Banksparen: inkomstenbelasting, erfbelasting en erfrecht

Vergelijkbare documenten
Op het moment dat een oud regime polis tot uitkering komt, heeft u de keuze uit de volgende mogelijkheden:

Ontslagvergoeding? Ontdek uw mogelijkheden. Contant uitbetalen Verzekeren Banksparen Stamrecht BV

Drs. M.C.B. Bril,[1] mr. T. Denekamp[2] en mw. mr. R.J. Hayhoe[3]

wat doet u met uw ontslagvergoeding

Notitie Gouden handdruk stamrecht of banksparen

Stamrecht: veel gestelde vragen. De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

Vragen en antwoorden op het gebied van stamrechten

Gouden Handdruk, drie verschillende manieren om een ontslagvergoeding te laten uitkeren

DE LIJFRENTEWIJZER UW LIJFRENTE KOMT VRIJ, WAT KUNT U DOEN?

wat doet u met uw ontslagvergoeding

Claudia Duijndam en Ferd Beukers

Voorwaarden Gouden Handdruk

Algemene informatie oudedagvoorzieningen

DE LIJFRENTEWIJZER. INHOUD Klik op het onderwerp voor meer informatie. UW LIJFRENTE KOMT VRIJ, WAT ZIJN UW MOGELIJKHEDEN? volgens het nieuw regime

U kunt direct over de (netto)ontslagvergoeding beschikken.

Direct ingaande lijfrente

Oudedagsvoorzieningen

Geschreven door mr. R.M.J. van Zijp zaterdag, 23 oktober :54 - Laatst aangepast donderdag, 09 juni :45

Productvoorwaarden BLG Aanvullend Inkomen Uitkeringsrekening Geldig vanaf 1 januari 2016

Productvoorwaarden BLG Aanvullend Inkomen Uitkeringsrekening

Productvoorwaarden BLG Aanvullend Inkomen Spaarrekening

MFP Alumni. Uitfasering Pensioen Eigen Beheer. Coen van den Bedem Kenniscentrum Van Lanschot

AGENDA. - Allereerste vragen en aandachtspunten - WW - Bijstand - IOAW - IOW - Wat nu?

GROEI NAAR VERMOGEN. Gouden Handdruk HOOG RENDEMENT LAGE KOSTEN INFLATIEBESTENDIG

Ken je lijfrente. Lijfrente nieuw regime

TOELICHTING SCHADELOOSSTELLING

UW PENSIOEN- OF LIJFRENTEKAPITAAL KOMT BINNENKORT VRIJ? LEES DIT!

Ken je lijfrente. Lijfrente oud regime

Uw lijfrente komt vrij

Voorwaarden Gouden Handdruk

Haal het maximale uit uw ontslagvergoeding

VOORSTEL VAN WET ZOALS GEWIJZIGD NAAR AANLEIDING VAN HET ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 4 april 2018) Inleiding

Uw lijfrente komt vrij

Algemene informatie. Vermogensopbouw VERZEKERING BEDRIJFSRISICO HYPOTHEEK PENSIOEN

Direct ingaande garantielijfrente

Banksparen? Wij zijn uw bank.

Vrijkomend lijfrentekapitaal. Keuzemogelijkheden en belastingregels

Uw lijfrente komt vrij. Lijfrente

Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 13 oktober 2017)

Uw lijfrente komt vrij

Uw lijfrente komt vrij. Pensioen

Uitvoeringsbesluit Successiewet 1956

Kenmerken en risico s

Pensioen in eigen beheer vanaf 1 april 2017

Voorwaarden ABN AMRO Gouden Handdruk Opbouwrekening

Vormen van levensverzekering. Een overzicht

Laat uw geld groeien!

Het lijfrente-advies van mijn VvAA-adviseur geeft mij een zeker gevoel.

Vormen van levensverzekering

Uit de verstrekte gegevens blijkt dat de compensatieregelingen leiden tot de volgende tegemoetkomingen:

VERZEKERING BEDRIJFSRISICO HYPOTHEEK PENSIOEN

Kerncijfers Levensverzekering - kapitaalverzekering. 2. Levensverzekering - lijfrente. Kapitaalverzekering Brede Herwaardering

Ontslagvergoeding en Stamrecht BV s...een introductie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

De Roche. Hypotheek waaier. Een persoonlijke keus voor uw toekomst. Het kiezen van de juiste hypotheekvorm is

Als u premies betaalt voor kapitaalverzekeringen

Kapitaalverzekeringen en de eigen woning

Solide Vastgoedlijfrente met fraaie groeivooruitzichten.

