1 Les 1 en 2 Het weer waarnemen en meten Naam: Klas: Het weerbericht 1 Het weerbericht: voor wie en waarom? Het weerbericht wordt heel vaak geraadpleegd. Noteer twee redenen waarom mensen dat doen. bv. - om te weten welke kleren je moet aandoen - om te weten of schepen kunnen uitvaren 2 De rubrieken van het weerbericht Bekijk het weerbericht in je handboek. Waarover krijg je informatie? Som op. temperatuur, bewolking, neerslag, windkracht, windrichting 3 Een weerkaart lezen Neem het weerkaartje in het handboek. Zoek deze gegevens op voor jouw streek en vul aan. windsnelheid: windrichting: maximumtemperatuur: minimumtemperatuur: neerslag: bewolking: 4 Weerpictogrammen Wat betekenen deze picto s? Noteer kort. bv. zware bewolking met regen bewolkt met opklaringen met kans op regen sneeuw zware bewolking met regen en onweer bewolkte nacht met kans op bewolkt met opklaringen heldere nacht
2 5 Infobronnen voor het weer In de volgende oefening vul je een weerkaartje aan. Waar kun je informatie zoeken over het weer van vandaag? Ik zoek het weerbericht in de krant. Ik kijk naar het weerpraatje op televisie. Ik gebruik de website www.i.be. Ik luister naar de informatie op de radio. Ik zoek informatie op teletekst. Ik gebruik een andere informatiebron. W welke?_ 6 Weerkaartje aanvullen Vul het weerkaartje voor vandaag aan. Eigen situatie. Brugge Gent Antwerpen / / Hasselt Brussel / Luik Bergen / Namen / Aarlen De datum van vandaag is / /. Het weer meten 7 Hoog in de lucht Om het weer te voorspellen gebruiken wetenschappers satellietbeelden. De satellieten nemen op grote hoogte foto s van onze aarde. Kijk in je handboek en je atlas. Kruis de landen aan waar het meer dan 5 mm regent. België Spanje Zwitserland Polen Frankrijk Italië Boven welke oceaan is er ook een regengebied? Atlantische Oceaan Indische Oceaan Stille Oceaan
3 8 De kringloop van water Waar komt de neerslag vandaan? Vul de zinnetjes bij de tekening aan. Kies uit: sneeuw, neerslag, wolken, wind, opwarming, grondwater, hagel, waterdamp, regen. Water verdampt door. Die stijgt op. Wanneer de waterdamp samenkomt, ontstaan er wolken. Door de worden die verplaatst. Door afkoeling ontstaat er. Die kan verschillende vormen hebben:, hagel opwarming waterdamp wind neerslag sneeuw regen grondwater en. Een deel van het water sijpelt in de grond en wordt. Een ander deel verdampt of komt langs beken en sloten weer in de zee terecht. 9 De schaal van beaufort Op de schaal van beaufort lees je de windsnelheden en de windkracht af. Je vindt die schaal in je handboek. Zoek de juiste gegevens op en vul deze oefening aan. Bij windkracht 3 haalt de wind snelheden tot kilometer per uur. 19 Een orkaan haalt enorme windsnelheden. 117 Die gaan boven kilometer per uur. stormachtige Wanneer twijgen op de grond vallen, spreken we van wind. Welke benaming past goed bij deze foto? krachtige wind Welke windsnelheden haalde de wind? tussen 39 en 49 /u
