een voorbeeld hiervan is de vervoersarmoede. D.w.z. dat ze door mobiliteitsproblemen in mindere mate aan het openbare leven kunnen deelnemen (Meert e.a. 2003; Meert & Bourgeois 2003; Mathijssen 2010). Ook andere vormen van dienstverlening zoals de post, de sociale dienst van het OCMW, mutualiuteiten en kleine handelaars trekken langzaam weg uit de deelgemeenten waardoor men zich verder moet verplaatsen voor algemene boodschappen en algemene dienstverlening. Dit treft vooral de inwoners met een beperkte mobiliteit en komen hierdoor in een kwetsbare positie terecht. Naast de fysieke afstand is ook de psychische afstand tot dienstverlening groter. Er wordt vastgesteld dat ze op het platteland bijna geen gebruik maken van tegemoetkomingen of premies die men zelf moet aanvragen (bijv. maximumfactuur, mantelzorgpremie, ). (Mathijssen, 2010) Volgens Matthijssen (2010) brokkelen de sociale netwerken op het platteland af. Ontmoeting en mensen leren kennen is in mindere mate aan de orde. Dit sociaal isolement, gebrek aan mobiliteit en het verdwijnen van de voorzieningen en de dienstverlening zorgen voor een stijgende kwetsbaarheid op het platteland. Vooral ouderen zijn hierdoor extra kwetsbaar. 5

3.1.2. Armoede bij ouderen op het platteland Volgens de Vlaamse overheid heeft 1 op 5 van de ouderen een verhoogd armoederisico. Dit is een groot aantal. Naast de financiële beperkingen, krijgt men ook geen toegang tot de mogelijkheden die anderen wel krijgen. Eenzaamheid is één van de grootste problemen bij arme ouderen. Door uitsluitingsmechanismen blijft men hier in verzeild. Dit is vooral bij ouderen op het platteland kenmerkend (Mathijssen, 2010). De oudere bewoners zijn dus één van de meest kwetsbare groepen op het platteland. Het gebrek aan een netwerk, aangepaste voorzieningen en mobiliteit verhoogt de kwetsbaarheid. Ze hebben vaak geen kennis over het gebruik en de verschillende vormen van de dienstverlening. Het is niet altijd evident voor hen om op de hoogte te zijn van de recentste ontwikkelingen, bijvoorbeeld op het vlak van wonen, energie, rechten Ongeveer 65% van de rechthebbenden op steun in België vraagt die nooit aan. Zoals eerder vermeld is men vaak te trots om hulp te vragen ( we hebben altijd onze plan kunnen trekken ) en is men bang dat andere inwoners er zullen over praten. Door deze psychische afstand hebben ze nog een grotere kans om in de achterstelling en het sociaal isolement verzeild te geraken. Dit blijkt ook uit een studie van de KU Leuven. Hieruit bleek dat 1 op 10 van de 65 plussers zich dikwijls alleen en eenzaam voelt en 3 op 10 voelt zich soms eenzaam. Om deze problemen aan te pakken en te omzeilen, moet er gebruikt gemaakt worden van een aanpak op maat. (KU Leuven, 2012) 3.2. Aanpak 3.2.1. Proactief handelen Aangezien vele ouderen geisolereerd leven en zich niet in staat stellen om zelf de stap te zetten naar hulpverlening, is het een logisch gevolg dat de hulpverlener de mensen proactief gaat opzoeken. Een proactieve dienstverlening is die vorm van diensverlening waarbij de hulpverlener op eigen initiatief een dienstverleningsproces richting de burger start op basis van reeds bekende informatie bij de diensverlening zelf. Het proactief handelen heeft de bedoeling potentieel gerechtigden actief op te sporen, te benaderen en te informeren. Het actief opsporen slaat dan op outreachend werken. (Eeman, L. & Van Regenmortel, T., 2013) 3.2.2. Outreachend werken Reachout, een experticecentrum voor outreachend werken geeft volgende