Jaarverslag 2016 Een georganiseerde overheid tegen georganiseerde criminaliteit Februari 2017
Jaarverslag RIEC Den Haag 2016 Inleiding Het jaarverslag 2016 van het RIEC Den Haag dient twee doelen. In de eerste plaats wil het RIEC de partnerorganisaties en geïnteresseerden laten zien wat het RIEC doet en wat de betekenis daarvan is voor de aanpak van de georganiseerde ondermijnende criminaliteit in de politie eenheid Den Haag, het werkgebied van het RIEC Den Haag. Daarnaast wil het RIEC Den Haag inhoudelijke en financiële verantwoording afleggen ten aanzien van de activiteiten in Hoofdstuk 2. Hiermee wordt voldaan aan één van de subsidievoorwaarden van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Hoofdstuk 1 Wat doet het RIEC Den Haag? Om ondermijnende criminaliteit effectief te kunnen aanpakken is samenwerking nodig. Gemeenten, politie, Openbaar Ministerie, Belastingdienst en andere partners trekken hierbij gezamenlijk op. Dit betekent dat informatie wordt gedeeld (binnen de grenzen van de toepasselijke wet- en regelgeving en het tussen partijen gesloten RIEC-convenant) en interventies op elkaar worden afgestemd. De partners brengen signalen in, spreken af welke thema s prioriteit hebben, welke concrete zaken met voorrang moeten worden aangepakt, welke interventies het meest effectief zijn en wie wat doet. Het RIEC verzamelt informatie welke nader wordt geduid, analyseert deze (eventueel), legt verbinding tussen partners en adviseert over interventies, maar voert zelf geen interventies uit. Dat doen de afzonderlijke partners. Daarnaast ondersteunt het RIEC de bestuursorganen in de regio bij de inzet van bestuurlijke instrumenten. Deze ondersteuning kent een breed spectrum, van meelezen met nieuwe beleidslijnen tot het beantwoorden van concrete vragen en het uitvoeren van Bibob-onderzoek. De verwevenheid van bovenwereld en onderwereld verdient bijzondere aandacht. Het RIEC helpt haar partners om het bedoeld of onbedoeld faciliteren van criminele activiteiten door derden te voorkomen. Hierbij kan worden gedacht aan het witwassen van crimineel geld via een door de gemeente vergund horecabedrijf of aan verhuurders, die mensenhandelaren accommoderen. Wie zijn de RIEC-partners? De samenwerkende partijen die samen het RIEC Den Haag vormen zijn: Alle 28 gemeenten in de eenheid Den Haag Politie eenheid Den Haag Arrondissementsparket Den Haag Belastingdienst (Toeslagen) FIOD Douane Inspectie SZW IND Koninklijke Marechaussee Provincie Zuid-Holland De onderwerpen waarmee het RIEC Den Haag zich in 2016 heeft bezig gehouden zijn: georganiseerde hennepteelt/drugscriminaliteit, mensenhandel/-smokkel, vastgoedfraude/witwassen en de regionaal vastgestelde handhavingsknelpunten, te weten: bedrijventerreinen; cashconverters, gruthokkers en heling; detailhandel (ob basis van risicoanalyse) Den Haag; financiering, sponsoring van sportclubs; horeca met daaronder vallend exploitatie van speelautomaten en illegaal (internet)gokken; Outlaw Motorcycle Gangs (OMG s); overslag en logistieke processen; prostitutie; verzameladressen; windhappers; witwassen; woonwagencentra; recreatieparken en jachthavens; winkelgebied in Haagse Schilderswijk Noord en Oost; de Haagse wijk Regentes-Valkenbos en Scheveningen Haven. De drie laatstgenoemde handhavingsknelpunten zijn vastgesteld in het kader van de zeven Bestuurlijke Criminaliteitsbeeldanalyses (BCBA) die op gesteld worden in de periode 2017-2018, waarmee in 2016 is aangevangen. Bovengenoemde thema s sluiten aan bij de landelijk bepaalde prioriteiten en bij de lokale / regionale problematiek. In 2016 heeft het RIEC Den Haag ten aanzien van deze onderwerpen 1
interventie-adviezen opgesteld, die vervolgens door de hiervoor in aanmerking komende partner(s) in uitvoering zijn genomen. Hoofdstuk 2 Werkwijze en resultaten RIEC Den Haag heeft twee hoofdtaken: 1) het versterken van, en ondersteunen bij de bestuurlijke aanpak van ondermijnende criminaliteit en 2) het faciliteren van de integrale aanpak van deze vorm van criminaliteit. 2.1. Het versterken van, en ondersteunen bij de bestuurlijke aanpak RIEC Den Haag biedt ondersteuning aan het openbaar bestuur (gemeenten, provincie en omgevingsdiensten) bij de bestuurlijke aanpak van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit. De ondersteuning is divers van aard en bestaat uit: ondersteuning bij de toepassing van de wet Bibob, bestaande uit het beantwoorden van vragen over de wet, adviseren over de inzet van Bibob, trainen van ambtenaren en ondersteuning bij het eigen huiswerk op casusniveau, waaronder het bevragen van de partners; ondersteuning bij de inzet en uitvoering van bestuurlijke maatregelen; ondersteuning bij de versterking van bestuurlijke weerbaarheid; het leveren van concrete handreikingen, zoals de handreiking bestuurlijke aanpak mensenhandel. Het gaat vaak om handreikingen, die binnen het RIEC/LIEC bestel zijn ontwikkeld en door RIEC Den Haag aan de partners worden aangeboden; ondersteuning bij overige juridische vraagstukken; het versterken van de informatiepositie van gemeenten, bijvoorbeeld door middel van een BCBA. De bestuurlijke aanpak kan op verschillende manieren plaatsvinden. Als uitvloeisel van de (boven)lokale overleggen, als onderdeel van een integrale aanpak of vanwege een concrete vraag van een (gemeente)ambtenaar. De bestuurlijke adviezen die vanuit het RIEC worden gegeven, worden geregistreerd. Het betreft zowel korte als omvangrijke adviezen. Deze liggen onder meer op het terrein van de APV, Drank- en Horecawet en de bouw- en woonregelgeving. Een bestuurlijk advies kan leiden tot een lokale casus, welke indien noodzakelijk en bij voldoende capaciteit kan worden opgeschaald naar het regionale niveau. In 2016 heeft het bureau RIEC 40 adviezen gegeven op het terrein van de bestuurlijke aanpak. Het gaat hier om adviezen, welke substantieel tijd hebben gekost. De gegeven adviezen zijn niet onder één noemer te vangen, maar omvatten een groot aantal aspecten van het Bestuursrecht. De in het format genoemde bestuurlijke interventies moeten dan ook als indicatief worden beschouwd. Met het geven van deze adviezen beoogt het RIEC bij te dragen aan de optimale inzet van het bestuurlijk instrumentarium. Het RIEC gaf in 2016: - 40 Bestuurlijke adviezen (2015: 33) - 64 adviezen in Bibob onderzoeken (2015: 75) - 2 trainingen herkennen signalen van mensenhandel door FairWork Wet Bibob