4 De wind en het weer Op het weerkaartje in je handboek staat de windrichting en de windkracht aangegeven. Verder in je handboek kun je lezen wat kenmerkend is voor de windrichtingen. Wat kun je vertellen over de wind wanneer je weet dat dit weerbericht in maart werd opgetekend? 4 à 5 dat er een matige tot vrij krachtige wind De windkracht is beaufort. Dat betekent Z zal waaien. het zachter wordt. De windrichting is. Dat betekent 11 Weertoestellen Om het weerbericht samen te stellen, doet men een beroep op satellieten. Verder worden er over de hele wereld metingen gedaan. In je handboek vind je afbeeldingen van verschillende meettoestellen. Hieronder vind je een beschrijving van die toestellen. Schrijf de juiste naam bij de beschrijving. Ik kan je vertellen hoe warm of koud het is. De meting wordt uitgedrukt in graden Celsius of in graden Fahrenheit. Met deze meter zie je hoe hard de wind waait. De schaal van beaufort geeft de waarden aan. Ik geef de windrichting aan. De windroos vertelt je uit welke richting de wind komt. In deze meter wordt de neerslag opgevangen. De meting wordt uitgedrukt in mm. Deze meter geeft de luchtdruk aan. Bij hoge luchtdruk wordt het mooi weer. Wanneer de luchtdruk daalt, wordt het minder goed. thermometer windsnelheidsmeter windwijzer regenmeter barometer 12 Ik begrijp het weer Wat past bij deze foto die in ons land werd genomen? Kleur het vakje. luchtdruk neerslag laag hoog weinig kans grote kans windsterkte windrichting zwak sterk oost west
5 Les 3 en 4 Het klimaat 1 Klimatogram opdracht 1 In je handboek vind je een klimatogram van Antwerpen. Zoek de volgende gegevens op. juli de warmste maand: gemiddelde temperatuur: C januari de koudste maand: juli en augustus de natste maand: gemiddelde hoeveelheid neerslag: mm maart de droogste maand: 9,6 (jaar) 64,67 (jaar) 2 Klimatogram opdracht 2 Noteer bij deze twee klimatogrammen telkens de warmste en de koudste maand. Noteer ook de temperatuur. Koksijde (België) Virton (België) gemiddelde temperatuur gemiddelde neerslag neerslag in mm 5 9 45 8 7 35 6 3 5 25 3 15 5 temperatuur in C neerslag in mm 5 9 45 8 7 35 6 3 5 25 3 15 5 j f m a m j j a s o n d Jaar j f m a m j j a s o n d Jaar N in mm 53 42 44 44 5 53 6 66 69 74 69 63 687 N in mm 8 65 63 59 67 72 79 78 73 76 78 83 873 T in C 2,9 3,4 5,2 8,3 11,3 14,3 16,1 16,3 14,3,6 6,4 3,6 9,4 T in C,6 2, 4,6 8,2 11,9 15,2 16,8 16,4 13,6 9, 4,7 1,3 8,7 temperatuur in C augustus 16,3 warmste: ( C) januari 2,9 koudste: ( C) juli 16,8 warmste: ( C) januari,6 koudste: ( C) 3 Weerkaart begrijpen Hier zie je het weerbericht van een dag in juni. Verklaar waarom het aan zee koeler is dan in de Kempen of de Ardennen. Het water van de zee zorgt in de 15 Brugge Gent Antwerpen Brussel 21 Hasselt zomer voor wat afkoeling. 19 Luik Bergen Namen 17 2-3 Bft Aarlen 18