definitie voor outreachend werken: Outreachend werken is de verzamelterm van welzijnsgerichte activiteiten waarbij de werker de eigen organisatie verlaat, zich begeeft in de leefwereld van de doelgroep en zich moet aanpassen aan diens regels. Met de leefwereld van de doelgroep bedoelen ze waar de doelgroep zich bevindt, bijvoorbeeld op straat, pleintjes, bij mensen thuis. Veiligheid van de eigen organisatie duidt op het naar buiten stappen, het verlaten van de eigen organisatie. Door dicht bij de mensen te komen, komt men te weten wat er leeft. Ook zijn er veel verhalen en ontwikkelingen die niet bij de organisatie geraken. Door outreachend te werken komt men die te weten. (Eeman, L. & Van Regenmortel, T., 2013) Concreet heeft outreachend werken volgende doelstellingen: - Het aanbod van de organisatie binnenbrengen in de leefwereld van de doelgroep - De clienten die men nog niet bereikt heeft, naar de eigen werking toeleiden - Informatie verzamelen om de eigen werking beter aan te passen aan de leefwereld van de doelgroep Bijgevolg brengt het proactieve handelen met bijhorend het outreachend werken ons bij de methodologie die gebruikt zal worden voor Visite. 6

4. Methodologie Hieronder wordt de bepaling van de doelgroep, de steekproefbepaling en de aanpak beschreven. 4.1. Doelgroepomschrijving Het onderzoek wordt verricht bij senioren tussen de 65 en 79 jaar in de plattelandsdeelgemeenten Kooigem, Bellegem en Rollegem. Om zicht te hebben op deze doelgroep werd een bevolkingslijst van Kooigem, Bellegem en Rollegem opgevraagd bij de dienst bevolking van Stad Kortrijk. Binnen deze doelgroep wil Visite extra aandacht besteden aan de meest kwetsbaren en zij die zorg weigeren of mijden. M.a.w. Visite richt zich tot de onderbeschermden. Onder onderbescherming verstaan we de situatie waarin personen zich bevinden die ongeacht de oorzaak de rechten en diensten waarop zij aanspraak zouden kunnen maken, niet realiseren. (Eeman, L. & Van Regenmortel, T., 2013) We focussen ons dus niet alleen op het financiële, maar ook het bredere aanbod van sociale hulp en dienstverlening wordt in rekening gebracht. We leggen vooral de nadruk op 3 grote thema s: financiën, zorg en veiligheid. De algemene doelgroep werd in meerdere subgroepen ingedeeld. Als eerste werd de opsplitsing gemaakt tussen de niet gekende en de gekende 65-plusser. Voor dit onderzoek richten we ons op de niet gekende 65- plusser. De 80-plussers zijn voor dit onderzoek niet rechtstreeks van belang. Ze worden op termijn allemaal bezocht door de vrijwilligerswerking van Buren voor Buren naar aanleiding van hun tachtigste verjaardag. Door dit bezoek kan er een schets gemaakt worden van hun situatie. 4.1.1. Gekende 65-plusser Een gekende 65-plusser wordt omschreven als iemand die binnen SAKZ of de sociale dienst van het OCMW Kortrijk gekend is. Met andere woorden we hebben een uitgebreid beeld van de financiële situatie, van de zorgverlening en van de veiligheid binnen de thuissituatie van de cliënt. Voorbeeld: - Iemand die geniet van maaltijden aan huis, van een poetshulp of van een persoonlijk alarmsysteem wordt gezien als gekend omdat de zorgsituatie door een woonzorghulpverlener uitgediept werd en omdat er op regelmatige basis contact is. - Als er ooit al een cliëntoverleg werd georganiseerd voor een 65-plusser, dan wordt die persoon aanzien als gekend. 4.1.2. Niet gekende 65-plusser Een niet gekende 65-plusser wordt door ons omschreven als iemand die binnen SAKZ of de sociale dienst van het OCMW Kortrijk niet gekend is. Daarbij horen ook de individuen die wel gekend zijn, maar waarbij nog niet werd nagegaan of al hun rechten vervuld zijn of waarbij we geen uitgebreid zicht hebben op meerdere aspecten van hun thuissituatie (de zorg, de veiligheid, het financiële). 7