In de bestuurlijke aanpak van ondermijnende criminaliteit vormt de Wet Bibob een belangrijk instrument. In 2016 heeft het bureau RIEC 64 concrete verzoeken om een Bibob-advies ontvangen, terwijl in 2015 het aantal verzoeken 75 bedroeg. De daling in het aantal Bibobverzoeken wordt verklaard door een vergroting van de expertise bij de gemeente in de Eenheid. Bijlage 1 bevat een overzicht van de gevraagde Bibob-adviezen per gemeente alsmede de resultaten daarvan. Een aantal resultaten is nog niet bekend, omdat een beslissing nog moet worden genomen; bijvoorbeeld omdat sprake is van een lopende adviesaanvraag bij het Landelijk Bureau Bibob. In dit verband wordt nog opgemerkt dat de Wet Bibob zich niet beperkt tot vergunningen, maar zich ook richt op aanbestedingen, vastgoed en subsidies. In het cijferoverzicht in bijlage 3 zijn ook de advies aanvragen met betrekking tot aanbestedingen, vastgoed en subsidies opgenomen, ook al wordt in het format uitsluitend gesproken over vergunningen. In 2015 heeft het bureau RIEC Den Haag samen met de gemeente Den Haag een basiscursus Bibob georganiseerd. In het jaarplan voor 2016 is de ambitie opgenomen om een verdiepende training te verzorgen over specifieke toepassingsmogelijkheden van de wet. Wegens omstandigheden blijft deze ambitie staan voor het jaarplan 2017. Dit jaar zijn wel zogenaamde 2
Bibob-tafels opgetuigd waarvoor alle gemeenten in de eenheid zijn uitgenodigd. Verdeeld in drie subregio s hebben de Bibob-tafels plaatsgevonden in Leiden, Delft en Gouda. Het platform biedt ambtenaren betrokken bij de uitvoering van de Wet Bibob de gelegenheid om kennis te delen en actualiteiten te bespreken, zowel op uitvoerend als beleidsmatig vlak. In 2017 wordt deze werkwijze gecontinueerd. Versterken bestuurlijke informatiepositie De bestuurlijke informatiepositie van gemeenten kan worden verbeterd door het structureren van de beschikbare informatie, die binnen het gemeentelijk apparaat verspreid aanwezig is. Een belangrijk onderdeel hiervan vormt het versterken van de zgn. oog- en oorfunctie van met name de buitendienstambtenaren. In dit kader is in het afgelopen jaar wederom tweemaal de cursus herkenning signalen van mensenhandel georganiseerd vanuit FairWork. Het RIEC Den Haag heeft hier een faciliterende rol in gespeeld, o.a. door het beschikbaar stellen van een locatie en het uitnodigen van deelnemers vanuit haar netwerk. Bestuurlijke rapportages Naar aanleiding van geconstateerde concrete feiten stuurt de politie naar gemeenten bestuurlijke rapportages / processen verbaal van bevindingen met het advies om een bestuurlijke maatregel te treffen. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om de constatering dat in een seksinrichting een minderjarige werkzaam was, dat sprake is van illegale prostitutie of dat in een horecagelegenheid (hard)drugs zijn aangetroffen. Op basis van het toepasselijke handhavingsarrangement of vigerend beleid treedt de gemeente vervolgens bestuursrechtelijk op. De gemeente heeft in dit verband de beschikking over een breed scala aan interventie-mogelijkheden, zoals een waarschuwing, tijdelijke of definitieve intrekking van een vergunning, tijdelijke of definitieve sluiting van een pand, het opleggen van een dwangsom of een bestuurlijke boete en/of combinaties daarvan. Gemeenten kunnen het RIEC vragen hen te adviseren over de te treffen maatregelen. In 2016 heeft de politie (tenminste) 110 bestuurlijke rapportages (waarvan 102 o.a. in het kader van mensenhandel /seksuele uitbuiting en ontmantelde hennepkwekerijen en 8 in het kader van OMG s) verstuurd naar gemeenten in de eenheid. In het verleden ontving het RIEC daarvan een notificatie ten behoeve van een proactieve aanpak waarbij het bureau RIEC contact opnam met de betreffende gemeente met de vraag of bestuurlijke ondersteuning nodig is. Deze proactieve houding werd door de gemeenten in hoge mate gewaardeerd. In de loop van het jaar heeft een juridische discussie binnen de politie over de ontvangers van bestuurlijke rapportages ertoe geleid dat van deze werkwijze werd afgeweken. Hierdoor ontvangt het RIEC momenteel geen bestuurlijke rapportages meer vanuit de politie waardoor gemeenten in de eenheid niet langer proactief kunnen worden benaderd. Verschillende gemeenten in de eenheid benaderen het RIEC nu zelfstandig over de door hen ontvangen bestuurlijke rapportages. Afgesproken is om in 2017 gezamenlijk mogelijkheden te verkennen om bestuurlijke rapportages toch te delen via het RIEC. In 2015 bedroeg het totale aantal bestuurlijke rapportages 79, waarvan 76 in het kader van mensenhandel, hennepkwekerijen, een xtc-laboratorium en drie rapportages met betrekking tot OMG s. In 2016 ligt dit aantal hoger. Een van de verklaringen hiervoor is een verbetering van het werkproces rondom de verstrekking van bestuurlijke rapportages in district E (zie paragraaf 2.6). Ondanks het feit dat het bureau RIEC in het afgelopen jaar geen afschriften heeft ontvangen van de bestuurlijke rapportages die de politie naar de gemeenten in de eenheid heeft verstuurd, is toch een stijging te zien. Dit laatste dankzij de gemeenten die het RIEC zelfstandig op de hoogte stellen van de door hen ontvangen bestuurlijke rapportages. Mogelijk geeft dit geen totaal beeld, waardoor het feitelijke aantal hoger kan liggen. 2.2 Integrale aanpak Het succes van de integrale aanpak van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit wordt sterk bepaald door de mate van samenwerking tussen overheidsorganisaties. Samenwerking door informatiedeling zorgt voor een completer beeld van de omvang, werkwijze en leden van criminele samenwerkingsverbanden. Het RIEC Den Haag stimuleert en ondersteunt de samenwerking door er voor te zorgen dat convenantpartners met elkaar op casusniveau tot een effectieve en samenhangende strategie komen. Het RIEC doet dit door: te zorgen dat een gemeenschappelijke informatiepositie tot stand komt op de RIEC thema s en handhavingsknelpunten; te zorgen dat op basis van de opgebouwde informatiepositie een gemeenschappelijk handelingsperspectief tot stand komt met daarin - voor zover mogelijk - bestuurlijke, strafrechtelijke, fiscale en privaatrechtelijke instrumenten, of combinaties daarvan; 3