6 4 Zelf een klimatogram samenstellen In het handboek vind je de weergegevens van Ukkel. Zet de gegevens in het onderstaande klimatogram. Ukkel (België) 9 8 5 45 gemiddelde temperatuur gemiddelde neerslag neerslag in mm 7 6 5 3 35 3 25 15 temperatuur in C 5 j f m a m j j a s o n d R 5 Klimaat in Europa Je krijgt het klimatogram van drie Europese steden. Verbind het klimatogram met een lijn met de passende stip op het kaartje. Voer daarna de opdrachten uit op de volgende pagina. NOORDZEE D neerslag in mm 9 8 7 6 5 3 - Reykjavik (ijsland) 45 35 3 25 15 5-5 j f m a m j j a s o n d Jaar N in mm 76 72 82 58 44 5 52 62 67 86 73 79 799 T in C -,5,4,5 2,9 6,3 9,,6,3 7,4 4,4 1,1 -,2 4,3 neerslag in mm 9 8 7 6 5 3 de bilt (nederland) 5 45 35 j f m a m j j a s o n d Jaar N in mm 69 49 66 53 61 7 76 71 67 75 81 83 8 T in C 2,2 2,5 5, 8, 12,3 15,2 16,8 16,7 14,,5 5,9 3,2 9,4 3 25 15 5 temperatuur in C temperatuur in C Rome (Italië) 1 6 5 R ZWARTE ZEE neerslag in mm 8 6 3 temperatuur in C MIDDELLANDSE ZEE TYRREENSE ZEE EGEISCHE ZEE j f m a m j j a s o n d Jaar N in mm 81 75 65 55 32 16 15 33 68 93 111 9 733 IONISCHE ZEE T in C 8,3 9,1,6 13,2 17,,6 23,4 23,6,9 17, 12,7 9,5 15,5
7 Vergelijk de klimatogrammen op de vorige pagina met de klimatogrammen van steden in ons land in vorige opdrachten. Lijkt het goed op de situatie in ons land, zet dan een. Verschilt het duidelijk van de situatie in ons land, zet een. temperatuur neerslag Reykjavik Utrecht Rome - Welk klimatogram lijkt het sterkst op die van onze steden? _ Rome - In is het gemiddeld veel warmer en valt er neerslag. Reykjavik het klimatogram van De Bilt (Utrecht) minder evenveel - In is het gemiddeld veel kouder en valt er ongeveer neerslag. - welk klimaat hebben deze steden? Rome:, koelgematigd warmgematigd koelgematigd Utrecht:, Reykjavik: - Welke stad zou je verkiezen voor zijn klimaat? Waarom? 6 Mensen, dieren en planten passen zich aan Mensen, dieren en planten passen zich aan aan het klimaat. Noteer enkele woorden die passen bij de prent. Kruis je favoriet aan. bv. kameel in de Sahara (woestijnklimaat) Eskimo s in Groenland (poolklimaat) strand in Spanje (warmgematigd klimaat) zand, droog, warm koud, sneeuw, ijs warm, zon, zee de was doen in Mexico (tropisch vochtig klimaat) landschap in Limburg (koelgematigd klimaat) heel warm, droog zacht, aangenaam, groen
8 Les 5 De zon en de aarde 1 Om te beginnen We leren over de aarde, de zon en de planeten. Dit weet ik er al over 2 Afstand tussen de zon en de aarde De zon bevindt zich op een enorme afstand van de aarde. Maak de volgende berekeningen. Hoe lang zou je erover doen wanneer je met de fiets naar de zon zou gaan? Ik fiets met een snelheid van ongeveer 15 kilometer per uur. aarde Mijn planeet is de. 15 miljoen De afstand tot de zon is ongeveer kilometer. In ongeveer hoeveel uur fiets ik naar de zon? 15 miljoen De afstand is kilometer. 15 Ik fiets kilometer op één uur. miljoen Dat is uur tot aan de zon. Hoeveel dagen doe ik er dan over? Een dag telt uren. 416 667 Ik heb dagen nodig tot aan de zon. In een jaar zijn er dagen. 1142 24 365 Ik heb jaren nodig om met de fiets de zon te bereiken. (Zonder lekke band wel te verstaan!) 3 Zo snel als licht Hoe lang doet een zonnestraal erover voor die de aarde bereikt? Bereken. De afstand van de aarde tot de zon is kilometer. De lichtsnelheid is kilometer per seconde. Hoe lang is het licht dan onderweg? 3 15 miljoen ongeveer 2 minuten ongeveer 8 minuten ongeveer minuten