Voorbeeld: - Iemand die geniet van een verwarmingstoelageis door onze dienst wel gekend maar wordt aanzien als niet gekend omdat de situatie, naast de aanvraag van de verwarmingstoelage, niet verder werd uitgediept. Gekend Niet gekend - Dienst maaltijden - Verwarmingstoelage - Poetsdienst - Afgesloten dossiers - Persoonlijk alarmsysteem - Huishouden van een 80+ met een niet - Clientoverleg gekende 65+ - Sociale dienst OCMW Kortrijk - 80-plussers - Huishouden van een gekende 65+ met een niet gekende 65+ Tabel 1. Overzicht gekend niet gekend 4.2. Steekproef In totaal zijn er 1387 65-plussers in het onderzoeksgebied. Na het aftrekken van de huishoudens, blijven er nog 181 niet gekende alleenstaanden en 490 niet gekende samenwonenden over. Het is onmogelijk om deze allemaal te onderzoeken. Om die reden werd een soort van steekproef genomen van de samenwonenden van Bellegem en Rollegem. Het aantal voor de niet gekende alleenstaanden is vrij laag in vergelijking met de niet gekende samenwonenden. Uit vorig onderzoek (KU Leuven, 2012) blijkt dat vooral de alleenstaanden de grootste kans hebben om in de armoede en het sociaal isolement terecht te komen (zie 3.1.1.). Vandaar dat we opteren om alle niet gekende alleenstaanden te bezoeken. Voor Kooigem zijn dit er 17, voor Bellegem 88 en voor Rollegem 76 (zie tabel 2.). Deze aantallen vulden we aan met de onbekende samenwonende huishoudens. In Kooigem bezoeken we alle onbekende samenwonende huishoudens omdat dit aantal laag is (zie tabel 2.). In Bellegem zijn er 288 en in Rollegem zijn er 162 onbekende samenwonende huishoudens. Deze kunnen we niet allemaal bezoeken. Vandaar dat er voor deze deelgemeenten een gestratificeerde steekproef werd genomen. Na berekening van de gestratificeerde steekproef kwamen we tot volgende aantallen (zie tabel 2.). In totaal zullen er 462 huisbezoeken afgelegd worden. Alleenstaanden Samenwonenden Totaal Kooigem 17 40 57 Bellegem 88 180 268 Rollegem 76 61 137 Totaal 181 281 462 Tabel 2. Overzicht aantal huishoudens alleenstaande en samenwonende huishoudens per deelgemeente 8

4.3. Procedure We willen de doelgroep bereiken door proactief en outreachend te werk te gaan (zie 3.2.1. en 3.2.2.). De individuen die we willen bereiken worden op de hoogte gebracht met een persoonlijke brief. In die brief vermelden we de inhoud van het project, de doelstelling van de huisbezoeken en verdere contactgegevens. Een week na het versturen van de brieven starten de huisbezoeken. 4.3.1. Huisbezoeken Er wordt op een willekeurig moment aangebeld. Indien blijkt dat er op een ongepast moment wordt aangebeld, kan er een afspraak worden gemaakt om op een later moment langs te komen. We laten in ieder geval een kaartje achter met onze contactgegevens. Is iemand niet geïnteresseerd in het project en het huisbezoek, dan proberen we na te gaan wat de reden hiervoor is. 4.3.2. Interview Voor dit project kozen we ervoor semi- gestructureerde interviews af te nemen. Hierbij maken we gebruik van een vragenprotocol. Een vragenprotocol bevat een lijst met uitgeschreven vragen die in spreektaal zijn opgesteld en dient als een soort van leidraad om tijdens het interview de cruciale onderwerpen aan bod te laten komen. Die cruciale onderwerpen