het behandelen van integrale casussen. Met de lokale partners binnen de lokale overleggen en binnen het bureau RIEC door het opmaken van integrale analyses; bestuursorganen te ondersteunen in de bestuurlijke aanpak als onderdeel van de integrale aanpak; de voortgang en resultaten van de (gemeenschappelijke) activiteiten te monitoren. Ten aanzien van dit laatste is een kanttekening op zijn plaats. Het is niet vanzelfsprekend dat partners aan het bureau RIEC spontaan terugkoppelen wat met de RIEC-adviezen is gebeurd en wat de resultaten van de uitgevoerde interventies zijn. Deze resultaten worden in de eigen verantwoording van de organisaties verwerkt en niet per definitie teruggekoppeld naar het RIEC. Ondanks de inspanningen die in 2016 geleverd zijn om de verantwoording van de partners en het bureau RIEC beter op elkaar af te stemmen is het nog niet mogelijk om een geheel sluitende verantwoording (bijlage 3) weer te geven met betrekking tot de met interventies bereikte resultaten. Op het gebied van de op geld waardeerbare resultaten zijn goede afspraken gemaakt en heeft het RIEC Den Haag dit jaar voor de eerste keer resultaten vanuit de strafrechtelijke partners ontvangen. Met de Belastingdienst bestonden dergelijke afspraken al. Het op geld waarderen van bestuurlijke maatregelen blijft voorlopig een lastige opgave. Het RIEC vervult voor de samenwerkingspartners de functie van informatieplein. Concreet betekent dit dat het RIEC de bij de partners aanwezige informatie bundelt en analyseert en op basis daarvan op specifieke casussen gerichte interventie-adviezen opstelt. Het advies behelst een bestuurlijke, strafrechtelijke of fiscale aanpak dan wel een combinatie daarvan. Het RIEC behandelde in 2016 2015 - Een totaal van: 163 casussen 189 - Op lokaal niveau/omg: 146 163 - Op regionaal niveau 17 26 - Uitgesplitst naar thema: (in een casus kunnen meerdere thema s spelen) - Mensenhandel 8 16 - Georganiseerde hennepteelt/drugs 64 70 - Witwassen/vastgoed 43 46 - Handhavingsknelpunten (incl. OMG)105 104 Onder het RIEC-convenant zijn in 2016 2015 - In totaal: 70 afgeronde integrale casussen 59 - hebben geleid tot: 154 interventies 108 - In totaal: 53 adviezen voor 51 monodisciplinaire aanpak - In totaal: 40 casussen nog in behandeling 79 - Uitgesplitst naar interventies: - Bestuurlijk: 58 48 - Fiscaal: 41 36 - Strafrechtelijk: 55 33 Zoals in bovenstaand schema aangegeven, zijn in 2016 in totaal 163 casussen door bureau RIEC in behandeling genomen. Van deze 163 casussen zijn er 70 afgerond met een integraal interventieadvies, hetgeen heeft geresulteerd in de uitvoering van 154 interventies (er kunnen per casus meerdere interventies worden uitgevoerd). In 53 casussen is een monodisciplinaire aanpak geadviseerd. De resterende 40 casussen zijn nog in behandeling. Opvallend is dat in vergelijking met de cijfers over 2015 een groter aantal interventies is genomen ondanks een kleine terugloop in het aantal behandelde casus. Het aantal keren dat een monodisciplinaire aanpak is geadviseerd is 4
vrijwel gelijk gebleven. Daaruit kan geconcludeerd worden dat de verscherping van de intakeprocedure, in het kader van de beweging van kwantiteit naar kwaliteit, een positief effect heeft gehad. Deze strengere casusselectie zal dan ook voortgezet worden. Bij het interpreteren van de in het overzicht genoemde cijfers dient in acht genomen te worden dat er grote verschillen bestaan in zwaarte van casussen en het daarmee gepaard gaande capaciteitsbeslag. Zowel een complexe als een eenvoudige casus tellen als één vinkje. Over het algemeen kan gesteld worden dat de regionale casussen omvangrijker zijn dan lokale casussen. Maar ook deze laatste categorie bevat complexe en langdurige zaken. 2.2.1 Analyse sleutelplaatsen De twee sleutelplaatsen die begin 2016 nog in behandeling waren bij bureau RIEC (in afwachting van nieuwe informatie) zijn in de loop van 2016 afgerond. Dit heeft geleid tot het adviseren van een aantal fiscale interventies. Hiermee is de analyse van sleutelplaatsen afgerond. 2.2.2 Afpakken Belangrijk onderdeel binnen de aanpak van ondermijning is afpakken. Hieronder wordt niet alleen verstaan het afpakken van crimineel verkregen vermogen, maar ook afpakken in bredere zin. Hierbij kan worden gedacht aan het sluiten van panden, die daardoor niet meer kunnen worden gebruikt voor de productie van drugs of het intrekken van een vergunning, zodat het eenvoudig witwassen van geld via een horecagelegenheid wordt tegengegaan. In navolging van de inspanningen in 2015 waarbij het afpakken meer vorm heeft gekregen en is ingebed in het werkproces van het RIEC Den Haag, is in 2016 het afpakken verworden tot een regulier onderdeel van de casusbehandeling. Daarnaast is in 2016 geïnvesteerd in een betere terugkoppeling van afpakresultaten vanuit de partners aan bureau RIEC. Zo geeft de Belastingdienst jaarlijks een terugkoppeling van de daadwerkelijk geinde gelden en gelegde beslagen n.a.v. de in RIEC-verband behandelde casussen. Vanuit het Openbaar Ministerie worden de in RIEC casussen gelegde beslagen teruggekoppeld. Voor dit laatste is bewust gekozen omdat er vaak grote verschillen bestaan tussen de hoogte van opgelegde ontnemingsvorderingen en de hoogte van de beslaglegging. Het uiteindelijke afpakresultaat is moeilijk te verantwoorden omdat een ontnemingszaak pas dient na een onherroepelijke veroordeling; dit kan jaren duren. Hieronder volgt een nadere uiteenzetting van de verschillende vormen van afpakken en de wijze waarop de resultaten wordt verantwoord aan, en door het RIEC bureau. Fiscaal afpakken De Belastingdienst verantwoordt de resultaten van haar bijdrage aan de integrale samenwerking met overheidspartners in het kader van het RIEC samenwerkingsverband op twee aspecten. Dit zijn aanslagen waarvoor beslag is gelegd en ten tweede de geïnde en/of verrekende bedragen n.a.v. opgelegde aanslagen. Om praktische redenen zijn alleen de daadwerkelijk binnengekomen bedragen van aanslagen opgelegd vanaf 2015 meegenomen. De bedragen die binnenkomen van vóór 2015 opgelegde aanslagen worden niet meegenomen in de resultaten. De Belastingdienst (met de kantoren Den Haag en Hoofddorp) heeft in het kader van de samenwerking binnen het RIEC Den Haag in 2016 159.203 geïnd en/of verrekend. Niet meegenomen in de resultaten zijn alle fiscale interventies die hebben geleid tot bijv. binnen krijgen van aangiften, juist/volledig doen van aangiften, afvoeren van ondernemers, enz. Strafrechtelijk afpakken In 2016 is in de eenheid Den Haag voor 851.937 aan beslag gelegd door het OM naar aanleiding