VRIJKOMEND OUD REGIME LIJFRENTEKAPITAAL EN WAT U ER ALLEMAAL MEE KUNT DOEN

Uw lijfrente komt tot uitkering. verzekering bedrijfsrisico hypotheek pensioen

FISCALE CIJFERS 2014 SCFB adviseert het Fintool.nl abonnement

Ken je lijfrente. Lijfrente nieuw regime

Kapitaalverzekeringen en de eigen woning

Pensioen in eigen beheer vanaf 1 april 2017

Productwijzer. Gouden Handdruk Opbouwrekening. Met variabele- en vaste rente

Erfrente verdient nieuwe kans. Petra van der Ham - den Haan Productspecialist Leven bij Reaal

Als u premies betaalt voor kapitaalverzekeringen

Invoering van pensioen- en lijfrente-excedentregelingen (Wet pensioenaanvullingsregelingen) VOORSTEL VAN WET

VOORWAARDEN SYNVEST LIJFRENTEBELEGGINGSRECHT

NIEUWSOVERZICHT KABINETSPLANNEN DECEMBER 2012

Inkomstenbelasting. Vragen en antwoorden over overbruggingslijfrenten, afkoop kleine lijfrenten en lijfrentesparen

Eigen beheer vanaf 2017

Bij ontslag kan aan een werknemer een ontslagvergoeding worden toegekend, de zogenaamde gouden handdruk.

De spaarkas. Levenloterij terug van (bijna) weggeweest? Kees van Oostwaard Fiscalist bij Reaal

Gouden handdruk. Gids Productfiscaliteiten 2015 HOOFDSTUK 5

Hypotheeksparen Toets uw hypotheekspaarkennis (deel 1)

PE+ Actualiteiten 2015 Wft Basis

Gids Productfiscaliteiten Gouden handdruk

Voorwaarden Gouden Handdruk Leefrekening ABN AMRO

Fiscale gevolgen collectieve compensatieregelingen voor beleggingsverzekeringen

Mijn lijfrente komt vrij

E.F.A. (EerlijkFinancieelAdvies)

Informatieblad Uw positie als dga

Bankspaarhypotheek PAUL SPATZKER HYP O THEEKA D VIES

Interpolis Vrijkomend lijfrentekapitaal bij leven

Aanvullende Voorwaarden FitVoorLater Fiscaal Beleggen

Vrijkomende lijfrente

Opleiding: Estate Planning Specialist

De MoneyWise Lijfrentewijzer. Uw lijfrente komt vrij, wat zijn uw mogelijkheden?

Productwijzer ABN AMRO Gouden Handdruk Opbouwrekening met variabele- en vaste rente Augustus 2015

Programma Dukers & Baelemans

Korte Grafte ZD Apeldoorn T Lichtenauerlaan ME Rotterdam T

Aanvullende Voorwaarden FitVoorLater Fiscaal beleggen. Januari 2015

Vanaf 1 juli 2017 kunt u als DGA niet langer pensioen opbouwen binnen uw eigen onderneming. Wat zijn de alternatieven?

SRA-Praktijkhandreiking

HOOFDSTUK 3 VOORWERP VAN DE BELASTING (HOOFDSTUK II VAN DE WET)

AEGON Lijfrenterekening. Voorwaarden

Transcriptie:

Drs. M.C.B. Bril MFP, 1 mr. T. Denekamp 2 en mw. mr. R.J. Hayhoe 3 Banksparen: inkomstenbelasting, erfbelasting en erfrecht Deel 3: de bancaire gouden handdrukpolis 3 In deel 1 zijn we ingegaan op de erfrechtelijke, inkomstenen erfbelastingtechnische aspecten van de bancaire variant van de kapitaalverzekering eigen woning: de SEW en de BEW. In deel 2 hebben de bancaire lijfrente (LSR en LBR) besproken. In dit derde en laatste deel bespreken we het bancaire alternatief van de stamrecht-bv en gouden handdrukpolis: de stamrechtspaarrekening (SSR) en het stamrechtbeleggingsrecht (SBR). De eerste variant wordt afgesloten bij een bank. De tweede bij een beleggingsinstelling. Bij zowel de SSR als SBR dient sprake te zijn van een geblokkeerde rekening en dienen rendementen op de rekening te worden bijgeboekt. Waar hieronder wordt gesproken over de SSR bedoelen we tevens de SBR. Wat is een gouden handdruk? Een gouden handdruk is een compensatie voor gederfd of te derven loon. In de meeste gevallen wordt een gouden handdruk bij onvrijwillig ontslag gegeven (ontslagvergoeding). Als een gouden handdruk ineens wordt ontvangen, wordt deze gerekend tot het loon. 4 Met een gouden handdruk kan ook een stamrecht worden bedongen. Indien dit wordt gedaan, is de toezegging op grond van art. 11 lid 1 onder g Wet op de Loonbelasting 1964 (verder af te korten met LB) niet belast bij de toezegging. De uitkeringen daarentegen wel. 5 Sinds 1 januari 2010 is het vanuit wettelijk oogpunt mogelijk om een ontslagvergoeding onder te brengen bij een nader in de wet omschreven bank- of beleggingsinstelling. Dit staat in art. 11a LB. Verschillen verzekeraar, bank en BV In onderstaand schema zijn de belangrijkste verschillen weergegeven tussen de verzekeraar, bank en de (stamrecht-)bv. 6 De SSR kent altijd een (van te voren vastgestelde) vaste periode. Hierna is de pot leeg. Met de SSR maar ook bij de stamrecht-bv kan men dus geen langlevenrisico afdekken. Dit is een wezenlijk verschil met de verzekeringsvariant. Bij de verzekeraar kan men levenslange periodieke uitkeringen bedingen. De periodieke uitkeringen eindigen pas op het moment van overlijden van de verzekerde, met doorgaans nog een overgang op de partner. Zijn beiden overleden, dan stoppen de uitkeringen. Het eventueel resterende kapitaal komt dan toe aan de verzekeraar. Om te voorkomen dat het resterende kapitaal aan de verzekeraar toekomt, kunnen (bijvoorbeeld) de kinderen een contraverzekering afsluiten. Een contraverzekering is een vorm van een dalende overlijdensrisicoverzekering. 7 Bij de SSR en de stamrecht-bv komt het saldo altijd ten goede van de erfgenamen. Men hoeft dus geen contraverzekering af te sluiten voor het afdekken van het kortlevenrisico. Uitvoerders van het stamrecht Het stamrecht kan worden bedongen bij een uitvoerder die genoemd staat in art. 11 lid 1 onder g jo. art. 19a LB. De meest bekende zijn: de verzekeraar en de stamrecht-bv. Er kan overigens geswitcht worden tussen de stamrecht-bv, bancaire en verzekeringsvariant. Zo kan men een kapitaal opbouwen in de stamrecht-bv en de termijnen genieten via de bank. 1 Drs. M.C.B. Bril MFP is specialist Toekomstvoorzieningen ABN AMRO MeesPierson te Amsterdam. 2 Mr. T. Denekamp is specialist Estate Planning ABN AMRO MeesPierson te Amsterdam. 3 Mw. mr. R.J. Hayhoe is kandidaat-notaris/estate Planner bij Abma SchreursAdvocatenNotarissentePurmerend. 4 Art. 10 LB. 5 Art. 10 jo. art. 27 LB. 6 Voor meer informatie over dit onderwerp verwijzen wij u naar Bril, MCB, Stamrechtspaarrekening in de praktijk, juli/augustus 2010, Vakblad Financiële Planning. 7 Een contraverzekering keert bij overlijden een bedrag uit gelijk aan deoorspronkelijke koopsom voor de lijfrente minus het bedrag van dereeds uitgekeerde lijfrentetermijnen. Aldus kan worden voorkomen dat het kapitaal bij voortijdig overlijden geheel toekomt aan de verzekeringsmaatschappij. Om heffing van erfbelasting te voorkomen dientniet de verzekeringsnemer de verzekering af te sluiten maar zijn erfgenamen (art. 13 SW). Kwartaalbericht Estate Planning afl. 1 - maart 2013 15 PPMG_T2_Kwartaalbericht Estate Planning <T2b_128_KWEP_1301_bw_proef3 08-03-13 11:45> Pag. 0013