zijn het financiële, de zorg en de veiligheid binnen de thuissituatie. Toch geeft het de respondent nog voldoende ruimte om zelf zijn verhaal te vertellen. Hierbij hangt veel af van de kwaliteiten van de interviewer. We hebben erop gelet de voorbereide vragen zo natuurlijk mogelijk te stellen en het gesprek zo natuurlijk mogelijk te laten evolueren. De interviewer is m.a.w. flexibel en speelt in op de aangehaalde zaken van de respondent. Alvorens het gesprek begint, laten we de respondent een drop off invullen. Deze drop off geeft een aantal achtergrondkenmerken weer en dient als opstap naar het gesprek. Hierdoor kan de respondent zich als het ware in zijn rol als ondervraagde inleven. (Mortelmans, 2007) Tijdens het gesprek maken we aantekeningen van de belangrijkste zaken die werden aangehaald door de respondent. Hierbij maken we gebruik van een checklist. Na het huisbezoek kunnen hier ook nog aantekeningen op gemaakt worden. Komt er uit het gesprek een specifieke hulpvraag naar boven, dan wordt dit doorgegeven aan een specifieke hulpverlener en wordt dit door hij/zij verder behandeld. Tijdens het huisbezoek ondertekent de cliënt een document die ons de toestemming geeft gegevens op te vragen in de Kruispuntbank indien nodig. Alle gegevens worden in ons registratieprogramma New Horizon gestopt. Hierdoor kan achteraf perfect gemeten worden hoeveel huisbezoeken er in totaal werden uitgevoerd en hoeveel specifieke hulpvragen naar boven kwamen. 4.3.3. Tijdsindeling Visite is gestart in september 2013. In september en oktober 2013 werd het actieplan, communicatieplan en de methodologie ontwikkeld. Vanaf november 2013 vonden de huisbezoeken plaats en in december begon de analyse van de huisbezoeken. In januari 2014 en februari 2014 worden de overlegmomenten georganiseerd met andere organisaties om verbeteracties te realiseren voor Kooigem. Eind januari 2014 starten de huisbezoeken in Bellegem. Het projecteinde voor Bellegem wordt voorzien in oktober 14. Ten slotte is in november 2014 Rollegem aan de beurt. In juni 2015 wordt het project afgerond. 9

Bronnen Oud wordt je niet alleen: een enquête over eenzaamheid en sociaal isolement bij ouderen in België (2012). KU Leuven, Ipsos, Universiteit van Luik en Koning Boudewijnstichting. Marichal P, Xavier M. & Dayana M.L. (2012). Agoraprogramma: Stedelijke en plattelandsarmoede: synthese van het eindrapport. ULB; KU Leuven; Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting. Mathijssen, C. (2010), Armoedebestrijding op het platteland. Op zoek naar knelpunten en uitwegen. Rapport van literatuuronderzoek, interviews en rondetafel, Cera. Meert, H., Bourgeois, M., Van Hoof, K. e.a. (2003). vervoersarmoede in Vlaanderen. Brussel: KBS. Immobiel op het platteland; Omtrent rurale Meert, H. & Bourgeois, M. (2003). Vervoersarmoede op het platteland, in Vranken, J., De Boyser, K. & Dierckx, D., Armoede en sociale uitsluiting. Jaarboek 2003, Leuven: Acco, 175-185. Mortelmans, D. (2007). Handboek kwalitatieve onderzoeksmethoden, Acco, Leuven/Den Haag. Eeman, L. & Van Regenmortel, T. (2013). Automatische rechtentoekenning en proactief handelen. Een verkenning op lokaal niveau met bijzondere aandacht voor mensen met een laag inkomen, VLAS-Studies 4, Antwerpen: Vlaams Armoedesteunpunt. Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, afdeling Welzijn en Samenleving (2013). Armoedebestrijding in Vlaanderen. Geraadpleegd op 20 november, 2013 van http://www4wvg.vlaanderen.be/wvg/armoede/paginas/default.aspx 10