van de RIEC-aanpak. Dit afpakresultaat bestaat uit de in 2016 gelegde beslagen n.a.v. binnen RIEC-verband behandelde casussen in datzelfde kalenderjaar. Er is voor deze vorm van verantwoording gekozen omdat er vaak grote verschillen bestaan tussen de hoogte van opgelegde ontnemingsvorderingen en de hoogte van de beslaglegging. Het uiteindelijke afpakresultaat is lastig te verantwoorden omdat een ontnemingszaak pas dient na een onherroepelijke veroordeling, dit duurt over het algemeen een aantal jaar vanwege mogelijke beroeps- en cassatieprocedures. Vanwege de doorlooptijd van strafrechtelijke onderzoeken zijn er casussen uit 2016 waarvoor de beslaglegging nog moet plaatsvinden. Deze resultaten zullen in het jaarverslag van 2017 verantwoord worden. De beslagleggingen die in 2016 hebben plaatsgevonden, met betrekking tot casussen die in 2015 zijn behandeld, zijn niet meegenomen in de verantwoording. Dit om de praktische reden dat 1 januari 2016 is gekozen als startpunt voor de nieuwe wijze van verantwoording. 5
Bestuurlijk afpakken Een bestuurlijke aanpak kan bestaan uit een bestuurlijke interventie met als (mogelijk) gevolg bestuurlijk afpakken. Hierbij kan worden gedacht (niet limitatief) aan het intrekken van een vergunning, stopzetten / terugvorderen van een uitkering, het weigeren van een gunningsopdracht en het opleggen van een last onder dwangsom. Deze bestuurlijke interventies kunnen worden opgelegd door een overheidsorgaan (meestal gemeente). Niet in alle casussen wordt aan het RIEC teruggekoppeld welke bestuurlijke maatregel is getroffen. Daarnaast is het bij het merendeel van de bestuurlijke interventies niet mogelijk dit op geld te waarderen, zoals het intrekken van een vergunning, het stopzetten van een uitkering of het weigeren van een opdracht in het kader van een aanbesteding (Bibob). Het afgelopen jaar heeft het bureau RIEC geïnvesteerd in het achterhalen van de geldelijke waarde van de ingezette bestuurlijke maatregelen die wél op geld waardeerbaar zijn. Dit betreffen de bestuurlijke boete en de dwangsom. Helaas is het niet gelukt om deze resultaten in volledigheid te verzamelen. Het verantwoorden van onvolledige resultaten wordt niet wenselijk geacht, om die reden zijn deze resultaten in bijlage 3 onder het kopje 6.a niet ingevuld. Anabolenhandel in de sportschool In augustus 2015 heeft het RIEC Den Haag een signaal ontvangen van de gemeente Den Haag, gebaseerd op twee MMA-meldingen, aangedragen door het HEIT. De aard van de meldingen had betrekking op grootschalige hennepteelt en anabolenhandel. Samen met de gemeente, de districtsrecherche, en de Belastingdienst is onder de RIEC-paraplu onderzoek verricht. Na ruim anderhalf jaar stuitte het team bij grootschalige doorzoekingen in meerdere gemeenten binnen de eenheid op een forse hoeveelheid verboden middelen en is beslag gelegd op een contant geldbedrag van ruim 70.000 euro, sieraden en voertuigen. Zeven verdachten zijn aangehouden. De integrale aanpak in deze zaak bevatte verschillende wendingen. Wat begon als een klein vlokje sneeuw, is in de loop van 2016 uitgerold tot een sneeuwbal van flink formaat. Het signaal, wat aanvankelijk betrekking had op een sportschool bleek een directe link te hebben met een internetcafé. Dit café had op haar beurt weer raakvlakken met een lopend politieonderzoek binnen een andere politie eenheid. Om te bezien of bevestigd kon worden dat er sprake was van onder andere handel in anabole steroïden en illegale erectiepillen, is door politie en Belastingdienst advies ingewonnen bij de Inspectie Gezondheidszorg (IGZ). Daarbij leken zoekingen in de betreffende panden onvermijdelijk. Het strafrechtelijk onderzoek werd gestart. Tegelijkertijd is de Belastingdienst door de zaak een familie op het spoor gekomen, die vermoedelijk betrokken is bij de handel in illegale geneesmiddelen via hun bedrijfsconstructie en mogelijke faillissementsfraude. Tijdens de klapdag in december 2016 zijn verschillende woningen en bergingen doorzocht met als resultaat ruim 100.000 stuks anabole steroïden, ruim twee miljoen potentie verhogende middelen en pallets aan vervalste merkparfum. Ruim 100 man was betrokken bij de actiedag. Hierbij sloot ook IGZ aan. De Belastingdienst heeft een boekenonderzoek gestart naar het betrokken internetcafé. De resultaten van het boekenonderzoek worden in de loop van 2017 verwacht. Wanneer de eerste rechtszaken zullen plaatsvinden is ten tijde van dit schrijven nog onbekend. 2.2.3 Handhavingsknelpunten Zoals in hoofdstuk 1 aangegeven richt het RIEC zich op de thema s georganiseerde drugscriminaliteit, mensenhandel, vastgoedfraude en witwassen. Daarnaast heeft de Stuurgroep RIEC specifieke handhavingsknelpunten aangewezen, die voor een geïntegreerde aanpak in aanmerking komen. 6
De handhavingsknelpunten voor 2016 waren: Bedrijventerreinen Cashconverters, gruthokkers en heling Detailhandel (op basis van risicoanalyse) Financiering, sponsoring van sportclubs Horeca, met daaronder vallend exploitatie van speelautomaten en internetgokken vanuit horecagelegenheden Outlaw Motorcycle Gangs Overslag en logistieke processen Prostitutie Verzameladressen Windhappers Witwassen Woonwagencentra Vakantieparken en jachthavens Winkelgebied Schilderswijk Noord en Oost, gemeente Den Haag Wijk Regentes-Valkenbos, gemeente Den Haag Scheveningen Haven, gemeente Den Haag Met de aanwijzing van de twee laatstgenoemde handhavingsknelpunten is geanticipeerd op de opstelling van twee ondermijningsbeelden voor de stad Den Haag. Het derde Haagse ondermijningsbeeld past binnen het in 2015 aangewezen handhavingsknelpunt Schilderswijk Noord en Oost. Haags Economisch Interventie Team Met het oog op het voorkomen en terugdringen van malafide bedrijvigheid door het aanpakken van onder andere belasting- en uitkeringsfraude, illegale tewerkstelling en overtreding van de Wet op het minimumloon is het Haags Economisch Interventieteam (HEIT) ingericht. Het HEIT werkt als zelfstandig samenwerkingsverband, waarbij het werkterrein van HEIT is opgenomen als handhavingsknelpunt onder het RIEC-convenant. Het betreft de handhavingsknelpunten detailhandel (op basis van risico analyse) horeca en prostitutie. Dit biedt de basis voor samenwerking tussen ISZW, politie, OM, Belastingdienst en gemeente Den Haag. In 2016 bedroeg het aantal controles van het HEIT, team horeca-detailhandel 335 en van het team prostitutie 