banksparen: inkomstenbelasting, erfbelasting en erfrecht Kenmerk Professionele verzekeraar Bank (Eigen stamrecht-) BV Wetsartikelen Art. 11 lid 1 onder g jo. 19a LB1964 Uitkeringen heten periodieke uitkeringen. De aanspraak hierop heet aanspraak op periodieke uitkeringen Art. 11a LB1964 Uitkeringen heten termijnen. De aanspraak hierop heet recht op termijnen Art. 11 lid 1 onder g jo. 19a LB1964 Uitkeringen heten periodieke uitkeringen. De aanspraak hierop heet aanspraak op periodieke uitkeringen Minimale uitkeringsperiode Tijdens uitkeringsperiode dient aan de 1% sterftekans te worden voldaan Tijdens uitkeringsperiode dient aan het bepaalde in art. 3.4 Uitvoeringsregeling LB 2011 te worden voldaan Tijdens uitkeringsperiode dient aan de 1% sterftekans te worden voldaan Optimaliseren oprentingspercentage Oprentingspercentage van het stamrecht kan niet worden geoptimaliseerd zonder dat dit ten koste gaat van het rendement Oprentingspercentage van het stamrecht kan niet worden geoptimaliseerd zonder dat dit ten koste gaat van het rendement Oprentingspercentage van het stamrecht kan wel worden geoptimaliseerd Ingegane uitkeringen, overlijdenenkind onder 30 jaar Indien uitkeringen reeds zijn ingegaan en eerste gerechtigde komt te overlijden en de aanspraak op periodieke uitkeringen komt ten gunste van kind onder de 30 jaar, dan lopen de uitkeringen uiterlijk tot het 30e levensjaar van het kind 8 Indien termijnen reeds zijn ingegaan en eerste gerechtigde komt te overlijden en het recht op termijnen komt ten gunste van kind onder de 30 jaar, dan lopen de termijnen tot het met de eerste gerechtigde afgesproken tijdstip 9 Indien uitkeringen reeds zijn ingegaan en eerste gerechtigde komt te overlijden en de aanspraak op periodieke uitkeringen komt ten gunste van kind onder de 30 jaar, dan lopen de uitkeringen uiterlijk tot het 30e levensjaar van het kind Administratie Gemak en eenvoud Gemak en eenvoud Meer administratieve rompslomp (oprichten BV, jaarlijks opstellen jaarstukken, enz.) Levenslange uitkering Levenslange uitkeringen is mogelijk Geen mogelijkheid tot gegarandeerde levenslange uitkeringen Geen mogelijkheid tot gegarandeerde levenslange uitkeringen Financiële gevolgen overlijden Door het afsluiten van een contraverzekering (tegen een eenmalige premie) kan in de uitkeringsfase worden voorkomen dat de gelden uiteindelijk aan de verzekeraar toekomen bij overlijden van de gerechtigde(n). Met het afsluiten van een contraverzekering kan erfbelasting worden bespaard De waarde van het recht op termijnen komt te allen tijde toe aan de gerechtigde of de erfgenamen. 10 Er is bij de gerechtigden geen erfbelasting verschuldigd. Bij overlijden kan er sprake zijn van sterftewinst. Hierdoor stijgt de waarde van de aandelen. Minder mogelijkheden tot het besparen van erfbelasting (bij stamrecht-stichting wel mogelijkheid tot besparen erfbelasting) Hoogte kosten Per saldo vaak hogere kostenstructuur (bepaald percentage van af te storten bedrag) De laagste kostenstructuur Per saldo vaak lagere kostenstructuur Beleggingsmogelijkheden Aanwendingsmogelijkheden zijn beperkt tot sparen en (vaak) enkele beleggingsfondsen Aanwendingsmogelijkheden zijn beperkt tot sparen en (vaak) enkele beleggingsfondsen Ruimere aanwendingsmogelijkheden: sparen, beleggen, maar gelden kunnen ook worden gebruikt voor een eigen onderneming, het verstrekken van leningen aan privé of derden, enz. E.e.a. dient wel zakelijk te zijn. Heffing over rendement Bij het bepalen van de hoogte van de periodieke uitkeringen wordt rekening gehouden met het totaal behaalde rendement. Over de uitkeringen dient progressief inkomstenbelasting in box 1 te worden betaald. Bij het bepalen van de hoogte van de termijnen wordt rekening gehouden met het totaal behaalde rendement. Over de termijnen dient progressief inkomstenbelasting in box 1 te worden betaald. Bij het bepalen van de hoogte van de periodieke uitkeringen wordt alleen rekening gehouden met het, indien van toepassing, vooraf afgesproken oprentingspercentage. Overrendementen komen ten goede van het eigen vermogen van de BV en kunnen door een dividenduitkering aan privé worden uitgekeerd. De hiermee gepaard gaande belastingdruk (vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting in box 2) kan hoger of lager zijn dat de belastingdruk in box 1 Faillissement Geen garantie bij faillissement verzekeringsmaatschappij Depositogarantie-stelsel treedt in werking bij faillissement bank Geen garantie bij faillissement BV. Indien geld op spaarrekening bij bank is ondergebracht en de bank gaat failliet kan BV onder voorwaarden een beroep doen op het depositogarantiestelsel Verschil LSR en SSR 8 Art. 11 lid 1 onder g sub 1 LB. 9 Art 11a lid 4 LB en memorie van toelichting, (Kamerstukken II 32 128 nr. 3 p. 60/61). 10 Art. 11a lid 5 LB. In het artikel over lijfrentebanksparen (LSR) zagen we dat bij overlijden de LSR gewoon tot de nalatenschap behoort. Het erfrecht bepaalt de bestemming. Dit is bij verzekeringen fundamenteel anders. Daar is het mogelijk te werken met een begunstigingsclausule. Dit is ook het geval bij een SSR! Op dit punt wijkt de SSR dan ook fundamenteel af van de LSR. Wie als begunstigden kunnen optreden is nauwkeu- 16 afl. 1 - maart 2013 Kwartaalbericht Estate Planning PPMG_T2_Kwartaalbericht Estate Planning <T2b_128_KWEP_1301_bw_proef3 08-03-13 11:45> Pag. 0014