9 4 Proefje over dag en nacht Maak het donker in de klas. Neem een wereldbol en een zaklamp. De zaklamp stelt de zon voor. Beschijn de wereldbol. Draai de aarde om zijn as. Vertel in een aantal zinnen wat je ziet. Wat betekent dat voor de mensen op aarde? bv. er is altijd maar één kant van de aardbol die licht krijgt. De andere kant zit in het donker. Als de aarde om haar as draait, komt er telkens een ander stuk van de aardbol in het licht. Op die plaatsen is het dan dag. Op de plaatsen in het donker is het nacht. 5 Even opzoeken Vul aan of markeer. - België ligt in het halfrond. Dat is boven / onder de evenaar. - Dit land ligt in het zuidelijke halfrond:. Dat is boven / onder de evenaar. noordelijke - Dit land ligt op de evenaar:. 6 Tijdzones of tijdgordels Australië, Bolivia, Zambia, Angola Ecuador, Gabon, Republiek Congo, Kenia Altijd handig om het uur te weten wanneer je op reis gaat. Hoe laat is het in deze landen wanneer het in Brussel 11 uur in de voormiddag is? Vul aan. 5 In New York is het uur. In Lissabon is het uur. In Peking is het uur. 18 11 In Rome is het uur. In Moskou is het uur. In Kinshasa is uur. 13 11
Les 6 De zon en de aarde 1 Een schrikkeljaar Om de vier jaar een schrikkeljaar? Klopt dat eigenlijk wel? Het eerste jaar duurt dagen en uren. Het tweede jaar duurt dagen en uren. Het derde jaar duurt dagen en uren. Het vierde jaar duurt dagen en uren. 146 dagen en uren of Het volgende schrikkeljaar valt in het jaar. 2 Waar of niet waar? 365 6 365 6 365 6 365 6 24 1 dag (12, 16, ) Markeer. 1 In december is het noordelijke halfrond gekeerd naar de zon. waar niet waar 2 Aan de noordpool wordt het in december nooit licht. waar niet waar Men spreekt van de poolnacht. 3 tijdens de maand december gaat de zon aan de zuidpool nooit onder. waar niet waar Men spreekt van de middernachtzon. 4 in de zomer is het noordelijke halfrond dicht naar de zon gekeerd. waar niet waar We kennen lange nachten en korte dagen. 5 wanneer wij lente hebben in het noordelijke halfrond, waar niet waar is dat ook zo in het zuidelijke halfrond. 3 De reis rond de zon in schema Noteer het juiste antwoord voor ons land. Welk seizoen is het bij 1? En bij 2? zomer 1 winter 2 1 2 4 De drie lagen in de aardbol Wat kun je vertellen over deze lagen van de aarde? Gebruik enkel staakwoorden. dunne aardkorst, hard en stevig, platen 1 mantel, dikke laag gesteente, heet, stroperig 2 2 3 1 binnenkern, massieve bal, ijzer, nikkel buitenkern, gesmolten massa 3
11 5 Over onze maan Duid aan wat juist is. a De maan draait rond de aarde. b De maan komt aan zijn licht door c de sterren. de aarde. de zon. Hoe lang duurt het voor de maan eenmaal rond de aarde draait? 24 uur 365 dagen 28 dagen 6 Extra opdrachten De aarde draait rond de maan. Dit is een voorstelling van een maansverduistering. Leg uit met je eigen woorden. De maan komt in de schaduw van de aarde. Er komt bijna geen zonlicht tot bij de maan. Zo kan de maan geen licht weerkaatsen naar de aarde. De maan ziet er op de aarde dan rood of bruin uit. Dit krijg je mee als huiswerk! Kijk vanavond eens met een verrekijker naar de maan. Noteer of teken wat je ziet.