139. Het totaal aantal controles bedroeg in 2016 derhalve 474. Deze controles vallen onder de integrale aanpak, aangezien het integrale controles betreft waarvoor de informatieuitwisseling op grond van het RIEC-convenant plaatsvindt. Omdat het HEIT geen beroep doet op RIEC-capaciteit zijn de controles niet verwerkt in het cijfermatig overzicht van paragraaf 2.2. Wel zijn de 474 controles opgenomen in Bijlage 3 onder het kopje Bestuurlijke aanpak, subcategorie 1d. Naast genoemde controles heeft HEIT ook eigen, zelfstandige controles in het verslagjaar uitgevoerd. Outlaw Motorcycle Gangs Sinds 2012 werken gemeenten, de Belastingdienst, het OM en de politie in RIEC-verband nauw samen bij de aanpak van OMG s. Op basis van een integrale en multidisciplinaire aanpak is in 2016 één clubhuis deels gesloten en is de vestiging van drie clubhuizen voorkomen door bestuurlijke handhaving c.q. een stopgesprek. Er zijn twee BIBOB-onderzoeken geweest naar horecagelegenheden die in beeld waren als mogelijk clubhuis. Er is 1 nieuw clubhuis bijgekomen van een motorclub die tot dan toe niet binnen de eenheid actief was. Eén evenement heeft niet plaatsgevonden omdat de gemeente geen vergunning gaf en een ander evenement heeft geen doorgang gevonden na een stopgesprek met de eigenaar van de horecagelegenheid waar het zou plaatsvinden. Eén bedrijf is doorzocht omdat de eigenaar betrokken was bij een vechtpartij tussen OMG-leden en bestuurlijk gesloten na het aantreffen van drugs. Verder heeft de politie bijstand verleend bij diverse landelijke ride outs. Onderdeel van de integrale multidisciplinaire aanpak is de Persoonsgerichte Aanpak (PGA). In 2016 zijn op basis van de PGA 6 OMG-leden die betrokken waren bij verschillende incidenten integraal bekeken. Informatie over deze subjecten is gebundeld ter bepaling van de interventie(s). Deze zaken lopen in 2017 door. Daarnaast is in het kader van landelijke afspraken de PGA gericht ingezet op 10 geselecteerde sleutelfiguren binnen OMG s (de zogeheten top-x). Sleutelfiguren zijn niet alleen de formele leiders maar ook anderen met een spilfunctie. Daarnaast zijn het afgelopen jaar 46 grotere en kleinere opsporingsonderzoeken met betrekking tot diefstal waaronder diefstal met geweld, afpersing, oplichting, Opiumwet (softdrugs en harddrugs), geweldsdelicten, bedreiging, wapenhandel, moord en (poging tot) doodslag in behandeling genomen. 7
Overslag en logistieke processen / Project Integere Greenports Bekend is dat Nederland, door de aanwezigheid van relatief hoogwaardige economische, technische en fysieke infrastructuren, een aantrekkelijke uitvalbasis en doorvoerland is voor verschillende soorten van ondermijnende criminaliteit. Knooppunten, waar personen-, goederen- of financiële stromen samen komen zijn vanuit dit oogpunt kwetsbare sleutelplaatsen. Locaties waar overslag en logistieke processen plaatsvinden zijn in dit opzicht dan ook risicovol. De Greenports zijn hiervan een voorbeeld. Om te toetsen of er ook daadwerkelijk ondermijnende activiteiten in de Greenports plaatsvinden, is het noodzakelijk dat een integrale informatiepositie wordt opgebouwd. Rechtmatige informatie-uitwisseling kan echter uitsluitend onder de vlag van het RIEC-convenant plaatsvinden, indien er sprake is van een RIEC-thema en/of handhavingsknelpunt. Met het oog op dit laatste heeft de stuurgroep RIEC in 2014 Overslag & logistieke processen als handhavingsknelpunt aangewezen. In 2015 is gestart met de opbouw van de gewenste integrale informatiepositie. In dit kader vindt samenwerking plaats tussen politie, OM, Belastingdienst en de betrokken gemeenten, de Douane en FIOD. Met het verkregen inzicht en afhankelijk van de ernst en omvang van zich eventueel voordoende vormen van ondermijnende criminaliteit worden gezamenlijk strategieën ontwikkeld ten behoeve van een geïntegreerde aanpak van illegale c.q. ongewenste situaties. Dit alles met het oog op een zelfstandig integere greenportsector. Ook in 2016 is deze werkwijze voorgezet en is gestart met de behandeling van drie concrete casussen. De eerste resultaten worden in de loop van 2017 verwacht. Overige handhavingsknelpunten In 2016 bedroeg het aantal casussen in het kader van handhavingsknelpunten in totaal 107. Van dit aantal kunnen 54 casussen worden gerelateerd aan OMG s en 53 casussen aan overige handhavingsknelpunten, waaronder prostitutie, horeca en bedrijventerreinen. Online growshop Begin mei 2015 werd er vanuit de gemeente een casus ingebracht met betrekking tot een growshop die ondanks de wijziging van de Opiumwet (art.11a) toch haar activiteiten leek voort te zetten. Het leek erop dat de fysieke winkel nu een afhaallocatie/showroom was geworden, terwijl de verkoop activiteiten op internet plaatsvonden. Tijdens het verzamelen van informatie bij de partners bleek dat de ondernemer er sinds kort een compagnon bij had. Deze compagnon had een winkel in verlichting ten behoeve van de teelt van gewassen, de fysieke locatie van deze winkel bevond zich slechts enkele huisnummers verwijderd van de growshop. Ook bleek de compagnon lid te zijn van een OMG, en in het verleden betrokken te zijn geweest bij hennepteelt. Vanuit het RIEC is dit gebundeld tot één casus waarbij zowel het OMG-traject als de growshop activiteiten zijn meegenomen. De gestapelde informatie leidde tot de mogelijkheid van een strafrechtelijk onderzoek naar voorbereidingshandelingen voor de hennepteelt zoals bedoeld in artikel 11a Opw. De weegploegen bij politie moesten beslissen over het al dan niet oppakken van de zaak. In afwachting van dit proces ontstond er in de lente van 2016 een kans. Twee oplettende agenten, tevens taakaccenthouders drugs, zagen een vrachtwagen inladen bij de growshop. Deze vrachtwagen reed daarna door naar het pand van de compagnon om daar andere spullen in te laden. Zij kwamen meteen in actie en belden de Officier van Justitie. Die was op de hoogte van de casus en gaf opdracht tot inbeslagname van alle goederen in de beide winkels en de vrachtwagen. Bij het aanspreken van een personeelslid in de verlichtingswinkel die bezig was met inladen bleek dat zijn legitimatiebewijs in de growshop lag. Onder andere hiermee werd aangetoond dat er een (zakelijk) samenwerkingsverband was tussen de growshop en de winkel in verlichting. De zoekingen en inbeslagname in de beide winkels leidden tot meer zoekingen elders in het land. Ook zijn meerdere verdachten aangehouden. Hen wordt het plegen van voorbereidingshandelingen voor de hennepteelt ten laste gelegd, alsmede deelname aan een crimineel samenwerkingsverband. Er is voor bijna een miljoen euro beslag gelegd door het Openbaar Ministerie. Ten tijde van dit schrijven is het onderzoek nog in volle gang. 8