banksparen: inkomstenbelasting, erfbelasting en erfrecht rig vastgelegd. Zie hiervoor art. 11 lid 1 sub g LB en leden 3 en 4 van art. 11a LB. dan wanneer de uitkering over een x aantal jaren wordt gespreid. We komen rechtstreeks in art. 11 lid 1 sub g LB (in het vervolg aan te duiden als de familiegroep van art. 11 LB) terecht als de uitkeringen direct ingaan. In deze bepaling staat dat de volgende aanspraken zijn toegestaan: 1. aanspraken voor de (gewezen) werknemer, die niet later ingaan dan in het jaar waarin hij de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt; of 2. aanspraken die bij zijn overlijden ingaan en toekomen aan zijn (ex-)echtgenoot/partner; of 3. aanspraken aan zijn (pleeg)kinderen jonger dan 30 jaar. Een SSR heeft dus een begunstigingsclausule. Door deze structuur lijkt de SSR meer op een verzekering dan een LSR. Bij overlijden verkrijgen de begunstigden dan niet krachtens erfrecht, maar krachtens overeenkomst. De wet schrijft nauwkeurig voor wie begunstigden kunnen zijn. De bank is verantwoordelijk voor het in acht nemen van de wettelijke voorwaarden. Dit betekent dat de productvoorwaarden als overeenkomst dienen, waarin de wettelijke regeling is overgenomen en de bank toeziet op handhaving daarvan. De bank is ook verantwoordelijk voor de inhouding van loonbelasting over de termijnen. Wordt met het tegoed op de SSR vooralsnog geen termijnen aangekocht (uitgestelde termijnen), dan dient de uitkering plaats te vinden volgens de voorwaarden van art. 11a lid 3 LB. Onderdeel a geeft de voorwaarden voor het geval de (gewezen) werknemer nog in leven is en onderdeel b bij zijn overlijden. Bij in leven zijn van de werknemer mogen de termijnen niet later ingaan dan in het jaar waarin hij de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. In de uitvoeringsregeling zijn regels gesteld voor de uitkeringsduur (art. 3.4 Uitvoeringsregeling LB 2011). Bij overlijden dienen de termijnen direct in te gaan en ten goede te komen aan de personen die in de overeenkomst zijn genoemd, als bedoeld in de hiervoor genoemde familiegroep van art. 11 LB. Ook hier zijn in de uitvoeringsregeling voorwaarden opgenomen voor de uitkeringsduur. Voor kinderen geldt dat de uitkering nooit meer kan bedragen dan het aantal jaren dat de gerechtigde jonger is dan 30 jaar. Zijn de termijnen op basis van het derde lid ingegaan en overlijdt de gerechtigde tijdens de looptijd, dan dienen de resterende termijnen over te gaan op de personen die in de overeenkomst zijn genoemd, de familiegroep van art. 11 LB (art. 11a lid 4 LB). De resterende termijnen gaan verder op de wijze die voor de werknemer was vastgesteld. In het vijfde lid van art. 11a LB is geregeld dat wanneer het recht niet kan overgaan op iemand uit de familiegroep van art. 11 LB, er op het onmiddellijk aan het overlijden voorafgaande