12 Les 7 en 8 1 De planeten rond de zon Vul de namen van de planeten aan. Venus Jupiter Neptunus aarde Uranus Saturnus Mercurius Mars 2 Onthouden met een ezelsbruggetje De volgorde van de planeten onthoud ik door dit ezelsbruggetje. 3 Mijn planetenwebschema Vul aan. bijnaam nummer manen ja: hoeveel? nee naam komt van Romeinse Mijn planeet soort gasplaneet steenplaneet Dit vind ik ook interessant. naar de zon temperatuur baan om dagen jaren
13 4 Mijn planetenroosterschema Vul hieronder de belangrijkste gegevens van alle planeten in. Volgorde vanaf de zon 1 2 3 4 5 6 7 8 Naam van de Mercurius Venus aarde Mars Jupiter Saturnus Uranus Neptunus planeet de planeet Deze naam komt van de Romeinse snelle bode godin van de liefde afgeleid van een Oudgermaans woord Romeinse oorlogsgod oppergod god van de landbouw god van het hemelgewelf god van de zee Bijnaam van de planeet de snelle planeet de verschrikkelijke planeet de blauwe planeet de rode planeet de reuzenplaneet de ringplaneet de gekantelde planeet de windplaneet De baan om de zon 88 dagen 225 dagen 365 dagen 687 dagen 11,86 jaren 29,46 jaren 84 jaren 164,8 jaren duurt De planeet is is een een steenplaneet gasplaneet steenplaneet gasplaneet steenplaneet gasplaneet steenplaneet gasplaneet steenplaneet steenplaneet steenplaneet steenplaneet gasplaneet gasplaneet gasplaneet gasplaneet De planeet heeft manen. ja: nee ja: nee ja: 1 nee ja: 2 ja: 16 ja: 18 ja: 17 ja: 8 nee nee nee nee nee Gemiddelde afstand tot de zon 58 miljoen 8 miljoen 15 miljoen 228 miljoen 779 miljoen 1,43 miljard 2,86 miljard 4,49 miljard Gemiddelde temperatuur dag 43 C nacht -18 C 5 C 14 C -63 C -153 C -185 C -214 C -225 C gemiddeld 125 C Extra: Dit weet ik nog
14 5 Een kleine planetenquiz Los op. Hoeveel planeten zijn er? Welke vorm heeft de baan die de planeten afleggen rond de zon? eivorm cirkel ellips De grootste planeet is. De kleinste is. Het dichtst bij de zon staat. Het verst van de zon verwijderd is Neptunus. 6 Mijn lievelingsplaneet Deze planeet vind ik de tofste 8 Jupiter Mercurius Mercurius Teken je planeet hier. waarom vind je die planeet zo leuk? Schrijf enkele zinnen. 7 Extra: waar of niet waar? Ik woon liever op Mercurius. Ik ben er vaker jarig dan op aarde, waar niet waar want een jaar is er korter. Deze stelling kunnen de leerlingen niet oplossen, omdat er iets is weggevallen in het handboek. In de definitieve versie valt de stelling weg. Het woord maan komt van de maan die in 28 dagen rond onze planeet draait. waar niet waar Venus staat dichter bij de zon. De gemiddelde temperatuur is er lager waar niet waar dan op aarde. Jupiter is de reus van ons zonnestelsel. waar niet waar Uranus is bekend van de ringen rond de planeet. waar niet waar Saturnus vormt een baan rond de zon binnen de asteroïdenring. waar niet waar Pluto werd tot de planeten gerekend. Omdat het hemellichaam niet waar niet waar dezelfde baan rond de zon volgt zoals de andere planeten, wordt Pluto niet meer tot de planeten gerekend.
15 Herhaling 1 Vul aan met het juiste begrip. Zoek het op in je handboek of werkkatern. 1 wat je meet met de thermometer 2 De meest voorkomende wind in ons land komt uit het 3 het toestel dat de luchtdruk meet 4 Wanneer we weggedraaid zijn van de zon, is het bij ons 5 Windsterkte druk je uit met de schaal van 6 de buitenste laag van de aarde 7 In dit seizoen zijn we het verst weg gekanteld van de zon. 8 Astronauten beschrijven de aarde als de planeet. 9 alles wat uit de lucht komt vallen de planeet die het dichtst bij de zon staat 1 T E M P E R A T U U R 2 Z U I D W E S T E N 3 4 B A R O M E T E R N A C H T 5 B E A U F O R T 6 A A R D K O R S T 7 W I N T E R 8 B L A U W E 9 N E E R S L A G 2 Verbind de oorzaak met het passende gevolg. Trek een lijn van stip naar stip. Oorzaak De aarde krijgt licht van de zon. De aarde draait in een dag rond de eigen as. Een kuststad ligt dicht bij de zee. De aardbol hangt een beetje gekanteld ten opzichte van de zon. De aardbol maakt een reis van 365 en een kwart dagen rond de zon. Gevolg In de zomer krijgen we meer en langer warmte van de zon dan in de winter. We kennen op aarde dag en nacht. Wij tellen de tijd in jaren. In ieder jaar komen de vier seizoenen telkens terug. In een kuststad is het 's zomers iets frisser en s winters iets warmer.