2.3 Werkwijze Ten behoeve van de bestuurlijke ondersteuning en integrale aanpak organiseert het RIEC binnen de eenheid Den Haag lokale en districtelijke overleggen (gericht op de zgn. categorie 1 en 2 casussen), waarbij het RIEC een faciliterende rol vervult. Voor dit doel zijn drie accountmanagers en een plaatsvervangend accountmanager aangesteld, die ieder een eigen werkgebied hebben. De frequentie van deze overleggen wordt bepaald door het aanbod van casussen en de behoefte van de deelnemende partners. De door het bureau RIEC opgestelde interventie-adviezen naar aanleiding van regionale, complexe vormen van ondermijnende criminaliteit, de zgn. categorie 3 casussen, zijn ter besluitvorming aan het Interventie-overleg voorgelegd. Het Interventie-overleg is in 2016 elf keer bij elkaar geweest en heeft 16 casussen behandeld. Daarnaast is in 2016 één casus door het bureau RIEC in behandeling genomen die in de loop van 2017 zal worden afgerond. 2.4 Ondermijningsbeelden De Haagse handhavingsknelpunten winkelgebied Schilderswijk Noord en Oost (t.b.v. ondermijningsbeeld Koningsstraat/Hoefkade) wijk Regentes-Valkenbos en Scheveningen Haven zijn aangewezen ten behoeve van de ondermijningsbeelden die opgesteld worden voor de stad Den Haag. In de loop van 2016 is een projectteam samengesteld onder leiding van een projectleider vanuit de politie eenheid Den Haag. Daarnaast zijn een analist en een bestuurskundige afkomstig van de regionale politieorganisatie parttime aan het projectteam gekoppeld. Per district wordt vanuit de districtelijke politieorganisatie een medewerker van de beleidsafdeling en een medewerker van de informatieafdeling aan het projectteam gekoppeld, om input te leveren voor het ondermijningsbeeld voor het betreffende district. In het laatste kwartaal van 2016 is aangevangen met het opstellen van het ondermijningsbeeld m.b.t. Scheveningen Haven en zijn de eerste voorbereidingen getroffen voor het ondermijningsbeeld voor de wijk Regentes-Valkenbos. Ook voor de andere districten in de regio worden ondermijningsbeelden opgesteld. De onderwerpen hiervoor worden gekozen door de districtscolleges+ (inclusief Belastingdienst). Wanneer nodig worden hiervoor handhavingsknelpunten vastgesteld. 2.5 Pilots informatiedeling Hennep District F en G Het doel van deze pilots is om de samenwerking tussen gemeenten, politie, Openbaar Ministerie en andere publieke en private partners binnen geldende wet- en regelgeving te versterken bij de bestrijding van georganiseerde hennepteelt c.q. drugscriminaliteit. Enerzijds door informatie in de voorbereidingsfase van de concrete aanpak met de partners te delen onder het RIEC-convenant. Anderzijds door met meerdere partners gezamenlijk, integraal op te treden tijdens en na de ontmanteling van een hennepkwekerij / drugslaboratorium. In navolging van District E hebben de districten F en G in het laatste kwartaal van 2015 voorbereidingen getroffen om een vergelijkbare werkwijze te gaan hanteren, te weten informatiedeling voorafgaand aan en een integrale aanpak na de ontmanteling van een hennepkwekerij / drugslaboratorium. In 2016 is uitvoering aan de pilots gegeven. In de loop van 2017 zal een evaluatie plaatsvinden. 2.6 Evaluatie Pilot Informatiedeling Hennep District E Medio 2015 is in district E met een pilot gestart met betrekking tot informatiedeling rondom de ontmanteling van hennepkwekerijen / drugslaboratoria. De start van de pilot was gericht op MMAmeldingen, gaande de pilot werden alle soorten meldingen meegenomen. In eerste instantie was de pilot beperkt tot woningen. Later is dit uitgebreid naar bedrijfsruimten, zodat bij de evaluatie medio 2016 meer cijfermateriaal beschikbaar zou zijn. De evaluatie heeft plaatsgevonden. Als resultaat hiervan heeft het Districtscollege ermee ingestemd om de vroegtijdige informatiedeling en veredeling in te bedden in het normale werkproces. Uit de evaluatie kwam tevens naar voren dat het proces van verstrekking van Hennep Informatie Berichten en bestuurlijke rapportages sterk verbeterde sinds het installeren van het districtelijk hennepteam in februari 2016. 9
Rijsthandel? In april 2015 kwam de Belastingdienst bij het RIEC Den Haag op de lijn met een signaal van een bedrijf wat op papier handelde in rijst. De rijst werd ingekocht in Afghanistan en doorverkocht aan een afnemer in Pakistan, die tevens de enige afnemer was. Dit trok de aandacht, omdat Pakistan zelf de grootste rijstkweker ter wereld is. Het vermoeden was dan ook dat het bedrijf als dekmantel diende voor criminele activiteiten, zoals het transporteren van drugs. Ook zouden de vennoten allerlei documenten vervalsen voor de Belastingdienst en Justitie en in het bezit zijn van een vuurwapen. Bovendien werd er maandelijks een contant bedrag van 7000,- gestort op de ondernemersrekening. De vermoedens werden onderbouwd met het feit dat de vennoten in 2012 veroordeeld zijn tot vier en vijf jaar cel wegens cocaïnebezit en het vervaardigen en verkopen van XTC en MDMA. Zij zijn toen in hoger beroep gegaan en na negen maanden vrijgelaten. In mei 2015 zou het hoger beroep dienen maar de getuigen lieten toen verstek gaan, hierdoor werd de zitting uitgesteld. Er lagen ontnemingsvorderingen klaar ter waarde van 8 ton en 1,3 miljoen voor na de uitspraak. In juli 2015 wilde een van de vennoten een verklaring afleggen over de zaken die zij doen met de rijstafnemer in Pakistan, maar deze ontkende zaken te doen met een Nederlands bedrijf. Doordat een van de twee getuigen zich in het buitenland bevond, ging er veel tijd over de gehele aanpak. De Belastingdienst startte een boekenonderzoek waaruit inderdaad bleek dat er valse bescheiden waren overhandigd aan de Belastingdienst. Hoewel de strafzaak doorliep, was het ten behoeve van de aanpak van belang om aanhangig te maken dat er ook op dit moment nog sprake zou zijn van witwasactiviteiten via het tropische bedrijfje. De integrale RIEC-aanpak heeft het OM van input voorzien voor de rechtszaak. Er werd een vermogensonderzoek ingesteld ter onderbouwing. Hierdoor werd duidelijk dat de subjecten zo nodig gegijzeld konden worden, wanneer het vonnis onherroepelijk zou zijn en verdachten de ontnemingen niet zouden kunnen betalen. De Belastingdienst heeft een grote rol gespeeld bij het opstellen van het vermogensonderzoek. Het RIEC is in augustus 2016 overgegaan in een monitorrol, nadat het de partners bij elkaar had gebracht om de relevante gegevens uit te kunnen wisselen. In november 2016 bleek dat beide vennoten in hoger beroep opnieuw veroordeeld werden. Dit goede nieuws leidde tot het in gang zetten van de ontnemingsprocedure van 8 ton en 1,3 miljoen, welke recentelijk is gestart. 10