tijdstip het tegoed van de SSR aangemerkt wordt als loon. Er vindt dus een afrekening plaats bij de gerechtigde (combinatie loon- en inkomstenbelasting) en diens erfgenamen krijgen het resterende netto bedrag. Voor de erfbelasting wordt dit netto bedrag in de heffing betrokken. De verschuldigde loon- en inkomstenbelasting komen dus als schuld in aftrek op de nalatenschap. Kort samengevat komen we voor de toegestane gerechtigden dus altijd uit bij art. 11 lid 1 sub g LB en anders is het afrekenen ineens. Vanuit financieel oogpunt is afrekenen (in box 1) ineens doorgaans minder gunstig dan termijnen ontvangen. Immers, het bedrag wordt dan ineens als inkomen belast waardoor heffing tegen 52% sneller in beeld komt De SSR is overzichtelijker dan een LSR in die zin dat de bankrekening niet in een testamentaire regeling kan worden betrokken. Dit maakt het ook overzichtelijker voor de erfbelasting. De beperking van de groep van begunstigden kan bij de SSR evenwel voor complicaties zorgen. De beperkte groep begunstigden In art. 3.4 Uitvoeringsregeling LB (voorheen art. 12 Uitvoeringsregeling LB 2001) wordt uitvoering gegeven aan art. 11a lid 3 LB. In de toelichting is het volgende voorbeeld gegeven: 11 Een werknemer overlijdt terwijl de uitkeringen nog niet zijn ingegaan. Op dat moment is de leeftijd van zijn twee kinderen 26 en 31 jaar. In de stamrechtbankspaarovereenkomst is geregeld dat bij het overlijden van de werknemer de uitkeringen toekomen aan zijn twee kinderen, elk voor 50%. In de tabel is af te lezen dat de periode tussen de eerste en de laatste uitkering bij een gerechtigde die bij ingang van de uitkeringen een leeftijd van 26 jaar heeft, ten minste 14 jaar bedraagt. Echter, volgens het tweede lid van artikel 12 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001, in samenhang met artikel 11a, derde lid onderdeel b onder 2 van de Wet LB 1964, bedraagt de periode dan nimmer meer dan het aantal jaren dat de gerechtigde jonger is dan 30 jaar. Voor het jongste kind bedraagt de periode dus ten hoogste 4 jaar. Met betrekking tot het deel voor het kind van 31 jaar is het vijfde lid van artikel 11a van de Wet LB 1964 van toepassing, en wordt dat deel (50%) van het tegoed op het onmiddellijk aan het overlijden voorafgaande tijdstip bij de werknemer aangemerkt als loon uit vroegere dienstbetrekking. Het voorbeeld is bedoeld om de systematiek uit te leggen van de uitkeringsduur. In het voorbeeld krijgt het jongste kind termijnen uitgekeerd voor een periode van 4 jaar. Interessant is evenwel dat een kind ouder dan 30 jaar ten tonele wordt gevoerd. 11 Toelichting ministeriële regeling van 17 december 2009, Stcrt. 2009, 20549. Kwartaalbericht Estate Planning afl. 1 - maart 2013 17 PPMG_T2_Kwartaalbericht Estate Planning <T2b_128_KWEP_1301_bw_proef3 08-03-13 11:45> Pag. 0015