16 Studiewijzer Lees, markeer en kruis aan. OK Dit ken ik. Dit begrijp ik. 1 Ik ken deze begrippen en kan ze verklaren. luchtdruk, neerslag, bevolking, windsterkte, windrichting, temperatuur, beaufort, klimaat, klimatogram, melkwegstelsel, zonnestelsel, as van de aarde, noordelijk en zuidelijk halfrond, tijdgordel of tijdzone, aardkorst, aardmantel, aardkern tip: Zoek waar de woorden staan in je handboek en ga na of je ze begrijpt. Leg ze uit aan je ma, pa 2 ik begrijp de rubrieken van het weerbericht. Ik weet welke informatie ik daarin krijg. temperatuur, luchtdruk, windrichting, windsterkte, neerslag, bewolking tip: Lees dat opnieuw op pagina 3 en 4 in je handboek. Zorg dat je dat begrijpt en kunt verklaren met je eigen woorden. 3 Ik ken de kringloop van het water en kan die in mijn eigen woorden beschrijven. Tip: Bekijk dat nog eens op pagina 3 in je werkkatern. Zorg dat je de stappen kent. 4 Ik kan zeggen welk weertoestel wat meet. tip: Bekijk dat opnieuw op pagina 5 in je handboek en op pagina 4 in je werkkatern. Je moet niet de namen kennen van de toestellen, wel weten wat ze doen. 5 Ik kan enkele kenmerken en voordelen geven van ons gematigd klimaat. tip: Lees dat opnieuw op pagina 6 en 7 in je handboek. Zorg dat je een kenmerk en een voordeel kent. 6 ik ken de plaats van de aarde, de zon en de maan in het helaal en weet hoe ze zich tegenover elkaar bewegen: - de maan draait rond de aarde; - de aarde en de maan draaien rond de zon. Ik weet dat de aarde een planeet is en samen met zeven andere planeten rond de zon draait. tip: Herneem dat op pagina 9, en 11 in je handboek. Teken het eens uit op een blad papier. 7 ik kan de zes rubrieken van een weerbericht in de krant voor mijn eigen streek begrijpen en verklaren. tip: Oefen met voorbeelden uit de krant of op internet. Geef je uitleg aan je ma, je pa Je mag je handboek en werkkatern gebruiken. 8 Ik kan de gegevens op een klimatogram aflezen. Tip: Oefen met de klimatogrammen op de site www.i.be. 9 Ik kan een voorbeeld geven van hoe de mens zich aanpast aan het klimaat. tip: Bekijk les 4 in je handboek en werkkatern en bedenk een goed voorbeeld. Leg het uit aan je ma, je pa Ik kan uitspraken over de oorzaken van - dag en nacht - de tijdzones - de seizoenen - jaar en schrikkeljaar beoordelen als juist of fout. tip: Zoek alles op in je handboek en werkkatern en zorg dat je de uitleg begrijpt. Je mag je handboek en werkkatern gebruiken. 11 Ik kan de gegevens van de planeten correct opzoeken en gebruiken. Tip: Probeer dat uit met les 8 in je handboek en werkkatern. Wat je moet kennen, moet je eerst begrijpen en dan enkele keren opzeggen, opschrijven, tekenen tot je het uit je hoofd kent. Dat wil zeggen: ik kan het opschrijven, zeggen of uitleggen zonder hulp. Dat is zo voor 1 tot 6. Wat je moet kunnen, moet je vooral begrijpen. Dat wil zeggen: stel dat juf of meester iets vraagt dat daarop lijkt, dan kan ik dat oplossen. Dat is zo voor 7 tot 11. Noteer wat je nog niet begrijpt en vraag het straks in de klas.