Hoofdstuk 3 Organisatiestructuur en overleggremia De kern van de RIEC samenwerking wordt gevormd door de gemeenten, politie, OM en Belastingdienst: de kernpartners. Het in 2015 geformaliseerde werkproces 2.0 is in 2016 gecontinueerd. In 2016 is, in lijn met het werkproces, een flinke slag gemaakt in de ontwikkeling van kwantiteit naar kwaliteit. Er is een strengere intakeprocedure gehanteerd wat heeft geleid tot aanname van meer grote casussen. Ook is een verandering zichtbaar geworden in de wijze waarop casussen door het bureau RIEC behandeld worden. In veel gevallen bleken de partners de wens te hebben om in directe samenwerking met elkaar te komen tot interventies, in plaats van een diepgaande analyse te laten maken door het bureau RIEC. Dit heeft ertoe geleid dat ook in grotere casussen sneller beslissingen genomen konden worden zonder in te leveren op effectiviteit. Stuurgroep RIEC De kernpartners zijn directioneel / bestuurlijk vertegenwoordigd in de Stuurgroep RIEC De stuurgroep bestaat uit het db RBO en een directielid van de Belastingdienst. De acht lokale bestuurders in de stuurgroep (db-leden) vertegenwoordigen de gemeentelijke kolom en zorgen voor afstemming en verantwoording naar de lokale partners via de districtscolleges. De stuurgroep is belast met het periodiek vaststellen van de strategische thema s en handhavingsknelpunten. Ten aanzien van dit laatste wordt de keuze bepaald op basis van het tactisch criminaliteitsbeeld van de politie, de ondermijningsbeelden van het RIEC en voorstellen van de convenantpartners. Daarnaast is de stuurgroep verantwoordelijk voor het beheer van het RIEC door het vaststellen van de jaarstukken. In 2016 is vanuit het RBO een portefeuillehouder Ondermijning aangewezen. Dit betreft mevrouw A.W.M. Spruit, burgemeester van de gemeente Lisse. Sinds december 2016 neemt zij structureel deel aan de Stuurgroep RIEC. Kernteam Het kernteam, bestaande uit hoofd RIEC en vertegenwoordigers van politie, OM en Belastingdienst op managementniveau, is belast met tactisch-operationele taken en heeft een adviesrol richting de stuurgroep. De adviseur regioburgemeester is adviserend lid. Interventie-overleggen: regionaal interventie-overleg en lokale overleggen Op casusniveau zijn interventie-overlegteams actief: zowel op het niveau van de regio als op het niveau van de gemeente en/of district. Kortheidshalve wordt gesproken van het (regionaal) Interventie Overleg en lokale of districtelijke overleggen. Het regionaal Interventie Overleg heeft een min of meer vaste samenstelling; de samenstelling van de lokale en districtelijke overleggen daarentegen is maatwerk en bestaat uit bij de casus direct betrokken (vertegenwoordigers van) partners. Op basis van het RIEC-convenant wordt in de lokale c.q. districtelijke overleggen informatie gedeeld door in ieder geval gemeente, politie, OM en Belastingdienst (waar nodig sluiten andere RIEC-partners aan) met als doel een integrale aanpak van ondermijnende criminaliteit. De bestuurlijke aanpak kan hier onderdeel van uitmaken. Het RIEC ondersteunt de informatie-uitwisseling en adviseert over de aanpak. Doelstelling is om zoveel mogelijk casussen op lokaal niveau af te handelen. Blijkt een casus meerdere gemeenten te omvatten, dan kunnen de RIEC partners in onderling overleg besluiten om deze casus op te schalen naar het districtelijk niveau. Opvallend is dat steeds meer gemeenten het RIEC weten te vinden en tevens dat in kleine en middelgrote gemeenten vormen van ondermijnende criminaliteit worden onderkend. Bureau RIEC Den Haag Het bureau RIEC Den Haag is een kleine organisatie met 19 gescreende medewerkers (ruim 15 formatieplaatsen), die in dienst zijn van de diverse RIEC partners alsmede stagiairs van Universiteit en Hogeschool. Het team bestaat uit onder meer analisten, juristen en criminologen afkomstig van Belastingdienst, politie, gemeente Den Haag en een inleenorganisatie (als samenwerkingsverband kan het RIEC zelf geen personeel in dienst nemen). Zij hebben hun werkplek op de locatie RIEC Den Haag. Flexibele schil Gezien de beperkte analysecapaciteit van het bureau RIEC kan een beroep worden gedaan op de expertise van een of meer RIEC-partners voor het opstellen van interventie-adviezen alsmede het leveren van informatie en input voor lokale / districtelijke casussen: de zogenaamde flexibele schil. Met name ten behoeve van lokale casussen wordt op de flexibele schil een beroep gedaan. Inzet van de flexibele schil in de vorm van personele capaciteit wordt op basis van een door het ministerie van V&J vastgestelde norm op geld gewaardeerd en dient onder meer als één van de bronnen voor de als subsidievoorwaarde vereiste cofinanciering. 11
Regionaal Samenwerkingsverband Integrale Veiligheid (RSIV) Het RIEC houdt zich niet bezig met beleidsontwikkeling ten behoeve van afzonderlijke gemeenten, maar beperkt zich tot de bestuurlijke ondersteuning van gemeenten. Ondersteuning van gemeenten bij de beleidsontwikkeling op het gebied van (integrale) veiligheidsvraagstukken behoort tot de taak van het Regionaal Samenwerkingsverband Integrale Veiligheid (RSIV). De handhavingsarrangementen bestuurlijke aanpak mensenhandel en drugscriminaliteit zijn door het RSIV opgesteld. Daarnaast heeft het RIEC Den Haag in 2015 de Handreiking bestuurlijke aanpak mensenhandel opgesteld. Er vindt afstemming plaats tussen het RIEC en het RSIV op de onderwerpen die beide organisaties raken de werkzaamheden beïnvloeden. Netwerk Openbare Orde en Veiligheid (OOV) Het RIEC Den Haag is vertegenwoordigd in het netwerk OOV, waarin afstemming en informatieuitwisseling op het gebied van openbare orde en veiligheid plaatsvindt tussen gemeenten, politie en OM. Het netwerk fungeert tevens als ambtelijk vooroverleg van het (db) RBO. Netwerk- en themabijeenkomsten