banksparen: inkomstenbelasting, erfbelasting en erfrecht In het voorbeeld komt de uitkering toe aan beide kinderen, waarvan de oudste inmiddels 31 jaar is. Dat is opmerkelijk. Immers, dit is niet een begunstigde die is opgenomen in de familiegroep van art. 11 LB. Wij lezen van art. 11a LB lid 1 zo, dat uitsluitend personen uit die familiegroep begunstigden kunnen zijn. Slechts kinderen die de leeftijd van 30 jaar nog niet hebben bereikt kunnen dan begunstigde zijn. Het lijkt er dus op dat het vertrekpunt van het voorbeeld een overeenkomst is die niet aan de voorwaarden voldoet, omdat ook de kinderen boven 30 jaar meedoen. Dat brengt ons bij art. 19b LB dat bepaalt dat in een dergelijk geval de aanspraak op het onmiddellijk daaraan voorafgaande tijdstip wordt aangemerkt als loon. Een afrekening ineens dus bij het tot stand komen van de overeenkomst. Hiermee komt deze SSR niet uit de startblokken en komen we aan de uitkeringsfase niet toe. Dit alles neemt niet weg dat de uitkomst van het voorbeeld naar onze mening wel het wenselijke eindresultaat is. Zou enkel het kind van 26 jaar de SSR verkrijgen, dan ontstaat er immers een scheve verdeling. Een testamentaire regeling om een en ander recht te trekken is voorstelbaar, maar dan moet het probleem wel zijn onderkend. Bovendien is deze oplossing strijdig met de doelstelling van de regeling: een eenvoudig en kostenefficiënt alternatief voor de verzekering en BV. Onze indruk is dat dit punt tijdens het wetgevingsproces niet is onderkend. Er is eenvoudshalve verwezen naar de familiegroep van art. 11 LB. Een logische stap om een level playing field te krijgen. 12 Maar in art. 11a LB is vervolgens geregeld dat het tegoed uitsluitend kan worden aangewend voor personen uit de familiegroep. Hiermee sluit de deur zich voor het 31-jarige kind. Kennelijk is onvoldoende gerealiseerd dat de SSR een andere structuur heeft dan bijvoorbeeld een BV. Aldaar kunnen de aandelen bij erfgenamen terechtkomen en de uitkeringen bij de familiegroep van art. 11 LB. Is er daarna nog waarde in de BV, dan komt dat ten goede aan de erfgenamen. In het voorbeeld: de aandelen komen toe aan beide kinderen. Het kind van 26 jaar krijgt op grond van de stamrechtovereenkomst mogelijk een uitkering tot zijn 30-jarige leeftijd. Dat voordeel heeft zijn oudere broer/zus niet. Omdat het doorgaans om relatief beperkte bedragen gaat, wordt hier in de praktijk vaak overheen gestapt. Is het jongste kind 30 jaar en heeft de BV nog vermogen, dan komt dat beide kinderen in gelijke mate toe. 26 jaar de gehele rekening! De pot is leeg op zijn 30 e en er is niets meer te verdelen. Bij de uitwerking van de ministeriële regeling zal dit punt echter niet zijn onderkend en is men tot een redelijke en logische uitkomst gekomen door het kind ouder dan 30 jaar ook mee te laten delen. Ons inziens is dit echter niet in overeenstemming met de wet. Zou onze analyse op dit punt kloppen, dan is de SSR mank. Dit zet de SSR op achterstand ten opzichte van de verzekering en BV. De oplossing ligt voor handen. Wij roepen de staatssecretaris op te bevestigen dat de oplossing in de praktijk kan werken dan wel het mogelijk te maken dat hij kan werken. SSR en erfbelasting De vrijstelling voor de erfbelasting van art. 32 lid 1 sub 5 SW geldt ook voor de SSR (lid 5 van bedoelde bepaling). Gaat de uitkering dus verder binnen de familiegroep van art. 11 LB, dan is er geen erfbelasting verschuldigd over de aanspraak. Voor de partner wordt diens partnervrijstelling wel geïmputeerd. Kan de aanspraak niet binnen deze familiegroep doorgaan, dan geldt de vrijstelling niet. Hiervoor zagen we dat in een dergelijk geval er voor de loonbelasting dan sprake is van een afrekening ineens (art. 11a lid 5 LB). Het dan resterende netto deel valt in de nalatenschap van de gerechtigde en komt toe aan zijn erfgenamen. Ontwikkelingen in de nabije toekomst Ontslagvergoedingen hebben de aandacht van de politiek. In het regeerakkoord staan voornemens om ontslagvergoedingen en ook de WW te beperken. Het is afwachten of en hoe die voorstellen de eindstreep halen. In het kader is een kort overzicht opgenomen van de voornemens. In vergelijking met de BV is de SSR, wegens de lage kostenstructuur, in ieder geval interessant bij kleinere ontslagvergoedingen. Een vergoeding tot 75.000 valt hieronder. Omdat dergelijke vergoedingen straks wellicht meer de norm worden dan nu het geval is, lijkt de SSR toekomst te hebben. Bij de SSR is er geen splitsing tussen de aanspraak op de termijnen en de bankrekening zelf. Luidt de overeenkomst zo dat de termijnen overgaan op kinderen die de leeftijd van 30 jaar nog niet hebben bereikt, dan krijgt het kind van 12 Een belangrijke randvoorwaarde bij de introductie van banksparen was het ontstaan van een level playing field voor banksparen en verzekeren. De voorwaarden voor de bankspaarvariant en de bestaande verzekeringsvariant moesten in evenwicht met elkaar worden gebracht, om te voorkomen dat één van beide veel aantrekkelijker zou worden dan de ander. 18 afl. 1 - maart 2013 Kwartaalbericht Estate Planning PPMG_T2_Kwartaalbericht Estate Planning <T2b_128_KWEP_1301_bw_proef3 08-03-13 11:45> Pag. 0016

banksparen: inkomstenbelasting, erfbelasting en erfrecht Belangrijkste voornemens uit het regeerakkoord van 29 oktober 2012 - Ontslagtoets via UWV in plaats van via de kantonrechter. Deze toets houdt in dat het UWV kijkt of iemand gezien de feiten en de omstandigheden terecht ontslag krijgt. - Bij onvrijwillig ontslag moet de werkgever een vergoeding voor scholing meegeven. De werknemer kan naar de rechter stappen als hij het niet eens is met het ontslag. - Ontslagvergoeding via rechter is verlaagd: maximaal half maandsalaris per dienstjaar. - Maximaal 24 maanden een WW-uitkering. Hoewel we reeds enkele malen met deze problematiek hebben gewerkt in de praktijk, heeft onze analyse een sterk theoretisch karakter. De praktijk is weerbarstig en we zullen dan ook nog wel praktijksituaties tegenkomen die tot verrassende uitkomsten leiden. Dat de lezer hierop bedacht is! Tot slot is het ons duidelijk geworden dat het een valkuil is om te spreken over banksparen in zijn algemeenheid. Alsof de SEW, LSR en SSR regelingen zijn die in hoge mate met elkaar vergelijkbaar zijn. Ja, er is steeds sprake van een bankrekening. Maar door de verschillende structuren van kapitaalsparen, lijfrenteregime en stamrechtovereenkomst zijn de onderlinge verschillen erg groot. Ontslagvergoeding toegewezen door rechter Als de werknemer het niet eens is met zijn ontslag, kan hij naar de rechter stappen. De rechter kan hem een ontslagvergoeding toewijzen. In plaats van een maandsalaris krijgt hij dan een half maandsalaris per gewerkt dienstjaar. De maximaal toegewezen vergoeding bedraagt 75.000. Transitiebudget Het doel van het nieuwe kabinet is dat de ex-werknemer zo snel mogelijk weer aan de slag is. Daarom krijgt hij bij de nieuwe regeling een vergoeding voor scholing bij onvrijwillig ontslag of bij het niet verlengen van een tijdelijk arbeidscontract van ten minste 1 jaar. Voor elk gewerkt dienstjaar krijgt hij daarvoor een kwart maandsalaris. Hij krijgt maximaal 4 maandsalarissen voor scholing. Duur WW-uitkering De duur van de WW uitkering wordt maximaal 24 maanden. In de eerste 12 maanden krijgt de werknemer een uitkering die een percentage is van het laatstverdiende loon. De 12 maanden die daarop volgen, krijgt hij een uitkering die samenhangt met het wettelijk minimumloon. Ook de opbouw van een uitkering gaat veranderen. In de eerste tien jaar dat de werknemer werkt, bouwt hij per jaar één maand WW-recht op. Na die tien jaar wordt dat per jaar een halve maand. Op de rechten die hij heeft opgebouwd blijft hij recht houden. Conclusie Met deze bijdrage hebben we de reeks afgesloten waarin we de erfrechtelijke, inkomsten- en erfbelastingtechnische aspecten van de SEW, LSR en SSR in beeld hebben gebracht. Dat was niet altijd makkelijk. De gevolgen van overlijden bij deze regelingen hebben niet op de voorgrond gestaan. Daardoor zijn niet altijd direct de kaders duidelijk, wat het zoeken naar de oplossing lastig kan maken. Hier bij de SSR stuiten we op het punt van kinderen ouder en jonger dan 30 jaar. Wij komen tot de conclusie dat dit niet goed geregeld is. Kwartaalbericht Estate Planning afl. 1 - maart 2013 19 PPMG_T2_Kwartaalbericht Estate Planning <T2b_128_KWEP_1301_bw_proef3 08-03-13 11:45> Pag. 0017