Het RIEC Den Haag organiseert minimaal twee keer per jaar een netwerk- en/of themabijeenkomst voor alle veiligheidspartners. De bijeenkomsten zijn bedoeld om kennis en informatie uit te wisselen en elkaar beter te leren kennen. De netwerkbijeenkomst op 21 juni 2016 stond in het teken van het thema bestuurlijke aanpak drugscriminaliteit. Deze bijeenkomst is in samenwerking met het RSIV georganiseerd vanwege de raakvlakken op dit thema. Zowel de beleidsmatige kant als de concrete aanpak van drugscriminaliteit is aan bod gekomen. Op 17 november 2016 heeft het RIEC Den Haag een themabijeenkomst over het gebruik van open bronnen georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomst kon via verschillende workshops kennis opgedaan worden over open bronnen en de meerwaarde van de informatie die deze bronnen bieden. Aan beide bijeenkomsten hebben zo n 100 geïnteresseerden deelgenomen. Samenhang en samenwerking met het LIEC De doelstellingen van het RIEC-LIEC bestel mogen inmiddels bekend worden verondersteld. Deze doelstellingen worden gerealiseerd door: Het faciliteren en ondersteunen van de geïntegreerde aanpak van ondermijnende criminaliteit. Ervoor te zorgen dat het bestuurlijk instrumentarium overal in Nederland wordt benut. Steeds meer planmatig te werken op basis van inzicht in criminele samenwerkingsverbanden (csv s) en fenomenen. Naast het uitdragen van deze doelstellingen, waarbij de leidraad GOC het centrale kader vormt, hebben de afgelopen jaren voorts in het teken gestaan van het (uit)bouwen en positioneren van het RIEC-LIEC bestel. Dit bestel bestaat uit een landelijk dekkend stelsel van tien RIEC s en een LIEC met een overkoepelende functie voor wat betreft coördinatie, expertise, beleid en bedrijfsvoering. Het landelijk management overleg, waarin de hoofden RIEC en LIEC zijn vertegenwoordigd, is in 2016 gecontinueerd. Doelstelling van dit overleg is afstemming van activiteiten en besluitvorming over die onderwerpen en thema s, die alle RIEC s regarderen. Hierbij kan worden gedacht aan het RIEC Informatiesysteem (RIEC-IS), de regionale aanpak van het landelijk project OMG s en een zoveel mogelijk uniforme uitvoering van de leidraad GOC. Tevens vindt in dit overleg afstemming plaats over de communicatie: brochures, folders en factsheets zijn/worden zoveel mogelijk geüniformeerd. Het afgelopen jaar is de aangescherpte positionering van het RIEC/LIEC bestel zoals weergegeven in het programma 2020 voorgezet. Centraal staat hierin een meer uniforme werkwijze met ruimte voor lokaal / regionaal maatwerk. 12
Hoofdstuk 4 Voorlichting en communicatie Een belangrijke doelstelling van voorlichting en communicatie is het vergroten van kennis en kunde over de RIEC- thema s, zowel intern onder de eigen medewerkers als extern onder de medewerkers van de RIEC-partners. Netwerkbijeenkomsten, lokale en bovenlokale overleggen, gesprekken met bestuurders en ambtenaren etc. vormen in dit verband een belangrijk communicatiemiddel. Een minstens zo belangrijke communicatie doelstelling is het uitdragen van het uitgangspunt integraal, tenzij. Dit uitgangspunt vormt dé basis voor de zgn. RIEC-werkwijze en vereist een cultuuromslag bij alle RIEC-partners. In 2016 zijn zes nieuwsbrieven uitgebracht en relevante stukken op de website geplaatst. Helaas heeft het RIEC bureau in 2016 geen beschikking gehad over een communicatie-medewerker. Dit heeft tot gevolg gehad dat de in 2015 geformuleerde communicatiestrategie niet volledig tot uitvoering gebracht kon worden. Hoofdstuk 5 Beheer Het bureau RIEC Den Haag heeft een vaste bezetting, bestaande uit 19 gescreende medewerkers, die in dienst zijn van de diverse RIEC-partners: gemeente, Belastingdienst, politie, OM en uitzendbureau. Daarnaast was in 2016 een stagiair bij het bureau RIEC werkzaam. Een deel van de medewerkers wordt gefinancierd vanuit de RIEC-begroting; een ander deel wordt door de RIECpartners om niet ter beschikking gesteld en kunnen derhalve worden toegerekend aan de door het ministerie van V&J vereiste cofinanciering. De gemeente Den Haag treedt op als beheerorganisatie en faciliteert de ICT, het financieel beheer en de huisvesting. Deelnemende gemeenten in de eenheid leveren hun bijdrage aan het RIEC in de vorm van participatie in de (boven)lokale overleggen en RIEC overleggremia (cofinanciering in natura). 5.1 Huisvesting en automatisering Sinds 1 augustus 2013 is het RIEC Den Haag gehuisvest in een pand van Reclassering Nederland. In dit pand, waarin ook het Veiligheidshuis Haaglanden is gehuisvest, zijn verschillende faciliteiten aangebracht, zoals een aansluiting op het politie- en gemeentenetwerk. Ook is de RIEC-ruimte, gelet op de informatie die daar aanwezig is, beveiligd volgens de eisen, die daaraan door politie en OM worden gesteld. Voor wat betreft de te gebruiken ICT-applicaties wordt voor het maken van analyses door de medewerkers gebruik gemaakt van de programma s Analyst s Notebook en I-Base. Informatiedeling tussen de RIEC-partners vindt plaats via RIEC-IS en Fileshare als standaard informatiesystemen. In 2016 is RIEC-IS 3.0 geïmplementeerd en in 2017 zullen het bureau RIEC en de aangesloten partners RIEC-IS standaard gaan gebruiken. Het privacy protocol is in 2016 aan de Stuurgroep RIEC ter vaststelling aangeboden en geaccordeerd. 13
Hoofdstuk 6 Verantwoording financiën 2016 Hoofdstuk 6 Verantwoording financiën 2016 INKOMSTEN RIEC 2016 UITGAVEN RIEC 2016 Bijdrage Ministerie VenJ RIEC algemeen subsidie Personele kosten 735.000 Salarissen en sociale lasten 209.849 Overige personeelslasten 443.927 Geldelijke bijdragen partners: Uitbesteed werk (cofinanciering) 1.148.779 Gemeente Den Haag 179.897 Subtotaal 1.802.555 Overige inkomsten 0 Huisvestingskosten Huur 56.063 Subtotaal 914.897 Service en faciliteiten 7.082 Overige kosten 32.601 werkplekken Nagekomen kosten 2015 51.286 Bijdragen in uren Subtotaal 147.032 Uren Gemeenten 3.542 Automatiseringskosten Belastingdienst 2.836 Service en faciliteiten 30.000 Politie 6.694 Werkplekken 28 stuks 1.830 OM 1.303 Overige automatiseringskosten 16.177 Overige 168 Subtotaal 48.007 Totaal uren 14.542 Tarief per uur Overige kosten 79,00 DVO LIEC 30.000 Gekapitaliseerde uren 1.148.779 Druk- en bindwerk 2.598 Opleiding en advies 10.700 Subtotaal 1.148.779 Catering, overig en onvoorzien 22.784 Subtotaal 66.082 Totaal inkomsten 2.063.676 Totaal uitgaven 2.063.676 Resultaat 2016 0 14